ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2018

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2018"

Transcriptie

1 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2018 Nr. Antwoord 1. B 16. A 2. B 17. A 3. B 18. C 4. B 19. C 5. C 20. B 6. B 21. C 7. D 22. A 8. A 23. D 9. B 24. C 10. A 25. A 11. D 26. C 12. B 27. B 13. B 28. D 14. B 29. B 15. C 30. D 31. D 32. B 33. C 34. D 35. A 36. A 37. B 38. A 39. C 40. A 41. B 42. D 43. D 44. A 45. A 46. C 47. A 48. C 49. D 50. C 51. A 52. C 53. A 54. D 55. C 56. D 57. D 58. B 59. C 60. C 61. C 62. C 63. A 64. B 65. A 66. B 67. B 68. B 69. B 70. B 71. A 72. C 73. A 74. A 75. B 76. A 77. C 78. A 79. B 80. A 81. B 82. C 83. A 84. C 85. D 86. A 87. A 88. A 89. B 90. D 91. A 92. C 93. A 94. A 95. C 96. D 97. C 98. C 99. D 100. C 101. A 102. B 103. A 104. C 105. B 106. D 107. C 108. B 109. C 110. A 111. D 112. C 113. D 114. A 115. D 116. C 117. C 118. B 119. A 120. A 121. B 122. A 123. B 124. D 125. C 126. A 127. B 128. D 129. B 130. B 131. A 132. B 133. A 134. A 135. D 136. B 137. D 138. C 139. A 140. C 141. B 142. B 143. B 144. B 145. D 146. A 147. A 148. C 149. A 150. A 151. C 152. C 153. C 154. A 155. B 156. A 157. D 158. A 159. D 160. B 161. A 162. C 163. C 164. C 165. B 166. A 167. B 168. C 169. B 170. D 171. A 172. B 173. A 174. B 175. A 176. D 177. B 178. B 179. A 180. B 181. D 182. A 183. B 184. C 185. C 186. A 187. A 188. B 189. C 190. D 191. A 192. B 193. B 194. B 195. D 196. A 197. A 198. A 199. C 200. B Nr. Literatuurreferentie en/of feedback voor studenten 1. Clinical Neurology (9th ed. 2015) Aminoff M. e.a., chapter Textbook of biochemistry with clinical correlations (7th ed. 2010/2011) Devlin T. e.a., blz Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., blz Medical biochemistry (4th ed. 2014) Baynes J. e.a., blz Leerboek kindergeneeskunde (2e geh. herz. dr. 2015) Heymans H. e.a., blz Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., blz Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a., blz NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Acute rhinosinusitis 9. Current medical diagnosis & treatment (56th ed. 2017) Papadakis M. e.a., blz. Blood Disorders 10. Leerboek klinische neurologie (18e herz.dr. 2016) Kuks J. e.a., hfdst Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a., blz NHG-standaarden voor de huisarts. blz Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a., blz FEEDBACK: de blaas ligt ventraal van de vagina (A fout), de uterus op de top (C fout), het rectum dorsaal (B juist). Verwarring zou kunnen bestaan met de enterokèle, maar dit alternatief is daarom niet geboden. 15. Leerboek interne geneeskunde (15e geh.herz. dr. 2017) Stehouwer C. e.a., hfdst. Hartziekten 16. NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Het soa-consult 17. Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a., blz Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., blz Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a., hfdst Harrison's Principles of Internal Medicine, Online, blz. the metabolic syndrome 21. FEEDBACK: Vetembolieën manifesteren zich in de long omdat deze zich verspreiden via de veneuze zijde van de grote circulatie. Ze lopen vervolgens vast in het longvaatbed (C juist), niet in organen van de grote circulatie. (A en C fout). 22. Ziekten in de huisartspraktijk (5e herz. dr. 2008) Lisdonk van de E. e.a., blz Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz Rang and Dale's pharmacology (7th ed. 2011/2012) Rang H. e.a., blz. 438 FEEDBACK: Raloxifeen is een SERM (selectieve estrogeen receptor modulator) die osteoblasten stimuleert en osteoclasten remt. Alendroninezuur is een bisfosfonaat, dat osteoclasten inactiveert. Denosumab is een antilichaam tegen RANK ligand, dat osteoclastvorming remt. Teriparatide is synthetisch parathyroïdhormoon. 25. Rang and Dale's pharmacology (7th ed. 2011/2012) Rang H. e.a., blz. 243 FEEDBACK: De patiënte zal een poor metaboliser van CYP2D6 zijn. Na toediening heeft tramadol/de actievere metaboliet weinig effect, hetgeen zich uit in ernstige pijn. Er is weinig O-desmethyltramadol in het plasma aanwezig. tramadol wordt dus niet gemetaboliseerd door CYP2D Medische psychologie (2e herz. dr. 2010) Kaptein A. e.a., blz. 45 FEEDBACK: Shaping = nieuw en complex gedrag aanleren door het gewenste gedrag op te knippen in stukjes en steeds die stukjes te oefenen en te belonen. Ad A. de eerste fase van sociaal leren (opnemen van modelgedrag). Ad B. het af en toe bekrachtigen van gedrag door variabele beloningen. Ad C. Hopen dat het gewenste gedrag zich voordoet en het dan belonen. 27. Rubin's pathology: clinicopathologic foundations of medicine (6e ed. 2011/2012) Rubin R. e.a., blz Medical statistics at a glance (3rd ed. 2009) Petrie A. e.a., blz Kumar & Clark's clinical medicine (9th ed. 2016/2017) Kumar P. e.a., hfdst. Ziekte van Crohn 30. Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a., blz. 203, Histology: a text and atlas with correlated cell and molecular biology (6th upd. and exp. ed. 2011) Ross M. e.a., blz Rang and Dale's pharmacology (8th ed. 2015/2016) Rang H. e.a., blz Medical genetics (4th ed. 2010) Jorde L. e.a. blz Clinical epidemiology: how to do clinical practice research (3e ed. 2006) Haynes R. e.a., blz Volksgezondheid en gezondheidszorg (6e geh. herz. dr. 2012) Mackenbach J. e.a., blz Klinische neurologie (17e herz. dr. 2012) Kuks J. e.a., hfdst Robbins basic pathology (9e ed. 2013) Kumar V. e.a., blz. 692

