Tweedelijnsbijstand in de rechtbanken: een overzicht op basis van de vonnissen en arresten ter kennis gebracht van de OVB 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweedelijnsbijstand in de rechtbanken: een overzicht op basis van de vonnissen en arresten ter kennis gebracht van de OVB 1"

Transcriptie

1 Tweedelijnsbijstand in de rechtbanken: een overzicht op basis van de vonnissen en arresten ter kennis gebracht van de OVB 1 1. Sinds de publicatie van een eerste overzicht (Br. DE VUYST, Tweedelijnsbijstand in de rechtbanken: een overzicht, Jaarboek NOAB , 86) zijn een groot aantal vonnissen en arresten ter kennis gebracht van de OVB en door mevr. E. STEYLAERTS gecollecteerd. 2. Dit overzicht (chronologisch onder de trefwoorden tenzij anders aangegeven) brengt een aantal heikele punten bij: zo bijvoorbeeld de bevoegdheid van de rechtbanken om hun oordeel te substitueren voor dat van het BJB met betrekking tot de beoordeling van een kennelijk ongegronde aanvraag (art. 508/14 in fine Ger. W.). 3. Vonnissen en arresten die slechts bevestigen wat wettelijk is voorzien (bijvoorbeeld dat een rechtszoekende niet aan de inkomensvoorwaarden voldoet) werden niet opgenomen. Buitengewone schuldenlast Arbrb. Antwerpen, 1 juni 2005, A.R. nr Met uitzondering van de kinderbijslag dient rekening gehouden te worden met elk bestaansmiddel. Een vergoeding van de handicap van een kind creëert een buitengewone schuldenlast. Arbrb. Antwerpen, 7 november 2005, A.R. nr en A.R. nr Personen die een inkomensvervangende tegemoetkoming genieten, of ze nu een integratietegemoetkoming genieten of niet, kunnen derhalve genieten van de volledige kosteloosheid. Arbrb. Antwerpen, 21 juni 2006, A.R. nr Het hebben van schulden is niet gelijk te stellen met het hebben van een buitengewone schuldenlast. Arbrb. Brugge, 22 november 2006, A.R. nr De afbetaling van de hypothecaire schuld is wel een buitengewone schuldenlast. Ze is dit door haar omvang en de lange duur van haar looptijd, èn door haar plaats in de ganse inkomsten- en kostenstructuur van eiser: het resultaat is dat hij door de collectieve schuldenregeling maandelijks zelf maar 250 euro in handen krijgt om van te leven, waardoor zelfs geldelijke bijstand van het ocmw nodig wordt om hem toe te laten een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Eiser zelf heeft door de collectieve schuldenregeling geen greep meer op zijn uitgavenpatroon, en zelf indien dit wel zo was kan hij niet op korte termijn een ongewone schuldenlast afbetalen. Er is dus voor lange tijd geen alternatief, integendeel: de echtscheidingsperikelen zullen alleen maar zijn keuzemogelijkheden beperken en bijkomende kosten veroorzaken, terwijl de te verwachte verkoop van de onroerende goederen onvoldoende zal opbrengen om de hypothecaire schuld te delven. 1 Br. DE VUYST; de auteur is directeur, BJB NOAB. De opinies in dit overzicht zijn echter enkel deze van de samensteller. Met dank aan mevr. E. STEYLAERTS voor haar gewaardeerde hulp.

2 De finaliteit van de kosteloze juridische tweedelijnsbijstand heeft te maken met het fundamenteel recht op juridische bijstand: elke burger moet tot zijn recht kunnen komen, ongeacht zijn financiële armslag; het recht op juridische bijstand is een grondrecht (art. 23 G.W.). Wanneer een buitengewone schuldenlast zowel aanzienlijk is in de mate dat de menselijke waardigheid in het gedrang komt, als niet door een aan opzet grenzende schuld werd veroorzaakt en bovendien niet op korte termijn kan worden afgelost, is er geen reden om de betrokkene zijn bijstand te ontzeggen. De vordering is ontvankelijk en gegrond. Arbrb. Brugge, 14 maart 2007, A.R. nr Een buitengewone schuldenlast is een kwalitatief (aard) en kwantitatief (graad) begrip: wat van het gewone afwijkt en in hoge mate (Van Dale). Een schuld kan buitengewoon zijn door haar specifieke ontstaansgeschiedenis of finaliteit, haar specifieke plaats in het groter geheel van schulden of doordat ze niet behoort tot de gewone schulden van elke burger inzake leven en wonen, maar dit volstaat niet: ze moet tegelijk een omvang hebben die buitenproportioneel is. Omgekeerd volstaat de buitenproportionele omvang van de schuld niet: ze mag niet op zeer korte termijn afgelost of tenietgedaan kunnen worden zonder schade van de levenskwaliteit of de menselijke waardigheid. Arbrb. Brugge, 26 juni 2007, A.R. nr en De huur, zelfs als deze zeer hoog is, kan niet beschouwd worden als een buitengewone schuldenlast en is dus niet aftrekbaar van het inkomen (Arbh. Luik, afd. Namur 2 april 2001, Soc. Kron. 2002, 352, met noot). Arbrb. Antwerpen, 2 november 2011, A.R. nr. 10/8.105/A Een privélening, zelfs voor een belastingschuld, is geen buitengewone schuldenlast. Arbrb. Antwerpen, 12 juni 2014, A.R. nr. 13/8066/A De huidige aflossing van een hypothecaire lening kan beschouwd worden (gegeven dat de woning dient te worden verkocht om de schuldenlast te delgen) als een buitengewone schuld, een schuld die X niet kan dragen waardoor de woning moet worden verkocht. Beroepstermijnen Arbrb. Brussel, 13 juli 2007, A.R. nr. 8418/07 Het verzoekschrift heeft betrekking op een gebrek aan reactie van verwerende partij op de schriftelijke vragen van 4 mei 2007 en 13 mei 2007 van de eisende partij tot juridische bijstand. Overeenkomstig artikel 508/18 Ger.Wb. wordt aan de aanvragen van de juridische tweedelijnsbijstand kennis gegeven van de beslissing van het BJB binnen 15 dagen na de aanvraag. Elke beslissing tot weigering dient met redenen omkleed te zijn en de kennisgeving van deze beslissing moet nuttige informatie bevatten om het beroep mogelijk te maken. Overeenkomstig artikel 508/16 dient het beroep

