Jaarverslag Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2008

2 Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen

3 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Inhoudsopgave Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Jaarverslag 3 1 Voorwoord 4 2 Karakteristieken van het pensioenfonds 5 Doelstelling 5 Profiel van de organisatie 5 Statutaire organen 5 Adviseurs 8 Pensioenfonds en de regeling 8 Kerncijfers 10 3 Verslag van het bestuur Bestuursbesluiten Deelnemersraad Verantwoordingsorgaan Goed pensioenfondsbestuur 16 Integere bedrijfsvoering 16 Intern toezicht en verantwoordingsorgaan 17 Maatschappelijk verantwoord ondernemen Ontwikkelingen in de bedrijfstak 18 Pensioenregeling 18 Toeslagbeleid Risicoparagraaf 20 Beleggingsrisico 21 Actuariële risico s 22 Operationele risico s Pensioenontwikkelingen Beleggingen 25 Marktontwikkelingen 25 Beleggingen in het verslagjaar 26 Rendement van de beleggingsportefeuille 26 Vooruitblik 28 Risicobeheer? Maatschappelijk verantwoord ondernemen in de beleggingsomgeving Vooruitzichten 29 Toeslag 29 Herstelplan 29 4 Jaarrekening Balans per 31 december Rekening van baten en lasten over Toelichting 37 Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling 37 Toelichting op de balans per 31 december Kasstroomoverzicht 58 Toelichting op de rekening van baten en lasten over het boekjaar

4 JAARVERSLAG Overige gegevens Verklaring van de actuaris 63 Verklaring van de accountant 64 Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum 65 Statutaire bestemming van het saldo van baten en lasten 65 Slotwoord 66 6 Verklarende woordenlijst 67 Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen Jaarverslag 71 Kerncijfers 72 Profiel 73 Bestuur en ondersteuning 75 Bestuursverslag 76 Jaarrekening 79 Balans 81 Rekening van baten en lasten 82 Waarderingsgrondslagen en resultaatbepaling 83 Toelichting op de balans 84 Toelichting op de rekening van baten en lasten 87 Kasstroomoverzicht 89 Overige gegevens Specificatie verloop beschikbaar vermogen 90 Specificatie bestedingsdoelen / activiteiten 91 Accountantsverklaring 93 Slotwoord 94 3

5 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen 1. Voorwoord Inleiding Voor u ligt het jaarverslag 2008 van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen. Het jaarverslag is verdeeld in karakteristieken, een verslag van het bestuur, een jaarrekening en overige gegevens. In karakteristieken geven wij de samenstelling van het bestuur, de kenmerken van de regeling, belangrijke ontwikkelingen, het profiel van de organisatie en de kerncijfers weer. In het verslag van het bestuur informeren wij u over de beleidsmatige zaken die in 2008 hebben gespeeld, zowel op het gebied van pensioenen als op het gebied van beleggingen. In de jaarrekening presenteren wij het fondsvermogen en de mutaties daarin gedurende 2008 alswel een toelichting over de grondslagen voor de waardering en de mutaties in de beleggingsportefeuille. In overige gegevens geven wij de actuariële verklaring, de accountantsverklaring alswel gebeurtenissen na balansdatum met belangrijke financiële gevolgen voor het fonds weer. Korte schets inhoud Na het jaar 2007 met de vele wijzigingen voor pensioenfondsen zoals de introductie van de Pensioenwet, het Financieel Toetsingskader, goed pensioenfondsbestuur (pension fund governance), nieuwe verslagstaten, een nieuwe richtlijn voor de jaarverslaggeving en DNB-richtlijnen met betrekking tot alternatieve beleggingen, de toeslagenmatrix, (waardering van) herverzekerde verplichtingen en de continuïteitsanalyse kan 2008 worden gezien als het jaar waarin de pensioenfondsen de gevolgen aan den lijve ondervonden van de kredietcrisis. De invoering van de rentetermijnstructuur en de ontwikkelingen op de financiële markten in het laatste kwartaal van het jaar hadden voor veel fondsen tot gevolg dat er een situatie van reservetekort ontstond waarna als gevolg van de verder verslechterende aandelenkoersen zelfs in de laatste maand van het jaar een dekkingstekort moest worden vastgesteld. Ook ons fonds ontkwam niet aan de gevolgen van de kredietcrisis. In november 2008 verleende DNB, evenals aan de meeste andere fondsen, aan ons fonds uitstel tot 1 april 2009 voor het indienen van een herstelplan. Het bestuur stelde het jaarverslag 2008 en de daarbij behorende staten voor De Nederlandse Bank vast op 22 juni Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen 22 juni 2009, J.A.M. Bergervoet, voorzitter G. Mantel, vice-voorzitter 4

6 JAARVERSLAG Karakteristieken van het pensioenfonds Doelstelling Het fonds heeft tot doel uitvoering te geven aan het pensioenreglement, zoals dat geldt voor de aangesloten ondernemingen. Hiertoe wordt voor de aangesloten werkgevers en deelnemers en gewezen deelnemers bijna miljoen belegd. De regeling van het fonds heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst. Bij deze vorm van pensioen sluiten werkgever en werknemer een overeenkomst over een uitkering van een bepaalde hoogte die vanaf een bepaalde leeftijd ontvangen wordt. Afhankelijk van het salaris en de diensttijd wordt een bepaalde aanspraak op een uitkering opgebouwd. Zowel het langlevenrisico als het beleggingsrisico liggen bij het fonds. Verplichtstelling In de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet Bpf 2000) is neergelegd dat het georganiseerde bedrijfsleven (= cao-partijen) een verzoek tot verplichtstelling, wijziging of intrekking van die verplichtstelling kan doen. Met andere woorden: cao-partijen spelen een centrale rol bij de totstandkoming van de verplichtstelling, zonder hen is een verplichtstelling niet mogelijk. Gevolg van de verplichtstelling is ondermeer dat werkgevers en werknemers verplicht zijn de statuten en de reglementen van het fonds na te leven. Door verplichtstelling van de deelneming in het fonds wordt deze deelneming voor iedereen gelijkgesteld met een deelneming op grond van een pensioentoezegging. Profiel van de organisatie Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen, statutair gevestigd te Amsterdam, is door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verplicht gesteld op 28 juni De laatste statutenwijziging die door het bestuur is goedgekeurd was op 24 september De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer Het fonds is een bedrijfstakpensioenfonds en is aangesloten bij de koepelorganisatie Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen. Statutaire organen Bestuur Het bestuur bestaat uit zes leden, drie van werknemerszijde en drie van werkgeverszijde. Zij worden benoemd door cao-partijen, de organisaties die het fonds hebben opgericht. Zij hebben zitting voor een tijdvak van vier jaren. Na afloop van een kalenderjaar treedt een derde van de (plaatsvervangende) leden van het bestuur af. In het vierde jaar treedt geen van de bestuursleden af. De leden zijn na afloop van de zittingsperiode terstond herbenoembaar. De functies van voorzitter en vice-voorzitter van het bestuur worden bekleed voor de periode van een jaar. Hierna wordt het lid dat als vice-voorzitter heeft opgetreden voorzitter en omgekeerd. De werkgeversorganisatie en de werknemersorganisaties leveren beurtelings de voorzitter. De werkgevers worden vertegenwoordigd door de werkgeversorganisatie Koninklijke Vereniging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland. De werknemers worden vertegenwoordigd door de volgende werknemersorganisaties: FNV Bondgenoten; CNV Dienstenbond; De Unie vakbond voor industrie en dienstverlening. Bestuursleden mogen alleen worden benoemd als De Nederlandse Bank (DNB) geen bezwaar heeft gemaakt. Naar het oordeel van DNB moeten de personen die het beleid van een pensioenfonds (mede) bepalen voldoende deskundig zijn met het oog op de belangen van de (gewezen) deelnemers en overige belanghebbenden. De bestuursleden worden daarom getoetst op deskundigheid. Daarbij wordt zowel gekeken naar de individuele deskundigheid als naar het collectief. Het bestuur heeft aanvullend hierop 5

7 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen een eigen deskundigheidsplan vastgesteld waarin de eisen die aan de bestuursleden worden gesteld, zijn vastgelegd. Ook heeft het fonds een gedragscode voor haar bestuursleden. Een externe compliance officer ziet er op toe dat een ieder handelt conform de gedragscode. Het bestuur bepaalt het dagelijks beleid van het fonds en draagt zorg voor de handhaving en uitvoering van de statuten en reglementen. Het uitgangspunt hierbij is dat dit gebeurt door een evenwichtige en zorgvuldige afweging van de belangen van alle belanghebbenden. Het bestuur laat zich bij het maken van beleid ondersteunen door rapportages, gemaakt door of in samenspraak met externe deskundigen. Het bestuur ziet er op toe dat de uitvoering voldoet aan de gestelde eisen van de externe toezichthouders, te weten De Nederlandse Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De samenstelling van het bestuur is op 22 juni 2009 als volgt: Werkgeversleden Plaatsvervangers G. Mantel, vice-voorzitter 1) H. Aberson 1) F.H.A.Z. Koelman 1) J.M. Breunesse 1) R.J.C. Braaksma 1) J.M. Breunesse 1) Werknemersleden Plaatsvervangers J.A.M. Bergervoet, voorzitter 2) I. van Duijn 2) J. Bleeker 3) M. den Heijer 3) J.A. Spruijt 4) M. Raaijmakers 4) Respectievelijk aangewezen door: 1) Koninklijke Vereniging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland 2) FNV Bondgenoten 3) CNV Dienstenbond 4) De Unie vakbond voor industrie en dienstverlening Rooster van aftreden Volgens het rooster van aftreden traden aan het eind van 2008 de heer Bleeker en de heer Braaksma (en hun plaatsvervangers) af. Zij zijn door de genoemde organisaties herbenoemd. Mutaties bestuur In augustus 2008 is de heer Kok afgetreden als lid van het bestuur. Hij is in deze functie opgevolgd door de heer Braaksma. Het plaatsvervangend lid de heer Jansen is in het najaar van 2008 afgetreden. In de hierdoor ontstane vacature is voorzien met de benoeming van de heer M. Raaijmakers. In het voorjaar van 2009 is de heer R. van der Velde afgetreden als plaatsvervangend bestuurslid. Hij is in deze functie opgevolgd door mevrouw I. van Duijn. Presidium Het fonds kent een presidium, bestaande uit de voorzitter en vice-voorzitter van het bestuur. Het presidium is bij het uitoefenen van haar bevoegdheden verantwoording schuldig aan het bestuur. Het presidium vergadert twee maal per jaar gezamenlijk met de deelnemersraad. Het bestuur heeft de volgende taken aan het presidium gedelegeerd: - het voorbereiden van bestuursvergaderingen; - het beslissen op kwesties inzake individuele gevallen; - het adviseren van het bestuur over het beleggingsbeleid; het nemen van beleggingsbeslissingen binnen de grenzen die zijn aangegeven in het laatste door het bestuur goedgekeurde beleggingsplan. De samenstelling van het presidium is op 1 juli 2009 als volgt: J.A.M. Bergervoet, voorzitter G. Mantel, vice-voorzitter 6

8 JAARVERSLAG 2007 Deelnemersraad Het fonds heeft een deelnemersraad bestaande uit zes leden, naar evenredigheid verdeeld over werknemers en gepensioneerden. De leden worden benoemd door het bestuur op voordracht van de werknemersorganisaties. De werknemersorganisaties spreken onderling de verdeling van de zetels af op basis van de ledentallen. De deelnemersraad vertegenwoordigt de deelnemers en de pensioengerechtigden binnen het fonds en adviseert het bestuur over aspecten die het fonds betreffen. Op 1 juli 2009 bestaat de deelnemersraad uit de volgende afgevaardigden: Namens de deelnemers plaatsvervanger S. van der Ploeg vacature J. Krijt R.F.M. van Scheijndel vacature namens de gepensioneerden plaatsvervanger A.H.W.M. Bruins vacature F.D.G. Prins Verantwoordingsorgaan Het bestuur heeft een verantwoordingsorgaan ingesteld. In het verantwoordingsorgaan zijn de actieve deelnemers, pensioengerechtigden en de (financieel) betrokken werkgevers in principe gelijkelijk vertegenwoordigd. Een personele unie met de deelnemersraad is mogelijk maar is niet noodzakelijk. Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur of het interne toezicht. De leden worden door de bij het fonds betrokken organisaties voorgedragen en door het bestuur benoemd. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen, het gevoerde beleid en de beleidskeuzes van het bestuur aan de hand van onder meer het jaarverslag. Het bestuur bespreekt het rapport van het VO en de bevindingen worden in het jaarverslag van het pensioenfonds vermeld. Het verantwoordingsorgaan bestaat op 22 juni 2009 uit de volgende afgevaardigden: Namens de deelnemers plaatsvervanger S. van der Ploeg J. Krijt namens de gepensioneerden plaatsvervanger F.D.G. Prins A.H.W.M. Bruins Namens de werkgevers plaatsvervanger M.J.J. Vaes H.R. Delies Visitatiecommissie Voor de inrichting van het intern toezicht heeft het bestuur van het pensioenfonds gekozen voor intern toezicht door een visitatiecommissie. Deze commissie bestaat uit drie leden die door het bestuur worden benoemd. Leden van de visitatiecommissie hebben verder geen banden met het pensioenfonds. De visitatiecommissie overlegt tenminste éénmaal per jaar met het zo voltallig mogelijk bestuur van het pensioenfonds. De visitatiecommissie kan het bestuur van het pensioenfonds vragen om frequenter dan éénmaal per jaar te overleggen en andersom. De visitatiecommissie rapporteert schriftelijk aan het bestuur van het fonds. In 2008 zijn de volgende leden benoemd tot lid van de visitatiecommissie: J.D. Carrière K. Rijk G.W. van de Peijl De visitatiecommissie is in 2009 van start gegaan met haar activiteiten. Vergoeding voor bestuur, presidium, deelnemersraad, verantwoordingsorgaan, en visitatiecommissie De leden van het bestuur, presidium, deelnemersraad en verantwoordingsorgaan ontvangen vacatiegeld en een reis- en verblijfkostenvergoeding. De leden van de visitatiecommissie ontvangen een vooraf over 7

9 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen eengekomen jaarlijkse vergoeding. Over het jaar 2008 is aan vergoedingen een totaalbedrag van ,00 uitgekeerd. Adviseurs Administrateur De administratie en het secretariaat van het fonds zijn uitbesteed aan Syntrus Achmea Pensioenbeheer. De voorwaarden van de uitbesteding zijn vastgelegd in een mantelovereenkomst en een pensioenbeheerovereenkomst. Vastgelegd zijn de specifieke werkzaamheden die Syntrus Achmea Pensioenbeheer voor het fonds verricht, onderverdeeld in administratieve, financiële, secretariële, actuariële, juridische en overige werkzaamheden. De administrateur ondersteunt het bestuur met rapportages over verschillende aangelegenheden. Syntrus Achmea Pensioenbeheer verstrekt SAS70-rapportages. Over 2008 is, evenals over 2007, een SAS70 type II verklaring afgegeven. Vermogensbeheer Het beheer van het fondsvermogen (met uitzondering van vastgoed) is in 2008 uitbesteed aan F&C Netherlands BV. De voorwaarden zijn vastgelegd in een vermogensbeheerovereenkomst met serviceafspraken over het niveau van de dienstverlening. Aan F&C is de bevoegdheid verleend alle beleggingstransacties aan te gaan zoals opgenomen in de overeenkomst. F&C stelt jaarlijks een beleggingsplan op dat ter goedkeuring aan het bestuur wordt voorgelegd. In het beleggingsplan wordt onder meer voor elke beleggingscategorie het percentage van het totaal belegde vermogen vastgesteld en de toegestane marges. Het beheer van de beleggingen in vastgoed is opgedragen aan Syntrus Achmea Vastgoed. Ook Syntrus Achmea Vastgoed stelt jaarlijks een beleggingsplan op dat ter goedkeuring aan het bestuur wordt voorgelegd. De werkgevers- en werknemersvoorzitter participeren in de vergaderingen van het algemeen bestuur van Syntrus Achmea Vastgoed. Beleggingsadviseur Eind 2008 heeft het bestuur Bureau Bosch aangesteld tot adviseur op het terrein van het vermogensbeheer. Compliance officer Het bestuur heeft KPMG Integrity & Investigation Services vanaf 2008 benoemd tot compliance officer. Daarvoor werd de functie van compliance officer vervuld door PricewaterhouseCoopers Accountants NV. Adviserend actuaris De heer M.J.M. Pernot AAG, verbonden aan Hewitt Associates B.V, te Eindhoven, is de adviserend actuaris van het fonds. Certificerend actuaris De heer dr. B.J Wijers, verbonden aan Hewitt Associates B.V., te Amsterdam, is de certificerend actuaris van het fonds. Accountant Het bestuur heeft PricewaterhouseCoopers als accountant belast met de controle van de jaarrekening van het fonds. Pensioenfonds en de regeling De inhoud van de pensioenregeling De inhoud van de pensioenregeling wordt in hoofdlijnen door cao-partijen bepaald binnen het arbeidsvoorwaardenoverleg. De technische uitwerking van wat is overeengekomen vindt veelal plaats binnen de gelederen van het bestuur, of als het om geheel nieuwe elementen gaat, binnen werkgroepen, commissies e.d. waarin afgevaardigden van cao-partijen en bestuur samenkomen. Doordat de inhoud van de pensioenregeling moet worden vastgelegd in de statuten en reglementen van het fonds, kunnen cao-partijen niet zonder medewerking van het bestuur de inhoud van de regeling 8

10 JAARVERSLAG 2007 algemene gelding geven. Het bestuur is bevoegd de pensioenregeling aan te passen conform de reglementaire en wettelijke bepalingen. Onderlinge verhoudingen Het bestuur bestuurt het fonds en heeft daarbij een geheel eigen bevoegdheid en verantwoordelijkheid. Dit laatste blijkt uit alle van toepassing zijnde wetten; steeds is het zo dat het bestuur en de bestuursleden worden aangesproken op bestuursverantwoordelijkheid. Het bestuur hoeft aan cao-partijen geen verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid. Kort gezegd komt het erop neer dat cao-partijen de pensioenregeling in gang zetten en handhaven, zorgen voor de algemene werking daarvan, maar dat het reilen en zeilen van het fonds volledig in handen ligt van het bestuur. Het fonds werkt voor 731 ondernemingen waarin werknemers op dit moment een pensioen opbouwen. Tel daarbij op de werknemers die niet langer een pensioen bij het fonds opbouwen maar dat voorheen wel deden en de personen die al een pensioen van het fonds ontvangen, dan is het totaal aantal deelnemers Missie van het fonds De missie van het fonds is het verschaffen van een goed pensioen aan werknemers in de bedrijfstak en hun nabestaanden. Daarnaast biedt het fonds de deelnemer de mogelijkheid om eerder te stoppen met werken. Onder bepaalde voorwaarden heeft de deelnemer recht op de voorwaardelijke aanvullingsregeling. Vanaf de start van de pensioenregeling, per 1 juli 1958, voorzag het fonds in een vast bedrag per week voor iedere werknemer. Hierbij speelde de hoogte van diens inkomen geen enkele rol. Met ingang van 1 juli 2001 is het fonds overgegaan van de vaste bedragenregeling naar een loonafhankelijke regeling en is het uitgangspunt voor een goed pensioen 70% van het gemiddeld verdiende loon. Solidariteit De regelingen van het fonds zijn gebaseerd op solidariteit. Dit komt onder andere tot uitdrukking in het hanteren van een voor iedere deelnemer gelijk premiepercentage, ongeacht het geslacht, de leeftijd of de gezondheid van de deelnemer. Het uitgangspunt is dat alle werknemers die onder de verplichtstelling van het fonds vallen ook deelnemen aan de regelingen van het fonds. Alleen op deze wijze kunnen collectieve bedrijfstakbrede en op solidariteit gebaseerde pensioenregelingen mogelijk gemaakt en in stand gehouden worden. Uitgebreide informatie is te vinden op onze website: 9

11 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Kerncijfers Ondernemingen en deelnemers (aantallen) Verplicht aangesloten ondernemingen gedispenseerde ondernemingen vrijwillig aangesloten ondernemingen Deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden Premies en uitkeringen (bedragen x , ) Netto premie basisregeling Premie voor de Anw-hiaatverzekering Bruto premie aanvullende regeling Uitkeringen Beleggingen (bedragen x , ) Belegd vermogen (actuele waarde) Opbrengst belegd vermogen -/ / Performance (incl. Aegon-annuïteit) -/- 11,1 -/- -0,8 5,7 Dekkingsgraad Z-score (oude stijl) -/- 1,44 -/- 0,54 0,36 Performancetoets -/- 0,16 0,74 1,64 Voorziening pensioenverplichtingen Pensioengegevens (bedragen x 5 1,-) Premie per jaar 20,2% 20,2% 20,2% - waarvan werknemersdeel 6,73% 6,73% 6,73% Opbouw ouderdomspensioen per jaar 2,2% 2,2% 2,2% Franchise Minimum pensioengrondslag Maximum salaris Extra opbouw (bedragen x 5 1,-) Premie per jaar 5,5% 5,5% 5,5% - waarvan werknemersdeel 1,83% 1,83% 1,83% Opbouw ouderdomspensioen per jaar 0,45% 0,45% 0,45% Franchise Maximum salaris Toeslag per 1 januari - voor de actieve deelnemers 0% 2,0%* 0,75% - voor de gewezen deelnemers en gepensioneerden 1,2% 1,4%* 0,75% * Toeslag is verleend met ingang van 1 januari 2007 en is verantwoord in het verslagjaar

