CAO. Pensioen. Scholing JAARVERSLAG 2013

Transcriptie

1 JAARVERSLAG 2013 adres : Kokermolen 11, Houten corr.adres : Postbus 331, 3990 GC Houten telefoon : info@szpluimvee.nl website :

2 2

3 VOORWOORD De crisis die de wereld rondwaarde heeft zijn hoogtepunt gehad. Heel langzaam zien we tekenen van licht herstel. Ook in ons land. De huizenmarkt trekt weer iets aan, pensioenfondsen krijgen wat meer financiële armslag. Zomaar twee voorbeelden. De overheid heeft, ook in 2013, de hand flink op de knip gehouden en door gedwongen bezuinigingen merkt de burger dat veel zaken flink duurder zijn geworden. Als voorbeeld noem ik het gestegen eigen risico voor de zorgverzekering van 360 euro per persoon. Voor degene die het kan missen, is dat bedrag te overzien. Voor degene die leeft van een lager loon of uitkering, kan dit bedrag een regelrechte aanslag op de portemonnee zijn. Zo zijn er nog meer voorbeelden te bedenken. En dat geeft zorg,want ook de burger besteedt minder dan voorheen. In deze weerbarstige wereld moet de kip worden verkocht. En een groot compliment aan de pluimveeverwerkende industrie, aan onze sector, dat dit nog steeds lukt. Met veel inspanning, maar het lukt! Al maak ik me wat zorgen dat de marges onder druk staan. Maar mede door het oude koopmansbloed is 2013 toch een redelijk jaar geweest. De cao-onderhandelingen brachten niet waarop was gehoopt. Margedruk betekent dat werkgevers mede op zoek gaan naar goedkopere arbeid, instroomschalen, terwijl de vakbonden juist in goede scholing een mogelijkheid zien om mensen meer te ontwikkelen en om minder kwetsbaar te zijn op de arbeidsmarkt. Zowel werkgevers als de vakbeweging hebben het gelijk van de markt. Maar daarmee is er nog geen overeenkomst. Wellicht is 2014 een kanteljaar, waarin partijen elkaar weer weten te vinden. Over het secretariaat van Sociale Zaken Pluimvee krijg ik positieve reacties. Een compliment aan Ronald Kerkmeijer en Sharon Wolf is zeker op zijn plaats. Als nieuwe voorzitter vind ik het een genoegen te mogen acteren binnen de pluimveeverwerkende industrie. Een mooie sector, met een pracht product. Ik ben er trots op! Bert Visser Voorzitter 3

4 4

5 INHOUD Pagina VOORWOORD... 3 INHOUDSOPGAVE SOCIALE ZAKEN PLUIMVEE INDUSTRIE - inleiding voorzitter secretaris secretariaat OVERLEGORGANEN Georganiseerd Overleg Cao-overleg CAO Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie Wijziging Toetsingskader AVV regeling SVUPI WGA-verzekering CAO ambachtelijke pluimvee- en wildbedrijven ARBOcatalogus ARBOdag Boekje met praktische BHV-voorbeelden Overige punten Samenstelling Geschillencommissie algemeen samenstelling Werkgroep kwaliteit van de arbeid Harmonisatieoverleg pluimvee Wajong Ouderenbeleid Samenstelling Werkgroep WGA-verzekering Algemeen Samenstelling DE BEDRIJFSGENOTEN - slachterijen pluimveeverwerkende bedrijven ADRESSEN

