Stichting Pensioenfonds Protector Postbus LM Tilburg Telefoon: (013)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stichting Pensioenfonds Protector Postbus LM Tilburg Telefoon: (013)"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2015

2 Stichting Pensioenfonds Protector Postbus LM Tilburg Telefoon: (013) Internet: 2

3 Inhoud A Voorwoord 5 B Kerncijfers 8 C Karakteristieken van het fonds 10 D Verslag van intern toezicht en verantwoordingsorgaan 15 E Bestuursverslag 18 Governance 18 Uitbesteding 20 Kernthema s 21 Ontwikkelingen in de sector 28 Pensioenparagraaf 32 Beleggingenparagraaf 33 Financiële paragraaf 38 Risicoparagraaf 41 Verwacht en gepland voor Jaarrekening 1 Balans per 31 december 49 2 Staat van baten en lasten 51 3 Kasstroomoverzicht 53 4 Toelichting behorende bij de jaarrekening 55 5 Toelichting op de balans 61 Overige gegevens 1 Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum 89 2 Resultaatbestemming 89 3 Actuariële verklaring 89 4 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 91 Bijlagen 1 Verloopstaat deelnemers 97 3

4 4

5 A Voorwoord Ontwikkelingen in de pensioenwereld blijven zich opstapelen, zowel op het gebied van pensioenregelingen als in het beheer door pensioenfondsen. Ook de financiële markten blijven in beweging. Gelukkig kunnen we concluderen dat de financiële situatie van ons fonds gezond blijft. In dit jaarverslag blikken we terug op de vele gebeurtenissen in het afgelopen jaar. Financiële situatie Het fonds had op 31 december 2015 een dekkingsgraad van 125,0%, rekening houdend met de voorgenomen restitutie premie aan de Toegetreden Ondernemingen (TO) van 51,2 miljoen. Dit is hoger dan de wettelijk vereiste dekkingsgraad die eind ,3% was. Gezien de financiele ontwikkelingen in het eerste kwartaal van 2016 heeft het Bestuur besloten in de vergadering van 30 maart 2016, deze terugstorting niet te effectueren. Het per 31 december 2014 vastgestelde overschot van 101,1 miljoen is eind mei 2015 teruggestort aan de TO. Het Bestuur heeft kunnen besluiten tot een duurtetoeslag van 0,35% per 1 januari 2016 op de ingegane pensioenen en de aanspraken van de slapers, dankzij de toezegging van de TO om de daarvoor benodigde aanvullende premie te betalen. Op de pensioenaanspraken van de deelnemers aan de middel loonregeling is per 1 januari 2016 een toeslag toegekend van 0,60%. met ingang van 1 januari 2015 tegen een fiscaal maximaal opbouwpercentage van 1,875% jaarlijks pensioen opgebouwd over de pensioengrondslag. Deze pensioengrondslag is aan de ene kant begrensd door een maximum pensioengevend salaris van , aan de andere kant is de franchise per 1 januari 2015 verlaagd naar het fiscaal minimum van , waardoor een fiscaal maximale pensioenregeling is ingevoerd. De TO heeft een jaarlijkse toeslagverlening over de opgebouwde pensioenaanspraken voor de actieve deelnemers toegezegd die de stijging van het Consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens volgt; daartoe wordt door de TO jaarlijks een aanvullende koopsom ter beschikking gesteld aan het fonds. De jaarlijkse toeslagverlening over de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers en over de pensioenrechten van degenen met een ingegaan pensioen is ongewijzigd. Er is door de deelnemers aan de nieuwe pensioenregeling met ingang van 1 januari 2015 geen eigen bijdrage verschuldigd aan de regeling. Nieuw Financieel Toetsingskader Het nieuwe financieel toetsingskader (nftk) voor pensioenfondsen is per 1 januari 2015 in werking getreden. Het nftk is bedoeld om nominale pensioenen te beschermen. Eén van de gevolgen van het nftk is dat de buffervereisten die aan de pensioenfondsen worden gesteld zijn verhoogd. Het belegd vermogen van Protector steeg in 2015 met 57 miljoen tot miljoen. Het totaal rendement (opbrengst beleggingen inclusief waardemutaties ten opzichte van de gemiddelde marktwaarden) bedroeg in ,2% (in ,6%). Herziening pensioenregeling In december 2014 kwam Pensioenreglement D tot stand. De wijzigingen, met een ingangsdatum van 1 januari 2015, waren met name ingegeven vanuit gewijzigde fiscale wetgeving. Meest in het oog springende wijziging is de overgang van een eindloonregeling naar een geïndexeerde middelloonregeling. In de nieuwe middelloonregeling wordt Protector heeft de gevolgen van het nftk onderzocht en de materiële gevolgen voor het fonds zijn beperkt gebleven. Vastgesteld is dat de aangehouden buffer (125% van de Technische Voorzieningen (TV)) voldoende is om de nieuwe buffervereisten (121,3% van de TV) te kunnen dekken. Er kan ook onder het nftk door de financieringsafspraken tussen de TO en het fonds geen sprake zijn van een (langdurig) tekort. Omdat de toeslagverlening voor Protector gefinancierd wordt door de TO middels koopsommen en er een bijstortverplichting is, heeft het nftk geen effect op toekomstige toeslagverleningen. 5

6 Governance Sinds 2014 is de Code Pensioenfondsen van kracht met als doel om de verhoudingen binnen het pensioenfonds transparanter te maken. Daarnaast moet de Code bijdragen aan het versterken van goed pensioenfondsbestuur. De Code bevat een 83-tal normen en aan deze normen moet in beginsel worden voldaan. Waar dat bij een norm niet het geval is moet daar een nadere motivering voor gegeven worden. Het Bestuur stelde in het jaarverslag over 2014 reeds vast dat aan de meeste normen was voldaan; voor een aantal normen is de implementatie gedurende 2015 verder afgerond. Op het gebied van diversiteit is nog verbetering mogelijk en het Bestuur is voornemens om bij het zoeken/ werven van kandidaten voor het Bestuur en VO rekening te houden met de aanbevelingen terzake diversiteit. Communicatie In 2015 is er weer veel gebeurd op het gebied van communicatie door het fonds. Hierbij kan worden gedacht aan het pensioenspreekuur op locatie Rotterdam, het voortzetten van de publicatie van pensioenbulletins en het integreren van de Op Koers planner met de Pensioenplanner. Op 22 juni 2015 werd sinds lange tijd weer een Algemene Vergadering (AV) georganiseerd. In deze vergadering is gesproken over de door de TO aan gekondigde studie naar een cross-border pensioenfonds en de gevolgen daarvan voor Protector. Ook is in de AV aandacht besteed aan de statutenwijziging waarbij, tegen de achtergrond van deze studie, de verkiezingen voor de B-leden in het Bestuur en de (niet werkgevers)leden van het Verantwoordingsorgaan met maximaal een jaar worden uitgesteld; hier werd door de aanwezigen steun voor uitgesproken. In 2016 zal de website van het fonds aan gepast worden aan de nieuwe communicatievereisten zoals deze zijn vervat in de nieuwe Wet Pensioencommunicatie. Deze nieuwe wetgeving schrijft ondermeer gelaagdheid in de pensioencommunicatie voor. Dat is het meer informeren op hoofdlijnen, waarbij de deelnemer naar wens zelf meer detailinformatie kan ophalen bij het fonds. Cross-border pensioenfonds In het verslagjaar hebben de TO hun studie afgerond naar het onderbrengen van de Nederlandse pensioenen in het ExxonMobil OFP (Organisme voor de Financiering van Pensioenen) dat gevestigd is in België. Leden uit de OR, het Bestuur en het VO evenals gepensioneerden met specifieke kennis van het pensioenfonds hebben geparticipeerd in de Klankbordgroep die de voorstellen van het projectteam steeds van kritisch en opbouwend commentaar heeft voorzien. In december 2015 werd deze studie afgerond. Op 7 december hebben de TO vervolgens aan de OR instemming gevraagd om de toekomstige pensioenopbouw voor de Nederlandse werknemers plaats te laten vinden in het ExxonMobil OFP, in een (administratief én juridisch) separate sectie. Tegelijkertijd is aan Protector gevraagd te onderzoeken of een liquidatie van het fonds gevolgd door een collectieve waardeoverdracht naar dit ExxonMobil OFP van de in het fonds ondergebrachte pensioenaanspraken en -rechten in het belang is van de deelnemers bij Protector. Dit is uiteraard een ingrijpend verzoek voor het fonds. Het Bestuur dient te beoordelen of dit verzoek ten minste gelijkwaardig is aan andere alternatieven die er zijn voor (het onderbrengen van) de opgebouwde pensioenen. Naast de communicatie-inspanningen die de TO richting de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden plegen neemt het Bestuur hierin ook haar eigen verantwoordelijkheid: zo zal zij een Algemene Vergadering organiseren vóór het moment van haar besluitvorming. Ook het Verantwoordingsorgaan wordt intensief betrokken bij de besluitvorming. Komt het Bestuur tot het oordeel dat het verzoek van de TO in het beste belang is van de deelnemers en besluit het Bestuur tot liquidatie gevolgd door collectieve waardeoverdracht dan zal dit tijdig worden ingediend bij DNB. DNB zal dit besluit vervolgens toetsen vanuit het belang van de deelnemers. 6

7 Gedurende het verslagjaar speelden er nog diverse andere ontwikkelingen. Meer informatie daarover vindt u in dit jaarverslag. Tot slot wil ik namens het Bestuur iedereen bedanken die zich in 2015 weer heeft ingezet voor het pensioenfonds. A.J. van der Linden, voorzitter 25 april

8 B Kerncijfers Deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Deelnemers , , , , ,2 Gewezen deelnemers , , , , ,0 Pensioengerechtigden , , , , , , , , , ,0 Premiebijdragen, saldo overdrachten van rechten, pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringsen administratiekosten (Bedragen x 1.000) Bijdragen werkgevers Bijdragen werknemers Saldo overdrachten van rechten risico pensioenfonds Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten Technische voorzieningen, stichtingskapitaal en reserves en vermogen (Bedragen x 1.000, dekkingsgraad in %) Technische voorzieningen Stichtingskapitaal en reserves Beleggingen - voor risico pensioenfonds Overige activa Saldo overige vorderingen en schulden Totaal vermogen Aanwezige dekkingsgraad in % 125,0 125,0 125,0 125,0 129,1 Beleidsdekkingsgraad in% 126,4 131, Vereiste dekkingsgraad FTK in % 121,3 115,1 119,8 120,9 123,6 8

9 Verdeling beleggingsportefeuille voor risico pensioenfonds x % x % x % x % x % Vastgoed beleggingen , , , ,3 Aandelen , , , , ,6 Vastrentende waarden , , , , , , , , , ,0 Beleggingsopbrengsten en kosten vermogensbeheer risico pensioenfonds (Bedragen x 1.000) Directe beleggingsopbrengsten Indirecte opbrengsten Kosten vermogensbeheer Beleggingsrendement voor risico pensioenfonds (In procenten) Totaal rendement 4,2 25,6 7,7 13,1-1,2 Benchmark rendement 4,0 24,9 8,5 13,3-3,3 Toeslagen Op middelloonaanspraken 0,60 0, Op uitgekeerde pensioenen en pensioenaanspraken gewezen deelnemers 0,35 0,51 0,97 1,92 1,75 Op het premievrije pensioen OTS - - 2,00 2,00 2,00 Op het premievrije pensioen MPT - - 1,50 1,50 2,00 Op de premievrijgestelde opbouw arbeidsongeschikten 0,60 0,88 1,08 2,00 1,94 9

10 C Karakteristieken van het fonds Profiel De eerste voorloper van Stichting Pensioenfonds Protector (hierna te noemen het fonds ), statutair gevestigd te Breda, is opgericht op 1 januari De laatste statutenwijziging was op 1 september De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer Organisatie van het pensioenfonds Verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden In het vervolg van dit hoofdstuk beschrijven wij de huidige organisatie van het fonds aan de hand van het onderstaande schema. Het fonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij de Pensioenfederatie. Het fonds stelt zich ten doel: het toekennen van aanspraken op, c.q. het uitkeren van pensioenen aan deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en hun partners, respectievelijk gewezen partners en hun kinderen, overeenkomstig het bepaalde in Statuten en Reglementen voor de volgende ondernemingen: Esso Nederland B.V., statutair gevestigd te Breda; ExxonMobil Chemical Holland B.V., statutair gevestigd te Rotterdam; ExxonMobil Financial Services B.V., statutair gevestigd te Breda. (Hierna te noemen de Toegetreden Ondernemingen TO ) Bestuur Het Bestuur is verantwoordelijk voor het beheer van het fonds en het uitvoeren van de door de werkgever toegezegde pensioenregelingen, waaronder het doen van pensioenuitkeringen aan gepensioneerden en rechthebbende nabestaanden. Onderdeel van deze verantwoordelijkheid is het inrichten en uitvoeren van interne controlemaatregelen gericht op de juiste en volledige registratie van de gegevens van het fonds. Toegetreden Ondernemingen Accountant / Actuaris Bestuur Verantwoordingsorgaan Visitatiecommissie Beleggingscommissie Overige adviseurs Dagelijks Bestuur Overige commissies Uitvoeringsorganisatie (administrateur, herverzekeraar, vermogensbeheerders, custodian) 10

11 Dagelijks Bestuur Het Bestuur heeft een Dagelijks Bestuur (DB) aangewezen dat verantwoordelijk is voor: Uitvoeren van bestuursbesluiten binnen het raamwerk van de genomen besluiten en zover niet door de administrateur of actuaris uitgevoerd; Beoordelen van brieven opgesteld door actuaris of administrateur, zover niet behorend tot de reguliere correspondentie van de administrateur. Eventueel ondertekenen van deze brieven; Voorbereiden van agenda en stukken voor bestuursbesluiten, uitwerken stukken voor nadere besluitvorming in het Bestuur voor zover niet uitgevoerd door administrateur, actuaris, Beleggingscommissie of anderen; Besluiten in dringende zaken die geen uitstel dulden tot de volgende bestuursvergadering; Beslissingen over uitvoeringsvragen inzake individuele gevallen; Directe uitvoering van vragen / enquêtes / zaken die geen wezenlijke wijziging van het beleid van het pensioenfondsbestuur inhouden; Coördinatie van contacten met administrateur, actuarissen, De Nederlandsche Bank (DNB), Autoriteit Financiële Markten (AFM), (onafhankelijke) accountant, Pensioenfederatie, Toegetreden Ondernemingen, Verantwoordingsorgaan, Belastingdienst en andere relevante partijen. De samenstelling van het Dagelijks Bestuur bestaat uit twee gekozen en twee door de TO voorgedragen bestuursleden, waaronder de voorzitter en de vice-voorzitter van het Bestuur. Het Dagelijks Bestuur rapporteert iedere bestuursvergadering aan het voltallige Bestuur over verrichte activiteiten en eventuele uitvoeringsbesluiten die sinds de vorige bestuursvergadering zijn genomen. Secretaris van de Beleggingscommissie De Secretaris van de Beleggingscommissie draagt zorg voor implementatie en bewaking van het beleggingsbeleid, binnen het door het Bestuur aangegeven kader. De Secretaris van de Beleggingscommissie is jegens het Bestuur verantwoordelijk voor: De toetsing van de beleggingen tegen de strategische benchmark, gegeven de beleggingsdoelstellingen van het fonds; Het voorstellen en controleren van beleggingsmandaten en benchmarks voor te onderscheiden portefeuilles en/of beleggingsfondsen; De beoordeling van de wijze waarop de vermogensbeheerders het beleggingsbeleid uitvoeren, in het bijzonder ten aanzien van allocatie en selectie, in het licht van de marktontwikkelingen en de beleggingsbenadering van de betrokken vermogensbeheerders; Een adequate rapportage aan de Beleggingscommissie zelf en aan het Bestuur over de ontwikkeling van de dekkingsgraad. Verantwoordingsorgaan Het Bestuur legt verantwoording af aan het Verantwoordings orgaan over beleid, uitvoering beleid en naleving van Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur. Het Verantwoordingsorgaan heeft tot taak een oordeel te geven over het handelen van het Bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van de Visitatiecommissie, over het door het Bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Dit oordeel wordt bekend gemaakt en in het jaarverslag opgenomen. Ook heeft het Verantwoordingsorgaan adviesrechten zoals bepaald in de Wet Versterking Bestuur en het reglement Verantwoordingsorgaan. Beleggingscommissie Er is een Beleggingscommissie die het Bestuur adviseert ten aanzien van de beleggingen. De Beleggingscommissie ontwikkelt voorstellen voor gewenste beleggingsstructuur voor het fonds en de selectie van de vermogensbeheerders. Visitatiecommissie Voor het Intern Toezicht is gekozen voor de vorm van een Visitatiecommissie (VC). De VC beoordeelt eens per jaar de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling 11

12 wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico s op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het pensioenfonds. In 2015 heeft intern toezicht plaatsgevonden. Externe deskundigen Naast deze interne organen kent het fonds ook externe deskundigen. De certificerend actuaris rapporteert jaarlijks over de financiële positie van het fonds en geeft een actuariële verklaring af. De adviserend actuaris adviseert het Bestuur gevraagd en ongevraagd over relevante onderwerpen zoals de in de reglementen gebruikte berekenings- en omrekeningsfactoren en voert ook alle actuariële berekeningen uit. De externe onafhankelijke accountant controleert de jaarrekening en de verslagstaten ten behoeve van de toezichthouder. Hij rapporteert aan het Bestuur in de vorm van een controleverklaring bij de jaarrekening en een accountantsverslag. Hierin wordt melding gemaakt van zijn eventuele opmerkingen en aanbevelingen omtrent de administratieve organisatie en interne controle van het fonds. Samenstelling van het Bestuur Het Bestuur van de Stichting bestaat uit acht leden. Vier zijn er door de TO benoemd, twee zijn gekozen uit en door de deelnemers en twee zijn gekozen uit en door de kring van pensioengerechtigden. Gedurende het verslagjaar was de samenstelling van het Bestuur als volgt: Samenstelling van het Bestuur Naam Gekozen / benoemd door Rol A.J. van der Linden Toegetreden Ondernemingen Voorzitter, Dagelijks Bestuur P. Huisman Toegetreden Ondernemingen J.J.M. Muffels Toegetreden Ondernemingen G.M.W. Shultz-Sibbel Toegetreden Ondernemingen Dagelijks Bestuur P.J.C. Mertens Deelnemers Vice-voorzitter, Dagelijks Bestuur M.J. den Hertog Deelnemers M. Meulblok Pensioengerechtigden Dagelijks Bestuur P. Weijel Pensioengerechtigden Alle benoemde bestuursleden zijn in principe benoemd voor maximaal twaalf jaar. Alle gekozen bestuursleden waren benoemd voor een zittingsperiode van vier jaar, eindigend op 1 juni Bij statutenwijziging van 1 september 2015 is bepaald dat de op dat moment zittende bestuursleden zitting hebben tot en met 31 mei 2017; indien het pensioenfonds vóór of op 31 december 2016 echter in liquidatie is getreden zullen de op dat moment zitting hebbende bestuursleden in functie blijven totdat de vereffening van het pensioenfonds zal zijn voltooid. 12

13 Samenstelling van het Verantwoordingsorgaan Vanaf 1 juli 2014 is het huidig Verantwoordingsorgaan aangetreden. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit negen leden. Drie leden zijn voor onbepaalde tijd benoemd door en uit de kring van Toegetreden Ondernemingen. In beginsel worden zes leden benoemd voor een periode van vier jaar door en uit de deelnemers respectievelijk de pensioengerechtigden, door middel van verkiezingen uit de betrokken geledingen, waarbij de deelnemers en pensioengerechtigden in evenredigheid zijn vertegenwoordigd. Bij de wijzigingen ingevolge de Wet versterking bestuur is er met instemming van betrokken organen voor gekozen om alle leden van de toenmalige Deelnemersraad lid te maken van het Verantwoordingsorgaan. Gedurende 2015 had het Verantwoordingsorgaan de volgende samenstelling: Naam Gekozen / benoemd door Rol A.C. Moree Toegetreden Ondernemingen N.C.M. Nowé Toegetreden Ondernemingen M.M.H.W. Speklé Toegetreden Ondernemingen A.J.M. Ahsmann Deelnemers Voorzitter D.J. van der Have Deelnemers Secretaris J. Verheij Deelnemers C.J.T. van Dinther Pensioengerechtigden E.J. Overmaat Pensioengerechtigden H.A. Tampoebolon Pensioengerechtigden heeft tezamen met de heren De Jager en Ruben de visitatie bij het fonds voor het jaar 2015 verricht. Een visitatie vindt ieder jaar plaats. Samenstelling van de Beleggingscommissie Gedurende het verslagjaar was de samenstelling van de Beleggingscommissie als volgt: Naam Rol M.E. Spieksma Voorzitter S. Cools M. Kennett A.J. van der Linden W. van Rossum P. Weijel De commissie wordt ondersteund door: E.P.A. van Alphen Secretaris De Beleggingscommissie bestaat uit ten minste 3 leden en worden benoemd door het Bestuur. De benoeming is voor onbepaalde tijd. De commissie wordt ondersteund door een Secretaris, voorgedragen door de TO en benoemd door het Bestuur. Actuaris Gedurende het verslagjaar waren de actuarissen van het fonds: Samenstelling van de Visitatiecommissie Gedurende het verslagjaar was de samenstelling van de Visitatiecommissie als volgt: Naam Mercer (Nederland) B.V. Mercer (Nederland) B.V. Rol adviserend certificerend Naam Organisatie N. de Jager VCHolland J. Lommen* VCHolland J. Ruben VCHolland Accountant Gedurende het verslagjaar was de onafhankelijke accountant van het fonds: PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. * Mevrouw J. Lommen is in het verslagjaar de heer G.W. Euverman opgevolgd binnen de Visitatiecommissie en 13

14 Compliance officer P. Beijers Esso Nederland B.V. De heer P. Beijers is de heer F.C. Mathijssen per 1 juni 2015 als compliance officer van het fonds opgevolgd. Vermogenbeheerders Gedurende het verslagjaar waren de vermogensbeheerders van het fonds: Naam BlackRock Northern Trust BlackRock Horsley Bridge LaSalle* Mandaat Aandelen World ex USA Aandelen USA Euro Obligaties Venture Capitals Onroerend goed * Per april 2015 werden de laatste Onroerend Goedbeleggingen door het fonds verkocht. Daarmee is de dienstverlening door LaSalle per dat moment beëindigd. Custodian Gedurende het verslagjaar was Northern Trust de custodian van het fonds. Administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. 14

15 D Verslag van intern toezicht en verantwoordingsorgaan Intern toezicht Ieder jaar vindt intern toezicht plaats door de Visitatiecommissie. In het najaar van 2015 heeft de visitatie plaats gevonden. In het navolgende is een samenvatting van het verslag van de Visitatiecommissie weergegeven. De bevindingen van de Visitatiecommissie zijn op 9 november 2015 met het Bestuur en met het VO besproken. In de overlegvergadering van 17 december 2015 besprak het Bestuurde aanbevelingen van de Visitatiecommissie en de reactie van het Bestuur hierop met het VO. Het VO kon zich in de reactie van het Bestuur op de aanbevelingen vinden. Samenvatting Visitatierapport Inleiding Het Bestuur heeft, na advies van het Verantwoordingsorgaan (VO), een Visitatiecommissie ingesteld. De leden van de Visitatiecommissie zijn afkomstig van VCHolland, en hebben de opdracht om jaarlijks een visitatie uit te voeren bij het fonds die kadert in een driejaarscyclus van visitaties zoals met het fonds is overeengekomen. De Visitatiecommissie heeft tot (wettelijke) taak toezicht te houden op (de totstandkoming van) het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken in het fonds. De Visitatiecommissie is ten minste belast met het toezien op een adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het Bestuur en legt verantwoording af over de uitvoering van de taken aan het Verantwoordingsorgaan en de werkgever en in het jaarverslag. Het intern toezicht vervult zijn taak zodanig dat het bijdraagt aan het effectief en slagvaardig functioneren van het fonds en aan een beheerste en integere bedrijfsvoering. Naast de hierboven omschreven wettelijke taak van de Visitatiecommissie heeft het Bestuur gevraagd bijzondere aandacht te schenken aan de wijze waarop het fonds de implementatie van het nftk ter hand heeft genomen. Tevens is de Visitatiecommissie geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot het cross-border project. De Visitatiecommissie doet daarbij de constatering dat in deze initiële fase van het cross-border project het fonds zelf nog niet bij het project betrokken is en geen formele rol en verantwoordelijkheid heeft totdat het fonds formeel benaderd wordt door de TO. VCHolland heeft voor de uitvoering van visitaties een werkwijze ontwikkeld die uiteindelijk uitmondt in een rapportage over de bevindingen en het oordeel van de Visitatiecommissie. Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek door DNB naar de uitvoering van visitaties heeft Visitatiecommissie Holland de rapportage aangescherpt door meer expliciet in te gaan op de gehanteerde normen, de bevindingen en het oordeel. Oordeel/Bevindingen De Visitatiecommissie heeft kunnen vaststellen dat het Bestuur op een voor de Visitatiecommissie bevredigende wijze de aanbevelingen zoals deze bij de laatste visitatie in 2014 zijn gedaan heeft opgevolgd. Met betrekking tot één aanbeveling heeft het Bestuur gemotiveerd aangegeven waarom zij deze aanbeveling niet heeft opgevolgd. Deze aanbeveling had betrekking op het verder concretiseren van het beleidsdocument missie, visie en strategie. Naar de mening van het Bestuur zijn de beleidsdoelstellingen van het fonds in voldoende mate opgenomen in de ABTN en jaarplannen en worden deze periodiek op het wel of niet realiseren ervan getoetst. Op basis van de beschikbaar gestelde documentatie en gesprekken komt de Visitatiecommissie tot de conclusie dat het fonds op adequate wijze de implementatie van het nftk ter hand heeft genomen. Wel doet de Visitatiecommissie de aanbeveling, mede in het kader van de communicatie met de deelnemers met betrekking tot de risicohouding van het fonds kwantitatieve grenzen en begrijpelijke criteria te formuleren in relatie tot de ambities van het fonds en de risicobereidheid. Naar aanleiding van de verkregen informatie over het cross-border project heeft de Visitatiecommissie de aanbeveling gedaan om eenduidig vast te leggen dat de leden van het Bestuur en VO niet in hun hoedanigheid als fonds vertegenwoordigers deelnemen aan de Klankbordgroep en strategische studie van de TO, het fonds momenteel op generlei wijze zelf betrokken is bij het project en te bepalen op welk moment dit wel het geval wordt. Vanaf dat moment zullen (wettelijke) taken en bevoegdheden gaan rusten op het fonds. Tevens beveelt de Visitatiecommissie aan om tijdige voorbereidingen te treffen door het maken van een 15