12 JAARVERSLAG Verslag van het bestuur 3.1 Bestuursbesluiten In het jaar 2008 zijn er 5 reguliere vergaderingen van het bestuur geweest en 2 extra vergaderingen. Deze twee extra vergaderingen hielden verband met het vaststellen van het jaarverslag en de jaarrekening. Daarnaast is er een studiedag gehouden. Het bestuur heeft de ontwikkelingen die op het fonds afkomen gevolgd en de consequenties daarvan op het beleid van het fonds doorgevoerd. Het doel blijft het in standhouden van een goede pensioenvoorziening op basis van collectiviteit en solidariteit voor de bedrijfstak handel in bouwmaterialen. Uitbesteding Het bestuur heeft diverse malen overleg gevoerd met de uitvoeringsorganisatie over de dienstverlening overeenkomstig de service level agreement. Daarnaast heeft het bestuur op grond van zijn analyse van de SAS70-rapportage aanvullende vragen gesteld aan de uitvoeringsorganisatie over bepaalde aspecten van de kwaliteit van de beheersmaatregelen Zoals vastgelegd in de administratie-overeenkomst heeft in het verslagjaar een evaluatie van de overeenkomst plaatsgevonden. Financieel beleid Het bestuur van het fonds voert een degelijk financieel beleid met enerzijds als doelstelling voldoende middelen op te bouwen om aan de verplichtingen (lees: de pensioenuitkeringen) te kunnen blijven voldoen en anderzijds om een stabiel premie- en toeslagbeleid te voeren. De inkomsten aan premies en de opbrengsten uit de beleggingen moeten voldoende zijn om de pensioenrechten van de deelnemers te waarborgen en de pensioenrechten van de huidige en van de toekomstig gepensioneerden te kunnen blijven betalen. Er zijn door DNB geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder. Beleggingsbeleid Het bestuur heeft in de 2e helft van 2008 besloten als beleggingsadviseur Bureau Bosch aan te stellen. Dit bureau is betrokken geweest bij de totstandkoming van het beleggingsplan voor het jaar Doel van het beleggingsplan 2009 is te komen tot een goed rendement en betere beheersing van de risico s. Evenals in 2008 is voor 2009 gekozen om het renterisico versus nominale verplichtingen voor circa 75% af te dekken door een combinatie van vastrentende waarden en LDI pools. Gelet op de teleurstellende performance in 2008 zal worden bezien of binnen de aandelenportefeuille delen passief ofwel met een lage tracking error dienen te worden belegd. Gedurende 2009 zal het fonds het allocatiebeleid niet meer voeren in het GTAA fonds. Voorts is besloten het herbalancingbeleid aan te passen in die zin dat dit jaarlijks zal worden vastgesteld. Dit geldt zowel over de beleggingen heen als binnen de beleggingen aandelen en obligaties. Eind 2008 heeft het bestuur de overeenkomst met F&C Netherlands opgezegd. Met F&C Nethelands is overeengekomen dat het vermogensbeheer door hen wordt verzorgd tot het moment waarop de overdracht plaatsvindt naar een nieuwe vermogensbeheerder. Het bestuur zal de eerste maanden van 2009 gebruiken om te bezien op welke wijze het vermogensbeheer kan worden geoptimaliseerd. De beleggingsadviseur zal hierbij een belangrijke rol spelen. Bedoeling is om aan de hand van de doelstelling van het fonds en de te hanteren uitgangspunten in het kader van het vermogensbeheer te komen tot een profielschets. Op basis van deze profielschets zal een keuze voor een vermogensbeheerder worden gemaakt. Bedoeling is de keuze voor een vermogensbeheerder in de maand juli af te ronden waarna met de overdracht en de implementatie gestart kan worden. 11

13 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Actuariële en bedrijfstechnische nota Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de actuariële en bedrijftechnische nota (ABTN). Algemene leidraad voor het uitvoeren van zijn beheerstaken is risicomijdend operationeel management. Het bestuur heeft, onder andere in verband met de wijziging van de pensioenregeling en een nadere omschrijving van de gedempte kostendekkende premie, begin 2009 de ABTN geactualiseerd. Toeslag Het bestuur heeft beoordeeld of de opgebouwde aanspraken en de ingegane pensioenen, gehoord de actuaris en de financiële positie in aanmerking genomen, per 1 januari 2009 kunnen worden verhoogd. Als de financiële positie dit toelaat, worden de pensioenaanspraken van de deelnemers aangepast met het stijgingspercentage van de cao-lonen in de bedrijfstak. In de periode van 2 januari 2008 tot en met 1 januari 2009 zijn de Cao-lonen gestegen met 3%. Gelet echter op de financiële positie van het fonds per 31 december 2008 heeft het bestuur besloten de pensioenaanspraken niet te verhogen. Voor de gepensioneerden en de gewezen deelnemers is het toeslagpercentage gebaseerd op het percentage waarmee de consumentenprijsindex CPI van de maand september van het voorafgaande jaar afwijkt van het prijsindexcijfer van de maand september van het daaraan voorafgaande jaar (eerste publicatie CBS). Dit prijsindexcijfer is in deze periode met 2,82% gestegen. Ook aan de gepensioneerden en de gewezen deelnemers is geen toeslag verleend in verband met de financiële positie van het fonds per 31 december Financiële positie van het fonds Gezien het ontstane reserve- en dekkingstekort heeft het bestuur een voorlopig herstelplan vastgesteld op 30 maart 2009 en ingediend bij DNB voor 1 april Het herstelplan is gebaseerd op de feitelijke situatie per 31 december De dekkingsraad werd op dat moment geraamd op 93%. Het herstelplan laat zien dat het fonds niet binnen de gestelde 5 jaarstermijn (eind 2013) zal voldoen aan de eisen van het minimaal vereist eigen vermogen. Het zal uitkomen op 103,2% dit is onvoldoende. Het bestuur is in overleg getreden met Cao-partijen om te komen tot maatregelen waarmee de financiële positie van het fonds binnen de gestelde termijnen op het gewenste niveau kan komen. Het bestuur volgt nauwlettend de ontwikkelingen op de financiële markten en de invloed daar van op de dekkingsgraad. Nadere informatie over het herstelplan is opgenomen onder het kopje Gebeurtenissen na balansdatum Premie De kostendekkende premie over het boekjaar bedroeg De feitelijke premie over het boekjaar bedroeg en de gedempte premie over het boekjaar bedroeg ,00. De kostendekkende premie is als volgt samengesteld: actuarieel benodigd ( ), opslag in stand houden vereist vermogen ( ), opslag voor uitvoeringskosten ( ), en de risicopremies herverzekering ( ). Fusiebesprekingen met bpf hout De werkgeversverenigingen van de Handel in Bouwmaterialen en de Houthandel zijn begin 2007 een onderzoek gestart naar mogelijkheden om de pensioenregelingen van beide bedrijfstakken in elkaar te schuiven. De reden hiervan is het creëren van een groter draagvlak en een reductie van de uitvoeringskosten. Op verzoek van de besturen van beide pensioenfondsen is een onderzoek gedaan naar een mogelijke nieuwe regeling. De belangrijkste uitgangspunten waren hierbij kostenneutraliteit en het zoveel mogelijk beperken van effecten op de toekomstige pensioenopbouw en premies van de deelnemers. De hoofdgedachte van een nieuwe regeling is een basisregeling voor alle deelnemers op basis van middelloon. Het rapport met de uitkomsten van het onderzoek is naar Cao-partijen gestuurd met de vraag of Caopartijen kunnen instemmen met een mogelijke fusie tussen beide pensioenfondsen. Cao-partijen binnen de Hibin hebben aangegeven in te kunnen stemmen met nader onderzoek naar een mogelijke fusie tussen de beide fondsen. 12

14 JAARVERSLAG 2007 Wijziging van de verplichtstelling Het fonds kende tot en met 2007 een toetredingsleeftijd van 22 jaar. Deze is in de verplichtstelling van het fonds opgenomen. De nieuwe Pensioenwet staat met ingang van 1 januari 2008 een hogere toetredingsleeftijd dan 21 jaar niet meer toe. Cao-partijen hebben daarom besloten de toetredingsleeftijd van het fonds per 1 januari 2008 te verlagen naar 21 jaar. De verplichtstelling van het fonds is hierop aangepast. Voorwaardelijkheidsverklaring Het bestuur heeft de tekst van de voorwaardelijkheidsverklaring vastgesteld. Opgemerkt hierbij is dat AFM, tijdens de op 24 november jongstleden gehouden Algemene ledenvergadering van de VB heeft aangegeven nader in conclaaf te willen met de pensioenkoepels over de uiteindelijke tekst van de desbetreffende verklaringen. Dit naar aanleiding van klachten vanuit de pensioenfondsen over de rigide tekst die in veel gevallen niet flexibel genoeg is om het toeslagenbeleid van het pensioenfonds te kunnen weergeven. Afkoop kleine pensioenen In het jaar 2008 heeft het bestuur enkele malen gesproken over de problematiek rond de mogelijkheid van het afkopen van kleine pensioenen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de afkoop van kleine pensioenen van nieuwe gevallen en de afkoop van kleine pensioenen van slapers van voor 1 januari Ten aanzien van de eerste groep heeft het bestuur besloten eerst tot afkoop over te gaan op de pensioendatum. Het bestuur is van mening dat de deelnemer die de bedrijfstak verlaat gestimuleerd moet worden om de waarde van de pensioenaanspraken over te dragen naar zijn eventuele nieuwe pensioenregeling. Met betrekking tot de afkoop van de kleine slapersrechten heeft het bestuur, gezien de stand van de dekkingsgraad van het pensioenfonds in het laatste kwartaal van 2008, vooralsnog besloten af te zien van afkoop. Het bestuur besluit niet eerder tot afkoop over te gaan dan dat de dekkingsgraad in redelijke mate hersteld is en na de inwerkingstelling van het pensioenregister (gepland op 1 januari 2011). Wijziging van de statuten De statuten zijn nog op een enkel punt aangepast in verband met de eerder ingevoerde Pensioenwet. Wijziging van Pensioenreglement 2006 Het bestuur heeft besloten om het reglement zodanig aan te passen dat indien een werknemer bij aanvang van de deelneming al gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, premievrije deelneming wordt verleend voor een daarna optredende toename - ongeacht de oorzaak - van de arbeidsongeschiktheid. Voorts heeft het bestuur besloten het reglement aan te passen in verband met de verhoging van de WAO-uitkeringen 70% naar 75% van het (vervolg)dagloon. Gedragscode / compliance Het fonds heeft al langere tijd een gedragscode waarin de regels en richtlijnen voor bestuursleden en andere betrokkenen zijn opgenomen. Deze regels en richtlijnen zijn ter voorkoming van conflicten tussen de belangen van het fonds en de privé-belangen van betrokkenen en ter voorkoming van het gebruik maken van vertrouwelijke informatie van het fonds voor privé-doeleinden. Een compliance officer controleert of de bestuursleden en andere betrokkenen de gedragscode naleven. De compliance officer heeft in de afgelopen jaren geen overtreding van de regels gevonden. Communicatie In het boekjaar is veel aandacht besteed aan communicatie. In overeenstemming met de door de pensioenkoepels (zoals VB en OPF) geïntroduceerde doelstelling om eenvormige, eenduidige en duidelijke pensioenoverzichten te verstrekken (uniform pensioenoverzicht, UPO), is aan alle deelnemers een geheel nieuw en herzien pensioenoverzicht op basis van de huidige regeling gestuurd. In het voorjaar is een brochure uitgegeven waarin op een duidelijke en overzichtelijke manier informatie wordt gegeven over de pensioenregeling. Daarnaast is een nieuwe website ontworpen. Deze website is ingericht naar doelgroepen. Naast informatie voor de werkgevers en werknemers is er specifieke informatie voor de gepensioneerden. Tevens wordt aandacht besteed aan de gevolgen van veranderingen in 13

15 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen de persoonlijke situatie (bijvoorbeeld trouwen of scheiden), verandering van baan en arbeidsongeschiktheid. Maar ook wat er voor de nabestaanden is geregeld wanneer de deelnemer komt te overlijden. Voorts wordt halfjaarlijks en bij belangrijke wijzigingen een Pensioenflits uitgegeven. In deze Pensioenflits die naar alle werkgevers, actieve deelnemers en gepensioneerden wordt verzonden, wordt aandacht besteed aan belangrijke wijzigingen in de pensioenregeling en de premies en grondslagen. Het bestuur vertrouwt erop hiermee een belangrijke stap voorwaarts in de pensioencommunicatie te hebben gezet. Gebeurtenissencommunicatie De Pensioenwet bevat veel voorschriften over de informatieverstrekking aan allerlei belanghebbenden bij de pensioenregeling. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de verzending van startbrieven aan nieuwe deelnemers en om verzending van beëindigingbrieven indien een deelnemer de bedrijfstak verlaat. Het bestuur heeft beoordeeld in hoeverre aanpassingen nodig zijn om aan de voorschriften te voldoen en heeft deze aanpassingen doorgevoerd. Vaststelling rentevoet gemoedsbezwaarden Het bestuur heeft besloten de rentevergoeding op de spaarrekening van gemoedsbezwaarden vanaf 1 januari 2009 te baseren op een gedempte disconteringsvoet van 5,3% plus de in de referteperiode verleende cao-verhogingen. Naleving wet- en regelgeving Bpf Hibin heeft een brief ontvangen van DNB, d.d. 17 juli 2008, inzake het opleggen van een dwangsom in verband met het niet tijdig, dat wil zeggen vóór 1 juli, overleggen van de door de accountant gewaarmerkte staten alsmede de daarbij behorende accountantsverklaring, de bestuursverklaring en de verklaring van de actuaris ten behoeve van het jaarverslag. Met de brief van 4 augustus 2008 heeft DNB laten weten dat de begunstigingstermijn is afgelopen en dat een boete wordt opgelegd. De hoogte van de boete ( ,00 per week met een maximum van ,00) is afhankelijk van het aantal weken dat de stukken te laat worden ingediend. De betreffende stukken zijn op 11 september 2008 aan de toezichthouder verstrekt. De boete is in verband hiermee door DNB bepaald op ,00. De te late aanlevering van de jaarstukken heeft buiten de schuld van het bestuur plaatsgevonden. Het bestuur heeft de boete kunnen verhalen op externe partijen. Het bestuur is niet bekend met andere overtredingen van wet- en regelgeving. Het afgelopen jaar zijn door DNB geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder. Gedragscode Jaarlijks wordt door de bestuursleden de gedragscode getekend. Dit is ook dit jaar gebeurd. Presidium, bestuur en deelnemersraad Het presidium heeft in 2008 zesmaal vergaderd, het bestuur kwam zeven maal bijeen en de deelnemersraad vergaderde zesmaal, waarvan twee maal met het presidium. In de vergaderingen van het presidium komen naast voorbereidende zaken ook individuele kwesties van werkgevers, deelnemers en gepensioneerden aan de orde Deelnemersraad De deelnemersraad is in het verslagjaar zesmaal bijeen geweest waarvan tweemaal samen met het presidium. In het verslagjaar heeft de raad kennis genomen van de ontwikkelingen die rond het fonds spelen, zoals de invoering van de laatste onderdelen van de Pensioenwet en de consequenties van de kredietcrisis op de financiële positie van het fonds. De deelnemersraad heeft positief geadviseerd ten aanzien van - het jaarverslag 2007, - statuten- en reglementswijzigingen, 14

16 JAARVERSLAG het gezien de financiële situatie niet verlenen van toeslagen en - het beleggingsbeleid voor Naast de advisering rond deze onderwerpen heeft de deelnemersraad haar verontrusting uitgesproken over de bestaande vacatures in de deelnemersraad. Daarnaast was de deelnemersraad ook vertegenwoordigd tijdens de studiedag van het bestuur die op 23 oktober 2008 heeft plaatsgevonden. De deelnemersraad heeft, tijdens het middagdeel van de studiedag op 23 oktober 2008 niet deelgenomen aan de kennistest van het bestuur maar een presentatie gehad betrekking tot Risicobeheer en FIRM Verslag van het verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan van het pensioenfonds is met ingang van 20 mei 2009 ingesteld. Op basis van de Principes voor goed pensioenfonds bestuur (Pension Fund Governance) van de Stichting van de Arbeid heeft het bestuur de werkwijze van het verantwoordingsorgaan in een reglement vastgelegd. Er zijn afspraken gemaakt over welke informatie het verantwoordingsorgaan ontvangt, de frequentie van het overleg met het bestuur en de te behandelen onderwerpen. Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. Tevens legt het bestuur verantwoording af over de naleving van de Principes voor goed pensioenfonds bestuur zoals vastgesteld door de Stichting van de Arbeid op 16 december Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwoordingsorgaan legt zijn oordeel ten minste één maal per jaar schriftelijk vast. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, opgenomen in het jaarverslag volgend op het jaarverslag waar het oordeel betrekking op heeft. Het verantwoordingsorgaan heeft een adviesrecht ten aanzien van: - het vaststellen en wijzigen van de vergoedingsregeling voor bestuursleden; - het wijzigen van het beleid ten aanzien van het verantwoordingsorgaan; - de vorm, inrichting en samenstelling van het interne toezicht; - het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure; - het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid. Het verantwoordingsorgaan heeft in het kader van haar taakuitoefening in 2009 kennis genomen van het jaarverslag en de jaarrekening 2008, de notulen van de bestuursvergaderingen, de reglementen 2008 en de ABTN Het verantwoordingsorgaan heeft geen gebruik gemaakt van haar recht op overleg met de externe actuaris en de externe accountant. 1.1 Bevindingen Het verantwoordingsorgaan heeft de volgende bevindingen. Beleggingsbeleid Het strategisch beleggingsbeleid wordt als correct beoordeeld. Echter, de resultaten van het fonds ten opzichte van de gehanteerde benchmarks laten een zorgwekkend beeld zien. Het verantwoordingsorgaan wil het bestuur erop wijzen dat zij waar mogelijk maatregelen moet nemen zodat zij in de toekomst de benchmarks behaalt danwel verslaat. Wetgeving en reglementen Het verantwoordingsorgaan heeft hierop geen bevindingen. Financiële positie van het fonds De financiële positie van het fonds heeft zich in het laatste kwartaal van 2008 ernstig negatief ontwikkeld. Dit acht het verantwoordingsorgaan zorgwekkend. Premie- en toeslagbeleid Aangezien de premie in 2008 boven het niveau van de kostendekkende premie lag, kan het premiebeleid als voldoende beschouwd worden. 15

17 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Wat betreft het toeslagbeleid wordt vastgesteld dat onderscheid wordt gemaakt tussen de indexatie van de actieven enerzijds en de inactieven en gepensioneerden anderzijds. Het verantwoordingsorgaan constateert dat in de jaren 2007 en 2008 de inactieven en gepensioneerden eenmaal een toeslag hebben ontvangen, terwijl de actieven geen toeslag hebben ontvangen. Het verantwoordingsorgaan wenst het bestuur erop te wijzen dat een dergelijk onderscheid kan leiden tot een scheefgroei in de pensioenen. Communicatiebeleid Het verantwoordingsorgaan heeft hierop geen bevindingen. Pension Fund Governance (Goed Pensioenfondsbestuur) De deelnemersraad heeft lange tijd vacatures gekend. Op dit moment kent de deelnemersraad nog één vacature. Het verantwoordingsorgaan benadrukt het belang van een goed werkende deelnemersraad voor het bestuur van het pensioenfonds. Risicobeleid Het verantwoordingsorgaan heeft moeten constateren dat de daadwerkelijke renteafdekking in 2008 lager lag dan de in het beleggingsplan vastgestelde 75%. Het verantwoordingsorgaan beveelt het bestuur aan een actief risicobeleid te voeren waardoor dergelijke discrepanties kunnen worden voorkomen. 1.2 Oordeel Op grond van het voorgaande komt het verantwoordingsorgaan tot het volgende oordeel. Het verantwoordingsorgaan van het bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen is van oordeel dat: het bestuur afdoende informatie aan het verantwoordingsorgaan heeft verstrekt om zich een oordeel te vormen; - het handelen van het bestuur in 2008 in overeenstemming is geweest met de statuten en reglementen. het bestuur in 2008 een consistent beleid heeft gevoerd, waarbij de belangen van alle betrokkenen afgewogen en geborgd zijn het bestuur logische beleidskeuzes voor de toekomst heeft gemaakt. 20 mei 2009, Amsterdam Verantwoordingsorgaan Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Reactie van het bestuur Het bestuur neemt de aanbevelingen van het verantwoordingsorgaan ter harte. Voor wat betreft het beleggingsbeleid heeft het bestuur de nodige maatregelen genomen. Met betrekking tot de opmerking ten aanzien van het premie- en toeslagbeleid geeft het bestuur aan dat het op dit punt het beleid van Cao-partijen wordt uitgevoerd. Het bestuur kan Cao-partijen wijzen op de mogelijke gevolgen van het dit beleid voor de twee verschillende groepen. Het bestuur is verheugd met het eindoordeel Goed pensioenfondsbestuur (pension fund governance) Integere bedrijfsvoering Dit hoofdstuk gaat over de kwaliteit van het bestuur van het pensioenfonds. De Stichting van de Arbeid (STAR) heeft deze principes in december 2005 vastgesteld. De principes zijn per 1 januari 2007 in de Pensioenwet opgenomen. De principes moeten het pensioenfondsbestuur verbeteren. Het gaat om zorgvuldig bestuur, intern toezicht, verantwoording, deskundigheid, openheid en communicatie. Een pensioenfondsbestuur moet weten waarvoor het verantwoordelijk is. Het bestuur dient te weten hoe het die verantwoordelijkheid moet dragen en hoe het interne toezicht is geregeld. Het bestuur moet bovendien weten hoe en aan wie het verantwoording aflegt. De STAR wilde dat de principes uiterlijk 1 januari 2008 door alle pensioenuitvoerders ingevoerd zouden zijn. De Pensioenwet eist 1 januari Daarbij was beloofd dat pensioenfondsen nog in 2007 extra tijd zouden krijgen om de principes in te voeren. 16

18 JAARVERSLAG 2007 Het bestuur heeft in 2008 de laatste hand gelegd aan de invulling van de principes goed pensioenfondsbestuur. De keuzes die het bestuur heeft gemaakt bij de besturing van het pensioenfonds, de wijze waarop het bestuur verantwoording over het beleid aflegt en hoe het interne toezicht is vormgegeven, staan beschreven in een zogenaamd transparantiedocument. Hierin is opgenomen waar het jaarverslag en de statuten en reglementen kunnen worden opgevraagd. Het document is op de website van het fonds geplaatst. Intern toezicht en verantwoordingsorgaan Het bestuur van het fonds besteedt conform de Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen voor goed pensioenfondsbestuur veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Reglementair is bepaald hoe het bestuur omgaat met de rol als bestuur en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Instellen van een verantwoordingsorgaan Het bestuur heeft een verantwoordingsorgaan ingesteld. In dit verantwoordingsorgaan zijn de deelnemers, de gepensioneerden en de aangesloten werkgevers vertegenwoordigd. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit drie vertegenwoordigers van iedere groepering, deelnemers, werkgevers en gepensioneerden. Het bestuur heeft de inrichting (ondermeer samenstelling en stemverhouding) en de bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan vastgelegd in de statuten van het fonds. Tevens heeft het bestuur een reglement voor het verantwoordingsorgaan opgesteld. De verantwoording die het bestuur aflegt, is onderdeel van de jaarverslagcyclus. In dit jaarverslag wordt verslag gedaan van de bevindingen van het verantwoordingsorgaan over het gevoerde beleid. Instellen van een visitatiecommissie Voor de inrichting van het intern toezicht heeft het bestuur gekozen om een visitatiecommissie in te stellen. Deze commissie bestaat uit drie leden die door het bestuur worden benoemd. De leden van de visitatiecommissie mogen geen banden hebben met de bij het fonds betrokken werknemers- en werkgeversorganisaties, de administrateur, de actuaris en de accountant. De visitatiecommissie heeft als collectief een deskundigheid die ten minste vergelijkbaar is met de deskundigheid die door De Nederlandse Bank wordt verlangd van het bestuur als collectief. De visitatiecommissie beoordeelt elk jaar één of meerdere aspecten van de beleids- en bestuursprocedures en processen, de checks en balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico s op de langere termijn (voor de dekkingsgraad van) het pensioenfonds. De visitatiecommissie overlegt ten minste éénmaal per jaar met het voltallige bestuur. De visitatiecommissie kan het bestuur vragen frequenter te overleggen en andersom. De visitatiecommissie beoordeelt vooral de wijze waarop het bestuur zijn besluiten neemt, hoe het bestuur de kwaliteit van de adviseurs beoordeelt en hoe het bestuur toezicht houdt op de uitvoering van de pensioenregeling. De visitatiecommissie rapporteert schriftelijk aan het bestuur van het fonds. Het intern toezicht is opgenomen in de statuten en uitgewerkt in een apart reglement. Voor de instelling van de visitatiecommissie is samenwerking gezocht met het bestuur van Bpf Houthandel. De commissie die werkzaam is voor zowel Bpf Houthandel als het fonds bestaat uit dezelfde leden. De visitatiecommissie is in 2009 gestart met haar activiteiten. Verbetering deskundigheid pensioenfondsbestuur Enige jaren geleden heeft het bestuur een deskundigheidsplan opgesteld. Dat plan is zodanig dat het bestuur als geheel over de vereiste deskundigheid beschikt. Ten minste éénmaal per jaar gaat het bestuur na of het bestuur de ontwikkelingen op pensioengebied voldoende volgt en of die deskundigheid nog steeds aanwezig is. In het afgelopen jaar is veel aandacht besteed aan de deskundigheidsbevordering van het bestuur. Het bestuur is hierbij uitgegaan van de eisen die zijn vastgelegd in het plan van aanpak deskundigheidsbevordering van VB, OPF en UvB van 16 april Het plan van aanpak noemt eindtermen waarmee de deskundigheid getoetst kan worden. Er zijn 17