3 bij de Arbeidsrechtbank te worden ingesteld binnen de maand na de in artikel 508/15 bedoelde kennisgeving. Uit de samenlezing van beide artikelen volgt noodzakelijk dat over iedere aanvraag tot het bekomen van de juridische tweedelijnsbijstand binnen de 15 dagen een beslissing dient genomen te worden en dat deze beslissing schriftelijk dient ter kennis gebracht aan de aanvragen van de rechtshulp. Het Ger.Wb. voorziet niet welke de beroepsmogelijkheid is wanneer het BJB in gebreke blijft een beslissing te nemen binnen de termijn van 15 dagen of nalaat deze beslissing schriftelijk ter kennis te brengen. Het zou echter met de bedoeling van de wetgeving niet in overeenstemmen te brengen zijn te oordelen dat geen beroep mogelijk is wanner het BJB geen beslissing neemt of nalaat deze beslissing schriftelijk ter kennis te brengen. Anders zou immers het BJB het beroep tegen zijn beslissing onmogelijk kunnen maken door geen formele beslissing te treffen. Een beroep moet dan ook mogelijk zijn tegen de afwezigheid van beslissing of tegen de afwezigheid van correcte kennisgeving van deze beslissing, doch dan binnen de termijn van één maand te rekenen van het ogenblik waarop de kennisgeving van de beslissing (15 dagen na de aanvraag), had dienen te gebeuren. (cfr. in die zin: K. Van Damme, Het beroep bij de Arbeidsrechtbank tegen beslissing van het bureau voor juridische bijstand inzake kosteloze juridische tweedelijnsbijstand: procesrechtelijke vragen en bedenkingen, T.S.R p. 101 e.v. nr. 15) Het verzoekschrift is dan ook onontvankelijk. Gebrek aan medewerking (art. 508/18 Ger. Wb.) Arbrb. Antwerpen, 11 mei 2005 A.R., nr Het niet beantwoorden van brieven leidt tot de vaststelling van het gebrek aan medewerking van haar belangen. Arbrb. Hasselt, 6 september 2011, A.R. nr en Eiser slaagt er duidelijk niet in om de noodzakelijke vertrouwensbreuk, die het fundament is van iedere verdediging met zijn raadsman op te bouwen (Arbrb. Gent 4 september 2006 A.R. nr /05.: de wetgever heeft gewild dat het bewijs van het inkomen op een soepele manier wordt geleverd en ongetwijfeld niet dat het BJB de bepalingen van het W.I.B. zou toepassen om uit te zoeken of een aanvraag om kosteloze (of gedeeltelijk kosteloze) juridische tweedelijnsbijstand kan worden ingewilligd.) Arbrb. Antwerpen, 26 maart 2012, A.R. nr. 10/8482/A Het niet voorleggen van stukken is reden voor het einde van de juridische tweedelijnsbijstand. Inkomsten Arbrb. Antwerpen, 12 oktober 2005, A.R. nr De inkomsten moeten worden beoordeeld op het ogenblik van de aanvraag.

4 Arbrb. Brugge, 14 juni 2006, A.R. nr Er dient rekening te worden gehouden met het gemiddeld maandelijks netto-inkomen. Arbrb. Dendermonde, 12 september 2007, A.R. nr Bij het bepalen van de gedeeltelijke kosteloosheid moet worden vastgesteld dat een ruime appreciatiebevoegdheid werd overgelaten aan het bureau voor juridische bijstand (er is nog precieze schaal, noch instructie tot verdere opdeling terug te vinden in de reglementaire teksten) en slechts kennelijk onredelijke beslissingen van deze laatste kunnen worden bijgestuurd. Door het bepalen van een billijke provisie van 123 euro is men binnen redelijkheidsnormen (rekening houdend met alle gegevens van het dossier) gebleven. Arbh. Gent, 8 februari 2007, A.R. 06/202 Volgens het KB van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand moet onderhoudsgeld als bestaansmiddel in rekening worden gebracht voor de vaststelling van de inkomsten. Zelfs indien de wetgever met netto-inkomen het belastbaar inkomen bedoeld zou hebben, dan nog dient het in aanmerking te nemen inkomen niet gereduceerd te worden tot het bedrag dat de fiscus als basis neemt voor het bepalen van de belasting, en dat bekomen wordt na aftrek van de belastingvrije sommen en eventueel andere krachtens het W.I.B. 92 in mindering te brengen bedragen. Substitutie door de rechtbank Arbh. Gent, 10 november 2005, A.R. nr. 2005/029 Het BJB heeft een autonome bevoegdheid om uit te zoeken of een aanvraag kennelijk ongegrond is. Arbrb. Brussel 27 mei 2010, A.R /10 Wegens niet concluderen en niet motiveren luidens artikel 508/15 Ger.Wb. wordt de weigeringsbeslissing nietig verklaard. De rechtbank, gegeven de nietigheid, verplicht zich tot substitutie in plaats van de administratieve overheid (in dezelfde zin: Arbrb. Brussel, 19 maart 2009, A.R /08; Arbrb. Brussel, 26 oktober 2014, nr. 13/8821/A). Zie echter de volgende uitspraak in Cassatie (Cassatie 20 december 2010, A.R. nr. S N, Pers. 2010, 3278): De rechter in een zaak van een beoordeling van het begrip kennelijk ongegronde aanvragen in artikel 508/14 in fine komt het niet toe om bij de beoordeling van de tweedelijnsbijstand zelf ten gronde in de beoordeling van de aangevoerde middelen te treden. Arbrb. Antwerpen, 18 mei 2011, A.R. nr. 09/7.404/A De arbeidsrechtbank is van oordeel dat het haar niet toelaat een oordeel te vellen in het dossier, zeker nadat er nieuwe feiten en onthullingen aan het licht kwamen en acht het hoger beroep tegen de beslissing van het BJB ongegrond.

