ARTIKEL. Inleiding. Mieke Lunenberg, Jos Beishuizen, Paul van den Bos & Martijn Willemse, Onderwijscentrum Vrije Universiteit, Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARTIKEL. Inleiding. Mieke Lunenberg, Jos Beishuizen, Paul van den Bos & Martijn Willemse, Onderwijscentrum Vrije Universiteit, Amsterdam"

Transcriptie

1 ARTIKEL S a m e n e f f e c t i e f w a a r d e n v o l o p l e i d e n 1 Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht van de overheid en, voor wat bij de wet aangewezen vormen van onderwijs betreft, het onderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van hen die onderwijs geven, een en ander bij de wet te regelen. N e d e r l a n d s e G r o n d w e t, a r t i k e l 2 3, l i d 2. Inleiding In het in 2003 verschenen rapport van de visitatiecommissie voor de pabo s stelt de commissie: Elke opleiding dient zich de vraag te stellen welke waarden in het beroep van leraar essentieel zijn (p. 24). De commissie constateert dat individuele opleiders keuzes maken, soms gerelateerd aan de visie van de opleiding, soms op grond van eigen visies (p. 34). Zij vindt dat een dergelijke vrijblijvendheid ongewenst is en, gezien de grondwettelijke eis die aan de zedelijkheid van leerkrachten wordt gesteld, lijkt dit terecht. De bevindingen van de commissie worden bevestigd door het onderzoek dat Willemse op een pabo deed: gemeenschappelijke waarden die een rode draad vormen voor het programma van een lerarenopleiding lijken grotendeels te ontbreken (Willemse, Lunenberg & Korthagen, 2005). De wijze waarop waardenvol opleiden op dit moment op lerarenopleidingen vorm krijgt, wordt onder andere beschreven door Ten Dam, Veugelers, Wardekker en Miedema (2004). Ten Dam e.a. (2004, p. 28) stellen dat het onderwijs tot taak heeft: Het bevorderen van de identiteitsontwikkeling of de persoonsvorming van leerlingen mede met het oog op hun (toekomstige) participatie in een democratische, multiculturele samenleving. In de lerarenopleiding moeten aanstaande leraren worden voorbereid op de uitvoering van deze pedagogische - opdracht. Daarbij zou zowel aandacht moeten worden besteed aan hun persoonlijke als aan hun professionele ontwikkeling. In hun bundel presenteren zij een verzameling good practices binnen de lerarenopleidingen. In de epiloog van het boek constateert de redactie dat er in de beschreven good practices inhoudelijk verschillende accenten worden gelegd en dat het in alle gevallen beschrijvingen van geïsoleerde studie-onderdelen betreft. Zij menen dat het belangrijk is dat opleiders met elkaar een dialoog aangaan, een gedeelde vocabulaire ontwikkelen, om zo uiteindelijk fundamentele veranderingen in het curriculum te kunnen realiseren. AUTEUR(S) Mieke Lunenberg, Jos Beishuizen, Paul van den Bos & Martijn Willemse, Onderwijscentrum Vrije Universiteit, Amsterdam Het onderzoek van Willemse (Willemse, Lunenberg, Korthagen & Beishuizen, 2005) laat zien dat lerarenopleiders zo n vocabulaire lijken te ontberen. Zij missen een adequate taal om de verbinding tussen het pedagogisch-relationele en het didactisch-inhoudelijke bespreekbaar te maken (Leeman & Wardekker, 2004; vergelijk Van Manen & Li, 2002), om te verwoorden wat ze doen. Dat maakt het voor lerarenopleiders lastig om te reflecteren op waardenvol opleiden, om met elkaar daarover te communiceren, maar ook om hun praktijk van waardenvol opleiden te expliciteren voor en te bespreken met hun studenten. Sockett en LePage (2002, p. 171) stellen het zo: Teachers are drawn to teaching because of their moral commitments. (But) moral language is missing in classrooms, (and) it is also missing in the seminar rooms and lecture halls of teacher education. In dit artikel beschrijven we een project dat we op een pabo hebben uitgevoerd. Het project maakt deel uit van een onderzoeksdeelprogramma gericht op kennisontwikkeling bij lerarenopleiders. Dit project had tot doel om door middel van een interventie (1) een dialoog op gang te brengen tussen de bij één studieonderdeel (persoonlijke professionele ontwikkeling PPO) betrokken opleiders om zo (2) tot een gemeenschappelijke keuze voor een voor het studieonderdeel centrale waarde te komen en vervolgens (3) de kwaliteit van de reflectie van studenten op die centrale waarde meetbaar te maken. 35

2 Voortraject Professionaliseringsbijeenkomsten Toets Evaluatie 1. Kennismakingsbijeenkomst 2. Onderzoeker woont onderwijsbijeenkomst van deelnemende lerarenopleiders bij 1. en 2. Dialoog over waarden keuze van een centrale waarde voor PPO; concretiseren van centrale waarde 1. Afname 2. Beoordeling door lerarenopleiders 1. Schriftelijke evaluatie 2. Evaluatief interview met de lerarenopleiders 3. Interview met de deelnemende lerarenopleiders 3. en 4. Meetbaar maken van de kwaliteit van de reflectie van studenten op die centrale waarde 3. Beoordeling door onderzoeksassistente 3. Afrondende bijeenkomst Schema 1: Evaluatie van het professionaliseringstraject en het afnemen van de toets. Leertaken in de mens- en maatschappijvakken in de tweede fasevan het voortgezet onderwijs 36 Op de betreffende pabo vormt PPO de rode lijn door het vierjarige curriculum. De doelstelling van PPO is dat studenten samen, vanuit een ieders uniciteit, werken aan de persoonlijke professionele ontwikkeling van hun beroepsprofiel. Het ontwikkelen van zelfkennis, reflectie (onder andere op stage-ervaringen) en omgaan met feedback zijn belangrijke onderwerpen binnen PPO. Het ontbreken van een adequate taal maakt het voor lerarenopleiders lastig om te communiceren over waardenvol opleiden. We hoopten dat we door de keuze voor dit studieonderdeel een bijdrage konden leveren aan het gezamenlijk ontwikkelen, door de lerarenopleiders van de betreffende pabo, van een gedeelde visie op en taal voor waardenvol opleiden. Het doel daarvan is uiteraard - dat studenten beter leren hoe zij waarden en normen in hun toekomstige rol als leerkracht vorm kunnen geven, oftewel hoe zij invulling kunnen geven aan de pedagogische opdracht van het onderwijs. Om te kunnen meten of dat doel ook bereikt werd, wilden we in het project ook werken aan het ontwikkelen van een toets om de kwaliteit van de reflectie van studenten op de centrale waarde van het studieonderdeel PPO te meten. De kern van het project bestond uit vier professionaliseringsbijeenkomsten en het afnemen van de ontwikkelde toets bij de studenten van de deelnemende lerarenopleiders. Voorafgaand aan de professionaliseringsbijeenkomsten heeft een kennismakingsbijeenkomst plaatsgevonden; bovendien is van elk van de deelnemers een onderwijsbijeenkomst bijgewoond en zijn zij geïnterviewd. Na het professionaliseringstraject en het afnemen van de toets zijn traject en toets geëvalueerd (Zie schema 1). Aan het project namen vijf lerarenopleiders van de betreffende pabo deel die alle vijf deel uitmaakten van het team dat verantwoordelijk was voor de ontwikkeling en uitvoering van het PPO-onderwijs. Het project is uitgevoerd door twee trainers, twee onderzoekers en een onderzoeksassistente van het Onderwijscentrum van de Vrije Universiteit. Het voortraject Na een kennismakingsbijeenkomst, waarin een ieder zich voorstelde en het project besproken is, heeft een van de onderzoekers bij elk van de vijf deelnemende opleiders een PPO-bijeenkomst bijgewoond en na afloop daarvan de opleider geïnterviewd. Voorafgaand aan deze onderwijsbijeenkomsten werd - per - aan de lerarenopleiders gevraagd om aan te geven welke waarden voor hen in de betreffende onderwijsbijeenkomst belangrijk zouden zijn, wat de leerdoelen voor de bijeenkomst waren en op welke wijze hij of zij controleerde of de doelen van deze les behaald zouden worden. Aan de hand van de antwoorden op deze vragen werd de onderwijsbijeenkomst na afloop kort nabesproken. Deze nabespreking vormde de opstap tot een half open interview, waarin drie thema s aan de orde kwamen, namelijk: Het PPO-onderwijs, met als vragen onder andere: Wat vind je belangrijk dat studenten leren in dit onderdeel? Leren ze dat ook? Deel je deze doelen met collega s? Werk je samen met collega s? Hoe worden kwaliteit en inhoud van dit onderwijsonderdeel bewaakt? De missie van de betreffende pabo, met als vraag onder andere: Heeft de missie van de pabo ( opleiden tot waardenvolle docenten ) invloed op jouw opleidingspraktijk en zo ja, hoe? De persoonlijke beleving van de opleider, met als vragen onder andere: Zijn er specifieke waarden die jij belangrijk vindt voor studenten? Komen deze ook naar voren in je lessen? Vind je dat je over voldoende kennis en vaardigheden beschikt om waardenvol opleiden binnen PPO vorm te geven? Vervolgens hebben twee onderzoekers alle waarden die in de vijf integrale interviewverslagen werden genoemd, geïnventariseerd. Daarbij hebben we waarden breed opgevat als datgene wat nastrevenswaardig wordt gevonden en richting geeft aan goed opleiden en goed onderwijs (vergelijk Clark & Peterson, 1986; Veugelers, Miedema, Zwaans, Ten Dam,