19 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen normen voor de individuele bestuurders en voor besturen als geheel. Er zijn aangepaste normen voor leden van deelnemersraden en verantwoordingsorganen. Het plan stelt ook eisen aan pensioenopleidingen en cursussen. De pensioenkoepels hopen zo hun leden de gelegenheid te bieden om hun deskundigheid te verbeteren. De koepels roepen hun leden op om gebruik te maken van de hulp. Op basis hiervan heeft het bestuur in 2008 een nieuw deskundigheidsplan opgesteld. Tijdens de studiedag op 23 oktober 2008 heeft het bestuur een kennistest gedaan. Op basis van de resultaten van deze test wordt een opleidingsplan ontwikkeld. In het vergaderschema voor het jaar 2009 is reeds rekening gehouden met twee opleidingenochtenden. Instellen van een klachten- en geschillencommissie In de Principes voor goed pensioenfondsbestuur is onder meer bepaald dat het bestuur moet zorgen voor een adequate klachten- en geschillenprocedure. Naar aanleiding hiervan heeft het bestuur een klachten- en geschillencommissie ingesteld. Een deelnemer of een andere belanghebbende heeft het recht bij de administrateur een klacht in te dienen over de uitvoering van de pensioenregeling. De klacht moet schriftelijk worden ingediend binnen zes weken na de gebeurtenis of het uitblijven van een reactie na een verzoek daartoe. Onder een klacht wordt verstaan: iedere vorm van ontevredenheid over de behandeling, bejegening of dienstverlening die door de deelnemer als onjuist wordt ervaren. Een geschil is een verschil van mening tussen een deelnemer en het bestuur over de interpretatie van regelingen en afspraken. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Op grond van richtlijn 400 jaarverslag besteedt het fonds, net als andere ondernemingen, aandacht aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Doel daarvan is het informeren van belanghebbenden en het verantwoording afleggen over maatschappelijke verantwoordelijkheden. Dat betreft met name algemene, sociale en economische aspecten van het fonds. De rapportage over deze aspecten is op diverse plaatsen terug te vinden in het jaarverslag. De algemene aspecten betreffen de belangrijkste problemen en uitdagingen, de invloed daarvan op het beleid en de strategie en de rol van belanghebbenden hierbij. De algemene aspecten zijn opgenomen in de hoofdstukken verslag van het bestuur en pensioenontwikkelingen. In dit laatste hoofdstuk wordt per onderwerp aangegeven wat het fonds aan deze onderwerpen heeft gedaan gedurende de loop van het verslagjaar. Belangrijkste onderwerp dit jaar was de aanpassing van de pensioenregeling als gevolg van invoering van de pensioenwet en Pension Fund Governance. Relevante sociale aspecten betreffen met name sociaal-maatschappelijke zaken zoals verantwoord beleggen. In het hoofdstuk beleggingen wordt het beleggingsbeleid van het fonds uiteengezet. Richtlijn 400 beoogt overigens niet aan pensioenfondsen voor te schrijven dat zij (meer) maatschappelijk moeten beleggen, de nadruk ligt op informatieverschaffing. Verdere aspecten die betrekking hebben op maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn bijvoorbeeld de wijze waarop het pensioenfonds georganiseerd is, de verdeling van taken en verantwoordelijkheden, de interne beheersing van processen en procedures en de communicatie met de belanghebbenden. 3.3 Ontwikkelingen in de bedrijfstak Pensioenregeling in 2008 In het verslagjaar zijn geen ingrijpende wijzigingen in de bestaande regeling aangebracht. De kenmerken van de regeling zijn als volgt. Soort pensioenregeling De regeling van het fonds is een uitkeringsregeling in de vorm van een zogenaamde geïndexeerde middelloonregeling. Elk jaar bouwt de deelnemer een stukje van zijn pensioen op, gebaseerd op het verdiende salaris in dat jaar. De pensioenuitkering is een afspiegeling van het gemiddelde verdiende salaris tijdens de deelname aan de regeling. Door middel van een toeslagenbeleid wordt ernaar gestreefd het reeds opgebouwde pensioen zijn waarde te laten behouden. 18

20 JAARVERSLAG 2007 Pensioenleeftijd De minimum toetredingsleeftijd is sinds jaar. Het ouderdomspensioen gaat in op de leeftijd van 65 jaar en is gebaseerd op het gemiddelde salaris dat de deelnemer heeft verdiend. Partnerpensioen Het partnerpensioen is op risicobasis verzekerd. Dit betekent dat er geen partnerpensioen wordt opgebouwd. Als de actieve deelnemer overlijdt, is er een levenslang partnerpensioen van 70% van het ouderdomspensioen dat zou zijn opgebouwd tot het bereiken van de pensioendatum. Franchise De franchise is het deel van het salaris waarover geen pensioenpremie wordt betaald. Dat is omdat de deelnemer na het pensioen ook een AOW-uitkering krijgt. De franchise in 2008 is ,-. Pensioengevend salaris Het pensioengevend salaris is het bruto salaris inclusief vaste toeslagen (zoals vakantietoeslag) tot maximaal ,-. Van dit salaris wordt de franchise afgetrokken. Wat overblijft is dan pensioengrondslag A. Om te voorkomen dat een deelnemer minder zou opbouwen dan in de oude vaste bedragenregeling, is een minimum pensioengrondslag vastgesteld. De minimum pensioengrondslag in 2008 is ,-. Extra pensioenopbouw Deelnemers met een salaris dat hoger is dan het hiervoor genoemde maximum, bouwen over het meerdere tot aan een maximum (in 2008: ,-) extra pensioenaanspraken op. Dit is pensioengrondslag B. Opbouwpercentages ouderdomspensioen De jaarlijkse opbouw is gelijk aan: 2,2% van pensioengrondslag A; 0,45% van pensioengrondslag B. Voorwaardelijke aanvullingsregeling De voorwaardelijke aanvullingsregeling geldt voor de deelnemers aan de pensioenregeling die zowel op 30 juni 2001 als op 1 juli 2001 in dienst waren van een aangesloten onderneming en dit onafgebroken blijven tot de uittredingsdatum. Het ambitieniveau van de voorwaardelijke aanvullingsregeling is om aan die deelnemers die gebruik maken van de mogelijkheid om vanaf 62,5-jarige leeftijd vervroegd uit te treden het opgebouwde pensioen tot de 65-jarige leeftijd aan te vullen tot een percentage van het salaris dat afhankelijk is van de leeftijd van betrokkene op 1 juli leeftijd op 1 juli 2001 uitkering in % van het salaris jaar 80% 54 jaar 78% 53 jaar 76% 52 jaar 74% 51 jaar 72% 50 jaar en jonger 70% Premie De pensioenen worden gefinancierd door het heffen van premie waaraan zowel de werkgever als de werknemer een bijdrage levert. De premie bedraagt: 20,2% van pensioengrondslag A en 5,5% van pensioengrondslag B. Van de premies komt 1/3 gedeelte ten laste van de werknemer. Invaliditeitspensioenregeling De premieheffing voor de invaliditeitspensioenregeling is met ingang van 1 januari 2006 gestopt. De invaliditeitspensioenregeling van het fonds blijft nog wel bestaan, omdat de al lopende WAO- 19

21 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen uitkeringen aangevuld moeten blijven. Er kunnen nog WAO-gerechtigden overgaan van een loongerelateerde WAO-uitkering naar een vervolguitkering waardoor pas in de toekomst een WAO-hiaat ontstaat. Deze mensen kunnen nog een beroep op de invaliditeitspensioenregeling doen. Ook kunnen de lopende uitkeringen nog wijzigen als gevolg van het wijzigen van het arbeidsongeschiktheidspercentage. Daarnaast vallen WAO-ers terug in de WAO als ze na reïntegratie of hervatting van de werkzaamheden weer terugvallen in het oude ziektebeeld. Anw-hiaatregeling Met ingang van 1 juli 2001 is de Anw-hiaatregeling een vrijwillige verzekering, zij het dat deze wordt vormgegeven als een collectieve verzekering met negatieve optie. Dit houdt in dat als de deelnemer niet wil deelnemen aan de collectieve regeling, hij niet deel hoeft te nemen. De premies voor de Anwhiaatregeling komen geheel voor rekening van de deelnemer. Voor deze regeling is een bruto jaarpremie van bijna duizend verschuldigd. Aantal deelnemers Het aantal actieve deelnemers is toegenomen met 394 tot Tot de groep deelnemers behoren ook deelnemers met een (gedeeltelijke) premievrije pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid. Gewezen deelnemers Het aantal gewezen deelnemers is met afgenomen tot Gewezen deelnemers (ook wel slapers genoemd) hebben de bedrijfstak verlaten voordat hun pensioenrechten tot uitkering zijn gekomen. Zij kunnen te zijner tijd een pensioen van het fonds tegemoet zien. Pensioengerechtigden Het aantal pensioengerechtigden is met 47 toegenomen tot In onderstaande tabel is het aantal pensioengerechtigden per pensioensoort aangegeven. Ouderdomspensioen (incl Prepensioen) partnerpensioen wezenpensioen 33 invaliditeitspensioen 185 Toeslagbeleid Het bestuur beoordeelt jaarlijks of de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen, gehoord de actuaris en in aanmerking genomen de financiële positie van het fonds, kunnen worden verhoogd. Indien de financiële positie van het fonds het toelaat, worden de pensioenaanspraken van de deelnemers aangepast met het stijgingspercentage van de Cao-lonen in de bedrijfstak. Voor gepensioneerden en de gewezen deelnemers is het toeslagpercentage gebaseerd op het percentage waarmee de consumentenindex CPI van de maand september van het voorafgaande jaar afwijkt van het prijsindexcijfer van de maand september van het daaraan voorafgaande jaar. De toeslag op het pensioen is voorwaardelijk; er bestaat geen recht op toeslag. In het verleden verleende toeslagen geven geen zekerheid over toekomstige toeslagen. Op basis van dit beleid zijn de premievrije pensioenen en de ingegane pensioenen per 1 januari 2008 verhoogd met 1,2%. De pensioenaanspraken van de actieve deelnemers zijn per 1 januari 2008 niet verhoogd. 3.4 Risicoparagraaf De risico s verbonden aan de pensioenregeling worden door het fonds zelf gedragen. Deze risico s worden geïnventariseerd en periodiek vastgesteld in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN), waarin de verzekeringstechnische aspecten van de regeling worden omschreven en waarmee het fonds uitvoering geeft aan de wettelijk vereisten. De toets in hoeverre de doelstelling en het gevoerde beleid worden bereikt, zal ten minste jaarlijks plaatsvinden aan de hand van het jaarverslag en de door de actuaris van het fonds uitgebrachte analyse. Het pensioenfonds heeft de hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en van de opzet van de administratieve organisatie en interne controle vastgelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Het fonds heeft beleid vastgesteld met betrekking tot de beheersing van risico s die samen 20

22 JAARVERSLAG 2007 hangen met de uitbesteding. Belangrijke aspecten hierin zijn dat de pensioenuitvoerder, Syntrus Achmea Pensioenbeheer, beschikt over een SAS-70 verklaring type II. Deze verklaring geeft zekerheid dat de bedrijfsprocessen en de daarin opgenomen interne controles, in opzet bestaan en adequaat zijn (type I) en effectief hebben gewerkt (type II). Met Syntrus Achmea Pensioenbeheer is het fonds een gedetailleerde Service Level Agreement (SLA) overeengekomen. Met de vermogensbeheerders zijn ook beheerafspraken gemaakt. In een mandaat worden jaarlijks de beheersafspraken vastgelegd. Deze afspraken betreffen onder andere de samenstelling van de portefeuille, de tactische marges, de performancemeting, de benchmarks en het valuta- en derivatenbeleid, de risicometing en beheersing. De financiële instrumenten zijn beleggingen, vorderingen en schulden. De belangrijkste risico s zijn het valuta-, rente- en kredietrisico. De in de balans opgenomen financiële instrumenten zijn beleggingen, vorderingen en schulden. Financiële instrumenten zijn opgenomen tegen actuele waarde, voor zover niet anders is aangegeven. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt zeer beperkt gebruik gemaakt van afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Ten behoeve van het risicobeheer is het volgende beleid vastgesteld. Beleggingsrisico s De beleggingsrisico s zijn als volgt onder te verdelen: Marktrisico Marktrisico is het risico dat de waarde van de zakelijke waarden (voornamelijk aandelen, commodities, private equity en vastgoed) verandert door veranderingen in de marktprijzen voor deze waarden. Het structurele marktrisico wordt beheerst binnen het ALM-proces. Daarin wordt een zodanige beleggingsmix vastgesteld dat het marktrisico acceptabel is. De feitelijke beleggingsmix mag binnen vastgestelde bandbreedtes afwijken van de ALM-beleggingsmix. Voor de beheersing van het marktrisico in samenhang met het renterisico wordt gebruik gemaakt van actieve weging van de diverse assetcategorieën en incidenteel gebruik van derivaten. Relatieve marktrisico Dit is het risico dat de vermogensbeheerders bij de uitvoering van het actieve beleggingsbeleid afwijken van het vastgestelde ALM-beleid. Hiertoe zijn strategische marges gedefinieerd welke dagelijks worden gemonitored. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van de beleggingen verandert door veranderingen in valutakoersen. Valutarisico s worden afgedekt met valutaderivaten, voornamelijk valutatermijncontracten en valutaswaps. Alle belangrijke wisselkoersrisico s van de beleggingen worden afgedekt. Het valutarisico wordt bij het fonds structureel afgedekt. Renterisico Renterisico is het risico dat het saldo van de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen verandert door veranderingen in de marktrente. Het structurele renterisico wordt beheerst binnen het ALM-proces. Integrale beheersing van de balansrisico s is onderdeel van de nieuwe financiële opzet. Het fonds heeft een duratiematching van 75% per 1 januari Kredietrisico Dit risico hangt samen met de beleggingen in verhandelbare schuldpapieren en op tegenpartijen. Kredietrisico op verhandelbare schuldpapieren wordt beschouwd als prijsrisico. De beheersing van deze vorm van kredietrisico is geïntegreerd in het beleggingsproces, door middel van een richtlijn over de maximale belegging per kredietklasse. Tegenpartijrisico betreft het risico dat tegenpartijen hun verplichtingen aan het fonds niet meer kunnen nakomen, bijvoorbeeld door faillissement. Het tegenpartijrisico wordt beheerst door selectie van solide tegenpartijen en hantering van tegenpartijlimieten, al dan niet in combinatie met zekerheidstellingen. 21

23 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Actuariële risico s De actuariële risico s zijn als volgt onder te verdelen; Strategische risico/solvabiliteitsrisico Het risico dat de ontwikkeling van het vermogen (in de vorm van beleggingen en premies) niet ptimaal aansluit op de ontwikkeling van de verplichtingen, waardoor de beoogde pensioenkwaliteit en de beoogde financierings-doelstelling niet kunnen worden gehaald. Er is een aantal beleidsinstrumenten waarmee de financiële positie kan worden bijgestuurd. Deze beleidsinstrumenten zijn de pensioenregeling, het indexeringsbeleid, het premiebeleid, het beleggingsbeleid en het liabilitymanagement beleid. Met ALM (Asset Liability Management) wordt samenhang aangebracht tussen deze beleidsinstrumenten. Verzekeringstechnisch risico Naast de financiële risico s staat het fonds bloot aan verzekeringstechnische risico s, waarvan het langlevenrisico het belangrijkste is. Bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen worden prudente veronderstellingen gehanteerd waaronder leeftijdscorrectiefactoren alsmede toekomstige verbetering van de levensverwachting. Hierdoor vindt periodieke bijstelling plaats. Een ander verzekeringstechnisch risico is het kortlevenrisico. Dit risico heeft het fonds herverzekerd bij Aegon. Operationele risico s De operationele risico s zijn als volgt onder te verdelen; Algemeen Het betreft hier risico s welke inherent zijn aan het (dis)functioneren van mens en machine in de primaire operationele processen van het fonds. Deze risico s worden afgedekt door een veelheid van elkaar aanvullende maatregelen zoals bijvoorbeeld back-up & recovery procedures, logische & fysieke toegangsbeveiliging, testprocedures, etc. Liquiditeitsrisico Aangezien de som van de premies, directe beleggingsopbrengsten en aflossingen van beleggingen in vastrentende waarden de som van uitkeringen en kosten verre te boven gaat, is de kans op een liquiditeitstekort beperkt, temeer daar altijd de mogelijkheid bestaat beursgenoteerde beleggingen per ommegaande te verkopen. Compliance risico Het risico van het niet voldoen aan fungerende wet- en regelgeving danwel het niet tijdig onderkennen van veranderingen in de wet- en regelgeving. Hiertoe zijn compliance manuals opgesteld welke extern zijn getoetst. Risico s voor de deelnemers Actuariële en beleggingsrisico s worden collectief gedeeld. Naast de premies zijn de beleggingsopbrengsten een belangrijke financieringsbron voor de opbouw van nieuwe pensioenaanspraken. Partiële toeslagverlening, of het geheel achterwege laten van toeslagverlening, biedt soulaas als de financiële positie van het fonds daartoe aanleiding geeft. Het effect daarvan is vele malen groter dan met premieverhogingen kan worden bereikt. Bovendien is het eerlijker: premieverhogingen raken alleen de actieve deelnemers (en de werkgevers) waar indexatiekortingen ook de slapers en de uitkeringsgerechtigden raakt. 3.5 Pensioenontwikkelingen In de tweede helft van 2008 zijn de dekkingsgraden van pensioenfondsen flink onder druk komen te staan door de effecten van de wereldwijde kredietcrisis. Waarschijnlijk herinneren we ons 2008 over een aantal jaar daarom als een periode van zwaar weer. Maar in 2008 speelde er meer dan de kredietcrisis: nieuwe wetgeving werd van kracht of kreeg nadere invulling. Zo zorgde de Veegwet ervoor dat de puntjes op de i werden gezet in de Pensioenwet. Vanaf 1 januari 2008 gelden voor pensioenfondsen daarnaast nieuwe regels voor communicatie. Tot slot werd in 2008 opnieuw flink gediscussieerd over de 22

24 JAARVERSLAG 2007 houdbaarheid van het Nederlandse pensioenstelsel: vergrijzing, beurzen, risico s en internationale boekhoudregels vormden de ingrediënten. In dit hoofdstuk komen de ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en het overheidsbeleid aan de orde. Gevolgen kredietcrisis: dekkingsgraad van het pensioenfonds gedaald Door de kredietcrisis zijn niet alleen de aandelenbeurzen, maar ook de lange rentes fors gedaald. Het pensioenfonds is hiervoor niet immuun gebleken. Dit vertaalde zich in een forse daling van de dekkingsgraad aan het einde van De dekkingsgraad is, kort gezegd, de verhouding tussen het vermogen van het pensioenfonds en de verplichtingen van het fonds op korte en langere termijn. De dekkingsgraad geeft aan hoeveel euro s het pensioenfonds in kas heeft tegenover elke euro die het (straks) moet uitkeren. Er zijn twee effecten die de dekkingsgraad beïnvloeden. Ten eerste is het vermogen van het pensioenfonds afgenomen door de dalende beurskoersen. Beleggen op de beurs is voor het pensioenfonds in ieder geval voor een deel van het vermogen - noodzakelijk: het fonds behaald anders op langere termijn onvoldoende rendement voor toeslagverlening. Een tweede factor betreft de verplichtingen van het pensioenfonds: deze zijn gestegen door de dalende marktrente. Hoe werkt dit precies? Een pensioenfonds gaat de verplichting aan om later bij pensionering een uitkering te doen. Voor een uitkering over 40 jaar hoeft een pensioenfonds nu niet het hele bedrag in kas te hebben. Het kan immers nog over een lange periode rendement halen. Hoe hoog het rendement de komende 40 jaar zal zijn is nog onduidelijk. En toch moet het fonds een schatting maken. Daarvoor gebruikt het de langetermijnrente. Mede als gevolg van de kredietcrisis is die rente in het verslagjaar flink gedaald. Daardoor rekent het fonds op een lager rendement en moet het nu meer geld in kas hebben om straks dezelfde uitkering te kunnen doen. Wettelijke regels voor dekkingstekort en reservetekort De Pensioenwet stelt regels voor het geval de dekkingsgraad van een pensioenfonds onvoldoende is. Pensioenfondsen zijn verplicht een dekkingstekort of reservetekort direct te melden bij de toezichthouder, De Nederlandse Bank (DNB). Het pensioenfonds heeft een onderdekking als de dekkingsgraad lager is dan 105%, en een reservetekort als de dekkingsgraad lager is dan het op basis van de strategische beleggingsmix noodzakelijke eigen vermogen. Op 31 december 2008 was de dekkingsgraad van het 91% Aan het einde van 2007 was de dekkingsgraad nog 134%. Overigens ondervindt het merendeel van de pensioenfondsen in deze periode een daling van de dekkingsgraad ten opzichte van het einde van Bijzondere situatie, uitstel voor het indienen van het herstelplan Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid erkent dat de kredietcrisis de pensioenfondsen in een bijzondere situatie brengt. Op 8 oktober 2008 riep DNB de pensioenfondsen op geen overhaaste beslissingen te nemen. Een maand later voerden DNB en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid overleg met vertegenwoordigers van de pensioensector over de gevolgen van de kredietcrisis. Op basis van dit overleg besloot DNB gebruik te maken van haar bevoegdheid tot het verlenen van uitstel: veel pensioenfondsen kregen uitstel voor het indienen van een herstelplan tot 1 april Wel moeten zij DNB op de hoogte houden van relevante ontwikkelingen in hun dekkingsgraad De wet kent twee herstelplannen. Een kortetermijnherstelplan als sprake is van een dekkingstekort: het pensioenfonds krijgt dan drie jaar de tijd om de dekkingsgraad weer op een niveau van minimaal 105% te brengen. En een langetermijnherstelplan als het fonds een reservetekort heeft: het fonds krijgt dan vijftien jaar de tijd om weer voldoende reserves op te bouwen. Het uitstel tot 1 april 2009 geldt voor zowel korte- als langetermijnherstelplannen. Daarnaast is eind maart 2009 een sociaal akkoord gesloten op basis waarvan de pensioenfondsen 5 jaar in plaats van 3 jaar de tijd krijgen om de dekkingsgraad op het vereiste niveau van 105% te brengen. In een herstelplan zet het pensioenfonds de maatregelen op een rij die het fonds treft om ervoor te zorgen dat het vermogen van het pensioenfonds weer op peil komt. Het gaat dan bijvoorbeeld om de samenstelling van de beleggingsportefeuille en het al of niet toekennen van toeslagen op opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane uitkeringen. Ook kan het fonds besluiten de hoogte van de pensioenpremie aan te passen. Opschorten waardeoverdracht bij dekkingsgraad onder de 100% Als een werknemer van baan verandert mag hij zijn pensioen overdragen naar zijn nieuwe pensioen 23

