CAO VUT Pensioen Scholing Saplu JAARVERSLAG 2012

Transcriptie

1 JAARVERSLAG 2012 adres : Kokermolen 11, Houten corr.adres : Postbus 331, 3990 GC Houten telefoon : telefax : info@szpluimvee.nl website :

2 2

3 VOORWOORD Een biezonder jaar in vele opzichten. De financiële en politieke crisis in Europa kende z'n hoogtepunt in een Grieks drama. De uitkomst daarvan zou op voorhand bepalend zijn voor het voortbestaan van de Europese unie. De waarde van de euro stond ter discussie. Tegenstanders wilden terug naar de gulden, voorstanders lieten niet na de euro als basis voor onze welvaart te bestempelen. Niet ontkend kan worden dat die ene markt met vrij verkeer van kapitaal, goederen en personen ook voor onze pluimveesector een groot goed is. Niet dat Griekenland een uitzonderlijk exportland is, maar je moet er toch niet aan denken dat bij het uiteen vallen van die ene markt we weer worden geconfronteerd met tal van protectionistische maatregelen. Vrij verkeer van personen vroeg ook om extra aandacht. Inzet van collega's uit Moe-landen vroeg om strakke regelgeving om zodoende uitholling van arbeidsvoorwaarden te voorkomen. Een verantwoordelijkheid van werknemers en werkgevers. Het lukte de sociale partners niet om in het verslagjaar afspraken te maken voor een nieuwe cao. De standpunten waren te divers en niet te overbruggen. Sinds mei van dat jaar dus een cao-loos tijdperk. Een geweldige uitdaging voor het komend jaar. Voor beide partijen van uitzonderlijk belang. Drs. Jos Ramekers Voorzitter 3

4 4

5 INHOUD VOORWOORD... 3 INHOUDSOPGAVE... 5 Pagina 1 SOCIALE ZAKEN PLUIMVEE INDUSTRIE - inleiding voorzitter secretaris secretariaat OVERLEGORGANEN Georganiseerd Overleg Cao-overleg CAO Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie regeling WGA-verzekering Sociaal handboek voor poeliers en wildhandelaren Arbocatalogus USB-stick scholing Overige punten Samenstelling Geschillencommissie algemeen samenstelling Werkgroep kwaliteit van de arbeid Harmonisatieoverleg pluimvee Wajong Ouderenbeleid Protocol respectvolle omgang Samenstelling Werkgroep WGA-verzekering DE BEDRIJFSGENOTEN - slachterijen pluimveeverwerkende bedrijven ADRESSEN

6 6

7 1 SOCIALE ZAKEN PLUIMVEE INDUSTRIE INLEIDING Sociale Zaken Pluimvee Industrie is een gezamenlijk initiatief van de werkgevers- en werknemersorganisaties in de pluimveeverwerkende industrie, NEPLUVI, CNV Vakmensen en FNV Bondgenoten. Deze organisaties vormen het Georganiseerd Overleg over sociale aangelegenheden in de sector. Het Georganiseerd Overleg (G.O.) wordt als belangrijkste orgaan aangemerkt. Binnen het GO komen de cao's voor de sector tot stand. Naast de reguliere cao (de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor werknemers werkzaam in de Pluimveeverwerkende Industrie) kunnen worden genoemd de Collectieve Arbeidsovereenkomst inzake Vervroegde Uittreding voor werknemers werkzaam in de Pluimveeverwerkende Industrie en de Collectieve Arbeidsovereenkomst Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie, kortheidshalve genoemd respectievelijk cao pluimvee, cao en cao scholing. sactiviteiten en vervroegd uittreden zijn ondergebracht in afzonderlijke stichtingen, die elk haar eigen jaarverslag uitbrengen. VOORZITTER De voorzitter, die ook verantwoordelijk is voor de aansturing van het sociaal secretariaat, wordt gekozen door het G.O. In het jaar 2012 vervult de heer drs. J.J. Ramekers uit Zoetermeer het voorzitterschap van het G.O. en tevens van Sociale Zaken Pluimvee Industrie. SECRETARIS Ronald Kerkmeijer uit Driebergen is secretaris van het G.O. en van Sociale Zaken Pluimvee Industrie. SECRETARIAAT De secretariaatswerkzaamheden worden uitgevoerd door Sociale Zaken Pluimvee Industrie, gevestigd in Houten. In het jaar 2012 wordt het secretariaat gevoerd door Ronald Kerkmeijer en Sharon Wolf-de Jonge. Het secretariaat van het G.O. wordt gevoerd door Sociale Zaken Pluimvee Industrie. Deze organisatie functioneert als aanspreekpunt voor alle activiteiten op het gebied van sociale aangelegenheden in de pluimveeverwerkende industrie. 7