6 6

7 1 SOCIALE ZAKEN PLUIMVEE INDUSTRIE INLEIDING Sociale Zaken Pluimvee Industrie is een gezamenlijk initiatief van de werkgevers- en werknemersorganisaties in de pluimveeverwerkende industrie, NEPLUVI, CNV Vakmensen en FNV Bondgenoten. Deze organisaties vormen het Georganiseerd Overleg (G.O.) over sociale aangelegenheden in de sector. Het G.O. wordt als belangrijkste orgaan aangemerkt. Binnen het G.O. komen de cao's voor de sector tot stand. Naast de reguliere cao (de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor werknemers werkzaam in de Pluimveeverwerkende Industrie) kan worden genoemd de Collectieve Arbeidsovereenkomst Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie, kortheidshalve genoemd respectievelijk cao pluimvee en cao scholing. De scholingsactiviteiten zijn ondergebracht in een afzonderlijke stichting, die haar eigen jaarverslag uitbrengt. Het secretariaat van het G.O. wordt gevoerd door Sociale Zaken Pluimvee Industrie. Deze organisatie functioneert als aanspreekpunt voor alle activiteiten op het gebied van sociale aangelegenheden in de pluimveeverwerkende industrie. VOORZITTER De voorzitter, die ook verantwoordelijk is voor de aansturing van het sociaal secretariaat, wordt gekozen door het G.O. In 2012 heeft de heer drs. J.J. Ramekers aangegeven het voorzitterschap per 1 januari 2013 te willen neerleggen om volledig van zijn pensioen te kunnen genieten. De heer Ramekers heeft het voorzitterschap vanaf 1 oktober 2001 vervuld. Aan de heer Ramekers is, op eigen verzoek, tijdens een gezellig samenzijn in Proeverij de Pronckheer in Cothen, op 22 januari 2013 eervol ontslag verleend. Door het G.O. is de heer Ramekers benoemd tot erevoorzitter. Dit vanwege zijn bijzondere en tomeloze inzet van ruim 25 jaar in allerlei bestuurlijke functies, die hebben geleid tot de goede arbeidsverhoudingen in de pluimveeverwerkende industrie. Als dank is aan Jos Ramekers een sculptuur "Op scheiding van wegen" van kunstenaar Corry Ammerlaan aangeboden, waarin symbolisch tot uitdrukking wordt gebracht "Veel geluk op de weg die je in de toekomst zult gaan". Door partijen is gezocht naar invulling van de ontstane vacature. Per 1 juli 2013 is de heer A. Visser uit Biddinghuizen benoemd tot voorzitter van het G.O. en van Sociale Zaken Pluimvee Industrie. De heer Visser (63 jaar) was laatstelijk bestuurder bij CNV Vakmensen. SECRETARIS Ronald Kerkmeijer uit Driebergen is secretaris van het G.O. en van Sociale Zaken Pluimvee Industrie. SECRETARIAAT De secretariaatswerkzaamheden worden uitgevoerd door Sociale Zaken Pluimvee Industrie, gevestigd in Houten. In het verslagjaar is het secretariaat gevoerd door Ronald Kerkmeijer en Sharon Wolf-de Jonge. 7

8 8

9 2 OVERLEGORGANEN A. GEORGANISEERD OVERLEG Het Georganiseerd Overleg is in 2013 elf maal bijeen geweest. In deze bijeenkomsten is gesproken over een groot aantal onderwerpen. De belangrijkste zaken daaruit worden hier vermeld. CAO-OVERLEG In het voorjaar van 2012 zijn de onderhandelingen afgerond over een cao per 1 mei Dit akkoord over een cao met een looptijd van 1 mei 2012 tot 1 mei 2013 is gesloten tussen de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie NEPLUVI, CNV Vakmensen en FNV Bondgenoten. Voor de inhoud van deze cao wordt verwezen naar het jaarverslag In het voorjaar van 2013 zijn de onderhandelingen begonnen over een cao per 1 mei Er is een groot aantal zaken besproken. Naast de looptijd en de loonsverhoging, werd onder andere gesproken over de wijziging van het dagvenster en een instroomschaal op basis van het wettelijk minimumloon gecombineerd met scholing voor de betreffende werknemers, de pensioenmaterie en de instroom van gedispenseerde werkgevers in de bedrijfstakpensioenregeling. Daarbij vindt ook overleg plaats over wijzigingen in de cao Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie. In september 2013 heeft de werkgeversvereniging NEPLUVI een eindbod neergelegd. Dit bod is door de werknemersorganisaties niet geaccepteerd. Partijen zijn in het najaar de gesprekken weer aangegaan, maar aan het einde van het verslagjaar was er nog geen onderhandelingsresultaat bereikt over de reguliere cao. CAO FONDS COLLECTIEVE BELANGEN VOOR DE PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE De cao Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie kent een looptijd van 1 januari 2008 tot en met 31 december In het najaar van 2013 is door partijen gesproken over een verlenging. Partijen denken aan een aanpassing van het beleid, maar zijn daarover met elkaar in gesprek. Naar verwachting zal dit overleg nog enige tijd in beslag nemen. Derhalve is besloten om de cao met de duur van een jaar ongewijzigd voort te zetten. Behoudens een enkele kleine noodzakelijk geworden aanpassing is de cao Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie met een looptijd van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 vastgesteld. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 19 december 2013 de bepalingen van de cao Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie 2014 algemeen verbindend verklaard. Het besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 23 december De premie voor de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie wordt geïnd door het secretariaat van de Stichting in Houten. De hoogte van deze premie voor 2013 is gelijk aan de premie in 2012: 0,5% van het SV-loon. De besteding van deze premie is beschreven in het jaarverslag van de Stichting. WIJZIGING TOETSINGSKADER AVV Met een brief van 9 december 2013 werden 9