25 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen fonds. Dit heet waardeoverdracht. Als de dekkingsgraad van het fonds lager is dan 100% mag het pensioenfonds waardeoverdrachten echter niet uitvoeren. Het fonds moet de waardeoverdrachten volgens de Pensioenwet opschorten. Deze verplichting geldt voor inkomende en uitgaande waardeoverdrachten, en ongeacht de fase waarin de waardeoverdracht zich bevindt. Dus ook als de offerte is uitgebracht en geaccepteerd. Omdat de dekkingsgraad van ons fonds inderdaad onder de 100% is gedaald zijn de waardeoverdrachten opgeschort. Nieuwe regels over communicatie per 1 januari 2008 van kracht Niet alle nieuwe regels in de Pensioenwet gelden per 1 januari Voor een aantal onderdelen, waaronder de regels voor communicatie door pensioenfondsen, is een overgangsperiode afgesproken. De nieuwe regels voor communicatie gelden sinds 1 januari Pensioenfondsen moeten belangrijke wijzigingen in hun regeling binnen drie maanden aan de deelnemers bekend te maken. Ook ontvangen nieuwe deelnemers binnen drie maanden een startbrief. Deelnemers die slaper worden, ontvangen een stopbrief en elke vijf jaar recente informatie over hun pensioen. Alle communicatie van het pensioenfonds die wettelijk vereist is, moet bovendien aan inhoudelijke eisen van duidelijkheid en begrijpelijkheid voldoen. Toeslagenlabel Voor een begrijpelijke communicatie over het toeslagbeleid van het pensioenfonds voerde de Pensioenwet een toeslagenlabel in. Hiermee maken pensioenfondsen en verzekeraars duidelijk of de pensioenen de komende jaren naar verwachting kunnen stijgen. Zodra de prijzen stijgen dienen immers ook de pensioenen omhoog te gaan om de koopkracht op peil te houden. Zo n stijging heet toeslag of indexatie. Het bestuur van het pensioenfonds beslist jaarlijks of het de pensioenen indexeert. Dit kan alleen als het fonds daarvoor voldoende geld in kas heeft. Het toeslagenlabel helpt om het beleid van het pensioenfonds begrijpelijker te maken: het bestaat uit een plaatje en een uitleg. Het label vermeldt de toeslag die het pensioenfonds verwacht bij een gemiddelde prijsstijging van 2%. Voor deze verwachting heeft het label een normaal scenario en een slecht-weer scenario. Hiermee wordt vooral duidelijk gemaakt dat het verhogen van pensioenen niet vanzelfsprekend is. Naast het label moet het fonds een voorwaardelijkheidsverklaring hanteren. Daarin wordt het toeslagbeleid verder uitgelegd: de ambitie, hoe die wordt betaald en wat daarvan de laatste drie jaar is waar gemaakt. Het was de bedoeling dat pensioenfondsen het toeslagenlabel vanaf 1 januari 2008 gingen gebruiken. Halverwege 2007 bleek echter al dat dit niet haalbaar zou zijn. Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het label uiteindelijk eind augustus 2008 definitief vastgesteld. Pensioenfondsen starten nu in 2009 met gebruik van het label. Begin 2009 is nader besloten dat fondsen die in een situatie van een reserve/dekkingstekort verkeren het label niet hoeven te gebruiken onder voorwaarde dat alle deelnemers en gepensioneerden uiterlijk 30 september 2009 individueel worden geïnformeerd over de inhoud van het herstelplan. De AFM vraagt fonds zelf aan te geven of communicatie goed is De AFM is een relatief nieuwe toezichthouder voor pensioenfondsen en concentreert zich in het toezicht op de communicatie bij pensioenfondsen. De AFM heeft eind 2007 een zogenaamde self assessment aan alle pensioenfondsen verstuurd. Hierin verzocht de AFM de fondsen informatie te geven over de wijze waarop communicatie aan deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden plaatsvindt. In mei 2008 koppelde de AFM de resultaten terug aan het pensioenfonds. De score van het fonds bedroeg 78%. Op 8 december 2008 heeft de AFM een nieuwe self assessment aan de pensioenfondsen verstuurd. De score van het fonds was 75%. Puntjes op de i van de Pensioenwet De Pensioenwet van 2007 bevatte een aantal onvolkomenheden en soms waren situaties niet geregeld. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dit gerepareerd met de Veegwet. Deze Veegwet bevat ook een aantal beleidswijzigingen. De Tweede Kamer heeft de Veegwet in 2007 behandeld en op 8 juli 2008 is de wet zonder wijzigingen door de Eerste Kamer aangenomen. Het bestuur heeft de wijzigingen uit de Veegwet verwerkt in de reglementen van het fonds. 24

26 JAARVERSLAG Beleggingen Marktontwikkelingen Terugblik op 2008 Het jaar 2008 stond in het teken van de kredietcrisis. De eerste signalen dateerden van medio 2007, maar gedurende 2008 werd de volle omvang van de financiële crisis duidelijk zichtbaar. Kern van het probleem vormde de combinatie van jarenlang veel te ruimhartig verstrekte hypotheken in de VS en de wereldwijde verspreiding van hieraan gerelateerde beleggingsproducten. De aanhoudende daling van de huizenprijzen en een toenemend aantal wanbetalers van tophypotheken ( sub prime segment), leidden ertoe dat banken steeds meer moesten afschrijven op beleggingsproducten met Amerikaanse hypotheken als onderpand. Onzekerheid over de hoogte van de schadeposten en over de mate van betrokkenheid van de verschillende banken, zorgde voor toenemend wantrouwen tussen banken onderling maar zeker ook tussen banken en spaarders. Katalysator in dit proces was het faillissement van de gerenommeerde Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers medio september. Dit kwam als een grote schok, omdat tot dat moment de gedachte overheerste dat de monetaire autoriteiten een dergelijk grote financiële instelling in geval van nood altijd overeind zouden houden ( too big to fail ). Vanaf dat moment trad een escalatie van de kredietcrisis op en brak ook een vertrouwens- en liquiditeitscrisis uit. Geforceerde verkopen van schuldposities door institutionele beleggers en hedge funds, in combinatie met weinig tot geen liquiditeit, zorgden voor zeer scherpe koersdalingen van de meeste beleggingscategorieën. Aandelenbeurzen verloren gedurende 2008 gemiddeld meer dan 40% van hun waarde, en het hetzelfde gold voor indirect vastgoed en de grondstoffenmarkt. Ook de markt voor bedrijfsobligaties ging hard onderuit. Staatsobligaties fungeerden als vluchthaven en rendeerden in het eurogebied gemiddeld ruim 9% in In lijn hiermee toonde de kapitaalmarktrente (10-jaars staatsrente) in het eurogebied een sterke daling tot een niveau dichtbij 3,5%. Valuta s waarin veel was geleend, zoals de dollar en de yen, zaten vanwege de schuldafwikkeling in de lift, maar dit stond feitelijk los van fundamentele factoren. Opvallend was dat Europa (en niet de VS) voorop liep met de bestrijding van de financiële crisis. Het Europese recept van staatsgaranties voor spaartegoeden en voor leningen tussen banken onderling, grote kapitaalinjecties in hulpbehoevende banken en het in het uiterste geval voorlopig nationaliseren van banken (zoals Fortis), wist het vertrouwen op de markten uiteindelijk enigszins te herstellen. Daarnaast haasten de centrale banken zich om de rente in rap tempo te verlagen. De Amerikaanse Federal Reserve ging hiermee het verst door de geldmarktrente dichtbij 0% te brengen, terwijl de Europese Centrale Bank haar officiële rentetarief van 4,25% tot 2,5% verlaagde. Het bleek niettemin onvermijdelijk, dat door toedoen van de kredietcrisis de Europese economie eind van het jaar reeds in recessie verkeerde. Het vertrouwen van zowel producenten als consumenten in het eurogebied daalde naar historisch lage niveaus. In het oog sprong tevens de ontwikkeling van de olieprijs, die in een paar maanden tijd daalde van dichtbij de $150 per vat tot een niveau van ruim onder de $50. Bij gevolg verdween het inflatiegevaar als sneeuw voor de zon. De inflatie in het eurogebied toonde het afgelopen jaar een duidelijk dalende trend richting 0 à 1%. De hypothekenfondsen hebben optimaal kunnen profiteren van de ontwikkelingen op de financiële markten als gevolg van de kredietcrisis. Voor beide fondsen geldt dat er tegen zeer hoge marges is verstrekt wat een positief effect heeft gehad op de uiteindelijke performance. Daarnaast is voor particuliere hypotheken de introductie van de basishypotheek en het nieuwe beleid van het structureel afdekken van het pijplijnrisico zeer succesvol gebleken. De verdieping van de kredietcrisis en de daarbij versnellende verslechtering van de reële economie vanaf het derde kwartaal hebben ertoe geleid dat de risicoopslag van het waarderingsmodel voor hypotheken is verhoogd. Doordat de gemiddelde looptijd van een particuliere hypotheek langer is dan van een zakelijke hypotheek heeft dit geleid tot een grotere afwaardering voor particuliere hypotheken. Gedurende het jaar is de vraag naar beleggingsvastgoed teruggelopen, als gevolg waarvan ook de waar 25

27 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen de van vastgoed is gedaald. Waar de waardedaling eerst nog werd gecompenseerd door de gestegen huurverwachtingen, veranderde dat abrupt gedurende het derde kwartaal. In het vierde kwartaal lieten alle sectoren afwaarderingen zien waarbij de kwaliteit van de locatie het object en het huurcontract van invloed is op de mate van afwaardering. Beleggingen in het verslagjaar Hieronder maakt het fonds een onderscheid tussen het liquide en het minder liquide deel van de portefeuille. Onderstaande tabel laat de beleggingen in procenten zien van 2008 en CATEGORIE Weging Norm Weging Norm 31/12/ Liquide portefeuille 55,4% 65,9% 68,5% 63,6% Illiquide portefeuille 44,6% 34,1% 31,5% 36,4% Totaal portefeuille 100% 100% 100% 100% Liquide portefeuille Aandelen 37,1% 38,4% 39,4% 39,8% Converteerbare Obligaties 8,3% 7,7% 7,5% 7,4% Indirect onroerend goed 3,4% 3,2% 3,9% 4,4% Grondstoffen 2,5% 2,7% 5,0% 4,7% GTAA 6,7% 7,1% 6,1% 6,2% Totaal zakelijke waarden 58,0% 59,1% 61,9% 62,5% Obligaties (incl. Credits) 39,6% 40,9% 38,1% 37,5% Cash 2,5% 0,0% 0,0% 0,0% Totaal vastrentende waarden 42,0% 40,9% 38,1% 37,5% Totaal Liquide portefeuille 100% 100% 100% 100% Illiquide portefeuille Hypotheken 18,9% 20,8% 22,8% 19,2% Direct onroerend goed 10,8% 15,0% 13,4% 13,7% Aegon Annuïteit 13,0% 22,0% 20,6% 23,4% LDI 57,3% 42,2% 43,2% 43,7% Totaal illiquide portefeuille 100% 100% 100% 100% Rendement van de beleggingsportefeuille Het rendement van de portefeuille wordt afgezet tegen een meetlat (de zogenaamde benchmark) om de resultaten te kunnen beoordelen. Het rendement van de totale portefeuille bedroeg in ,1%. De benchmark (meetlat van de afspraak) bedroeg -7,3%. Er is derhalve sprake geweest van een underperformance van 3,8%. In 2007 bedroeg de performance -0,8% en de benchmark -0,2%. De underperformance bedroeg toen 0,6%. 26

28 JAARVERSLAG 2007 In de tabel hieronder worden de resultaten van 2008 en 2007 weergegeven. Rendementen % Liquide portefeuille Aandelen -45,0 7,7 Converteerbare Obligaties -22,4 7,2 Indirect onroerend goed -43,0-21,0 Grondstoffen -51,3 24,0 GTAA -14,6-4,8 Obligaties (incl. Credits) -17,7-0,8 Totaal Liquide Portefeuille -31,6 2,8 Illiquide portefeuille Hypotheken 13,7 3,1 Direct onroerend goed -0,7 7,1 Aegon Annuïteit 4,4 2,3 LDI 74,3-25,6 Totaal portefeuille -11,1-0,8 Performance Vermogensbeheerder Het jaar 2008 bleek een bijzonder extreem, volatiel en moeilijk jaar te zijn voor beleggers. Dit heeft ook een negatieve invloed gehad op de waarde van de portefeuille. Twee beleggingscategorieën worden meer uitgebreid toegelicht, vanwege het feit dat zij de grootste impact hebben gehad op het veroorzaakte negatieve relatieve rendement in Vastrentende waarden Global Credits: De risico overweging binnen Credits naar de financiële sector (achtergesteld bankpapier binnen investmentgrade Credits van de financiële sector) bleek, na een positieve bijdrage in het tweede kwartaal, een zeer sterk negatief effect te hebben. Het faillissement van Lehman heeft een desastreuze impact gehad op het handelend vermogen van beheerders. Het gebrek aan liquiditeit had als effect dat het vrijwel onmogelijk werd om (her)allocaties in de portefeuilles aan te brengen. Aandelen Europa: Het afgelopen jaar bleef ook het rendement op Europese aandelen duidelijk achter bij de doelstelling. De portefeuille werd sector neutraal aangehouden, echter de keuze van de individuele effecten pakte ongunstig uit vooral in de maanden september en oktober Het faillissement van Lehman had een doorslaggevende negatieve invloed op de sector Banken. Binnen deze sector was er een voorkeur voor Duitse retail banken, welke zwaar geraakt werden door de liquiditeitscrisis. Ondanks de onderweging naar banken in het Verenigd Koninkrijk, bleek de selectie binnen deze sector een negatieve invloed te hebben. De aandelenportefeuilles waren onderwogen in de olie sector, maar binnen deze sector was er een voorkeur voor bedrijven die actief zijn in de exploratie, productie en aanverwante diensten. Deze posities leverden de grootste bijdrage aan het relatief negatieve rendement. Tevens werden posities geraakt van ondernemingen welke betrokken zijn bij de ontwikkeling van infrastructurele projecten. Onzekerheid met betrekking tot de financiering van deze projecten zorgde voor een forse koersdaling van de aandelen van deze bedrijven. Het pensioenfonds heeft duidelijk aangegeven dat de performance ruim onder de maat is en zorgvuldig moet worden afgewogen in hoeverre het hier gaat om structurele elementen. In de huidige besprekingen tussen de vermogensbeheerder en het pensioenfonds worden verscheidene aanpassingen besproken welke de lange termijn performance moet keren en moet leiden tot bevredigende resultaten. 27

29 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Conclusie De afgelopen periode is tijdens diverse bestuursvergaderingen met de vermogensbeheerder stilgestaan bij de huidige extreme marktomstandigheden. Het pensioenfonds heeft kenbaar gemaakt naar de vermogensbeheerder dat de relatieve rendementen als zeer teleurstellend worden ervaren. De vermogensbeheerder heeft een aantal (toekomstige) aanpassingen binnen het beleggingsbeleid voorgesteld om de relatieve rendementen te verbeteren. Het pensioenfonds zal nauwgezet de prestaties van de vermogensbeheerder blijven volgen. Performance Vastgoed en Hypotheken Voor de Nederlandse vastgoedportefeuille werd de negatieve waardeverandering in 2008 nog gecompenseerd door de huuropbrengsten waardoor het rendement op de totale Nederlandse vastgoedportefeuille nog ruim positief uitkwam. De internationale portefeuille heeft een negatief rendement behaald. Desondanks is de totale performance op vastgoed in 2008 nog positief. Ondanks de afwaardering is de performance van hypotheken zowel absoluut als relatief zeer goed. De betalingsachterstanden, een indicatie van het kredietrisico, zijn in 2008 gedaald. Tenslotte hebben ondanks de hogere risico-opslag de hypothekenfondsen in 2008 een hoger rendement behaald dan AAA-staatsleningen. LDI (Liability Driven Investments, vanuit de verplichtingen gedreven beleggingen) De invoering van het FTK (Financieel Toetsings Kader), per 1 januari 2007, betekent dat de waarde van de aanspraken van de deelnemers (verplichtingen) in verhouding tot de beleggingen (de dekkingsgraad) anders wordt berekend, namelijk op basis van marktrentes (de huidige rente) in plaats van een vaste rekenrente (4%). De verplichtingen kunnen heel ver in de toekomst lopen. Een voorbeeld is een jonge deelnemer die voor het eerst aan pensioenopbouw begint. De invloed van de rente op de verplichtingen is vanwege die lange looptijd meestal groter dan de invloed op de beleggingen. Dat verschil is de zogenaamde duratieof rente-mismatch. Om deze mismatch te beperken wordt de duratie van de beleggingen verhoogd in de richting van de duratie van de verplichtingen om beter aan te sluiten. Er is besloten om een `duratiematching` (aansluiting) na te streven van circa 75% van de verplichtingen. Vooruitblik 2009 Van wat eerst een financiële crisis was die begon bij de financiële instellingen is inmiddels sprake van een crisis in de reële economie. Er zijn echter redenen aan te wijzen waarom de ernst en de duur van de neergang uiteindelijk kunnen worden beperkt: een niet eerder vertoond arsenaal economische beleidsmaatregelen, waarvan sommige al zijn ingevoerd en andere nog in het vat zitten. Wel doen beleggers er verstandig aan van al die maatregelen niet direct een wonder te verwachten. Harde voorspellingen over de duur van de recessie vallen niet te geven, maar er mag aangenomen worden dat de huidige neergang nog wel even aanhoudt. Als er vanuit wordt gegaan dat de recessie in Amerika twaalf maanden geleden is begonnen en dat het absolute dieptepunt nog moet worden bereikt, dan gaat dit langer duren dan de laatste twee in en (beide toevallig 16 maanden). Verwacht wordt dat Amerika, dat samen met opkomende spelers als China toch de belangrijkste motor achter de internationale vraag blijft, in de tweede helft van 2009 tekenen van verbetering zal laten zien. Door dalende prijzen, aanvulling van de lage voorraden en verdere fiscale stimuleringsmaatregelen kan dan herstel ontluiken. Hoop wordt geput uit de gezamenlijke inspanningen van de Amerikaanse Centrale Bank, het ministerie van financiën en de Amerikaanse overheid. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Het bestuur heeft gekozen voor de dienstverlening van F&C op dit gebied. Als onderdeel van de dienstverlening zijn rapportageafspraken gemaakt met F&C, aan de hand waarvan het fonds zich kan verantwoorden en kan voldoen aan de gewenste bepalingen van de commissie Tabaksblat. 28

30 JAARVERSLAG 2007 Het pensioenfonds hecht veel waarde aan het sociale karakter bij het beleggen. F&C is in staat geweest om het pensioenfonds bij te staan in het invullen van haar ambities op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Beleggen. F&C biedt voting en engagement voor alle aandelenproducten waarin het fonds is belegd en daarnaast worden ondernemingen die actief zijn in het fabriceren van Clusterbommen en Landmijnen voor belegging uitgesloten. 3.7 Vooruitzichten Toeslag Op de premievrije pensioenen en de ingegane pensioenen is per 1 januari 2009 geen toeslag verleend. De pensioenaanspraken van de actieve deelnemers zijn per 1 januari 2009 evenmin verhoogd. Als gevolg van de kredietcrisis en de ontwikkelingen op de beleggingsmarkten was de financiële positie van het fonds zodanig dat geen toeslag verleend kon worden. De toeslag van het pensioen is voorwaardelijk; er is geen recht op toeslag en het is ook voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslag zal plaatsvinden Herstelplan Als gevolg van de kredietcrisis in 2008 zijn de beleggingsresultaten van het pensioenfonds wat betreft de zakelijke waarden tegenvallend geweest. Daarnaast is de rente in 2008 flink gedaald. Daardoor hebben de vastrentende waarden dan wel redelijk gepresteerd, maar doordat de looptijd van de verplichtingen hoger was dan van de vastrentende waarden heeft de rentedaling per saldo een negatief effect gehad op onze dekkingsgraad. Verder hebben de bedrijfsobligaties een slecht rendement laten zien omdat de creditspread in 2008 fors is opgelopen. Ten slotte is de underperformance die onze vermogensbeheerder in 2008 heeft gerealiseerd, debet aan de daling van de dekkingsgraad. Op 31 december 2008 was de dekkingsgraad naar schatting 93% (na vaststelling definitieve cijfers bleek de dekkingsgraad eind % te zijn). Begin 2009 is de dekkingsgraad verder gedaald naar circa 86% per 28 februari Dit betekent dat het fonds in een situatie van dekkingtekort verkeert. Conclusies continuïteitsanalyse Begin maart 2009 is een continuïteitsanalyse uitgevoerd. De rapportage naar aanleiding van de analyse is besproken in de bestuursvergadering van 10 maart jl. De dekkingsgraad zou eind 2013 op 103,2% uitkomen. Dit is beneden de vereiste dekkingsgraad van 105%. Bovendien bleek dat de premiedekkingsgraad bij het huidige niveau van de pensioenregeling enkele jaren beneden 105% ligt. In dat kader zijn door de actuaris aanvullende berekeningen uitgevoerd waarbij diverse varianten voor versobering van de pensioen- en aanvullingsregeling en/of premieverhoging de revue hebben gepasseerd. Op 25 maart jl. zijn deze uitkomsten besproken en gedeeld met Cao-partijen. Vervolgens heeft het bestuur de actuaris verzocht nog enkele alternatieven door te rekenen. Daarnaast overweegt het fonds om bij het definitieve herstelplan uit te gaan van een nog iets conservatiever beleggingsrendement dan thans is meegenomen (gemiddeld 5,6% bij een beleggingsmix van 65% vastrentende waarden en 35% zakelijke waarden). Het bestuur wil alle mogelijke zorgvuldigheid jegens de deelnemers betrachten ten aanzien van mogelijke wijzigingen van de pensioen- en aanvullingsregeling. Daartoe zullen eerst Cao-partijen en hun achterbannen moeten instemmen met een dergelijke ingrijpende wijziging. Daarom heeft het bestuur besloten in eerste instantie een herstelplan in te dienen op basis van ongewijzigd beleid met daarbij de kanttekening dat het bestuur reeds in overleg is met Cao-partijen. Dit overleg moet leiden tot maatregelen waardoor het fonds wel binnen 5 jaar op het niveau van 105% uitkomen. Daartoe wordt een gewijzigd herstelplan ingediend conform de mogelijkheid die de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid eind maart 2009 heeft geboden. Samenvatting van de conclusies ten aanzien van onze oorspronkelijke continuïteitsanalyse Deterministische berekeningen (sjabloon) Bij de deterministische berekeningen wordt uitgegaan van één scenario waarbij de rendementen en de inflatiecijfers gelijk zijn aan de verwachtingen. Hiermee is voldaan aan de eisen die zijn vastgelegd in de Regeling parameters pensioenfondsen. Aan de actuaris is gevraagd uit te gaan van een algemene loon- 29