5 Arbh. Antwerpen, 5 november 2012, A.R. nr. 212/AA/83 Dit arrest verdient een citering. Appellant heeft onder een valse naam een aantal asielaanvragen ingediend waarbij hij tevens gebruik zou gemaakt hebben van valse stukken en een valse identiteit. Deze asielaanvragen werden afgewezen. Tevens heeft hij een aantal tegenstrijdige verklaringen afgelegd over zijn identiteit en zijn nationaliteit waarbij hij zou vermeld hebben dat het Commissariaat-generaal een arrogante organisatie is en België een racistisch land. Ten slotte zou hij ook zijn identiteit niet bewijzen. De orde van advocaten stelt dat appellant door zijn houding zichzelf in de problemen heeft gebracht en dat hij door deze fraude zijn kans om als vluchteling erkend te worden verloren heeft laten gaan. Te meer daar hij bij zijn vierde afgewezen asielaanvraag geen nieuwe stukken zou voorgebracht hebben en geen nieuw standpunt zou ingenomen hebben. Het arbeidshof is van mening dat deze argumenten onvoldoende zijn om te kunnen besluiten tot een kennelijk ongegronde aanvraag. Ook het Hof van Cassatie heeft in een arrest van 20 december 2010 bevestigd dat voormelde door de orde van advocaten ingeroepen redenen, onvoldoende zijn om te kunnen besluiten tot een kennelijk onredelijke aanvraag. Een vreemdeling heeft immers het recht om een asielaanvraag in te dienen en zolang deze asielaanvraag onderzocht wordt, mag hij niet teruggeleid worden. Het loutere feit dat hij in vroegere asielaanvragen een valse naam en valse stukken heeft gebruikt, betekent evenwel niet dat hierdoor deze asielaanvraag nooit enige kans op slagen heeft. Te meer daar hij nu stelt gebruik te maken van zijn echte naam en hij tevens stelt staatloos te zijn hetgeen reeds nieuwe elementen zijn in vergelijking met de eerste asielaanvragen. Hierbij moet niet nagegaan worden of zijn beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen een goede kans op slagen heeft. Er moet enkel nagegaan worden of het beroep niet kennelijk onredelijk is. Gelet op de nieuwe elementen en gelet op het geit dat een asielzoeker het recht op hoger beroep niet zomaar mag ontzegd worden, is deze aanvraag niet kennelijk onredelijk. Er anders over oordelen zou betekenen dat hij geen recht heeft op een onderzoek door een beroepsinstantie van zijn argumenten waardoor hem de toegang tot een rechterlijke instantie zou ontzegd worden. Het louter feit dat hij moeite heeft om zijn identiteit te bewijzen en voordien valse verklaringen heeft afgelegd en gebruik heeft gemaakt van valse stukken, wijzigt dit niet. Ook de verwijzing naar andersluidende rechtspraak, wijzigt dit niet. De manier waarop de cassatierechtspraak (zie hoger) werd uit de weg gegaan is verwerpelijk, vooral om daarna zich te kunnen substitueren aan het oordeel van het BJB. Men mag verhopen dat dit een éénmalige aberratie is. Arbrb. Brussel, 6 maart 2014, A.R. nr. 13/6823/A Het komt de arbeidsrechtbank niet toe te oordelen over de grond van de zaak. Natuur van juridische tweedelijnsbijstand, en wat een rechtszoekende mag verwachten Arbrb. Brussel, 2 november 2006, A.R. nrs / / / /06

6 De rechtzoekende dient te begrijpen dat daadwerkelijke rechtshulp op geen enkele wijze inhoudt dat hij een advocaat kan verkrijgen voor iedere procedure die hij wenst te bekomen, dat hij de aangestelde advocaat zou kunnen verplichten de procedures in te stellen die hij wenst, of deze zou kunnen verplichten in zijn conclusies alles op te nemen wat hij wenst. Arbrb. Brussel, 16 december 2010, A.R. nr. 10/ Advocaten oefenen vrij hun ambt uit ter verdediging van het recht en de waarheid en moeten er zich van onthouden ernstige feiten tegen de eer en de faam van een persoon aan te voeren, tenzij dit voor een zaak volstrekt noodzakelijk is (art. 444 Ger.Wb.). Artikel 508 Ger.Wb. houdt evenmin in dat men keer op keer een nieuwe advocaat zou kunnen vragen, omdat de eerder in het kader van de tweedelijnsbijstand aangestelde advocaat advies heeft verstrekt, waarin men zich niet kan vinden (in dezelfde zin Arbrb. Brussel, 19 maart 2009, A.R. nr.12506/08). Onderhoudsbijdragen en vervangingsinkomen Arbrb. Antwerpen 1 juni 2005, A.R. nr De onderhoudsbijdrage (voor een kind) is geen bestaansmiddel. Arbh. Antwerpen, 19 oktober 2005, A.R. nr Het algemeen principe, dat voor de vaststelling van het maandelijks netto-inkomen rekening dient te worden gehouden met elk ander bestaansmiddel zoals vooropgesteld in artikelen 1 en 2 van K.B. van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand, is in de huidige betwisting geldend en niet voor interpretatie vatbaar. Een integratietegemoetkoming dient dan ook te worden beschouwd als een bestaansmiddel dat in rekening moet worden gebracht voor de bepaling van het maandelijks netto-inkomen. Eiser houdt voor dat de bepaling van artikel 1, 1 1,5 van het K.B. van 18 december 2003 het gelijkheidsbeginsel schendt, omdat een verschillende behandeling van degene die een vervangingsinkomen voor gehandicapten zonder integratietegemoetkoming geniet en degene die een vervangingsinkomen voor gehandicapten met integratietegemoetkoming genieten disproportioneel is en in strijd is met artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Dat de integratietegemoetkoming enkel en alleen zou dienen om meerkosten eigen aan de handicap te compenseren, blijkt nergens uit. De integratietegemoetkoming is een forfaitaire vergoeding die dient om de gehandicapte in staat te stellen het hoofd te bieden aan de moeilijkheden die hij ondervindt bij zijn deelname aan het sociale leven en bij het voldoen aan zijn persoonlijke behoeften. Hij kan deze tegemoetkoming volledig vrij besteden net zoals hij dat doet met zijn vervangingsinkomen voor gehandicapten. De integratietegemoetkoming hoeft niet per se aangewend te worden om buitengewone kosten, die een handicap met zich meebrengt, te compenseren. Zij is en blijft een bestaansmiddel. Het onderscheid tussen gehandicapten met een vervangingsinkomen die ook een integratietegemoetkoming genieten en zij die enkel een vervangingsinkomen voor gehandicapten bekomen, is dus een objectief gegeven. Het beschikbaar inkomen van gehandicapten die én een

7 vervangingsinkomen én een integratietegemoetkoming generen is niet gelijk, maar hoger dan het beschikbaar inkomen van gehandicapten die enkel maar een vervangingsinkomsten genieten. Arbrb. Antwerpen, 7 november 2005, A.R. nr en Personen die inkomensvervangende tegemoetkoming genieten, of ze nu een integratietegemoetkoming hebben of niet, kunnen derhalve genieten van de volledige kosteloosheid. Arbrb. Brugge, 14 juni 2006, A.R. nr Onderhoudsgeld voor kinderen moet niet in rekening worden gebracht. Arbrb. Antwerpen, 13 oktober 2010, A.R. nr. 10/2.729/A Een ziekte-uitkering, uitbetaald door de mutualiteit verschilt van de inkomensvervangende tegemoetkoming van gehandicapten. Arbh. Antwerpen, 21 januari 2015, nr. A.R. 2014/AA/391 De verwijzing naar een arrest van 20 december 2010 van het Hof van Cassatie doet aan die vaststelling geen afbreuk en is ook niet dienend aangezien dat arrest over de problematiek van de kennelijk ongegrondheid van het verzoek tot juridische tweedelijnsbijstand handelt en niet over de weerlegging va het vermoeden van onvermogen ingevolge de collectieve schuldenregeling, noch over de beoordeling van het maandelijks inkomen. Ten overvloede kan hieraan toegevoegd worden dat de toegang tot de rechter, niettegenstaande zij een zaak hebben met een redelijk kans op succes, helemaal niet wordt ontzegd aan de eisers omdat ze toelaatbaar werden verklaard tot de collectieve schuldenregeling. Er wordt enkel toepassing gemaakt van de regelgeving inzake kosteloze juridische tweedelijnsbijstand en de in dat kader vastgelegde barema s, waarbij tot de vaststelling wordt gekomen dat de hypothecaire schuld geen buitengewone schuld uitmaakt en dat de eiser over een hoger netto maandinkomen beschikken dan toegelaten is om volledige dan wel gedeeltelijke kosteloze juridische tweedelijnsbijstand te bekomen. Samenwonen Arbrb. Brugge, 26 juni 2007, A.R. nrs Om de categorie alleenstaande dan wel samenwonende te bepalen moet geen rekening gehouden worden met de inwonende vreemdeling die illegaal verblijft en zonder inkomsten is. (Arbrb. Brussel, 30 augustus 2004, Soc. Kron 2005, 270; noot S. Bouckaert onder Arbrb. Brussel 13 oktober 2005, TVR 2006; ; Arbrb. Brugge 7 Kamer 8 maart 2006 inz. x/ocmw Turnhout). Tergend en roekeloos geding Arbrb. Brussel, 27 mei 2010, A.R. nr. 4471/10 Het geding is tergend en roekeloos en de procedurehouding van de eiser is onaanvaardbaar.