10 cao-partijen geïnformeeerd over de wijzigingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring van cao-bepalingen. De regeling van 28 november 2013 is opgenomen in de Staatscourant van 6 december De belangrijkste wijziging betreft een wijziging van het dispensatiebeleid, waarbij beoogd is een nieuwe impuls te geven aan het dispensatiebeleid van partijen. Dispensatiebepalingen moeten voortaan voldoen aan de vereisten van transparantie om voor avv in aanmerking te komen. Deze wijziging treedt in werking per 1 april Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal andere wijzigingen door te voeren die voornamelijk van technische en redactionele aard zijn. Deze zijn onder meer gericht op de vergroting van transparantie in de jaarverslaglegging van avv-fondsen of zijn bedoeld om de tekst van de beleidsregels te verduidelijken. Deze wijzigingen treden in werking per 1 januari Transparantie dispensatiebepalingen (paragraaf 7 Toetsingskader AVV) Vanaf 1 april 2014 geldt dat dispensatiebepalingen in cao s alleen voor avv in aanmerking komen indien deze zijn aan te merken als transparante dispensatiebepaling. Hieraan wordt voldaan indien de bepaling de volgende onderdelen bevat: - een duidelijke aanduiding tot wie de verzoeker zich moet wenden met een verzoek om dispensatie; - duidelijke beoordelingscriteria en voorwaarden waaraan het dispensatieverzoek moet voldoen; - een beschrijving van de procedure waarbij concrete termijnen zijn vermeld, en; - als onderdeel van de beschrijving van deze procedure de vermelding dat de beslissing op het dispensatieverzoek genomen moet worden in de vorm van een schriftelijk, gemotiveerd besluit. Indien de bepaling niet aan genoemde voorwaarden voldoet, zal dit leiden tot een procedure onderbreking. PENSIOENREGELING De pensioenregeling voor de werknemers in de pluimveeverwerkende industrie is ondergebracht bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Vlees, Vleeswaren, Gemaksvoeding en Pluimveevlees (VLEP). Administrateur van de regeling is Syntrus Achmea beheer B.V. in De Meern. De premie is in het verslagjaar in totaal 23,3%. De verdeling tussen werkgevers en werknemers is respectievelijk 13,6% en 9,7%. Het opbouwpercentage bedraagt 1,7. In het G.O. is in 2013 gesproken over de zorgwekkende toestand van de pensioenen. De dekkingsgraad is laag (eind januari %). De minimaal vereiste dekkingsgraad van het pensioenfonds VLEP is 104,5% is. Dan is er ook in de toekomst genoeg geld om alle pensioenen uit te betalen. De dekkingsgraad is dus nog steeds te laag. Met een herstelplan moet de dekkingsgraad weer op een aanvaardbaar niveau worden gebracht. In februari 2013 zijn de deelnemers door VLEP geïnformeerd, dat het pensioen 10

11 omlaag gaat. VLEP staat er financieel nog steeds niet goed genoeg voor. Om ook later pensioen te kunnen uitbetalen, moeten er maatregelen worden genomen. Deze maatregelen zijn: 1. Het pensioen gaat op 1 april 2013 omlaag met 7% 2. Het pensioen gaat in 2014 waarschijnlijk weer omlaag 3. Het pensioen groeit per 1 januari 2013 niet mee met de lonen 4. De deelnemer bouwt in 2012 en 2013 minder pensioen op De maatregelen zijn zo eerlijk mogelijk over alle mensen verdeeld. Deelnemers, oud-deelnemers, gepensioneerden en werkgevers dragen dus allemaal bij aan het herstel. Verder is in het G.O. uitvoerig overleg geweest over de financiering van de overgangsregeling (VPL) voor deelnemers geboren in de jaren 1950 tot SVUPI De Stichting SVUPI (in liquidatie) is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de vervroegde uittredingsregeling voor de werknemers in de pluimveeverwerkende industrie. De stichting is opgericht per 17 mei Op deze datum is de statutaire akte bij de notaris verleden. Vanaf 1 januari 2003 zijn er geen nieuwe deelnemers meer, omdat de regeling is overgebracht naar de prepensioenregeling. De laatste deelnemer heeft in december 2010 de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. In het bestuur van 18 december 2013 is besloten om de stichting op te heffen. Per deze datum is de stichting in liquidatie. Medio 2014 zal de stichting zijn opgeheven. Tot vereffenaars zijn benoemd de heren J.P. Visser en J.C.H.M. Verhoeven. Voor die datum zullen de laatste activiteiten zijn afgewikkeld, te weten het omzetten van de reserves in de ophoging van het ouderdomspensioen van de deelnemers in de pluimveeverwerkende industrie. WGA-VERZEKERING Voor de uitvoering van de WGA-verzekering is door de sociale partners de Werkgroep WGA verzekering ingesteld. Voor de activiteiten van deze werkgroep verwijzen wij u naar onderdeel d van dit jaarverslag. CAO AMBACHTELIJKE PLUIMVEE- EN WILDBEDRIJVEN De Nederlandse Bond van Poeliers en Wildhandelaren (NBPW) heeft voor de poeliers een sociaal handboek opgesteld, waarin arbeidsvoorwaarden zijn opgenomen. Met de bond is overleg gevoerd over de mogelijke samenwerking om te komen tot een gezamenlijke cao. Dit heeft als voordeel dat de arbeidsvoorwaarden voor de gehele pluimveeverwerkende sector identiek zijn. In een afzonderlijk hoofdstuk van de cao zou specifiek aandacht kunnen worden besteed aan detailhandelsactiviteiten. De NBPW heeft echter in 2013 met CNV Vakmensen een cao ambachtelijke pluimvee- en wildbedrijven 2013 afgesloten. Voor deze cao is geen verzoek ingediend tot algemeen verbindend verklaren. De gesprekken over de werkingssfeer van beider cao s zijn gaande. De NBPW beraadt zich 11