2 38. Anamnese en lichamelijk onderzoek (7e dr. 2014) Meer van der J. e.a., blz Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., blz FEEDBACK: Bij optie C worden het jejunum en het ileum in plaats van het colon ascendens gemobiliseerd, bovendien worden alle bloedvaten van het mesenterium doorgesneden. Bij optie A wordt alleen de embryologisch ontstane verkleving tussen (meso)colon ascendens en pariëtaal peritoneum losgemaakt, terwijl de bloedvaten van het colon ascendens die zich in het mesocolon ascendens bevinden, onaangeraakt blijven. Bij optie B wordt het mesocolon ascendens met de bloedvaten erin doorgenomen. Dit kan niet eens stomp preparerend. 41. Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz Pathophysiology of disease: an introduction to clinical medicine (7th ed. 2014) McPhee S. e.a., blz. 468 FEEDBACK: Fosfaat kan bij een acute nierinsufficiëntie tevens verhoogd zij. D.m.v. antwoord a en c kan geen onderscheid gemaakt worden tussen een acute en chronische nierinsufficiëntie. Antwoord D duidt zeker op een chronische oorzaak. 43. Farmacotherapeutisch Kompas. blz. inleidendeteksten/i/inl%20prostaglandinesynthetaseremmers.asp#nsaid%27s 44. Farmacotherapeutisch Kompas. blz. Opioïden 45. NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Anticonceptie M Rubin's pathology: clinicopathologic foundations of medicine (6e ed. 2011/2012) Rubin R. e.a., blz Oncologie (8e herz. dr. 2011) Velde van de C. e.a., blz Farmacotherapeutisch Kompas. blz. lisdiuretica 49. Guyton and Hall Textbook of medical physiology (12e ed. 2010/2011) Hall J. e.a., chapter Clinical respiratory medicine (4e ed. 2012) Spiro S. e.a., chapter Current Diagnosis & Treatment Rheumatology (3th ed. 2013) Imboden J. e.a., chapter 1. Physical Examination of the Musculoskeletal System 52. Schwartz's principles of surgery (10th ed. 2015) Brunicardi F. e.a., chapter Prometheus Anatomische Atlas 2. Inwendige organen (2e bew. en uitgebr. dr. 2010) Schünke M., blz. 96. Thorax 54. Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., chapter 3, Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a., hfdst Spoedeisende hulp in de huisartsenpraktijk (2e herz. dr. 2008) Keeman J. e.a., blz NHG-Standaarden voor de huisarts (2015) deel 1 en 2, blz Human physiology: from cells to systems (9th ed. 2016) Sherwood L., chapter 20: The reproductive system 59. Textbook of biochemistry with clinical correlations (7th ed. 2010/2011) Devlin T. e.a., blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (4e dr. 2016) Jongh de T. e.a., blz Leerboek epidemiologie (7e herz. dr. 2016) Bouter L. e.a., blz NHG-standaarden voor de huisarts (2012) deel 1. Boukes F. e.a., blz. Maagklachten M Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., blz Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz Vander's human physiology: the mechanisms of body function (12th ed. 2011) Widmaier E. e.a., blz FEEDBACK: er ontstaat hypertensie. Een niet compliante kunststofprothese van de aortaboog wijzigt de arteriële impedantie door verlies van windketelfunctie. Hierdoor stijgt de systolische bloeddruk en daarmee de wandspanning van de gehele aortawand. Door de kunststofprothese van de aortaboog vermindert de functie van de baroreceptoren van de arcus aortae. Een aantal, dat van de baroreceptoren naar het cardiovasculaire medulla centrum gaan geeft geen signalen meer af. Fysiologisch gezien wordt dit verwerkt als een daling in de bloeddruk. Het medullaire cardiovasculaire centrum reageert hierop door de bloeddruk te verhogen. 66. Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 931 FEEDBACK: Bij een acute jichtaanval kunnen NSAID s voorgeschreven worden of 1 dd mg prednisolon gedurende 5-10 dagen. Bij een uitblijvend effect van deze middelen na 3-5 dagen wordt colchicine voorgeschreven. Colchicine is bewezen effectief bij de behandeling van een jichtaanval. Allopurinol verlaagt het serumurinezuurgehalte en zal in een later stadium voorgeschreven worden. Morfine is in het algemeen de laatste stap bij pijnbestrijding. Methotrexaat wordt ingezet bij auto-immuunziekten, het heeft geen plaats in de behandeling van jicht. Bekende risicofactoren voor jicht (alcohol en overgewicht) dienen te worden bestreden. Deze preventie is ook op de lange termijn van belang om volgende jichtaanvallen te voorkomen. 68. Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a., blz. 233 FEEDBACK: Serologische screeningtests, met name bepaling van IgA anti-endomysium antistoffen (EmA) en anti-tissue-transglutaminase antistoffen (atga) zijn zeer sensitief en specifiek voor de ziekte. Alleen indien de antistoftiter van de atga antistoffen meer dan 10 x de normaalwaarde is, en bovendien EMA en HLA DQ2 of DQ8 typering positief is, en er sprake is van typische symptomen van coeliakie, kan volgens de nieuwe richtlijn een dunnedarmbiopt achterwege gelaten worden. Alleen als aan al deze voorwaarden is voldaan kan een dunnedarmbiopt achterwege gelaten worden. Om te beoordelen of er sprake is van typische symptomatologie passend bij coeliakie, wordt aanbevolen te overleggen met de kinderarts-mdl. H2 ademtest en 24 uurs-vetbalansbepaling in de ontlasting zijn geen onderzoeken die de diagnose coeliakie kunnen bevestigen. 69. Hazzard's geriatric medicine and gerontology (7th ed. 2016/2017) Halter J. e.a., blz. content.aspx?bookid=1923&sectionid= Accessed October 07, Leerboek gezondheidsrecht (3e herz. dr. 2013) Engberts D. e.a., blz. 316 FEEDBACK: De overheid (minister van VWS) beslist over de inhoud en omvang van het basispakket van de ziektekostenverzekering op advies van het Zorginstituut Nederland. 71. Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. 986, tabel FEEDBACK: Door endotoxine (LPS) van meningokokken treedt zeer sterke inflammatie op, waardoor vasodilatatie (shock) en diffuse intravasculaire stolling optreedt. Door verbruikscoagulopathie treden bloedingen op, wanneer deze in de bijnieren optreden ontstaat het beeld van primaire bijnierschorsinsufficiëntie met diepe shock die niet goed op vulling reageert maar waarbij suppletie van glucocorticosteroïden zinvol kan zijn. 72. Volksgezondheid en gezondheidszorg (6e geh. herz. dr. 2012) Mackenbach J. e.a., blz FEEDBACK: Een overlijdensverklaring bestaat uit twee delen: het A-formulier, waarop de arts die het overlijden heeft vastgesteld, verklaart er

3 van overtuigd te zijn dat de dood ten gevolge van een natuurlijke oorzaak is ingetreden en het B-formulier, waarop de arts de oorzaak van het overlijden invult, maar waarop de naam van de overleden niet voorkomt. Deze vraag gaat over het invullen van het B-formulier. Bij een juiste invulling van het formulier komt in de regel de aandoening die onder 1c vermeld staat, in de statistiek van doodsoorzaken terecht. Alle doodsoorzaakverklaringen in Nederland worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bewerkt. Bij het invullen van dit formulier gaat het er om dat men vanuit de rechtstreekse oorzaak van het overlijden (1a) terug redeneert naar de eerste oorzaak (1c) in de keten van oorzakelijke factoren. Voorbeelden van oorzakelijke factoren zijn MS, COPD, maagcarcinoom. Bij 1a gaat het dan om de relatief oppervlakkige kenmerken van de situatie vlak voor het overlijden (bijv. sepsis, ademstilstand, leverinsufficiëntie). 73. Medische psychologie (2e herz. dr. 2010) Kaptein A. e.a., blz Essential clinical anatomy (5th ed. 2014/2015) Moore K. e.a., blz. 356 FEEDBACK: De M. gastrocnemius hecht distaal aan de calcaneus, dit pezige gedeelte is de achillespees. Deze spier zorgt voornamelijk voor plantaire flexie. De M. plantaris en M. tibialis posterior hebben wel een rol bij plantaire flexie en hebben een relatie met de achillespees, maar deze zijn moeilijk geïsoleerd te palperen (met name de diepere M. tibialis posterior). Ook de M. popliteus is niet palpeerbaar. 75. Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a., blz FEEDBACK: Alleen colorectale carcinomen zijn een indicatie voor curatieve metastasectomieën. Mammacarcinomen, melanomen van de huid (m.u.v. van de retina), pancreascarcinomen of pancreascarcinoïden zijn dat niet omdat het hier eigenlijk altijd gaat over hematogene metastasering die zich het eerst openbaart in de lever maar daartoe niet beperkt is. 77. Leerboek kindergeneeskunde: een interactieve benadering in woord en beeld (2e dr. 2011) Brande van den J. e.a., blz NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Fractuurpreventie 79. Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a., blz FEEDBACK: Jonge kinderen maken gemiddeld zo n 6-8 respiratoire infecties door. De meest zijn ongecompliceerd en genezen vanzelf. In deze casus wordt een ongecompliceerde neusverkoudheid beschreven die geen aanvullende behandeling nodig heeft. Gezien er tussen de episodes door geen klachten zijn is de kans op een anatomische afwijking op corpus alienum klein. Het snelle genezingsproces van 5 dagen alsook de beperkte klachten pleiten tegen een bacteriële superinfectie. Een neusverkoudheid bij kinderen kan gepaard gaan met koorts en dit is normaal. Er wordt doorverwezen bij: Kinderen jonger dan 1 maand met koorts binnen enkele uren naar de kinderarts, ongeacht de aanwezigheid van een rhinitis (of rinosinusitis); Kinderen tussen 1-3 maanden met rinosinusitis en koorts indien zij een zieke indruk maken binnen enkele uren naar de kinderarts; Kinderen met tekenen van ernstig algemeen ziek zijn, zoals dehydratie, sufheid of apathie (vooral bij kinderen jonger dan 1 jaar), direct naar de kinderarts; Patiënten met alarmsymptomen direct naar de kno-arts, kinderarts of neuroloog. 80. Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a., blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J., blz Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J., blz Farmacotherapeutisch Kompas. blz. GEEN OPGAVE 87. Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz Anamnese en lichamelijk onderzoek (7e dr. 2014) Meer van der J. e.a., blz Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz. 8-11, FEEDBACK: Bij een normaal trommelvlies wordt bij otoscopie de lichtreflex in het vooronderkwadrant gezien. Dit omdat het trommelvlies op die plaats loodrecht op de invallende stralenbundel staat. Dit is echter alleen het geval bij een normale stand en consistentie van het trommelvlies. Een lichtreflex elders dan in het vooronderkwadrant (doorgaans ter plaatse van de pars flaccida) duidt op een ingetrokken trommelvlies. Als de ligamenten mallei anterius en posterius zijn geaccentueerd duidt dat ook op een ingetrokken trommelvlies. Echter, dit is niet in de casus beschreven. De chorda tympani is een tak van de nervus facialis die door het middenoor loopt. Deze structuur is (afhankelijk van de helderheid van het trommelvlies) te zien bij otoscopie. Myringosclerose is littekenvorming op het trommelvlies, een restverschijnsel van otitiden. Het trommelvlies staat in de normale toestand schuin in de gehoorgang (van dorsolateraal naar ventromediaal). Bij de normale stand van het trommelvlies is het achteronderkwadrant het dichtst bij en het vooronderkwadrant het verst verwijderd van de onderzoeker. 90. Human molecular genetics (4th ed. 2010/2011) Strachan T. e.a., blz Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz FEEDBACK: In tegenstelling tot de overige diagnoses is alleen bij PMR de BSE verhoogd en er is een snelle reactie op prednison in de aangegeven dosering. 93. Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a., blz FEEDBACK: Sensitiviteit is de proportie positieven onder de zieken, de terecht positieven, ofwel de proportie van de groep personen met de onderzochte ziekte die met de indextest (diagnostische test waarvan de diagnostische eigenschappen worden onderzocht) terecht als ziek geclassificeerd wordt. Specificiteit is de proportie negatieven onder de niet-zieken, de terecht negatieven, ofwel de proportie van een groep personen zonder de onderzochte ziekte die met de indextest terecht als niet-ziek geclassificeerd worden. In de casus wil de sensitiviteit van % dus zeggen dat % een (terecht) positieve test heeft. De rest (0-11%) heeft dus een (fout) negatieve test: in werkelijkheid een ruptuur, maar geen ruptuur zichtbaar op de echo. 94. Fysische diagnostiek: uitvoering en betekenis van het lichamelijk onderzoek (2e herz. dr. 2015) Jongh de T. e.a., blz. 315 FEEDBACK: De proef van Bragard: bij het passief heffen van het gestrekte been tot net onder het niveau waar de pijn geluxeerd wordt, veroorzaakt dorsoflexie van de voet een toename van de uitstraling in het been. De proef van Kemp: in staande houding wordt de patiënt achterovergebogen en vervolgens in de richting van de aangedane zijde. Bij een positieve testuitslag geeft de patiënt pijn aan in de rug, uitstralend naar het been. De proef van Lasègue: bij een positieve testuitslag luxeert passief heffen van het gestrekte been uitstralende pijn langs de zijkant of achterkant van het aangedane been. De hoek waaronder pijn ontstaat, wordt aangegeven. De proef van Naffziger: de vv jugulares worden gecomprimeerd. De druk op beide vv jugulares veroorzaakt toename van pijn in het aangedane been door verhoging van de intraspinale liquordruk (bij een positieve testuitslag). 95. Robbins basic pathology (9e ed. 2013) Kumar V. e.a., blz ,1301 FEEDBACK: Neurodegeneratie van de voorhoorncellen is het onderliggende mechanisme bij amyotrofische lateraal sclerose en bevinden zich