16 inventarisatie van de mogelijke toekomstige (wettelijke) taken en bevoegdheden van het fonds en de te nemen acties. Bij belangrijke bestuursbesprekingen en -besluiten die mogelijk voortvloeien uit het project beveelt de Visitatiecommissie ten slotte aan als Bestuur collectief zorg te dragen voor blijvend goede checks and balances binnen het Bestuur en dit aspect ook zorgvuldig te blijven evalueren. De Visitatiecommissie kan zich vinden in de wens van het Bestuur om de komende verkiezingen van het Bestuur/VO met een jaar uit te stellen. Dit onderwerp is tijdens een Algemene Vergadering van deelnemers uitgebreid toegelicht. De mening van de aanwezige deelnemers was overwegend positief. De Visitatiecommissie is van oordeel dat in materiële zin is voldaan aan de externe verslaggeving met uitzondering van de toelichting op de transactiekosten van het vermogensbeheer. De Visitatiecommissie doet daarbij de aanbeveling een praktische oplossing te vinden om de transactiekosten te rapporteren en tevens de aanbeveling van de externe accountant te volgen om de toelichting op de kosten van vermogensbeheer te verbeteren. De Visitatiecommissie is van oordeel dat het uitbestedingsbeleid van het fonds voldoet aan de wet- en regelgeving. Met betrekking tot de naleving van de Code Pensioenfondsen komt de Visitatiecommissie tot het oordeel dat de normen van de Code voor het grootste deel door het fonds worden nageleefd. Met betrekking tot een aantal normen heeft het Bestuur acties uitgezet om daaraan te kunnen voldoen. De Visitatiecommissie komt met betrekking tot de bevordering van diversiteit bij de fondsorganen tot de aanbeveling een expliciet diversiteitsbeleid te formuleren en dit ook als basis te gebruiken bij de invulling van vacatures bij het Bestuur/VO. In algemene zin voldoet het fonds aan de gestelde normen met betrekking tot de algemene taak en waarborging goed pensioenfondsbestuur. In formele zin dient het Bestuur nog een document opdrachtaanvaarding van de uit te voeren pensioenregeling op te stellen. In dit document dient het Bestuur vast te leggen op welke wijze is voldaan aan de toetsing van de opdrachtaanvaarding aan de door het fonds gehanteerde doelstellingen en uitgangspunten. De Visitatiecommissie doet daar ook een aanbeveling toe. Mede op basis van de beschikbaar gestelde documentatie en de gesprekken heeft de Visitatiecommissie kunnen vaststellen dat het beleid van het fonds wordt bepaald door personen die geschikt zijn in verband met de uitoefening van het bedrijf van het fonds. Er is sprake van een adequaat deskundigheids-/geschiktheidsniveau. Het fonds beziet haar strategische keuzen met betrekking tot het vermogensbeheer in samenhang met de bijstortingsverplichtingen van de TO. Door deze bijstortingsverplichtingen liggen de gevolgen van de volatiliteit in de beleggingsportefeuille bij de TO. De TO zijn van mening dat deze strategie op lange termijn leidt tot een optimaal pensioen. Deze visie wordt door de feiten bevestigd. De beleggingsstrategie is consistent met de laatst uitgevoerde ALM-studie, de geformuleerde risicohouding en de aanvangshaalbaarheidsstudie. Het fonds is van mening dat door de gevolgde aanpak de belangen van alle betrokken partijen evenwichtig zijn behartigd. De Visitatiecommissie kan het Bestuur in zijn mening volgen. Daarbij doet de Visitatiecommissie nog de aanbeveling actie te ondernemen op de constatering van de certificerend actuaris dat de motivering van de strategie van renteafdekking verbeterd kan worden en in de ABTN een meer expliciete beschrijving op te nemen van alle fasen van de beleggingscyclus en de samenhang hiertussen. Tevens kan de vastlegging van de beweegredenen van de beleggingscommissie van haar adviezen verbeterd worden. De Visitatiecommissie deelt de mening van het Bestuur dat het fonds de processen rondom waardering, rapportage en resultaten van de beleggingsportefeuille in voldoende mate beheerst. Met betrekking tot de rapportage van de renteafdekking en de waardering van private equity doet de Visitatiecommissie nog een aantal aanbevelingen. 16

17 Het fonds en de certificerend actuaris komen tot het oordeel dat het fonds aan alle aspecten van de prudent person regel voldoet. De Visitatiecommissie kan zich hierin op basis van de beschikbaar gestelde documentatie en de gesprekken vinden. De Visitatiecommissie is de mening toegedaan dat het fonds voldoet aan de normen met betrekking tot een integraal risicobeheer. Daarbij wordt tevens voldaan aan de wettelijke bepalingen met betrekking tot de (vaststelling van de) risicohouding. De mening van de Visitatiecommissie over het communicatiebeleid van het fonds is positief. In dit kader doet de Visitatiecommissie nog een aantal aanbevelingen. Het bestaande communicatieplan van het fonds dient op korte termijn te worden aangepast aan de nieuwe Wet Pensioencommunicatie. Tevens dienen de resultaten, besluitvorming en gevolgen van de haalbaarheidstoets in het communicatieplan te worden opgenomen en te worden gecommuniceerd met de deelnemers en de sociale partners. Reactie van het Bestuur In de bestuursvergadering van 17 december 2015 heeft het Bestuur haar reactie op de aanbevelingen geformuleerd. Het Bestuur kan zich vinden in de meeste aanbevelingen en heeft een actieplan geformuleerd om deze aanbevelingen uit te voeren. Wat betreft het zuiver houden van eigen (wettelijke) verantwoordelijkheden van het Bestuur in het licht van de voortgang van het cross-border project is het bestuur van mening dat deelnemende bestuursleden aan de klankbordgroep het recht gehouden hebben hun eigen bestuurlijke mening en verantwoordelijkheid bij het beoordelen van het verzoek tot collectieve waardeoverdracht. Het Bestuur is zich bewust van de diverse rollen die door de diverse bestuurs leden worden vervuld. Dat geldt met name voor de leden van het DB namens de TO. Het Bestuur zal overeenkomstig de aanbeveling expliciet bij de zelfevaluatie van haar functioneren en van de bestuursleden afzonderlijk stil staan bij de invulling van de rol van de leden van het DB namens de TO. VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN Oordeel 2015 Het oordeel van het Verantwoordingsorgaan over de wijze waarop het Bestuur het Pensioenfonds Protector heeft bestuurd in 2015 is positief. Het Verantwoordingsorgaan heeft in een open en constructieve communicatie met het Bestuur wederom een grote betrokkenheid gehad bij de gang van zaken binnen Protector. Hierdoor heeft het Verantwoordingsorgaan zich een goed oordeel kunnen vormen over het handelen van het bestuur, het gevoerde beleid, evenals over beleidskeuzes voor de toekomst. Het Bestuur heeft gehoor gegeven aan adviezen verstrekt door de Visitatiecommissie en aan adviezen en suggesties van het Verantwoordingsorgaan. Wij onderschrijven de opstelling van het bestuur ten aanzien van het door haar gevoerde beleggingsbeleid, pensioenbeleid, premiebeleid en toeslagenbeleid. Bij de besluiten is naar ons oordeel een evenwichtige afweging gemaakt van de belangen van alle relevante partijen. Het Verantwoordingsorgaan is op 17 maart 2015 geïnformeerd over een studie met betrekking tot mogelijke overdracht van pensioenverplichtingen en beleggingen aan een cross-border pensioenfonds in België. Een vijftal leden (drie actieven en twee gepensioneerden) hebben op persoonlijke titel vanaf april 2015 intensief deelgenomen aan een door de Toegetreden Ondernemingen opgerichte klankbordgroep. Gedurende het jaar is het Verantwoordingsorgaan in zijn totaliteit op de hoogte gehouden over de voortgang van het project. Mogelijkerwijs zal in 2016 hieromtrent een advies moeten worden uitgebracht. Toon Ahsmann Voorzitter Verantwoordingsorgaan 18 april

18 E Bestuursverslag Governance Bestuur Bestuursvergaderingen Het Bestuur van het fonds heeft het afgelopen jaar 8 maal vergaderd. Belangrijke onderwerpen waren: De financiële ontwikkelingen en de financiële positie van het fonds; De implementatie van Reglement D; Het verlenen van duurtetoeslagen en toekennen van een toeslag op het pensioen voor actieve deelnemers; De uitvoering van een audit bij de uitvoeringsorganisatie; Het voldoen aan de vereisten van het nftk, waaronder het uitvoeren van de aanvangshaalbaarheidstoets; De uitvoering van de visitatie en zelfevaluatie; Het naleven van de Code Pensioenfondsen; Het vaststellen van een nieuwe Gedragscode; Het vaststellen van het Geschiktheidsplan; Het vaststellen van een communicatieplan en de communicatiekalender; De aanpassing van fondsdocumenten (statutenwijziging, ABTN, Uitvoeringsovereenkomst, declaratieregeling, reglement C&A Commissie); Het in behandeling nemen van de vraag van de TO aan het Bestuur te overwegen of liquidatie gevolgd door collectieve waardeoverdracht van Protector in het beste belang van de belanghebbenden van het fonds is. Geschiktheidsbevordering De leden van het Bestuur en het pensioenbureau volgen bijeenkomsten, seminars en opleidingen om het gewenste geschiktheidsniveau te behouden en te verbeteren. Zo zijn in het verslagjaar diverse bijeenkomsten van DNB, Syntrus Achmea en de Pensioenfederatie bezocht. Door twee bestuursleden zijn een aantal SPO opleidingen op niveau B afgerond. Integere bedrijfsvoering Artikel 143 van de Pensioenwet legt vast dat er een integere bedrijfsvoering moet zijn. De wijze waarop het Bestuur een integere bedrijfsvoering realiseert is vastgelegd in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van het fonds. Naleving wet- en regelgeving Overeenkomstig artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat: het pensioenfonds in het boekjaar 2015 geen dwangsommen en boetes zijn opgelegd; het pensioenfonds in het boekjaar 2015 geen aanwijzing als bedoeld in artikel 171 van de Pensioenwet is gegeven; in het boekjaar 2015 geen bewindvoerder als bedoeld in artikel 173 van de Pensioenwet is aangesteld. Er zijn het Bestuur geen overtredingen van wet- en regelgeving bekend. Zelfevaluatie Het Bestuur heeft een procedure voor een periodieke zelfevaluatie. Het gaat om het functioneren van het Bestuur als geheel en van de individuele bestuursleden afzonderlijk. Doel van de zelfevaluatie is de kwaliteit van het Bestuur in stand te houden en/of te verbeteren. Het Bestuur heeft besloten dat de zelfevaluatie eenmaal per jaar plaatsvindt. In het verslagjaar vond de zelfevaluatie van het Bestuur als geheel op 22 juni 2015 plaats. Het Bestuur beoordeelt het eigen functioneren positief. Alle bestuursleden kunnen zich goed vinden in de huidige manier van werken binnen het Bestuur en er is veel commitment van de bestuursleden. Er wordt een groot beroep gedaan op de bestuursleden gezien de veelheid van veranderingen in wet- en regelgeving, in communicatie met de achterban en ook in het cross-border traject. Er wordt goed werk verricht door de bestuurscommissies en ook de relaties met de externe partijen zijn naar tevredenheid. Er is op dit moment geen behoefte om de commissiestructuur te wijzigen. Het Verantwoordingsorgaan komt steeds meer in haar (nieuwe) rol. Gedragscode In januari 2015 publiceerde de Pensioenfederatie een aangepaste gedragscode. Het Bestuur beoordeelde deze versie als beter geschikt en heeft dan ook besloten om een gedragscode naar dat nieuwe model te implementeren. Jaarlijks wordt door de leden van het Bestuur de gedragscode getekend. Het Bestuur heeft over het verslagjaar dan ook een verklaring van naleving van deze gedragscode nieuwe stijl ondertekend. 18

19 Vertegenwoordiging in de Klantenraad Met ingang van 2015 is er sprake van een Klantenraad voor de drie oorspronkelijke bedrijfsonderdelen van Syntrus Achmea afzonderlijk. De Klantenraad en Raad van Advies zijn geïntegreerd. De nieuwe Klantenraad adviseert de directie gevraagd of ongevraagd over relevante ontwikkelingen en klantverwachtingen maar ook over de strategie, doelstellingen en activiteiten van Pensioenbeheer. De Klantenraad organiseert ook gedurende het jaar thema - bijeen komsten voor de klanten die daarin zijn geïnteresseerd. Protector is in de nieuwe opzet niet langer lid van de Klantenraad. de Beleggingscommissie beoordeeld wat de implicaties kunnen zijn voor het fonds. Jaarlijks wordt door de leden van de BC de gedragscode getekend. Dit is ook over dit verslagjaar gebeurd. Verantwoordingsorgaan Het Verantwoordingsorgaan (VO) heeft als taak het geven van een oordeel over het handelen van het Bestuur, over het gevoerde beleid van het Bestuur over het voorbije kalenderjaar en over de gemaakte beleidskeuzes voor de toekomst. Daarnaast kent het nieuwe VO meer uitgebreide adviesbevoegdheden dan het oude VO. Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur heeft het afgelopen jaar 7 maal vergaderd. Belangrijke onderwerpen waren het opstellen van de agenda voor de bestuursvergaderingen, inhoudelijke voorbereiding van de agendapunten, opvolging van de actiepuntenlijsten en overleg met derden. Het DB legde daarover in elke bestuursvergadering verantwoording af aan het gehele Bestuur. Beleggingscommissie De Beleggingscommissie (BC) heeft het afgelopen jaar 4 maal vergaderd. De secretaris van de BC doet in elke bestuursvergadering verslag van de financiële positie van het fonds en de zaken die in de BC aan de orde komen. De BC adviseert het Bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over beleggingsaangelegenheden. De BC heeft zich onder andere bezig gehouden met het uitvoering geven aan het 2015-beleggingsbeleid, de verkoop van de laatste OGbeleggingen, het vaststellen van een correcte waardering van het belang in Private Equity, de (globale) beoordeling van de hoogte van de transactiekosten van het fonds en een beoordeling van de LDI-strategie. De BC heeft het Bestuur, na gedaan onderzoek, aanbevolen om het huidige securities lending beleid voort te zetten. Daarnaast werd een voorstel aan het Bestuur gedaan voor het Beleggingsplan 2016, hetgeen door het Bestuur werd goedgekeurd. Uiteraard worden de ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving gevolgd en wordt ook door De verantwoording die het Bestuur aflegt is onderdeel van de jaarverslagcyclus. Ook het formele overleg tussen Bestuur en VO kadert daarin. Het afgelopen jaar vergaderde het VO viermaal met het Bestuur. In dit jaarverslag wordt separaat verslag gedaan van de bevindingen van het VO ten aanzien van het gevoerde beleid. In de overlegvergadering van 28 september 2015 respectievelijk 17 december 2015 verstrekte het VO een positief advies over het Communicatieplan 2015 respectievelijk In juni 2015 werd eveneens positief advies gekregen over de aanpassing van de statuten, de Uitvoeringsovereenkomst, de ABTN en de kostendeclaratie regeling. Tevens is in juni de aanvangshaalbaarheidstoets besproken. Het Bestuur heeft met genoegen kennis genomen van de beoordeling van het VO van het in 2015 gevoerde beleid en zal rekening houden met de gemaakte aanbevelingen. In het kader van geschiktheidsbevordering zijn er meerdere activiteiten geweest voor het Verantwoordingsorgaan. Er is een training verzorgd door SPO voor het gehele VO specifiek gericht op de governance structuur van Protector en de voorzitter heeft daarnaast nog enkele SPO opleidingen gevolgd. Intern toezicht Het intern toezicht bij het fonds wordt gevormd door een Visitatiecommissie (VC). Met ingang van 2013 vindt ieder jaar intern toezicht plaats. De laatste visitatie is in het najaar van 19

20 2015 uitgevoerd. Een samenvatting van de definitieve rapportage met bevindingen door de VC is opgenomen in dit jaarverslag. De reactie van het Bestuur op de aanbevelingen over 2015 kwam in de bestuursvergadering van 17 december 2015 tot stand. Extern Toezicht In 2012 heeft DNB haar toezichtmethodiek gewijzigd en zijn alle pensioenfondsen in risico categorieën ingedeeld. Protector is ingedeeld in klasse 2 met toezichtregime neutraal. Gevolg van deze wijziging is dat er geen periodiek overleg met DNB is, enkel op exceptiebasis. In januari, augustus en in december heeft op initiatief van het Bestuur een overleg met DNB plaatsgevonden. In de bespreking van januari heeft een kennismaking plaats gevonden met de nieuwe toezichthouder op het fonds en heeft Protector ook een toelichting gegeven op ondermeer de bijzondere financieringsafspraken die zij met haar sponsors heeft gemaakt. In de besprekingen van augustus en december hebben twee bestuursleden namens de TO een toelichting gegeven op de plannen van de TO om de pensioenen van de Nederlandse werknemers en gepensioneerden in het Belgische OFP onder te gaan brengen. Voorts heeft het Bestuur meegewerkt aan door DNB georganiseerde onderzoeken op het terrein van intern toezicht en risicomanagement. In het najaar heeft het fonds vragen van AFM beantwoord aangaande de hoogte van de vermogensbeheerkosten van het fonds, welke als zeer laag worden beoordeeld. Commissiestructuur Sinds 2012 werkt het Bestuur met een commissiestructuur waarbij iedere commissie een eigen taakstelling heeft. Eén van de doelstellingen van het met commissies werken is dat de beleidsvoorbereiding meer door die commissies plaatsvindt en daarmee het Bestuur deels wordt ontlast. In iedere commissie heeft het Bestuur bestuursleden benoemd. In het verslagjaar waren de volgende commissies binnen Protector actief: het Dagelijks Bestuur, de Beleggingscommissie, de Communicatiecommissie en de Controls & Audit commissie. Uitbesteding Administrateur De uitvoering van de dienstverlening door Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. loopt zoals zij behoort te lopen en staat op een hoog peil. In de SLA-rapportage wordt per kwartaal inzicht gegeven in de dienstverlening van Syntrus Achmea, zodat het fonds in staat is inhoudelijk en gestructureerd te sturen. De administrateur is verantwoordelijk jegens het Bestuur voor: De implementatie van het beleid en de bewaking van de uitvoering; De kwartaalrapportages aan DNB volgens de daarvoor geldende regels; Het schriftelijk of mondeling onverwijld rapporteren van relevante bijzonderheden; De uitkeringenadministratie; De verzekerdenadministratie; Het secretariaat; De beleggingsadministratie; De financiële administratie. De (financiële) jaarverslaglegging van het fonds wordt voorbereid door de administrateur. De administrateur ontvangt ten behoeve van de jaarverslaglegging gegevens van de vermogensbeheerders, de bewaarnemer(s) en de verzekeraars. Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. is voor de uitvoering van de werkzaamheden van het pensioenfonds in het bezit van een ISAE 3402 type II rapportage. Deze rapportage is gecontroleerd door de onafhankelijke accountant (Ernst & Young Accountants LLP) van Syntrus Achmea. In deze rapportage wordt geconcludeerd dat de beschreven bedrijfsprocessen bestaan en functioneerden gedurende de verslagperiode. Het Bestuur heeft kennis genomen van deze rapportage waaruit voor Protector geen specifieke verbeterpunten zijn opgekomen. 20

21 Ieder jaar voert ExxonMobil een audit uit bij de pensioenuitvoerder. Deze vond in het verslagjaar in november plaats. Dit jaar lag de focus van de audit op risico management, de controle matrix, incidentenmanagement en BCP & IT beheersmaatregelen. Er waren twee bestuursleden en twee leden van het Pensioenbureau van Protector aanwezig. Er zijn door functionarissen vanuit Syntrus Achmea diverse presentaties gehouden over diverse processen waarbij ruimschoots gelegenheid was tot het stellen van vragen. Deze audit verliep in een open en prettige sfeer; er zijn geen noemenswaardige zaken opgekomen bij de audit. Adviserend Actuaris In alle bestuursvergaderingen waarin hun adviezen werden besproken is een adviserend actuaris aanwezig geweest. Het ging daarbij ondermeer over het jaarwerk, het vaststellen van de premies, de (aanvangs)haalbaarheidstoets en het stappenplan in verband met de mogelijke overgang van de pensioenen naar het cross-border fonds. Certificerend actuaris De certificerend actuaris is gedurende het verslagjaar op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen bij het fonds. Accountant De onafhankelijke accountant is gedurende het verslagjaar op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen bij het fonds. Vermogensbeheer De vermogensbeheerders rapporteren maandelijks aan de secretaris van de Beleggingscommissie. Deze maakt daarvan een samenvatting die elke maand wordt gestuurd aan het Bestuur en aan de Beleggingscommissie. Deze rapportages worden ook op elke bestuursvergadering besproken. Op kwartaalbasis wordt een uitgebreid beleggingsrapport opgesteld dat besproken wordt in de beleggingscommissie, het Bestuur en het Verantwoordingsorgaan. Daarnaast wordt jaarlijks aan de vermogensbeheerders gevraagd om te bevestigen of zij zich aan de Investments Management Agreement hebben gehouden en of zij de derivaten, securities lending en proxy voting (waar dat van toepassing is) -richtlijnen gevolgd hebben. Tevens worden steekproeven uitgevoerd, waarbij door de manager de documentatie getoond moet worden die de transacties of andere activiteiten ondersteunen. Ook worden de ISAE3402 s of vergelijkbare rapporten opgevraagd en geanalyseerd. Dit jaar is er een audit uitgevoerd door het ExxonMobil audit department naar de beleggingsprocessen en werkzaamheden van de secretaris van de Beleggingscommissie; hieruit zijn geen bevindingen voortgekomen en is het oordeel goed verkregen. Kernthema s Financieel beheer Ultimo 2015 een overschot Boekhoudkundig wordt als volgt omgegaan met de overschotten en tekorten gedurende het kalenderjaar: op de kwartaaleindes, met uitzondering van het jaareinde, wordt een actuele dekkingsgraad van ten minste 125% gerapporteerd aan DNB. Op het jaareinde wordt een actuele dekkingsgraad van 125% gerapporteerd. Op het einde van de tussenliggende maanden is een rapportage van de feitelijke dekkingsgraad en de beleidsdekkingsgraad aan de orde: de feitelijke dekkingsgraad kan dan afwijken (meer cq. minder) van 125%. Hiermee wordt het beste recht gedaan aan de bepalingen in de uitvoeringsovereenkomst. Protector heeft geen FTK reservetekort als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan de FTK dekkingsgraad van 121,3%. De (beleids)dekkingsgraad van het fonds lag sinds december 2011 bestendig boven het wettelijk vereiste niveau. Per einde september van het verslagjaar is de feitelijke dekkingsgraad - exclusief de daaruit resulterende vordering op de TO - onder de grens van 125% gedaald (120,3%). Dit heeft geleid tot een bijstorting van de sponsor ad 70,8 miljoen in oktober 2015 zodat werd uitgekomen op de intern gehanteerde minimum dekkingsgraad van 125%. Eind mei 2015 is het per 31 december 2014 vastgestelde overschot van 101,1 miljoen conform de uitvoeringsovereenkomst gerestitueerd aan de TO. 21