3 Klaassen, Leeman, Meijnen & Sleegers, 2002). De reden daarvoor was dat wij vonden dat een nadere invulling van waarden en in het verlengde daarvan van waardenvol opleiden en opleiden tot waardenvolle docenten door de lerarenopleiders zelf, en niet door ons als onderzoekers zou moeten gebeuren. De inventarisatie leverde een totaal van 105 waarden op, waarvan een aantal twee of meerdere malen werden genoemd. Nadat de dubbele waarden verwijderd waren, bleef de volgende lijst van 30 waarden over: Aandacht Betrouwbaarheid Betrokkenheid Collegialiteit Deskundigheid Dienstbaarheid Discipline Duidelijkheid Eerlijkheid Eigenheid Erkenning Flexibiliteit Geduld Gelijkwaardigheid Groei Humor Integriteit Kwaliteit Liefde Onafhankelijkheid Openheid Optimisme Persoonlijke ontwikkeling Plezier Respect Toewijding Verantwoordelijkheid Vertrouwen Zelfstandigheid Zorgzaamheid. B i j e e n k o m s t 1 : k e u z e v o o r d e w a a r d e b e t r o k k e n h e i d Na een welkom door de directeur van de pabo en een korte toelichting van de trainer, presenteerde een van de onderzoekers de uitkomsten van de interviews. Om de dialoog over waarden te starten werd vervolgens door de vijf lerarenopleiders het waardenspel gespeeld (Gerrickens, Verstege & Van Dun, 2003). Het waardenspel, zo werd ook toegelicht aan de opleiders, is een geschikt middel om op een systematische wijze in een aantal ronden tot een gezamenlijk keuze van een kernwaarde te komen. Het spel is gespeeld met 30 kaarten, waarop de waarden ontleend aan de interviews stonden. Aan elk van de opleiders werd gevraagd uit deze 30 kaarten er vier te kiezen die huns inziens het meest passende antwoord gaven op de vraag: Welke waarden vind ik belangrijk voor mijn student als mens en als toekomstig leraar in relatie tot het PPO onderwijs? Bij het beantwoorden van deze vraag werd aan de opleiders dus gevraagd om zowel de persoonlijke als de professionele ontwikkeling van studenten in aanmerking te nemen. In de volgende ronde van het spel gingen de opleiders met elkaar in gesprek met als opdracht consensus te bereiken over de keuze van vijf belangrijke waarden. Opvallend was onder meer de verscheidenheid van betekenisgeving aan een waarde, die het ontbreken van een gemeenschappelijke moral language lijkt te illustreren. Een fragment uit het gesprek: De keuze voor generieke waarden doet de vraag rijzen hoe deze in onderwijs en opleiding inhoud en vorm krijgen. Het valt op dat deze waarden zeer divers zijn en mogelijk elkaar overlappen (bijvoorbeeld duidelijkheid en eerlijkheid, toewijding en zorgzaamheid). Bovendien lijken de meeste niet onderwijsspecifiek ingevuld te zijn. De keuze voor generieke waarden als bijvoorbeeld betrouwbaarheid, eerlijkheid, geduld, liefde, respect en zorgzaamheid doet de vraag rijzen hoe deze waarden in onderwijs en opleiding inhoud en vorm kunnen krijgen. Daarmee komen we bij het professionaliseringstraject. Professionaliseringstraject Het professionaliseringstraject bestond uit vier bijeenkomsten. In de eerste twee bijeenkomsten zouden de in de inleiding genoemde punten 1 en 2 (op gang brengen van een dialoog over waarden, komen tot de keuze van een centrale waarde voor PPO en het concretiseren daarvan) aan de orde komen; de bijeenkomsten 3 en 4 zouden in het teken staan van het meetbaar maken van de kwaliteit van de reflectie van studenten op die centrale waarde. De vier bijeenkomsten werden door trainers en onderzoekers gezamenlijk voorbereid. Bij elke bijeenkomst was een van de trainers en een van de onderzoekers aanwezig. Hieronder geven we een beschrijving van de vier bijeenkomsten. Opleider 1: Deskundigheid lijkt belangrijk: het is een voorwaarde voor kwaliteit. Opleider 2: Deskundigheid vereist ook groei, blijven groeien. En toewijding. Nee, toewijding kan soms deskundigheid ook in de weg staan. Opleider 3: Toewijding is betrokkenheid; betrokkenheid waar je voor gaat. Bij toewijding hoort ook de behoefte aan ontwikkeling. Opleider 4:Je moet het voelen; er voor gaan. Opleider 5: Doen wat je beloofd hebt. Opleider 4: Nee, dat is betrouwbaarheid. Kwaliteit is ook doen wat je beloofd hebt. Opleider 3: Toewijding heeft voor mij geen negatieve associatie. Het heeft te maken met het goed uitoefenen van je beroep, maar ik ben bereid toewijding in te leveren voor betrokkenheid. De uitkomst van dit gesprek was de keuze voor de volgende vijf waarden: betrouwbaarheid, betrokkenheid, liefde, plezier en deskundigheid. Vervolgens is gebrainstormd over de vraag welke van deze vijf waarden als centrale waarde voor het studieonderdeel PPO gekozen zou worden, waarbij ook de onderzoeker en de trainer hun inbreng hadden, met name vanuit het perspectief van de productiviteit van het professionaliseringstraject. Deze brainstorm heeft geleid tot de uiteindelijke keuze van de centrale waarde betrokkenheid. De volgende stap was het in kaart brengen van de wijze waarop de vijf opleiders betekenis geven aan de waarde betrokkenheid, de manier waarop zij aan deze waarde reeds vorm geven in PPO-bijeenkomsten en wat zij daarmee beogen te bereiken bij de studenten. Daartoe kregen zij een aantal vragen voor- 37