4 in het myelum, niet in de hersenen. Bij multiple sclerose is er sprake van demyelinisatie van de witte stof waardoor de zenuwgeleiding blokkeert waardoor uitvals- en prikkelingsverschijnselen optreden. Bij de ziekte van Alzheimer is er sprake van bèta-amyloïd en tau-proteïne depositie, de zogenoemde seniele plaques en neurofibrillaire kluwens. Spongiforme transformatie van de cortex ontstaat bij de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. 96. Nelson essentials of pediatrics (7th ed. 2014/2015) Marcdante K. e.a., blz FEEDBACK: Bij centrale pubertas praecox is er toename testisvolume. 97. Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz FEEDBACK: Om de combinatie van stem- en slikklachten te kunnen verklaren na manipulatie in het mediastinum komt alleen de n. laryngeus inferior (= n. recurrens) hiervoor in aanmerking. 98. Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz Leerboek urologie (3e herz. dr. 2013) Bangma C., blz. GEEN OPGAVE 100. Rang and Dale's pharmacology (7th ed. 2011/2012) Rang H. e.a., blz Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a., blz. content.aspx?bookid=1130&sectionid= Accessed November 23, Neurologie (6e herz. dr. 2015) Hijdra A. e.a., blz. 386 FEEDBACK: Het beschreven aangedane gebied van pink en laterale zijde van de ringvinger wordt geïnnerveerd door de n. ulnaris. De N. medianus bestrijkt het gebied van de distale delen van de ringvinger, middelvinger, wijsvinger en duim. De n. radialis heeft uitlopers in o.a. de onderarm, proximale delen van de 3 vingers aan de duimzijde en duim en in de hand aan de duimzijde NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Subfertiliteit Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. GEEN OPGAVE 105. Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a., blz Leerboek kindergeneeskunde (2e geh. herz. dr. 2015) Heymans H. e.a., hfdst. 12, Reumatische aandoeningen, blz Leerboek kindergeneeskunde (2e geh. herz. dr. 2015) Heymans H. e.a., hfdst. 31, blz Handboek gezondheidsrecht (6e dr. 2014) Leenen H. e.a., blz Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a., blz FEEDBACK: Deze neurotoxinen binden en remmen het acetylcholinesterase enzym. Acetylcholine wordt niet afgebroken en de postsynaptische receptor blijft actief, doordat deze continu verzadigd blijft Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz FEEDBACK: Chirurgische debulking wordt uitgevoerd bij ovariumcarcinomen waarbij de ziekte niet beperkt is tot de genitalia interna. De voordelen van chirurgische debulking zijn: vermindering van gastro-intestinale klachten bij een groot tumorvolume en daarmee verbetering van algemene conditie; verhoging van de effectiviteit van cytostatica onder andere door betere doorbloeding van kleine tumorpartikels die overblijven; verbetering van de mogelijkheden tot immuunrespons van de patiënt zelf tegen de tumor Anamnese en lichamelijk onderzoek (7e dr. 2014) Meer van der J. e.a., blz Clinical surgery (3e ed. 2012) Henry M. e.a., blz Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a., blz. GEEN OPGAVE 114. Leerboek orthopedie (3e herz. dr. 2013) Verhaar J. e.a., blz. GEEN OPGAVE 115. Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., blz. GEEN OPGAVE 116. Essential surgery: problems, diagnosis and management (5th ed. 2014) Quick C. e.a., blz. GEEN OPGAVE 117. Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a., blz. 383: Sjögren's Syndrome 118. Leerboek urologie (3e herz. dr. 2013) Bangma C., blz. 29 FEEDBACK: Bij een uretero-ileocutaneostomie volgens Bricker wordt na de verwijdering van de blaas een stukje dunne darm uit de continuïteit geïsoleerd, het orale uiteinde gesloten en worden hierop de ureters ingehecht. Het aborale einde wordt als een stoma in de buikwand gehecht. De urine loopt continu in een opvangzakje, want het stukje darm heeft geen reservoirfunctie NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Anemie FEEDBACK: IJzergebrekanemie bij een vrouw ouder dan 50 jaar zonder hevig menstrueel bloedverlies is een reden voor een coloscopie. Alleen starten met ferrofumaraat is niet afdoende. Als de coloscopie geen afwijkingen laat zien, is een gastroscopie geïndiceerd. Afhankelijk van de uitslag kan hierna met een internist overlegd worden. Er is nu geen indicatie om naar een hematoloog te verwijzen. Bij een overig gezonde patiënte overweegt de huisarts pas bij een Hb < 5 mmol/l een verwijzing voor bloedtransfusie NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Zwangerschap en kraamperiode 121. RIVM. LCI-Richtlijnen. blz. /Documenten_en_publicaties/Professioneel_Praktisch/Richtlijnen/Infectieziekten/LCI_richtlijnen/LCI_richtlijn_Zesde_ziekte 122. Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a., blz FEEDBACK: Continue capillairen hebben een ononderbroken endotheellaag en een lamina basalis. Deze capillairen worden onder andere gevonden in het zenuwstelsel en vormen onderdeel van de bloed-hersenbarrière. Gefenestreerde capillairen met diafragma wordt gevonden in de endocriene klieren en het darmkanaal. Gefenestreerde capillairen zonder diafragma komen voor in de nierglomerulus. Discontinue capillairen komen voor in hemopoëtische organen, zoals het beenmerg en de milt Robbins basic pathology (9e ed. 2013) Kumar V. e.a., blz. 613 FEEDBACK: Het zien van één Auerse staaf geeft direct richting aan de classificatie van een hematologische aandoening: een blast met een Auerse staaf is altijd maligne; de Auerse staaf is daarnaast een onherroepelijk bewijs voor de myeloïde afkomst van een hematologische maligniteit zoals de acute myeloïde leukemie NHG-standaarden voor de huisarts. blz. COPD (3e herziening). NHG-Werkgroep Astma bij volwassenen en COPD. Huisarts Wet 2015;58(4): FEEDBACK: Salbutamol is een SABA (short-acting-bèta-2-agonist) en ipratropium is een SAMA (short acting muscarinic antagonist). Wanneer de behandeldoelen niet behaald worden (aanhoudend klachten van dyspneu, exacerbaties, nachtelijke klachten en bij patiënten met (matig) ernstige luchtwegobstructie (FEV1 < 80% van voorspeld), wordt overgestapt op een onderhoudsbehandeling met een langwerkende luchtwegverwijder: een LABA (long acting bèta-2-agonist) zoals formoterol of salmeterol of; een LAMA (long acting muscarinic antagonist) zoals tiotropium. Overweeg het toevoegen van inhalatiecorticosteroïden (o.a. fluticasonpropionaat) gedurende één jaar alleen bij patiënten met frequente ernstige exacerbaties (twee of meer kuren prednisolon of een antibioticum of ziekenhuisopname in verband met COPD per jaar), ondanks onderhoudsbehandeling met een langwerkende luchtwegverwijder. Omdat matig tot ernstig zieke patiënten het meeste baat