22 Zoals gebruikelijk is DNB van deze restitutie op de hoogte gesteld. Wegens de goede vermogenspositie van het fonds behoefde voor 2015 niet de ex ante kostendekkende jaarpremie van 46,1 miljoen aan de TO te worden gevraagd maar kon worden volstaan met de betaalde voorschotpremie. De in 2015 betaalde voorschotpremie bedraagt 16,3 miljoen, dit is inclusief de betaalde koopsom ad 11,4 miljoen voor de jaarlijkse toeslagverlening ( 4,3 miljoen voor de duurte toeslagen en 7,1 miljoen voor de opgebouwde pensioenaanspraken middelloon). De dekkingsgraad was eind december 2015 vóór restitutie premie 127,6%. Het Bestuur heeft vastgesteld dat het overschot boven de intern vereiste dekkingsgraad van 125,0% kan worden gerestitueerd aan de TO overeenkomstig de uitvoeringsovereenkomst. Echter gezien de financiele ontwikkelingen in het eerste kwartaal van 2016 heeft het Bestuur besloten in de vergadering van 30 maart 2016, deze terugstorting niet te effectueren. De restitutie zou 51,2 miljoen bedragen. Deze is vastgesteld door eerst de premie met 29,9 miljoen op te trekken naar de kostendekkende premie ex post en vervolgens te verminderen met 81,1 miljoen totdat de dekkingsgraad per 31 december 2015 uitkomt op 125,0%. De beleidsdekkingsgraad is per 31 december 2015 uitgekomen op 126,4 %. Protector is duurtetoeslagen blijven verlenen Per 1 januari 2015 is een duurtetoeslag van 0,51% toegekend op de ingegane pensioenen en de aanspraken van de slapers. Per 1 januari 2016 heeft het Bestuur kunnen besluiten tot een duurtetoeslag van 0,35% op de ingegane pensioenen en de aanspraken van de slapers omdat de TO de daarvoor benodigde aanvullende premie hebben voldaan voor jaareinde. De gepensioneerden zijn op 20 januari 2016 geïnformeerd over de verleende toeslagen. Sinds 1 januari 2015 is een middelloonregeling van toepassing. De indexatie van de pensioenaanspraken van de actieve deelnemers is onvoorwaardelijk en is gelijk aan de stijging van het Consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens : op 1 januari 2015 heeft dit geleid tot een toeslag van 0,88% over de tot 1 januari 2015 opgebouwde aanspraken voor deze groep en op 1 januari 2016 heeft dit geleid tot een toeslag van 0,60% over de tot 1 januari 2016 opgebouwde aanspraken voor deze groep. De TO hebben de daarvoor benodigde koopsommen aan het fonds voor jaareinde 2014 respectievelijk 2015 voldaan. Jaarwerk 2014 Op 22 april 2015 werd het jaarrapport over 2014 door het Bestuur vastgesteld. Cross-border pensioenfonds Op 7 december van het verslagjaar heeft de TO een verzoek gedaan aan de Ondernemingsraad om in te stemmen met het voorgenomen besluit van de TO om de pensioenregeling van de TO onder te brengen bij het ExxonMobil OFP dat gevestigd is in België. Parallel aan deze brief heeft het fonds een brief ontvangen van de TO met daarin de vraag af te wegen en te besluiten of de liquidatie van Protector, gevolgd door een collectieve waardeoverdracht aan het cross-border pensioenfonds van ExxonMobil in België in het beste belang is van alle belanghebbenden bij Protector. De beoogde overgangsdatum is 1 januari De TO heeft zich beraden op de toekomst van Protector als pensioenuitvoerder van de pensioenregeling. De vraagstelling daarbij was: Is Protector met zijn huidige financiële opzet en governance structuur nog passend in het veranderende Nederlandse pensioenlandschap? 2. Zijn er alternatieven voor het fonds passend bij de financiële garantiestelling van de TO? 3. Is het kosten-efficiënt om twee pensioenfondsen te opereren, één voor de Nederlandse regelingen en één voor de Belgische? Uit een afweging van alternatieven in de verkennende studie door de TO is een samenvoeging van het ExxonMobil pensioenfonds België en Protector in een cross-border ExxonMobil OFP pensioenfonds in België als te prefereren variant naar voren gekomen. Om zoveel mogelijk draagvlak te creëren en voorstellen te toetsen met de actieven en de gepensioneerden, is door de TO in het tweede kwartaal van 2015 een klankbordgroep opgericht. In deze klankbordgroep participeren leden van de 22

23 Ondernemingsraad van de TO, bestuursleden van Protector en leden van het VO evenals gepensioneerden met specifieke kennis van het pensioenfonds. De leden nemen deel aan de klankbordgroep op persoonlijke titel. Het Bestuur van Protector heeft de brief met onderliggende stukken met daarin de karakteristieken van het voorgestelde cross-border fonds in ontvangst genomen en in een ingelaste bestuursvergadering op 7 december 2015 aan een eerste bespreking onderworpen. Op 17 december heeft het Bestuur een concept stappenplan opgesteld waarin de te verrichten werkzaamheden tot de eventuele datum van overgang naar de OFP zijn opgenomen. Het Bestuur dient haar eigen, onafhankelijke, afweging te maken of overgang naar het voorgestelde cross-border fonds in het beste belang van de belanghebbenden van het fonds is. Hiertoe heeft het Bestuur een inventarisatie van mogelijkheden voor de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten gemaakt. Het Verantwoordingsorgaan is betrokken bij de studie die het Bestuur uitvoert en zal om advies gevraagd worden voordat besluitvorming plaats vindt door het Bestuur. Verwachting is dat dit in de eerste helft van 2016 afgerond zal worden. Pensioenregeling Implementatie regelingswijziging 1 januari 2015 Met ingang van 1 januari 2015 is Pensioenreglement D van kracht. De daarin verwoorde wijzigingen zijn voornamelijk gedreven door gewijzigde fiscale wetgeving per 1 januari Meest in het oog springende wijziging was de overgang van een eindloonregeling naar een geïndexeerde middelloonregeling. Door de wettelijke wijzigingen per 1 januari 2015, waaronder de invoering van een begrenzing van een pensioengevend salaris van waartegen fiscaal gefaciliteerd pensioen kan worden opgebouwd en wijziging van de opbouwpercentages, geeft de nieuwe middelloon regeling voor de meeste actieven een beter pensioenresultaat. Bij de overgang van de eindloon- naar de middelloonregeling per 1 januari 2015 zijn de tot en met 31 december 2014 opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers als premievrije aanspraak in de middelloonregeling ingebracht; deze premievrije aanspraken werden de basis voor de eerste toeslagverlening per 1 januari 2015 in de middelloonregeling. In de nieuwe middelloonregeling wordt met ingang van 1 januari 2015 tegen een fiscaal maximaal opbouwpercentage van 1,875% jaarlijks pensioen opgebouwd over de pensioengrondslag. Deze pensioengrondslag is aan de ene kant begrensd door een maximum pensioengevend salaris van , aan de andere kant is de franchise per 1 januari 2015 verlaagd van naar het fiscaal minimum van , waardoor de pensioenregeling fiscaal maximaal is. De wijzigingen in de pensioenregeling zijn per 1 januari 2015 verwerkt in de pensioenadministratie. De aanspraken op 1 januari 2015 na conversie van eindloon naar middelloon zijn van een onafhankelijke toetsing door de adviserend actuaris voorzien: deze gaf op 8 april 2015 zijn akkoord af op de per 1 januari 2015, na conversie, berekende pensioenaanspraken. In het tweede kwartaal ontvingen de deelnemers hun UPO op basis van 1 januari 2015 data. De TO hebben een jaarlijkse toeslagverlening over de opgebouwde pensioenaanspraken toegezegd aan de actieve deelnemers, deze volgt de stijging van het Consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens ; daartoe wordt door de TO jaarlijks een aanvullende koopsom ter beschikking gesteld aan het fonds. De jaarlijkse toeslagverlening over de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers en over de pensioenrechten van degenen met een ingegaan pensioen is ongewijzigd. Dat betekent dat deze voorwaardelijk van karakter is en bedraagt maximaal 90% van het Consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens afgeleid. Er is door de deelnemers aan de nieuwe pensioenregeling met ingang van 1 januari 2015 geen eigen bijdrage verschuldigd. Statuten In het verslagjaar heeft het Bestuur, na positief advies van het Verantwoordingsorgaan, besloten tot een statutenwijziging. De nieuwe statuten werden op 1 september 2015 notarieel verleden. Door middel van deze statutenwijziging is geregeld dat de verkiezing van bestuursleden en leden van het 23

24 Verantwoordingsorgaan met maximaal één jaar is uitgesteld. Volgens de tot 1 september 2015 van toepassing zijnde statuten zouden uiterlijk in het eerste halfjaar van 2016 verkiezingen voor het Bestuur en het Verantwoordingsorgaan georganiseerd dienen te worden. Gezien de in het voorjaar 2015 bekend gemaakte studie door de TO naar het Belgische cross-border fonds werd een statutenaanpassing van nut geacht met het oog op het gebruik van de aanwezige kennis en kunde van de zittende bestuursleden en leden van het Verantwoordings orgaan. Overigens is het uitstel van de verkiezingen begrensd tot 31 mei 2017; wanneer Protector zich op het einde van 2016 in liquidatie bevindt zullen de dan zittende bestuursleden en leden van het Verantwoordingsorgaan echter optreden als vereffenaars van het fonds. Voordat deze wijziging werd doorgevoerd is deze via een Algemene Vergadering toegelicht aan de aanwezige deelnemers en gepensioneerden, welke de beweegredenen van het Bestuur hebben aanvaard. FTK Nieuw FTK met ingang van 1 januari 2015 van kracht Het nieuwe Financieel Toetsingskader (nftk) werd op 1 januari 2015 van kracht. Sociale partners en het pensioenfonds dienden in 2015 waar nodig meer expliciete en vollediger afspraken over pensioen te maken. Er is een duidelijk onderscheid gemaakt in de rol van de sociale partners en die van het bestuur van een pensioenfonds: sociale partners beslissen over de inhoud van de pensioenregeling, het bestuur zorgt voor de formele opdrachtaanvaarding. Er was tot 1 juli de tijd om het nftk te implementeren. Door het nftk bepaalden fondsen opnieuw hun ambities en risicohouding. Het beleggingsbeleid moet in principe daarbij passen. Het nftk is erg gericht op de bescherming van nominale pensioenen. Het indexatiebeleid moest ook zo concreet mogelijk gemaakt worden. De regels voor indexeren zijn sinds 2015 in zijn algemeenheid strenger geworden. Indexaties moeten vanaf 2015 toekomstbestendig zijn. Toekomstbestendig betekent dat niet alleen het komend jaar, maar ook naar verwachting de daaropvolgende jaren de betrokken indexatie kan worden toegekend. Uit onderzoek naar de effecten van het nftk voor Protector blijkt dat de materiële gevolgen beperkt zijn. De in voorgaande jaren en nog immer aangehouden buffer (125% van de Technische Voorzieningen (TV)) is groter dan het Vereist Eigen Vermogen zoals dat volgens de regels van het nftk kan worden vastgesteld (121,3% van de TV), waardoor ook volgens de regels van het nftk geen sprake is van een tekortsituatie. Bij Protector is heel bepalend dat de volledige pensioenregeling wordt gefinancierd door de TO. De betrouwbaarheid van de Toegetreden Ondernemingen (TO) is groot; op de momenten dat het fonds te maken heeft gehad met een tekort ten opzichte van de 125% van de TV zorgden de TO voor een bijstorting zodat het tekort snel was verholpen zoals ook het geval was op het einde van het derde kwartaal in Het fonds laat jaarlijks een beoordeling van de kredietwaardigheid van de TO uitvoeren en deze beoordeling heeft steeds een bevredigende uitkomst gekend. Vanuit het nftk zijn de regels voor de toeslagverlening strenger geworden voor fondsen die hiervoor gebruik maken van hun beleggingsresultaten. Omdat Protector vanuit de TO echter separate toeslagkoopsommen ontvangt en er een bijstortingsverplichting is, heeft het nftk geen effect op de toeslagverlening door het fonds. Aanvangshaalbaarheidstoets Met een haalbaarheidstoets kijkt het fonds of de afgesproken ambities worden gerealiseerd en ook of het premiebeleid voldoende realistisch en haalbaar is. Daarnaast wordt gekeken naar de herstelcapaciteit van een fonds. Bij grote veranderingen zoals de invoering van het nieuwe FTK, een nieuwe pensioenregeling of een andere significante wijziging moet het pensioenfonds een aanvangshaalbaarheidstoets uitvoeren. Vervolgens doet het fonds ieder jaar de jaarlijkse haalbaarheidstoets en rapporteert die uiterlijk 30 juni van het lopende boekjaar aan DNB. De haalbaarheidstoets kijkt naar het pensioenresultaat. Het pensioenresultaat geeft aan in welke mate de pensioentoezegging kan worden verleend, rekening houdend met 24

25 volledige prijsinflatie. Deze haalbaarheidstoets wordt uitgevoerd als monitor van gestelde normen en beoordeelt het fonds of het verwacht pensioenresultaat en het pensioenresultaat in het slechtweerscenario in lijn zijn met de door het pensioenfonds zelf gekozen ondergrenzen. Deze zelf gekozen ondergrenzen moeten passen binnen de risicohouding van het fonds. In mei 2015 voerde het fonds de aanvangshaalbaarheidstoets uit op basis van de 1e kwartaal scenario set van DNB. Het pensioenfonds stelde drie ondergrenzen vast: 1. Een ondergrens voor het verwacht pensioenresultaat vanuit de situatie dat precies aan de vereisten van het vereist eigen vermogen wordt voldaan: deze is door het fonds vastgesteld op 90% (de verwachting is 96,5%); 2. Een ondergrens voor het verwacht pensioenresultaat vanuit de feitelijke financiële positie: deze is ook vastgesteld op 90% (de verwachting is 96,5%); 3. Een maximale afwijking van het pensioenresultaat in het slechtweerscenario: het Bestuur heeft deze vastgesteld op 10% (de verwachting is 4,6%). Na overleg met de TO over hun risicobereidheid en de bevestiging tot continuatie van de bijstortverplichting, heeft het fonds niet van de gelegenheid gebruik gemaakt om het risicoprofiel van de beleggingen te wijzigen. De beleggingsrisico s van het fonds worden geheel genomen door de TO. Voor het verlenen van indexatie wordt geen additionele buffer aangehouden, noch wordt hiervoor rendement van het fonds gebruikt. Een toeslag kan pas worden verleend nadat de TO hiervoor een koopsom ter beschikking hebben gesteld. De pensioenpremie komt geheel ten laste van de TO. Uit de uitkomsten van de aanvangshaalbaarheidstoets is gebleken het pensioenresultaat op fondsniveau in een slechtweerscenario niet teveel afwijkt van het verwachte pensioenresultaat op fondsniveau, waarbij het fonds hiervoor de maximale afwijking heeft vastgesteld. Gezien de financieringsovereenkomst met de TO is de verwachting dat de haalbaarheidstoets zich de komende jaren zal ontwikkelen rond de uitkomsten van de aanvangshaalbaarheidstoets. Onzekere factor hierin is de ontwikkeling van het model en de scenarioset door DNB. Om deze reden heeft het Bestuur besloten tot iets ruimere ondergrenzen die nog steeds een acceptabel pensioenresultaat geven Ultimate Forward Rate (UFR) De UFR curve wordt gebruikt bij de berekening van de technische voorzieningen. De UFR is een modelmatige benadering van de marktrente voor pensioenverplichtingen met een termijn langer dan 20 jaar. Op twee punten is, als onderdeel van het nftk, de marktrente waarmee gerekend dient te worden door de Nederlandse toezichthouder aangepast. De eerste aanpassing vond plaats in januari 2015 waarbij niet langer gebruik gemaakt mag worden van een driemaands middeling. De tweede aanpassing was per 15 juli 2015 waarbij de UFR werd verlaagd van 4,2% naar het 10-jaars gemiddelde van de 20-jaars rente, deze was 3,3% op 1 juli 2015 en 3,2% op 31 december Door deze aanpassingen stegen de verplichtingen met 45,5 miljoen. Dit resulteerde in een lagere dekkingsgraad. Waar dit bij veel fondsen leidt tot minder ruimte voor indexatie is dat bij Protector niet het geval aangezien de toeslagkoopsommen door de TO separaat worden voldaan. Als de rente ongeveer gelijk blijft, dan daalt de UFR de komende tijd zelfs nog verder. Door de financieringsafspraken die het fonds met de TO heeft, heeft de bijstelling van de UFR(-curve) uiteindelijk geen gevolgen voor de deelnemers van Protector. Uitvoeringsovereenkomst Het Bestuur heeft op 1 januari en op 1 juli van het verslagjaar de uitvoeringsovereenkomst met de TO aangepast. De wijzigingen per 1 januari 2015 hadden met name betrekking op het in werking treden van Reglement D. Een gevolg hiervan was ondermeer een gewijzigde vaststelling van de werkgeversbijdrage ten gevolge van het vervallen van de deelnemersbijdragen. Ook de toeslagbepaling en de financiering hiervan voor de middelloon regeling is opgenomen. Eveneens is opgenomen dat de TO jaarlijks hun balans en de verlies- en winstrekening rapporteren aan het fonds en het fonds informeren in geval van significante 25

26 wijzigingen in de financiële positie van de TO. Deze aanpassing van de uitvoeringsovereenkomst werd op 10 december 2014 vastgesteld nadat hiervoor door het Verantwoordingsorgaan een positief advies was verkregen. duidelijke behoefte voor beantwoording van vragen met betrekking tot individuele pensioenzaken. Het merendeel van de vragen heeft betrekking op vervroeging, echtscheiding en waardeoverdracht. De aanpassingen per 1 juli 2015 vloeiden voort uit het nftk waarin is voorgeschreven dat pensioenfondsen met ingang van 2015 jaarlijks een haalbaarheidstoets uitvoeren. De uitvoeringsovereenkomst die met ingang van 1 juli 2015 van toepassing is is in overeenstemming met deze nieuwe vereisten vanuit het nftk en de geïntroduceerde beleidsdekkingsgraad. ABTN In de juni-vergadering van 2015 is een aangepaste versie van de ABTN goedgekeurd. Er was sprake van een actualisering van de ABTN naar aanleiding van eerdere besluitvorming maar ook in verband met het in werking treden van nieuwe wet- en regelgeving (nftk). Daarbij kan gedacht worden aan het in overeenstemming brengen van de ABTN met de besluitvorming van het Bestuur naar aanleiding van het in gebruik nemen van een missiestatement en het nieuw vastgestelde geschiktheidsplan. Naar aanleiding van nieuwe wet- en regelgeving is er een uitgebreider uitbestedingsbeleid en een incidentenregeling beschreven. In verband met het in werking treden van het nftk zijn de door het Bestuur vastgestelde ondergrenzen vastgelegd in verband met de uitgevoerde haalbaarheidstoets; ook werd het Crisisplan, dat deel van de ABTN uitmaakt, geactualiseerd. Het Bestuur heeft gedurende het verslagjaar drie pensioenbulletins uitgegeven om alle belanghebbenden te informeren over de actuele ontwikkelingen. Deze bulletins zijn beschikbaar op de website en worden toegestuurd aan de gepensioneerden. Vanuit de Toegetreden Ondernemingen zijn de deelnemers in het verslagjaar via een drietal nieuwsflashes op de hoogte gebracht van de plannen aangaande het cross-border pensioenfonds. In het verslagjaar is het communicatieplan geactualiseerd. Dit plan is onder meer in overeenstemming gebracht met de wijzigingen in verband met de nieuwe Wet Pensioencommunicatie, met name het gelaagd informeren via Pensioen Door het Bestuur heeft besluitvorming plaatsgehad om het pensioenfonds tijdig te laten voldoen aan de eisen vanuit de nieuwe Wet Pensioencommunicatie. Zo is opdracht gegeven om de website van het fonds te gaan vernieuwen, met meer mogelijkheden tot digitale interactie met de deelnemer en uiteraard beantwoordend aan de vereisten van het gelaagd communiceren. Voorts is aan Syntrus Achmea de opdracht gegeven om de brievenset van het pensioenfonds in overeenstemming te brengen met de nieuwe vereisten. Communicatie In het boekjaar is opnieuw veel aandacht besteed aan communicatie met deelnemers en pensioengerechtigden: Via het Protector bulletin is ondermeer aandacht besteed aan de financiële status van het fonds, is bericht over de toeslagverlening per 1 januari 2015, is het live gaan van de pensioenplanner aangekondigd, is verslag gedaan van de gehouden Algemene Vergadering en is een toelichting gegeven op de wijzigingen ingevolge de nieuwe Wet Pensioencommunicatie; Op locatie Rotterdam wordt maandelijks een pensioen spreekuur gehouden. Deze spreekuren voorzien in een Protector neemt deel aan een onderzoek van de Radboud universiteit onder 16 fondsen. Het onderzoek wordt drie achtereenvolgende jaren uitgevoerd ( ) onder dezelfde groep respondenten waarbij de opzet is dat de effectiviteit van de gebruikte middelen in het jaar wordt onderzocht. De verwachting is dat het onderzoek meer informatie zal geven door middel van welke boodschap deelnemers actie ondernemen om daadwerkelijk hun pensioensituatie te bekijken. De ervaringen met de online tool Op Koers, zoals dat in 2013 werd geïntroduceerd, zijn positief. Dit is een online tool die 26

27 beoogt het pensioenbewustzijn te vergroten door het bieden van inzicht, overzicht en een handelingsperspectief. De deelnemers krijgen door middel van deze tool grotere basiskennis over pensioenen, inzicht in de pensioenregeling en in de eigen pensioenopbouw. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de verwachte uitgaven bij pensionering en is een vergelijk mogelijk met de verwachte pensioeninkomsten. Medio 2015 is de nieuwe Pensioenplanner van Protector beschikbaar gemaakt voor de deelnemers. Met deze pensioenplanner krijgen de deelnemers meer inzicht in de hoogte van hun pensioen en kunnen zij zelf inzicht verkrijgen in de effecten op het pensioen van eigen wensen (bijvoorbeeld het effect op het pensioen van een vervroegde ingang ervan). Wat betreft de toekomstige rol van de Communicatiecommissie heeft het Bestuur geen voornemens deze ingrijpend te veranderen. Het Bestuur ziet een belangrijke rol in het verder ontwikkelen van de huidige beschikbare middelen. Control & Audit Jaarlijks wordt het Controls Framework gecontroleerd op actualiteit: dit heeft in het verslagjaar geresulteerd in enige aanpassingen: het format is aangepast en qua pensioenbeheer is er meer consistentie aangebracht. Verder is de aansluiting tussen het Controls Framework en de controls kalender verbeterd. Ook werd de Controlskalender up-to-date gebracht. Deze is binnen het Bestuur besproken en daar is vastgesteld dat de voorgenomen taken conform planning verlopen. Eenmaal per jaar doorloopt de Controls & Auditcommissie de genomen besluitvorming van het Bestuur en stelt de eventuele impact ervan vast op de risico s voor het fonds. In het verslagjaar werd het Reglement van de C&A commissie geactualiseerd. Met deze update is op transparante wijze het denkproces van de C&A Commissie vastgelegd aangaande de blijvende volledigheid en relevantie van het risk and controls universe. Hiermee werd uitvoering gegeven aan een van de aanbevelingen van VCHolland naar aanleiding van de visitatie over Uitvoeringskosten Kosten van de uitvoering van de pensioenregeling Naar aanleiding van een onderzoeksrapport van de AFM in 2011 heeft de Pensioenfederatie in 2012 richtlijnen voor de kostentransparantie uitgebracht een herziening van deze richtlijnen is begin 2016 verschenen. Rapporteren over kosten is per 1 januari 2015 wettelijk voorgeschreven. Er worden drie kostensoorten onderscheiden: de kosten van het pensioenbeheer, de kosten van het vermogensbeheer en de transactiekosten. Voor de deelnemers van Protector hebben de kosten geen invloed op indexatie, opbouw of uitkering van pensioenen. Kosten beïnvloeden het overschot / tekort en komen daarmee toe aan de TO. Kosten van pensioenbeheer De kosten van de uitvoering van de pensioenregeling bedragen 467 (2014: 499) per deelnemer. Deze kosten zijn berekend door de totale pensioenuitvoeringskosten te delen door het totaal aantal actieve deelnemers en gepensioneerden ultimo 2015 overeenkomstig de Aanbevelingen Uitvoeringskosten van de Pensioenf ederatie. De pensioenbeheerkosten bestaan uit administratieve verrichtingen (pensioentoekenningen, betalen uitkering, verwerken waardeoverdrachten, etc.), bestuurskosten (heffingen van de toezichthouders, adviseurs, juridische kosten, werkgeverskosten), communicatiekosten en overige kosten. De kosten per deelnemer zijn in 2015 lager dan Dit komt met name door de extra kosten die gemaakt zijn voor de wijziging van de regelingen in Daartegen zijn de reguliere pensioenadministratiekosten toegenomen omdat er vanaf 2015 de btw-koepelvrijstelling voor de pensioenadministratie afgeschaft is. Kosten vermogensbeheer De kosten van vermogensbeheer bedragen 0,06% (2014 0,07%) van het gemiddeld belegd vermogen. Het betreft hier 27