4 Leertaken in de mens- en maatschappijvakken in de tweede fasevan het voortgezet onderwijs gelegd: zie schema 2. De trainer gaf aan dat deze vragen ontleend waren aan een instrument, ontwikkeld door Biesta en Verkuyl (2002), en vertelde iets over de bruikbaarheid van dit instrument in het opleidingsonderwijs. Met een discussie over de ingevulde schema s en een korte terugblik werd de eerste bijeenkomst afgerond. Aan de opleiders werd gevraagd om ter voorbereiding op de volgende bijeenkomst de door hen genoemde competenties te vergelijken en indien wenselijk aan te vullen met de SBL competenties. B i j e e n k o m s t 2 : d e w a a r d e b e t r o k k e n h e i d i n d e p r o p e d e u s e In de tweede bijeenkomst stond het vertalen van de aangevulde - competenties in concrete leerdoelen centraal. Als eerste stap kregen de opleiders de opdracht om elk, uitgaande van de geformuleerde competenties, op post-its te schrijven welke concrete gedragingen ze van de studenten verwachtten. Dit leidde tot een lijst van 32 verwachtingen, die vervolgens in een discussie en door te schuiven met de post-its in vijf clusters werden samengebracht. De vijf clusters waren: 1 houding t.o.v. kinderen, 2 gerichtheid op constructieve samenwerking met collegae, 3 intrinsieke bereidheid van de student, 4 persoonlijke ontwikkeling, 5 voorwaarden om tot betrokkenheid te komen. Vervolgens maakten de opleiders voor elk van de vijf clusters een onderscheid tussen verwachtingen van propedeusestudenten (opleidingsbekwaam), studenten die aan hun lio-stage moesten beginnen (lio-bekwaam) en studenten in de afstudeerfase (startbekwaam). Hierbij ontstond een intensieve discussie waarbij, net als tijdens de discussie over waarden in de eerste bijeenkomst, bij de start van het gesprek een verscheidenheid van betekenisgeving bleek. I. Wat versta ik onder de gekozen gemeenschappelijke waarde in relatie tot de PPO bijeenkomsten? A. Voor mijzelf als opleider betekent deze waarde B. Voor mijn studenten als persoon betekent deze waarde C. Voor mijn studenten als toekomstig leraar en professional betekent deze waarde II. Hoe handel ik als opleider in de PPO bijeenkomsten ten aanzien van deze waarde? A. Tijdens welke programmaonderdelen geef ik vorm aan deze waarde? B. Welke didactische werkvormen gebruik ik daarbij? C. Welke drie regels typeren, in het algemeen, mijn handelen in PPO t.a.v. deze waarde? In de context van het professionaliseringstraject werd besloten de verdere uitwerking te beperken tot de opleidingsbekwaamheid. Zo ontstond voor de propedeusestudenten het volgende overzicht van concrete gedragingen die met betrekking tot de waarde betrokkenheid verwacht zou mogen worden: 1. Betrokkenheid bij en aandacht voor leerlingen, geoperationaliseerd voor eerstejaars studenten tot: De student heeft aandacht voor leerlingen, kan contact maken. Hij/zij ziet verschillen en reageert erop. De student ziet problemen met of van kinderen in de klas. Vraagt informatie of checkt of het klopt. De student beleeft plezier aan het omgaan en werken met medestudenten en in het bijzonder met kinderen op de stageschool. 2. Betrokkenheid bij collega s, geoperationaliseerd voor eerstejaars studenten tot: De student is in staat om opbouwende positieve contacten te leggen met collega s. De student is bereid tot samenwerken en wil een constructieve bijdrage leveren wanneer dat gevraagd wordt of vanuit eigen initiatief. Staat open voor vragen of het (aan)bieden van hulp. De student staat open voor medestudenten en bereid is samen te werken. 3. Betrokkenheid bij het eigen handelen, geoperationaliseerd voor eerstejaars studenten tot: De student wil verantwoordelijk zijn voor eigen handelen en kan taakgericht werken. De student ziet eigen verantwoordelijkheid onder ogen en handelt probleemoplossend. De bijeenkomst werd voortgezet met een inleiding van de trainer over het formuleren van leerdoelen. III. Wat wil ik bereiken bij mijn studenten in PPO ten aanzien van deze waarde? A. Benoem 2 competenties t.a.v. deze waarde in relatie tot de persoonlijke ontwikkeling van de student, die zij zich eigen moeten kunnen maken in de PPO bijeenkomsten. B. Benoem 3 competenties t.a.v. deze waarde in relatie tot de professionele ontwikkeling van de student, die zij zich eigen moeten kunnen maken in de PPO bijeenkomsten. 38 Schema 2: Het in kaaart brengen van de waarde betrokkenheid

5 Tijdens het geven van een stageles, ben ik bezig met mijn eigen handelen. Tijdens het geven van een stageles, ben ik bezig met wat de leerlingen leren. Tijdens het geven van een stageles, ben ik bezig met hoe leerlingen zich voelen én m wat zij leren. Figuur 1: Voorbeeld van een schaal voor betrokkenheid bij leerlingen Tijdgebrek, mede veroorzaakt door de intensieve discussies, leidde ertoe dat bij wijze van huiswerk aan de opleiders werd gevraagd om aansluitend bij de geformuleerde verwachtingen twee leerdoelen te formuleren, die tenminste een inhoudscomponent (wat moet door de student worden geleerd) en een gedragscomponent (wat moet de student met het geleerde kunnen doen) moesten omvatten. Ter ondersteuning kregen de opleiders een tekst over het formuleren van leerdoelen mee (Hoobroeckx & Haak, 2002). B i j e e n k o m s t 3 : e e n s c h a a l o m d e k w a l i t e i t v a n d e r e f l e c t i e v a n s t u d e n t e n o p d e w a a r d e b e t r o k k e n h e i d m e e t b a a r t e m a k e n De derde bijeenkomst startte met het bespreken, selecteren en verbeteren van de geformuleerde leerdoelen. Vervolgens werden de opleiders door de trainer uitgedaagd om bij elk van de geformuleerde leerdoelen voorbeeldsituaties te bedenken. Het ging daarbij om praktijksituaties die duidelijk maken wat een propedeusestudent doet, laat zien of zegt als hij of zij zeer betrokken is of juist weinig betrokken is. Deze voorbeelden zijn vervolgens gebruikt om zes schalen te ontwerpen: twee schalen voor betrokkenheid bij leerlingen; twee schalen voor betrokkenheid bij collega s en twee schalen voor betrokkenheid bij de eigen ontwikkeling van de student (zie Figuur 1). De derde bijeenkomst werd afgesloten met een inleiding over de toetsmogelijkheden die het gebruik van dergelijke schalen biedt en een discussie daarover. In de context van het studieonderdeel PPO werd ervoor gekozen om te toetsen of studenten hun eigen score op de zes betrokkenheidsschalen goed konden onderbouwen. De vooronderstelling die aan deze keuze ten grondslag lag, was dat een goede onderbouwing de kwaliteit van reflectie representeert. Deze case bestond uit de zes betrokkenheidsschalen, waarop een fictieve student zijn/haar score had aangegeven en bij deze scores een verantwoording had geschreven. Bij de hierboven als voorbeeld gegeven schaal was door de fictieve student op de tweede positie gescoord en was de toelichting op deze score: Tijdens het geven van een stageles ben ik toch wel erg bezig met mezelf en hoe ik voor de klas sta. Ik bereid de lessen bijna altijd goed voor, maar het is nog steeds een beetje spannend om voor de groep te staan. Ik ben dan toch erg bezig of ik mijn lesprogramma wel haal. Natuurlijk probeer ik me ook wel te bedenken of de leerlingen wat leren en of ze het leuk vinden, maar dat lukt niet altijd even goed. Ik merk als ik met de mentor praat, dat zij veel dingen heeft gezien bij de kinderen die mij waren ontgaan. Afgesproken werd dat de onderzoekers zorg zouden dragen voor een case, die de opleiders bij wijze van proef tussen de derde en vierde bijeenkomst zouden kunnen beoordelen. B i j e e n k o m s t 4 Na bijeenkomst drie van het professionaliseringstraject werd duidelijk dat tijdnood was ontstaan: het leek niet mogelijk om in de vierde bijeenkomst zowel (1) het instrument af te ronden als (2) aandacht te besteden aan het maken van afspraken over een eenduidige wijze van beoordelen, als (3) om daarmee te oefenen. Om tenminste de eerste twee punten te kunnen afronden hebben de onderzoekers een concept-instructie voor studenten voor het invullen van de schalen en een concept-instructie voor opleiders voor het beoordelen geschreven. Deze werden voorafgaand aan de vierde bijeenkomst toegestuurd aan de opleiders. Daarmee beschikten we over een proefinstrument met behulp waarvan op de vierde bijeenkomst doelgericht kon worden gewerkt. De ervaringen die tussen de derde en vierde bijeenkomst waren opgedaan met het beoordelen van de case dienden daarbij als uitgangspunt. Deze vierde bijeenkomst stond in het teken van de vraag:wat moet er verbeteren aan het instrument wil het direct bruikbaar zijn binnen PPO? Het ging daarbij enerzijds om de formulering van de schalen en anderzijds om de bruikbaarheid van het instrument in het opleidingsonderwijs. Wat moet er verbeteren aan het toetsinstrument om direct bruikbaar te zijn? Voor wat betreft de formulering van de schalen zijn niet alleen mogelijke verbeteringen besproken, maar ook regels voor het formuleren van schalen opgesteld, zoals: zeg nooit nooit en nooit altijd, hanteer één construct per schaal, formuleer gedrag positief en gebruik de taal van studenten. Een interessante conclusie was dat, wil het instrument geschikt zijn voor zelfbeoordeling door studenten, er goed moet worden nagedacht over bepaling en formulering van het beginnersniveau op de schalen. Het bleek voor de opleiders bijvoorbeeld moeilijk het beginnersgedrag voor een waarde als betrokkenheid in positieve termen en de taal van studenten uit te drukken. Dit is een belangrijk gegeven, omdat voor het begeleiden op weg naar een eindniveau, ook het beginniveau en eventuele tussenstappen in positieve en voor studenten acceptabele termen moeten kunnen worden aangegeven. 39