31 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen en prijsontwikkeling van 3 (de eerste jaren iets hoger) respectievelijk 2% per jaar. Het ingerekende jaarlijkse beleggingsrendement bedraagt gemiddeld 5,6% bij een beleggingsmix bestaande uit 65% vastrentende waarden en 35% zakelijke waarden. Conclusies berekeningsresultaten De ontwikkeling van de financiële positie van het fonds vertoont een gestaag herstel. Het lijkt erop dat binnen een periode van 5 jaar het dekkingstekort net is weggewerkt. Hiervóór hebben wij echter al aangegeven dat de lasten van de aanvullingsregeling niet geheel juist gemodelleerd waren. Op grond van het apart bijgevoegde sjabloon is er eind 2013 wel nog sprake van een dekkingstekort (verwachte dekkingsgraad ultimo 2013: 103,2%). De premiedekkingsgraad ligt in 2009 en 2010 beneden 105%. De premie in combinatie met het ambitieniveau van de huidige pensioen- en aanvullingsregeling heeft de aandacht van het bestuur. De feitelijke premie ligt wel hoger dan de gedempte kostendekkende premie. Stochastische berekeningen De actuaris heeft vervolgens voor economische scenario s de ontwikkeling van de financiële positie en alle gevolgen daarvan doorgerekend. Na toelichting door de actuaris heeft het bestuur hieruit de volgende conclusies getrokken: De gemiddelde dekkingsgraad laat een goede ontwikkeling zien. De gemiddelde dekkingsgraad stijgt tot boven 115% aan het einde van de 15-jarige prognoseperiode (bij een benodigde dekkingsgraad van circa 114%). De afwijkingen van de dekkingsgraad ten opzichte van de gemiddelde dekkingsgraad en de mediaan zijn redelijk. Dat wordt met name veroorzaakt door de spreiding in het beleggingsrendement (ondanks de afdekking van het renterisico voor een groot deel) waardoor de dekkingsgraad een scheve verdeling laat zien. De kansen op dekkings- en reservetekort nemen gedurende de prognoseperiode wel af, maar blijven naar de mening van het bestuur aan de erg hoge kant. Onze adviseur heeft ons uitgelegd dat dit voornamelijk wordt veroorzaakt door de spreiding in het beleggingsrendement. Daarnaast ligt de helft van het aantal doorgerekende scenario s qua dekkingsgraad onder de mediaan en de andere helft erboven. Zolang de mediaan onder de grenzen van dekkings- of reservetekort (dekkingsgraad 105% respectievelijk circa 114%) ligt, zullen meer dan de helft van de scenario s onder die grenzen uitkomen. Dat leidt tot forse kansen op dekkings- en reservetekort. Overigens is de kans op het toepassen van een noodmaatregel (na 5 jaar) op de lange termijn vrij beperkt. De resultaten van de toeslagverlening vallen erg tegen ten opzichte van de eerder uitgevoerde continuïteitsanalyse. Dat wordt verklaard doordat de startpositie thans fors verslechterd is waardoor volledige toeslagverlening op korte termijn slechts met een geringe kans aan de orde is. Omdat wij formeel geen inhaaltoeslagverlening kennen, worden kortingen op de toeslagverlening in het model niet meer ingehaald. Dat wil overigens niet zeggen dat wij in de praktijk niet tot inhaaltoeslagen zouden kunnen overgaan. Wij hebben daarvoor thans echter geen beleid. Op grond van het voorgaande slaagt het fonds ook niet voor de consistentietoets. Er is derhalve geen sprake van een consistent geheel tussen de gewekte verwachtingen, de financiering en de verwachte realisatie van de toeslagverlening. Wij nemen dit aspect mee bij de discussie omtrent het ambitieniveau van de pensioen- en aanvullingsregeling in relatie tot het premieniveau. Het herstelplan Om uit het dekkingstekort te komen heeft het bestuur een herstelplan opgesteld. Het bestuur heeft zich daarbij gebaseerd op de (deterministische) uitkomsten van de continuïteitsanalyse. In dat kader is er binnen het bestuur een discussie gevoerd over de vraag of het bestuur gebruik wenste te maken van de verlenging van de termijn om uit dekkingstekort te geraken, zoals aangereikt door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Omdat het bestuur niet verwacht zonder aanvullende maatregelen binnen 3 jaar uit dekkingstekort te kunnen zijn heeft het bestuur besloten gebruik te maken van de door de Minister geboden mogelijkheid om te kiezen voor een hersteltermijn van 5 jaar. Overigens zal het fonds normaal gesproken wel binnen 15 jaar uit reservetekort zijn. De belangrijkste onderdelen van het herstelplan zijn het bestaande beleid. Vooralsnog heeft er geen 30

32 JAARVERSLAG 2007 aanpassing van het premiebeleid plaatsgevonden. Hierover zal nader overleg met Cao-partijen plaatsvinden. Wel heeft het bestuur besloten de opgebouwde pensioenaanspraken per 1 januari 2009 niet te verhogen. Daarnaast heeft het bestuur besloten voorlopig de beleggingen niet te rebalancen naar de strategische beleggingsmix. Het strategische beleggingsbeleid blijft vooralsnog bestaan uit 65% vastrentende waarden en 35% zakelijke waarden. Het ambitieniveau van de pensioen- en aanvullingsregeling in relatie tot het premieniveau heeft de volledige aandacht van het bestuur. Het bestuur heeft reeds aan Cao-partijen kenbaar gemaakt dat bij handhaving van de huidige regelingen een premieverhoging onvermijdelijk is. In de eerste plaats naar aanleiding van de gesignaleerde premiedekkingsgraad. Ten tweede omdat het fonds niet slaagt voor de consistentietoets en in de derde plaats omdat het fonds naar verwachting niet binnen 5 jaar uit dekkingstekort is. Op 25 maart jl. is al een aantal mogelijkheden besproken met Cao-partijen. Daarbij valt naast een premieverhoging te denken aan verlaging van het opbouwpercentage, verhoging van de franchise en versobering van het niveau van de aanvullingsregeling. Uiteraard is ook een combinatie van deze maatregelen mogelijk. De actuaris voert een aantal berekeningen uit voor de diverse maatregelen. Eind april 2009 zijn de resultaten met Cao-partijen besproken. Het bestuur ziet de ernst van het treffen van de benodigde maatregelen. Hoe langer hiermee gewacht wordt, hoe pijnlijker mogelijk de maatregelen na 2012 zullen zijn. Het bestuur wil in ieder geval alles in het werk stellen om te voorkomen dat de opgebouwde pensioenaanspraken moeten worden gekort. Zodra met Cao-partijen overeenstemming is bereikt en achterbannen ingestemd hebben met de maatregelen zal een nieuw herstelplan bij DNB worden ingediend. Dit plan zal dan vergezeld gaan van een nieuwe continuïteitsanalyse. Daarbij zal het bestuur, gelet op de dan van toepassing zijnde situatie op de financiële markten het gehanteerde gemiddelde beleggingsrendement in heroverweging nemen. Advies deelnemersraad herstelplan Tijdens de bespreking van de continuïteitsanalyse op de bestuursvergadering van 10 maart jl. alsmede bij het overleg met Cao-partijen op 25 maart 2009 was een delegatie van de deelnemersraad aanwezig. Zij hebben zich ook in de discussie gemengd. De deelnemersraad heeft een positief advies uitgebracht met betrekking tot de handelwijze inzake het herstelplan. Jaarlijkse evaluatie Het bestuur houdt het verloop van de financiële positie goed in de gaten. Maandelijks ontvangt het bestuur een rapportage van de verwachte stand van de dekkingsgraad. Daarnaast zal het bestuur het herstelplan jaarlijks evalueren. Uit de evaluatie moet blijken of de doelstellingen van het herstelplan worden gehaald. Als er gedurende de looptijd van het herstelplan ingrijpende wijzigingen plaatsvinden, dan zal dat direct worden gemeld aan DNB. Het herstelplan eindigt zodra er in drie aaneengesloten kwartalen geen sprake meer is van een tekort. Toekomstige ontwikkelingen : Pensioenregeling in 2009 Om te bereiken dat de dekkingsgraad binnen 5 jaar het vereiste niveau bereikt heeft het bestuur besloten in overleg te treden met Cao-partijen om de pensioenregeling aan te passen voor wat betreft de franchise en het opbouwpercentage alsmede het premiepercentage. Voorts zal de uittredingsleeftijd met ingang van 1 januari 2010 mogelijk worden verhoogd. Na vaststelling van het Cao-akkoord, naar verwachting op 1 juli 2009, zal door het bestuur een aangepast herstelplan worden ingediend waarin deze maatregelen zijn opgenomen. 31

33 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen 32

34 Jaarrekening 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen

35 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen 34

36 JAARVERSLAG 2007 Balans per 31 december 2008 (na resultaatbestemming) (in eenheden van duizend euro) 31 december december 2007 ACTIVA Beleggingen (1) Beleggingen voor risico pensioenfonds Zakelijke waarden Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Vorderingen en overlopende activa (2) Premies Overige vorderingen Liquide middelen (3) PASSIVA Reserves (4) Beleggingsreserve Algemene reserve (72.705) (27.394) Technische voorzieningen (5) Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Spaarfonds gemoedsbezwaarden Overige technische voorzieningen Overige schulden en overlopende passiva (6)

37 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Staat van baten en lasten over 2008 (in eenheden van duizend euro) BATEN Premiebijdragen risico pensioenfonds (7) Beleggingsresultaten voor risico (8) pensioenfonds (37.437) (2.443) Uitkeringen uit hoofde van (9) herverzekering Resultaatdeling uit hoofde van (10) herverzekering (8.549) LASTEN Mutatie voorziening (11) pensioenverplichtingen Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Wijziging voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van waardeoverdrachten Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen (12.315) (12.084) Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten 92 (258) Wijziging marktrente (24.203) Wijziging overige actuariële uitgangspunten Overige mutaties Totaal mutatie voorziening pensioenverplichtingen Uitkeringen VUT gerechtigden (12) Pensioenuitkeringen (13) Pensioenuitvoeringskosten (14) Saldo overdrachten van rechten (15) (1.023) (1.180) Wijziging overige technische (16) voorziening (4.176) (1.719) Premies herverzekering (17) Overige lasten (18) Saldo boekjaar ( ) (8.549) Bestemming saldo boekjaar Algemene reserve ( ) (37.080) Beleggingsreserve ( )

38 JAARVERSLAG 2007 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2008 Inleiding Het doel van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna het fonds ) is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden; tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Het fonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van de in de handel in bouwmaterialen verplicht gestelde aangesloten werkgevers. Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Alle bedragen zijn vermeld in euro s x Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling Algemeen Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en ver 37

39 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen plichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta s worden omgerekend naar euro s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Grondslagen voor balanswaardering Algemeen De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde. 1 Beleggingen Algemeen In overeenstemming met de Pensioenwet worden beleggingen gewaardeerd tegen actuele waarde. Overlopende activa en passiva alsmede liquiditeiten vermogensbeheer worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Het verschil tussen marktwaarde en nominale waarde is bij deze activa en passiva in het algemeen gering. Participaties in beleggingsfondsen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. Bij gemengde beleggingsfondsen wordt aangesloten bij de hoofdcategorie, bepaald op basis van marktwaarde. Financiële instrumenten worden gebruikt ter afdekking van beleggingsrisico s en het realiseren van het vastgelegde beleggingsbeleid. Met ingang van dit boekjaar zijn de derivatenposities opgenomen als een afzonderlijke beleggingscategorie. Derivaten die deel uitmaken van een beleggingsfonds zijn opgenomen in de beleggingscategorie waarin dit beleggingsfonds is gerubriceerd. Zakelijke waarden Onroerende Zaken Onroerende Zaken worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor officieel genoteerde aandelen in onroerende zaken maatschappijen is dit de beurswaarde. Voor niet beursgenoteerde participaties en deelnemingen in onroerende zaken maatschappijen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Aandelen Aandelen, waaronder tevens converteerbare obligaties zijn begrepen, worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Van ter beurze genoteerde aandelen is dit de beurswaarde. Voor niet ter beurze genoteerde participaties in aandelenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. 38

40 JAARVERSLAG 2007 Vastrentende waarden Obligaties Obligaties worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Van ter beurze genoteerde obligaties is dit de beurswaarde. Voor niet ter beurze genoteerde participaties in vastrentende waardenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Hypothecaire leningen Hypothecaire leningen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor participaties in hypothekenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Leningen op schuldbekentenis Leningen worden gewaardeerd tegen marktwaarde, zijnde de contante waarde van de met vervroegde aflossing aangepaste kasstromen, verdisconteerd tegen de rente op staatsobligaties met vergelijkbare looptijden inclusief eventuele opslagen, behorende bij het risicoprofiel van de leningen. Derivaten Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt behaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Overige beleggingen Overige beleggingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor officieel genoteerde beleggingen is dit de beurswaarde. Voor niet beursgenoteerde beleggingen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. 2 Vorderingen en overlopende activa Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. 3 Liquide middelen Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds. 4 Reserves Beleggingsreserve Onder de beleggingsreserve van het fonds wordt verstaan de mate waarin het fonds in staat is weerstand te bieden aan ongunstige ontwikkelingen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen waarborging van dekking van de verplichtingen bij voortzetting van de regeling (continuering) en bij beëindiging van de regeling (discontinuering). Algemene reserve Jaarlijks wordt het resultaat van het pensioenfonds aan de algemene reserve toegevoegd. 5 Technische Voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen is de op basis van actuariële grondslagen berekende contante waarde van de pensioenaanspraken, waarop per de balansdatum op grond van het reglement, rechten zijn verkregen. Voor de toekomstige kosten met betrekking tot de administratie en uitbetaling van de pensioenen, is de voorziening pensioenverplichtingen verhoogd met 2%. 1. De berekeningen zijn uitgevoerd op de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen. Als rekenrente wordt de marktrente gehanteerd. De marktrente komt overeen met de rente termijnstructuur ultimo boekjaar zoals deze door DNB is gepubliceerd. 39

41 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen 2. De overlevingskansen van mannen en vrouwen worden ontleend aan de Prognosetafel van het AG met een leeftijdterugstelling van één jaar voor zowel mannen als vrouw. 3. Het leeftijdsverschil tussen man en vrouw bedraagt drie jaar, waarbij de man ouder is. 4. Met betrekking tot het uitgestelde nabestaandenpensioen van mannelijke deelnemers wordt een gehuwdheidsfrequentie gehanteerd die regelmatig oploopt van 0,26 op de leeftijd van 22 jaar tot 0,90 op de leeftijd van 30 jaar. Vanaf die leeftijd blijft de frequentie tot en met 60 jaar gehandhaafd op 0,90 om vervolgens regelmatig af te nemen tot 0,85 op de leeftijd van 65 jaar. Voor vrouwelijke deelnemers wordt een gehuwdheidsfrequentie verondersteld van 0,69 op 22 jaar, regelmatig oplopend tot 0,85 op de leeftijd van 30 jaar en vervolgens gelijkblijvend tot de leeftijd van 65 jaar. Vanaf de leeftijd van 65 jaar neemt de gehuwdheidsfrequentie af volgens de sterftekansen van de partner. In verband met de standaard uitruil op de pensioendatum van ouderdomspensioen in een combinatie van ouderdoms- en nabestaandenpensioen, wordt voor de vaststelling van de voorziening van de nabestaandenpensioenen uit deze uitruil op 65-jarige leeftijd een gehuwdheidsfrequentie van 100% gehanteerd. Overige technische voorzieningen Voorziening toename levensverwachting In het jaar dat de voorziening pensioenverplichtingen wordt omgerekend naar nieuwe overlevingstafels, valt de voorziening langlevenrisico vrij (bedroeg 0,8%). In 2007 is de voorziening omgerekend naar de prognosetafel , waardoor in de voorziening rekening is gehouden met de sterftetrend. Ultimo 2007 is hiervoor de starttafel gehanteerd. De voorziening toename levensverwachting is derhalve vanaf 2007 op nihil gesteld. Voorziening uitgaande waardeoverdrachten De voorziening voor uitgaande waardeoverdrachten wordt gevormd ter dekking van de financieringsachterstand, die in geval van waardeoverdracht ineens vereffend dient te worden. Ultimo 2008 is er geen sprake meer van een financieringsachterstand waardoor de voorziening uitgaande waardeoverdrachten is komen te vervallen. Egalisatievoorziening aanvullend invaliditeitspensioen Deze voorziening is ontstaan vanuit de overschotten op de doorsneepremies voor de regeling van invaliditeitspensioen. Jaarlijks worden de ontvangen premies en de intrest hieraan toegevoegd, terwijl de benodigde koopsommen voor inkoop van de toegekende invaliditeitspensioenen en van de verhogingen door indexatie hieraan worden onttrokken. In wezen fungeert de voorziening als buffer voor toekomstige calamiteiten zonder dat daar nu pensioenverplichtingen van het fonds tegenover staan. Egalisatievoorziening aanvullend nabestaandenpensioen Deze voorziening is ontstaan vanuit de overschotten op de risicopremies voor de regeling van aanvullend nabestaandenpensioen. Jaarlijks worden de beschikbare premies, de intrest en de risicokapitaaluitkeringen van AEGON hieraan toegevoegd, terwijl de koopsommen voor inkoop van de toegekende aanvullende nabestaandenpensioenen en van de indexverhogingen hieraan worden onttrokken. In wezen fungeert de voorziening als buffer voor toekomstige calamiteiten zonder dat daar nu Voorziening spaarfondsgemoedsbezwaren Het bestuur kan individuele vrijstelling van deelneming aan de verplichte pensioenregelingen aan een werknemer verlenen, indien deze gemoedsbezwaren heeft tegen iedere vorm van verzekeren. Dit ontslaat zijn werkgever noch betrokkene van de verplichting tot afdracht van de reguliere bijdragen aan het fonds. Deze bijdragen worden op en individuele spaarrekening gestort, waaraan jaarlijks intrest wordt toegevoegd. De gespaarde bijdragen van de gemoedsbezwaarde worden na het bereiken van de 65-jarige leeftijd in gelijke termijnen aan betrokkene gedurende 15 jaren uitgekeerd. Bij overlijden van de gemoedsbezwaarde voordat de uitkeringen zijn ingegaan, wordt het saldo in gelijke termijnen gedurende 15 jaar aan de 40

42 JAARVERSLAG 2007 partner uitgekeerd. Bij overlijden van de gemoedsbezwaarde na ingang van de uitkering, worden de uitkeringen gedurende de resterende periode voortgezet ten behoeve van de partner. Korte beschrijving pensioenregeling Het fonds kent de volgende regelingen: OP regeling Nabestaandenpensioen Weduwen en Wezenpensioen Invaliditeitspensioen Vut regeling Op hoofdlijnen houden de verschillende regelingen het volgende in. De (basis) pensioenregeling De (basis)pensioenregeling is een verplichte pensioenregeling voor alle werknemers van 22 jaar (vanaf : 21 jaar) en ouder. De pensioenovereenkomst heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst. De (basis)pensioenregeling voorziet in de opbouw van een levenslang ouderdomspensioen volgens het middelloonsysteem met na-indexatie van de opgebouwde pensioenbedragen. De pensioenopbouw bedraagt 2,2% van de pensioengrondslag per deelnemersjaar gelegen ná 1 januari 2006, met een maximum van 40 meetellende jaren. Hieraan wordt het tot 1 januari 2006 opgebouwde pensioen volgens de voorgaande pensioenregeling toegevoegd. De na-indexatie is voor actieve deelnemers in beginsel gebaseerd op de loonontwikkeling in de bedrijfstak. De pensioengrondslag is gelijk aan het verschil van het (gemaximeerde) jaarsalaris van de deelnemer en de franchise. Er geldt een minimumgrondslag. Voor deelnemers met een echtgenoot of partner is een nabestaandenpensioen (in het reglement wordt dit partnerpensioen genoemd) verzekerd ter grootte van 70% van het ouderdomspensioen. Het deel van het nabestaandenpensioen over de jaren vanaf 1 juli 2001 is alleen op risicobasis verzekerd. Voor deelnemers met kinderen is een wezenpensioen medeverzekerd ten bedrage van 14% van het ouderdomspensioen voor elk kind. De pensioenopbouw wordt voor arbeidsongeschikte deelnemers voortgezet onder vrijstelling van bijdragebetaling. Aanvullingsregeling In de pensioenregeling is een voorwaardelijke aanvullingsregeling opgenomen die het de deelnemer onder bepaalde voorwaarden mogelijk maakt op 62,5-jarige leeftijd uit te treden met een bepaald uitkeringsniveau. Voor deelnemers geboren voor 1 januari 1950 is deze regeling feitelijk een voortzetting van de aanvullingsregeling zoals die onderdeel uitmaakte van de voormalige prepensioenregeling. Voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 voorziet deze regeling in een voorwaardelijke aanvulling op het reeds opgebouwde ouderdomspensioen door gebruik te maken van de fiscale ruimte over het verleden. Vrijwillige spaarregeling Er is een vrijwillige spaarregeling die bedoeld is voor aankoop van ouderdoms- en prepensioen binnen de fiscale grenzen ter aanvulling op de reglementaire pensioenen. Bovendien kan gespaard worden voor aankoop van nabestaandenpensioen op 65 jaar. De (basis)pensioenregeling voorziet namelijk alleen in een risicodekking van het nabestaandenpensioen voor actieve deelnemers, die tijdens de prepensioenperiode wordt voortgezet. De deelnemer met een echtgenote of partner zal dus zelf een (spaar)voorziening moeten opbouwen voor de nabestaandendekking vanaf 65 jaar. Invaliditeitspensioen De invaliditeitspensioenregeling voorzag in een aanvulling op de WAO-uitkering die de arbeidsongeschikte deelnemer van de overheid ontvangt. In verband met het vervangen van de WAO door de WIA is deze regeling per 1 januari 2006 beëindigd. De lopende uitkeringen worden voortgezet. 41