12 intern over de activiteiten, welke kunnen worden beschouwd als detailhandelsactiviteiten. Daarna zal het overleg met het Georganiseerd Overleg worden vervolgd. Aan het einde van 2013 zijn de gesprekken met de NBPW nog niet afgerond. ARBOCATALOGUS In 2012 is door onderzoekbureau IRAS een onderzoek naar biologische agentia uitgevoerd in de sector. Tijdens bezoeken aan vier verschillende bedrijven is gekeken welke biologische agentia een risico vormen binnen de pluimveeverwerkende industrie. Daarnaast is vastgesteld in welk deel van het verwerkingsproces deze agentia een rol spelen. Ook is gekeken naar de manier waarop medewerkers met deze agentia in aanraking kunnen komen, te weten via de handen, via de lucht of via de mond. Uit het onderzoek blijkt dat vooral bij het aanhangen van pluimvee en bij de schoonmaak werknemers een risico lopen op blootstelling. Hierbij gaat het met name om het inademen van stof met ziekmakende bacteriën. In de Arbocatalogus zijn maatregelen opgenomen om de blootstelling sterk te verminderen, zoals afzuiging en beschermingsmiddelen. Sommige bedrijven passen die maatregelen overigens al geheel of gedeeltelijk toe. Verder blijkt dat er op alle afdelingen risico s bestaan voor opname via de huid en via de mond. In het verslagjaar bleek het nodig om bij het aanhangen van pluimvee nader en meer gespecificeerd onderzoek te verrichten. Enerzijds naar het gebruik van stofkapjes of stofmaskers, anderzijds naar de aanwezigheid van stoffen met of zonder afzuigsysteem. De resultaten kwamen aan het einde van het jaar beschikbaar. Naar verwachting zal in het voorjaar van 2014 het onderwerp biologische agentia aan het Georganiseerd Overleg kunnen worden aangeboden. Na vaststelling zal aan de Inspectie SZW goedkeuring worden gevraagd voor opname in de Arbocatalogus. Verder wordt in de werkgroep Arbocatalogus gewerkt aan de onderwerpen klimaat en geluid. Hierover zal in 2014 nadere verslaggeving kunnen worden gedaan. Het bestuur van het Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie stelt jaarlijks een bijdrage beschikbaar voor de werkzaamheden verbonden aan de Arbocatalogus. Het secretariaat van de Arbocatalogus pluimvee is gevoerd door het Productschap Pluimvee en Eieren. In verband met de opheffing van de PBO zullen de activiteiten per 1 januari 2014 worden ondergebracht bij het secretariaat van Sociale Zaken Pluimvee Industrie in Houten. De begeleiding van de Arbocatalogus pluimvee gebeurt door de Werkgroep Arbocatalogus Pluimveeindustrie. In de werkgroep zijn vertegenwoordigd: - vakbonden met kaderleden van FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen, Plukon Goor B.V. en Plukon Dedemsvaart B.V. - werkgevers: Plukon Goor B.V., M. Ruig & Zonen B.V. en 2 Sisters Storteboom B.V. Het Productschap Pluimvee en Eieren heeft als projectleider opgetreden. De werkgroep rapporteert aan het Georganiseerd Overleg. 12