6 Leertaken in de mens- en maatschappijvakken in de tweede fasevan het voortgezet onderwijs 40 De discussie over de bruikbaarheid van het instrument in het opleidingsonderwijs spitste zich vooral toe op de summatieve functie van het instrument. Het was voor de opleiders belangrijk op een snelle manier een indruk te krijgen van de mate van betrokkenheid van hun studenten. De eventuele formatieve functie van het instrument mogelijkheden voor peer- en self-assessment en bruikbaarheid in voortgangsbesprekingen - bleef wat onderbelicht. Doordat het oefenen op basis van de concept-instructies is vervallen, is de bruikbaarheid ervan voor het consequent en eenduidig toepassen van de beoordelingscriteria niet uitgetest. De vierde bijeenkomst werd afgesloten met een informeel samenzijn. De toets Na afronding van het professionaliseringstraject is de ontwikkelde toets door elk van de vijf opleiders bij zijn of haar studenten afgenomen. De zes schalen zijn door 72 studenten ingevuld (van de te verwachten 6 x 72 = 432 antwoorden ontbraken er 4) en de opleiders hebben vervolgens beoordeeld - ieder voor zijn/haar eigen studenten - of ze de onderbouwing van de studenten al dan niet voldoende vonden. De opleiders vonden 349 onderbouwingen voldoende en 79 onvoldoende (18%). Ruim vier op de vijf propedeusestudenten bleken dus in staat om voldoende op de centrale waarde van PPO, betrokkenheid, te reflecteren; bijna één op de vijf bleek daartoe (nog) niet in staat. Beoordeling opleiders Beoordeling onderzoeksassistente Voldoende Onvoldoende Totaal Schema 3: Beoordelingsresultaten vergeleken Bij bovenstaande conclusie moet echter een kanttekening worden gemaakt. De vraag moet worden gesteld of het beoordelingsinstrument betrouwbaar is. Om die vraag te beantwoorden heeft, onafhankelijk van de opleiders, ook een onderzoeksassistente de onderbouwingen beoordeeld. Het resultaat van beide beoordelingen is weergegeven in het schema 3. Het schema laat zien dat in 353 van de 428 gevallen (82%) de beoordelingen overeenkwamen. Statistisch bezien is deze interbeoordelaarsbetrouwbaarheid onder de maat (Cohen s Kappa is 0.2 en zou minimaal 0.6 moeten zijn). Dit impliceert dat een (te groot) deel van de overeenkomstige beoordelingen op toeval kan berusten. Wij menen echter wel dat onze aanpak perspectieven biedt om te mogen verwachten dat - met meer aandacht voor beoordelingscriteria tijdens de professionaliseringsbijeenkomsten - er in de toekomst duidelijker afspraken over de beoordeling gemaakt kunnen worden. Evaluatie De evaluatie van het professionaliseringstraject en de toets bestond uit individuele evaluatieve gesprekken met de vijf deelnemende lerarenopleiders en een afrondende bijeenkomst, beide uitgevoerd door de onderzoekers. Als start van de individuele gesprekken vulden de opleiders een evaluatieformulier in. Vervolgens werd mede aan de hand daarvan gesproken over het professionaliseringstraject en de toets. Uit de evaluatieformulieren en de individuele evaluatieve gesprekken die met de vijf deelnemende opleiders zijn gevoerd, kwam een positief beeld naar voren. Op 64 van de 69 items werd gemiddeld positief, op 5 gemiddeld negatief gescoord, deze vijf items hadden onder andere betrekking op tijdsdruk. Het professionaliseringstraject was als intensief en productief ervaren. Het professionaliseringstraject werd als intensief en productief ervaren. Productief, omdat er pro-actief gewerkt werd, terwijl in de dagelijkse praktijk vaak het oplossen van problemen centraal staat, en omdat tijd werd genomen voor de onderbouwing van keuzes. De opleiders benadrukten dat door het traject duidelijk werd hoe belangrijk gezamenlijke concretisering is; aanvankelijk vulden zij de waarde betrokkenheid verschillend in. Door de opzet van het traject werden ook verschillende aspecten van de waarde betrokkenheid helder. Bovendien werd aangegeven dat een belangrijke meerwaarde van het traject was dat de in de bijeenkomsten gebruikte werkvormen ook in het eigen opleidingsonderwijs gebruikt konden worden. Ook het ontwikkelde beoordelingsinstrument werd als praktisch en bruikbaar ervaren. Volgens de opleiders stimuleerde het werken aan de toets de gezamenlijke meningsvorming. Zij ervoeren de gevolgde werkwijze als een aanpak die ook gebruikt kan worden om andere toetsen te ontwikkelen. Wel werd betreurd dat de interpretatie van de scores op de schalen nog subjectief is gebleven, wat er toe leidt dat verschillend met de beoordeling wordt omgegaan. Overeenkomstige beoordelingen In de afrondende bijeenkomst is het gehele traject gezamenlijk nogmaals doorgenomen en besproken. We hebben onder andere de opmerking van één van de vijf opleiders, gemaakt in het individuele evaluatiegesprek, besproken dat in de uiteindelijke keuze uit de vijf waarden waarover de opleiders in de eerste bijeenkomst overeenstemming bereikten de stem van de aanwezige onderzoeker (te) zwaar zou hebben geteld. De andere vier

7 opleiders hadden dit niet zo ervaren en alle vijf waren het er over eens dat zij, en niet de trainers of opleiders, eigenaren van het traject waren geweest. Het hoofdpunt van deze afsluitende bijeenkomst werd echter niet de terugblik, maar een vooruitblik. Het belangrijkste gesprekspunt voor de opleiding en opleiders bleek de vraag hoe het instrument te vervolmaken zodat het daadwerkelijk in gebruik zou kunnen worden genomen. Afgesproken werd dat de opleiders samen met een van de onderzoekers daarmee nog aan de slag zouden gaan, wat inmiddels ook is gebeurd (zie de bijlage voor het uiteindelijke instrument). Conclusie en discussie In de inleiding hebben we aangegeven dat het in dit artikel beschreven project er op gericht was om door middel van een interventie (1) een dialoog op gang te brengen tussen de bij één studieonderdeel (PPO) betrokken opleiders om zo (2) tot een gemeenschappelijke keuze voor een voor PPO centrale waarde te komen en vervolgens (3) de kwaliteit van de reflectie van studenten op die centrale waarde meetbaar te maken. In hoeverre zijn we daarin geslaagd? Zoals de evaluaties aantonen, is het op gang brengen van de dialoog goed gelukt. Een belangrijke element voor dit succes vormden ons inziens de gesprekken vooraf, die ertoe leidden dat de vijf opleiders reeds voor de start van het professionaliseringstraject een begin hadden gemaakt met het expliciteren van hun gedachten over waardenvol opleiden. Daarbij viel op dat de waarden die de opleiders belangrijk vonden voor waardenvol opleiden algemeen van aard waren en niet onderwijsspecifiek. Een tweede element (eigen aan alle scholing en training) is dat de opleiders in het professionaliseringstraject tijd kregen en namen om gezamenlijk aan de slag te gaan met het vormgeven van de gekozen waarde betrokkenheid voor hun opleidingsonderwijs. Tenslotte, als derde element, hebben de door ons voor het professionaliseringstraject gekozen werkvormen de reflectie van opleiders en hun onderlinge dialoog gestimuleerd en bovendien laten zien hoe de opleiders op hun beurt de dialoog over waarden onder studenten zouden kunnen stimuleren. Ons inziens is zo n dubbele bodem een essentiële voorwaarde voor een geslaagd professionaliseringstraject voor opleiders. Voor wat betreft de gemeenschappelijke keuze voor een centrale waarde kunnen we eveneens concluderen dat dit doel bereikt is. Wel hebben we gemerkt dat het kiezen van een centrale waarde een intensief proces is, niet alleen vanwege inhoudelijke redenen, maar ook omdat tegelijkertijd door de opleiders gewerkt wordt aan het ontwikkelen van een gemeenschappelijke betekenisgeving aan waarden, aan een gemeenschappelijke taal. In het professionaliseringstraject is vervolgens uitgebreid aandacht besteed aan het gezamenlijk concretiseren van de gekozen waarde in de concrete context van het eerstejaars PPO-onderwijs. Daardoor konden aan de aanvankelijk globale en multi-interpretabele waarde betrokkenheid diverse concrete aspecten worden onderscheiden waarop de ontwikkeling van propedeusestudenten door de lerarenopleiders gestimuleerd wordt of zou moeten worden. Wij menen dat een dergelijke concretisering noodzakelijk is; zonder zo n concretisering dreigt de keuze voor een centrale waarde en daarmee waardenvol opleiden een vage aangelegenheid te blijven. In het in dit artikel beschreven project hebben we tenslotte een aanzet gegeven om de kwaliteit van de reflectie van de studenten op de centrale waarde betrokkenheid meetbaar te maken. De lerarenopleiders hebben een toets, bestaande uit zes betrokkenheidsschalen ontwikkeld. Deze toets is bij 72 studenten afgenomen, bleek goed bruikbaar en wordt door de betreffende pabo ook opgenomen als deel van het reguliere programma. De statistische betrouwbaarheid van de toets laat echter nog te wensen over en de kritische vraag kan worden gesteld in hoeverre er in de opleidingspraktijk van alle dag tijd zal worden gevonden om aan de verbetering hiervan te werken. Een mogelijkheid daarvoor is in ieder geval gelegen in het verbeteren van het voorbereidingstraject. De werkwijze die we in dit project op tentatieve wijze hebben gehanteerd (waarde kiezen en afbakenen, brainstorm over voorbeeldsituaties, schaalconstructie, uitproberen, evaluatie) kan op diverse punten geoptimaliseerd worden. We denken bijvoorbeeld aan een korte instructie over schaalconstructie en aan het inschakelen van studenten in de ontwikkelfase door ze op geschikte momenten feedback te laten geven. Een fundamenteler punt betreft het gebruik van de toets binnen de opleiding. We gaven al eerder aan dat opleiders zich in dit project vooral hebben gericht op het summatieve gebruik van de toets ze wilden studenten (ook) kunnen beoordelen op hun mate van betrokkenheid. Dit stelt uiteraard hoge eisen aan de betrouwbaarheid van de toets. De vraag is evenwel of de toets zich niet juist ook goed leent voor een breder, formatief gebruik in het opleidingsonderwijs. De toets kan immers ook worden opgevat als een instrument dat studenten helpt bij het zelfstandig leren reflecteren op het eigen handelen en kan als zodanig ook worden ingezet voor self- en peer-assessment. Verder kan zo n instrument worden gebruikt bij voortgangs- en begeleidingsgesprekken en als leermiddel in de PPO bijeenkomsten. Twee belangrijke opbrengsten van het project zijn: het ontwikkelen van een moral language en een praktisch bruikbaar toetsinstrument. Samenvattend menen we echter dat ons project een positieve bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling van waardenvol opleiden. Daarbij willen we, ter afronding van dit artikel, twee opbrengsten van dit project nog eens expliciet onder de aandacht brengen: de bijdrage aan het ontwikkelen van een moral language en aan het ontwikkelen van een praktisch bruikbaar toetsinstrument. Met betrekking tot de eerstgenoemde opbrengst bleek 41