28 de kosten die betaald worden aan de vermogensbeheerders BlackRock, Northern Trust, Horsley Bridge en LaSalle. Blackrock en Northern Trust worden internationaal gebruikt door meerdere pensioenfondsen van ExxonMobil; de kosten structuur is hierop aangepast. De vermogensbeheerskosten zijn in absolute termen ongeveer gelijk gebleven tussen 2014 en Omdat het belegd vermogen hoger is in 2015, zijn de kosten als percentage van belegd vermogen gedaald in 2015 ten opzichte van Deze kosten behoren tot de allerlaagste vermogensbeheerkosten zoals gerapporteerd door Nederlandse pensioenfondsen. Het aandelen beleggingsbeleid is daarnaast gebaseerd op het passief volgen van indexen, met een zo breed mogelijke spreiding, wat zorgt voor een lager risico en lage kosten (weinig transactiekosten en lage management fees). Afgezien van de periodieke herbalancering wordt voor obligaties een buy&hold strategie gevoerd wat eveneens leidt tot lage kosten. Bij de periodieke herbalancering wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van overdrachten tussen de deelnemende ExxonMobil pensioenfondsen waarmee het aantal daadwerkelijk uit te voeren transacties tot een minimum beperkt blijft. Transactiekosten Transactiekosten zijn die kosten die gemaakt moeten worden voor de aan- en verkoop van beleggingsstukken (aandelen, obligaties). Deze kosten zijn onderdeel van de kostprijs van beleggingsstukken. Bij beleggingen in indexfondsen worden de individuele transactiekosten per aan- en verkoop van aandelen binnen een bepaalde index, niet individueel gerapporteerd aan aandeelhouders van een beleggingsindex. Omdat het fonds belegt in circa 65 indexfondsen die op hun beurt weer belegd zijn in aandelen van circa 8000 ondernemingen, zijn de onderliggende transactiekosten niet apart herleidbaar. Hierin speelt mee dat de gebruikte indexfondsen door wereldwijde aandeelhouders gebruikt worden en het individueel aandeelhouderschap op dagelijkse basis varieert. Het Bestuur oordeelt dat de transactiekosten laag zijn omdat gebruik gemaakt wordt van de samengestelde beleggingscapaciteiten van de wereldwijde ExxonMobil pensioenfondsen. De prestaties van de indexfondsen worden gemonitored versus de toepasselijke index van het betreffende fonds. Hiermee wordt impliciet een oog gehouden op de transactiekosten. Over 2015 hebben de indexfondsen voldaan aan de benchmarks die gesteld zijn. Ontwikkelingen in de sector Governance Organisatie van het fonds Het Bestuur van Protector is paritair samengesteld en kent 8 bestuursleden: 4 leden zijn aangesteld door de Toegetreden Ondernemingen, 4 bestuursleden zijn verkozen leden waarvan 2 gepensioneerden. Het Bestuur legt verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan (VO), waarin de deelnemers en pensioengerechtigden naar evenredigheid zijn vertegenwoordigd. Ook de werkgever is in het VO vertegenwoordigd. Voor het intern toezicht heeft Protector een Visitatiecommissie ingesteld die jaarlijks visiteert. Met de Visitatiecommissie is een visitatievorm afgesproken waarbij in aanvang een algehele visitatie bij het fonds plaatsvindt en in de daarop volgende jaren de focus ligt op bepaalde visitatiethema s. VC Holland is verkozen tot het bureau dat de visitaties voor het fonds uitvoert, mede gezien de goede ervaringen daarmee in de voorbije jaren en nadat daarover door het Verantwoordingsorgaan positief is geadviseerd. Verder is met VC Holland afgesproken dat ieder jaar een lid van de Visitatiecommissie rouleert. Op deze wijze wordt er enerzijds voor gezorgd dat er continuïteit is bij de visitatie en anderzijds steeds sprake blijft van een frisse blik naar het fonds. Code Pensioenfondsen Doel van de Code is de verhoudingen binnen het pensioenfonds transparanter te maken, communicatie met de belanghebbenden te versterken en bijdragen aan het versterken van goed pensioenfondsbestuur. De Code is per 1 juli 2014 wettelijk verankerd. De Code legt de nadruk op het beïnvloeden van het gedrag van bestuurders, intern toezichthouders en belanghebbenden in de verantwoordingsfunctie. Per orgaan zijn normen opgenomen over taak en werkwijze, samenstelling en 28

29 zittingsduur, geschiktheid, benoeming, schorsing en ontslag. Daarnaast zijn overkoepelende thema s opgenomen. De thema s gaan zowel over het eigen functioneren van het fonds als van dienstverleners. Voorbeelden hiervan zijn integraal risicomanagement, communicatie en transparantie, verantwoord beleggen, kosten, uitvoering en uitbesteding, geschiktheid, diversiteit, integer handelen en beloningsbeleid. De Monitoringcommissie Code Pensioenfondsen ziet toe op de naleving van de Code. De Monitoringcommissie heeft in haar rapportage aangegeven dat met de naleving van de Code met name op het punt van diversiteit nog wel enige verbetering behoeft. Voorts heeft de Monitoringcommissie gesignaleerd dat vaak sprake is van een impliciete naleving van de Code en beveelt aan deze naleving meer expliciet te maken. Een pensioenfonds past de normen van de Code toe of zet in het jaarverslag gemotiveerd uiteen waarom een norm niet (volledig) is toegepast. Protector heeft de lijst met 83 normen in 2014 bestudeerd en toen vastgesteld dat veruit de meeste normen uit de Code worden nageleefd. Dit selfassessment van het Bestuur is ook met het VO in detail besproken en getoetst. Een aantal normen heeft tot aanvullende actie van het Bestuur geleid, zoals het opstellen van een Missie-visie-doelstellingen document en een Klokkenluidersregeling. Gedurende het verslagjaar is op enige normen uit de Code Pensioenfondsen, waar tot 2015 nog onvoldoende opvolging aan was gegeven, nadere actie ondernomen: Zelfevaluatie Bestuur en evaluatie accountant en actuaris (normen 39, 51): tijdens de Zelfevaluatie heeft het Bestuur expliciet haar eigen functioneren geëvalueerd als ook het functioneren van de externe partijen tegen het licht gehouden. Er is daarbij geen gebruik gemaakt van een externe partij; Geschiktheidsplan (normen 47-50): in een aantal normen wordt vastgelegd wat de verwachtingen zijn ten aanzien van profielschetsen van bestuurders en VO leden, opleidingsplan en permanente educatie. Het Bestuur heeft in 2015 een nieuw Geschiktheidsplan vastgesteld waarin ondermeer ook de profielen van diverse bestuursleden en leden van het VO in zijn opgenomen. Ook een opleidingsplan en administratie van gevolgde opleidingen en cursussen maakt onderdeel uit van dit geschiktheidsplan. Begin juli heeft een op maat gesneden opleiding plaats gevonden ten behoeve van het VO. Het Bestuur heeft vastgesteld dat, evenals in 2014, de normen uit de Code niet volledig worden nageleefd. Deze normen hebben betrekking op diversiteit, met name ten aanzien van leeftijd en geslacht, voor leden van het Bestuur en het Verantwoordingsorgaan. Omdat er geen wijzigingen zijn geweest in de samenstelling van deze organen wordt er nog niet aan deze normen voldaan. Het Bestuur ziet het belang van diversiteit in zijn organen en heeft zich voorgenomen om bij het zoeken naar/werven van kandidaten voor zowel werkgevers vertegenwoordiging als bij de eerstkomende verkiezingen, extra aandacht te besteden aan diversiteit voor het Bestuur en het Verantwoordingsorgaan. Pensioenstelsel AOW-leeftijd in stappen omhoog De AOW-leeftijd gaat sinds 1 januari 2012 in stappen omhoog naar 67 jaar. In 2015 gingen de Tweede en Eerste Kamer akkoord met een versnelde verhoging van de AOW-leeftijd tot 67 jaar in Na 2021 wordt de AOWleeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De gemiddelde pensioenleeftijd bij de TO is 62,4 jaar in Verlaging opbouwpercentage en maximum pensioengevend salaris Voor 2015 is voor middelloonregelingen het fiscaal maximale opbouwpercentage verder verlaagd en bepaald op 1,875%. Er is een bovengrens ingevoerd tot waar pensioenopbouw fiscaal wordt ondersteund en deze is voor 2015 gelijk aan Zoals in dit jaarverslag beschreven heeft het fonds de pensioenregeling met ingang van 1 januari 2015 in overeenstemming gebracht met de nieuwe wet- en regelgeving per 1 januari 2015; daarbij is maximaal gebruik gemaakt van de fiscale ruimte. 29

30 Europa Financial Transaction Tax (FTT) De Europese Commissie wil een financiële transactiebelasting (FTT) om de financiële sector te dwingen bij te dragen aan het herstel van de crisis. Nederland doet vooralsnog hieraan niet mee. Een groep van 11 landen heeft er voor gekozen om via de weg van enhanced cooperation de FTT in te voeren. Ze willen midden 2016 een FTT ingevoerd hebben. Nederland heeft zich niet bij de groep van 11 aangesloten, omdat Nederland wil dat pensioen fondsen vrijgesteld zijn van de FTT. Verder vindt Nederland belangrijk dat er geen disproportionele samenloop is met de huidige bankbelasting en dat de inkomsten terugvloeien naar de lidstaten. IORP richtlijn De lidstaten gingen 10 december 2014 akkoord met de nieuwe Europese pensioenrichtlijn (IORP 2 - richtlijn). Doel van deze richtlijn is te komen tot een Europese interne markt voor pensioenen. Het Europees Parlement behandelde de richtlijn in Er kwamen veel amendementen. Bedoeling is dat dit in 2016 tot een afronding komt. Op basis van de laatste voorstellen komen er voorlopig geen nieuwe kapitaalsvereisten voor pensioenfondsen en hebben de voorgestelde wijzigingen vooral betrekking op de communicatie en de governance. Als de nieuwe voorstellen worden aangenomen, dan zullen deze voorstellen over zes jaar opnieuw worden geëvalueerd. Diverse onderwerpen Nieuwe Wet Pensioencommunicatie De nieuwe Wet Pensioencommunicatie is met ingang van 1 juli 2015 in werking getreden en wordt stapsgewijze geïmplementeerd. Het doel van de nieuwe regels voor communicatie is deelnemers meer inzicht te geven in hun pensioensituatie. Pensioenfondsen moeten realistische en begrijpelijke informatie verstrekken en daarmee handelingsperspectief bieden. Als blijkt dat het beoogde pensioen moeilijk haalbaar is dan verwacht AFM dat het fonds de gevolgen hiervan op een realistische en begrijpelijke wijze uitlegt. De nieuwe wet biedt meer ruimte voor digitale communicatie. De informatie loopt via drie kanalen. Die bevatten elk informatie van andere aard. Ten eerste komt er het Pensioen Dit Pensioen wordt met ingang van 1 juli 2016 verplicht. Het Pensioen bevat algemene informatie over de pensioenregeling (in drie lagen). Ten tweede is er het UPO dat persoonlijke informatie bevat over het bij één pensioenuitvoerder opgebouwde pensioen. Protector heeft ervoor gekozen om op het UPO ook het te bereiken pensioen te laten staan. Tot slot is er het pensioenregister. Het pensioenregister geeft een totaaloverzicht van het te bereiken pensioen, zowel AOW als aanvullend pensioen. BTW-koepelvrijstelling vervallen Per 1 januari 2015 is de btw-koepelvrijstelling voor pensioenadministratie afgeschaft. Protector heeft daardoor te maken gekregen met verhoogde kosten van pensioen administratie omdat zij BTW dient te betalen over door haar ingekochte diensten. Een verrekening van deze BTW behoort niet tot de mogelijkheden. Op weg naar een nieuw pensioenstelsel Het kabinet werkt aan een nieuw pensioenstelsel. Staatssecretaris Klijnsma heeft vier hoofdlijnen voor een nieuw stelsel aangegeven die tot de zomer van 2016 worden onderzocht en uitgewerkt. De SER werkt de nieuwe voorkeursvariant persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling uit en doet onderzoek naar de overgangsproblematiek bij het afschaffen van de doorsneesystematiek. Vier ambtelijke werkgroepen werken de hoofdlijnen voor een nieuw pensioenstelsel uit. 1. Gedifferentieerde aanpak: een toereikend pensioen voor alle werkenden. Het kabinet vindt dat sommige werknemers te veel pensioen opbouwen, omdat ze elders ook vermogen opbouwen. Zzp-ers bouwen geen pensioen op. Het kabinet wil dit graag voor ze mogelijk maken, maar dat verplichten is nu nog een brug te ver. 2. Overgang naar een actuarieel correcte systematiek van pensioenopbouw. Daarmee bedoelt het kabinet de afschaffing van de doorsneesystematiek. Het gaat dan om leeftijdsonafhankelijke doorsneepremie en pensioen- 30

31 opbouw. Idee is dat het nieuwe systeem per 2020 van start gaat. 3. Naar een transparanter en eenvoudiger pensioen. Dit betekent volgens staatssecretaris Klijnsma dat de regeling in beginsel moet uitgaan van opbouw van persoonlijke pensioenvermogens. 4. Meer ruimte voor maatwerk en keuzemogelijkheden. Het kabinet gaat de mogelijkheden verkennen. En kijkt ook naar mogelijke combinaties van pensioen wonen en zorg. De bedoeling is dat vóór de zomer van 2016 een uitwerkingsnota met een aantal varianten het licht ziet. Het Centraal Planbureau rekent die varianten door. Het nieuwe pensioenstelsel zal een thema vormen bij de verkiezingen in maart Het idee is nu dat het volgende kabinet dan met concrete voorstellen komt voor een nieuw toekomstbestendig pensioenstelsel. Niet duidelijk is of deze nieuwe pensioenvormen een verplichtend karakter zullen krijgen of dat werkgevers de bestaande regelingen zullen mogen handhaven. OR krijgt instemmingsrecht bij pensioenfondsen Staatssecretaris Klijnsma wil de ondernemingsraad (OR) ook een instemmingsrecht geven voor wijziging van pensioenregelingen die zijn ondergebracht bij een pensioenfonds. Deze besluitvorming is in de eerste plaats een zaak tussen de werkgever en de ondernemingsraad. Maar de gang van zaken kan toch effect hebben op de uitvoering door het pensioenfonds. Het wetsvoorstel is eind 2015 bij de Tweede Kamer ingediend. Het is de bedoeling dat het 1 juli 2016 in gaat. 31

32 Pensioenparagraaf Overeenkomstig artikel 10 PW wordt de pensioenregeling gekarakteriseerd als een uitkeringsovereenkomst. Kenmerken regeling De kenmerken van de regeling gedurende 2015 (conform Pensioenreglement D) zijn als volgt: Pensioensysteem Middelloon met indexatie op basis van te verstrekken koopsommen door de TO Pensioenleeftijd 67 Pensioengevend salaris Maandsalaris, ploegentoeslag, 13e en 14e maand Franchise (2015) (Volgt ontwikkeling AOW-alleenstaande) Pensioengrondslag Pensioengevend salaris* -/- franchise; (* gemaximeerd op ) Opbouwpercentage 1,875% Partnerpensioen Verplicht Eigen bijdrage geen Toeslagbeleid (in 2015) Toeslag op uitgekeerde pensioenen en aanspraken van gewezen deelnemers De pensioenrechten en de pensioenaanspraken van gepensioneerden en gewezen deelnemers kunnen jaarlijks voorwaardelijk worden verhoogd overeenkomstig de bepalingen in de Reglementen. Een besluit tot toeslag verlening kan jaarlijks worden genomen door het Bestuur, indien de kosten van de toeslagverlening via een aanvullende premie door de TO zijn voldaan. De pensioenrechten en de pensioenaanspraken kunnen jaarlijks per 1 januari worden verhoogd met maximaal 90% van de procentuele stijging van het Consumentenprijsindexcijfer Alle Huishoudens afgeleid over de periode van een jaar eindigende op 30 september voorafgaand en wordt afgerond op twee decimalen, met dien verstande dat het percentage maximaal gelijk is aan het percentage waarmee de algemene lonen bij de werkgever zijn gestegen in het voorafgaande kalenderjaar. Voor de voorwaardelijke toezegging tot het verlenen van toeslagen is geen bestemmingsreserve gevormd. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige toeslagverlening. De premie voor de toeslagverlening in een jaar wordt voor 1 januari van dat jaar door de TO betaald. Het al dan niet toekennen van toeslagen is afhankelijk van het al dan niet beschikbaar stellen van de benodigde toeslagenkoopsom door de TO. Er worden alleen toeslagen toegekend indien de daarvoor benodigde koopsom door de TO beschikbaar is gesteld. Toeslag op het pensioen (de tot 1 januari opgebouwde aanspraak voor deelnemers met een dienstverband) Gedurende de deelname wordt op de opgebouwde pensioenaanspraken (ouderdoms-, partner- en wezen pensioen) jaarlijks in januari een toeslag verleend conform de stijging van de Consumentenprijsindex Alle Huishoudens over de periode van een jaar eindigende op 30 september voorafgaand. Voor deze toeslagverlening is geen reserve gevormd. De toeslagverlening wordt uit een aanvullende premie van de TO gefinancierd. Het Bestuur geeft opdracht tot de toeslagverlening nadat deze aanvullende premie is ontvangen. 32

33 Beleggingenparagraaf Beleggingsbeleid Het huidige strategisch beleggingsbeleid heeft de volgende uitgangspunten: Kenmerk van het beleggingsbeleid is het principe van mean reversal. Om dit de bereiken wordt de verdeling van de portefeuille over de verschillende beleggingscategorieën periodiek terug gebracht naar de door het Bestuur vast gestelde gewenste verdeling. Tevens worden op dat moment de gewenste verhoudingen hersteld binnen de diverse beleggingscategorieën. Herbalanceringen vinden plaats door middel van aan- en verkopen van beleggingen. De herbalanceringen van de portefeuille vinden vier maal per jaar plaats: per einde februari, mei, augustus en november. Het Bestuur kan besluiten om het tijdstip van deze her balanceringen te verschuiven, met dien verstande dat de herbalanceringen eens per drie maanden blijven plaats vinden. Voor de vaststelling van de waarde van de diverse vermogens componenten wordt gebruik gemaakt van de definities van de jaarrekening. Bij iedere herbalancering wordt eerst het vermogen dat wordt belegd in vastrentende waarden op het beoogde percentage gebracht. Liquiditeiten worden op een zo laag mogelijk niveau gehouden, rekening houdend met de korte termijn cash behoeften. Het restant wordt belegd in aandelen. Indien en voor zover het vermogen van het fonds op herbalanceringsdatum minder bedraagt dan 125% van de technische voorzieningen, zal het verschil in mindering worden gebracht op de aandelen portefeuille. Met dien verstande, dat dit alleen kan geschieden in de verwachting dat de TO aan hun bijstortingsverplichting zullen voldoen om een eventueel tekort aan te vullen. Indien dit niet het geval is dan wordt gehandeld conform de procedure zoals vastgelegd in het crisisplan. Valutarisico s worden niet afgedekt, tenzij het Bestuur daar in specifieke gevallen anders over heeft beslist. Aangezien tijdens de herbalancering 60% naar euro vastrentend wordt teruggebracht en er in de wereldwijde beleggingsportefeuille ook een significant deel in eurolanden wordt belegd, is het risico beperkt tot zo n 35%. Omvang en samenstelling belegd vermogen Het belegd vermogen van Protector steeg in 2015 met 57 miljoen euro naar miljoen. Dit vermogen bestaat uit beleggingen ( miljoen), rekening courant onderneming ( 15 miljoen) en liquide middelen ( 0,4 miljoen). Voor een overzicht van de mutaties in het belegd vermogen verwijzen wij naar pagina 63. Het in het fonds aanwezige vermogen wordt belegd overeenkomstig het jaarlijks door het Bestuur vastgestelde Beleggingsplan. Vergeleken met het Beleggingsplan 2015 is de samenstelling van het vermogen per einde 2015 (basis marktwaarde) als volgt: 33

34 Overzicht van het belegd vermogen (In procenten) Beleggingsplan 2015 Ultimo 2015 Beleggingsplan 2016 Obligaties en leningen 60,0 60,0 60,0 Onroerende zaken 1,0 - - Aandelen developed countries 32,0 32,2 33,0 Aandelen emerging markets 4,0 3,5 4,0 Private equity 3,0 3,6 3,0 Aandelen totaal 39,0 39,4 40,0 Liquiditeiten / deposito s / Rekening Courant - 0,6 - Ondernemingen Totaal 100,0 100,0 100,0 Na overleg met de sponsors, heeft het Bestuur besloten het risico in het fonds te handhaven op het eind 2014 niveau door de vastrentende waarden te houden op 60% van de beleggingsmix. De allocatie naar onroerende zaken is in de afgelopen jaren al teruggebracht en in zoals bedoeld- op 0% gekomen. De renteafdekking zoals in 2012 besloten, waarbij de duration van de vastrentende portefeuille in lijn gebracht is met(verlengd naar) de duration van de verplichting, wordt gehandhaafd. Mede naar aanleiding van de uitkomsten van de ALM-studies uit 2007 en 2010, is de opslag voor extra waarborgen door het Bestuur vastgesteld op 25% van de VPVmax4%. Het resultaat van de ALM studie van 2013 geeft geen aanleiding hier van af te wijken. Het Bestuur is daar comfortabel mee omdat de ALM heeft aangetoond dat een dekkingsgraad van 125% voldoende is om met een hoge waarschijnlijkheid te kunnen verwachten dat in een evenwichtssituatie de kans dat het pensioenfonds binnen een periode van één jaar over minder waarden beschikt dan de technische voorzieningen, duidelijk kleiner is dan 2,5%, en ook dat in een standalone situatie een redelijke mate van voorwaardelijke duurtetoeslagen zou kunnen bewerkstelligd worden. Vanuit de sponsors is de wens geuit om de buffer te verlagen naar 20% in lijn met het huidige profiel van de beleggings portefeuille - dat belangrijk minder risicovol is dan ten tijde van introductie van deze 25%. Gezien de lopende studie naar het cross-border fonds heeft overigens de sponsor besloten dit voorstel in 2015 niet in te dienen bij het Bestuur maar dit onderdeel te maken van het voorstel voor een cross-border fonds. Het nftk vereist een buffer die minder dan 25% bedraagt. Vier maal per jaar wordt de portefeuille geherbalanceerd. Dit betekent dat de verdeling over de asset categorieën weer in overeenstemming met de doelstelling wordt gebracht. Aangezien er ultimo 2014 een overschot was van 101,1 miljoen euro is dit in de mei herbalancering teruggestort naar de sponsor. Per ultimo 2014 heeft het fonds vóór restitutie premie circa 51,2 miljoen euro overschot ten opzichte van het vereist vermogen. 34