5 hebben bij antibiotica, wordt aanbevolen de behandeling van een exacerbatie met antibiotica te reserveren voor patiënten met ernstig COPD of voor patiënten met klinische infectieverschijnselen (temperatuur > 38 graden Celsius of algemeen ziekzijn). Voor de medicamenteuze behandeling van een ernstige exacerbatie zonder alarmsymptomen. Wacht het effect van de luchtwegverwijders bij een ernstige exacerbatie ter plaatse af; in minder ernstige gevallen kan een controle binnen enkele uren worden afgesproken. Bij verbetering geef een orale kuur prednisolon Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J., blz Essentials of clinical geriatrics (7th upd. ed. 2013) Kane R., chapter 7. Diagnosis and Management of Depression 127. Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz FEEDBACK: Bij deze patiënt met een minimale GCS moet eerst geïntubeerd en geventileerd worden. Dit om hypoxie en hypercapnie te voorkomen hetgeen de cerebrale perfusie en intracraniële druk kan verhogen. Daarna kan aanvullend onderzoek worden verricht naar de onderliggende oorzaak van de GCS-daling Human physiology: from cells to systems (9th ed. 2016) Sherwood L., blz Probleemgeoriënteerd denken in de geriatrie: een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek (2e herz. dr. 2012) Olde Rikkert M. e.a., blz Oncologie (8e herz. dr. 2011) Velde van de C. e.a., hfdst. longcarcinoom 131. FEEDBACK: Een typische of enkelvoudige koortsconvulsie treedt op bij kinderen tussen 6 maanden en 4 jaar oud, bij een temperatuur hoger dan 38,5 graden Celsius, is gegeneraliseerd van karakter en duurt niet langer dan 10 tot 15 minuten. Een asymmetrisch (begin van een) insult wijst op gelokaliseerde epilepsie, hetgeen niet past bij een koortsconvulsie. Dit vereist aanvullend onderzoek in de vorm van een EEG en eventueel beeldvorming Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a., blz CURRENT Diagnosis & Treatment Physical Medicine & Rehabilitation (2015) Maitin I. e.a., chapter Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a., blz. 371 FEEDBACK: De twee voor schildklierchirurgie specifieke complicaties zijn persisterende hypocalciëmie (1-3% van de gevallen door hypo- of aparathyreoïdie ten gevolge van beschadiging of ischemie van de bijschildklieren) en heesheid (in 0,5-2% van de gevallen door stembandstilstand ten gevolge van beschadiging van de nervus recurrens). Postoperatieve hypocalciëmie is in het algemeen van voorbijgaande aard en wordt op geleide van de symptomen behandeld met orale calciumsuppletie en vitamine D Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a., blz. 298 FEEDBACK: De ziekte van Von Willebrand is een stollingsstoornis. Door een tekort aan het stollingseiwit Von Willebrand factor (vwf), stolt het bloed moeilijker en zullen bloedingen langer aanhouden. Type 1 (60-80%) is de meest voorkomende vorm en wordt bij meisjes vaak pas tijdens de pubertijd gediagnosticeerd op het moment dat zij beginnen te menstrueren. Veel patiënten ondervinden weinig last van de aandoening, echter bij ernstig letsel of chirurgische ingrepen dient men waakzaam te zijn. Klinische symptomen zijn slijmvliesbloedingen, blauwe plekken en menorragie. Bij Factor V Leiden is de stolling juist verhoogd. Dit geeft meer kans op trombose vorming in de vaten. De verhoogde bloedingsneiging zoals in de casus is beschreven past hier niet bij. Bètathalassemie zorgt voor aantasting van het hemoglobinemolecuul en geeft klachten van anemie. Het heeft verder geen effect op de bloedstolling. Hemofilie is een X-gebonden recessieve aandoening en komt zodoende alleen bij mannen voor waardoor deze diagnose direct afvalt Leerboek gezondheidsrecht (3e herz. dr. 2013) Engberts D. e.a., blz. 71 FEEDBACK: Een rechterlijke machtiging op eigen verzoek is vooral relevant voor verslaafden die in het beginsel bereid zijn een behandeling te ondergaan, maar bang zijn dat deze bereidheid tijdens die behandeling komt te ontbreken. Het verzoek moet vergezeld worden door een behandelplan, dat samen met een psychiater is gemaakt. De voorwaarden van deze RM op eigen verzoek is dat er sprake moet zijn van een geestelijke stoornis en van gevaar. De duur van de machtiging is minimaal 6 maanden en maximaal een jaar. Een machtiging tot voortgezet verblijf kan worden aangevraagd na afloop van een reguliere voorlopige machtiging. Een voorwaardelijke machtiging is juist bedoeld om patiënten niet in een instelling te laten belanden door hen in de thuissituatie een behandeling te laten ondergaan (medicatie) onder sterke drang. Zelfbinding is voor patiënten met wisselende perioden, waarbij in een slechte periode tijdig tot opname kan worden overgegaan zonder dat zij op dat moment al direct een gevaar vormen. Hierover worden exacte afspraken gemaakt wanneer zij in een goede periode verkeren Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J., hfdst Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J., hfdst How to read a paper: the basics of evidence-based medicine (5th ed. 2014) Greenhalgh T., hfdst. 3 en Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J., hfdst Medical microbiology (8th ed. 2016) Murray P. e.a., hfdst. hepatitis etc Leerboek kindergeneeskunde (2e geh. herz. dr. 2015) Heymans H. e.a., hfdst. 21: Psychische problemen en psychiatrische stoornissen 144. Kumar & Clark's clinical medicine (9th ed. 2016/2017) Kumar P. e.a., hfdst NHG-Standaarden voor de huisarts (2015) deel 1 en 2, blz Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz FEEDBACK: Cystische fibrose is een erfelijke aandoening waarbij de epitheliale chloridekanalen defect zijn. De diagnose CF kan gesteld worden met behulp van een zweettest. De chloridekanalen in de huid kunnen door dit defect geen chloride en natrium terug resorberen uit het zweet waardoor de concentratie van beide ionen in het zweet verhoogd is en het zweet veel zouter is dan bij gezonde mensen. Het omgekeerde wordt gezien in het slijm van de luchtwegen. Daar zorgt het defect er juist voor dat er te veel chloride en natrium geresorbeerd wordt waardoor het slijm taai wordt Neurologie (5e dr. 2013, 2e opl. 2013) Hijdra A. e.a., blz FEEDBACK: Frontotemporale dementie begint met corticale degeneratie in de frontaalkwabben, zodat in de beginfase veranderingen in de persoonlijkheid en gedragsstoornissen op de voorgrond staan. Het gaat om typische frontale stoornissen: asociaal gedrag met agressieve en seksuele ontremming. Later ontstaan stoornissen van geheugen en taal. Zowel Lewy-body dementie als de ziekte van Alzheimer heeft een ander klinisch beloop. Voor een vasculaire dementie heeft deze patiënt onvoldoende aanwijzingen in de voorgeschiedenis en het geleidelijk ontstaan van de symptomen past hier niet bij The immune system (4th ed. 2014/2015) Parham P., blz Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz FEEDBACK: Wanneer de placenta nog in het corpus van de uterus ligt zal de hangreep van Küstner negatief zijn: de navelstreng wordt mee naar binnen getrokken. Als de placenta geheel of gedeeltelijk los ligt, drijven de nageboorteweeën de placenta in het onderste uterussegment.