8 8

9 2 OVERLEGORGANEN A. GEORGANISEERD OVERLEG In het Georganiseerd Overleg is in het verslagjaar gesproken over een groot aantal onderwerpen. De belangrijkste zaken daaruit worden hier vermeld. CAO-OVERLEG Na een cao-loos tijdperk van één jaar zijn in het voorjaar van 2012 de onderhandelingen afgerond over een cao per 1 mei Dit akkoord over een cao met een looptijd van 1 mei 2012 tot 1 mei 2013 is gesloten tussen de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie NEPLUVI, CNV Vakmensen en FNV Bondgenoten. De wijziging van de cao betreft de volgende onderdelen. Uitgangspunt van de cao per 1 mei 2012 is de loontabel per 1 januari 2011, waarbij de lonen, ter overbrugging van het cao-loze jaar, conform het advies van NEPLUVI van 14 oktober 2011 worden verhoogd met 1%. Looptijd De CAO kent een looptijd van een jaar, van 1 mei 2012 tot en met 30 april Inkomen Per 1 juli 2012 worden de loontabellen structureel verhoogd met 2,0%. De loontabellen per deze datum zijn eveneens bijgevoegd. Zaterdagtoeslag De zaterdagtoeslag wordt aangepast en kent een toeslag op het basisuurloon van: a. 50% voor de uren van uur tot uur; b. 25% voor de uren van uur tot uur; c. 50% voor de uren van uur tot uur; d. 100% voor de uren na uur. Spaarloonregeling De spaarloonregeling is als gevolg van wettelijke bepalingen komen te vervallen. Werkingssfeer In de werkingssfeer wordt voor het criterium voor uitleenbedrijven de aanbeveling van de Stichting van de Arbeid gevolgd. Dit houdt in, dat uitleenbedrijven die voor meer dan 75% activiteiten verrichten in de pluimveeverwerkende industrie geheel onder de werkingssfeer van de cao vallen. Beëindiging arbeidsovereenkomst Voor werknemers die met pensioen gaan wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd op de dag waarop aan de werknemer recht heeft op een AOW-uitkering. Dagvenster Bij de arbeidsduur en arbeidstijden in artikel 8 wordt de eindtijd van het dagvenster gewijzigd van uur in uur. Vakantie- en snipperdagen De vakantiewetgeving zal worden aangepast aan de nieuwe wetgeving, zoals deze per januari 2012 geldt. Aanvullend op de nieuwe wetgeving is de verjaringstermijn van het verlof gesteld op 5 jaar. Opbouw van vakantiedagen tijdens arbeidsongeschiktheid is niet meer beperkt tot zes 9