35 Totale return De totale return (opbrengst beleggingen inclusief waardemutaties ten opzichte van de gemiddelde marktwaarden) bedroeg in ,2% (in ,6%). Totale return (In procenten) Obligaties en leningen 0,3 33,5-2,1 11,2 4,1 Onroerende zaken n.a.* -0,2-3,4 1,6 5,3 Aandelen 11,3 17,6 19,6 16,0-5,4 Liquiditeiten / deposito s / Rekening Courant -0,1 0,1 0,1 0,5 1,2 Totaal 4,2 25,6 7,7 13,1-1,2 * In 2014 is de onroerend goed portefeuille verkocht, de afwikkeling hiervan heeft plaats gevonden in het eerste kwartaal Protector portefeuille Na de goede jaren 2012 tot en met 2014 laat de markt in 2015 wederom een positief resultaat zien. De meeste aandelenmarkten stegen dan ook. De Federal Reserve heeft de federal funds rate gedurende 2015 op het lage niveau van 0,25% gehouden en in december verhoogd naar 0,5%. De ECB heeft de herfinancieringsrente in 2015 op 0,05% gehouden. De korte rente is gedaald, de lange rente is blijven liggen. De Protector portefeuille heeft over 2015 een positief rendement behaald van 4,2%. Het beleggingsbeleid onderging geen wijzigingen. De navolgende paragrafen geven een overzicht van de verschillende beleggingscategorieën. Aandelen portefeuille De meeste beurzen eindigden in het jaar 2015 positief. Uitzondering vormden Canada, Singapore, Noorwegen, Spanje en de Emerging Markets meteen negatieve return. In Europa sloot de MSCI EMU IMI Index het jaar af met 11,2% (in euro s) winst terwijl de Standard & Poor s 500 index van de Amerikaanse aandelenmarkt steeg met 12,9% (in euro s). De MSCI index in Japan steeg uiteindelijk met 23,1% (in euro s). De MSCI All Countries Wereld Index (benchmark voor Protector) steeg dan ook met 9,0%. De Protector aandelenportefeuille kende gedurende het gehele jaar een capital weighted verdeling over de landen uit de MSCI index (developed + emerging markets, large caps, mid caps en small caps). Het resultaat voor de hele aandelen portefeuille was een winst van 11,3%. Dit is 2,3% hoger dan de index, doordat naast de indexportefeuille ook een belang in private equity wordt aangehouden (met een return van 33% voor 2015). In de onderstaande grafiek is duidelijk de zeer diverse performance te zien van de verschillende landen waarin wordt belegd door het fonds. 35

36 40% Resultaten MSCI ACWI IMI 2015 (Euro) 30% 20% 10% 0% -10% -20% Denemarken Ierland België Japan Israël Italië Oostenrijk Finland Nederland Zwitserland Portugal Frankrijk Verenigde Staten Zweden Duitsland Nieuw-Zeeland Hong Kong Engeland Australië Emerging Markets Spanje Noorwegen Singapore Canada Obligatie portefeuille De ECB heeft de herfinancieringsrente gedurende het gehele jaar op 0,05% gehouden. De korte rente is iets gedaald gedurende De lange rente is gelijk gebleven. Voor het hele jaar kwam het resultaat op Euro obligaties uit op 0,6% (CG EuroBIG). Over 2015 was de totale return van onze obligatieportefeuille 0,3%. Dit wordt veroorzaakt door de langere looptijd van de obligaties in de portefeuille van Protector, die sterker reageren op de rentedaling dan de benchmark (gemiddelde looptijd benchmark is ongeveer 5 jaar). De gemiddelde looptijd ligt nu boven de 16 jaar. De verplichtingen van Protector kennen een vergelijkbare looptijd, zelfs nog iets groter, als de obligatieportefeuille en zijn dan ook in dezelfde mate gestegen. Percentage Rente Termijn structuur FTK (DNB) 31/12/ /12/ Looptijd in jaren 36

37 Onroerend zaak portefeuille Het restant van de onroerend goed portefeuille werd in het 1ste kwartaal afgestoten. Liquiditeiten De liquiditeiten bedroegen Euro 15 miljoen per jaareinde Dit komt overeen met 0,6% van het belegd vermogen. Derivaten en securities lending De vermogensbeheerders mogen onder strikte voorwaarden derivaten gebruiken als dit voor het efficiënt beheer absoluut nodig is. Het bezit van eigenlijke stukken heeft de voorkeur en het gebruik van derivaten dient geminimaliseerd te worden. De portefeuille kan deels beleend worden ( securities lending ) tegen storting van een onderpand (geld of waardepapier) met dagelijkse herwaardering, zodat eventueel additioneel onderpand kan worden gevraagd. Het Bestuur heeft de jaarlijkse controle op de securities lending gedelegeerd aan een gespecialiseerde ExxonMobil afdeling. Deze brengt jaarlijks hierover rapport uit aan de voorzitter van het Bestuur. Dit rapport wordt ook besproken in de Beleggingscommissie. In de loop van 2015 heeft het Bestuur besloten om securities lending ook toe te staan op de obligatie portefeuille. Feitelijk gebruik van securities lending ultimo 2015 Portfolio Securities Lending used income Avg on loan income Manager Belegging Me Me % bps BlackRock World ex USA LC 504 yes 0,5 11,0% 10,1 Northern Trust USA LC aandelen 389 yes 0,1 5,4% 2,6 ACWI IMI Dev. +Emerg. markets 893 yes 0,6 8,5% 6,9 Horsley Bridge Venture capital 91 no Aandelen 984 yes 0,6 7,7% 6,2 BlackRock Euro credit obligaties 305 yes - 1,0% 0,1 BlackRock Euro long government LDI yes 0,6 47,0% 5,2 BlackRock Euro obligaties yes 0,6 37,7% 4,2 Vastrentend yes 0,6 37,7% 4,2 LaSalle Onroerend Goed 0 no Cash 16 no Totaal yes 1,2 25,6% 4,9 Maatschappelijk verantwoord beleggen Wetgeving in Nederland stelt het financieel belang van gepensioneerden en actieven voorop. De regering volgt de internationale ontwikkelingen en implementeert wetgeving die daaruit voortkomt. Het terrein van Maatschappelijk Verantwoord Beleggen is heel groot en divers. Voor wat betreft zakelijke waarden belegt Protector grotendeels in beursgenoteerde ondernemingen (via indexing) en gaat ervan uit dat ondernemingen zich aan de wet houden. Protector belegt via pooled funds. Een actieve eigen invulling zou betekenen het verlaten van de efficiënte pooled fund oplossing en het kiezen voor een gescheiden portefeuille met hogere kosten. 37

38 Daar waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van aandeelhouders stemrecht, waarbij de aangestelde vermogensbeheerders dit uitvoeren. Leidend principe voor het stemgedrag is het beschermen en verhogen van de waarde van de beleggingen van het fonds. Door regelmatig te stemmen kunnen aandeelhouders de manier waarop een bedrijf wordt geleid beïnvloeden, zo dat de waarde voor de aandeelhouders wordt verhoogd door best practices voor ondernemingsbeleid te stimuleren. Op 1 januari 2013 is het investeringsverbod in clustermunitie in werking getreden. Het verbod is een uitwerking van het Verdrag inzake Clustermunitie. Het verbod geldt voor in Nederland gevestigde financiële ondernemingen waaronder pensioenfondsen. Het verbod kent drie uitzonderingen. Onder die uitzonderingen is het toegestaan om transacties gebaseerd op een index uit te voeren, maar alleen als die index voor minder dan vijf procent bestaat uit individuele ondernemingen die onder het investeringsverbod vallen. Protector belegt index gebaseerd en de indexen voldoen aan deze uitzonderingsclausule. De verordening van de Europese Unie met betrekking tot sanctiemaatregelen jegens bepaalde individuen en bedrijven in de Oekraïne heeft geen effect voor het fonds omdat Oekraïne zowel voor de obligatie- als de aandelen portefeuille niet tot de landen behoort waarin belegd kan worden. In het verslagjaar is zowel in de Beleggingscommissie als in het Bestuur aandacht besteed aan de eventueel mogelijk ongewenste maatschappelijke effecten van securities lending. De conclusie van het Bestuur is dat het niet aantoonbaar is dat securities lending gebruikt wordt voor ongewenste doeleinden en derhalve wordt securities lending toegestaan. Financiële paragraaf De actuaris concludeert in zijn rapport, dat het op basis van het FTK gedefinieerd Minimum Vereist (Eigen) Vermogen voor nominale pensioenaanspraken per 31 december 2015 aanwezig was. Ook het Vereist (Eigen) Vermogen was per 31 december 2015 aanwezig. Omdat het aanwezig vermogen meer bedraagt dan de ondergrens, heeft het Bestuur kunnen besluiten om in de jaarrekening een restitutie naar de TO van 51,2 miljoen op te nemen. Gezien de financiele ontwikkelingen in het eerste kwartaal van 2016 heeft het Bestuur besloten in de vergadering van 30 maart 2016, deze terugstorting niet te effectueren. Het resultaat in 2015 is na restitutie van premie 21,4 miljoen positief. Het resultaat op beleggingen, inclusief de wijziging van rentetermijnstructuur, is doorgaans de meest significante (en volatiele) post in de bepaling van het jaarresultaat, in 2015 bedroeg dit resultaat 7 miljoen negatief (2014: 186 miljoen positief ). Dekkingsgraad (In procenten) Aanwezige dekkingsgraad in % 125,0 125,0 125,0 125,0 129,1 Beleidsdekkingsgraad in % 126,4 131, Vereiste dekkingsgraad FTK in % 121,3 115,1 119,8 120,9 123,6 38

39 Verloop dekkingsgraden ,0 Dekkingsgraad in % 130,0 125,0 120,0 115,0 110,0 dec-14 jan-15 feb-15 mrt-15 apr-15 mei-15 jun-15 jul-15 aug-15 sep-15 okt-15 nov-15 dec-15 Maanden Aanwezige dekkingsgraad Premiekortinggrens Vereiste dekkingsgraad (FTK) Beleidsdekkingsgraad De dekkingsgraad ultimo 2015 is gelijk aan 125,0%. Ultimo 2014 bedroeg de dekkingsgraad eveneens 125,0%. De fluctuatie van de dekkingsgraad in 2015 is met name veroorzaakt door de marktbewegingen op de beurskoers en de fluctuatie van de rente. De dekkingsgraad eindigt in december op 125,0% na restitutie van de premie. Vanaf eind 2014 is de beleidsdekkingsgraad geïntroduceerd door DNB. Deze is het gemiddelde van de 12 voorafgaande maanddekkingsgraden. Aan einde van ieder kwartaal wordt de vereiste dekkingsgraad herrekend. Actuariële analyse van het resultaat (x 1.000) De samenstelling van het resultaat over 2015 en 2014 en de wijzigingen daarin blijken uit het volgende overzicht: (In procenten) Resultaat op beleggingen Resultaat op premie Resultaat op kosten Resultaat op uitkeringen Resultaat op overige kanssystemen Incidentele mutaties Resultaat Resultaat op beleggingen Het werkelijk behaalde rendement op de beleggingen was in 2015 per saldo positief. Met name op de zakelijke waarden is een positief rendement behaald. 39

40 Onder deze post is de voor de technische voorzieningen benodigde intrest opgenomen, waarbij van de éénjaarsrente van de RTS is uitgegaan (0,181%). De interest is vastgesteld op basis van de door DNB gepubliceerde RTS per 31 december 2014 inclusief driemaandsmiddeling. De onder deze post begrepen toevoeging aan de technische voorziening heeft betrekking op de wijziging van de RTS, van 31 december 2014 naar 31 december Per 31 december 2015 is eerst de driemaandsmiddeling op de RTS losgelaten en daarna is de UFR aangepast van 4,2% naar 3,2%. De RTS kan worden herleid naar één vast rentepercentage. Per 31 december 2014 bedroeg de gemiddelde interne rekenrente 1,9%. Per 31 december 2015 was de gemiddelde interne rekenrente 1,7% bij de gepubliceerde RTS zonder driemaandsmiddeling en met een UFR van 3,2%. Resultaat op premie Voor de vaststelling van het premieresultaat wordt de feitelijke premie (55.891) inclusief het saldo van de inkomende en uitgaande waardeoverdrachten (2.993) vergeleken met de premie zoals deze aan de technische voorziening wordt toegevoegd ( ). In de feitelijke premie is de restitutie aan de TO opgenomen. Resultaat op kosten De werkelijke uitvoeringskosten bedroegen in het boekjaar Voor de uitvoeringskosten kwam beschikbaar uit de benodigde premie en 678 uit de technische voorzieningen wat leidde tot een positief resultaat. Resultaat op uitkeringen Dit betreft het resultaat tussen de werkelijke uitkeringen en wat actuarieel benodigd is. Resultaat op overige kanssystemen Onder resultaat op overige kanssystemen wordt o.a. opgenomen het resultaat op sterfte, het resultaat op arbeidsongeschiktheid en het resultaat op mutaties. Het resultaat op sterfte (2.642) bestaat uit een negatief resultaat op langlevenrisico (-505) en een positief resultaat op overlijdensrisico (3.147). Dit wordt veroorzaakt doordat er in 2015 minder (gewezen) deelnemers zijn overleden dan verondersteld. Het resultaat op arbeidsongeschiktheid (1.942) bestaat uit: Het saldo van de mutatie in de schadevoorziening voor nieuwe arbeidsongeschiktheid c.q. beëindiging van arbeidsongeschiktheid (-2.057) en de vrijval van de IBNR ter dekking van arbeidsongeschiktheid (3.396); dit saldo bedraagt positief. Het saldo van de toevoeging aan de technische voorzieningen in verband met toeslagverlening aan de (gewezen) deelnemers met premievrijstelling wegens arbeidsongeschiktheid (- 159) en de vrijval van de invaliditeitsreserve (762); dit saldo bedraagt 603 positief. 40

41 Incidentele mutaties Het resultaat in 2015 wordt veroorzaakt door een nauwkeurigere berekening van de technische voorzieningen. Het effect hiervan heeft tot een daling van de technische voorzieningen geleid. Kostendekkende premie De kostendekkende en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt: (Bedragen x 1.000) Kostendekkende premie (ex post) Kostendekkende premie (ex ante) Feitelijke premie* na restitutie Feitelijke premie* vóór restitutie *) Deze is exclusief het saldo van de waardeoverdrachten (2014: 1.734) welke in de jaarrekening is opgenomen onder toelichting 12. De ex-ante premie betreft een schatting bij aanvang van het kalenderjaar. De ex-post premie is de kostendekkende premie zoals opgenomen in de jaarrekening en jaarverslag over het verslagjaar. De feitelijke premie is de werkelijk betaalde premie over het verslagjaar. Het verschil tussen de ex ante kostendekkende premie en de ex post kostendekkende premie wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in de eerstgenoemde niet opgenomen zijn (een schatting van) de waardeoverdrachten, de koopsom voor de toeslag voor alle deelnemers per 1 januari 2016 en de koopsom voor de mutaties in verband met de wijziging van de regeling per 1 januari De feitelijke premie vóór premierestitutie aan de TO is kostendekkend. Risicoparagraaf Risicoprofiel Het risico van (onverwachte) beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst door de TO wordt als het belangrijkste risico gezien. Conform de Uitvoeringsovereenkomst wordt binnen een maand na afloop van elk kwartaal - aan de hand van een tussentijdse vergelijking van de bezittingen en de verplichtingen - bepaald of er sprake is van een tekort ten opzichte van de Ondergrens zoals beschreven in de ABTN. Indien er een tekort is geconstateerd, zullen de TO ieders aandeel in dat tekort uiterlijk 3 maanden na afloop van het desbetreffende kwartaal aanvullen. Conform de bepalingen in de Uitvoeringsovereenkomst zal bij ontbinding van het fonds gekeken worden of er voldoende middelen zijn ter dekking van de vastgestelde rechten en aanspraken. Indien er een tekort wordt geconstateerd, dan zal elke TO - alleen of tezamen met de andere TO - verplicht zijn het tekort aan te vullen. 41

42 Indien en zolang de toezegging van de TO niet wijzigt, zal het fonds niet in de situatie kunnen komen dat het fonds er zonder korten niet meer uit kan komen. Als de TO aangeven dat zij de Uitvoeringsovereenkomst per enige datum in de toekomst wensen te wijzigen, zal het geheel van toezegging, toeslagen, beleggingen en financiering opnieuw bezien dienen te worden. In de periode tot aan de datum van wijziging, vindt na afloop van elk kwartaal de toetsing plaats. De TO zullen een geconstateerd tekort dienen aan te vullen. De dekkingsgraad van het fonds zal derhalve aan het einde van ieder kwartaal steeds minimaal gelijk zijn aan de Ondergrens pensioenvermogen. Indien de TO onverwacht een geconstateerd tekort - in afwijking van de Uitvoeringsovereenkomst - niet aanvullen, is er sprake van een crisis. Er dient direct (juridisch) gehandeld te worden. Of er sprake is van een crisis die korten op termijn noodzakelijk maakt, zal onder meer afhangen van de dekkingsgraad van het fonds en de bereidheid en het vermogen van de TO om het tekort op een later moment wel aan te vullen. Deze situatie wordt verder beschreven in het Crisisplan. Beschrijving risicomanagementsysteem Het fonds heeft een raamwerk voor risico s en controls opgesteld dat schematisch als volgt kan worden weergegeven: Omgeving Bestuur/ fonds Commissies Operaties/ uitvoering Missie, visie & strategie Beleggingen Vermogens beheer Waarden & Normen Governance & organisatie Fondsdocumenten Audit & Controls Pensioen beheer Communicatie Kritieke succes faktoren Verkiezing Pensioen reglement (ad hoc) Verplichtingen Verslaglegging Toezicht/advies DNB AFM Verantwoordingsorg. Compliance officer Accountant Adviserend Actuaris Certificerend Actuaris Visitatiecommissie Pensioenfederatie EM Stafdiensten Externe beheerders Custodian Deelnemers administratie Premies innen Pensioen betaling Uitbesteding risico Operationeel risico IT risico In house Outsourced Omgeving 42

43 Vanuit dit raamwerk zijn voor ieder onderdeel de activiteiten, risico s en controls in kaart gebracht. Dit werk bouwt voort op het risk assessment dat het Bestuur in 2011 uitgevoerd heeft en er is gebruik gemaakt van de handleiding Integraal Risicomanagement, gepubliceerd door de Pensioenfederatie in Middels een controls kalender houdt het Bestuur overzicht over de uitgevoerde controls. Teneinde het als meest belangrijk geïdentificeerde risico van (onverwachte) beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst te beheersen vindt er jaarlijks overleg met de TO plaats inzake de Uitvoeringsovereenkomst. De TO rapporteren jaarlijks hun balans en de verlies- en winstrekening aan het fonds en informeren het fonds in geval van significante wijzigingen in hun financiële positie. Protector beoordeelt jaarlijks de kredietwaardigheid van de TO. In de zomer van 2015 is de kredietwaardigheid van de TO opnieuw beoordeeld. De resultaten ervan zijn in september met het Bestuur besproken. Geconstateerd is dat bij een investment grade-beoordeling er redelijkerwijs geen enkele twijfel is dat de TO s hun verplichtingen kunnen nakomen. De TO s scoren daarmee (ruim) voldoende, ze scoren namelijk nog steeds in de bovenste regionen betreffende laag financieel risico. Ook in geval van een worst case scenario uit de ALM studie van 2013 is de impact op de TO s bepaald: de bijstorting ten gevolge van een worst case scenario zal een behoorlijke impact hebben op het bedrijfsresultaat van de TO s en de kredietwaardigheid van de TO zal in dat geval minder worden maar nog steeds blijven liggen op een investment grade niveau. Het Bestuur is dan ook van oordeel dat de resultaten en balans van de TO s geen reden tot zorg zijn voor Protector ten aanzien van de zekerheid tot het blijven ontvangen van pensioenpremies. Toelichting risico s Voor een toelichting op de risico s verwijzen we naar de jaarrekening onderdeel Risicobeheer en derivaten vanaf pagina

44 Verwacht en gepland voor 2016 Communicatie Het fonds zal nadere uitvoering gaan geven aan de vereisten vanuit de Wet Pensioencommunicatie, waaronder Pensioen In dit kader zal in 2016 een nieuwe website voor het fonds het licht zien. Via deze website zullen er in de toekomst ook mogelijkheden komen tot digitale interactie met de deelnemer. Ook de brievenset van het fonds zal worden vernieuwd waardoor aan de aangescherpte eisen van correct, duidelijk en evenwichtig communiceren zal zijn voldaan. Cross-border pensioenfonds Het fonds heeft eind 2015 het verzoek van de TO gekregen om te beoordelen of een liquidatie en collectieve waardeoverdracht van de pensioenaanspraken en -rechten van de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden aan het ExxonMobil OFP in België in het belang is van de belanghebbenden. Dit is uiteraard een ingrijpend verzoek voor het fonds. Het Bestuur dient te beoordelen of dit verzoek ten minste gelijkwaardig is aan andere alternatieven die er zijn voor (het onderbrengen van) de opgebouwde pensioenen. Ook het Verantwoordingsorgaan is betrokken bij dit verzoek en zal advies moeten uitbrengen over de keuze die het Bestuur zal maken. Naast de communicatieinspanningen die de TO richting de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden plegen neemt het Bestuur hierin ook haar eigen verantwoordelijkheid: zo zal zij een Algemene Vergadering organiseren vóór het moment van besluitvorming. Voorts is het Bestuur voornemens een tussentijdse visitatie door VC Holland te laten doen. Onderdeel van de beoordeling van het verzoek van de TO is een beoordeling van de uitgebreide documentenset die is opgesteld voor het ExxonMobil OFP en de Nederlandse sectie binnen de ExxonMobil OFP. Komt het Bestuur tot het oordeel dat het verzoek van de TO in het belang van de deelnemers is en bijgevolg het Bestuur zal besluiten tot liquidatie en collectieve waardeoverdracht, dan zal tevens tijdig een verzoek tot liquidatie en collectieve waardeoverdracht bij DNB ingediend moeten worden. Breda, 25 april 2016 Stichting Pensioenfonds Protector Het Bestuur A.J. van der Linden P. Huisman G.M.W. Shultz-Sibbel J.J.M. Muffels M.J. den Hertog P.J.C. Mertens M. Meulblok P. Weijel Voorzitter Vice-voorzitter 44

45 45

46 46

47 Jaarrekening 47

48 48

49 1 Balans per 31 december Activa (na voorgestelde bestemming van het saldo van baten en lasten) (Bedragen x 1.000) Beleggingen voor risico fonds (1) Vorderingen en overlopende activa (2) Overige activa (3) Passiva (na voorgestelde bestemming van het saldo van baten en lasten) (x 1.000) Stichtingskapitaal en reserves (4) Technische voorzieningen (5) Overige schulden en overlopende passiva (6) (*) De nummering verwijst naar de toelichting Dekkingsgraad op basis van nftk (2014: FTK) (in procenten) Aanwezige dekkingsgraad 125,0 125,0 Beleidsdekkingsgraad 126,4 131,6 49

50 50

51 2 Staat van baten en lasten Baten (x 1.000) Premiebijdragen risico pensioenfonds (van werkgevers en werknemers) (7) Beleggingsresultaten risico pensioenfonds (8) Lasten (x 1.000) Pensioenuitkeringen (9) Pensioenuitvoeringskosten (10) Mutatie technische voorzieningen (11) Pensioenopbouw Toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging marktrente vervallen driemaandsmiddeling Wijziging marktrente aanpassing UFR Wijziging actuariële uitgangspunten Wijziging pensioenregeling (Levenslang partnerpensioen) Overige wijzigingen Saldo overdrachten van rechten risico pensioenfonds (12) Herverzekeringen (13) Saldo van baten en lasten Bestemming van het saldo van baten en lasten Mutatie algemene reserve

52 52

53 3 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. (Bedragen x 1.000) Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premiebijdragen risico fonds Ontvangen waardeoverdrachten risico pensioenfonds Betaalde pensioenuitkeringen Betaalde/ontvangen herverzekeringen Betaalde waardeoverdrachten risico pensioenfonds Betaalde pensioenuitvoeringskosten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Ontvangen inzake verkopen beleggingen Betaald inzake aankopen beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Overige ontvangsten en uitgaven inzake beleggingen Betaalde kosten van vermogensbeheer Mutatie liquide middelen (Bedragen x 1.000) Samenstelling geldmiddelen Liquide middelen per 1 januari Mutatie liquide middelen Liquide middelen per 31 december

54 54

55 4 Toelichting behorende bij de jaarrekening Inleiding Het doel van Stichting Pensioenfonds Protector, statutair gevestigd te Breda, is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan pensioengerechtigden ter zake van ouderdom en overlijden; tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Deze doelstelling is nader uitgewerkt in onder andere de statuten, het pensioenreglement, de uitvoeringsovereenkomst en de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van Stichting Pensioenfonds Protector. Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaand jaar, met uitzondering van de toegepaste stelselwijzigingen (indien van toepassing) zoals opgenomen in paragraaf stelselwijzigingen alsmede de toegepaste schattingswijzigingen zoals opgenomen in paragraaf schattingswijzigingen. Schattingswijzigingen De actuariële grondslagen en/of methoden worden periodiek beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met waarnemingen voor zowel de gehele bevolking als specifiek voor de populatie van het fonds. Wijzigingen in het financieel toetsingskader Per 31 december 2015 zijn de aanpassingen in de rentetermijnstructuur (RTS) verwerkt. Driemaands middeling: De methode van de driemaands middeling van de rente voor de waardering van de pensioenverplichtingen is per 1 januari 2015 komen te vervallen. Dit heeft geleid tot een verlaging van de voorziening pensioenverplichtingen van Dit resultaat is via de Staat van Baten en Lasten als bate in het verslagjaar verwerkt per 31 december UFR-systematiek: Het niveau van de UFR was vastgesteld op 4,2%. Met ingang van 15 juli 2015 is de nieuwe UFR van toepassing. Deze wordt vastgesteld op basis van de gerealiseerde maandelijkse 20-jaars forward rentes in de voorgaande 10 jaren. Het effect van de aanpassing van de UFR van 4,2% naar 3,2% per 31 december heeft geleid tot een verhoging van de voorziening pensioenverplichtingen van Dit resultaat is via de Staat van Baten en Lasten als last in het verslagjaar verantwoord. Algemene grondslagen Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Verantwoording van baten en lasten Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. 55