6 Als de placenta los ligt in het onderste uterussegment, komt de navelstreng bij de handgreep van Küstner naar buiten (Küstner positief) of verandert niet van plaats Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a., blz. 649 FEEDBACK: Immunoglobuline A (IgA) is een belangrijk bestanddeel van moedermelk. Deze IgA is gericht tegen antigenen van de darmflora van de moeder en zal de zuigeling dus immunologische bescherming bieden tegen darminfecties door middel van passieve immunisatie FEEDBACK: A is onjuist omdat ook een sterftereductie binnen 2 jaar relevant is. B is onjuist omdat er een significant verschil is op het relevante eindpunt. C is juist omdat je geen informatie hebt over initiële verschillen tussen de groepen in ernst van de ziekte Klinische neurologie (17e herz. dr. 2012) Kuks J. e.a., blz FEEDBACK: Een subarachnoïdale bloeding is een levensbedreigende situatie waarbij sprake is van een bloeding binnen de subarachnoïdale (liquor)ruimten, meestal (80%) vanuit een geruptureerd aneurysma, soms (10%) vanuit een arterioveneuze malformatie. De klachten hebben een karakteristiek begin met peracute hoofdpijn (vaak optredend na het voelen van een knapje ) meestal tijdens inspanning. Doorgaans gaat de hoofdpijn gepaard met nekstijfheid en braken en in een aantal gevallen met een passagère of blijvend bewustzijnsverlies of verwardheid. Een epiduraal of subduraal hematoom ontstaat meestal als gevolg van een trauma capitis. Intracerebrale bloedingen kunnen ontstaan na een trauma capitis of in het kader van een bloedig CVA. Kenmerkend zijn dan de neurologische uitvalsverschijnselen Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a., blz Leerboek medische ethiek (4e herz.dr. 2013) Have ten J. e.a., hfdst Leerboek epidemiologie (7e herz. dr. 2016) Bouter L. e.a., blz Medical biochemistry (4th ed. 2014) Baynes J. e.a., blz Medical biochemistry (4th ed. 2014) Baynes J. e.a., blz Clinical respiratory medicine (4e ed. 2012) Spiro S. e.a., blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (4e dr. 2016) Jongh de T. e.a., blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (4e dr. 2016) Jongh de T. e.a., blz Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a., blz FEEDBACK: alle drie zijn segmentale zenuwen die in de omgeving van het lieskanaal lopen. De nervus ilioinguinalis loopt met de funiculus door het lieskanaal en wordt daarom het frequentst beschadigd. De andere twee zijn door hun ligging veel minder at risk Leerboek gezondheidsrecht (3e herz. dr. 2013) Engberts D. e.a., blz Fitzpatrick's dermatology in general medicine (8e ed. 2012) Goldsmith L. e.a., chapter 66: Dermal Hypertrophies and Benign Fibroblastic/myofibroblastic tumors 166. Vander's human physiology: the mechanisms of body function (12th ed. 2011) Widmaier E. e.a., blz. 329 FEEDBACK: Plasma cortisolspiegels zijn verhoogd door de hormoonproducerende tumor. Dit resulteert in verlaagde spiegels van ACTH en CRH in het bloed, vanwege het negatieve feedbacksysteem. Door de lage spiegels ACTH wordt er minder cortisol geproduceerd door de rechter bijnierschors. Deze zal op den duur atrofiëren. ACTH wordt door de hypofyse geproduceerd, CRH door de hypothalamus en cortisol door de bijnierschors NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Lichen sclerosus FEEDBACK: Lichen sclerosus wordt in eerste instantie gekenmerkt door vaak jeukende, witte parelmoerachtige, soms vooral aan de rand wat erythemateuze maculae, papels en plaques. Dit wordt gevolgd door een atrofische fase die veelal gepaard gaat met verlittekening en schrompeling van de huid, ook treden in de laesies snel hematomen op. De voorkeurslokalisatie is de regio anogenitalis waar de afwijkingen kunnen leiden tot dyspareunie. Vitiligo kent eveneens het anogenitale gebied als voorkeurslokalisatie, echter is hierbij doorgaans geen sprake van jeuk/pijn en is er klinisch alleen sprake van gedepigmenteerde maculae. De witte maculae passen niet bij postmenopauzale atrofie of candidiasis Fysische diagnostiek: uitvoering en betekenis van het lichamelijk onderzoek (2e herz. dr. 2015) Jongh de T. e.a., blz. 177 FEEDBACK: De urethra bevindt zich ventraal in de penis. Bij verdenking op een urethrastrictuur kan ventraal de urethra worden gepalpeerd op de aanwezigheid van een fibrotisch traject. Urethrastricturen zijn de meest voorkomende oorzaak van geobstrueerde mictie bij jonge mannen. Bij jonge mannen is de oorzaak veelal idiopathisch, terwijl bij oudere mannen iatrogene oorzaken op de voorgrond staan NHG-standaarden voor de huisarts. blz. diverticulitis FEEDBACK: Diverticulitis is een ontsteking van één of meer divertikels in het colon. Diverticulitis recidiveert regelmatig en geeft verschijnselen als pijn met name links onder in de buik, dyspeptische klachten, defecatieverandering, misselijkheid, braken en koorts. Laboratoriumonderzoek toont verhoogde ontstekingsparameters. De leeftijd van de vrouw (45 jaar) is atypisch, diverticulose neemt toe vanaf de leeftijd van 50 jaar. Een appendicitis acuta is gezien de lokalisatie van de pijn minder waarschijnlijk. Deze presenteert zich meestal met pijn rechts onder in de buik. Morbus Crohn is een chronische aandoen van het maag- darmstelsel. Een eerste presentatie op 45-jarige leeftijd is erg onwaarschijnlijk. Er zijn geen aanwijzingen voor salpingitis aangezien er bij vaginaal toucher geen opstoot- of slingerpijn aanwezig is Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a., blz Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz. 197 FEEDBACK: Dermatitis perioralis is een uit erytheem en pustels bestaande eruptie rond de mond en soms rond neus en ogen. Veelal ziet men een vrije zone rond het lippenrood. Corticosteroïden kunnen aanvankelijk een verbetering geven doordat de lokale ontsteking wordt onderdrukt, maar zorgen uiteindelijk voor instandhouding of zelfs verergering van de klachten. De behandeling bestaat dan ook (onder andere) uit het staken van corticosteroïden Farmacotherapeutisch Kompas. blz. geneeskundige tekst solifenacine 173. NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Acute diarree FEEDBACK: De dagdosering is 20 (kg) x 20 (mg) = 400 mg. In 1 ml suspensie zit 40 mg metronidazol. Per dag is dit 10 ml. Dit wordt verdeeld in 3 doses, elk 3,33 ml. Afgerond in hele getallen is dit 3 ml per gift Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz FEEDBACK: Het nefrotisch syndroom wordt gekenmerkt door een verlies van plasma-eiwitten in de urine door een verhoogde doorlaatbaarheid van de glomeruli. De kernsymptomen van het nefrotisch syndroom zijn sterke proteïnurie (> 3.5g/dag), hypoproteïnemie (serumalbumineconcentratie <25-30 g/l) en oedeem. De oedemen zijn gelokaliseerd op de plaatsen waar de hoogste hydrostatische druk voorkomt: na bedrust in het gelaat en de handen en na lopen aan de benen. Ook is er vaak sprake van hyperlipoproteïnemie, die zich vooral uit in een verhoogd serumcholesterol- en serumtriglyceridengehalte. Bij zowel het acuut nefritisch syndroom als chronische glomerulonefritis staan hematurie en hypertensie meer op de voorgrond.