13 ARBODAG Op 26 juni 2013 is in Zwolle een arbocongres georganiseerd met de titel Gezond werken in de pluimvee. Het congres was georganiseerd voor zowel medezeggenschaps- en kaderleden als degenen die zich in professionele zin met arbeidsomstandigheden bezig houden, zoals KAM-medewerkers, preventiemedewerkers en HRM. De congresdag is opgezet in samenwerking met het bureau VHP Ergonomie. De dag stond geheel in het teken van de Arbocatalogus pluimvee. De dagvoorzitter, Willem Dijkhuizen (PPE), gaf de totstandkoming van de Arbocatalogus weer. Aansluitend gaf Koen Langenhuysen (Fijn Werk) een demonstratie van inhoud en opzet van de catalogus. Daarna ging Hetty Vermeulen (VHP) in op de arbeidshygiënische strategie. In de middag kon een drietal workshops van de inleiders worden gevolgd over het belang van de RI&E, veiliger werken en gezonder werken. De sector werd vertegenwoordigd door een groot aantal werknemers, die naast theorie ook veel praktijkervaring met de catalogus hebben opgedaan. Uit de evaluaties bleek dat de deelnemers erg te spreken waren over de dag; zowel over de inhoud als over de opzet. Men was ook tevreden over de kwaliteit en bruikbaarheid van de Arbocatalogus, al bleek die bij een aantal deelnemers nog onbekend. Ook zijn er enkele verbeterpunten doorgegeven, die binnenkort in de Arbocatalogus worden verwerkt. Uit het congres kwam naar voren dat er bij meerdere bedrijven behoefte is aan een RI&Einstrument dat goed op de sector en op de Arbocatalogus is afgestemd. Tevens bleek er nog onvoldoende bekendheid met de arbeidshygiënische strategie, dat wil zeggen dat arbeidsomstandigheden volgens een bepaalde volgorde opgepakt moet worden. Eerst moet gekeken worden naar de bron van het probleem, alvorens gekeken wordt naar andere maatregelen. In de sector kwam onder meer het risico van werken met gladde vloeren naar voren. Dit onderwerp is op dit moment nog niet verwerkt in de Arbocatalogus. Verder de taalbarrière, het werken met veel buitenlandse werknemers in deze sector wordt door de aanwezigen als een groot veiligheid en gezondheidsrisico gezien. Toch is er ook veel bereikt in de sector. Waar het jaren geleden gewoon was te snijden zonder handschoenen is dit nu ondenkbaar. We kijken terug op een inspirerende dag, die volgens de aanwezigen voor herhaling vatbaar is. En voor de werkgroep weer de nodige aandachtspunten ter verdere uitwerking tot optimalisering van de Arbocatalogus. BOEKJE MET PRAKTISCHE BHV-VOORBEELDEN Er is een boekje met voorbeelden van goede BHV-praktijken beschikbaar. In het boekje 'Goede BHV-praktijken, zo organiseer je interne noodhulp' zijn een kleine 50 voorbeelden van BHV-organisatie verzameld. 42 Organisaties in 9 branches, van vrijwilligersorganisaties tot aan fabrieken hebben beschreven hoe zij hun interne noodhulp hebben georganiseerd. Het 13

14 boekje geeft handvatten en een overzicht aan mogelijkheden, kennis en ervaring om hulp bij nood te organiseren, waarbij leren van elkaar het uitgangspunt is. In het boekje dat digitaal beschikbaar is op www. goede-bhv-praktijken.nl staan de volgende kernvragen centraal: Hoe richt je een goede interne noodhulp in voor het geval er iets misgaat? En hoe ver ga je daarin? Logische en redelijke vragen. Een effectieve en efficiënte benadering van incidenten en noodsituaties is van groot belang, zowel voor bedrijven en hun werknemers alsook voor andere organisaties met publiek, patiënten, bezoekers of leden. Ook het onderkennen en vergroten van de zelfredzaamheid van aanwezigen -het jezelf kunnen helpen en in veiligheid kunnen brengen voordat de hulpdiensten arriveren- speelt daarbij een belangrijke rol. Het boekje kan daarbij helpen. Het geeft handvatten en een overzicht aan mogelijkheden, kennis en ervaring om hulp bij nood te organiseren, waarbij leren van elkaar het uitgangspunt is. Praktische voorbeelden en tips, voor en door mensen die direct betrokken zijn, helpen om anderen aan te sporen de hulpverlening ook goed te regelen. Het blijkt dat het organiseren van interne hulpverlening niet moeilijk of duur hoeft te zijn. Het boekje met goede BHV-praktijken is tot stand gekomen met ondersteuning van het ministerie van SZW. Het project is gezamenlijk door TNO, VeiligheidNL en de Octaafgroep uitgevoerd. Het eerste exemplaar werd 6 november 2013 aangeboden aan de initiator van het project, het ministerie van SZW. OVERIGE PUNTEN Naast bovenstaande, meest belangrijke aandachtspunten is in de loop van het jaar nog een aantal zaken de revue gepasseerd. Dit betreft onder meer de jaarlijkse personeelsenquête, waarvan de resultaten zijn opgenomen in hoofdstuk 3 van dit verslag en dispensatieverzoeken dan wel vragen over de toepassing van de CAO van individuele ondernemingen. SAMENSTELLING Aan het einde van het verslagjaar is het Georganiseerd Overleg als volgt samengesteld: Voorzitter: A. Visser Secretaris: R. Kerkmeijer Leden werkgeverszijde: J. Heijs, K. Kraijenoord, M.C.J. Onderdijk, J. Timmer, mr. P.J.H.T. Verkuilen Dr. P.C. Vesseur Leden werknemerszijde: J.H. Kraan J.C.H.M. Verhoeven Adviseur werkgeverszijde: ir. B.J. Odink 14