8 Toepassing van artikel 508/18 Ger.Wb. en 508/14 in fine Ger. Wb. Arbrb. Antwerpen, 19 februari 2007, A.R. nr De procedure werd afgehandeld en verzoekster heeft de notariële documenten ondertekend en zich akkoord verklaard. Zij kan daardoor geen beroep meer doen op een pro-deoadvocaat. Eigenlijk had dit vonnis kunnen genomen worden op basis van artikel 508/14 in fine Ger.Wb. Weerlegbaar vermoeden van onvermogen Advies van het O.M. (Brugge, inzake A.R. nr. 12/2293) De vraag tot attestering van inkomsten van een asielzoeker, zonder enige aanwijzing, is een omkering van de bewijslast. Advies van het O.M. (Brugge, inzake A.R. 12/2193) De medewerking van de gedingpartijen mag niet leiden tot een omkering van de bewijslast (Luik, 26 februari 1985, J.L. 1985, 384) maar de medewerking bij de bewijsvoering blijft essentieel. Arbrb. Brugge, 7 november 2012 AR 12/2193A Arbh. Gent 11 april 2013, A.R. nr. 2012/AR/267 Overeenkomstig artikel 1352 B.W. ontslaat het wettelijk vermoeden diegene in wiens voordeel het bestaat, van ieder bewijs. Artikel 1352 van het B.W. impliceert evenwel niet dat diegene in wiens voordeel het vermoeden werd ingesteld, geen enkel bewijs meer dient te leveren. Artikel 1352 B.W. ontslaat de persoon in wiens voordeel een wettelijk vermoeden werd ingesteld, niet van het bewijs dat hij voldoet aan de voorwaarden om het wettelijk vermoeden te kunnen genieten. De persoon die zich op een wettelijk vermoeden beroept, dient dus eerst te bewijzen dat het wettelijk vermoeden toepasselijk is, m.a.w. dat de toepassingsvoorwaarden voor het wettelijk vermoeden vervuld zijn (Cass., 7 oktober 1996, Arr. Cass, 1996, 362; Cass., 17 november 1997, Ar. Cass., 1997,478; STORME, M., De bewijslast in het Belgisch privaatrecht, Story-Scientia, Gent, 1962, nr. 388, p. 364; VAN REGNMORTEL A., De vermoedens in het sociaalzekerheidsrecht, in Actuele problemen van het sociale zekerheidsrecht, JANVIER, R. VAN LOOVEREN, A., VAN REGENMORTEL, A. en VERVLIET, V. (eds), Die Keure, Brugge, 1999, nr. 13, p ; BOSSE, C, Bewijslast in het Belgisch arbeidsrecht, RW, , p.60). Artikel 870 van het Ger.Wb. bepaalt immers dat iedere partij het bewijs moet leveren van de feiten die hij aanvoert. Wanneer de rechtzoekende dus meent dat hij zich op het weerlegbaar vermoeden van artikel 1 2,4 van het KB van 18 december 2003 kan beroepen, dient hij vooreerst te bewijzen dat de toepassingsvoorwaarden voor het wettelijk vermoeden van artikel 1 2, 4 van het KB van 18 december 2003 vervuld zijn, en dient hij dus m.a.w. eerst te bewijzen dat hij een vreemdeling is die voor het indienen van een verzoek tot machtiging van verblijf of voor het instellen van een administratief of rechterlijk beroep tegen een beslissing die genomen werd met toepassing van de wetten betreffende de

9 toegang, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, beroep wil doen op kosteloze juridische tweedelijnsbijstand. De zinsnede op voorlegging van bewijsstukken in artikel 1 2, 4 van het KB van 18 december 2003, vormt nogmaals de bevestiging van het principe dat het op de eerste plaats aan de rechtzoekende is om te bewijzen dat hij voldoet aan de voorwaarden om zich te kunnen beroepen op het wettelijk vermoeden van onvermogen van artikel 1 2, 4 van het KB van 18 december De rechtzoekende dient dus op de eerste plaats aan de hand van bewijsstukken aan te tonen dat hij een vreemdeling is die voor het indienden van een verzoek tot machtiging van verblijf of voor het instellen van een administratief of rechterlijk beroep tegen een beslissing die genomen werd met toepassing van de wetten betreffende de toegang, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, beroep wil doen op de kosteloze juridische tweedelijnsbijstand. Deze verplichting om te goeder trouw mee te werken aan bewijsvoering, wordt thans algemeen erkend (STORME, M., De bewijslast in het Belgisch privaatrecht, Story-Scientia, Gent, 1962, nr. 205 e.v., STORME, M., Goede trouw in het geding en bewijs, TPR, 1990, p. 353, ALLEMEERSCH, B., Taakverdeling in het burgerlijk proces, Intersantie, Antwerpen, 2007, p , LAENENS, J. BROECKX K., SCHEERS, D. en THIRIAR, P. Handboek gerechtelijk recht, Intersentia, Antwerpen, 2008, nrs ). Deze verplichting om te goeder trouw mee te werken aan de bewijsvoering betekent dat beide partijen zich volledig en loyaal dienen in te zetten voor de bewijsverzameling. Tevens impliceert deze verplichting dat de partij die de bewijslast draagt, mag verwachten dat de niet-bewijsbelaste partij hem niet belet het bewijs te verzamelen dat hij nodig heeft (ALLEMEERSCH, B., Taakverdeling in het burgerlijk proces, Intersentia, Antwerpen, 2007, p. 354). Rechtsplegingsvergoeding en kosten Arbrb. Brugge, 28 april 2004, A.R. nr De volledige kosten kunnen niet ten laste van de rechtzoekende worden gelegd vermits de Orde van Advocaten geen overheid of instelling is belast met het toepassing van de wetten en verordeningen bedoeld in art. 580, 581, 582, 1 en 2 Ger.Wb. zodat de regel van art. 1017, tweede lid Ger.Wb. niet geldt. ( Arbh. Antwerpen, 8 mei 2002, A.R. nr ). In dezelfde zin Arbrb. Ieper, 21 november 2008, A.R. nr. 06/29480/A; maar zie Arbrb. Brussel, 25 oktober 2010, A.R. nr. 5612/12. Arbrb. Brugge, 9 juni 2004, A.R. nr De Orde van Advocaten is geen instelling, belast met het toepassen van wetten en verordeningen bedoeld in art. 580,581 en 582, 1 en 2 Ger.Wb. zodat de regel van artikel 1017, tweede lid Ger.Wb. niet geldt (Arbh. Antwerpen, 8 mei 2002, A.R. nr ). Vermits er toch een verwantschap is met aangelegenheden waarvoor overheidsinstellingen moeten instaan, en het niet past om de eiser te veroordelen tot alle kosten, werden de kosten omgeslagen hoewel de eis ongegrond werd verklaard. In dezelfde zin Arbrb. Brugge, 10 maart 2004, A.R. nr