7 175. Klinische neurologie (17e herz. dr. 2012) Kuks J. e.a., blz. 394 FEEDBACK: een dystonie is een langzaam draaiende, wringende beweging van spieren. Vaak zijn de contraherende spiergroepen elkaars antagonisten, waardoor deze draai- en wringbewegingen ontstaan. De dystonie kan in alle spiergroepen optreden, maar komt voornamelijk voor in het hoofdhalsgebied. In deze casus gaat het om een bekende, maar vaak gemiste, bijwerking van metoclopramide. Acute dystonie ontstaat vrijwel altijd kort na het starten van het middel of na een dosisverhoging. Door een parenteraal toegediend anticholinergicum verdwijnt dit verschijnsel meestal snel NHG-standaarden voor de huisarts. blz. anemie 177. Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a., hfdst Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a., chapter 300: Deep Venous Thrombosis and Pulmonary Thromboembolism FEEDBACK: Bij geringe verdenking: eerst D-dimeren. Bij hoge verdenking direct Echo Vander's human physiology: the mechanisms of body function (12th ed. 2011) Widmaier E. e.a., blz FEEDBACK: cortisol is een hormoon dat geproduceerd wordt in de bijnierschors. Andere hormonen die ook geproduceerd worden in de bijnierschors zijn androgeen en aldosteron. Het bijniermerg zorgt voor de productie van epinefrine en norepinefrine. In de nieren wordt erytropoetine en 1,25-hydroxyvitamine D geproduceerd Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz FEEDBACK: Tuberculose is een infectieziekte en komt meestal voor in de longen (55%). De symptomen bestaan uit hoesten, hemoptoë, koorts, nachtzweten, vermoeidheid en vermagering. Deze verschijnselen zijn niet erg specifiek. Kenmerkende bevinding op een thoraxfoto bij tuberculose is holtevorming (cavernen), met name in de bovenkwabben. De ziekte komt vooral voor in situaties waarin mensen dicht op elkaar wonen, zoals in asielzoekerscentra. Aspergillose wordt voornamelijk gevonden in pre-existente holten als gevolg van bijvoorbeeld tuberculose, sarcoïdose of bronchiëctasieën en bij patiënten in neutropenie. De klachten kunnen lijken op de klachten bij tuberculose, echter de afwijkingen op de thoraxfoto zijn anders. Op een HR-CT is in de vroege fase een zogenaamd halo-sign en in de late fase een crescent-sign te zien. Een bronchuscarcinoom is hier minder waarschijnlijk. De afwijkingen op de thoraxfoto passen hier niet bij. Ook is de man nog vrij jong voor het ontwikkelen van een maligniteit. Sarcoïdose is een systeemziekte en wordt gekenmerkt door granuloomvorming en verhoogde T-celactiviteit. De combinatie van sarcoïdose en HIV is zeer zeldzaam gezien de verminderde hoeveelheid T-cellen bij HIV patiënten. De klachten gaan ook vaak samen met erythema nodosum Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a., blz FEEDBACK: Bij een aanpassingsstoornis is er sprake van ontwikkeling van emotionele en/of gedragsmatige symptomen als reactie op een aanwijsbare stressor die optreden binnen drie maanden na het begin van de stressor. Zodra de stressor of de gevolgen daarvan zijn verdwenen, persisteren de symptomen niet langer dan nog eens zes maanden. Patiënten met een aanpassingsstoornis zijn de controle over de situatie verloren. De coping schiet tekort en de patiënt komt daarmee in een crisis terecht: de reactie is sterker dan op grond van blootstelling aan die stressor verwacht mag worden, of leidt tot een aanzienlijke beperking in sociaal of beroepsmatig functioneren. In tegenstelling tot een acute stress stoornis waarbij het om een reactie gaat op een psychotraumatische gebeurtenis die buiten het bereik van de normale adaptatie valt (bijv. gewelddadige overval, misbruik). In deze casus lijkt er geen sprake van een sombere stemming en ook het plezier bij het op zijn kleinzoon passen pleit tegen een depressieve stoornis Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a., blz. 368 FEEDBACK: Bij het voorschrijven van SSRI s (selectieve serotonine heropname remmer: zoals citalopram in deze casus), is het belangrijk om de medicatie langzaam op te hogen tot de streefdosering om de kans op bijwerkingen in de beginfase te verminderen. Patiënten met een paniekstoornis zijn erg gevoelig voor serotonerge bijwerkingen in het begin van de behandeling. Men moet bij behandeling rekening houden dat in de eerste weken het angstniveau en de paniekaanvallen in ernst en frequentie kunnen toenemen. Er kan dan op zo nodig basis kortdurend een benzodiazepine aan de medicatie worden toegevoegd Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz FEEDBACK: Zowel foliumzuurdeficiëntie als vitamine-b12-deficiëntie kunnen het gevolg zijn van een deficiëntie in het dieet en geven een macrocytaire anemie waarbij vermoeidheid optreed. Een vitamine-b12-deficiëntie zorgt echter ook voor een demyelinisatie van de perifere zenuwen waardoor er paresthesieën kunnen ontstaan NHG-standaarden voor de huisarts. blz. het rode oog FEEDBACK: Iridocyclitis (uveïtis anterior) is een ontsteking van de iris en het corpus ciliaire. Het treedt relatief frequent op bij mensen met een reumatologische aandoening. Bij het typische beeld ontstaat er een ciliare roodheid, lichtschuwheid, pijn en een vernauwde pupil die slecht reageert op licht. Daarentegen ontstaat er bij acuut glaucoom juist een lichtstijve wijde pupil. Een conjunctivitis en een keratitis geven in principe geen gestoorde pupilreacties NHG-standaarden voor de huisarts. blz. /Samenvattingskaartje-NHGStandaard/M60_svk.htm 187. NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Zwangerschap en kraamperiode FEEDBACK: Bij deze patiënte moet pre-eclampsie uitgesloten worden. In eerste instantie moet de bloeddruk worden gemeten Leerboek gezondheidsrecht (3e herz. dr. 2013) Engberts D. e.a., blz FEEDBACK: In de geschetste casus is er sprake van een noodsituatie waarbij de patiënt een gevaar is voor zichzelf en zijn omgeving en er sprake is van een (vermoeden op) een psychiatrische stoornis. Er is bovendien geen mogelijkheid om het gevaar op andere wijze af te wenden. In deze situatie is direct ingrijpen gerechtvaardigd waarvoor de spoedprocedure de inbewaringstelling in het leven is geroepen. Is er geen sprake van een acuut gevaar, wel van een vastgestelde psychiatrische stoornis en niet van een mogelijkheid om het gevaar op andere wijze af te wenden, dan volgt een procedure ter verkrijging van een rechterlijke machtiging. Een artikel 60 procedure is een regeling voor opname zonder rechtelijke tussenkomt in een zorginstelling en een verpleeginstelling voor patiënten met een verstandelijke beperking respectievelijk psychogeriatrische patiënten die niet in staat zijn bereidheid tot opneming te tonen dan wel zich tegen opneming te verzetten. De inbewaringstelling, rechtelijke machtiging en de artikel 60 procedure vallen onder de wet bijzondere opneming in psychiatrische ziekenhuizen. De WGBO is niet bedoeld voor vrijheidsbeperking, behalve als het gaat om het herstel van een somatische ingreep waardoor tijdelijk vrijheidsbeperking aan de orde kan zijn. Een gedwongen behandeling op grond van de WGBO kan alleen onder de volgende voorwaarden: patiënt is wilsonbekwaam en verzet zich tegen de behandeling, de vertegenwoordiger stemt in met de behandeling en ernstig nadeel kan door de behandeling worden voorkomen voor patiënt Sobotta: Atlas of Human Anatomy. Volume 2: Internal Organs (15th rev. ed. 2013) Paulsen F. e.a., blz. GEEN OPGAVE 190. Essential cell biology (4th ed. 2013/2014) Alberts B. e.a., blz. 433

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - MEI

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - MEI GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2015 Vervallen items (n=5): 27, 28, 32, 144, 151. Sleutelwijzigingen (n=2): 3 en 158 Nr. Antwoord Literatuur 1. B

Nadere informatie

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - DECEMBER

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - DECEMBER GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2013 vervallen vragen (n=12): 6, 15, 17, 27, 49, 101, 114, 123, 154, 159, 177, 183 sleutelwijzigingen (n=1):

Nadere informatie

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - MEI

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - MEI GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2014 Vervallen items (n=15): 3, 35, 41, 47, 56, 64, 67, 69, 78, 136, 140, 164, 179, 182, 192; Geen sleutelwijzigingen.

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - FEBRUARI

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - FEBRUARI ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - FEBRUARI 2015 Vervallen vragen (n=17: 16, 23, 57, 59, 97, 108, 118, 127, 141, 180, 184, 187, 188, 189, 191, 197 en 200) Sleutelwijzigingen

Nadere informatie

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - SEPTEMBER

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - SEPTEMBER GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2014 vervallen vragen (n=11): 2, 13, 57, 68, 75, 87, 110, 113, 148, 158, 187 ; sleutelwijzigingen (n=2): 149

Nadere informatie

017 C Hengeveld e.a. Leerboek Psychiatrie, 2e druk, 2e oplage, Hfdst. 11.1: angststoornissen

017 C Hengeveld e.a. Leerboek Psychiatrie, 2e druk, 2e oplage, Hfdst. 11.1: angststoornissen ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2014 Vervallen vragen (n=9): 60, 91, 96, 99, 100, 101, 143, 150 en 174. Sleutelwijzigingen (n=4): 52, 56, 75 en 194. Nr.

Nadere informatie

Prednison (corticosteroïden)

Prednison (corticosteroïden) Prednison (corticosteroïden) Uw behandelend maag-darm-leverarts heeft u Prednison voorgeschreven in verband met een ontstekingsziekte van de darm. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel. Heeft

Nadere informatie

Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd

Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd Lotte Sondag, AIOIS neurologie Ewoud van Dijk, neuroloog Inhoud Casusbeschrijving Cerebraal veneuze sinustrombose Anatomie Pathofysiologie Epidemiologie en

Nadere informatie

Casusschetsen astma/copd

Casusschetsen astma/copd Casusschetsen astma/copd 7 augustus 2000 Casusschets 1 Mevr. N, is een 26 jarige adipeuze Surinaamse vrouw die sinds 1994 in Nederland woonachtig is. Sinds haar komst naar Nederland heeft zij in wisselende

Nadere informatie

Prednison (corticosteroïden)

Prednison (corticosteroïden) Prednison (corticosteroïden) Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl Uw MDL-arts (maag-, darm- en leverarts) heeft u Prednison voorgeschreven

Nadere informatie

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker Ik ben zo benauwd Titia Klemmeier/Josien Bleeker dyspneu ademnood kortademigheid benauwdheid Bemoeilijkte ademhaling Programma Inventarisatie leerdoelen Kennis over de praktijk? Alarmsymptomen Achtergrond

Nadere informatie

Kernboekenlijst Opleiding geneeskunde VUmc

Kernboekenlijst Opleiding geneeskunde VUmc Kernboekenlijst Opleiding geneeskunde VUmc Bachelorjaar 1: cohort 2014 2015 Bachelorjaar 2: cohort 2013 2014 Bachelorjaar 3: cohort 2012 2013 Masterjaar 1: cohort 2011 2012 Masterjaar 2: cohort 2010 2009

Nadere informatie

Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem. Urticaria = galbulten = netelroos

Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem. Urticaria = galbulten = netelroos Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem Urticaria = galbulten = netelroos Urticaria Urticaria komen veel voor: ¼ volwassenen heeft het wel eens gehad Kenmerkend zijn snel wisselende kwaddels (bleek) daaromheen

Nadere informatie

Prednison of Prednisolon

Prednison of Prednisolon Prednison of Prednisolon Prednison of Prednisolon Uw maag, darm- en leverarts heeft in overleg met u besloten u te gaan behandelen met Prednison. Dit geneesmiddel dient ter behandeling van de ziekte van

Nadere informatie

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012 Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk Warffum 2012 Onderwerpen CRP, bezinking of beide CRP bij acuut hoesten CRP sneltest voor andere indicaties? CRP, bezinking of beide? Indicaties - infectie/ontsteking

Nadere informatie

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis

Nadere informatie

Prednis(ol)on. Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Prednis(ol)on. Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Prednis(ol)on Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Uw behandelend arts en/of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Prednis(ol)on. In deze folder krijgt u informatie over de

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro De Ziekte Van Behçet Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? De diagnose is voornamelijk klinisch. Het kan een tot vijf jaar