15 B. GESCHILLENCOMMISSIE ALGEMEEN In de cao zijn de taken en bevoegdheden van de Geschillencommissie beschreven en is de procedure voor de behandeling van geschillen vastgelegd. De commissie bestaat uit vier leden, waarvan twee van werkgeverszijde en twee van werknemerszijde en de commissie kan al dan niet uit haar midden een voorzitter benoemen. Aan werkgeverszijde zijn vier personen benoemd, die afhankelijk van de ontvangen zaken zullen bepalen wie aan de behandeling deelneemt. Dit om te voorkomen dat er een mogelijke betrokkenheid kan zijn tussen de te behandelen zaak en het betrokken lid. SAMENSTELLING Aan het einde van het verslagjaar is de Geschillencommissie als volgt samengesteld: Voorzitter: A. Visser Secretaris: R. Kerkmeijer Leden werkgeverszijde: J. Heijs, M.C.J. Onderdijk, J. Timmer mr. P.J.H.T. Verkuilen Leden werknemerszijde: J.H. Kraan J.C.H.M. Verhoeven In het jaar 2013 is de Geschillencommissie niet bijeen geweest. 15

16 16

17 C. WERKGROEP KWALITEIT VAN DE ARBEID In het verslagjaar is in de Werkgroep kwaliteit van de arbeid gesproken over de Arbocatalogus pluimvee, de protocolafspraken over Wajong en het ouderenbeleid. Deze onderwerpen zijn deels al beschreven bij de activiteiten van het Georganiseerd Overleg. Enkele onderwerpen worden onderstaand nader toegelicht. HARMONISATIEOVERLEG PLUIMVEE Vanaf 1 januari 2012 mogen in de pluimveeverwerkende industrie alleen inleenbedrijven worden gecontracteerd die voorkomen in het register van de Stichting Normering Arbeid als erkende onderneming in de sector pluimvee. De controle van de erkenning van uitleenbedrijven voor de NEN+ regeling pluimvee gebeurt door de Inspectie Instellingen, die met de sector een overeenkomst hebben afgesloten. Gemiddeld twee maal per jaar komt het Harmonisatieoverleg pluimvee bijeen. Dit overleg bestaat uit de leden van de Werkgroep kwaliteit van de arbeid en de deelnemende Inspectie Instellingen. In dit overleg komen allerlei aspecten aan de orde om de controles op dezelfde wijze te kunnen uitvoeren. WAJONG Het Georganiseerd Overleg heeft een inspanningsverplichting aangegaan tot plaatsing van 10 wajongers. Het G.O. heeft aan de Werkgroep kwaliteit van de arbeid de opdracht gegeven om de realisatie van deze afspraak te bevorderen, waarbij onder meer aan de contacten tussen organisaties en werkgevers aandacht wordt gegeven. Na de nodige voorbereiding en in samenwerking UWV zijn er afspraken gemaakt, die zijn vastgelegd in een uitvoeringsconvenant. Op 17 oktober 2013 is door de heer André Timmermans (directeur UWV Werkbedrijf) en Bert Visser (voorzitter G.O.) het Uitvoeringsconvenant tussen SZPI en UWV ondertekend. Doelstelling van de afspraken is om 10 wajongers in de pluimveeverwerkende industrie te plaatsen. Op de foto vlnr: Ronald Kerkmeijer (secretaris SZPI), Bert Visser (voorzitter G.O.), André Timmermans (directeur UWV Werkbedrijf) en Conny Schiere (Landelijk Werkgeversservicepunt UWV) De bedrijven in de branche zijn over het project op 29 augustus 2013 per brief geïnformeerd en kunnen bij het secretariaat aangeven als er interesse en plaats is voor een of meer wajongers. Daarbij is informatie gegeven wat onder wajongers wordt verstaan: Wie zijn wajongers? Wajongers zijn personen die op hun 17e verjaardag arbeidsongeschikt zijn of voor hun 30e tijdens de studie arbeidsongeschikt raken. Wajongers kunnen jong en oud zijn, hoog- en laag opgeleid en hun ziektes, handicaps en mogelijkheden variëren. 17