10 maanden maar strekt zich uit tot de gehele loondoorbetalingsperiode. Er mag ook verlof worden afgeboekt indien de werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid met vakantie gaat. Dit afboeken mag alleen als de arbo-arts beoordeelt of de voorgenomen vakantie het herstel niet belemmert en of de werknemer redelijkerwijs in staat is om met vakantie te gaan. Werkgelegenheid Werkgevers en vakorganisaties kunnen op decentraal niveau overleggen over de doelstelling tot het terugdringen van het aantal uitzendkrachten in combinatie met het vergroten van de interne flexibiliteit. Voor zover het afwijkingen van de cao betreft zullen deze bij het Georganiseerd Overleg worden ingebracht en besproken. Arbocatalogus pluimvee In de pluimveeverwerkende industrie is door het Georganiseerd Overleg een Arbocatalogus pluimvee afgesproken over de onderwerpen machineveiligheid, mesveiligheid en RSI. In de cao wordt een verwijzing naar deze catalogus opgenomen. De Arbocatalogus is goedgekeurd door de Arbeidsinspectie en is terug te vinden op de website PROTOCOLAFSPRAKEN Er zijn drie protocolafspraken gemaakt, over Wajong, ouderenbeleid en omgangsvormen. Wajong Inspanningsverplichting tot plaatsing van 10 wajongers. Door het Georganiseerd Overleg wordt aan de Werkgroep kwaliteit van de arbeid de opdracht gegeven om realisatie te bevorderen. Contacten tussen organisaties en werkgevers mogelijk maken. Ouderenbeleid Er zal een studie worden verricht naar 80% werken, 90% inkomen en 100% pensioenopbouw, in samenhang met ouderendagen. Onderdeel van de studieopdracht is een mogelijkheid om te komen tot één systematiek. De studieopdracht zal door het G.O. worden vastgelegd. Protocol respectvolle omgang In de cao wordt in het belang van goede omgangsvormen, als onderdeel van het arbobeleid in de bedrijven in de sector, een protocol respectvolle omgang opgenomen. Ongewenste omgangsvormen bederven de werksfeer en kunnen de gezondheid, het zelfvertrouwen en de prestaties van medewerkers aantasten en daarmee ook de kwaliteit van de dienstverlening door het bedrijf. De werkgevers- en werknemersorganisaties hebben de regeling ongewenste omgangsvormen voor de pluimveeverwerkende industrie tot stand gebracht waarmee ongewenst gedrag in de bedrijven bespreekbaar wordt gemaakt. Algemeen verbindendverklaring De cao is op 20 augustus 2012 algemeen verbindend verklaard door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Publicatie vond plaats in de Staatscourant van 23 augustus 2012 (Nr ). 10

11 CAO FONDS COLLECTIEVE BELANGEN VOOR DE PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE De CAO Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie kent een looptijd van 1 januari 2009 tot en met 31 december Deze cao is algemeen verbindend verklaard door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De premie voor de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie wordt geïnd door het secretariaat van de Stichting in Houten. De hoogte van deze premie voor 2012 is gelijk aan de premie in 2011: 0,5% van het SV-loon. De besteding van deze premie is beschreven in het jaarverslag van de Stichting. PENSIOENREGELING De pensioenregeling voor de werknemers in de pluimveeverwerkende industrie is ondergebracht bij de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Vlees- en Vleeswarenindustrie en de Gemaksvoedingindustrie (VLEP). Administrateur van de regeling is Syntrus Achmea beheer B.V. in De Meern. De premie is in het verslagjaar in totaal 23,3%. De verdeling tussen werkgevers en werknemers is respectievelijk 13,6% en 9,7%. In het G.O. is gedurende het gehele verslagjaar gesproken over de zorgwekkende toestand van de pensioenen. De dekkingsgraad is erg laag en met een herstelplan moet binnen enkele jaren de dekkingsgraad weer op een niveau van minimaal 105 zijn gebracht. In het bestuur van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor Vlees, Vleeswaren, Gemaksvoeding en Pluimvee (BPF VLEP) wordt volop gesproken over een crisisplan als gevolg van de problematiek van het pensioenfonds. Er is sprake van een te lage dekkingsgraad, waardoor vergaande ingrepen nodig zijn. Er wordt gesproken over de verschillende scenario s. Daarbij kan worden gedacht aan een hogere premie, een lagere opbouw en/of een aankondiging tot afstempelen. Verder kan worden gemeld, dat vanaf 2012 geen prepensioenpremie meer wordt geïnd; deze premie wordt omgezet in een pensioenpremie. Bij prepensioen is geen sprake van een franchise. Dit leidt tot een ander percentage voor pensioenpremie. De 3,5% prepensioenpremie is ongeveer 5,3% pensioenpremie. Eerder is al besloten om de pensioenpremie op het moment van omzetting van de prepensioenregeling te verhogen van 17 naar 20%. De overige 2,3% van de prepensioenpremie is bedoeld voor de financiering van overgangsmaatregelen van werknemers geboren in de jaren 1950 tot WGA-VERZEKERING De uitvoering van de WGA-verzekering is door de sociale partners ondergebracht bij de Stichting SAPLU. Deze stichting is in 2012 geliquideerd en de activiteiten voor deze verzekering zijn voortgezet door de Werkgroep WGA verzekering. Hiervoor wordt u verwezen naar onderdeel d van dit jaarverslag. 11