Nadere informatie

Prednison, prednisolon (corticosteroïden)

Prednison, prednisolon (corticosteroïden) Prednison, prednisolon (corticosteroïden) Uw behandelend arts heeft u prednison voorgeschreven. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan

Nadere informatie

Inleiding. Wat is infliximab

Inleiding. Wat is infliximab Infliximab-infuus Inleiding In overleg met uw maag-, darm-, leverarts (MDL-arts) gaat u starten met de behandeling infliximab. In deze folder vindt u informatie over infliximab, over de werking en de behandeling,

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro De Ziekte van Behçet Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? De diagnose is voornamelijk klinisch. Het kan een tot vijf

Nadere informatie

Antwoordformulieren open vragen

Antwoordformulieren open vragen Antwoordformulieren open vragen Bloktoets : 5O0 Datum : 9 juli 009 Aanvang : Studentnummer : Studentnaam :. BLOKTOETS STOFWISSELING 5O0 9 juli 009 Sint Radboud. Het uitvragen van de pijnklachten is van

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Prednison, Prednisolon. corticosteroïden

Prednison, Prednisolon. corticosteroïden Prednison, Prednisolon corticosteroïden Inhoudsopgave Werking 3 Gebruik 3 Bijverschijnselen 4 Aanvullende informatie 5 Methylprednison injecties 6 Vaccinaties 6 Sint Maartenskliniek 7 Colofon 8 2 U heeft

Nadere informatie

Prednis(ol)on. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Informatiefolder. N-ICC folder PRED uitgave november 2014

Prednis(ol)on. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Informatiefolder. N-ICC folder PRED uitgave november 2014 Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Informatiefolder N-ICC folder PRED uitgave november 2014 Deze folder is tot stand gekomen door samenwerkende IBD verpleegkundigen en MDL artsen

Nadere informatie

Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Prednison (corticosteroïden)

Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Prednison (corticosteroïden) Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Prednison (corticosteroïden) Maag-, Darm- en Leverziekten IJsselland Ziekenhuis Uw MDL-arts (maag-, darm- en leverarts) heeft u Prednison voorgeschreven

Nadere informatie

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis geclassificeerd?

Nadere informatie

TITELOVERZICHT BSL Academy Geneeskunde

TITELOVERZICHT BSL Academy Geneeskunde TITELOVERZICHT BSL Academy Geneeskunde BOEKEN Titel ISBN Jaar uitgifte Anamnese en advies** 9789031342792 2004 / 3e druk Anesthesia Student Survival Guide** 9780387097084 2010 Atlas of Anatomic Pathology

Nadere informatie

Uw behandeling met YERVOY (ipilimumab)

Uw behandeling met YERVOY (ipilimumab) Uw behandeling met YERVOY (ipilimumab) Patiëntenfolder YERVOY is onderworpen aan aanvullende monitoring. U wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Dit educatieve materiaal is een verplichte

Nadere informatie

huisartsennascholing 10 sept 2013

huisartsennascholing 10 sept 2013 huisartsennascholing 10 sept 2013 -polyneuropathie -restless legs syndrome Joost van Oostrom Afdeling Neurologie Rijnstate Programma (2x) WAAROM moeten we hier iets over weten WAT moeten we hierover weten

Nadere informatie

benoemen en adequate behandeling instellen een exacerbatie-management-plan op maat de ernst van een exacerbatie COPD kunnen

benoemen en adequate behandeling instellen een exacerbatie-management-plan op maat de ernst van een exacerbatie COPD kunnen de ernst van een exacerbatie COPD kunnen benoemen en adequate behandeling instellen een exacerbatie-management-plan op maat kunnen maken met de COPD-patiënt wat wordt er verstaan onder een (acute) exacerbatie

Nadere informatie

Informatie over de behandeling met het medicijn prednison bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Informatie over de behandeling met het medicijn prednison bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Patiënteninformatie Prednison Informatie over de behandeling met het medicijn prednison bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa 1234567890-terTER_ Prednison Informatie over de behandeling met het

Nadere informatie

De geriatrische patiënt op de SEH. SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie

De geriatrische patiënt op de SEH. SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie De geriatrische patiënt op de SEH SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie Relevante onderwerpen Delier Symptoomverarming Medicatie op de SEH Duur aanwezigheid patiënt op de SEH Delier

Nadere informatie

Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Ziekenhuis Gelderse Vallei Uw behandelend arts en/of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Prednis(ol)on. In deze folder krijgt

Nadere informatie

Trastuzumab (Herceptin )

Trastuzumab (Herceptin ) Trastuzumab (Herceptin ) Borstkanker (mammacarcinoom) De diagnose borstkanker is bij u vastgesteld. Dit wordt ook wel een mammacarcinoom genoemd. De behandeling van een mammacarcinoom bestaat uit een operatieve

Nadere informatie

Somatische comorbiditeit bij affectieve stoornissen

Somatische comorbiditeit bij affectieve stoornissen Somatische comorbiditeit bij affectieve stoornissen Monica Pop, Marleen van Beek & Aart Schene Afdeling Psychiatrie, Radboudumc NijCare Symposium, Nijmegen, 14 juni 2018 Hippocratische geschriften - vijfde

Nadere informatie

Syndroom van Guillain Barré

Syndroom van Guillain Barré Syndroom van Guillain Barré Inleiding U bent opgenomen op afdeling Neurologie met (verdenking) van het Guillain-Barré syndroom. In deze folder leest u meer over de aandoening en de behandeling. U kunt

Nadere informatie

Wijzigingen triage-criteria TriageWijzer, update 2014.

Wijzigingen triage-criteria TriageWijzer, update 2014. Wijzigingen triage-criteria TriageWijzer, update 2014. Alle ingangsklachten: Apathisch wordt: AVPU niet A; Vaatletsel wordt: Ischemie; Hoog letselrisico wordt: Hoog energetisch trauma Kleinere tekstcorrecties

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2017

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2017 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2017 Nr. Antwoord 1. A 16. A 2. B 17. B 3. A 18. A 4. B 19. B 5. D 20. C 6. B 21. C 7. B 22. A 8. B 23. A 9. A 24. B 10.

Nadere informatie

DUIZELIGHEID Keel-, Neus- en Oorheelkunde FRANCISCUS VLIETLAND

DUIZELIGHEID Keel-, Neus- en Oorheelkunde FRANCISCUS VLIETLAND DUIZELIGHEID Keel-, Neus- en Oorheelkunde FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Iedereen is wel eens duizelig geweest. Toch is het moeilijk om het begrip duizeligheid duidelijk te omschrijven. Er kan van alles

Nadere informatie

Buikwandpijnsyndroom Soms wordt in plaats van ACNES de Nederlandse term buikwandpijnsyndroom gebruikt.

Buikwandpijnsyndroom Soms wordt in plaats van ACNES de Nederlandse term buikwandpijnsyndroom gebruikt. ACNES Wat is ACNES? ACNES is een aandoening waarbij kinderen en volwassenen last hebben van hevige buikpijnklachten aan een kant van de buik als gevolg van afknelling van een zenuwtakje in de huid van

Nadere informatie

Symptomen bij hartfalen 24 november M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist

Symptomen bij hartfalen 24 november M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist Symptomen bij hartfalen 24 november 2017 M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist Hartfalen Hartfalen is een complex van klachten en verschijnselen bij een structurele

Nadere informatie

Onderhoudsmedicatie bij Multiple Sclerose

Onderhoudsmedicatie bij Multiple Sclerose Multiple Sclerose Centrum Noord Nederland Patiënteninformatie 1707 Multiple Sclerose Centrum Noord Nederland Alle medicijnen hebben voor- en nadelen. Het belangrijke voordeel van onderhoudsmedicatie bij

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2017

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2017 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2017 Nr. Antwoord 1. A 16. B 2. D 17. A 3. C 18. D 4. B 19. D 5. A 20. B 6. C 21. A 7. B 22. A 8. A 23. A 9. A 24. B 10.