8 het van belang dat de opleiders in dialoog met elkaar vormgaven aan de gekozen waarde voor hun opleidingsonderwijs. Zo werd gewerkt aan het ontwikkelen van een adequate taal om wat Leeman en Wardekker (2004) de verbinding tussen het pedagogischrelationele en het didactisch-inhoudelijke noemen tot stand te brengen (vergelijk de Inleiding op dit artikel). Zo n taal is nodig om binnen de lerarenopleiding waardenvol te kunnen opleiden, maar ook om toekomstige leraren toe te rusten voor het uitvoeren van hun pedagogische opdracht. Deze opbrengst lijkt ons ook van belang voor andere lerarenopleidingen die waardenvol willen opleiden. In de tweede plaats bleek (opnieuw) hoe belangrijk het is om in een professionaliseringstraject voor lerarenopleiders gebruik te maken van instrumenten die breder inzetbaar zijn, in het opleidingsonderwijs (bijvoorbeeld het waardenspel), of bij het beoordelen van de resultaten daarvan (de betrokkenheidsschalen). Ook dit is ons inziens een opbrengst waarmee andere lerarenopleidingen hun voordeel kunnen doen. Met het ontwikkelen van adequate toetsen wordt bovendien gewerkt aan het realiseren van het in de inleiding ingenomen uitgangspunt dat waardenvol opleiden geen vrijblijvende zaak behoord te zijn. Moed tot meesterschap, eindrapport van de visitatiecommissie leraar basisonderwijs. Den Haag: HBO-raad. Veugelers, W., Miedema, S., Zwaans, A., Ten Dam, G. ten, Klaassen, C., Leeman, Y., Meijnen, W., & Sleegers, P. (2002). Onderzoek naar de pedagogische functie van het onderwijs op klas- en schoolniveau. Den Haag: NWO/ PROO. Willemse, M., Lunenberg, M., & Korthagen, F. A. J. (2005). Values in education: a challenge for teacher educators. Teaching and Teacher Education, 21(1), Willemse, M., Lunenberg, M., Korthagen, F. A. J., Beishuizen, J.J. (2005, April). The moral aspects of teacher educators practices. Paper voor de AERA Conference, Montreal, Canada. N O T E N 1 Met dank aan de lerarenopleiders die met veel inzet en betrokkenheid deelnamen aan het professionaliseringstraject. Leertaken in de mens- en maatschappijvakken in de tweede fasevan het voortgezet onderwijs 42 R E F E R E N T I E S Biesta, G. & Verkuyl, H. (2002). Woorden en daden: het Pedagogisch Analyseschema. In G. Biesta, F. Korthagen & H. Verkuyl, Pedagogisch bekeken: De rol van pedaogische idealen in het onderwijs (pp ). Soest: Uitgeverij Nelissen. Clark, C.M., & Petersen, P.L. (1986). Teachers Thought Processes. In M.C. Wittrock (Ed.), Handbook of Research on Teaching, 3th Edition (pp ). New York/London: AERA. Ten Dam, Veugelers, Wardekker & Miedema (2004). Pedagogisch opleiden. De pedagogische taak van de lerarenopleiding. Amsterdam: SWP. Gerrickens, P., Verstege, M., & Van Dun, Z. (2003), (Handleiding) Waarden- en Normenspel. s-hertogenbosch: Gerrickens Training & Advies. Hoobroeckx, F., & Haak, E. (2002). Onderwijskundig ontwerpen: Het ontwerp als basis voor leermiddelenontwikkeling. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. Leeman, Y. & Wardekker, W. (2004). Onderwijs met pedagogische kwaliteit. Zwolle: Christelijke Hogeschool Windesheim. Manen, van, M., & Li, S. (2002). The pathic principle of pedagogical language. Teaching and Teacher Education, 18 (2), Sockett, H., & LePage, P. (2002). The missing language of the classroom. Teaching and Teacher Education, 18 (2),

9 Bijlage 1 Tijdens het geven van een stageles, ben ik vooral bezig met mijn eigen handelen. Betrokkenheid bij leerlingen Tijdens het geven van een stageles, ben ik ook bezig met wat de leerlingen leren. Tijdens het geven van een stageles, ben ik bezig met hoe leerlingen zich voelen én met wat zij leren. 2 Als ik over een stageles vertel aan anderen, kan ik goed uitleggen hoe ik de les ervaren heb. Als ik over een stageles vertel aan anderen, kan ik van enkele leerlingen beschrijven hoe zij de les ervaren hebben. Als ik over mijn stageles vertel aan anderen, kan ik goed uitleggen hoe de leerlingen de les hebben ervaren. 3 Ik ben niet echt betrokken bij activiteiten in de stageschool. Ik help mijn collega s niet zo vaak. 4 Betrokkenheid bij medestudenten, c.q. collega s Ik vind de activiteiten in de stageschool belangrijk. Ik participeer en draag bij aan voorkomende activiteiten. Ik vind de activiteiten in de stageschool belangrijk. Ik participeer en draag bij aan voorkomende activiteiten. Daarnaast neem ik als het nodig is werk van een ander over. Als ik over een stageles vertel aan anderen, kan ik goed uitleggen hoe ik de les ervaren heb. Als ik over een stageles vertel aan anderen, kan ik van enkele leerlingen beschrijven hoe zij de les ervaren hebben. Als ik over mijn stageles vertel aan anderen, kan ik goed uitleggen hoe de leerlingen de les hebben ervaren. 5 Als een stageles niet zo goed gaat komt dat door de kinderen en/of de omstandigheden in de groep. 6 Ik vind het moeilijk om persoonlijke leerdoelen te formuleren. Ik zie het nut er ook niet zo van in. Betrokkenheid bij persoonlijk handelen Als een stageles niet zo goed gaat, kan dat ook te maken hebben met mijn handelen. Ik formuleer mijn persoonlijke leerdoelen zo, dat ik ze de volgende stageles kan behalen. Ik ben verantwoordelijk als een stageles niet zo goed gaat en daarom pas ik mijn handelen aan om de les positief te beïnvloeden. Mijn persoonlijke leerdoelen vormen voor mij een belangrijk onderdeel van mijn eigen ontwikkelingsproces. 43