10 Arbrb. Ieper, 20 februari 2009, A.R. nr. 08/321/A Er wordt geen RPV toegekend voor de rechtsplegingen die rechtsbijstand beogen, ook niet voor de huidige procedure (met verwijzing naar S. GIBENS, Juridische Bijstand, Kluwer 2008, p. 167 e.v. nr. 244). Arbrb. Tongeren, 30 maart 2012, A.R. nr. 11/2026/A De rechtzoekende wordt overeenkomstig artikel 1017, tweede lid Ger.Wb. tot betalen in de kosten van het geding verwezen (inclusief een RPV), in toepassing van artikel 580, 18 Ger.Wb. Arbrb. Antwerpen, 21 mei 2012, A.R. nr. 12/1440/A Art. 7 van het K.B. van 26 oktober 2007 bepaalt dat per rechtsplegingsvergoeding wordt toegekend voor rechtspleging die rechtsbijstand beogen. Zie Arr. 200/2009 van 17 december 2009 van het Grondwettelijk Hof, waarin het Hof voor recht het volgende stelt: - In de interpretatie waarin hetzij het BJB niet kan worden beschouwd als een overheid of een instelling in de zin van artikel 1017, tweede lid, van het Ger.Wb., hetzij een persoon die bij de arbeidsrechtbank en beroep instelt tegen de beslissing van een BJB waarbij kosteloze juridische tweedelijnsbijstand wordt geweigerd, niet kan worden beschouwd als een sociaal verzekerde in de zin van artikel 2,7, van d wet van 11 april 1995 tot invoering van het handvest van de sociaal verzekerde, schendt artikel 1017, tweede lid van het Ger.Wb. niet artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer het aldus wordt geïnterpreteerd dat die persoon die bepaling niet kan genieten. - In de interpretatie waarin het BJB een overheid of een instelling is in de zin van artikel 1017, tweede lid GER.W. en waarin een persoon die bij de arbeidsrechtbank een beroep instelt tegen de beslissing van het BJB waarbij de kosteloze juridische tweedelijnsbijstand wordt geweigerd, een sociaal verzekerde is in de zin van artikel 2,7 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het handvest van de sociaal verzekerde, schendt artikel 1017, tweede lid van het Ger.Wb. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer het aldus wordt geïnterpreteerd dat die persoon die bepaling niet kan genieten. Arbh. Antwerpen, 5 november 2012, A.R. nr. 2012/AA/83 De orde van advocaten vraagt dat de procedurekosten ten laste van appellant zouden gelegd worden. De Orde stelt dat ze geen instelling is in de zin van artikel 1017, tweede lid Ger.Wb. en stelt dat appellant de in het ongelijk gestelde partij is. Ongeacht de vraag of de orde van advocaten een instelling is die belast is met het toepassen van wetten en verordeningen bedoeld in artikel 580 Ger.Wb. waardoor artikel 1017, tweede lid Ger.Wb. van toepassing is, kan enkel vastgesteld worden dat appellant niet de in het ongelijk gestelde partij is waardoor de orde de kosten moet betalen. Het verweer van de orde als zouden er geen rechtsplegingsvergoedingen kunnen toegekend worden voor vorderingen die rechtsbijstand beogen is irrelevant nu deze vordering geen rechtsbijstand beoogt maar tweedelijns juridische bijstand. Er is geen betwisting dat er toepassing kan gemaakt worden van de bedragen zoals vermeld in artikel 4 van het K.B. van 26 oktober 2007 tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Ger.Wb. en tot vaststelling van de datum van de inwerkingtreding van de

11 artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat. Artikel 4 voorziet immer dat er afwijkende bedragen moeten toegepast worden in de gevallen bedoeld in artikel 1017, tweede lid Ger.Wb. (artikel 4, KB 26 oktober 2007) dat verwijst naar artikel 580 Ger.Wb. waarin de betwistingen inzake juridische bijstand vermeld worden (artikel 580, 18 Ger.Wb.). Na de vernietiging door het Hof van Cassatie kan evenwel slechts één rechtsplegingsvergoeding in beroep worden toegekend nu de rechtsplegingsvergoeding per aanleg wordt toegekend en het arrest van het arbeidshof te Gent bovendien vernietigd werd (Arbh. Bergen 4 november 2011, JLMB 2012, nr. 18, p. 844). Arbh. Antwerpen, 22 juni 2011, A.R. nr. 2010/AA/250 De orde vraagt om de eiser te veroordelen tot de kosten van het geding overeenkomstig artikel 1017 Ger.Wb. Voormeld artikel bepaalt: Behalve wanneer het geding tergend of roekeloos is, wordt de overheid of de instelling belast met het toepassen van de wetten en verordeningen bedoeld in de artikelen 579,6, 580, 581 en 582, 1 en 2 ter zake van vorderingen ingesteld door of tegen de gerechtigde, steeds in de kosten verwezen. Met sociaal verzekerden wordt bedoeld: de sociaal verzekerden in de zin van artikel 2,7 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het Handvest van de sociaal verzekerde. Er dient dus onderzocht te worden of een persoon wiens aanvraag tot het bekomen van juridische bijstand geweigerd wordt, een sociaal verzekerde is in de zin van de wet van 11 april 1995, hierna de wet handvest sociaal verzekerde. Artikel 2,7 van de wet handvest sociaal verzekerde bepaalt dat een sociaal verzekerde een natuurlijke persoon is die recht heeft op sociale prestaties, er aanspraak op maakt of er aanspraak op kan maken alsook hun wettelijke vertegenwoordigers en hun gemachtigden. Sociale prestaties worden vervolgens omschreven in artikel 2, 1 en hieruit blijkt dat hiermee prestaties van sociale zekerheid en van sociale bijstand bedoeld worden. De regeling van de kosteloze tweedelijnsbijstand wordt hierbij niet vermeld en kan trouwens niet beschouwd worden als een regeling van sociale zekerheid of sociale bijstand. De eiser kan dan ook niet beschouwd worden als een sociaal verzekerde in de zin van artikel 2,7 wet handvest sociaal verzekerde waardoor de Orde niet automatisch tot de kosten kan veroordeeld worden tenzij bij tergend en roekeloos geding. Er dient dus toepassing gemaakt te worden van artikel 1017, 1 lid Ger.Wb. waardoor de eiser die de in het ongelijk gestelde partij is, dient veroordeeld te worden tot de kosten. Het K.B. van 26 oktober 2007 (tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Ger.Wb. en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat) voorziet dat er afwijkende bedragen moeten toegepast worden in de gevallen bedoeld in artikel 1017, tweede lid Ger.Wb. (artikel 4, K.B. 26 oktober 2007).