56 Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post nog af te wikkelen transacties. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn. Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief transactiekosten, provisies, valutakoersverschillen e.d., worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Alle valutakoersverschillen zijn verwerkt in de staat van baten en lasten US Dollar 1,0863 1,2101 Britse Pond 0,7371 0,7761 Japanse Yen 130, ,0790 Zwitserse Frank 1,0874 1,2024 Zweedse Kroon 9,1852 9,4726 Australische Dollar 1,4931 1,4787 Canadese Dollar 1,5090 1,4016 Hong Kong Dollar 8,4190 9,3838 Specifieke grondslagen Beleggingen voor risico pensioenfonds Algemeen De beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde. Slechts indien de reële waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Vorderingen en schulden uit beleggingen welke samenhangen met een specifieke beleggingscategorie worden onder beleggingsdebiteuren dan wel -crediteuren opgenomen in de betreffende beleggingscategorie. Reële waarde De beleggingen van het fonds worden gewaardeerd tegen de reële waarde per balansdatum. Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het fonds kan gebruik worden gemaakt van genoteerde marktprijzen. Bepaalde instrumenten, zoals participaties in beleggingsfondsen worden gewaardeerd door gebruik te maken van de intrinsieke waarde. Het is gebruikelijk en mogelijk om de reële waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Slechts indien de reële waarde van een beleggingen niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. 56

57 Voor financiële instrumenten zoals beleggingsvorderingen en -schulden geldt dat de boekwaarde de reële waarde benadert als gevolg van het korte termijn karakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de reële waarde. Vastgoedbeleggingen Niet-beursgenoteerde indirecte vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de reële waarde welke is bepaald op basis van de door de vermogensbeheerder van het fonds afgegeven intrinsieke waarde, zijnde een benadering van de marktwaarde. Aandelen Aandelen, waaronder tevens converteerbare obligaties zijn begrepen, worden gewaardeerd tegen reële waarde. Voor beurs genoteerde aandelen is dit de beurswaarde. Voor niet beurs genoteerde participaties in aandelenfondsen is dit de intrinsieke waarde, die de reële waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers, verhoogd met de lopende intrest. Niet aan een beurs genoteerde fondsen zijn gewaardeerd op basis van de geschatte toekomstige nettokasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houden met het risicoprofiel en de looptijd. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen en overlopende activa worden bij de eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na de eerste verwerking worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid. Overige activa Onder meer worden hieronder de liquide middelen opgenomen voor zover dit banktegoeden betreft welke onmiddellijk opeisbaar zijn. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Stichtingskapitaal en reserves De reserves worden met name gevormd door de algemene reserve. De algemene reserve houdt rekening met de financiële positie en de aard en omvang van de risico s die het fonds loopt. De algemene reserve is bedoeld voor het opvangen van de verzekeringstechnische risico s en beleggingsrisico s (waaronder het renterisico). Het fonds heeft een algemene reserve ter grootte van minimaal 25% van de voorziening pensioenverplichtingen berekend op basis van de VPVmax4% (de ondergrens). Het jaarresultaat zal toegevoegd of onttrokken worden aan de algemene reserve zolang het maximum of het minimum niet bereikt is. Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds De voorziening pensioenverplichtingen is gelijk aan de contante waarde van: 1. De tijdsevenredig opgebouwde pensioenen; 2. De toekomstige pensioenopbouw van (gewezen) deelnemers met premievrijstelling wegens arbeidsongeschiktheid. Er wordt geen rekening gehouden met de mogelijkheid van revalidatie; 3. De veronderstelde jaarlijkse inflatiecorrectie van 3% tot pensionering voor de (gewezen) deelnemers met premievrijstelling wegens arbeidsongeschiktheid; 4. Het ingegane arbeidsongeschiktheidspensioen. De voorziening pensioenverplichtingen is berekend op basis van de hieronder vermelde veronderstellingen. Daarnaast is in de voorziening pensioenverplichtingen de IBNR (Incurred But Not Reported)-voorziening opgenomen. Deze technische voorziening is bedoeld om de schade die in 57

58 de toekomst ontstaat door voor de balansdatum ingegane arbeidsongeschiktheid te kunnen financieren, ook indien de uitvoeringsovereenkomst met de toegetreden onderneming is beëindigd. De IBNR is gelijk aan de risicopremies voor het arbeidsongeschiktheidsrisico van de laatste drie jaren. De risicopremie bedraagt 12% van de bruto actuariële koopsom ter financiering van de jaarinkoop. Deze risicopremies worden voor de wijziging in de rentetermijnstructuur herrekend worden gehanteerd met de aanpassing, dat de gehuwdheidsfrequentie op de standaard pensioendatum op één wordt gesteld. Bij ingang van het partnerpensioen is de feitelijke burgerlijke staat het uitgangspunt. Leeftijdsverschil man-vrouw Aangenomen wordt dat de man steeds 3 jaar ouder is dan de vrouw. De veronderstellingen voor de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen per balansdatum zijn: Rekenrente De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Per 1 januari 2015 wordt de nieuwe door DNB voorgeschreven Ultimate Forward Rate (UFR) gehanteerd van 3,2% per 31 december 2015 (2014: 4,2%). De mogelijkheid om de zogenaamde driemaandsmiddeling van de rente toe te passen, is vanaf 1 januari 2015 komen te vervallen. Het financiële effect van deze wijziging is toegelicht bij de schattingswijzigingen. Overlevingskansen De in september 2014 door het Koninklijk Actuarieel Genootschap gepubliceerde Prognosetafel AG 2014 (2014: Prognosetafel AG 2014), onder toepassing van de correctiefactoren Mercer 2012 Hoog op de sterftekansen uit deze tabel. Leeftijdsbepaling De leeftijd van iedere verzekerde wordt in jaren en maanden nauwkeurig bepaald. Betalingswijze De uitkeringen worden continu betaalbaar verondersteld. Voorziening voor toekomstige excassokosten Voor toekomstige excassokosten wordt een voorziening gevormd van 2% van de netto technische voorziening. Wezenpensioen Voor wezenpensioen wordt een voorziening gevormd van 5% van de netto technische voorzieningen voor nietingegaan partnerpensioen. Overlijdensuitkering Voor de eenmalige uitkeringen na overlijden van de deelnemer wordt een voorziening gevormd van 1% van de netto technische voorzieningen voor niet-ingegaan partnerpensioen. Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden en overlopende passiva worden bij de eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na de eerste verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten). Dekkingsgraad De (nominale) dekkingsgraad van het fonds wordt berekend door op balansdatum het balanstotaal minus de kortlopende schulden te delen op de technische voorzieningen zoals opgenomen in de balans. Gehuwdheid of partnerschap Bij de berekening van de technische voorzieningen voor niet-ingegaan partnerpensioen wordt voor alle (gewezen) deelnemers van gehuwdheidsfrequenties uitgegaan. De gehuwdheidsfrequenties van de AG-tafels GBM/GBV Onder het FTK is de beleidsdekkingsgraad leidend voor alle beleidsmaatregelen. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de dekkingsgraad van de afgelopen 12 maanden en is daarmee minder afhankelijk van dagkoersen. 58

59 Grondslagen voor de resultaat bepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorzieningen pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. Premiebijdragen van (werkgevers en werknemers) Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Met betrekking tot bijstorting/restitutie van de premie is in de uitvoeringsovereenkomst tussen het fonds en de Toegetreden Ondernemingen (TO) hierover het volgende vastgelegd: De jaarlijkse afrekening wordt bepaald aan de hand van het aanwezige vermogen - voor vaststelling van de afrekening - aan het eind van het boekjaar: a) Indien het aanwezige vermogen meer bedraagt dan de premiekortinggrens dan wordt het overschot ten opzichte van de premiekortinggrens in mindering gebracht op de reeds betaalde voorschotpremies en eventuele bijstortingen. Indien het overschot hoger is dan de betaalde voorschotpremies is de feitelijke premie nihil en vindt restitutie plaats. b) Indien het aanwezige vermogen minder bedraagt dan de premiekortinggrens, maar meer dan het vereist vermogen, dan is de feitelijke premie gelijk aan de voorschotpremie. c) Indien het aanwezige vermogen minder bedraagt dan het vereist vermogen, maar meer dan de ondergrens, dan is de feitelijke premie gelijk aan de voorschotpremie. d) Indien het aanwezige vermogen minder bedraagt dan de ondergrens, dan zullen de TO ieders aandeel in het tekort ten opzichte van de ondergrens uiterlijk 3 maanden na afloop van het boekjaar aanvullen. De feitelijke premie is daarmee gelijk aan de voorschotpremie plus alle bijstortingen. Premiekorting, respectievelijk restitutie zoals bepaald in Artikel 4, lid 15a van de uitvoeringsovereenkomst zal niet plaats vinden indien het Bestuur van mening is dat een dergelijke korting, respectievelijk restitutie in strijd is met de belangen van het fonds. In geval binnen het Bestuur geen eenstemmigheid bestaat over de vraag of van een zodanige situatie al dan niet sprake is, zal advies van het Verantwoordingsorgaan worden gevraagd. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als indirecte beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Aankoopkosten zijn verwerkt in de reële waarde van de beleggingen. Verkoopkosten worden verantwoord als onderdeel van de gerealiseerde herwaarderingen. Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling. 59

60 Kosten van vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden de externe en de daaraan toegerekende interne kosten verstaan. Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Mutatie technische voorzieningen voor risico pensioenfonds Pensioenopbouw De pensioenopbouw is de contante waarde van de pensioenaanspraken die toegekend zijn in het boekjaar. Hierin is ook de mutatie verwerkt van de pensioenaanspraken als gevolg van individuele inkomende en uitgaande waardeoverdrachten. Toeslagen De toevoeging voor de toeslagen is gelijk aan de contante waarde van de toegezegde toeslagverlening per 1 januari Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale marktrente op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De interesttoevoeging wordt tegen de rekenrente primo boekjaar berekend over de beginstand en de mutaties gedurende het jaar. Onttrekking voor pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de technische voorzieningen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen in de verslagperiode. technische voorzieningen ten behoeve van de pensioenuitvoeringskosten. Daarnaast valt 2% van de uitkeringen, afkopen en uitgaande waardeoverdrachten vrij uit de technische voorzieningen ten behoeve van pensioenuitvoeringskosten (excassokosten). Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de actuele waarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt hieronder verantwoord. Tevens is per 31 december 2015 achtereenvolgens de volgende aanpassingen in de rentetermijnstructuur (RTS) verwerkt: het vervallen van de driemaandsmiddeling en de aanpassing van de UFR van 4,2% naar 3,2%. Overige wijzigingen De onder deze post opgenomen mutaties van de voorziening hebben betrekking op de kans systemen. Premies herverzekering De risico s, voortvloeiend uit risicokapitaal zijn herverzekerd bij Zwitserleven te Amsterdam. Grondslagen kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld overeenkomstig de directe methode. Alle ontvangsten en uitgaven worden hierbij als zodanig gepresenteerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en beleggingsactiviteiten. Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Jaarlijks wordt 2% van de pensioenopbouw en de inkomende waardeoverdrachten toegevoegd aan de 60

61 5 Toelichting op de balans 1. Beleggingen voor risico fonds Verloopoverzicht per beleggingscategorie Vastgoed Vastrentende (Bedragen x 1.000) beleggingen Aandelen waarden Totaal Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Overige mutaties Waardemutaties Stand per 31 december Vastgoed Vastrentende (Bedragen x 1.000) beleggingen Aandelen waarden Totaal Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Overige mutaties Waardemutaties Stand per 31 december De overige mutaties hebben o.a. betrekking op mutaties van kortlopende vorderingen korter van 1 jaar, liquide middelen onder beheer bij de vermogensbeheerder en te vorderen dividend(belasting). Derivaten binnen de beleggingsfondsen De vermogensbeheerders mogen onder strikte voorwaarden derivaten gebruiken als dit voor het efficiënt beheer absoluut nodig is. Het bezit van eigenlijke stukken heeft de voorkeur en het gebruik van derivaten dient geminimaliseerd te worden. De portefeuille kan deels beleend worden ( securities lending ) tegen storting van een onderpand (geld of waardepapier) met dagelijkse herwaardering, zodat eventueel additioneel onderpand kan worden gevraagd. Het Bestuur heeft de jaarlijkse controle op de securities lending gedelegeerd aan een gespecialiseerde ExxonMobil afdeling. Deze brengt jaarlijks hierover rapport uit aan de voorzitter van het Bestuur. Dit rapport wordt ook besproken in de Beleggingscommissie. In de beleggingenparagraaf van het bestuursverslag is een overzicht opgenomen van de derivaten en securities lending per einde Reële Waarde De waardering van de beleggingen vindt plaats tegen reële waarde. Afgezien van de beleggingsvorderingen en -schulden zijn de beleggingen van het fonds gewaardeerd tegen reële waarde per balansdatum. Het is over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de reële waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de reële waarde. 61

62 Voor de meerderheid van de beleggingen van het fonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter, bepaalde beleggingen zijn gewaardeerd door middel van gebruikmaking van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. Het fonds belegt zelf in beleggingsfondsen, maar met het oog op de transparantie inzake de beleggingen is de informatie in deze toelichting gebaseerd op de beleggingen in de portefeuilles van deze beleggingsfondsen ( Look through ). Deze beleggingsfondsen worden gewaardeerd op basis van de intrinsieke waarde (NAV) zoals bepaald door de vermogensbeheerders. Liquide middelen en kortlopende vorderingen zijn opgenomen onder de genoteerde marktprijzen. Op basis van de Richtlijn 290 inzake de toelichting op gehanteerde waarderingsystematiek is onderstaande tabel opgenomen. (Bedragen x 1.000) Genoteerde marktprijzen Onafhankelijke taxaties NCW berekeningen Andere methode Totaal Per 31 december 2015 Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Totaal Per 31 december 2014 Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Totaal Vastgoed beleggingen De vastgoed beleggingen kunnen als volgt worden gespecificeerd: (Bedragen x 1.000) Specificatie naar soort: Indirect vastgoed (participaties in beleggingsfondsen) Kortlopende vorderingen inzake vastgoed beleggingen Liquide middelen inzake vastgoed beleggingen

63 Aandelen De belegging in aandelen bestaat in 2015 en 2014 volledig uit beleggingen in beleggingsfondsen (Bedragen x 1.000) Specificatie naar soort: Aandelen developed countries Aandelen emerging markets Private equity aandelen Het fonds belegt in beleggingsfondsen waarin securities lending wordt toegepast. Op basis van het security lending programma, waarin het fonds deelneemt, wordt een vergoeding voor het tijdelijk uitlenen van effecten ontvangen. Ultimo 2015 bedroeg de waarde van de uitgeleende effecten 71 miljoen (2014: 62 miljoen). Hiervoor zijn zekerheden ontvangen ad 73 miljoen (2014: 63 miljoen). Vastrentende waarden De belegging in vastrentende waarden bestaat in 2015 en 2014 volledig uit beleggingen in beleggingsfondsen. De vastrentende waarden kunnen als volgt worden gespecificeerd: x % x % Specificatie naar soort: BlackRock Euro Corporate Enhanced Index Fund , ,9 BlackRock LSFIII EURO TAILORED Fund XXIX , , , ,0 Het fonds belegt in beleggingsfondsen waarin securities lending wordt toegepast. Op basis van het security lending programma, waarin het fonds deelneemt, wordt een vergoeding voor het tijdelijk uitlenen van effecten ontvangen. Ultimo 2015 bedroeg de waarde van de uitgeleende effecten 565 miljoen (2014: geen). Hiervoor zijn zekerheden ontvangen ad 576 miljoen (2014: geen). 63

64 2. Vorderingen en overlopende activa (Bedragen x 1.000) Rekening courant onderneming Vooruitbetaalde kosten De vordering heeft een resterende looptijd korter dan één jaar. 3. Overige activa (Bedragen x 1.000) Liquide middelen Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn en niet het karakter van beleggingen hebben. 4. Stichtingskapitaal en reserves Mutatieoverzicht eigen vermogen (Bedragen x 1.000) Stichtingskapitaal Algemene reserve Totaal Stand per 1 januari Uit bestemming saldo van baten en lasten Stand per 31 december Stand per 1 januari Uit bestemming saldo van baten en lasten Stand per 31 december

65 Solvabiliteit x % x % Aanwezig vermogen , ,0 Af: technische voorziening , ,0 Eigen vermogen , ,0 Af: vereist eigen vermogen , ,1 Vrij vermogen , ,9 Minimaal vereist eigen vermogen , ,1 Aanwezige dekkingsgraad 125,0 125,0 Beleidsdekkingsgraad 126,4 131,6 De vermogenspositie van het fonds kan worden gekarakteriseerd als toereikende solvabiliteit. Voor de berekening van het vereist eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van het standaard model. Het verloop van de nominale dekkingsgraad kan als volgt worden gespecificeerd: (In procenten) Dekkingsgraad per 1 januari 125,0 125,0 Premie 0,7-8,4 Uitkeringen 0,8 0,9 Toeslagen - - Verandering van de rentetermijnstructuur -6,8-21,2 Rendement op beleggingen 5,0 31,4 Overigen 0,3-2,7 Dekkingsgraad per 31 december 125,0 125,0 65

66 5. Technische voorzieningen Mutatieoverzicht technische voorzieningen (Bedragen x 1.000) Stand per 1 januari Pensioenopbouw Toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging marktrente vervallen driemaandsmiddeling Wijziging marktrente aanpassing UFR Wijziging actuariële uitgangspunten Wijziging pensioenregeling (Levenslang partnerpensioen) Overige wijzigingen Stand per 31 december Voor een verdere toelichting op de mutaties zie de toelichting op de staat van baten en lasten. Specificatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds: Aantal x Aantal x Deelnemers Gewezen deelnemers Pensioentrekkenden De methode voor de berekening van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van een financieringsachterstand. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter. Korte beschrijving van de pensioenregeling In december 2014 kwam Pensioenreglement D tot stand. De wijzigingen, meteen ingangsdatum van 1 januari 2015, waren met name ingegeven vanuit gewijzigde fiscale wetgeving. Meest in het oog springende wijziging is de overgang van een eindloonregeling naar een geïndexeerde middelloonregeling. In de nieuwe middelloonregeling wordt met ingang van 1 januari 2015 tegen een fiscaal maximaal opbouwpercentage van 1,875% jaarlijks pensioen opgebouwd over de pensioengrondslag. Deze pensioengrondslag is aan de ene kant begrensd door een maximum pensioengevend salaris van , aan de andere kant 66

67 is de franchise per 1 januari 2015 verlaagd naar het fiscaal minimum van , waardoor een fiscaal maximale pensioenregeling is ingevoerd. De TO heeft een jaarlijkse toeslagverlening over de opgebouwde pensioenaanspraken voor de actieve deelnemers toegezegd die de stijging van het Consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens volgt; daartoe wordt door de TO jaarlijks een aanvullende koopsom ter beschikking gesteld aan het fonds. De jaarlijkse toeslagverlening over de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers en over de pensioenrechten van degenen met een ingegaan pensioen is ongewijzigd. Er is door de deelnemers aan de nieuwe pensioenregeling met ingang van 1 januari 2015 geen eigen bijdrage verschuldigd aan de regeling. Toeslagverlening Toeslagverlening actieven Op de pensioenaanspraken van de deelnemers is per 1 januari 2016 een toeslag toegekend van 0,60%. Toeslagverlening van ingegane en premievrije pensioenen Het Bestuur heeft kunnen besluiten tot een duurtetoeslag van 0,35% per 1 januari 2016 op de ingegane pensioenen en de aanspraken van de slapers, dankzij de toezegging van de TO om de daarvoor benodigde aanvullende premie te betalen. 6. Overige schulden en overlopende passiva (Bedragen x 1.000) Afdracht loonheffing en premie Te betalen kosten Uitkeringen Waardeoverdrachten Schuld aan Toegetreden Ondernemingen Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Schuld aan Toegetreden Ondernemingen: Het Bestuur heeft besloten dat het overschot van 2015 boven de dekkingsgraad van 125,0% aan de TO gerestitueerd wordt overeenkomstig de uitvoeringsovereenkomst. Deze geeft aan dat indien het aanwezige vermogen meer bedraagt dan de premiekortinggrens het overschotten opzichte van de premiekortinggrens in mindering wordt gebracht op de reeds betaalde voorschotpremies en eventuele bijstortingen. Indien het overschot hoger is dan de betaalde voorschotpremies is de feitelijke premie nihil en vindt restitutie plaats. Zie ook toelichting hierover bij premie. Risicobeheer en derivaten Solvabiliteitsrisico Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de reële waarde van de pensioenverplichtingen. 67

68 Het belangrijkste risico voor het pensioenfonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het pensioenfonds de premie voor de onderneming en deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele toeslag van opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. Het surplus op nftk (2014: FTK) grondslagen is als volgt: (Bedragen x 1.000) Technische voorzieningen Buffers: S1 Renterisico S2 Risico zakelijke waarden S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico - - S5 Kredietrisico S6 Verzekeringstechnisch risico S7 Liquiditeitsrisico - - S8 Concentratierisico - - S9 Operationeel risico - - S10 Actief beheerrisico - - Diversificatie effect Totaal S (vereiste buffers) Vereist vermogen (artikel 132 Pensioenwet) Aanwezig vermogen (totaal activa - schulden) Bij de berekening van de buffers past het pensioenfonds de standaardmethode toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de strategische beleggingsmix (2014: strategische beleggingsmix) in de evenwichtssituatie. Beleid en risicobeheer Het Bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van bovengenoemde risico s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: beleggingsbeleid; premiebeleid; herverzekeringsbeleid; toeslagenbeleid. 68

69 De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALM- studies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario s. Marktrisico s (S1 - S4) Het marktrisico omvat het renterisico, het prijs(koers)risico en het valutarisico. Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en door een verandering van marktfactoren. Marktfactoren kunnen bijvoorbeeld marktprijzen zijn van aandelen, grondstoffen, vastgoed en private equity (prijsrisico), maar ook valutakoersen (valutarisico) of rentes (renterisico). De strategie van het pensioenfonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het Bestuur. De mate waarin de beleggingsportefeuille van het fonds gevoelig is voor het prijs- en renterisico is in de volgende alinea weergegeven, vervolgens worden de risico s die het fonds loopt nader toegelicht. S1 Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen wijzigen als gevolg van veranderingen in de marktrente. Om het renterisico voor het fonds te beperken heeft de Beleggingscommissie in de tweede helft 2011 een studie naar Liability Driven Investing (LDI) gedaan. Naar aanleiding van deze studie heeft het Bestuur begin 2012 besloten om relatief kortlopende obligaties om te zetten naar langlopende obligaties. Deze transitie is verspreid over een periode van twee jaar. De LDI strategie is in 2013 volledig geïmplementeerd. De renteafdekking zoals in 2012 besloten, waarbij de duration van de vastrentende portefeuille in lijn gebracht (verlengd) is met de duration van de verplichting, wordt gehandhaafd. In 2014 is besloten om de allocatie naar vastrentende waarden te verhogen van 50 naar 60%. Hierdoor is de rentegevoeligheid van het fonds verder afgenomen. In 2015 is het beleid van 2014 verder aangehouden. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration geeft aan hoeveel procent bij benadering de reële waarde van een belegging of verplichting verandert bij een parallelle verschuiving van de rentecurve. Een hoge duration geeft een hoge gevoeligheid voor veranderingen in de rente weer Balanswaarde Duration Balanswaarde Duration x % x % Duration van de vastrentende waarden , ,8 Duration van de vastrentende waarden in verhouding tot totaal beleggingen , ,4 Technische voorzieningen , ,7 69