Waardenvol opleiden op de pabo: over kennis, taal en gouden momenten 1

Waardenvol opleiden op de pabo: over kennis, taal en gouden momenten 1 ARTIKEL Waardenvol opleiden op de pabo: over kennis, taal en gouden momenten 1 Mede onder invloed van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen is de discussie over waarden en normen in het onderwijs

Nadere informatie

Toetscyclus. 5.1 Praktijk Reflectie De toetscyclus Portfolio 39

Toetscyclus. 5.1 Praktijk Reflectie De toetscyclus Portfolio 39 33 Toetscyclus Samenvatting In dit hoofdstuk worden de zeven fasen van de toetscyclus genoemd en kort toegelicht..1 Praktijk 34.2 Reflectie 34.3 De toetscyclus 34.4 Portfolio 39 L. Bijkerk, Basis Kwalificatie

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Deze lijst is het onderzoekresultaat van een PWO-traject binnen de lerarenopleidingen van de KAHO Sint-Lieven,

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente)

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente) Vragenlijst formatief toetsen - Docent Deze vragenlijst is ontwikkeld door de Universiteit Twente op basis van bestaande vragenlijsten* en heeft als doel te onderzoeken in welke mate de docenten en leerlingen

Nadere informatie

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) In de voorbereiding op het Pop gesprek stelt de medewerker een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Hierbij maakt de medewerker gebruik

Nadere informatie

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1 Weblogs 1 Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1 Iwan Wopereis Open Universiteit Nederland Peter Sloep

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie

ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie Naam student: Klas: Fase: startbekwaam NHL emailadres: 1 e kans / herkansing / algehele herkansing

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon:   Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon: Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: E-mail: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Naam studieloopbaanbegeleider:

Nadere informatie

Vragen pas gepromoveerde

Vragen pas gepromoveerde Vragen pas gepromoveerde dr. Maaike Vervoort Titel proefschrift: Kijk op de praktijk: rich media-cases in de lerarenopleiding Datum verdediging: 6 september 2013 Universiteit: Universiteit Twente * Kun

Nadere informatie

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Evaluatierapport Workshop ADHD Fontys PABO Limburg Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Inhoudsopgave Pag. 1. Inleiding 2 2. Deelnemers/respondenten 2 3. Opzet en inhoud evaluatie 2 4. Resultaten 2

Nadere informatie

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding Inleiding Het LEOZ (Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg) is een samenwerkingsproject van: Fontys Hogescholen, Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg,

Nadere informatie

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Tijdens de DON bijeenkomst van 13 november 2013 hebben we in kleine groepen (daltoncoördinatoren en directeuren) een lijst met competenties/bekwaamheden

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) In de VMBO stroom van het ACL wordt sinds het schooljaar 2016-2017 expliciet aandacht besteed aan de leergebied overstijgende (LGO)

Nadere informatie

Pijnpunten PBS. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Pijnpunten PBS. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g Pijnpunten PBS Programma Welkom en voorstellen Pijnpunten SWPBS - Pijnpunten kort toelichten - World café: pijnpunten verkennen - Plenair inventariseren Wettelijk kader SWPBS Pedagogische kwaliteit van

Nadere informatie

OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN

OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN BESCHRIJVING OPDRACHT In deze opdracht leer je hoe je door meer en beter formatief te evalueren toetsen onderdeel van het leerproces kan maken,

Nadere informatie

kempelscan P2-fase Studentversie

kempelscan P2-fase Studentversie kempelscan P2-fase Studentversie Pedagogische competentie Kern 2.1 Pedagogisch competent Pedagogisch handelen Je draagt bij aan een veilige leef- en leeromgeving in de groep O M V G Je bent consistent

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Mentor Datum Groep Aantal lln Vak- vormingsgebied: beeldende

Nadere informatie

Eindreflectie. Taakbekwaam bovenbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 21 mei 2014 SLB er: Agnes Hartman

Eindreflectie. Taakbekwaam bovenbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 21 mei 2014 SLB er: Agnes Hartman Eindreflectie Taakbekwaam bovenbouw Anouk Bluemink Vr2B Datum: 21 mei 2014 SLB er: Agnes Hartman OBS Jan Ligthart, Zelhem Mieke van den Berg Groep 8b Intern opleider: Marc Neerhof Stage: Het afgelopen

Nadere informatie

Samenwerking over lerarenopleidingen heen:

Samenwerking over lerarenopleidingen heen: Samenwerking over lerarenopleidingen heen: Hoe aspirant-leraren voorbereiden op inclusief lesgeven? Debbie De Neve, Ellen Vandervieren Overzicht Context Doel van het inclusietraject Verloop van het inclusietraject

Nadere informatie

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 1 Oriëntatie opbrengstgericht differentiëren en stellen van doelen

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 1 Oriëntatie opbrengstgericht differentiëren en stellen van doelen Opbrengstgericht omgaan met verschillen Bijeenkomst 1 Oriëntatie opbrengstgericht differentiëren en stellen van doelen Hoe gaan we met elkaar om? Maak contact Vertrouwelijkheid Niets is gek Zorg goed voor

Nadere informatie

Bronnenkaart. Reflectiemethodieken 1

Bronnenkaart. Reflectiemethodieken 1 Bronnenkaart Reflectiemethodieken 1 Onderwijsautobiografie Bron: Verkuyl H. (2002). Lesgeven in pedagogisch perspectief. Een werkboek voor leraren in opleiding. Soest: Nelissen. Een onderwijs(auto)biografie

Nadere informatie

Werken vanuit gezamenlijk inzicht

Werken vanuit gezamenlijk inzicht werkvorm 1 Doel Elkaar feedback geven. Onderlinge samenwerking bevorderen. Respect voor onderlinge verschillen bevorderen. Ieder in eigen kwaliteiten inzetten en daarmee werkdruk verminderen. Er is werkdruk

Nadere informatie

Reflectie op het VELOV-onderzoek De lerende lerarenopleider, Brussel 15 januari 2015 Mieke Lunenberg

Reflectie op het VELOV-onderzoek De lerende lerarenopleider, Brussel 15 januari 2015 Mieke Lunenberg Reflectie op het VELOV-onderzoek De lerende lerarenopleider, Brussel 15 januari 2015 Mieke Lunenberg (mieke@lunenberg.info; http://lunenberg.info/) Dag, Allereerst dank voor de gelegenheid om te reflecteren

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid? Opbrengstgericht werken: samenhangend beleid bij toetsen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

STICHTING KINDANTE. Visie Personeel

STICHTING KINDANTE. Visie Personeel STICHTING KINDANTE Visie Personeel Visie Personeel 1 Inleiding De onderwijskundige visie van stichting Kindante vormt de basis voor de wijze waarop de Kindantescholen hun onderwijs vormgeven. Dit vraagt

Nadere informatie

Good practice Werken met leeruitkomsten in de onderwijspedagogische leerlijn FLOT

Good practice Werken met leeruitkomsten in de onderwijspedagogische leerlijn FLOT Good practice Werken met leeruitkomsten in de onderwijspedagogische leerlijn FLOT Annet Meinen & Rosan Bosma a.meinen@fontys.nl / r.bosma@fontys.nl FLOT-Focus, 2016-2021: De karaktervolle leraar. De afgelopen

Nadere informatie

Sterkte-Zwakte Analyse

Sterkte-Zwakte Analyse Sterkte-Zwakte Analyse Naam en klas student: Dirkje Martens PEH16DA Stagegroep: Groep 5 en 6. Naam SLB: Frank Verwater Datum: Februari 2017 t/m april 2017 Naam Werkplekbegeleider: Stageschool: Taal stellen

Nadere informatie

Integraal HR voor leidinggevenden

Integraal HR voor leidinggevenden Integraal HR voor leidinggevenden Leidinggeven aan professionals in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs vergt een hoge mate van inhoudelijk-inspirerend leiderschap. Daar waar docenten zich als

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

Appendix A Checklist voor visible learning inside *

Appendix A Checklist voor visible learning inside * Appendix A Checklist voor visible learning inside * * Op www.bazalt.nl/lerenzichtbaarmaken kunt u dit formulier downloaden en vervolgens printen. Het is belangrijk dat de medewerkers van de school deze

Nadere informatie

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 5 Evalueren en borgen van leeropbrengsten