43 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Anw-hiatenregeling De Anw-hiatenregeling zorgt voor een aanvulling op de Anw-uitkering van de overheid. Deze regeling is in een afzonderlijk reglement opgenomen. Prepensioenregeling De prepensioenregeling was eveneens een middelloonregeling met na-indexatie van de opgebouwde pensioenbedragen. De pensioenopbouw is met ingang van 1 januari 2006 beëindigd. In de regeling zijn de tot 1 januari 2006 opgebouwde prepensioenaanspraken premievrij achtergebleven. Ook in deze regeling wordt de pensioenopbouw voor arbeidsongeschikte deelnemers voortgezet onder vrijstelling van bijdragebetaling. De opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen uit voornoemde regelingen worden in beginsel waardevast gehouden. De aanpassing van de pensioenen is voorwaardelijk. Aanvullende pensioenregelingen Het fonds biedt de aangesloten ondernemingen de mogelijkheid om per onderneming een aanvullende pensioenregeling voor hun werknemers of een bepaalde groep van werknemers te treffen, mits hieraan uniforme regels ten grondslag liggen. 6 Kortlopende schulden Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. 7 Premiebijdragen risico pensioenfonds Hieronder zijn opgenomen de over het boekjaar in rekening gebrachte en te brengen premies en koopsommen. 8 Beleggingsresultaten Directe beleggingsopbrengsten De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op opbrengsten uit beleggingsfondsen, intrest en dividenden onder aftrek van de aan de beleggingen toe te rekenen kosten, alsmede de huren verminderd met de exploitatiekosten. Indirecte beleggingsopbrengsten De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of waardedalingen. 11 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling. Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 4,696 % (2007: 4,066 %) Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen van de verslagperiode. 42

44 JAARVERSLAG 2007 Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitvoeringskosten Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Wijziging overige actuariële uitgangspunten De onder dit hoofd opgenomen mutaties van de voorziening hebben betrekking op incidentele wijziging van de regeling, en/of Incidentele wijzigingen in actuariële grondslagen/methoden. Overige wijzigingen in de voorziening pensioenverplichtingen De onder dit hoofd opgenomen mutaties van de voorziening hebben betrekking op de kanssystemen. 15 Saldo van overdracht van rechten Hieronder zijn opgenomen de over het boekjaar ontvangen en betaalde overdrachtswaarde van pensioenaanspraken. 17 Premies herverzekering Het nog niet gefinancierde (comingservice)gedeelte van het levenslange nabestaandenpensioen en van het wezenpensioen wordt jaarlijks op risicobasis bij Aegon gedekt. Ditzelfde geldt voor het gehele tijdelijke nabestaandenpensioen. Ook het risico van voortzetting van de pensioenopbouw bij gedeeltelijke of gehele arbeidsongeschiktheid van de deelnemer is in de vorm van risicokapitaal herverzekerd. Het gecombineerd winstaandeel uit hoofde van de herverzekering van overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico wordt achteraf verantwoord nadat de afrekeningen zijn opgesteld aan het eind van de contractperiode. De overeenkomst met Aegon is aangegaan voor een tijdvak van 5 jaar, ingaande op 1 januari 2006 en eindigende op 31 december Grondslag kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode. 43

45 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Risicobeheer en derivaten In het jaarverslag is ingegaan op de risico s die het pensioenfonds loopt en op het beleid dat wordt gevoerd om deze risico s te beperken. Onderstaand treft u kwantitatieve risicoinformatie aan. Deze gegevens zijn bepaald op basis van het doorkijk principe. Waar dit niet het geval is, wordt het aangegeven. Solvabiliteitsrisico Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het fonds de premie voor de onderneming en deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele indexatie van opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. Het surplus op FTK-grondslagen is als volgt: 31 dec dec Technische voorzieningen volgens jaarrekening Voorziening pensioenverplichtingen (FTK-waardering) (a) (a) Buffers: S1 Renterisico S2 Risico zakelijke waarden S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico S5 Kredietrisico S6 Verzekeringstechnisch risico Diversificatie-effect Totaal S (vereiste buffers) (b) (b) Vereist eigen vermogen (art. 132 Pensioenwet) (a+b) (a+b) Aanwezig vermogen (Totaal activa schulden) Tekort / Surplus Bij de berekening van de buffers past het pensioenfonds de standaardmethode toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de feitelijke asset mix in de evenwichtssituatie. Marktrisico Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en omvat het prijs(koers)risico, valutarisico en het renterisico. De strategie van het fonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen zoals vastgelegd in ABTN. Het marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst door vermogensbeheerders in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overall-marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. 44

46 JAARVERSLAG 2007 Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. De segmentatie van vastgoed naar sectoren is als volgt: 31 december december 2007 EUR % EUR % Kantoren Winkels Woningen Participaties in vastgoedmaatschappijen Overige Valutarisico Het valutarisico wordt in onderstaande tabel weergegeven. De valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: 2008 Voor Discretionaire Valuta- Nettopositie valutaderivaten derivaten deel (na) van beleggingspool EUR EUR EUR EUR AUD CAD CHF DKK EUR GBP HKD JPY NOK SEK SGD USD OVERIGE

47 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen 2007 Discretionaire Valuta- Nettopositie valutaderivaten derivaten deel (na) van beleggingspool EUR EUR EUR AUD CAD CHF DKK EUR GBP HKD JPY NOK SEK SGD USD OVERIGE Een restrisico betreft de categorie overige valuta; deze valuta betreffen valuta in opkomende markten en/of hebben een correlatie met de USD. Het bestuur heeft besloten om deze risico s niet af te dekken. Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen verandert als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren. Balans- 31 december Balans- 31 december waarde 2008 waarde 2007 EUR EUR Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten) Duration van de vasttrentende waarden (na derivaten) Duration van de (nominale) pensioenverplichtingen De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt: 31 december december 2007 EUR % EUR % Resterende looptijd < 1 jaar Resterende looptijd < > 5 jaar Resterende looptijd > 5 jaar

48 JAARVERSLAG 2007 Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt. Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten; het hanteren van prudente verstrekkingsnormen bij hypothecaire geldleningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTC-derivaten, wordt door het fonds enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSAovereenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt door onderpand. In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de beleggingen exclusief vastgoed: EUR EUR Overheidsinstellingen Financiële instellingen Handel- en industriële bedrijven Nutsbedrijven Andere instellingen De verdeling naar regio is weergegeven in onderstaande tabel: EUR EUR Mature markets Emerging markets Andere Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven: 47

49 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen EUR EUR AAA AA A BBB < BBB Geen rating Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er moet eveneens rekening worden gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Verzekeringtechnische risico s (actuariële risico s) De belangrijkste actuariële risico s zijn de risico s van langleven, overlijden (kortleven) en arbeidsongeschiktheid. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van AG-prognosetafel (fondsspecifiek) met adequate correcties voor ervaringssterfte is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het fonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen ( schadereserve ). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het pensioenfonds is een eigen beheer pensioenfonds en heeft haar risico s derhalve niet herverzekerd, behoudens een deel van het overlijdensrisico uit hoofde van de vrijwillige Anw-hiaatverzekering en de overlijdens- en premievrijstellingsrisico s uit hoofde van de aanvullende regelingen. Indexatierisico (actuariële risico s) Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om het pensioen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is. De zogenaamde reële dekkingsgraad geeft zicht op de mate waarin kan worden geïndexeerd (ook wel aangeduid als de indexatieruimte). Voor het bepalen van de reële dekkingsgraad worden onvoorwaardelijke nominale pensioenverplichtingen verdisconteerd tegen een reële, in plaats van de nominale rentetermijnstructuur. Omdat er op dit moment geen markt voor financiële instrumenten aanwezig, waaruit de reële rentetermijnstructuur kan worden afgeleid wordt gebruik gemaakt van een benaderingswijze. 48

50 JAARVERSLAG 2007 Aangezien het fonds voor 2009 geen indexatie toekent, is de reële dekkingsgraad gelijk aan de nominale dekkingsgraad. Ultimo 2008 bedraagt de reële dekkingsgraad op basis van FTK 91% (31 december 2007: 134% op basis van APP). Dekkingsgraad % Indexatie ( in % van loon-c.q.prijsinflatie) < > Concentratierisico Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. Dit betreft per 31 december 2008 de volgende posten: EUR EUR Vastrentende waarden BUNDESREPUB. DEUTSCHLAND GOVERNMENT OF FRANCE AEGON In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Overige niet-financiële risico s Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen, enzovoorts. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt, dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het fonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zo veel 49

51 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen mogelijk af te dekken. Een van de belangrijkste risico s bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Bovendien geldt dat zoveel mogelijk wordt gewerkt met onderpand. Gebruik kan worden gemaakt van onder meer de volgende instrumenten: Futures: dit zijn standaard beursgenoteerde instrumenten waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures worden gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen de grenzen van het strategische beleggingsbeleid. Valutatermijncontracten: dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico s afgedekt. Swaps: dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het fonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden. Commodities: Het fonds belegt op indirecte wijze in de markten voor grondstoffen en richt zich derhalve op energie, agrarische producten, industriële en edelmetalen. De posities op balansdatum zijn als volgt te specificeren: 31 december 2008 Type contract Instrument Expiratiedatum Contractomvang Actuelewaarde Actuele waarde Activa Passiva EUR EUR EUR FFX forward USD

52 JAARVERSLAG 2007 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Langlopende contractuele verplichtingen Het fonds heeft een uitbestedingsovereenkomst afgesloten met Syntrus Achmea tot en met 31 december Het fonds heeft met de vermogensbeheerder Syntrus Achmea Vastgoed een beheerovereenkomst afgesloten tot en met 31 december Het contract met de vermogensbeheerder F&C is per balansdatum opgezegd. Inhaaltoeslag In verband met de financiële positie per 1 januari 2009 heeft het bestuur besloten de aanspraken en rechten niet te indexeren. Dit betekent dat de inhaaltoeslag voor actieven op dit moment 10,14% bedraagt en voor inactieven (gepensioneerden) 10,71%. Zodra de financiële positie dit toelaat kan het bestuur eventueel besluiten tot het toekennen van inhaaltoeslag. Deelnemers en gepensioneerden hebben geen recht op inhaaltoeslag. Derivaten Voor de contract omvang van de derivaten wordt verwezen naar de toelichting behorende tot de jaarrekening 2008 paragraaf specifieke financiële instrumenten (derivaten). Waardeoverdrachten In het saldo van de waardeoverdracht is een van Nationale-Nederlanden ontvangen voorschot ad EUR opgenomen. In november 2008 heeft het bestuur van het fonds met Nationale-Nederlanden overeenstemming bereikt over collectieve waardeoverdracht van rechten van (voormalige) deelnemers werkzaam bij gedispenseerde werkgevers die verzekerd waren bij Nationale-Nederlanden. Door Nationale-Nederlanden is een voorschot op de collectieve waardeoverdracht betaald aan het fonds. De collectieve waardeoverdracht wordt naar verwachting in 2009 geëffectueerd indien de deelnemers akkoord zijn gegaan met overdracht van rechten. 51

53 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Toelichting op de balans per 31 december 2008 (in eenheden van duizend euro) 1. Beleggingen Beleggingen voor risico pensioenfonds Stand per Aankopen, Voor- en Verkopen en Stand per 1 januari investeringen en nadelige aflossingen 31 december verstrekking verschillen Zakelijke waarden Onroerende zaken (5.347) (987) Aandelen (49.003) (1.690) (54.350) (2.677) Vastrentende waarden Obligaties (59.211) Hypothecaire leningen (125) Leningen op schuldbekentenis (262) (6.840) Deposito's (6.509) (72.685) Derivaten Derivaten (4.125) (3.700) Overige beleggingen Overige beleggingen (1.993) (1) (40.945) (79.063) Zakelijke waarden Onroerende zaken Indirecte beleggingen Participaties onroerend zakenfondsen Participaties aandelenfonds onroerende zaken Kortlopende vorderingen inzake onroerende zaken Liquide middelen inzake onroerende zaken De stichting belegt met betrekking tot vastgoed onder andere in een areafonds Noord Amerika, een areafonds Europa en een areafonds Asia. De in de jaarrekening opgenomen waarde van het areafonds Noord Amerika bedraagt , de in de jaarrekening opgenomen waarde van het areafonds Europa bedraagt en de in de jaarrekening opgenomen waarde van het areafonds Asia bedraagt Op het moment van vaststellen van de jaarrekening is nog geen definitieve rapportage inclusief accountantsverklaring van deze drie areafondsen ontvangen. Er is onzekerheid over onderdelen van de porte 52

54 JAARVERSLAG 2007 feuilles. Het deel waar de onzekerheid betrekking op heeft bedraagt bij het areafonds Noord Amerika 5 180, bij het areafonds Europa en bij het areafonds Asia De opgenomen waarde in de jaarrekening is een beste schatting van het bestuur op basis van de meest recente informatie over de stand per ultimo Aandelen Indirecte beleggingen Participaties in aandelenfondsen Totaal zakelijke waarden Vastrentende waarden Obligaties Indirecte beleggingen Participaties in obligatiefondsen Hypothecaire leningen Indirecte beleggingen Participaties in hypotheekfondsen Kortlopende vorderingen inzake hypothecaire leningen Liquide middelen inzake hypothecaire leningen Leningen op schuldbekentenis Kortlopende schulden inzake leningen op schuldbekentenis Deposito's deposito's 81 - Totaal vastrentende waarden Derivaten Derivaten Overige beleggingen GTAA Liquide middelen inzake overige beleggingen

55 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen 2. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen Premies Aan het eind van het boekjaar vastgestelde nog te ontvangen premies Voorziening tegen verlies op premievorderingen (261) (208) In volgend boekjaar is nader vastgesteld over: Te vorderen wegens te laag vastgestelde voorschotten Overige vorderingen Hieronder zijn opgenomen inzake: Pensioenen Uitkeringen Waardeoverdrachten Uit hoofde van herverzekeringen De post vorderingen uit hoofde van herverzekeringen bestaat uit nog te ontvangen uitkeringen van 1.152k en een rekening-courant verhouding met de herverzekeraar Aegon 89k (premies/claims). Kosten Administratiekosten 2 10 Totaal van de overige vorderingen Liquide middelen Rekening courant Staalbankiers

56 JAARVERSLAG 2007 PASSIVA 4. Reserves Solvabiliteit Aanwezig eigen vermogen (27.394) Minimaal vereist eigen vermogen Vereist eigen vermogen Beleggingsreserve Stand per 1 januari Mutatie: deel van het saldo boekjaar Stand per 31 december Algemene reserve Stand per 1 januari Mutatie: deel van het saldo boekjaar ( ) (37.080) Vrijval van de Reserve aanvullende verzekering Cumulatief effect stelselwijziging per 1 januari ( ) (26.147) Stand per 31 december (72.705) Reserve aanvullende verzekering Stand per 1 januari Vrijval ten gunste van de Algemene reserve - (262) Stand per 31 december - - De dekkingsgraad van het pensioenfonds bedraagt per 31 december 2008: 91% (31 december 2007: 134%). De dekkingsgraad is als volgt berekend: (Totaal activa -/- overige schulden) / Technische voorzieningen. De dekkingsgraad van het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt per 31 december 2008: 105% (31 december 2007: 105%). De dekkingsgraad van het vereist eigen vermogen bedraagt per 31 december 2008: 114% (31 december 2007: 116%) De vermogenspositie van het pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als dekkingstekort. Voor de berekening van het vereiste eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van een standaard model. Per 31 december 2008 voldoet het fonds niet aan de wettelijke normen met betrekking tot vereist eigen vermogen. Door het bestuur is hiervan melding gemaakt bij de toezichthouder DNB en er is een voorlopige versie van het korte- en lange termijnherstelplan ingediend. Hieruit blijkt dat het bestuur niet verwacht dat, gegeven de uitgangspunten, binnen de gestelde termijn van 5 jaar (31 december 2013) wordt voldaan aan de eisen van het minimaal vereist eigen vermogen. Als gevolg hiervan wordt naar verwachting in het derde kwartaal van 2009 een aangepaste versie van het herstelplan ingediend bij DNB. Maatregelen volgen na het indienen van een nieuw herstelplan in het derde kwartaal DNB wordt door het bestuur periodiek geinformeerd over actuele ontwikkelingen met betrekking tot het voldoen aan de wettelijke normen met betrekking tot het vereist eigen vermogen. 55

57 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen VOORZIENINGEN 5. Technische voorzieningen Pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Stand per 1 januari Toevoeging pensioenopbouw Toevoeging indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor uitkeringen (12.315) (12.084) Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten 92 (258) Wijziging marktrente (24.203) Wijziging overige actuariele uitgangspunten Overige wijzigingen Waarde overdrachten Stelselwijziging - (10.671) Stand per 31 december Hieronder is een uitsplitsing van de opbouw van de voorziening voor risico pensioenfonds naar aantal en omvang op basis van de soort deelnemer. Aantal Aantal Actieve deelnemers Pensioengerechtigden Gewezen deelnemers Totaal Spaarfonds gemoedsbezwaren Stand per 1 januari Intrestvergoeding 9 7 Stand per 31 december Overige technische voorzieningen Voorziening toename levensverwachting Stand per 1 januari Vermindering voorziening - (1.879) Stand per 31 december - - Voorziening uitgaande waardeoverdrachten Stand per 1 januari Vermindering voorziening (10) (27) Stand per 31 december - 10 Egalisatievoorziening aanvullend invaliditeitspensioen Stand per 1 januari Vermindering voorziening (1.704) (363) Stand per 31 december

58 JAARVERSLAG Egalisatievoorziening aanvullend nabestaandenpensioen Stand per 1 januari Vermeerdering voorziening (2.471) 543 Stand per 31 december Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden Hieronder zijn opgenomen inzake: Rekening-courant derden Rekening courant gelieerd Sociaalfonds - 80 Te verrekenen premies Vastgestelde nog te verrekenen premies Verschuldigd wegens te hoog vastgestelde premies Pensioenen Waardeoverdrachten Uitkeringen 8 56 Belastingen en sociale lasten Pensioenpremie In het saldo van de waardeoverdracht is een van Nationale-Nederlanden ontvangen voorschot ad EUR opgenomen. In november 2008 heeft het bestuur van het fonds met Nationale-Nederlanden overeenstemming bereikt over collectieve waardeoverdracht van rechten van (voormalige) deelnemers werkzaam bij gedispenseerde werkgevers die verzekerd waren bij Nationale-Nederlanden. Door Nationale-Nederlanden is een voorschot op de collectieve waardeoverdracht betaald aan het fonds. De collectieve waardeoverdracht wordt naar verwachting in 2009 geëffectueerd indien de deelnemers akkoord zijn gegaan met overdracht van rechten. Kosten Advies- en controlekosten Beleggingskosten Overige Crediteuren Overige schulden Overige 5 4 Totaal van de overige schulden

59 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Kasstroomoverzicht (bedragen x euro) Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten Premies van werkgevers en werknemers Van herverzekeraars ontvangen uitkeringen Overdrachten van rechten Pensioenuitkeringen Betaalde premies herverzekering Pensioenuitvoeringskosten Rekening-courant gelieerd Sociaal fonds Kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Ontwikkeling Zakelijke waarden Onroerende zaken (2.917) Aandelen (23.075) Vastrentende waarden Obligaties (17.842) Hypothecaire leningen (708) (1.227) Leningen op schuldbekentenis (1.302) Deposito s (81) Overige vastrentende waarden Derivaten Derivaten (10.783) Overige beleggingen Overige beleggingen (3.991) Overige Overige Subtotaal ontwikkeling portefeuille (19.656) (17.352) Opbrengsten portefeuille Zakelijke waarden Onroerende zaken (629) Aandelen (726) Vastrentende waarden Obligaties (395) (395) Hypothecaire leningen Leningen op schuldbekentenis (1.146) Deposito s Overige vastrentende waarden Derivaten Derivaten Overige beleggingen Overige beleggingen (82) Overige Overige (230) Kosten vermogensbeheer Kosten vermogensbeheer Subtotaal opbrengsten portefeuille 695 (2.813) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten (16.148) (12.663) Totaal kasstroom Liquide middelen Stand per begin boekjaar Stand per einde boekjaar Toename In het kasstroomoverzicht is de mutatie van de overige vorderingen en de overige schulden inzake de beleggingsrubriek voor zowel het boekjaar als vorig boekjaar verwerkt in de opbrengsten portefeuille. De liquide middelen inzake de beleggingsrubriek zijn in de vergelijkende cijfers onder de betrefffende beleggingsrubriek opgenomen. De kosten vermogensbeheer worden in het boekjaar opgenomen bij de betreffende rubriek en in mindering gebracht op de kasstroom uit opbrengsten portefeuille. 58

60 JAARVERSLAG 2007 Toelichting op de staat van baten en lasten over het boekjaar 2008 (in eenheden van duizend euro) BATEN De omzet zijnde de premies en de directe beleggingsopbrengsten bedraagt (vorig boekjaar ). 7. Premiebijdragen risico pensioenfonds Werkgevers- Werknemers gedeelte gedeelte Periodieke premies - verplichte verzekering voortgezette verzekering invaliditeitspensioen vrijwillige verzekering ANW-hiaatverzekering Koopsommen - (1) Aandeel Vut in premiebaten (8) (8) Samenstelling premiebijdragen De kostendekkende premie over het boekjaar bedraagt , de feitelijke premie over het boekjaar bedraagt en de gedempte premie over het boekjaar bedraagt De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende premie en de gedempte premie is als volgt: Actuarieel benodigd Opslag voor in stand houden vereist vermogen Opslag voor uitvoeringskosten Risicopremies herverzekering Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds 2008 Directe- Indirecte Kosten van Totaal beleggings- beleggings- vermogens opbrengsten opbrengsten beheer Zakelijke waarden (54.350) (303) (52.995) Vastrentende waarden (463) Derivaten - (4.125) - (4.125) Overige beleggingen 82 (1.993) - (1.911) Overig (40.945) (766) (37.437) 59

61 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds 2007 Directe- Indirecte Kosten van Totaal beleggings- beleggings- vermogens opbrengsten opbrengsten beheer Zakelijke waarden (257) Vastrentende waarden (13.899) (430) (11.032) Derivaten Overige beleggingen Overig (7.132) (687) (2.443) Zakelijke waarden Vastgoedbeleggingen (5.021) (859) Aandelen (47.974) (52.995) Vastrentende waarden Obligaties (12.216) Hypothecaire leningen Leningen op schuldbekentenis (11.032) Derivaten Derivaten (4.125) Overige beleggingen Liquiditeiten (1.911) 256 Overig Opbrengst liquide middelen Overige opbrengsten Totaal beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds (37.437) (2.443) 9. Uitkeringen uit hoofde van herverzekering Uitkeringen uit hoofde van herverzekering Resultaatdeling uit hoofde van herverzekering Winstaandeel uit hoofde van herverzekering

62 JAARVERSLAG 2007 LASTEN 11. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen Pensioenopbouw Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Indexatie gewezen deelnemers Wijziging voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van waardeoverdrachten Inkomende waardeoverdrachten actuarieel Uitgaande waardeoverdrachten actuarieel (1.770) (803) Rentetoevoeging Interest toevoeging voorziening pensioenverplichtingen tegen rekenrente 4,696% (vorig boekjaar 4,066%) Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Vrijval voor kosten uit technische voorziening 92 (258) Wijziging marktrente De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op basis van de rentetermijnstructuur (24.203) Wijziging overige actuariele uitgangspunten Wijziging pensioenregeling Overige mutaties Resultaat op sterfte 142 (58) Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op mutaties Uitkering VUT gerechtigden Bruto uitkeringen Pensioenpremies - 5 Premies ziektekostenverzekering - 5 Premies ziekenfondsverzekering