70 Op balansdatum is de duration van de beleggingen korter dan de duration van de verplichtingen. Er is derhalve sprake van een zogenaamde duration-mismatch. Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van de beleggingen minder snel daalt dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur), waardoor de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad zal dalen. De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt: x % x % Resterende looptijd < 1 jaar , ,7 Resterende looptijd > 1 en < 5 jaar , ,8 Resterende looptijd > 5 jaar , , , ,0 S2 Risico zakelijke waarden Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waarde wijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico wordt gemitigeerd door diversificatie van de beleggingen na te streven. Bij de aandelenbeleggingen wordt dan ook in circa verschillende aandelen belegd in 46 landen. Voor de onderstaande specificatie (look through) van de vastgoedbeleggingen naar sector en regio is gebruik gemaakt factsheets. Aan de hand van de factsheets zijn de verdelingen per ultimo boekjaar gepresenteerd van de verdeling van de beleggingen binnen de beleggingsfondsen. Bij de toelichting 1. Beleggingen voor Risico fonds zijn de verdeliingen gebaseerd op het niveau van de beleggingsfondsen. Specificatie vastgoed beleggingen naar sector: x % x % Kantoren ,9 Woningen ,5 Winkels ,6 Kortlopende vorderingen en liquide middelen , , , ,0 70

71 De vastgoedbeleggingen zijn in de loop van 2015 afgebouwd. Het saldo ultimo 2015 bestaat uit nog te ontvangen dividendbelastingen en liquide middelen. Specificatie vastgoed beleggingen naar regio: x % x % Nederland , ,0 Specificatie aandelen naar regio: x % x % Europa , ,1 Noord-Amerika , ,1 Oceanië/Verre Oosten , ,1 Overig , , , ,0 S3 Valutarisico Het totaalbedrag dat niet in euro s is belegd bedraagt ultimo 2015 circa 35,7% (2014: 34,0%) van het totaal belegd vermogen. Vreemde valuta komen alleen voor in de categorie aandelen. Er wordt circa 35% in andere valuta dan de euro belegd. Het valutarisico wordt niet afgedekt tenzij het Bestuur daarover anders beslist. Het fonds belegt zelf in beleggingsfondsen, maar met het oog op de transparantie inzake de beleggingen is de informatie in deze toelichting gebaseerd op de beleggingen in de portefeuilles van deze beleggingsfondsen ( Look through ). Binnen deze fondsen vindt eveneens geen afdekking van het valutarisico plaats. Voor de onderstaande specificatie (look through) van de beleggingen naar valuata is gebruik gemaakt van factsheets. Aan de hand van de factsheets zijn de verdelingen per ultimo boekjaar gepresenteerd van de verdeling van de beleggingen binnen de beleggingsfondsen. Bij de toelichting 1. Beleggingen voor Risico fonds zijn de verdelingen gebaseerd op het niveau van de beleggingsfondsen. 71

72 De vreemde valutapositie is als volgt te specificeren: US dollar Britse pond Japanse yen Canadese dollar Zwitserse frank Australische dollar Chinese yuan Zuid-Koreaanse won Taiwanese dollar Zweedse kroon Braziliaanse real Hong Kong dollar Indiase roepie Zuid Afrikaanse rand Russische roebel Singapore dollar Overig Onder de regel overig zijn overige valuta s (van met name emerging markets) met een kleinere waarde dan 5 miljoen opgenomen. S5 Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC) derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt. Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij het uitlenen van effecten. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voor de onderstaande specificatie (look through) van de vastrentende waarden beleggingen naar sector, regio en kredietwaardigheid is gebruik gemaakt van factsheets. Aan de hand van de factsheets zijn de verdelingen per ultimo boekjaar gepresenteerd van de verdeling van de beleggingen binnen de beleggingsfondsen. Bij de toelichting 1.Beleggingen voor Risico fonds zijn de verdeliingen gebaseerd op het niveau van de beleggingsfondsen. 72

73 Specificatie vastrentende waarden naar sector: x % x % Overheden , ,3 Financiële instellingen , ,1 Handels- en industriele instellingen , ,5 Belangen in beleggingsinstellingen , ,1 Overige , , ,0 Specificatie vastrentende waarden naar regio: x % x % Europa , ,7 Noord-Amerika ,6 - - Oceanië / Verre Oosten ,6 - - Overige , , , ,0 Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven: x % x % AAA , ,2 AA , ,5 A , ,3 BBB , ,7 BB , ,3 Geen rating , , ,0 De gebruikte rating is de gemiddelde van de beschikbare ratings van Moody s, S&P en Fitch. De post geen rating heeft betrekking op de cash positie bij het BlackRock Euro Corporate Enhanced Index Fund. 73

74 S6 Verzekeringstechnisch risico De belangrijkste actuariële risico s zijn de risico s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Langlevenrisico Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de technische voorziening. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van Prognosetafel AG 2014 met adequate correcties voor ervaringssterfte is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Overlijdensrisico Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een partnerpensioen moet toekennen waarvoor door het fonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Toeslagrisico Toeslagen kunnen alleen worden toegekend indien en voor zover additionele premies door de werkgevers zijn gestort. Het toeslagrisico is derhalve geen risico voor het fonds. Overige financiële risico s geen onderdeel van S6 Arbeidsongeschiktheidsrisico Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen ( schadereserve ). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. De overlijdensrisico s voortvloeiende uit de verzekering van partnerpensioen zijn op stop-loss basis herverzekerd bij Zwitserleven. Een dergelijk contract houdt in dat het fonds het grootste deel van het risico zelf draagt. Alleen als de schade over de contractsperiode meer bedraagt dan het eigen behoud, zal Zwitserleven het schadebedrag dat uitstijgt boven het eigen behoud uitkeren. Het eigen behoud wordt vastgesteld als 200% van de premie over de contractsperiode bij volledige herverzekering van het overlijdensrisico. Over 2015 zijn er geen claims ingediend. Het huidige contract is afgesloten voor een periode van 5 jaar en loopt tot en met 31 december Overige niet-financiële risico s S9 Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen, enzovoorts. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het Bestuur en middels de ISAE 3402 en soortgelijke rapportages van de externe partijen. 74

75 Aangezien hiermee sprake is van adequate beheersing van de operationele risico s worden door het fonds hiervoor geen buffers aangehouden in de solvabiliteitstoets. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. Specifieke financiële instrumenten (derivaten) en security lending Derivaten: Protector belegde ultimo 2015 in fondsen die in derivaten beleggen. Het betreft in alle gevallen een tijdelijke belegging van dividenden, tot aan de eerstvolgende herbalancering. De exposure voor Protector is indirect omdat het gaat om beleggingen in fondsen die op hun beurt belegd hebben in index futures. Principes voor het gebruik van derivaten (met uitzondering van wisselkoers gerelateerde derivaten) 1. Het bezit van eigenlijke stukken (obligaties of aandelen) heeft de voorkeur en het gebruik van derivaten dient geminimaliseerd te worden. 2. Het gebruik van derivaten zal gematigd en voorzichtig moeten zijn in omvang en beperkt tot gebieden waar het economische voordeel duidelijk gedefinieerd is en groter is dan het extra risico dat gelopen wordt. 3. Het gebruik van derivaten dient beperkt te worden tot kosten-effectieve alternatieven voor het kopen of verkopen van onderliggende eigenlijke effecten om het volgende te bereiken: liquiditeit asset allocatie doelen (inclusief vastrentende duration aanpassing) lagere transactie kosten minder dure aankoop prijs weinig kostende risico afdekking van bestaande meetbare transacties additioneel rendement zonder dat marktvoorspelling nodig is 4. Speculatief gebruik van derivaten is verboden. Een derivaat wordt geacht speculatief te zijn als het niet een risico afdekt van een bestaande aanwijsbare positie of wanneer het geen substituut is voor een gewenste fysieke effecten positie. Met een derivaat die gebruikt wordt om een positie af te dekken mag het bedrag van de onderliggende positie niet overstegen worden. Het gebruik van een derivaat met hefboomwerking, waardoor het effect van een prijs- of tariefsverandering op de onderliggende fysieke transactie wordt versterkt, is speculatief en verboden. Security Lending: Het fonds zelf maakt geen gebruik van securities lending. Het fonds belegt wel in beleggingsfondsen waarin securities lending wordt toegepast, dit heeft geen risico voor Protector en de vaststelling van het vereist eigen vermogen. 75

76 S10 Actief beheerrisico Het actief beheerrisico heeft betrekking op de ruimte om bij de uitvoering van het beleggingsbeleid af te wijken van de strategisch nageleefde portefeuille. De mate van actief beheer is bepaald aan de hand van de tracking error ten opzichte van de voor de portefeuille vastgestelde benchmark. Het totale rendement van het fonds is over ,2% ten opzichte van het rendement van de benchmark van 4,0%. Verbonden partijen Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen het fonds, de toegetreden ondernemingen en hun bestuurders. Transacties met bestuurders Inzake de beloning van bestuurders wordt verwezen naar de toelichting op de pensioenuitvoeringskosten. Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is er sprake van vorderingen op, (voormalige) bestuurders. Overige transacties met verbonden partijen Betreffende de uitvoeringsovereenkomst tussen fonds en de toegetreden onderneminigen met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling wordt verwezen naar de uitvoeringsovereenkomst. I.v.m. de uitvoering van de regeling brengt Esso Nederland B.V. het fonds jaarlijks kosten in rekening. Voor 2015 is dit 367 duizend euro (pagina 80, onder 10). Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Langlopende contractuele verplichtingen Het fonds heeft een uitbestedingsovereenkomst afgesloten met Syntrus Achmea voor een periode van 9 jaar tot 31 december De jaarlijks te betalen vergoeding bedraagt 889 duizend euro (2014: 889 duizend euro). De totale verplichting voor de resterende looptijd bedraagt duizend euro (31 december 2014: duizend euro). Investering- en stortingsverplichtingen Per balansdatum 31 december 2015 bestaat er een investeringsverplichting ten aanzien van Private Equity beleggingen van circa USD 8,3 miljoen (2014: USD 13,2 miljoen). 76

77 6 Toelichting op de staat van baten en lasten 7. Premiebijdragen risico pensioenfonds (van werkgevers en werknemers) (Bedragen x 1.000) Bijdragen werkgevers Bijdragen werknemers Koopsommen werkgevers (optrek tot kostendekkende premie) Koopsommen werkgevers (toeslagen) Premie FVP - 1 Overige premies werkgever Restitutie overige premies werkgevers Vanaf 2015 betalen de deelnemers geen eigen bijdragen. Onder de overige premies is opgenomen de premie die door de Toegetreden Ondernemingen is betaald voor de aanvulling van het tekort van het vermogen ten opzichte van de ondergrens (125,0%) waar eind september 2015 sprake van was. Het Bestuur heeft vastgesteld dat in 2015 het overschot boven de vereiste dekkingsgraad wordt terugbetaald aan de Toegetreden Ondernemingen overeenkomstig de uitvoeringsovereenkomst situatie a (pagina 86). De restitutie (2014: ) is berekend door het bedrag van , zijnde de optrek tot de kostendekkende premie ex-post, te verminderen met , zijnde de terugstorting overschot waarmee de dekkingsgraad per 31 december 2015 weer uitkomt op 125,0%. De kostendekkende en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt: (Bedragen x 1.000) Kostendekkende premie (ex post) Kostendekkende premie (ex ante) Feitelijke premie* na restitutie Feitelijke premie* vóór restitutie *) Deze is exclusief het saldo van de waardeoverdrachten (2014: 1.734) welke in de jaarrekening is opgenomen onder toelichting

78 De samenstelling van de kostendekkende premie ex-post is als volgt: (Bedragen x 1.000) a1: Nominaal pensioen inkoop op marktwaarde per a2: Toeslag surplusregeling voor deelnemers per op marktwaarde a3: Mutatie TV a.g.v. waardeoverdrachten b1: Opslag van excassokosten b2: Opslag voor directe kosten c: Bijdrage aan voorwaardelijke onderdelen d: Solvabiliteitsopslag (Vereist Eigen Vermogen nftk) De samenstelling van de kostendekkende premie ex-ante is als volgt: (Bedragen x 1.000) a1: Nominaal pensioen inkoop op marktwaarde per a2: Toeslag surplusregeling voor deelnemers per op marktwaarde b1: Opslag van excassokosten b2: Opslag voor directe kosten c: Bijdrage aan voorwaardelijke onderdelen d: Solvabiliteitsopslag (Vereist Eigen Vermogen nftk)

79 8. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds 2015 (Bedragen x 1.000) Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten van vermogensbeheer Totaal Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige opbrengsten/lasten (Bedragen x 1.000) Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten van vermogensbeheer Totaal Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige opbrengsten/lasten Onder de kosten van vermogensbeheer zijn opgenomen de kosten die betaald worden aan de vermogensbeheerders BlackRock, Northern Trust, Horsley Bridge en LaSalle. Blackrock en Northern Trust worden internationaal gebruikt door meerdere pensioenfondsen van ExxonMobil; de kosten structuur is hierop aangepast. Transactiekosten zijn die kosten die gemaakt moeten worden voor de aan- en verkoop van beleggingsstukken (aandelen, obligaties). Deze kosten zijn onderdeel van de kostprijs van beleggingsstukken. Bij beleggingen in indexfondsen worden de individuele transactiekosten per aan- en verkoop van aandelen binnen een bepaalde index, niet individueel gerapporteerd aan aandeelhouders van een beleggingsindex. Omdat het fonds belegt in circa 65 indexfondsen die op hun beurt weer belegd zijn in aandelen van circa 8000 ondernemingen, zijn de onderliggende transactiekosten niet apart herleidbaar. Hierin speelt mee dat de gebruikte indexfondsen door wereldwijde aandeelhouders gebruikt worden en het individueel aandeelhouderschap op dagelijkse basis varieert. 79

80 9. Pensioenuitkeringen (Bedragen x 1.000) (Tijdelijke) ouderdomspensioenen Partnerpensioenen Wezenpensioenen Arbeidsongeschiktheidsuitkering Afkopen De post afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan 462,88 (2014: 458,06) per jaar overeenkomstig de Pensioenwet (artikel 66). De toeslagen op de uitkeringen per 1 januari 2016 zoals vastgesteld door het Bestuur bedraagt 0,35% (2014: 0,51%). 10. Pensioenuitvoeringskosten (Bedragen x 1.000) Administratiekosten Accountantskosten Actuariskosten Overige kosten Doorbelasting Esso Nederland B.V Ingevolge artikel 382a Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek kan gemeld worden dat de honoraria aan PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. alleen van toepassing is voor de controle van de jaarrekening. Er zijn geen honoraria voor andere controleopdrachten, adviesdiensten of andere niet-controlediensten geweest. Honoraria onafhankelijke accountant (Bedragen x 1.000) Accountant Overig netwerk Totaal 2015 Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controle diensten

81 (Bedragen x 1.000) Accountant Overig netwerk Totaal 2014 Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controle diensten Personeelsleden en bezoldiging Het fonds heeft geen personeel in dienst. De beheersactiviteiten worden op basis van een uitvoeringsovereenkomst verricht door personeel in dienst van uitvoeringsorganisatie dan wel vermogensbeheerder. De bestuursleden van Stichting Pensioenfonds Protector hebben in 2015 geen bezoldiging ontvangen. 11. Mutatie technische voorzieningen (Bedragen x 1.000) Pensioenopbouw Toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging marktrente vervallen driemaandsmiddeling Wijziging marktrente aanpassing UFR Wijziging actuariële uitgangspunten Wijziging pensioenregeling (Levenslang partnerpensioen) Overige wijzigingen Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen het effect op de voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van de in het verslagjaar opgebouwde nominale pensioenrechten. In deze post zijn ook de individuele inkomende en uitgaande waardeoverdrachten verwerkt. Toeslagen De pensioenrechten van pensioengerechtigden en de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers kunnen jaarlijks voorwaardelijk worden verhoogd overeenkomstig de bepalingen van de pensioenreglementen van het fonds. Een besluit tot indexatie kan jaarlijks worden genomen door het Bestuur, indien de kosten van de indexering via een aanvullende premie door de TO zijn voldaan. 81

82 De pensioenrechten en de pensioenaanspraken kunnen jaarlijks per 1 januari worden verhoogd met maximaal 90% van de procentuele stijging van het afgeleide prijsindexcijfer over de periode van een jaar eindigende op 30 september voorafgaand en wordt afgerond op twee decimalen, met dien verstande dat het percentage maximaal gelijk is aan het percentage waarmee de algemene lonen bij de werkgever zijn gestegen in het voorafgaande kalenderjaar. Het Bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd. De premie voor de toeslagverlening in een jaar wordt voor 1 januari in dat jaar door de TO betaald. Rentetoevoeging De voorziening pensioenverplichtingen is in het boekjaar opgerent met 0,181% (2014: 0,379%). Dit is de éénjaarsrente uit de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per 31 december 2014 inclusief driemaandsmiddeling en gebaseerd op de UFR van 4,2%. Onttrekking voor pensioenuitkeringen In de voorziening pensioenverplichtingen zijn de actuarieel verwachte uitkeringen opgenomen gedurende het boekjaar. Onder deze post is de verwachte vrijval uit de voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van het doen van uitkeringen verantwoord. Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten In de voorziening pensioenverplichtingen is een voorziening opgenomen ter dekking van toekomstige excassokosten. Een deel van deze voorziening valt vrij door het doen van uitkeringen in het boekjaar. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Onder toelichting 12 is de wijziging uit hoofde van overdracht van rechten opgenomen. Wijziging marktrente Het verloop van de voorziening pensioenverplichtingen is gebaseerd op de rentetermijnstructuur per 31 december Ultimo boekjaar vindt een omrekening plaats naar de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per 31 december Het effect van deze omrekening is onder deze post verantwoord. Tevens is per 31 december 2015 achtereenvolgens de volgende aanpassingen in de rentetermijnstructuur (RTS) verwerkt: het vervallen van de driemaandsmiddeling en de aanpassing van de UFR van 4,2% naar 3,2%. Overige wijzigingen (Bedragen x 1.000) Resultaat op sterfte Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op mutaties Resultaat op overige technische grondslagen Resultaat overige resultaten

83 Het resultaat op sterfte wordt veroorzaakt doordat er in 2015 meer (gewezen) deelnemers zijn overleden dan verwacht op grond van de overlevingsgrondslagen, dit heeft geleid tot een vrijval van de technische voorzieningen. Het resultaat op arbeidsongeschiktheid is veroorzaakt doordat er in 2015 weinig mutaties op arbeidsongeschiktheid hebben plaatsgevonden. Onder het resultaat op mutaties is het effect opgenomen van individuele keuzes van de deelnemers bij pensionering en overige mutaties die doorgevoerd zijn in de pensioenadministratie. Het resultaat op overige technische grondslagen wordt veroorzaakt door een nauwkeurigere berekening van de technische voorzieningen. Het effect hiervan heeft tot een daling van de technische voorzieningen geleid. 12. Saldo overdrachten van rechten risico pensioenfonds (Bedragen x 1.000) Inkomende waardeoverdrachten Uitgaande waardeoverdrachten Dit betreft de ontvangst van of betaling aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra dienstjaren. (Bedragen x 1.000) Wijziging technische voorziening inzake overdracht van rechten: Toevoeging aan de technische voorzieningen Onttrekking aan de technische voorzieningen (Bedragen x 1.000) Het resultaat op de waardeoverdrachten is als volgt: - de overgenomen pensioenverplichting de overgedragen pensioenverplichting

84 13. Herverzekeringen (Bedragen x 1.000) Premies stoploss Belastingen De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting. Vaststelling van de jaarrekening door het Bestuur Het Bestuur van Stichting Pensioenfonds Protector heeft de jaarrekening 2015 vastgesteld in de vergadering van 25 april Breda, 25 april 2016 Stichting Pensioenfonds Protector Het Bestuur A.J. van der Linden P. Huisman G.M.W. Shultz-Sibbel J.J.M. Muffels M.J. den Hertog P.J.C. Mertens M. Meulblok P. Weijel Voorzitter Vice-voorzitter 84

85 85

86 86

87 Overige gegevens 87

88 88

89 Overige gegevens 1 Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum Er zijn na de balansdatum geen gebeurtenissen geweest van dien aard dat een wezenlijk ander beeld zou ontstaan van de financiële positie per einde 2015 dan op grond van dit verslag kan worden verkregen. 2 Resultaatbestemming Reglementaire bepalingen omtrent de resultaatbepalingen Bepaling overschot/tekort In de uitvoeringsovereenkomst tussen het fonds en de Toegetreden Ondernemingen is hierover het volgende vastgelegd: De jaarlijkse afrekening wordt bepaald aan de hand van het aanwezige vermogen - voor vaststelling van de afrekening - aan het eind van het boekjaar: a) Indien het aanwezige vermogen meer bedraagt dan de premiekortinggrens dan wordt het overschot ten opzichte van de premiekortinggrens in mindering gebracht op de reeds betaalde voorschotpremies en eventuele bijstortingen. Indien het overschot hoger is dan de betaalde voorschotpremies is de feitelijke premie nihil en vindt restitutie plaats. b) Indien het aanwezige vermogen minder bedraagt dan de premiekortinggrens, maar meer dan het vereist vermogen, dan is de feitelijke premie gelijk aan de voorschotpremie. c) Indien het aanwezige vermogen minder bedraagt dan het vereist vermogen, maar meer dan de ondergrens, dan is de feitelijke premie gelijk aan de voorschotpremie. d) Indien het aanwezige vermogen minder bedraagt dan de ondergrens, dan zullen de TO ieders aandeel in het tekort ten opzichte van de ondergrens uiterlijk 3 maanden na afloop van het boekjaar aanvullen. De feitelijke premie is daarmee gelijk aan de voorschotpremie plus alle bijstortingen. Het Bestuur heeft op 25 april 2016 vastgesteld dat ultimo 2015 situatie a van toepassing was. Het Bestuur heeft op 30 maart 2016 al vastgesteld dat ultimo 2015 weliswaar situatie a van toepassing was, maar door de financiële ontwikkelingen is er aan het einde van het eerste kwartaal 2016 een tekort ontstaan in het fonds dat groter is dan het restitutie bedrag. Het Bestuur heeft daarom besloten de vastgestelde restitutie niet terug te storten, maar deze te verrekenen met de bijstorting die aan de TO gevraagd is per einde eerste kwartaal Premiekorting, respectievelijk restitutie zoals bepaald in Artikel 4, lid 15a van de uitvoeringsovereenkomst zal niet plaats vinden indien het Bestuur van mening is dat een dergelijke korting, respectievelijk restitutie in strijd is met de belangen van het fonds. Resultaatverdeling Het resultaat over 2015 ad is toegevoegd aan de algemene reserve. 3 Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Protector te Breda is aan Mercer (Nederland) B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een Actuariële Verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar Onafhankelijkheid Als waarmerkend actuaris ben ik onafhankelijk van Stichting Pensioenfonds Protector, zoals vereist conform artikel 148 van de Pensioenwet. Ik verricht geen andere werkzaamheden voor het pensioenfonds. Omdat Mercer (Nederland) B.V. beschikt over een door de toezichthouder goedgekeurde gedragscode, is het toegestaan dat andere actuarissen en deskundigen aangesloten bij Mercer (Nederland) B.V. wel andere werkzaamheden verrichten voor het pensioenfonds. 89

90 Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de technische voorzieningen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. Afstemming accountant Op basis van de door mij en de accountant gehanteerde Handreiking heeft afstemming plaatsgevonden over de werkzaamheden en de verwachtingen bij de controle van het boekjaar. Voor de toetsing van de technische voorzieningen en voor de beoordeling van de vermogenspositie als geheel heb ik de materialiteit bepaald op Met de accountant ben ik overeengekomen om geconstateerde afwijkingen boven te rapporteren. Deze afspraken zijn vastgelegd en de uitkomsten van mijn bevindingen zijn met de accountant besproken. Ik heb voorts gebruik gemaakt van de door de accountant in het kader van de jaarrekeningcontrole onderzochte basisgegevens. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik, conform mijn wettelijke verantwoordelijkheid zoals beschreven in artikel 147 van de Pensioenwet, onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht heb ik onder meer onderzocht of: de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld; de kostendekkende premie voldoet aan de gestelde wettelijke vereisten; het beleggingsbeleid in overeenstemming is met de prudent-person regel. Voorts heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Daarbij heb ik mij gebaseerd op de tot en met de balansdatum aangegane verplichtingen en de op dat moment aanwezige middelen en is mede het financieel beleid van het pensioenfonds in aanmerking genomen. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De Kostendekkende premie Het pensioenfonds is bij de vaststelling van de kostendekkende premie voor boekjaar 2015 uitgegaan van de in 2014 geldende wet- en regelgeving. De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds op balansdatum is 126,4%. 90

91 Mijn oordeel over de vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Protector is gebaseerd op de tot en met balansdatum aangegane verplichtingen en de op dat moment aanwezige middelen. De vermogenspositie is naar mijn mening voldoende. Daarbij heb ik de mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen die afhankelijk zijn gesteld van de door de toegetreden ondernemingen ter beschikking gestelde middelen, mede in aanmerking genomen. Amstelveen, 25 april 2016 Drs. E.L. van den Doel AAG verbonden aan Mercer (Nederland) B.V. 4 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting Pensioenfonds Protector Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening. Wij zijn onafhankelijk van Stichting Pensioenfonds Protector zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Verklaring over de jaarrekening 2015 Ons oordeel Naar ons oordeel geeft de in dit jaarrapport opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het stichtingskapitaal en de reserves van Stichting Pensioenfonds Protector op 31 december 2015 en van het saldo van baten en lasten over 2015 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Wat we hebben gecontroleerd Wij hebben de in dit jaarrapport opgenomen jaarrekening 2015 van Stichting Pensioenfonds Protector te Breda ( de stichting ) gecontroleerd. De jaarrekening bestaat uit: de balans per 31 december 2015; de staat van baten en lasten over 2015; en de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. Verantwoordelijkheden van het bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor: het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening en voor het opstellen van het Verslag van het bestuur, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW, en voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van het genoemde verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede 91

92 twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. Onze verantwoordelijkheid voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Ons controleoordeel beoogt een redelijke mate van zekerheid te geven dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. Verklaring betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde vereisten Verklaring betreffende het Verslag van het bestuur en de overige gegevens Wij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen onder Titel 9 Boek 2 BW (betreffende onze verantwoordelijkheid om te rapporteren over het Verslag van het bestuur en de overige gegevens): dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de door Titel 9 Boek 2 BW vereiste overige gegevens zijn toegevoegd. dat het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Amsterdam, 25 april 2016 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door drs. H.C. van der Rijst RA Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring. 92

93 Bijlage bij onze controleverklaring over de jaarrekening 2015 van Stichting Pensioenfonds Protector In aanvulling op wat is vermeld in onze controleverklaring hebben wij in deze bijlage onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening nader uiteengezet en toegelicht wat een controle inhoudt. De verantwoordelijkheden van de accountant voor de controle van de jaarrekening Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze doelstelling is om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening vrij van materiële afwijkingen als gevolg van fouten of fraude is. Onze controle bestond onder andere uit: Het identificeren en inschatten van de risico s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing. Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan. Het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven. Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen. Wij communiceren met het bestuur onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. 93

94 94

95 Bijlagen 95

Stichting Pensioenfonds Protector Postbus 90170 5000 LM Tilburg Telefoon: (013) 462 2356 E-mail: pensioenfonds_protector@achmea.