12 SOCIAAL HANDBOEK VOOR POELIERS EN WILDHANDELAREN Zoals in eerdere jaarverslagen al gemeld, heeft de Nederlandse Bond van Poeliers en Wildhandelaren voor de poeliers een sociaal handboek opgesteld, waarin arbeidsvoorwaarden zijn opgenomen. Met de bond is overleg gevoerd over de mogelijke samenwerking om te komen tot een gezamenlijke cao. Dit heeft als voordeel dat de arbeidsvoorwaarden voor de gehele pluimveeverwerkende sector identiek zijn. In een afzonderlijk hoofdstuk van de cao zou specifiek aandacht kunnen worden besteed aan detailhandelsactiviteiten. De NBPW denkt ook na over een eigen cao voor poeliersbedrijven. De gesprekken over de werkingssfeer van de cao zijn gaande. De Nederlandse Bond van Poeliers en Wildhandelaren beraadt zich intern over de activiteiten, welke kunnen worden beschouwd als detailhandelsactiviteiten. Daarna zal het overleg met het Georganiseerd Overleg worden vervolgd. ARBOCATALOGUS In 2012 is, op advies van de Werkgroep arbocatalogus en met instemming van het Georganiseerd Overleg, in samenwerking met het onderzoekbureau IRAS en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een onderzoek naar biologische agentia uitgevoerd in de sector. Dit thema gaat in op de risico s voor medewerkers die in de pluimveeverwerkende industrie in aanraking komen met ziektekiemen. Het is voor het eerst dat in een arbocatalogus aandacht is voor deze risico s. Ziektekiemen en andere biologische stoffen die dieren bij zich dragen, kunnen mensen die met deze dieren werken ziek maken. Als mogelijk risicovolle biologische agentia worden door onderzoekers onder meer de bekende bacteriën Campylobacter, Salmonella en MRSA genoemd. De pluimveesector vraagt zich af in hoeverre deze risico s in de dagelijkse (arbo) praktijk een echt probleem vormen. Daarom wordt eerst onderzocht voor welke biologische agentia dat in de pluimveeslachterijen aan de orde is. De resultaten van dit onderzoek zijn leidend voor het vaststellen van speerpunten in het arbobeleid, die vervolgens worden vertaald in concrete maatregelen voor de arbocatalogus. Tijdens bezoeken aan vier verschillende bedrijven is gekeken welke biologische agentia een risico vormen binnen de pluimveeverwerkende industrie. Daarnaast is vastgesteld in welk deel van het verwerkingsproces deze agentia een rol spelen. Ook is gekeken naar de manier waarop medewerkers met deze agentia in aanraking kunnen komen, te weten via de handen, via de lucht of via de mond. Uit het onderzoek blijkt dat vooral bij het aanhangen van pluimvee en bij de schoonmaak werknemers een risico lopen op blootstelling van het inademen van stof of waterdamp met ziekmakende bacteriën. In de Arbocatalogus zijn maatregelen opgenomen om de blootstelling sterk te verminderen, zoals afzuiging en beschermingsmiddelen. Sommige bedrijven passen die maatregelen overigens al geheel of gedeeltelijk toe. Verder blijkt dat er op alle afdelingen risico s bestaan voor opname via de huid en via de 12

13 mond. Als de hygiëneprotocollen in de bedrijven worden aangescherpt zijn deze risico s ook sterk terug te dringen. In de Arbocatalogus is een gezond hygiëneprotocol beschreven. Ook hier zijn enkele richtlijnen en goede praktijken uit de sector opgenomen. Tot slot is er een rekenmodel gemaakt, waarmee per werkplek berekend kan worden welke invloed maatregelen hebben op de blootstelling. Het onderdeel dat over biologische agentia gaat, wordt aan de arbocatalogus pluimvee toegevoegd. Aan het einde van het verslagjaar was deze tekst nog niet beschikbaar. Verder wordt gewerkt aan het communicatietraject, de verbetering van de leesbaarheid van de arbocatalogus en onderhoud aan de website. De begeleiding van de Arbocatalogus gebeurt door de Werkgroep Arbocatalogus Pluimveeindustrie. In de werkgroep zijn vertegenwoordigd: - vakbonden met kaderleden van FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen, Plukon Goor B.V. en Plukon Dedemsvaart B.V. - werkgevers: Plukon Goor B.V., M. Ruig & Zonen B.V. en 2 Sisters Storteboom B.V., Het Productschap Pluimvee en Eieren heeft als projectleider opgetreden. De werkgroep rapporteert aan het Georganiseerd Overleg. USB-STICK SCHOLING Na een intensieve voorbereidingsfase is door het bestuur van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie in juni 2012 aan alle bedrijven en ondernemingsraden een usb-stick in de vorm van een kip aangeboden. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht, dat scholing van werknemers van groot belang is. Wat is het doel van deze stick, wat staat er op en wat kan er mee? Op deze vragen is aan de geadresseerden een antwoord gegeven: Wat is het doel Het bestuur streeft twee doelstellingen na: scholing en (werk)overleg. De informatie is bijzonder geschikt voor gebruik in een (werk)overleg. Hiermee kan met de werknemers worden gesproken over het belang van scholing, de hygiëne in het bedrijf, de arbocatalogus pluimvee en veilig en gezond lichaamsgebruik. Wat staat er op Op de usb-stick zijn naast een welkom in een aantal talen drie onderdelen uitgewerkt: 1: de Hygiëne in de pluimveeverwerkende industrie 2: de Arbocatalogus pluimvee (in een bijlage zijn de thema s machine- en mesveiligheid opgenomen). 3: Veilig en gezond lichaamsgebruik. De presentaties, die in Powerpoint zijn gemaakt, kunnen naar behoefte specifiek op het bedrijf worden aangepast. Wat kan er mee De usb-stick is bedoeld om in het (werk)overleg met de medewerkers te spreken over de 13