63 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Pensioenuitkeringen Ouderdomspensioen Ouderdomspensioen pre-pensioenregeling Nabestaandenpensioen Wezenpensioen Invaliditeitspensioen Andere uitkeringen: - afkoop wegens gering bedrag eenmalige uitkeringen Pensioenuitvoeringskosten Aandeel administratiekosten Syntrus Achmea Pensioenbeheer Boekjaar Vorig boekjaar 233 (16) Andere kosten: advieskosten accountantskosten controle van de jaarrekening/dnb-staten bestuurskosten overige kosten De beloning aan bestuurders bedraagt 48 (2007: 43). Het fonds heeft geen personeel in dienst. De beheersactiviteiten worden op basis van een uitvoeringsovereenkomst verricht door personeel in dienst van pensioenuitvoerder dan wel vermogensbeheerder. 15. Saldo overdracht van rechten Inkomende waardeoverdrachten overdrachtsom individueel (2.747) (1.893) Uitgaande waardeoverdrachten overdrachtsom individueel (1.023) (1.180) 16. Wijziging overige technische voorzieningen Spaarfonds gemoedsbezwaren 9 7 Voorziening toename levensverwachting - (1.879) Overige technische voorzieningen (4.185) 153 (4.176) (1.719) 17. Premies herverzekering Premies herverzekering ANW Overige lasten Resultaat voorziening tegen verlies op premievorderingen

64 JAARVERSLAG 2007 Verklaring van de Actuaris Opdracht Door Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen te Amsterdam is aan Hewitt Associates B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen zal kunnen nakomen. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel Met inachtneming van het voorafgaande en het navolgende verklaar ik dat naar mijn overtuiging is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een dekkingstekort. Het pensioenfonds heeft tijdig een herstelplan ingediend en is in afwachting van instemming van De Nederlandsche Bank. De vermogenspositie van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen is naar mijn mening onvoldoende, vanwege een dekkingstekort. Daarbij is bepalend de mate van waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kunnen voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, in aanmerking nemend het streven inzake toeslagen, zoals aan verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving opgenomen criteria. Amsterdam, 30 juni 2009 Dr. B.J. Wijers verbonden aan Hewitt Associates B.V. 63

65 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Verklaring van de accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2008 van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen te Amsterdam bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de staat van baten en lasten over 2008 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 6 juli 2009 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Drs H.C. van der Rijst RA 64

66 JAARVERSLAG 2007 Gebeurtenissen na balansdatum Statutaire bestemming van het saldo van baten en lasten In de statuten is geen bepaling opgenomen omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten. Krachtens het besluit van het bestuur in de vergadering van 22 juni 2009 wordt het resultaat van 2008, afhankelijk van de omvang van het vereiste vermogen, toegevoegd aan de beleggingsreserve en het restant aan de algemene reserve. 65

67 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Slotwoord Pensioen is een belangrijke voorziening waar werknemer en werkgever jaarlijks een flink bedrag voor opzij zetten. Juist bij pensioenen is vertrouwen van groot belang. Het jaar 2008 heeft voor veel pensioenfondsen vooral in het teken gestaan van de kredietcrisis en de gevolgen daarvan voor de financiële positie van pensioenfondsen. Wij zullen alle maatregelen nemen die noodzakelijk zijn om de financiële positie van het fonds weer op het juiste niveau te brengen en zodoende de pensioenen en pensioenaanspraken veilig te stellen. Wij bedanken alle medewerkers van de administrateur, de vermogensbeheerder, de actuaris en de accountant hartelijk voor hun deskundige inzet voor het fonds. Wij waarderen de betrokkenheid waarmee de inspanningen zijn verricht. Utrecht, 22 juni 2009 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen J.A.M. Bergervoet, voorzitter G. Mantel, vice-voorzitter 66

68 JAARVERSLAG 2007 Verklarende woordenlijst Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) Asset Liability Management (ALM) Anw pensioen Asset mix Benchmark Commodities Corporate Governance Dekkingsgraad De Nederlandsche Bank (DNB) Derivaten Dispensatie Excedentpensioen Franchise Pensioenfondsen dienen te werken volgens een ABTN. Hierin zijn de financiële opzet van een pensioenfonds en de grondslagen waarop deze berust, gemotiveerd omschreven. Het op elkaar afstemmen van de beleggingen, de verplichtingen en het premie- en indexatiebeleid. Een ALM-studie wordt gebruikt om het meerjarig financieel beleid te optimaliseren uitgaande van verschillende economische scenario s. Vrijwillige overlijdensverzekering (keuze uit drie vaste pensioenbedragen), onderdeel van de regeling van het fonds. Samenstelling van de beleggingsportefeuille, bijvoorbeeld aandelen, obligaties en onroerend goed. Vergelijkingsmaatstaf Representatieve herbeleggingsindex waartegen de prestaties van een beleggingsportefeuille worden vergeleken. Beleggingscategorie gericht op grondstoffen zoals graan, metalen en olie. Goed ondernemerschap; o.a. integer en transparant handelen door het bestuur, alsmede goed toezicht hierop. Ook het afleggen van verantwoording over het uitgevoerde beleid en het toezicht hierop valt eronder. Procentuele verhouding tussen het aanwezige vermogen en de pensioenverplichtingen. DNB verzorgt het onafhankelijk (prudentieel) toezicht op pensioenfondsen. Financiële derivaten zijn beleggingsinstrumenten die hun waarde ontlenen aan de waarde van een ander goed, zoals aandelen en olie. Met gebruikt financiële derivaten om risico s te verkleinen of juist te speculeren. Vrijstelling van de verplichte deelneming aan de pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds. Pensioenaanspraken boven de basisregeling van het fonds, betrekking hebbend op hetzelfde dienstverband. Vrijgesteld bedrag dat jaarlijks door het bestuur wordt vastgesteld. Pensioenopbouw vindt plaats over het loon boven de franchise. 67

69 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Financieel Toetsingskader (FTK) GTAA LDI LDI-pools (F&C) Outperformance Partnerpensioen Pensioengrondslag Pension Fund Governance (PFG) Performance Rekenrente Rentedekking SAS70 Service level agreement (SLA) Solvabiliteit Sterftegrondslagen Het financieel toetsingskader is onderdeel van de Pensioenwet en stelt voorschriften aan premiehoogte en de omvang van de aan te houden reserves. Doelstelling van Global Tactical Asset Allocation (GTAA) is om door middel over of onderwegen van markten of beleggingscategorieën de benchmark te verslaan. Het schuiven van obligaties naar aandelen en binnen aandelen van bijvoorbeeld Japan naar Europa zijn voorbeelden van beslissingen die onder GTAA vallen. Liability Driven Investments, (LDI) vanuit de verplichtingen gedreven beleggingen De LDI pools stellen een pensioenfonds in staat om de beleggingsportefeuille wat betreft rentegevoeligheid (duration) beter te laten aansluiten bij het karakter van de pensioenverplichtingen. Er wordt een beter resultaat behaald dan de benchmark. Levenslange uitkering aan een nabestaande partner, vanaf het overlijden van de deelnemer. Het deel van het pensioengevend loon boven de franchise. Over de pensioengrondslag worden aanspraken opgebouwd. Ofwel goed pensioenfondsbestuur. PFG stelt aan pensioenfondsen eisen op het gebied van transparantie, verantwoording, intern toezicht en zeggenschap. Direct resultaat in de vorm van rente en dividendopbrengsten; indirect resultaat door waardeverandering van de portefeuille. Fictief rendementspercentage dat het belegde vermogen in de toekomst wordt geacht op te brengen. Financieringsvorm waarin de betaalde premies gelijk zijn aan de contante waarde van de aanspraak die in dat jaar begint. Internationaal geaccepteerde auditingstandaard. Met een SAS70-verklaring wordt aangegeven dat het interne beheersproces adequaat is vormgegeven (verklaring type I) en functioneert (verklaring type II). In een service level agreement worden afspraken gemaakt over het niveau van de te leveren dienstverlening. Het vermogen dat op langere termijn aanwezig moet zijn om de verplichtingen te kunnen nakomen. Berekeningsmethode gebaseerd op een statistisch over 68

70 JAARVERSLAG 2007 zicht van de sterftekans per leeftijd van een bepaalde groep personen. Toegezegde bijdrageregeling Toegezegd pensioenregeling Toereikendheidstoets Underperformance Vastrentende waarden Voorbeleggen Voorziening pensioenverplichten (VPV) Waardeoverdracht Z-score Pensioenregeling die geen andere verplichting kent dan het storten van een vooraf overeengekomen premie. Pensioenregeling waarbij de hoogte van het te bereiken pensioen van tevoren word gegarandeerd. Actuariële toets in hoeverre het pensioenvermogen voldoende is om de verplichtingen na te komen. Er wordt een slechter resultaat behaald dan de benchmark. Beleggingssoort waarvoor in beginsel een vaste rentevergoeding en een vaste looptijd geldt, zoals obligaties, onderhandse leningen en hypotheken. Vastleggen van huidige rente- of aandelenniveaus voor toekomstige cash flows. De passiva van het pensioenfonds, gelijk aan de waarde van de pensioenverplichtingen. Het naar een andere pensioenregeling overdragen van de waarde van een tot zeker moment opgebouwde pensioenaanspraak, in het geval de deelnemer verandert van werkgever of verzekeraar. Mate waarin het werkelijke rendement van een pensioenfonds afwijkt van het rendement van de door het bestuur vastgestelde normportefeuille. Een positieve z-score geeft aan dat het rendement hoger was dan dat van de normportefeuille. De performancetoets betreft de cumulatieve z-score over de laatste vijf jaar. 69

71 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen 70

72 Jaarverslag 2008 Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen

73 Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen Kerncijfers Ondernemingen (aantallen) Aangesloten ondernemingen Bijdragen en subsidies voorlichting (bedragen x , ) Bijdragepercentage 0,1 0,1 0,1 Bijdragen (inclusief nadere vaststelling voorgaande jaren) ,5 348 Subsidies Bijdragen en subsidies voor opleidings- en werkgelegenheidsactiviteiten (bedragen x , ) Bijdragepercentage 0,1 0,1 0,1 Bijdragen (inclusief nadere vaststelling voorgaande jaren) ,5 348 Subsidies Bijdragen en subsidies Kinderopvangregeling* (bedragen x , ) Bijdragepercentage - - 0,2 Bijdragen (inclusief nadere vaststelling voorgaande jaren) Subsidies - 11** 553 Gemiddeld aantal kinderen met een financiële bijdrage * De Kinderopvangregeling is per 1 januari 2007, bij de invoering van de Wet Kinderopvang, beëindigd. **Betaling van de subsidie in 2007 betreft afwikkeling kinderopvangregeling

74 JAARVERSLAG 2007 Profiel CAO-partijen voor de handel in bouwmaterialen stimuleren tal van activiteiten die betrekking hebben op het bevorderen en het in stand houden van goede arbeidsverhoudingen tussen werkgevers en werknemers in de bedrijfstak. Zij hebben hierbij een aantal zaken afgesproken op het terrein van scholing en employability, gezondsheidsmanagement en arbeidsmarktbeleid. Het geld dat voor deze activiteiten nodig is, wordt geïnd en betaald door de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen. CAO-partijen hebben de stichting op 10 december 1984 opgericht. De stichting werkt voor iedereen die werkzaam is (werkgevers én werknemers) in de bedrijfstak handel in bouwmaterialen. FCB CAO Sociale partners in de handel in bouwmaterialen zijn een CAO overeengekomen inzake het fonds collectieve belangen (FCB). Het doel van de stichting is het financieren en subsidiëren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen en in stand houden van goede arbeidsverhoudingen in de bedrijfstak. Bepalingen van de FCB CAO zijn algemeen verbindend verklaard voor de periode tot en met 31 december Dit betekent dat de regeling verplicht is voor alle werkgevers en werknemers in de handel in bouwmaterialen. De bijdrage komt geheel ten laste van de werkgever, zonder inhouding op het loon van de werknemer. Voor de financiering en subsidiëring van de activiteiten wordt van alle aangesloten werkgevers een bijdrage geheven. Voor 2008 is de bijdrage vastgesteld op 0,2% van het heffingsloon (premieloonsom Werkloosheidswet van het lopende jaar tot een maximum van 1,5 maal deze loonsom). Het bijdragepercentage is opgebouwd uit een activiteitenbijdrage van 0,1% en een bijdrage van 0,1% ter financiering van de opleidings- en werkgelegenheidsactiviteiten. De stichting heeft als doel het in de meest ruime zin van het woord bevorderen, (doen) uitvoeren en financieren van: goede arbeidsverhoudingen in de Handel in Bouwmaterialen; goede arbeidsomstandigheden in de Handel in Bouwmaterialen; een goede uitvoering en een zo goed mogelijk functioneren van de arbeidsvoorwaarden als overeengekomen in de betreffende CAO; een goede toepassing van de werking van de Wet op de ondernemingsraden; een optimale werking van de arbeidsmarkt in de Handel in Bouwmaterialen. De stichting heeft deze doelstellingen opgenomen in artikel 2 van de statuten van de stichting. De doelstellingen worden gerealiseerd door het bevorderen, (doen) uitvoeren en financieren van de volgende activiteiten: a. het verrichten van activiteiten om een juiste naleving en uitvoering van de in de bedrijfstak geldende collectieve arbeidsvoorwaarden te bewerkstelligen; b. het verrichten van werkzaamheden verbonden aan het bestuurlijke en financiële beheer van de Paritaire Commissie gericht op een juiste toepassing en regelmatige evaluatie van de in de bedrijfstak geldende collectieve arbeidsvoorwaarden door werkgevers, inclusief de daaraan verbonden werkgroepen en overige daaraan verbonden overlegvormen met uitzondering van CAO-overleg; c. het verrichten van werkzaamheden verbonden aan het bestuurlijke en financiële beheer van een Beroeps Commissie gericht op het doen beslechten van geschillen tussen werknemers en werkgevers omtrent de in de bedrijfstak geldende collectieve arbeidsvoorwaarden, de daaraan verbonden werkgroepen en overige daaraan verbonden overlegvormen met uitzondering van CAO-overleg; d. het geven van algemeen toegankelijke informatie en voorlichting over de in de bedrijfstak geldende collectieve arbeidsvoorwaarden alsmede het verrichten en publiceren van onderzoek naar deze voorwaarden c.q. voorgenomen wijzigingen van deze voorwaarden; e. het geven van algemeen toegankelijke informatie en voorlichting met betrekking tot de opleidingsmogelijkheden in de bedrijfstak; f. het verrichten van scholingsactiviteiten en vormings- en ontwikkelingswerk ten behoeve van werkgever en werknemer teneinde een goede werking van de arbeidsmarkt in de Handel in 73

75 Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen Bouwmaterialen te bewerkstelligen en de employability van werknemers in deze sector te verbeteren; g. de deelneming aan opleidingen en cursussen, alsmede het bevorderen van de kwaliteit hiervan, met het oog op de vakbekwaamheid van werknemers in de bedrijfstak; h. het ontwikkelen en verzorgen van opleidingsmethoden ten behoeve van scholingstrajecten voor werknemers in de bedrijfstak; i. het bevorderen van deelname door werknemers in de bedrijfstak aan scholingsactiviteiten ter vergroting van hun vaktechnische en commerciële kennis en vaardigheden alsmede het bevorderen van deelname door werkgevers aan scholingsactiviteiten gericht op de arbeidsverhoudingen binnen het bedrijf; j. het geven van algemeen toegankelijke informatie en voorlichting omtrent regelingen inzake arbeidsomstandigheden en arbobeleid; k. het geven van algemeen toegankelijke informatie en voorlichting en advies aan werkgevers en werknemers in de bedrijfstak over een juiste uitvoering van de Wet op de ondernemingsraden, zowel in het algemeen als in het bijzonder gericht op de taken die zijn toegewezen aan ondernemingsraden en andere vormen van overleg binnen de onderneming; l. het geven van algemeen toegankelijke informatie en voorlichting over reorganisaties en sociale plannen; m. het (doen) uitvoeren van activiteiten teneinde de reïntegratie van arbeidsongeschikte werknemers uit de bedrijfstak te bewerkstelligen. 74

76 JAARVERSLAG 2007 Bestuur en ondersteuning (31 december 2008) Het bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling. Het bestuur van de stichting bestaat uit drie vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie Koninklijke Vereniging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland en drie vertegenwoordigers van de gezamenlijke werknemersorganisaties (FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en De Unie). De functies van voorzitter en secretaris van het bestuur worden bekleed voor de periode van een jaar. Hierna wordt het lid dat als voorzitter heeft opgetreden secretaris en omgekeerd. De werkgeversorganisatie en de werknemersorganisaties leveren beurtelings de voorzitter. Op 31 december 2008 kent het bestuur de volgende samenstelling: Werkgeversleden: Plaatsvervanger: A.J.M. Ahout, secretaris 1) G. Mantel 1) A.W.M. Mourik 1) G. Mantel 1) H.P.F. Suy 1) G. Mantel 1) Werknemersleden: Plaatsvervangers: J.A.M. Bergervoet, voorzitter 2) R. van der Velde 2) M. den Heijer 3) G.B. Rijzinga 3) E.C.P. Lecomte 4) vacature 4) Respectievelijk aangewezen door: 1) Koninklijke Vereniging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland 2) FNV Bondgenoten 3) CNV Dienstenbond 4) De Unie: Vakbond voor Industrie en Dienstverlening Mutaties bestuur In 2008 zijn er geen mutaties in het bestuur geweest. Op 26 maart 2009 heeft FNV Bondgenoten kenbaar gemaakt dat de heer R. van der Velde terugtreedt als plaatsvervangend lid van het bestuur. Per dezelfde datum treedt mevrouw J.A.M. Bergervoet aan als plaatsvervangend lid van het bestuur en treedt zij terug als lid en voorzitter van het bestuur. Mevrouw I. van Duijn is door FNV Bondgenoten per 26 maart 2009 benoemd als lid van het bestuur en voorgedragen als voorzitter van het fonds in de plaats van mevrouw Bergervoet. Administrateur De operationele uitvoering (administratie en beheer van het vermogen) van de regeling heeft het bestuur uitbesteed. Syntrus Achmea Pensioenbeheer (voorheen PVF Achmea), Molenwerf 2-8, 1014 AG Amsterdam, voert de administratie uit. De condities zijn vastgelegd in een administratieovereenkomst. Accountant KPMG Accountants N.V. Burg. Rijnderslaan MC Amstelveen 75

77 Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen Bestuursverslag Bestuur Het bestuur heeft in het verslagjaar twee maal vergaderd. Maatschappelijk verantwoord ondernemen De stichting besteedt, net als andere ondernemingen, aandacht aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Doel daarvan is het informeren van belanghebbenden en het verantwoording afleggen over maatschappelijke verantwoordelijkheden. De rapportage over deze aspecten is op diverse plaatsen terug te vinden in het jaarverslag. Beleggingen In 2007 heeft het bestuur, gezien de geringe opbrengsten van de beleggingen, besloten het grootste gedeelte van deze beleggingen liquide te maken en op de rekening-courant te plaatsen. Het banksaldo wordt dagelijks in de gaten gehouden. Er wordt bepaald hoeveel liquide middelen moeten worden aangehouden om aan alle lopende verplichtingen te kunnen voldoen en hoeveel beschikbaar is om tijdelijk op een depositorekening te plaatsen. Het bestuur heeft in het verslagjaar geen andere besluiten genomen ten aanzien van het gedeelte met betrekking tot de beleggingen en de depositorekening. Aanpassing begroting 2008 Vanaf 1 januari 2007 ontvangen ouders geen kinderopvangbijdrage meer via Kintent, de uitvoeringsorganisatie met betrekking tot de kinderopvangregeling van de bedrijfstak, maar via de Belastingdienst. In het jaarverslag 2007 is aangegeven dat het bestuur nog een beslissing moet nemen over de afwikkeling van de ontvangen bijdragen over oude jaren. Het bestuur heeft in het verslagjaar besloten om de post voor toekenning van subsidie voor het uitvoeren van activiteiten rond kinderopvang te schrappen. De begroting 2008 is hierop aangepast. Vaststelling begroting 2009 Het bestuur heeft de begroting voor 2009 vastgesteld. De begroting is gespecificeerd overeenkomstig de doelstellingen van de stichting. HIBIN Opleidingen HIBIN Opleidingen zorgt voor een passend aanbod van opleidingen voor alle medewerkers in de handel in bouwmaterialen. HIBIN Opleidingen heeft een modulair en vakgericht onderwijsprogramma en een daarbij passende informatieve website. Door het opleidingsinstituut wordt een groot aantal commercieel-technische en aanvullende opleidingen georganiseerd. Deze cursussen zijn sterk praktijkgericht, met als doel het geleerde direct toe te kunnen passen. HIBIN Opleidingen informeert en adviseert bedrijven en werknemers bij al hun professionele ontwikkelingsvragen. Informatie over de inhoud van de cursussen van HIBIN Opleidingen en vele andere cursussen is te vinden op Het bestuur heeft net als in voorgaande jaren ook in het verslagjaar een belangrijke financiële bijdrage verstrekt aan HIBIN Opleidingen. Deze subsidieverstrekking gebeurt aan de hand van een ingediende begroting en het Beleid- en activiteitenplan HIBIN Opleidingen. Gedurende het verslagjaar heeft het bestuur het Beleid- en activiteitenplan van HIBIN Opleidingen beoordeeld. Na een akkoordverklaring is het plan genoteerd als nulmeting. Het bestuur heeft besloten elk jaar het Beleid- en activiteitenplan te evalueren. Het bestuur heeft besloten dat het geld dat niet overeenkomstig de begroting wordt besteed terugvloeit aan de stichting. Het bestuur moet namelijk op de juiste besteding van de verstrekte subsidie kunnen toezien. HIBIN Opleidingen kan zonodig gedurende het begrotingsjaar wel een aangepaste begroting indienen wanneer nieuwe projecten zich aandienen. 76

78 JAARVERSLAG 2007 Branchecampagne jongeren De werkgeversorganisatie Koninklijke HIBIN heeft een campagne ontwikkeld voor verbetering van het imago van de branche op de arbeidsmarkt, te weten de jongerencampagne. Voor de start van deze campagne en het verzoek om subsidie heeft de werkgeversorganisatie de ontwikkelde plannen voorgelegd aan het bestuur. Gedurende het verslagjaar heeft het bestuur de start van de jongerencampagne besproken. De start van de campagne was gekoppeld aan het tot stand komen van de cao voor het lopende jaar. Gelet op de kredietcrisis en het belang om gedegen financiële afwegingen te maken, is de jongerencampagne voorlopig opgeschort. Subsidieverlening voor reïntegratie Orbis Advies en Onderzoek biedt WAO ers en zieke werknemers ondersteuning bij het vinden van ander werk als er in het eigen bedrijf geen passend werk voor de arbeidsongeschikte werknemer beschikbaar is. In het verslagjaar heeft het bestuur wederom subsidie verleend voor het uitvoeren van werkzaamheden door Orbis. Vaststelling van het jaarverslag 2007 Het bestuur heeft het jaarverslag over het boekjaar 2007 goedgekeurd. Accountantsverklaring bij de door de aangesloten ondernemingen opgegeven loonsom De aangesloten ondernemingen betalen een jaarlijkse bijdrage van 0,2% van het heffingsloon. Het heffingsloon is gelijk aan het voor de onderneming van de werkgever geldende brutoloon SV over het voorafgaande kalenderjaar tot maximaal 1,5 x het maximumloon. Voor de afrekening verstrekken de aangesloten ondernemingen jaarlijks een opgave van de loonsom van de onderneming. Deze opgave wordt voor de vaststelling van de voorschotnota voor het volgende jaar trendmatig verhoogd. Het bestuur heeft in 2007 besloten om eens in de drie jaar bij de aangesloten ondernemingen een accountantsverklaring bij de loonsomopgave te eisen. In 2008 heeft het bestuur het verzoek tot het verstrekken van een accountantsverklaring per brief uitgevraagd. De stichting heeft hierop enkele bezwaren ontvangen. Het bestuur heeft juridisch advies ingewonnen ten aanzien van de behandeling van de bezwaren. Goedgekeurde subsidieverklaringen De instellingen die een subsidie van de stichting ontvangen, moeten een door een registeraccountant of accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid goedgekeurde subsidieverklaring overleggen, die gebaseerd moet zijn op een eerder overgelegde begroting. Op deze wijze wordt aan de vormvereisten voldaan waaraan CAO-fondsen moeten voldoen om voor algemeen verbindendverklaring in aanmerking te komen. De verantwoordingen zijn als bijlage bij de jaarrekening opgenomen. De ontvangen subsidieverklaringen liggen ter inzage bij Syntrus Achmea, Molenwerf te Amsterdam. 77