Stichting Pensioenfonds Protector Postbus 90170 5000 LM Tilburg Telefoon: (013) 462 2356 E-mail: pensioenfonds_protector@achmea. Jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Protector Postbus 90170 5000 LM Tilburg Telefoon: (013) 462 2356 E-mail: pensioenfonds_protector@achmea.nl Internet: www.pensioenfondsprotector.nl 2 Inhoud A Voorwoord

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2012

Verkort jaarverslag 2012 Verkort jaarverslag 2012 2 Voorwoord Voor u ligt het verkort jaarverslag van Protector over het jaar 2012. De pensioenwereld beleeft hectische tijden. Gelukkig kunnen we concluderen dat de financiële situatie

Nadere informatie

Algemene Vergadering 22 juni Stichting Pensioenfonds Protector

Algemene Vergadering 22 juni Stichting Pensioenfonds Protector Algemene Vergadering 22 juni 2015 Stichting Pensioenfonds Protector Agenda Opening Ton van der Linden Notulencommissie instellen Gerda Shultz Jaarverslag Protector Gerda Shultz Status update website /

Nadere informatie

Algemene Vergadering 30 mei Stichting Pensioenfonds Protector

Algemene Vergadering 30 mei Stichting Pensioenfonds Protector Algemene Vergadering 30 mei 2017 Stichting Pensioenfonds Protector Agenda Opening Ton van der Linden Notulencommissie instellen Gerda Shultz Jaarverslag Protector Gerda Shultz Communicatie Joost Muffels

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Protector Postbus LM Tilburg Telefoon: (013)

Stichting Pensioenfonds Protector Postbus LM Tilburg Telefoon: (013) Jaarverslag 2016 Stichting Pensioenfonds Protector Postbus 90170 5000 LM Tilburg Telefoon: (013) 462 2356 E-mail: pensioenfonds_protector@achmea.nl Internet: www.pensioenfondsprotector.nl 2 Inhoud Jaarverslag

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Nadere informatie

Inhoud. Bijlagen 1 Verloopstaat deelnemers 85

Inhoud. Bijlagen 1 Verloopstaat deelnemers 85 Jaarverslag 2013 2 Inhoud A Voorwoord 5 B Kerncijfers 7 C Karakteristieken van het pensioenfonds 9 D Verslag van intern toezicht en Verantwoordingsorgaan 15 E Bestuursverslag 17 Governance 17 Uitbesteding

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620 Artikel 1 Inleiding De wijze waarop de Stichting Pensioenfonds SMIT wordt bestuurd ligt op hoofdlijnen vast in de statuten. In dit bestuursreglement wordt hier verder invulling aan gegeven. Het bestuursreglement

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement In dit huishoudelijk reglement gelden dezelfde begripsbepalingen als in de statuten van het fonds. Daar waar in dit document over statuten

Nadere informatie

pensioenkrant augustus 2015

pensioenkrant augustus 2015 pensioenkrant augustus 2015 pensioenkrant augustus 2015 5 WOORD VAN DE VOORZITTER 6 DEKKINGSGRAAD 7 INDEXATIE RENDEMENT OP DE BELEGGINGEN 8 KERNCIJFERS KOSTEN UITVOERING EN VERMOGENSBEHEER 9 COMMUNICATIE

Nadere informatie

Terugblik 2011 in cijfers

Terugblik 2011 in cijfers Terugblik 2011 in cijfers U vindt hier een samenvatting van het jaarverslag 2011. Het volledige jaarverslag kunt u downloaden via www.pensioenfondsricohnederland.nl. Financiële situatie Door de kredietcrisis

Nadere informatie

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De

Nadere informatie

Inhoud. Bijlagen 1. Verloopstaat deelnemers 81

Inhoud. Bijlagen 1. Verloopstaat deelnemers 81 Jaarverslag 2012 2 Inhoud A. Voorwoord 4 B. Kerncijfers 7 C. Karakteristieken van het pensioenfonds 9 D. Verslag van intern toezicht en Verantwoordingsorgaan 15. Bestuursverslag 17 Governance 17 Uitbesteding

Nadere informatie

10. Goed pensioenfondsbestuur

10. Goed pensioenfondsbestuur 10. Goed pensioenfondsbestuur 10.1 Algemeen In 2013 is de Wet versterking bestuur pensioenfondsen in werking getreden. De invloed van deze nieuwe wet is van groot belang voor de governance structuur van

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016 VERKORT JAARVERSLAG 2016 2016: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2016 bij Pensioenfonds TNT Express? U leest het in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige

Nadere informatie

Stichting Norit Pensioenfonds

Stichting Norit Pensioenfonds Stichting Norit Pensioenfonds Communicatieplan 2017-2019 Dit communicatieplan is voorbereid door de werkgroep communicatie van Stichting Norit Pensioenfonds en vastgesteld door het bestuur. Amersfoort,

Nadere informatie

10. Goed pensioenfondsbestuur

10. Goed pensioenfondsbestuur 10. Goed pensioenfondsbestuur 10.1 Paritair bestuursmodel SPE kent het paritair bestuursmodel. Intern toezicht Visitatiecommissie Bestuur Werkgever Werknemers Pensioengerechtigden Verantwoordingsorgaan

Nadere informatie

Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT

Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT Profiel van PMT Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) verzorgt de pensioenregeling voor de bedrijfstak Metaal en Techniek. In totaal zijn

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan

Reglement Verantwoordingsorgaan Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1 Definities In dit reglement worden geacht te zijn overgenomen de definities van de statuten, terwijl voorts wordt verstaan onder: a. Selectiecommissie De commissie

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE)

FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE) FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE) Stichting Pensioenfonds Mercer 1. Algemene kenmerken Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Mercer (SPM) is een (paritair) bestuur

Nadere informatie

TRANSPARANTIEDOCUMENT

TRANSPARANTIEDOCUMENT TRANSPARANTIEDOCUMENT Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS) Dit is een uitgave van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie

Nadere informatie

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Datum 15 juni 2012 1 Voorwoord

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Reglement intern toezicht In werking 01-01-2019 Artikel 1. Begripsbepalingen: De begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Reglement Raad van Toezicht van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Vastgesteld 22-12-2016 Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 3 Artikel 1 - Begripsomschrijvingen...

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Financieel crisisplan Inleiding In Artikel 145 van de Pensioenwet wordt voorgeschreven dat de ABTN een financieel crisisplan moet bevatten. Artikel 29b van het besluit FTK geeft hier een nadere uitwerking

Nadere informatie

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV).

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV). REGLEMENT BELEGGINGSCOMMISSIE voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV). Artikel 1 Vaststelling en reikwijdte Dit reglement geeft, in aanvulling op de statuten,

Nadere informatie

Toelichting crossborder project

Toelichting crossborder project Toelichting crossborder project Informatie sessies januari februari 2016 Ton van der Linden Business Services Manager & Treasurer Gerda Shultz Pension & Benefit Finance Manager Introductie Voorstellen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Positie 2018 Gebaseerd op het jaarverslag over 2018 en recente ontwikkelingen Hoe werkt ons pensioenfonds voor jou? Financiële positie Waardevastheid pensioen 1

Nadere informatie

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds PROFIELSCHETS NIET UITVOEREND BESTUURDER Stichting Stichting behoort tot de grootste ondernemingspensioenfondsen van Nederland met een belegd vermogen van bijna 18 miljard euro. Het pensioenfonds voert

Nadere informatie

Bestuur. Deelnemers: 2 Pensioengerechtigden:3 Werkgevers 2. Verantwoording en medezeggenschap

Bestuur. Deelnemers: 2 Pensioengerechtigden:3 Werkgevers 2. Verantwoording en medezeggenschap Governance Algemeen Het bestuur van het fonds streeft als eindverantwoordelijk uitvoerder van de door sociale partners overeengekomen pensioenregeling naar een optimale kwaliteit, zorgvuldigheid en openheid

Nadere informatie

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Kenmerken Fonds Stichting Pensioenfonds ING (hierna: het Fonds) is op 1 januari

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument Stichting Pensioenfonds Ahold (versie: 28 april 2015) Hoofdstuk 1 - Inleiding 1.1 Voorwoord Stichting Pensioenfonds Ahold is de financiële dienstverlener voor Koninklijke Ahold N.V.

Nadere informatie

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen Verkort jaarverslag 2009 2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen Het jaar 2009 stond in het teken van het treffen van maatregelen om de financiële positie van het fonds weer op het gewenste

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2017 VERKORT JAARVERSLAG 2017 De belangrijkste ontwikkelingen in 2017 bij Pensioenfonds TNT Express op een rij in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige jaarverslag vindt

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds. voor. Verloskundigen

Stichting Pensioenfonds. voor. Verloskundigen REGLEMENT BELEGGINGSADVIESCOMMISSIE Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen Datum: 8 oktober 2018 REGLEMENT BELEGGINGSADVIESCOMMISSIE BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Waar in dit reglement aanduidingen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering 4 september 2017 3.

Nadere informatie

Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO

Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO Met normen kan een Verantwoordingsorgaan (VO) zijn verantwoordelijkheden (oordelen, adviseren en overleggen) beter uitoefenen. Penvita onderscheidt algemene

Nadere informatie

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015 Welkom namens Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK AMSTERDAM, 25 juni 2015 AGENDA 1. Opening en voorstellen leden van het bestuur 2. Mededelingen van de voorzitter 3. Notulen deelnemersvergadering 26

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018 Januari 2018 1 Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het fonds zijn van overeenkomstige toepassing op dit reglement. Daarnaast gelden de volgende

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Verkort jaarverslag 2013 Wat waren in 2013 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2013. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019 Profielschets lid Raad van Toezicht 20 mei 2019 71649 092004 1. INLEIDING Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf (hierna: Pensioenfonds Kappers) is het pensioenfonds voor de kappersbranche.

Nadere informatie

Strengere regels voor pensioenfondsen

Strengere regels voor pensioenfondsen Pensioenflits Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie + Verkort jaarverslag November 2015 De Pensioenflits is een uitgave van uw Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie

Nadere informatie

stichting pensioenfonds wonen

stichting pensioenfonds wonen stichting pensioenfonds wonen Verkort Jaarverslag 2007 Kerncijfers Aantallen per 31-12 2007 2006 Werkgevers 4.331 4.161 Deelnemers 33.009 31.705 Gewezen deelnemers 70.948 62.860 Gepensioneerden 8.468 7.735

Nadere informatie

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting IKEA Pensioenfonds Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a) Bestuur: het bestuur van het fonds. b) Code Pensioenfondsen: de Code opgesteld

Nadere informatie

Reglement bestuur Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Reglement bestuur Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Versie: 2018-09-27 Pagina 1/7 INHOUDSGAVE Artikel 1. Definities... 3 Artikel 2. Kerntaken Bestuur... 3 Artikel 3. Taken voorzitter van het bestuur... 4 Artikel 4. Kerntaken dagelijks bestuur... 4 Artikel

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 8 september 2014

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 8 september 2014 Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Algemene Vergadering van Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 8 september 2014 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Competentievisie verantwoordingsorgaan. Juli 2014

Competentievisie verantwoordingsorgaan. Juli 2014 Competentievisie verantwoordingsorgaan Juli 2014 Versie 1.0 1 juli 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Competentievisie...3 Hoofdstuk 2 Profiel van het fonds...3 Hoofdstuk 3 Profiel verantwoordingsorgaan...3

Nadere informatie

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015 Verkort jaarverslag 2015 Elk jaar legt Metro Pensioenfonds in het jaarverslag verantwoording af over het gevoerde beleid van het afgelopen jaar. Voor degenen die liever een overzicht willen lezen van de

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland.

Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in Artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds zijn van overeenkomstige toepassing op dit

Nadere informatie

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008 Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008 blad 1 van 7 Het Metro Pensioenfonds Hieronder eerst een aantal bijzonderheden over het Metro Pensioenfonds. Het Metro Pensioenfonds is opgericht

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Bij de tijd: de huidige positie en verwachtingen voor de komende jaren Gebaseerd op het jaarverslag over 2016 en recente ontwikkelingen Hoe werkt ons pensioenfonds

Nadere informatie

Bijlage 2: Verklaring Beleggingsbeginselen

Bijlage 2: Verklaring Beleggingsbeginselen Bijlage 2: Verklaring Beleggingsbeginselen 1. Inleiding Deze Verklaring inzake beleggingsbeginselen beschrijft de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van de Stichting Roba Pensioenfonds (het Pensioenfonds).

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2016

Verkort jaarverslag 2016 Verkort jaarverslag 2016 Wat waren in 2016 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag. Naast deze bondige versie treft u ook het

Nadere informatie

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland 1 Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland Inhoudsopgave 1. Profielschets lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland 2 1.1. Het pensioenfonds...

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

Competentievisie. lid verantwoordingsorgaan

Competentievisie. lid verantwoordingsorgaan Competentievisie lid verantwoordingsorgaan In dit document worden de vereiste kennis, ervaring en competenties voor de leden van het verantwoordingsorgaan omschreven. De vereiste competenties hebben betrekking

Nadere informatie

delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012

delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012 delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012 XY 13996-0513 In dit Jaarbericht leest u wat er in 2012 bij ons pensioenfonds gebeurde. We gaan wat dieper in op onze beleggingen en andere financiële zaken.

Nadere informatie

Bijzondere deelnemersvergadering 29 januari 2015

Bijzondere deelnemersvergadering 29 januari 2015 Bijzondere deelnemersvergadering 29 januari 2015 Agenda 1. Opening 2. Statutenwijziging 3. Sluiting 2 3 1. Opening 4 2. Statutenwijziging Ter stemming bijzondere deelnemersvergadering Statutenwijziging:

Nadere informatie

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014 Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014 2 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Achtergrond Wet versterking bestuur pensioenfondsen 3. Wet versterking bestuur pensioenfondsen 4. Wijzigingen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Papendorpseweg 100 3528 BJ Utrecht Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41184467

Nadere informatie

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018 Profielschets lid Raad van Toezicht 6 maart 2018 71649 092004 1. INLEIDING In dit document zijn achtereenvolgens de kenmerken van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf (Bpf Kappers)

Nadere informatie

Pensioenen... Reglement raad van toezicht

Pensioenen... Reglement raad van toezicht Pensioenen.............................................. Reglement raad van toezicht 17 december 2018 31 Inhoud Artikel 1. Algemene principes... 1 Artikel 2. Samenstelling, benoeming, onafhankelijkheid,

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. [Versie 1 januari 2019]

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. [Versie 1 januari 2019] REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT [Versie 1 januari 2019] ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen zoals opgenomen in de statuten van Stichting Pensioenfonds Achmea van

Nadere informatie

Verslag Verantwoordingsorgaan 2016

Verslag Verantwoordingsorgaan 2016 Verslag Verantwoordingsorgaan 2016 Inhoudsopgave: Voorwoord Doel en ambitie Bestuursmodel Samenstelling verantwoordingsorgaan Financiën Activiteiten Adviezen Communicatie Toekomstige ontwikkelingen San

Nadere informatie

PF-UPDATE Nr 2 juni 2009 nieuwsbrief Pensioenfonds

PF-UPDATE Nr 2 juni 2009 nieuwsbrief Pensioenfonds Onderwerpen Informatie Deelnemersraad Compliance Officer Pensioenfonds Uitslag verkiezingen Deelnemersraad Meest gestelde vragen Informatie Verantwoordingsorgaan Website Pensioenfonds Jaarverslag Pensioenfonds

Nadere informatie

Wet versterking bestuur pensioenfondsen

Wet versterking bestuur pensioenfondsen Wet versterking bestuur pensioenfondsen Presentatie voor het Platform Deelnemersraden Drs. Harrie J.P. Penders 12 april 2013 Leerdoelen inzicht bieden in het wetsvoorstel (sheet 3 24) inzicht bieden in

Nadere informatie

Nieuwsbrief juni 2018

Nieuwsbrief juni 2018 Nieuwsbrief juni 2018 Inleiding Pensioenfonds Cindu heeft een intensief traject doorlopen om te komen tot een oplossing voor de toekomst van de uitvoering van uw pensioen. Alle stakeholders zijn vertegenwoordigd

Nadere informatie

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016 WELKOM Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016 Agenda Opening Nieuws vanuit het bestuur Hoe staat het fonds ervoor? Pensioen: wat is er gewijzigd en wat betekent dat?

Nadere informatie

onderwerp Veelgestelde vragen en antwoorden bij informatiebrief april 2017

onderwerp Veelgestelde vragen en antwoorden bij informatiebrief april 2017 onderwerp Veelgestelde vragen en antwoorden bij informatiebrief april 2017 Geachte heer / mevrouw, In de nieuwsbrief die u begin april 2017 van ons hebt ontvangen wordt verwezen naar een document met meer

Nadere informatie

Taakopdracht, bevoegdheden en samenstelling commissies. van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Taakopdracht, bevoegdheden en samenstelling commissies. van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Taakopdracht, bevoegdheden en samenstelling commissies van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Versie: mei 2013 1 Visitatiecommissie De visitatiecommissie heeft

Nadere informatie

PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019.

PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019. PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019. 1. Het Pensioenfonds Bpf MITT Bpf MITT is opgericht met het doel de pensioenregelingen van de aangesloten werkgevers uit te voeren. Het

Nadere informatie

De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland. Verkort jaarverslag 2013

De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland. Verkort jaarverslag 2013 De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland Verkort jaarverslag 2013 Dit is een uitgave van De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland Het verkorte jaarverslag is een populaire samenvatting

Nadere informatie

Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds

Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds 1. Algemene kenmerken Het bestuur van de Stichting Notarieel Pensioenfonds (SNPF) is

Nadere informatie

Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht

Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht De hoofdpunten uit het jaarverslag van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (SPV) behandelen we aan de hand van 10 vragen en antwoorden. Een volledig exemplaar

Nadere informatie

Reglement voor de raad van toezicht

Reglement voor de raad van toezicht Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Reglement voor de raad van toezicht Colofon Dit reglement is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de

Nadere informatie

Wat is nu precies de rol van de werkgever, de vakbonden en het bestuur van het pensioenfonds?

Wat is nu precies de rol van de werkgever, de vakbonden en het bestuur van het pensioenfonds? Veelgestelde vragen en antwoorden Ontbinding Stichting Pensioenfonds Bavaria (in liquidatie) Wat gaat er op 1 april 2017 gebeuren? Dan gaan de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve en gewezen deelnemers

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Positie 2017 en verwachtingen 2018-2020 Gebaseerd op het jaarverslag over 2017 en recente ontwikkelingen Hoe werkt het pensioenfonds? Financiële positie Waardevastheid

Nadere informatie

UITVOERINGSOVEREENKOMST

UITVOERINGSOVEREENKOMST UITVOERINGSOVEREENKOMST STICHTING PENSIOENFONDS ECOLAB, hierna te noemen "het fonds", gevestigd te Nieuwegein, en ECOLAB B.V., gevestigd te Nieuwegein, mede namens de eventuele aangewezen instellingen,

Nadere informatie

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur,

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur, De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht pensioenfondsen Postbus 98 1000 AB Amsterdam 020 524 91 11 www.dnb.nl Onderwerp Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds Handelsregister

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015 FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het bestuur... 3 3. Taken van het bestuur...

Nadere informatie

de aangesloten onderneming volgens de statuten van het pensioenfonds; de personen, in dienst van de werkgever.

de aangesloten onderneming volgens de statuten van het pensioenfonds; de personen, in dienst van de werkgever. REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities Bestuur: Ondernemingsraad: Pensioenreglement: Statuten: Uitvoeringsovereenkomst: Vereniging van gepensioneerden:

Nadere informatie

Uitvoeringskosten Pensioenfonds UWV

Uitvoeringskosten Pensioenfonds UWV Uitvoeringskosten Pensioenfonds UWV Pensioenuitvoeringskosten De totale pensioenuitvoeringskosten bedragen in 2015 5,01 miljoen euro (2014: 4,70 miljoen euro). Hiertoe worden onder meer gerekend de kosten

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016 FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het bestuur... 3 3. Taken van het bestuur... 3 4. Bestuurssamenstelling...

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. SPAN beleggingscommissie

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. SPAN beleggingscommissie SPAN beleggingscommissie Versie: 2 Goedgekeurd door het bestuur Datum: 11-11-2011 Inhoud Inleiding... 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Samenstelling beleggingscommissie... 3 Artikel 3.

Nadere informatie

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland 1 Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland Versie 1 juli 2017 Inhoudsopgave 1. Profielschets lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland

Nadere informatie

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014 Welkom namens Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK AMSTERDAM, 26 juni 2014 AGENDA 1. Opening en voorstellen leden van het bestuur 2. Mededelingen van de voorzitter 3. Notulen deelnemersvergadering 27

Nadere informatie

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven Reglement van de raad van toezicht 2015 administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer Rijnzathe 10, 3454 PV Utrecht

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 19 van de statuten van Stichting Pensioenfonds Staples.

Huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 19 van de statuten van Stichting Pensioenfonds Staples. Huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 19 van de statuten van Stichting Pensioenfonds Staples. Artikel 1 Definities. De in artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds vastgelegde begripsbepalingen

Nadere informatie

Later AOW en pensioen

Later AOW en pensioen Pensioenflits Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie + Verkort jaarverslag Juli 2017 De Pensioenflits is een uitgave van uw Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

27 september Deelnemersvergadering

27 september Deelnemersvergadering 27 september 2007 Deelnemersvergadering Kernpunten 2006 Goed jaar, dekkingsgraad van 117,1% naar 122,7% Geen herstelplan meer nodig in 2007 Indexatie in 2006 verleend over 2005 van: - 0,63% voor de actieve

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie. Van het SPAN bestuur De maand mei staat in het teken van het afronden van het SPAN jaarverslag over 2012. Eind deze maand verwachten we dat het verslag wordt goedgekeurd door actuaris en accountant. Het

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Jaarbericht 2014 AUGUSTUS 2015 In dit Jaarbericht over 2014 legt Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland op hoofdlijnen verantwoording af voor het

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2015

Verkort jaarverslag 2015 Verkort jaarverslag 2015 Wat waren in 2015 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2015. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur

Nadere informatie

Actuariële en bedrijfstechnische nota

Actuariële en bedrijfstechnische nota Stichting Pensioenfonds Towers Watson Actuariële en bedrijfstechnische nota 1 juli 2015 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 1 2. MISSIE, VISIE EN STRATEGIE... 2 3. ORGANISATIE, BEHEER EN INTERNE CONTROLE...

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement

Huishoudelijk reglement Huishoudelijk reglement van het bestuur en bestuurscommissies Vastgesteld door het bestuur van BPF Schoonmaak op 28 juni 2016. Pagina 1 van 7 Inhoudsopgave Pagina Artikel 1. Procedure bij voordracht van

Nadere informatie