18 Hoe kunnen we aan de inspanningsverplichting invulling geven? Veelal is er een bepaald beeld van wajongers. En daaraan kleeft vaak direct de gedachte Lastig om deze mensen in een bedrijf te hebben. Toch willen we u uitdagen om eens nader kennis te maken met deze doelgroep. In de sector zijn ook vele goede ervaringen opgedaan met het werken met wajongers. Wat levert het in dienst nemen van een medewerker met een beperking u op? - Bijdrage aan bedrijfsdoelen - Voordelen bij (overheids)aanbestedingen - Zeer gemotiveerde medewerker - Betere samenwerking / sfeer afdeling - Beter imago als maatschappelijk verantwoord ondernemende organisatie - Bijdrage aan voorkomen van quotum arbeidsgehandicapten Graag gaan we dieper op deze materie in. Namens de Werkgroep kwaliteit van de arbeid willen we met u in gesprek. Onderwerpen kunnen zijn: - Waarom wajongers in dienst nemen? - Wie zijn wajongers? - Wat kunnen zij en wat zijn hun beperkingen? - Wat voor soort werk doen wajongers? - Welke ondersteuning is er voor werkgevers? - Hoe gaat selectie in zijn werk? - De financiële aspecten en subsidiemogelijkheden. Denkt u er over na om één of enkele vacatures ook voor wajongers open te stellen? Bij UWV is er een landelijk aanspreekpunt voor onze branche. Deze organisatie zal u verder begeleiden om in contact te komen met kandidaten. Aan het einde van het verslagjaar zijn de meeste gesprekken gevoerd en beraden de bedrijven zich intern op de mogelijkheden. OUDERENBELEID Een van de cao-afspraken is een studie over ouderenbeleid. Gedacht wordt specifiek aan het aspect van 80% werken, 90% inkomen en 100% pensioenopbouw, in samenhang met ouderendagen. Onderdeel van de studieopdracht is een mogelijkheid om te komen tot één systematiek. De studieopdracht is door het Georganiseerd Overleg aan de Werkgroep kwaliteit van de arbeid gegeven. In het verslagjaar was de werkgroep in de oriënterende fase van de opdracht. In 2014 zal de studie worden voortgezet en zo mogelijk wordt een advies aan het Georganiseerd Overleg uitgebracht. SAMENSTELLING In het verslagjaar heeft de samenstelling van de werkgroep een wijziging ondergaan. In het najaar van 2013 heeft mevrouw N. Kers een functie buiten de pluimveeverwerkende industrie aanvaard. In de ontstane vacature is aan het einde van 2013 nog niet voorzien. Door de opheffing van de PBO is het adviseurschap van de heer J.W. Dijkhuizen per einde 2013 komen te vervallen. 18

19 De samenstelling van de Werkgroep kwaliteit van de arbeid is per ultimo 2013 als volgt: voorzitter: mr. P.J.H.T. Verkuilen secretaris: R. Kerkmeijer leden werkgeverszijde: J.J.A. Nije Bijvank, M.C.J. Onderdijk vacature leden werknemerszijde: J.H. Kraan J.C.H.M. Verhoeven 19

20 20

21 D. WERKGROEP WGA-VERZEKERING ALGEMEEN In de cao is de verplichting neergelegd, dat de werkgever de werknemer zal informeren over de met Achmea (voorheen Interpolis) overeengekomen arbeidsongeschiktheids-verzekering als aanvulling op de WGA-uitkering zoals deze geldt bij een arbeidsongeschiktheid tussen 35 en 80%. Deelname van de werknemer aan deze sectorale verzekering is vrijwillig. Indien geen gebruik is gemaakt van een afstandsverklaring wordt de werknemer geacht deel te nemen. Voor werkgevers is er een dispensatiemogelijkheid als een minimaal gelijkwaardige verzekering aan de werknemers wordt geboden. De uitvoering van deze regeling is door sociale partners ondergebracht bij de Werkgroep WGA verzekering. Door partijen is in 2008 met Interpolis een raamovereenkomst gesloten voor de WGA verzekering van werknemers in de pluimveeverwerkende industrie. Deze overeenkomst is aangegaan per 1 januari 2009 voor de duur van 5 jaar en voorziet eveneens in een dekking met terugwerkende kracht in de periode Achmea sluit op basis van de raamovereenkomst verzekeringspolissen af met de individuele bedrijven. De premie wordt door Interpolis rechtstreeks bij de bedrijven in rekening gebracht. De Werkgroep WGA verzekering houdt toezicht op een goede naleving van de overeenkomst. Het doel van de verzekeringsovereenkomst is het verstrekken van een aanvullende uitkering aan de verzekerde werknemer die wordt geconfronteerd met een inkomensachteruitgang als gevolg van arbeidsongeschiktheid. Deze uitkering voorziet in het inkomenshiaat dat ontstaat als de arbeidsongeschikte werknemer in de WGA-regeling valt (tussen 35 en 80% arbeidsongeschikt c.q. tussen 20 en 65% arbeidsgeschikt. In 2013 is gesproken over een verlenging van de verzekeringsovereenkomst. De arbeidsongeschiktheidsverzekering als aanvulling op de WGA-uitkering als bedoeld in artikel 39 van de cao voor werknemers werkzaam in de pluimveeverwerkende industrie is met ingang van 1 januari 2014 voor de duur van een jaar verlengd. De premie voor de herverzekering van het WGA-hiaat is voor 2014 vastgesteld op 0,25% van het brutoloon (tot het gemaximeerde SV-loon) en wordt op het loon van de werknemer ingehouden. In tegenstelling tot 2013 zal er geen premie vanuit de winstdelingsregeling worden betaald. Per 1 januari 2013 heeft de overheid de AOWleeftijd verhoogd naar maximaal 67 jaar. In overleg met Interpolis is geregeld dat per deze datum de uitkeringen worden vergoed tot de wettelijke AOW-leeftijd die voor de medewerker geldt (maximaal 67 jaar). De financiën ten bate van de WGAverzekering zijn ondergebracht bij de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie. De WGA kent een batig saldo, dat is gereser- 21