12 Aangezien artikel 1017, tweede lid Ger.Wb. verwijst naar artikel 580 Ger.Wb. en hierin ook de vorderingen inzake de juridische tweedelijnsbijstand vervat zijn, moet er toepassing gemaakt worden van de bedragen vermeld in artikel 4 van het K.B. van 26 oktober Hoewel artikel 1017, tweede lid Ger.Wb. geen toepassing kan vinden aangezien de eiser geen sociaal verzekerde is, dienst dus wel toepassing gemaakt te worden van de bedragen vermeld in artikel 4 van het K.B. van 26 oktober 2007 aangezien de juridische bijstand vermeld wordt in artikel 1017, tweede lid Ger.Wb. Aangezien de vordering niet in geld waardeerbaar is, dient een bedrag van 160,36 euro rechtsplegingsvergoeding toegekend te worden hetgeen door de Orde ook gevraagd wordt. Arbh. Antwerpen, 21 januari 2015, A.R. nr. 2014/AA/391 De orde vraagt de gerechtskosten ten laste van de eiser te leggen. Krachtens artikel 1017, tweede lid Ger.Wb. wordt, behoudens wanneer het geding roekeloos of tergend is, de overheid of de instelling belast met het toepassen van de wetten en verordeningen bedoeld in de artikelen 579, 6, 580, 581 en 582, 1 en 2, ter zake van vorderingen ingesteld door of tegen de sociaal verzekerden persoonlijk, steeds in de kosten verwezen. De kosten omvatten ingevolge artikel 1018, 6 Ger.Wb. onder meer de rechtsplegingsvergoeding, zoals bepaald in artikel 1022 van datzelfde wetboek. Gezien de huidige procedure onder de toepassing valt van artikel 1017, tweede lid, Ger.Wb. en bij gebreke aan een tergend en/of roekeloos geding, dient de Orde te worden verwezen in de kosten.

ORDE VAN ADVOCATEN TE

ORDE VAN ADVOCATEN TE ORDE VAN ADVOCATEN TE Bureau voor juridische bijstand VERZOEK TOT AANSTELLING VAN EEN ADVOCAAT De ondergetekende wonende te verzoekt hierbij om een advocaat aan te stellen als raadsman met betrekking tot

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 7 APRIL 2011 7e KAMER SOCIALEZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - beroep Bureau Juridische Bijstand tegensprekelijk (art. 747, 2, Ger.

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2009/AA/408. Rep. Nr. Vierde kamer OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2009/AA/408. Rep. Nr. Vierde kamer OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST Rep. Nr. A.R. 2009/AA/408 Vierde kamer Eindarrest op tegenspraak Gezinsbijslag OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN In de zaak van:

Nadere informatie

Rechtsbijstand bij bemiddeling

Rechtsbijstand bij bemiddeling Rechtsbijstand bij bemiddeling De wet van 21 februari 2005 in verband met de bemiddeling heeft de mogelijkheid geopend rechtsbijstand toe te kennen in elke procedure van vrijwillige of gerechtelijke bemiddeling

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 200/2009 van 17 december 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 200/2009 van 17 december 2009 A R R E S T Rolnummer 4722 Arrest nr. 200/2009 van 17 december 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1017, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST. Rep. Nr. A.R OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN DECEMBER TWEE- DUIZEND EN NEGEN

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST. Rep. Nr. A.R OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN DECEMBER TWEE- DUIZEND EN NEGEN ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST Rep. Nr. A.R. 2080085 Vierde kamer Eindarrest op tegenspraak Maatschappelijke dienstverlening OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN DECEMBER TWEE- DUIZEND

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 SEPTEMBER 2017 S.15.0129.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.15.0129.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, openbare instelling, met zetel te 1060 Sint-Gillis, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2014 / Datum van uitspraak 12 september 2014 Rolnummer op JGR 2014/AB/282 Arbeidshof te Brussel derde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2014/AB/282 p. 2 ARBEIDSRECHT

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 18 APRIL de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 18 APRIL de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT 1 e blad OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 18 APRIL 2011 ARBEIDSRECHTBANK GENT V O N N I S 2de kamer A.R. 11/689 Rep.nr. De arbeidsrechtbank Gent, tweede kamer, spreekt het volgend vonnis uit : INZAKE : RIJKSDIENST

Nadere informatie

E-flash 01/09/2016: Juridische tweedelijnsbijstand hervormd

E-flash 01/09/2016: Juridische tweedelijnsbijstand hervormd E-flash 01/09/2016: Juridische tweedelijnsbijstand hervormd Inleiding Vanaf 1 september 2016 verandert het systeem van de juridische tweedelijnsbijstand ook het systeem van de pro deo advocaten genoemd.

Nadere informatie

Rolnummer 4434. Arrest nr. 15/2009 van 5 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4434. Arrest nr. 15/2009 van 5 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4434 Arrest nr. 15/2009 van 5 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 DECEMBER 2013 S.13.0056.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0056.F FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE OPVANG VAN ASIELZOEKERS, (FEDASIL), Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JANUARI 2007 D.05.0027.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.05.0027.N S.H., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1060 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 DECEMBER 2015 C.15.0152.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0152.N NATIONAAL VERBOND VAN SOCIALISTISCHE MUTUALITEITEN, met zetel te 1000 Brussel, Sint-Jansstraat 32-38, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

appellante, ter zitting vertegenwoordigd door , wonende te 2100 Deurne, Van Haverlei 18,

appellante, ter zitting vertegenwoordigd door , wonende te 2100 Deurne, Van Haverlei 18, ARBEIDSHOF TE Afdeling Antwerpen Rep.nr. ARREST A.R. 2010/AA/560 Eindarrest op tegenspraak Vierde kamer BUITENGEWONE OPENBARE TERECHTZITTING VAN TWEEËNTWINTIG JUNI TWEEDUIZEND EN ELF Leefloon In de zaak:

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 06 maart 2015 Rolnummer op JGR 2014/AB/305 Arbeidshof te Brussel derde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2014/AB/305 p. 2 ARBEIDSRECHT

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

ARBEIDSHOF ANTWERPEN

ARBEIDSHOF ANTWERPEN ARBEIDSHOF ANTWERPEN Afdeling Antwerpen Arrest 6 november 2013 Kamer 10 Algemeen rolnummer 2012/AA/862 Repertoriumnummer 2013/1776 D.K.M., met als raadsman mr. V.R.A., advocaat te A, tegen: ACERTA KINDERBIJSLAGFONDS