14 aspecten die in de presentaties zijn weergegeven. Doel daarbij is bewustwording van de inhoud van de onderwerpen. Het belang van hygiënisch werken kan niet voldoende benadrukt worden. Het voorkomen van lichamelijke klachten door een onjuiste houding is van belang voor de werknemers. Mogelijk is opleiding in die richting een aanvullend middel om zonder klachten aan het werk te blijven. OVERIGE PUNTEN Naast bovenstaande, meest belangrijke aandachtspunten is in de loop van het jaar nog een aantal zaken de revue gepasseerd. Dit betreft onder meer de jaarlijkse personeelsenquête, waarvan de resultaten zijn opgenomen in hoofdstuk 3 van dit verslag en dispensatieverzoeken dan wel vragen over de toepassing van de CAO van individuele ondernemingen. Het Georganiseerd Overleg is als volgt samengesteld: Voorzitter: drs. J.J. Ramekers Secretaris: R. Kerkmeijer Leden werkgeverszijde: J. Heijs, K. Kraijenoord, M.C.J. Onderdijk, J. Timmer, mr. P.J.H.T. Verkuilen en Dr. P.C. Vesseur Leden werknemerszijde: J.H. Kraan en J.C.H.M. Verhoeven Adviseur werkgeverszijde: ir. B.J. Odink SAMENSTELLING In het verslagjaar heeft de samenstelling van het Georganiseerd Overleg geen wijzigingen ondergaan. 14

15 B. GESCHILLENCOMMISSIE In de cao zijn de taken en bevoegdheden van de Geschillencommissie beschreven en is de procedure voor de behandeling van geschillen vastgelegd. De commissie bestaat uit vier leden, waarvan twee van werkgeverszijde en twee van werknemerszijde en de commissie kan al dan niet uit haar midden een voorzitter benoemen. Aan werkgeverszijde zijn vier personen benoemd, die afhankelijk van de ontvangen zaken zullen bepalen wie aan de behandeling deelneemt. Dit om te voorkomen dat er een mogelijke betrokkenheid kan zijn tussen de te behandelen zaak en het betrokken lid. SAMENSTELLING Aan het einde van het verslagjaar is de Geschillencommissie als volgt samengesteld: Voorzitter: drs. J.J. Ramekers Secretaris: R. Kerkmeijer Leden werkgeverszijde: J. Heijs, M.C.J. Onderdijk, J. Timmer en mr. P.J.H.T. Verkuilen Leden werknemerszijde: J.H. Kraan en J.C.H.M. Verhoeven In het jaar 2012 is de Geschillencommissie niet bijeen geweest. 15