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 5 Evalueren en borgen van leeropbrengsten Opbrengstgericht omgaan met verschillen Bijeenkomst 5 Evalueren en borgen van leeropbrengsten Programma Huiswerk Evalueren van lesdoelen Presenteren van good practices Borgen in team of school - Highlights

Nadere informatie

Onderwijs op het Cals College Nieuwegein

Onderwijs op het Cals College Nieuwegein Onderwijs op het Cals College Nieuwegein 2017-2020 1 Onze kernwaarden Ambities onderwijsvernieuwing 2017-2020 We hebben vertrouwen in elkaars We streven een sfeer van openheid kunnen en bedoelingen. We

Nadere informatie

De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid. Véronique van de Reijt en Quinta Kools Fontys Lerarenopleiding Tilburg

De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid. Véronique van de Reijt en Quinta Kools Fontys Lerarenopleiding Tilburg De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid Véronique van de Reijt en Quinta Kools Fontys Lerarenopleiding Tilburg Context van de Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT)

Nadere informatie

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Velon-congres, Breda, 19 maart 2019 Rob Moggré, r.moggre@ipabo.nl Ronald Keijzer, r.keijzer@ipabo.nl https://kenniscentrum.ipabo.nl Hogeschool ipabo We zoomen in

Nadere informatie

BREDA UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES

BREDA UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES BREDA UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) Klik op een van onderstaande linken om direct

Nadere informatie

Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken

Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Feedback conceptvisie BEWEGEN & SPORT

Feedback conceptvisie BEWEGEN & SPORT Feedback conceptvisie BEWEGEN & SPORT Reactieformulier Curriculum.nu visie Negen ontwikkelteams, leraren en schoolleiders werken aan de actualisatie van het curriculum voor alle leerlingen in het primair

Nadere informatie

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK SCHOOLONTWIKKELPLAN 2017-2021 SAMEN UNIEK Instemming van de medezeggenschapsraad: 23 januari 2017 1 Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Missie... 4 3. Visie... 4 4. Zes pijlers... 5 5. Kernwaarden en ambities...

Nadere informatie

Verantwoording van ons onderwijs

Verantwoording van ons onderwijs Verantwoording van ons onderwijs Veenendaal, 27-6-2017 Beste ouder(s)/verzorger(s), Door middel van dit document willen we ons onderwijs verantwoorden aan u als ouders. Heeft u vragen of opmerkingen over

Nadere informatie

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS 0 6 UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS Krijgt het kind wat het nodig heeft? leerkracht Koester de nieuwsgierigheid van het kind, geef het kind regie en plan samen de leerdoelen. Koers Best Onderwijs 2016-2020

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STERREN Instituut voor Paramedische Studies (IPS) Instituut Bewegingsstudies (IBS) Instituut Verpleegkundige Studies (IVS)

BEOORDELINGSFORMULIER STERREN Instituut voor Paramedische Studies (IPS) Instituut Bewegingsstudies (IBS) Instituut Verpleegkundige Studies (IVS) BEOORDELINGSFORMULIER STERR Instituut voor Paramedische Studies (IPS) Instituut Bewegingsstudies (IBS) Instituut Verpleegkundige Studies (IVS) Honourscommissie: gewijzigd januari 2017 Sterren bewijslast

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

Om te beginnen. Waarom dit boek?

Om te beginnen. Waarom dit boek? Om te beginnen Waarom dit boek? Leraren in alle onderwijssectoren zijn continu bezig om hun werk onderwijs verzorgen op de best mogelijke manier te doen. Ze hebben hart voor hun leerlingen, hun vak, hun

Nadere informatie

Zelfevaluatieformulier

Zelfevaluatieformulier Zelfevaluatieformulier Verwijzing naar dit formulier: Mark Schep, Carla van Boxtel & Julia Noordegraaf (2017). Zelfevaluatieformulier voor rondleiders. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. Deze zelfevaluatie

Nadere informatie

Contact. particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs. bezoekadres Handelskade 75. postadres Postbus 2119 7420 AC Deventer

Contact. particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs. bezoekadres Handelskade 75. postadres Postbus 2119 7420 AC Deventer Contact bezoekadres Handelskade 75 postadres Postbus 2119 7420 AC Deventer telefoon 0570-60 30 83 fax 0570-60 37 05 e-mail info.next@saxion.nl particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs Hbo Tweedegraadslerarenopleiding

Nadere informatie

Formatieve assessment in het HBO

Formatieve assessment in het HBO Formatieve assessment in het HBO Astrid de Blecourt, Niké Groot & Stephanie Kruiper Diana van Leeuwen Programma 1. Startvraag 2. Vijf sleutelstrategieën van formatieve assessment (Black, & Wiliam, 2009)

Nadere informatie

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken Bijeenkomst 1 De trainer stelt zichzelf voor en geeft een korte toelichting over de inhoud en het doel van de training. Licht de afspraken en regels toe die gelden voor deelname. Neemt hier de tijd voor,

Nadere informatie

DE IMPACT VAN MASTEROPLEIDINGEN OP PROFESSIONALS EN HUN WERKOMGEVING

DE IMPACT VAN MASTEROPLEIDINGEN OP PROFESSIONALS EN HUN WERKOMGEVING DE IMPACT VAN MASTEROPLEIDINGEN OP PROFESSIONALS EN HUN WERKOMGEVING Marco Snoek, Dubravka Knezic Arjan Heyma, Emina van den Berg, Henk Sligte en Yolande Emmelot 6 DE IMPACT VAN MASTER(ONDERZOEK) Wat weet

Nadere informatie

Elementen van een professionele leergemeenschap

Elementen van een professionele leergemeenschap Professioneel Statuut Op de Groen van Prinstererschool werken we aan een professionele leergemeenschap: een cultuur waarin alle betrokkenen in de school samenwerken, reflecteren, onderzoeken en professionaliseren.

Nadere informatie

Plan onderzoek OS Boss po Bijlage 7. Kenniscentrum Talentontwikkeling

Plan onderzoek OS Boss po Bijlage 7. Kenniscentrum Talentontwikkeling Plan onderzoek OS Boss po Bijlage 7 Kenniscentrum Talentontwikkeling Visie op Onderzoek in Opleidingsschool BOSS po Binnen OS BOSS po streven we ernaar om leerkrachten op te leiden die onderzoekend, intentioneel

Nadere informatie

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken Ontwerponderzoek Paper 2 Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Links Bibliografische referentie I.F. Hazewindus, drs. Filosofie Het Socratisch Gesprek als methode voor

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsmodel

Lesvoorbereidingsmodel Gegevens student Gegevens basisschool Naam Naam Groep Voltijd Deeltijd Dagavond Plaats Studiejaar/periode Sem 1 Sem 2 Soort onderwijs Regulier Montessori Dalton OGO Studentnummer Stagementor(en) Email

Nadere informatie

kempelscan K1-fase Eerste semester

kempelscan K1-fase Eerste semester kempelscan K1-fase Eerste semester Kempelscan K1-fase eerste semester 1/6 Didactische competentie Kern 3.1 Didactisch competent Adaptief omgaan met leerlijnen De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten

Nadere informatie

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL PBGZ 12 / PBSD 9 Coördinatie, kwaliteit en voorlichting, profielfase Cohort 2016 2019 kwartiel 11 INSTROOMVEREISTEN:

Nadere informatie

Bijlage 2-9. Richtlijnen voor de prestatie

Bijlage 2-9. Richtlijnen voor de prestatie Bijlage 2-9 Richtlijnen voor de prestatie Inleiding Tijdens de stage leveren studenten in feite voortdurend prestaties. Ze doen dingen die (nog) geen dagelijkse routine zijn, waar wilskracht en overtuiging

Nadere informatie

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren. ingevuld door :. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren Aanpak kiezen en planning maken Ik verdiep me in een opdracht zodat ik overzicht heb. Ik kan een passende aanpak

Nadere informatie

Binnen deze driehoek geldt een aantal randvoorwaarden:

Binnen deze driehoek geldt een aantal randvoorwaarden: Beleidsstuk ouderbetrokkenheid 3.0 In onderstaand document geven wij weer hoe we als school omgaan met oudercommunicatie en het weergeven van de behaalde resultaten van leerlingen. Dit beleidsstuk is geschreven

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

HOGESCHOOL WINDESHEIM

HOGESCHOOL WINDESHEIM HOGESCHOOL WINDESHEIM Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) Klik op een van onderstaande linken om direct naar het

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Pluspunt Een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om.