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 FEBRUARI 2009 C.07.0641.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0641.N L.V., wonende eiser, toegelaten tot het voordeel van de kosteloze rechtspleging bij beslissing van het bureau voor rechtsbijstand

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Arbeidsrechtbank Brugge Onderwerp Handvest van de sociaal verzekerde. Beroepsziekten Datum 01 februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MAART 2017 S.15.0008.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.15.0008.N A.A. eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 3000 Leuven, Koning Leopold

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België. Arrest

Hof van Cassatie van België. Arrest 16 NOVEMBER 2009 C.09.0135.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0135.N LANDSBOND DER CHRISTELIJKE MUTUALITEITEN, met zetel te 1031 Brussel, Haachtsesteenweg 579, eiser, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2010 C.09.0248.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0248.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 2, eiser,

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST BUITENGEWONE OPENBARE TERECHTZITTING VAN 18 MAART 2011 7e KAMER SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - bijdragen werkgevers tegensprekelijk definitief in de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2015 C.13.0390.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0390.N 1. IMMOVA INTERNATIONAL nv, met zetel te 9031 Drongen, Klaverdries 28, 2. A. C., eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 JANUARI 2010 C.08.0349.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0349.F A. S., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. A. M., Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Hof van beroep Antwerpen

Hof van beroep Antwerpen Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan 2013/2842 Datum van uitspraak 25 maart 2013 Rolnummer op BUR op BUR op BUR 2011/AR/1591 Rechtsmiddelen Niet aan te bieden aan de

Nadere informatie

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n)

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n) tél.: 02 509 81 48 fax: 02 509 85 58 personne de contact: Brigitte De Ruyck e-mail: brigitte.deruyck@ mi-is.be Aan Mevrouwen de Voorzitsters en de Heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 17 december 2015 Rolnummer op JGR 2015/AB/111 Arbeidshof te Brussel zevende kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2015/AB/111 p. 2 SOCIALE

Nadere informatie

Rolnummer 4496. Arrest nr. 50/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T

Rolnummer 4496. Arrest nr. 50/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T Rolnummer 4496 Arrest nr. 50/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 57, 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 02 november 2015 Rolnummer op JGR 2015/BB/35 Arbeidshof te Brussel elfde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2015/BB/35 p. 2 COLLECTIEVE

Nadere informatie

Grondwettelijk Hof, arrest van 22 september 2016

Grondwettelijk Hof, arrest van 22 september 2016 Grondwettelijk Hof, arrest van 22 september 2016 Huwelijk Beroep tegen de weigering om het huwelijk te voltrekken Rechtsplegingsvergoeding Artikel 1022 Ger.W. Mariage Recours contre le refus de célébrer

Nadere informatie

In de zaak: Mevrouw V. B. C., Gelet op de stukken van rechtspleging, inzonderheid:

In de zaak: Mevrouw V. B. C., Gelet op de stukken van rechtspleging, inzonderheid: 1e blad. Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL BESCHIKKING UITGESPROKEN IN RAADKAMER OP 7 NOVEMBER 2011. 11de KAMER Collectieve schuldenregeling vorderingen collectieve schuldenregeling Definitief + verzending

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T Rolnummer 5401 Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 6 van de wet van 19 januari 2012 tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Rolnummer 4724. Arrest nr. 9/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4724. Arrest nr. 9/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4724 Arrest nr. 9/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 931, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Nadere informatie

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK XIVe KAMER A R R E S T nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32.556 In zake : XXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Steven Hooyberghs

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MEI 2012 C.10.0647.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0647.N 1. D.K., 2. FRUITBEDRIJF KOEKELBERGH lv, wonende te 3850 Nieuwerkerken, Diestersteenweg 83, eisers, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie

Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Kanselarij Boudewijnlaan 30 1000 Brussel T. secretariaat:

Nadere informatie

Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST. Rep. rif.: Zitting van: 7.12.2009. Nummer:

Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST. Rep. rif.: Zitting van: 7.12.2009. Nummer: Nummer: Rep. rif.: Zitting van: 7.12.2009 Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, 15te bis KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen: Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2015 P.13.0951.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0951.N T R S C D C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frederik Vanden Bogaerde, advocaat bij de balie te Kortrijk. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 OKTOBER 2012 S.12.0031.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0031.F 1. P. G., 2. I-A. G., Mr Michèle Grégoire, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN ARREST. Afdeling Antwerpen A.R. 2010/AA/15 OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN NOVEMBER TWEEDUIZEND EN ELF

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN ARREST. Afdeling Antwerpen A.R. 2010/AA/15 OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN NOVEMBER TWEEDUIZEND EN ELF ARBEIDSHOF TE Afdeling Antwerpen Rep.nr... ARREST A.R. 2010/AA/15 Eindarrest op tegenspraak (verzending naar hof van beroep te Antwerpen in toepassing van artikel 643 van het Gerechtelijk Wetboek) tweede

Nadere informatie

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding.

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. nr. 96 544 van 4 februari 2013 in de zaak RvV X / II In zake: X Gekozen woonplaats: X tegen: de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 17 december 2015 Rolnummer op JGR 2015/AB/128 Arbeidshof te Brussel zevende kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2015/AB/128 p. 2 SOCIALE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 FEBRUARI 2009 C.08.0115.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0115.N N.B., wonende te, eiseres, toegelaten tot het voordeel van de kosteloze rechtspleging bij beslissing van het bureau voor

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2016/ Datum van uitspraak 1 maart 2016 Rolnummer op JGR 2015/AB/523 Arbeidshof te Brussel derde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2015/AB/523 p. 2 ARBEIDSRECHT

Nadere informatie

Rolnummer: 21 Nummer van het arrest: A2 van 28 november 2002 ARREST. De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën,

Rolnummer: 21 Nummer van het arrest: A2 van 28 november 2002 ARREST. De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën, Blad 1 REKENHOF Rolnummer: 21 Nummer van het arrest: 2.120.043 A2 van 28 november 2002 ARREST De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën, Tegen: De heer D., gedagvaard in zijn

Nadere informatie

appellante, ter zitting verschijnend in persoon en bijgestaan door mr. 1. eerste geïntimeerde, ter zitting van 15 maart 2013 niet verschijnend,

appellante, ter zitting verschijnend in persoon en bijgestaan door mr. 1. eerste geïntimeerde, ter zitting van 15 maart 2013 niet verschijnend, ARBEIDSHOF TE Afdeling Hasselt Rep.nr. ARREST A.R. 2013/AH/36 Eindarrest bij verstek Achtste kamer Collectieve Schuldenregeling OPENBARE TERECHTZITTING VAN NEGENTIEN APRIL TWEEDUIZEND DERTIEN 1. appellante,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 MAART 2015 P.14.1796.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1796.F PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE LUIK, tegen A. S., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie. I.