16 C. WERKGROEP KWALITEIT VAN DE ARBEID In het verslagjaar is in de Werkgroep kwaliteit van de arbeid gesproken over de arbocatalogus pluimvee en de protocolafspraken over Wajong en het ouderenbeleid. Deze onderwerpen zijn al beschreven bij de activiteiten van het Georganiseerd Overleg en het cao overleg. De overige onderwerpen worden onderstaand nader toegelicht. HARMONISATIEOVERLEG PLUIMVEE Vanaf 1 januari 2012 mogen in de pluimveeverwerkende industrie alleen inleenbedrijven worden gecontracteerd die voorkomen in het register van de Stichting Normering Arbeid als erkende onderneming in de sector pluimvee. De controle van de erkenning van uitleenbedrijven voor de NEN+ regeling pluimvee gebeurt door de Inspectie Instellingen, die met de sector een overeenkomst hebben afgesloten. Gemiddeld twee maal per jaar komt het Harmonisatieoverleg pluimee bijeen. Dit overleg bestaat uit de leden van de Werkgroep kwaliteit van de arbeid en de deelnemende Inspectie Instellingen. In dit overleg komen allerlei aspecten aan de orde om de controles op dezelfde wijze te kunnen uitvoeren. WAJONG Het Georganiseerd Overleg heeft in de caoafspraken opgenomen, dat er een inspanningsverplichting geldt tot plaatsing van 10 wajongers. Het G.O. heeft aan de Werkgroep kwaliteit van de arbeid de opdracht gegeven om de realisatie van deze afspraak te bevorderen, waarbij onder meer aan de contacten tussen organisaties en werkgevers aandacht wordt gegeven. Aan het einde van het verslagjaar was de werkgroep nog in de voorbereidende fase van de opdracht, die in 2013 verder zal worden uitgewerkt. OUDERENBELEID Een van de cao-afspraken is een studie over ouderenbeleid. Gedacht wordt specifiek aan het aspect van 80% werken, 90% inkomen en 100% pensioenopbouw, in samenhang met ouderendagen. Onderdeel van de studieopdracht is een mogelijkheid om te komen tot één systematiek. De studieopdracht is door het Georganiseerd Overleg aan de Werkgroep kwaliteit van de arbeid gegeven. In het verslagjaar was de werkgroep in de orienterende fase van de opdracht. In 2013 zal de studie worden voortgezet en zo mogelijk wordt een advies aan het Georganiseerd Overleg uitgebracht. PROTOCOL RESPECTVOLLE OMGANG In opdracht van het Georganiseerd Overleg is door de Werkgroep kwaliteit van de arbeid, in het belang van goede omgangsvormen als onderdeel van het arbobeleid in de bedrijven, een protocol geschreven om te bereiken dat werknemers en leidinggevenden met elkaar op een respectvolle manier omgaan. Om misverstanden te voorkomen: er kan niet worden geconcludeerd dat werknemers voordien niet respectvol met elkaar om zijn gegaan, maar in geval er zich problemen mochten voordoen, wordt aan werknemers een handreiking gedaan om dit bespreekbaar te kunnen maken. Problemen zouden zich op vele 16

17 manieren kunnen voordoen, bijvoorbeeld door (seksuele) intimidatie, discriminatie of pesten. Het protocol is door de werkgroep aan het Georganiseerd Overleg aangeboden. Het Georganiseerd Overleg heeft het protocol in de cao opgenomen. SAMENSTELLING In het verslagjaar heeft de samenstelling van de werkgroep een wijziging ondergaan. De vacature die in 2011 is ontstaan is in 2012 opgevuld door mevrouw N. Kers. De samenstelling van de Werkgroep kwaliteit van de arbeid is per ultimo 2012 als volgt: voorzitter: mr. P.J.H.T. Verkuilen secretaris: R. Kerkmeijer leden werkgeverszijde: J.J.A. Nije Bijvank, M.C.J. Onderdijk en N. Kers leden werknemerszijde: J.H. Kraan en J.C.H.M. Verhoeven adviseur: J.W. Dijkhuizen 17