79 Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen 78

80 Jaarrekening 2008 Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen

2010: jaar van herstel

2010: jaar van herstel Verkort jaarverslag 2010 2010: jaar van herstel Hoe presteerde Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen in 2010? Wat waren de belangrijkste ontwikkelingen? In dit verkort jaarverslag

Nadere informatie

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen Verkort jaarverslag 2009 2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen Het jaar 2009 stond in het teken van het treffen van maatregelen om de financiële positie van het fonds weer op het gewenste

Nadere informatie

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Datum 15 juni 2012 1 Voorwoord

Nadere informatie

www.bpfhibin.nl Jaarverslag 2009

www.bpfhibin.nl Jaarverslag 2009 Jaarverslag 2009 Jaarverslag Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Inhoudsopgave Jaarverslag Voorwoord 4 Karakteristieken van het pensioenfonds Doelstelling 4 Profiel van

Nadere informatie

Jaarverslag. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen

Jaarverslag. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Jaarverslag 2010 Jaarverslag Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Inhoudsopgave Jaarverslag 1 Voorwoord 4 2 Karakteristieken van het pensioenfonds 5 Doelstelling 5 Profiel

Nadere informatie

TRANSPARANTIEDOCUMENT

TRANSPARANTIEDOCUMENT TRANSPARANTIEDOCUMENT Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS) Dit is een uitgave van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018 Januari 2018 1 Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het fonds zijn van overeenkomstige toepassing op dit reglement. Daarnaast gelden de volgende

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Reglement intern toezicht In werking 01-01-2019 Artikel 1. Begripsbepalingen: De begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds

Nadere informatie

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Reglement Verantwoordingsorgaan In werking 01-01-2010 Artikel 1. Begripsbepalingen De begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het

Nadere informatie

Pension Fund Governance TRANSPARANTIE DOCUMENT UITLEG GEKOZEN PRINCIPES VOOR GOED PENSIOENFONDSBESTUUR

Pension Fund Governance TRANSPARANTIE DOCUMENT UITLEG GEKOZEN PRINCIPES VOOR GOED PENSIOENFONDSBESTUUR Pension Fund Governance TRANSPARANTIE DOCUMENT UITLEG GEKOZEN PRINCIPES VOOR GOED PENSIOENFONDSBESTUUR Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen 19 februari 2008 Beschrijving van de bestuurskeuzes van

Nadere informatie

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland 1 Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland Inhoudsopgave 1. Profielschets lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland 2 1.1. Het pensioenfonds...

Nadere informatie

Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT

Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT Profiel van PMT Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) verzorgt de pensioenregeling voor de bedrijfstak Metaal en Techniek. In totaal zijn

Nadere informatie

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019 Profielschets lid Raad van Toezicht 20 mei 2019 71649 092004 1. INLEIDING Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf (hierna: Pensioenfonds Kappers) is het pensioenfonds voor de kappersbranche.

Nadere informatie

Taakopdracht, bevoegdheden en samenstelling commissies. van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Taakopdracht, bevoegdheden en samenstelling commissies. van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Taakopdracht, bevoegdheden en samenstelling commissies van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Versie: mei 2013 1 Visitatiecommissie De visitatiecommissie heeft

Nadere informatie

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland 1 Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland Versie 1 juli 2017 Inhoudsopgave 1. Profielschets lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland

Nadere informatie

Bestuur. Deelnemers: 2 Pensioengerechtigden:3 Werkgevers 2. Verantwoording en medezeggenschap

Bestuur. Deelnemers: 2 Pensioengerechtigden:3 Werkgevers 2. Verantwoording en medezeggenschap Governance Algemeen Het bestuur van het fonds streeft als eindverantwoordelijk uitvoerder van de door sociale partners overeengekomen pensioenregeling naar een optimale kwaliteit, zorgvuldigheid en openheid

Nadere informatie

Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds Wonen

Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds Wonen Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds Wonen Dit is een uitgave van Stichting Pensioenfonds Wonen Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Pensioenfonds Wonen

Nadere informatie

van Mensen voor Mensen jaarverslag 2011

van Mensen voor Mensen jaarverslag 2011 van Mensen voor Mensen jaarverslag 2011 stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen 2011 downloadable versie (pdf) Pensioen? Daar doe ik niet aan. Ik werk gewoon door zo lang ik

Nadere informatie

Reglement deelnemersraad BPF Bouw

Reglement deelnemersraad BPF Bouw Reglement deelnemersraad BPF Bouw Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: Stichting: Bestuur: Statuten: Pensioenreglement: Deelnemers: Pensioengerechtigden: Stichting Bedrijfstakpensioenfonds

Nadere informatie

Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de. lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen;

Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de. lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen; Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen Het bestuur, gelet op artikel 33 van de Pensioenwet; gelet op de Code Pensioenfondsen,

Nadere informatie

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018 Profielschets lid Raad van Toezicht 6 maart 2018 71649 092004 1. INLEIDING In dit document zijn achtereenvolgens de kenmerken van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf (Bpf Kappers)

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Reglement Raad van Toezicht van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Vastgesteld 22-12-2016 Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 3 Artikel 1 - Begripsomschrijvingen...

Nadere informatie

a. het bestuur: het bestuur van de stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel.

a. het bestuur: het bestuur van de stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel. HUISHOUDELIJK REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Artikel 1. Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen zoals opgenomen in de statuten van toepassing. In aanvulling op de statuten

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie Pagina: 2 Artikel 1. Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten en het pensioenreglement

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Reglement Verantwoordingsorgaan. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Reglement Verantwoordingsorgaan van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Februari 2014 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Artikel 1 - Samenstelling van het

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw

Nadere informatie

stichting pensioenfonds wonen

stichting pensioenfonds wonen stichting pensioenfonds wonen Verkort Jaarverslag 2007 Kerncijfers Aantallen per 31-12 2007 2006 Werkgevers 4.331 4.161 Deelnemers 33.009 31.705 Gewezen deelnemers 70.948 62.860 Gepensioneerden 8.468 7.735

Nadere informatie

van mensen voor mensen jaarverslag 2011 stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen

van mensen voor mensen jaarverslag 2011 stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen van mensen voor mensen jaarverslag 2011 stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen 2011 Pensioen? Daar doe ik niet aan. Ik werk gewoon door zo lang ik kan. Achter de geraniums

Nadere informatie

Transparantiedocument organisatie van pensioenfonds VLEP

Transparantiedocument organisatie van pensioenfonds VLEP Transparantiedocument organisatie van pensioenfonds VLEP Dit is een uitgave van Stichting Pensioenfonds juni 2014 Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van de Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620 Artikel 1 Inleiding De wijze waarop de Stichting Pensioenfonds SMIT wordt bestuurd ligt op hoofdlijnen vast in de statuten. In dit bestuursreglement wordt hier verder invulling aan gegeven. Het bestuursreglement

Nadere informatie

Functieprofiel lid verantwoordingsorgaan

Functieprofiel lid verantwoordingsorgaan Functieprofiel lid verantwoordingsorgaan 1. Algemene kenmerken van het pensioenfonds Stichting Pensioenfonds Achmea (SPA) is een ondernemingspensioenfonds dat de Achmea pensioenregelingen uitvoert voor

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland.

Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in Artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds zijn van overeenkomstige toepassing op dit

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten 16 december 2016 1 Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan

Reglement Verantwoordingsorgaan Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1 Definities In dit reglement worden geacht te zijn overgenomen de definities van de statuten, terwijl voorts wordt verstaan onder: a. Selectiecommissie De commissie

Nadere informatie

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Voorwoord In dit

Nadere informatie

Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds

Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds 1. Algemene kenmerken Het bestuur van de Stichting Notarieel Pensioenfonds (SNPF) is

Nadere informatie

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds PROFIELSCHETS NIET UITVOEREND BESTUURDER Stichting Stichting behoort tot de grootste ondernemingspensioenfondsen van Nederland met een belegd vermogen van bijna 18 miljard euro. Het pensioenfonds voert

Nadere informatie

Stichting Norit Pensioenfonds

Stichting Norit Pensioenfonds Stichting Norit Pensioenfonds Communicatieplan 2017-2019 Dit communicatieplan is voorbereid door de werkgroep communicatie van Stichting Norit Pensioenfonds en vastgesteld door het bestuur. Amersfoort,

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE DRANKINDUSTRIE mei 2009 B EGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Definities Dit reglement verstaat onder: fonds: bestuur:

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens 1 Artikel 1. Definities Fonds Stichting Pensioenfonds Equens Werkgever Equens SE Bestuur Het bestuur van het Fonds Verantwoordingsorgaan Het

Nadere informatie

2. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit drie personen. Het bestuur benoemt de leden van het Verantwoordingsorgaan.

2. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit drie personen. Het bestuur benoemt de leden van het Verantwoordingsorgaan. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Reglement voor het Verantwoordingsorgaan 1. Het bestuur legt verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan over het beleid, de wijze waarop het beleid is uitgevoerd

Nadere informatie

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV).

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV). REGLEMENT BELEGGINGSCOMMISSIE voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV). Artikel 1 Vaststelling en reikwijdte Dit reglement geeft, in aanvulling op de statuten,

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Reglement Verantwoordingsorgaan 1 REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het fonds zijn van overeenkomstige toepassing

Nadere informatie

Profielschets lid Verantwoordingsorgaan oktober 2016

Profielschets lid Verantwoordingsorgaan oktober 2016 71649 092004 Profielschets lid Verantwoordingsorgaan oktober 2016 postadres postbus 3183 3502 GD Utrecht telefoon (030) 245 39 22 fax (030) 245 35 72 KvK 41178959 1. INLEIDING In dit document zijn achtereenvolgens

Nadere informatie

Strengere regels voor pensioenfondsen

Strengere regels voor pensioenfondsen Pensioenflits Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie + Verkort jaarverslag November 2015 De Pensioenflits is een uitgave van uw Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie

Nadere informatie

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en

Nadere informatie

Wet versterking bestuur pensioenfondsen

Wet versterking bestuur pensioenfondsen Wet versterking bestuur pensioenfondsen Presentatie voor het Platform Deelnemersraden Drs. Harrie J.P. Penders 12 april 2013 Leerdoelen inzicht bieden in het wetsvoorstel (sheet 3 24) inzicht bieden in

Nadere informatie

de aangesloten onderneming volgens de statuten van het pensioenfonds; de personen, in dienst van de werkgever.

de aangesloten onderneming volgens de statuten van het pensioenfonds; de personen, in dienst van de werkgever. REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities Bestuur: Ondernemingsraad: Pensioenreglement: Statuten: Uitvoeringsovereenkomst: Vereniging van gepensioneerden:

Nadere informatie

PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN

PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN bpfhibin.nl stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen Aan welk profiel moet ik voldoen? Wat is het doel van de functie? Wat is het profiel

Nadere informatie

Verkort Jaarverslag 2014

Verkort Jaarverslag 2014 Verkort Jaarverslag 2014 Het bestuur: de pensioenwereld blijft in beweging Ook in 2014 stond de pensioenwereld niet stil. Het bestuur volgde alle actuele politieke en maatschappelijke ontwikkelingen op

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van Stichting Brocacef Pensioenfonds van

Nadere informatie

27 september Deelnemersvergadering

27 september Deelnemersvergadering 27 september 2007 Deelnemersvergadering Kernpunten 2006 Goed jaar, dekkingsgraad van 117,1% naar 122,7% Geen herstelplan meer nodig in 2007 Indexatie in 2006 verleend over 2005 van: - 0,63% voor de actieve

Nadere informatie

4. Bestuurders van het fonds kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan.

4. Bestuurders van het fonds kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Astellas Definities Artikel 1 a. (Pensioen)fonds: Stichting Pensioenfonds Astellas; b. Bestuur: Het bestuur van het fonds; c. Verantwoordingsorgaan;

Nadere informatie

Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen

Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen 9 september 2014 Reglement verantwoordingsorgaan SPD 1 van 7 Artikel 1. Definities Bestuur: Deelnemer: Pensioengerechtigde: Intern

Nadere informatie

Brochure. Pensioenfonds DSM Nederland

Brochure. Pensioenfonds DSM Nederland Brochure Pensioenfonds DSM Nederland Pensioenfonds DSM Nederland (PDN) Het bestuur van PDN Het bestuur van PDN bestaat uit maximaal acht leden. Van deze acht leden zijn: vier leden (inclusief voorzitter)

Nadere informatie

VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN

VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Leeswijzer voorbeeld reglement verantwoordingsorgaan Met onder meer dit voorbeeld document geeft OPF invulling aan de Services voor de aangesloten ondernemingspensioenfondsen.

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds. voor. Verloskundigen

Stichting Pensioenfonds. voor. Verloskundigen REGLEMENT BELEGGINGSADVIESCOMMISSIE Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen Datum: 8 oktober 2018 REGLEMENT BELEGGINGSADVIESCOMMISSIE BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Waar in dit reglement aanduidingen

Nadere informatie

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Kenmerken Fonds Stichting Pensioenfonds ING (hierna: het Fonds) is op 1 januari

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement

Huishoudelijk reglement Huishoudelijk reglement van het bestuur en bestuurscommissies Vastgesteld door het bestuur van BPF Schoonmaak op 21 maart 2018. Pagina 1 van 7 Inhoudsopgave Pagina Artikel 1. Procedure bij voordracht van

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. [Versie 1 januari 2019]

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. [Versie 1 januari 2019] REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT [Versie 1 januari 2019] ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen zoals opgenomen in de statuten van Stichting Pensioenfonds Achmea van

Nadere informatie

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie. Van het SPAN bestuur De maand mei staat in het teken van het afronden van het SPAN jaarverslag over 2012. Eind deze maand verwachten we dat het verslag wordt goedgekeurd door actuaris en accountant. Het

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht

Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht De hoofdpunten uit het jaarverslag van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (SPV) behandelen we aan de hand van 10 vragen en antwoorden. Een volledig exemplaar

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement

Huishoudelijk reglement Huishoudelijk reglement van het bestuur en bestuurscommissies Vastgesteld door het bestuur van BPF Schoonmaak op 28 juni 2016. Pagina 1 van 7 Inhoudsopgave Pagina Artikel 1. Procedure bij voordracht van

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ABP

REGLEMENT VOOR HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ABP REGLEMENT VOOR HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ABP Het bestuur van Stichting Pensioenfonds ABP, Gelet op artikel 18 lid 4 laatste zin, van de statuten van Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

In september 2016 werd het contract met Syntrus Achmea Pensioenbeheer opgezegd. In 2017 werd een nieuwe pensioenuitvoeringsorganisatie

In september 2016 werd het contract met Syntrus Achmea Pensioenbeheer opgezegd. In 2017 werd een nieuwe pensioenuitvoeringsorganisatie 2017in vogelvlucht Deelnemers Financieel Beleggingen Kosten Communicatie In juni 2018 hebben we ons jaarverslag 2017 uitgebracht. We hebben de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 voor u samengevat. Het

Nadere informatie

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Autoriteit Financiële Markten

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Autoriteit Financiële Markten Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Autoriteit Financiële Markten Artikel 1. Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. bestuur: het bestuur van het fonds; b. deelnemer:

Nadere informatie

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS OPENBARE BIBLIOTHEKEN

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS OPENBARE BIBLIOTHEKEN REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS OPENBARE BIBLIOTHEKEN VERSIE 28 APRIL 2015 Definities Op dit reglement zijn de begripsbepalingen van de statuten van Stichting Pensioenfonds Openbare

Nadere informatie

Artikel 1 - Definities

Artikel 1 - Definities Reglement Verantwoordingsorgaan Versie BV 21 december 2016 Artikel 1 - Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Pensioenfonds: Bestuur: het bestuur van het Pensioenfonds Verantwoordingsorgaan:

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Verkort voor de Betonproductenindustrie jaarverslag 2012 Hoe verliep 2013 voor ons pensioenfonds? Wat waren de belangrijkste onderwerpen? Behaalde het fonds de gewenste

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Verkort jaarverslag 2013 Wat waren in 2013 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2013. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

Competentievisie verantwoordingsorgaan. Juli 2014

Competentievisie verantwoordingsorgaan. Juli 2014 Competentievisie verantwoordingsorgaan Juli 2014 Versie 1.0 1 juli 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Competentievisie...3 Hoofdstuk 2 Profiel van het fonds...3 Hoofdstuk 3 Profiel verantwoordingsorgaan...3

Nadere informatie

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014 Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014 2 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Achtergrond Wet versterking bestuur pensioenfondsen 3. Wet versterking bestuur pensioenfondsen 4. Wijzigingen

Nadere informatie

VERANTWOORDINGORGAAN

VERANTWOORDINGORGAAN VERANTWOORDINGORGAAN INHOUD Het verantwoordingsorgaan Governance Hoe past het verantwoordingsorgaan daarin? Besturen van pensioenfondsen en FNV Hoe past een verantwoordingsorgaan daarin? Relatie FNV en

Nadere informatie

van mensen voor mensen verkort jaarverslag 2011 stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen

van mensen voor mensen verkort jaarverslag 2011 stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen van mensen voor mensen verkort jaarverslag 2011 stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen 2011 Inhoudsopgave 1. Voorwoord Pagina 3 Pagina 6 2. over het pensioenfonds en het bestuur

Nadere informatie

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting IKEA Pensioenfonds Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a) Bestuur: het bestuur van het fonds. b) Code Pensioenfondsen: de Code opgesteld

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument Stichting Pensioenfonds Ahold (versie: 28 april 2015) Hoofdstuk 1 - Inleiding 1.1 Voorwoord Stichting Pensioenfonds Ahold is de financiële dienstverlener voor Koninklijke Ahold N.V.

Nadere informatie

VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. (versie 3 april 2007)

VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. (versie 3 april 2007) VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN (versie 3 april 2007) Leeswijzer voorbeeld reglement verantwoordingsorgaan Met onder meer dit voorbeeld document geeft OPF invulling aan de Services voor de aangesloten

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf datum 18 februari 2016 Voorwoord In dit

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2012

Verkort jaarverslag 2012 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie Hoe was 2012 voor ons pensioenfonds? Wat waren de belangrijkste onderwerpen? Is het beleid veranderd? Heeft het fonds goede resultaten

Nadere informatie

Terugblik 2011 in cijfers

Terugblik 2011 in cijfers Terugblik 2011 in cijfers U vindt hier een samenvatting van het jaarverslag 2011. Het volledige jaarverslag kunt u downloaden via www.pensioenfondsricohnederland.nl. Financiële situatie Door de kredietcrisis

Nadere informatie

PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019.

PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019. PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019. 1. Het Pensioenfonds Bpf MITT Bpf MITT is opgericht met het doel de pensioenregelingen van de aangesloten werkgevers uit te voeren. Het

Nadere informatie

Reglement Visitatiecommissie Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Reglement Visitatiecommissie Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Versie: 2014-01 Pagina 1/5 INHOUDSOPGAVE Artikel 1. Definities...3 Artikel 2. Organisatie, taken en bevoegdheden...3 Artikel 3. Samenstelling van de Visitatiecommissie...4 Artikel 4. Werkwijze en rapportage...4

Nadere informatie

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008 Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008 blad 1 van 7 Het Metro Pensioenfonds Hieronder eerst een aantal bijzonderheden over het Metro Pensioenfonds. Het Metro Pensioenfonds is opgericht

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan (definitief) Bedrijfstakpensioenfonds voor de drankindustrie

Huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan (definitief) Bedrijfstakpensioenfonds voor de drankindustrie Huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan (definitief) Bedrijfstakpensioenfonds voor de drankindustrie Juli 2014 Artikel 1 Begripsbepalingen Definities Dit reglement verstaat onder: fonds:

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Financieel crisisplan Inleiding In Artikel 145 van de Pensioenwet wordt voorgeschreven dat de ABTN een financieel crisisplan moet bevatten. Artikel 29b van het besluit FTK geeft hier een nadere uitwerking

Nadere informatie

Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat. Reglement Deelnemersraad

Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat. Reglement Deelnemersraad Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat Reglement Deelnemersraad Artikel 1. Begripsomschrijvingen Dit reglement verstaat onder: fonds : de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor

Nadere informatie

Profielschets lid van het bestuur

Profielschets lid van het bestuur Profielschets lid van het bestuur Algemene kenmerken Stichting Prepensioenfonds voor de Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen (PRETEX) dat met ingang van 2002 is opgericht, is per 1 januari

Nadere informatie

stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel Verkort jaarverslag 2007

stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel Verkort jaarverslag 2007 stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel Verkort jaarverslag 2007 Voorwoord Het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Detailhandel heeft de ontwikkelingen, die zich in 2006

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement In dit huishoudelijk reglement gelden dezelfde begripsbepalingen als in de statuten van het fonds. Daar waar in dit document over statuten

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan, d.d. 25 september Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting Pensioenfonds Equens

Reglement Verantwoordingsorgaan, d.d. 25 september Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting Pensioenfonds Equens Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens 1 Artikel 1. Definities Fonds Werkgever Bestuur Verantwoordingsorgaan Visitatiecommissie Deelnemer Pensioengerechtigde Aangesloten onderneming

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. SPAN Verantwoordingsorgaan

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. SPAN Verantwoordingsorgaan SPAN Verantwoordingsorgaan Versie: 8 Goedgekeurd door het bestuur Datum: 10-11-2017 Inhoud Inleiding... 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Samenstelling verantwoordingsorgaan... 3 Artikel

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA Reglement Raad van Toezicht SPA Versie 1 juli 2016 ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen zoals opgenomen

Nadere informatie

Pensioenfonds DSM Nederland. Versie

Pensioenfonds DSM Nederland. Versie Pensioenfonds DSM Nederland Versie 11-07-2017 Versie 11-07-2017 Pensioenfonds DSM Nederland (PDN) Het bestuur van PDN Het bestuur van PDN bestaat uit maximaal acht leden. Van deze acht leden zijn: vier

Nadere informatie