Nadere informatie

SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde

SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde 16 OKTOBER 2000 S.00.0101.N/1 Nr. S.00.0101.N.- SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde Natieslaan 1, eiseres tot cassatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2015 S.13.0066.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0066.F OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN GANSHOREN, Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 217.599 van 31 januari 2012 in de zaak A. 198.888/XIV-32.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 217.599 van 31 januari 2012 in de zaak A. 198.888/XIV-32. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK XIVe KAMER A R R E S T nr. 217.599 van 31 januari 2012 in de zaak A. 198.888/XIV-32.784 In zake : de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de staatssecretaris

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 SEPTEMBER 2014 C.13.0017.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0017.N P. S. eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/69 1 BERAADSLAGING NR. 05/026 VAN 7 JUNI 2005 M.B.T. DE RAADPLEGING VAN HET WACHTREGISTER DOOR DE DIENST VOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLE VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 MAART 2018 S.17.0077.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.17.0077.N RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING, openbare instelling, eiser, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2006 C.04.0454.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0454.F M. M., Mr. Isabelle Heenen, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2012 F.10.0142.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0142.N H. F., eiser, met als raadsman mr. Peter Van Boxelaere, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te 9000 Gent, Tweebruggenstraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 DECEMBER 2014 F.13.0134.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0134.N R.S., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 3000 Leuven, Koning

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 APRIL 2009 C.08.0269.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0269.N N. T., eiser, toegelaten tot het voordeel van de kosteloze rechtspleging bij beslissing van het bureau voor rechtsbijstand

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST AR. nr. 2011/AB1792 1e blad. rep.nr.2012/ ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 28 JUNI2012 7e KAMER OCMW - maatschappelijke dienstverlening tegensprekelijk definitief kennisgeving per

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2011/AA/126. Rep. Nr. Vierde kamer

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2011/AA/126. Rep. Nr. Vierde kamer ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST Rep. Nr. A.R. 2011/AA/126 Vierde kamer Eindarrest op tegenspraak Maatschappelijke dienstverlening OPENBARE TERECHTZITTING VAN ELF JANUARI TWEEDUI- ZEND

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2014 S.13.0069.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0069.N M. H. Mr. Pierre Van Hooland, avocaat bij de balie te Brussel, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN DE GERINGE VORDERINGEN-Vo. * BINNEN DE RECHTBANK VAN KOOPHANDEL ANTWERPEN

LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN DE GERINGE VORDERINGEN-Vo. * BINNEN DE RECHTBANK VAN KOOPHANDEL ANTWERPEN LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN DE GERINGE VORDERINGEN-Vo. * BINNEN DE RECHTBANK VAN KOOPHANDEL ANTWERPEN * Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België F.11.0114.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0106.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, tegen LA CHARMILLE vzw, Mr. Hugues Michel, advocaat bij de balie van Charleroi. Nr. F.11.0114.F

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2015 C.14.0195.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0195.F 1. S. D., 2. R. D., 3. J. D., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJ HAACHT nv, Mr.

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4851 Arrest nr. 47/2010 van 29 april 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1675/15 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik. Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 OKTOBER 2009 C.08.0524.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0524.F U. M., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen M. M.. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Arbeidshof te Antwerpen Onderwerp Arbeidsreglementering. Havenarbeid. Principe. Havenarbeid door erkende havenarbeiders. Vordering tot nietigverklaring van de intrekking van de vergunning van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 NOVEMBER 2017 C.17.0389.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0389.N 1. VAN OECKEL, landbouwvennootschap, met zetel te 2460 Kasterlee, Grootrees 60, 2. P. V. O., 3. H. V. D. B., eisers, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JANUARI 2013 C.11.0323.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0323.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 2, voor

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2014 / Datum van uitspraak 19 december 2014 Rolnummer op JGR 2014/AB/890 Arbeidshof te Brussel vijfde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2014/AB/890 p. 2 ARBEIDSRECHT

Nadere informatie

BESLAGRECHTER IN DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT OPENBARE TERECHTZITTING VAN 17 MEI 2011

BESLAGRECHTER IN DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT OPENBARE TERECHTZITTING VAN 17 MEI 2011 IN DE ZAAK MET A.R. nr. 10/4294/A VAN 1. C.V.B.A. COOPFARMA met zetel te 9000 Gent, Nieuwe Vaart 151 met K.B.O.-nummer 0421.598.226 2. C.V.B.A. VOORUIT NR. 1 met zetel te 9000 Gent, Nieuwe Vaart 151 met

Nadere informatie

Rolnummer 5864. Arrest nr. 39/2015 van 19 maart 2015 A R R E S T

Rolnummer 5864. Arrest nr. 39/2015 van 19 maart 2015 A R R E S T Rolnummer 5864 Arrest nr. 39/2015 van 19 maart 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 7, 2, 4, van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde

Nadere informatie

A.R. nr. 2011/AB/663. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012

A.R. nr. 2011/AB/663. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012 1e blad. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012 7e KAMER SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - bijdragen werkgevers tegensprekelijk definitief in de zaak:

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 24 MAART 2011 7e KAMER SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - werkloosheid tegensprekelijk definitief kennisgeving art. 580, 2, Ger.

Nadere informatie

DE BURGERLIJKE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG, ZITTING HOUDENDE TE HASSELT, ELFDE KAMER, HEEFT HET VOLGENDE VONNIS UITGESPROKEN:

DE BURGERLIJKE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG, ZITTING HOUDENDE TE HASSELT, ELFDE KAMER, HEEFT HET VOLGENDE VONNIS UITGESPROKEN: DE BURGERLIJKE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG, ZITTING HOUDENDE TE HASSELT, ELFDE KAMER, HEEFT HET VOLGENDE VONNIS UITGESPROKEN: IN ZAKE A.R. nr. 03.0250.A N.V. [...] met zetel te [...] ingeschreven in het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2018 S.18.0004.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.18.0004.N K.H., eiseres, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 29 december 2017 (nr. G.17.0192.N) vertegenwoordigd door

Nadere informatie

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De zaak Plessers (C-509/17) We work for people, not clients Duurzaam samenwerken Excellent juridisch

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M12-5-0321 Beslissing van 9 januari 2014 De vijfde kamer van de Commissie, samengesteld uit:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 FEBRUARI 2016 F.13.0107.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0107.N P. T., eiser, met als raadsman mr. Felix Ruysschaert, advocaat bij de balie te Tongeren, met kantoor te 3700 Tongeren, 18

Nadere informatie

Hof van Cassatie LIBERCAS

Hof van Cassatie LIBERCAS Hof van Cassatie LIBERCAS 5-2018 AFSTAND (RECHTSPLEGING) ALGEMEEN Algemeen - Afstand van geding - Afstand doende partij - Veroordeling in de kosten - Rechtsplegingsvergoeding - Toepassing Algemeen - Afstand

Nadere informatie