22 veerd voor de terugbetaling van de premie over Door de vaststelling van de Wet WIA in november 2005 is er in 2004 premie betaald voor het WAO-hiaat, terwijl er niet langer een dekking tegenover stond. Besloten is om deze premie terug te betalen aan de rechthebbende werknemers. Van een klein gedeelte van het premiebedrag konden de rechthebbende werknemers niet worden achterhaald. Voormalige werknemers in de pluimveeverwerkende industrie kunnen in verband met de geldende verjaringstermijn tot 10 november 2025 een beroep doen op terugbetaling van hun in 2004 betaalde premie onder aftrek van administratiekosten. voorzitter: J. Heijs (in even jaren) J.C.H.M. Verhoeven (in oneven jaren) secretaris: R. Kerkmeijer leden werkgeverszijde: R.H. Hamster, J. Heijs H.G.W. Wenting leden werknemerszijde: J.H. Kraan J.C.H.M. Verhoeven SAMENSTELLING Door de benoeming tot voorzitter van het G.O. is het lidmaatschap van de heer A. Visser van de werkgroep per 1 juli 2013 komen te vervallen. In de ontstane vacature is vooralsnog niet voorzien. De samenstelling van de Werkgroep WGAverzekering is per ultimo 2013 als volgt: 22

23 3. DE BEDRIJFSGENOTEN Door het secretariaat wordt elk jaar, op verzoek van het Georganiseerd Overleg, een enquête gehouden naar het personeelsbestand. Dit om de ontwikkelingen binnen de doelgroep voor de te verrichten activiteiten in beeld te houden. De activiteiten zijn gericht op ondernemers en werknemers in de pluimveeslachterijen en pluimveeverwerkende bedrijven, die vallen onder de werkingssfeer van de cao voor werknemers werkzaam in de pluimveeverwerkende industrie. Aan het einde van het verslagjaar kent de sector in de onderscheidenlijke categorieën 27 slachterijlocaties, waarin personeelsleden werkzaam zijn en 102 pluimveeverwerkende bedrijven met personeelsleden. Daarnaast zijn er 5 bedrijven bekend, die actief zijn in de uitzendbranche en onder de werkingssfeer vallen. Hierbij zijn in totaal 232 werknemers betrokken. SLACHTERIJEN Het totaal aantal pluimveeslachterijen bedraagt per 31 december 2013: 23 (evenals per ultimo 2012 en 2011). De overige slachterijen zijn actief in het slachten van wild. Overzicht personeelsbestand in slachterijen (pluimvee, wild en konijn) per ultimo 2009 tot en met 2013 Jaar Totaal mannen mannen vrouwen vrouwen t/m 19 jr 20 jr en ouder t/m 19 jaar 20 jr en ouder

24 Overzicht aantal personeelsleden per slachtlocatie (pluimvee) per 31 december van 1 tot 10 personeelsleden: van 10 tot 20 personeelsleden: van 20 tot 30 personeelsleden: van 30 tot 40 personeelsleden: van 40 tot 50 personeelsleden: van 50 tot 100 personeelsleden: van 100 tot 150 personeelsleden: van 150 tot 200 personeelsleden: personeelsleden en meer:

25 PLUIMVEEVERWERKENDE BEDRIJVEN In totaal zijn er per 31 december pluimveeverwerkende bedrijven (per ultimo 2012: 105 en per 2011: 115). Overzicht personeelsbestand in pluimveeverwerkende bedrijven 2009 tot en met 2013 Jaar Totaal mannen mannen vrouwen vrouwen t/m 19 jr 20 jr en ouder t/m 19 jaar 20 jr en ouder Overzicht aantal personeelsleden per locatie geen personeel: van 1 tot 5 personeelsleden: van 5 tot 10 personeelsleden: van 10 tot 20 personeelsleden: van 20 tot 30 personeelsleden: van 30 tot 40 personeelsleden: van 40 tot 50 personeelsleden: van 50 tot 100 personeelsleden: personeelsleden en meer:

26 26

27 4 ADRESSEN Sociale Zaken Pluimvee Industrie Adres: Kokermolen 11, 3994 DG Houten Correspondentieadres: Postbus 331, 3990 GC Houten Telefoon: Website: Contactpersoon: Ronald Kerkmeijer, secretaris Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie NEPLUVI Adres: Kokermolen 11, 3994 DG Houten Telefoon: Website: Contactpersoon: Peter Vesseur, algemeen secretaris FNV Bondgenoten Adres: Gotlandstraat 2a, 7418 AZ Deventer Telefoon: (lokaal tarief) Website: Contactpersoon: Jan Verhoeven, bestuurder CNV Vakmensen Adres: Ovenbouwershoek 9, 7328 JH Apeldoorn Telefoon: Website: Contactpersoon: Jacqueline Kraan, bestuurder 27

28 28