18 D. WERKGROEP WGA-VERZEKERING In de cao is de verplichting neergelegd, dat de werkgever de werknemer zal informeren over de met Achmea (voorheen Interpolis) overeengekomen arbeidsongeschiktheids-verzekering als aanvulling op de WGA-uitkering zoals deze geldt bij een arbeidsongeschiktheid tussen 35 en 80%. Deelname van de werknemer aan deze sectorale verzekering is vrijwillig. Indien geen gebruik is gemaakt van een afstandsverklaring wordt de werknemer geacht deel te nemen. Voor werkgevers is er een dispensatiemogelijkheid als een minimaal gelijkwaardige verzekering aan de werknemers wordt geboden. De uitvoering van deze regeling is door sociale partners ondergebracht bij de Stichting SAPLU. Historie De Stichting Aanvullende Voorziening Arbeidsongeschiktheid Pluimveehandel en industrie (Stichting SAPLU) is opgericht in april De Stichting SAPLU is voor de herverzekering van het WAO-hiaat een verzekeringsovereenkomst aangegaan met verzekeraar Achmea. Op 10 november 2005 is de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) van kracht geworden en werd de getroffen voorziening overbodig. Eind 2008 is met Achmea een raamovereenkomst gesloten voor de WGA verzekering van werknemers in de pluimveeverwerkende industrie. Deze overeenkomst is aangegaan per 1 januari 2009 voor de duur van 5 jaar en voorziet eveneens in een dekking met terugwerkende kracht in de periode Achmea sluit op basis van de raamovereenkomst verzekeringspolissen af met de individuele bedrijven. De premie wordt door Achmea rechtstreeks bij de bedrijven in rekening gebracht. De Stichting SAPLU houdt toezicht op een goede naleving van de overeenkomst. Het doel van de verzekeringsovereenkomst is het verstrekken van een aanvullende uitkering aan de verzekerde werknemer die wordt geconfronteerd met een inko-mensachteruitgang als gevolg van arbeidsongeschiktheid. Deze uitkering voorziet in het inkomenshiaat dat ontstaat als de arbeidsongeschikte werknemer in de WGA-regeling valt (tussen 35 en 80% arbeidsongeschikt c.q. tussen 20 en 65% arbeidsgeschikt Het bestuur heeft in het jaar 2011 vastgesteld, dat het niet langer noodzakelijk is om de stichting te laten voortbestaan. De activiteiten kunnen worden voortgezet in werkgroepverband en de financiën ten bate van de WGA-verzekering worden ondergebracht bij de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie. Het bestuur heeft in haar opheffingsvergadering van 14 december 2011 besloten de stichting per gelijke datum te ontbinden. De liquidatie van de Stichting SAPLU eindigde op 7 mei 2012 en de financiën zijn sindsdien gelabeld ondergebracht bij de Stichting Fonds Collectieve Belangen. Ook kent de stichting nog een batig saldo, dat is gereserveerd voor de terugbetaling van de premie over Door de vaststelling van de Wet WIA in november 2005 is er 18

19 in 2004 premie betaald voor het WAO-hiaat, terwijl er niet langer een dekking tegenover stond. Besloten is om deze premie terug te betalen aan de rechthebbende werknemers. Door het bestuur van de Stichting SAPLU zijn alle mogelijkheden aangewend om betrokkenen te achterhalen en te informeren over de restitutie. Dit heeft geresulteerd in bijna volledige terugbetaling van de premie. Van een klein gedeelte van het premiebedrag konden de rechthebbende werknemers, ondanks alle inspanningen, niet worden achterhaald. Voormalige werknemers in de pluimveeverwerkende industrie kunnen in verband met de geldende verjaringstermijn tot 10 november 2025 een beroep doen op terugbetaling van hun in 2004 betaalde premie onder aftrek van administratiekosten. Werkgroep Op het moment van liquidatie van de stichting zijn de activiteiten neergelegd bij de Werkgroep WGA-verzekering. Deze werkgroep is, evenals het bestuur van de Stichting SAPLU, paritair samengesteld. Het Georganiseerd Overleg heeft de leden van de werkgroep benoemd. De doelstelling voor de Werkgroep WGAverzekering luidt: Eind 2008 is door partijen van het Georganiseerd Overleg met Achmea een raamovereenkomst gesloten voor de WGA-verzekering van werknemers in de pluimveeverwerkende industrie. Deze overeenkomst is aangegaan per 1 januari 2009 voor de duur van 5 jaar en voorziet eveneens in een dekking met terugwerkende kracht in de periode Achmea sluit op basis van de overeenkomst verzekeringspolissen af met de individuele bedrijven, De premie wordt door Achmea rechtstreeks bij de bedrijven in rekening gebracht. De Werkgroep WGA-verzekering houdt toezicht op een goede naleving van de overeenkomst en geeft advies over een eventuele verlenging van de overeenkomst. Premie De premie van de sectorale verzekering komt voor rekening van de werknemer. Deze verzekering is ingegaan per 1 januari Voor het jaar 2012 gold een premie van 0,31% van het gemaximeerde SV-loon, waarbij 0,26% wordt betaald uit de winstdelingsregeling en de premie voor deelnemers 0,05% bedraagt. SAMENSTELLING De samenstelling van de Werkgroep WGAverzekering is per ultimo 2012 als volgt: voorzitter: J. Heijs (in even jaren) en J.C.H.M. Verhoeven (in oneven jaren) secretaris: R. Kerkmeijer leden werkgeverszijde: R.H. Hamster, J. Heijs en H.G.W. Wenting leden werknemerszijde: J.H. Kraan, J.C.H.M. Verhoeven en A. Visser 19