Pluspunt Een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om. Reflectie op de deeltaken; start bekwaam INTERPERSOONLIJK COMPETENT Je zorgt ervoor dat er in de groep een prettig leef- en werkklimaat is. Je geeft op een goede manier leiding, schept een vriendelijke

Nadere informatie

Onderwijs-pedagogische visies van mbo-docenten

Onderwijs-pedagogische visies van mbo-docenten Onderwijs-pedagogische visies van mbo-docenten Do-mi-le 15 mei 2014 Carlos van Kan Onderzoeker carlos.vankan@ecbo.nl Mijn professionele interesse Het helpen ontwikkelen van een kritisch onderzoeksmatige

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

CST: Leergroep rond samenwerkend leren via on line discussiegroepen

CST: Leergroep rond samenwerkend leren via on line discussiegroepen CST: Leergroep rond samenwerkend leren via on line discussiegroepen Tammy Schellens & Bram De Wever Vakgroep Onderwijskunde Universiteit Gent Hoe gebruiken we online discussiegroepen als didactische werkvorm?

Nadere informatie

Beoordeling van de competenties stage bovenbouw

Beoordeling van de competenties stage bovenbouw Beoordeling van de competenties stage bovenbouw Hierbij vinden jullie een lijst met competenties die van belang zijn voor de stage bovenbouw. De lijst is bestemd voor de student en de mentor van de stageschool.

Nadere informatie

Burgerschapsvorming LVGS

Burgerschapsvorming LVGS Burgerschapsvorming LVGS Jacomijn van der Kooij Hoop 2 Een brede blik op burgerschap Mini-college Burgerschapsvorming en goed onderwijs Sinds 2006 verplicht: Wet actief burgerschap en sociale integratie.

Nadere informatie

PRESENTATIE LERAAR, WIE BEN JE?

PRESENTATIE LERAAR, WIE BEN JE? PRESENTATIE LERAAR, WIE BEN JE? ontwikkeling en beoordeling van de persoonlijke professionele ontwikkeling van de leraar in opleiding Klaas van der Laan n.j.van.der.laan@hva.nl Marijke Potters m.c.m.potters@hva.nl

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Portfolio-opdracht 1 O 2 Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) De Handelsroute Uitgeverij Sarphati Niveau Keuzedeel Kwalificatie Dossierdatum 2 Ondernemend gedrag Niveau 2-dossiers Kerntaak en werkproces

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

Proeve van Bekwaamheid. Begeleiden. Crebonummer: Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL NIET KOPIËREN EXAMENBANK PROVE2MOVE

Proeve van Bekwaamheid. Begeleiden. Crebonummer: Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL NIET KOPIËREN EXAMENBANK PROVE2MOVE Proeve van Bekwaamheid Begeleiden Crebonummer: 93500 Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 6 Opdracht 6 Beoordelingsformulier: Opdracht

Nadere informatie

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. ROWF Les op locatie in de beroepsopdracht van de HvA. De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. Het doel is de

Nadere informatie

De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid. Voorloper Kwaliteit van lerarenopleiders

De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid. Voorloper Kwaliteit van lerarenopleiders De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid Voorloper Kwaliteit van lerarenopleiders Véronique van de Reijt en Quinta Kools Fontys Lerarenopleiding Tilburg Context van de

Nadere informatie

Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat?

Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat? Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat? GP goes OGW Met OGW willen we de ontwikkeling van leerlingen zo goed mogelijk stimuleren. Dat vraagt van de docent én school

Nadere informatie

7 MANIEREN OM STUDENTEN TE BETREKKEN BIJ SUMMATIEVE TOETSING

7 MANIEREN OM STUDENTEN TE BETREKKEN BIJ SUMMATIEVE TOETSING 7 MANIEREN OM STUDENTEN TE BETREKKEN BIJ SUMMATIEVE TOETSING Inside of every student is a teacher an inside of every teacher is a student (Bobby, et al. 2012) Veronica Bruijns, Charlotte Hoenderdos Beleidsafdeling

Nadere informatie

Anders kijken, anders leren

Anders kijken, anders leren Anders kijken, anders leren Inleiding De transformatie van het sociaal domein stelt andere eisen aan de competenties van de professionals. Multidisciplinair, met oog voor participatie en eigen regie van

Nadere informatie

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1) Lesplan les 1 Seksualiteit: Grenzen en Wensen Tijd: 8:30 Klas: 3HVc Aantal lln: 15 Introductie van de lessenserie: grenzen en wensen Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad

Nadere informatie

DEEL B EXPRESSIEF TALENT KWARTIEL 11: DE CENTRALE UITDAGING. Expressief talent ZORG & WELZIJN ONTWIKKELAAR: MARLOT GIJSBERS 1

DEEL B EXPRESSIEF TALENT KWARTIEL 11: DE CENTRALE UITDAGING. Expressief talent ZORG & WELZIJN ONTWIKKELAAR: MARLOT GIJSBERS 1 DEEL B EXPRESSIEF TALENT KWARTIEL 11: DE CENTRALE UITDAGING Expressief talent ZORG & WELZIJN ONTWIKKELAAR: MARLOT GIJSBERS 1 Beste student, De afgelopen periode ben je bezig geweest met het ontwikkelen

Nadere informatie

Evaluatiewijzer didactisch coachen Versie 1.1, juli 2016

Evaluatiewijzer didactisch coachen Versie 1.1, juli 2016 Evaluatiewijzer didactisch coachen Versie 1.1, juli 2016 Voor je ligt de evaluatiewijzer didactisch coachen in de lesgebonden situatie. Deze evaluatie is ontwikkeld in opdracht van het project Leerling

Nadere informatie

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Student: Vincent van der Maaden, MSc Studentnummer: 5783070 Opleiding: Interfacultaire lerarenopleiding, UvA Vakgebied: Aardrijkskunde

Nadere informatie

FEEDBACKRIJKE SCHOOL. Wat is dat. Hoe bereik je dat. Ria van der Sar,

FEEDBACKRIJKE SCHOOL. Wat is dat. Hoe bereik je dat. Ria van der Sar, FEEDBACKRIJKE SCHOOL Wat is dat Hoe bereik je dat Ria van der Sar, r.vandersar@cedgroep.nl Inspectie Goede feedback blijkt forse opgave Een van de belangrijkste aanknopingspunten om de kwaliteit van het

Nadere informatie

Ke(r)n jouw waarde. Ontdek jouw kernwaarden.

Ke(r)n jouw waarde. Ontdek jouw kernwaarden. Ke(r)n jouw waarde Ontdek jouw kernwaarden Ontdek jouw kernwaarden - pag. 2 Ontdek jouw kernwaarden Wat jou drijft in jouw leven en werk bepalen jouw keuzes. Het is dus belangrijk om te weten wát je drijft,

Nadere informatie

d e v e r l e i d i n g w e e r s t a a n

d e v e r l e i d i n g w e e r s t a a n d e v e r l e i d i n g w e e r s t a a n Over de noodzaak van het doordacht ontwerpen van opleidingen Marlies Banens Akkelien Bergsma Wim van Dijk (red.) Eline Lankhuijzen Arno Reints Ineke Verheul (red.)

Nadere informatie

Op zoek naar nieuwe standaarden voor examinering van Competentie Gericht Onderwijs. Confrontatie tussen twee visies

Op zoek naar nieuwe standaarden voor examinering van Competentie Gericht Onderwijs. Confrontatie tussen twee visies Op zoek naar nieuwe standaarden voor examinering van Competentie Gericht Onderwijs. Confrontatie tussen twee visies Inleiding Binnen de inspectie wordt gewerkt aan de afstemming en toekomstige integratie

Nadere informatie

UNIVERSITY OF TWENTS MEESTERSCHAP 1/25/2017 FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: TIPS VOOR IN DE LES

UNIVERSITY OF TWENTS MEESTERSCHAP 1/25/2017 FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: TIPS VOOR IN DE LES UNIVERSITY OF TWENTS MEESTERSCHAP FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: TIPS VOOR IN DE LES Kim Schildkamp Wilma Kippers Christel Wolterinck Fer Coenders 1 IN DEZE WORKSHOP: 1. 2. 3. 4. 5. LEERDOELEN THEORIE VRAGENLIJST

Nadere informatie

WELKOM! Wil je op je A4 opschrijven wat je nu weet over Lesson Study? Evelien van Geffen 12 mei 2016

WELKOM! Wil je op je A4 opschrijven wat je nu weet over Lesson Study? Evelien van Geffen 12 mei 2016 WELKOM! Wil je op je A4 opschrijven wat je nu weet over Lesson Study? Evelien van Geffen e.c.van.geffen@hva.nl 12 mei 2016 1 UITKOMSTEN VORIG ONDERZOEK Een aantal conclusies uit het onderzoek van Amagir,

Nadere informatie