20 3. DE BEDRIJFSGENOTEN Door het secretariaat wordt elk jaar, op verzoek van het Georganiseerd Overleg, een enquête gehouden naar het personeelsbestand. Dit om de ontwikkelingen binnen de doelgroep voor de te verrichten activiteiten in beeld te houden. De activiteiten zijn gericht op ondernemers en werknemers in de pluimveeslachterijen en pluimveeverwerkende bedrijven, die vallen onder de werkingssfeer van de cao voor werknemers werkzaam in de pluimveeverwerkende industrie. Aan het einde van het verslagjaar kent de sector in de onderscheidenlijke categorieën 27 slachterijlocaties, waarin personeelsleden werkzaam zijn en 105 pluimveeverwerkende bedrijven met personeelsleden. Daarnaast zijn er 4 bedrijven bekend, die actief zijn in de uitzendbranche en onder de werkingssfeer vallen. Hierbij zijn in totaal 241 werknemers betrokken. SLACHTERIJEN Het totaal aantal pluimveeslachterijen bedraagt per 31 december 2012: 23 (23 per ultimo 2011 en 25 per ultimo 2010). De overige slachterijen zijn actief in het slachten van wild. Overzicht personeelsbestand in slachterijen (pluimvee, wild en konijn) per ultimo 2008 tot en met 2012 Jaar Totaal mannen mannen vrouwen vrouwen t/m 19 jr 20 jr en ouder t/m 19 jaar 20 jr en ouder

21 Overzicht aantal personeelsleden per slachtlocatie (pluimvee) van 1 tot 5 personeelsleden: van 5 tot 10 personeelsleden: van 10 tot 20 personeelsleden: van 20 tot 30 personeelsleden: van 30 tot 40 personeelsleden: van 40 tot 50 personeelsleden: van 50 tot 60 personeelsleden: van 60 tot 70 personeelsleden: van 70 tot 80 personeelsleden: van 80 tot 90 personeelsleden: van 90 tot 100 personeelsleden: van 100 tot 150 personeelsleden: van 150 tot 200 personeelsleden: personeelsleden en meer:

22 PLUIMVEEVERWERKENDE BEDRIJVEN In totaal zijn er per 31 december pluimveeverwerkende bedrijven (per ultimo 2010: 128 en per 2009: 147). Overzicht personeelsbestand in pluimveevleesverwerkende bedrijven 2008 t/m 2012 Jaar Totaal mannen mannen vrouwen vrouwen t/m 19 jr 20 jr en ouder t/m 19 jaar 20 jr en ouder Overzicht aantal personeelsleden per locatie geen personeel: van 1 tot 5 personeelsleden: van 5 tot 10 personeelsleden: van 10 tot 20 personeelsleden: van 20 tot 30 personeelsleden: van 30 tot 40 personeelsleden: van 40 tot 50 personeelsleden: van 50 tot 100 personeelsleden: personeelsleden en meer:

23 23

24 4 ADRESSEN Sociale Zaken Pluimvee Industrie Adres: Kokermolen 11, 3994 DG Houten Correspondentieadres: Postbus 331, 3990 GC Houten Telefoon: Website: Contactpersoon: Ronald Kerkmeijer, secretaris Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie NEPLUVI Adres: Kokermolen 11, 3994 DG Houten Telefoon: Website: Contactpersoon: Peter Vesseur, algemeen secretaris FNV Bondgenoten Adres: Gotlandstraat 2a, 7418 AZ Deventer Telefoon: (lokaal tarief) Website: Contactpersoon: Jan Verhoeven, bestuurder CNV Vakmensen Adres: Ovenbouwershoek 9, 7328 JH Apeldoorn Telefoon: Website: Contactpersoon: Jacqueline Kraan, bestuurder 24