Nadere informatie

Boeken bachelor geneeskunde

Boeken bachelor geneeskunde Groene markering hieronder betekent dat het boek nog niet eerder is aanbevolen voor aanschaf voor het betreffende cohort. Jaar van eerste gebruik door cohort en bachelor geneeskunde 2018 2016 ANATOMIE

Nadere informatie

INFORMATIE OVER PREDNISON CORTICOSTEROÏDEN FRANCISCUS VLIETLAND

INFORMATIE OVER PREDNISON CORTICOSTEROÏDEN FRANCISCUS VLIETLAND INFORMATIE OVER PREDNISON CORTICOSTEROÏDEN FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Uw reumatoloog heeft u een ziekteremmend medicijn voorgeschreven voor de behandeling van uw reumatische aandoening. Om dit medicijn

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2015

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2015 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2015 Met feedback voor studenten Vanaf de ivtg van september 2015 zal er bij de antwoordsleutel van de vragen niet alleen

Nadere informatie

Methotrexaat (MTX) bij de ziekte van Crohn

Methotrexaat (MTX) bij de ziekte van Crohn Methotrexaat (MTX) bij de ziekte van Crohn Uw behandelend arts en/of verpleegkundige specialist heeft met u gesproken over het gebruik van Methotrexaat (MTX). In deze folder krijgt u informatie over de

Nadere informatie

Belangrijke informatie over pembrolizumab voor patiënten PEMBROLIZUMAB. Patiënteninformatiefolder

Belangrijke informatie over pembrolizumab voor patiënten PEMBROLIZUMAB. Patiënteninformatiefolder Belangrijke informatie over pembrolizumab voor patiënten PEMBROLIZUMAB Patiënteninformatiefolder Belangrijke informatie over pembrolizumab voor patiënten PEMBROLIZUMAB Patiënteninformatiefolder Uw arts

Nadere informatie

Cyclofosfamide (Cycloblastine, Endoxan) bij reumatische aandoeningen

Cyclofosfamide (Cycloblastine, Endoxan) bij reumatische aandoeningen Cyclofosfamide (Cycloblastine, Endoxan) bij reumatische aandoeningen In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten het geneesmiddel cyclofosfamide te gebruiken. Deze folder geeft informatie over

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007

Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007 Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007 Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen l en inleiding idi Presentatie van regionale voorschrijfcijfers

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. EXACYL 500 mg/5 ml oplossing voor injectie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. EXACYL 500 mg/5 ml oplossing voor injectie BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT EXACYL 500 mg/5 ml oplossing voor injectie Tranexaminezuur Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

BOEKENLIJST BACHELOR JAAR 1, STUDIEJAAR versie d.d

BOEKENLIJST BACHELOR JAAR 1, STUDIEJAAR versie d.d BOEKENLIJST BACHELOR JAAR 1, STUDIEJAAR 2016-2017 versie d.d. 11-08-2016 Thema Ba.1.A Auteur Titel Editie Jaar Uitgever ISBN 13 Prijs Opmerkingen 1 Alberts B., Bray D. Essential cell biology 4 2013 Garland

Nadere informatie

Bijlage 9. Toelichting op tabel indeling DKG s

Bijlage 9. Toelichting op tabel indeling DKG s Toelichting op tabel indeling DKG s Bijlage 9 Indeling in ndxg 173,174 en 176 is gebaseerd op de in de tabel genoemde DBC-behandelcodes. Indeling in ndxg 175 is gebaseerd op in de tabel genoemde DBC-diagnosecodes

Nadere informatie

De meest voorkomende bijverschijnselen zijn: Bijverschijnselen die weinig voorkomen: Bijverschijnselen die zelden voorkomen:

De meest voorkomende bijverschijnselen zijn: Bijverschijnselen die weinig voorkomen: Bijverschijnselen die zelden voorkomen: Methotrexaat Uw behandelend maag-darm-leverarts heeft u verteld dat u in aanmerking komt voor een onderhoudsbehandeling met Methotrexaat in verband met een chronische ontstekingsziekte van de darmen (ziekte

Nadere informatie

GLAUCOOM. Te hoge oogdruk kan ontstaan wanneer de afvoer van kamerwater wordt belemmerd.

GLAUCOOM. Te hoge oogdruk kan ontstaan wanneer de afvoer van kamerwater wordt belemmerd. GLAUCOOM Wat is glaucoom? Glaucoom is een oogziekte waarbij de zenuwvezels van de oogzenuw geleidelijk aan verloren gaan. Deze oogzenuwvezels leiden het beeld dat door het oog gevormd wordt naar de hersenen,

Nadere informatie

PREDNISON BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN

PREDNISON BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN PREDNISON BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN 1137 Inleiding Uw reumatoloog heeft u Prednison voorgeschreven voor de behandeling van uw reumatische aandoening. Om dit medicijn goed te kunnen gebruiken, is het

Nadere informatie

Parkinson en Dementie

Parkinson en Dementie Parkinson en Dementie Alzheimer Café 4 februari 2019 dr. Arthur G.G.C. Korten neuroloog geheugenpolikliniek Laurentius Ziekenhuis Roermond Inhoud De ziekte van Parkinson Dementie Lewy Body Ziekte en Parkinsondementie

Nadere informatie

Wanneer aan een Hersenbloeding denken? Frans Van den Bergh, interventioneel neuroradioloog Caroline Loos, neuroloog

Wanneer aan een Hersenbloeding denken? Frans Van den Bergh, interventioneel neuroradioloog Caroline Loos, neuroloog Wanneer aan een Hersenbloeding denken? Frans Van den Bergh, interventioneel neuroradioloog Caroline Loos, neuroloog Introductie Herseninfarct (80%) Hersenbloeding (20%) Intracerebrale bloeding (ICB) Subarachnoïdale

Nadere informatie

Metyrapontest. Afdeling Interne geneeskunde

Metyrapontest. Afdeling Interne geneeskunde Metyrapontest Afdeling Interne geneeskunde In deze patiënteninformatie wordt uitgelegd wat de metyrapontest inhoudt. Er is een woordenlijst als bijlage bijgevoegd om sommige woorden te verduidelijken.

Nadere informatie

Lanreotide bij neuro-endocriene tumoren

Lanreotide bij neuro-endocriene tumoren Lanreotide bij neuro-endocriene tumoren Inleiding De informatie in dit document is bedoeld als aanvulling op de informatie die u al heeft gekregen van uw behandelend internist-oncoloog en de oncologieverpleegkundige.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose

Nadere informatie

Systemische Lupus Erythematodes (SLE)

Systemische Lupus Erythematodes (SLE) Systemische Lupus Erythematodes (SLE) Systemische lupus erythematodes (SLE) is een ontstekingsziekte. Deze ontstekingen kunnen in het gehele lichaam (systemisch) voorkomen. SLE is een auto-immuunziekte.

Nadere informatie

Behandeling met infliximab Ter behandeling van de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Behandeling met infliximab Ter behandeling van de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Behandeling met infliximab Ter behandeling van de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Afdeling maag-darm-leverziekten Inleiding Uw arts heeft een behandeling met infliximab voorgesteld. Infliximab is

Nadere informatie

gericht bouwen aan kennis

gericht bouwen aan kennis Video s Audio gericht bouwen aan kennis Abonnement BSL 59,- aan waarde voor maar: Slechts 16,50 ACADEMY GENEESKUNDE inhoudsoverzicht bsl academy geneeskunde abonnement. alle studiematerialen voor u op

Nadere informatie

Symptomatische behandeling hersenmetastasen. Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013

Symptomatische behandeling hersenmetastasen. Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013 Symptomatische behandeling hersenmetastasen Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013 Zo maar een paar vragen: -Moeten patiënten met HM standaard met dexamethason

Nadere informatie

Maligne hematologie. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014

Maligne hematologie. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Maligne hematologie Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Indeling Leukemie acuut AML (acute myeloïde leukemie) ALL (acute lymfoïde leukemie) chronisch CML (chronische myeloïde

Nadere informatie

Prednison bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum

Prednison bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum Prednison bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum Beter voor elkaar Inleiding De maag-darm-leverarts (MDL-arts) heeft samen met u besloten om u te behandelen met Prednison. In deze

Nadere informatie

Prednison / Prednisolon (corticosteroïden) bij Inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa)

Prednison / Prednisolon (corticosteroïden) bij Inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa) Prednison / Prednisolon (corticosteroïden) bij Inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa) Uw behandelend arts heeft met u gesproken over het gebruik van prednison/ prednisolon. In

Nadere informatie

Het Fenomeen van Raynaud

Het Fenomeen van Raynaud Het Fenomeen van Raynaud Wat is het Fenomeen van Raynaud? Wij spreken van het Fenomeen van Raynaud bij het plotseling optreden van verkleuringen van vingers en/of tenen bij blootstelling aan kou of bij

Nadere informatie

Wat is Cystic Fibrosis? Hoe krijg je Cystic Fibrosis? Hoeveel mensen hebben Cystic Fibrosis? Hoe ontdekken ze Cystic Fibrosis? Cystic Fibrosis in het

Wat is Cystic Fibrosis? Hoe krijg je Cystic Fibrosis? Hoeveel mensen hebben Cystic Fibrosis? Hoe ontdekken ze Cystic Fibrosis? Cystic Fibrosis in het 1 Wat is Cystic Fibrosis? Hoe krijg je Cystic Fibrosis? Hoeveel mensen hebben Cystic Fibrosis? Hoe ontdekken ze Cystic Fibrosis? Cystic Fibrosis in het kort 2 Cystic Fibrosis = CF = Taaislijmziekte Cystic

Nadere informatie

Methotrexaat (MTX) bij de ziekte van Crohn MDL

Methotrexaat (MTX) bij de ziekte van Crohn MDL Methotrexaat (MTX) bij de ziekte van Crohn MDL Inhoudsopgave Algemeen...4 Werking...4 Gebruik...5 Bijwerkingen...6 Foliumzuur...6 Aanvullende informatie...7 Zwangerschap en borstvoeding...7 Tot slot...8

Nadere informatie

MDO-praatje (Catastrofaal) antifosfolipen syndroom. Charlotte Schaap AIOS interne geneeskunde

MDO-praatje (Catastrofaal) antifosfolipen syndroom. Charlotte Schaap AIOS interne geneeskunde MDO-praatje (Catastrofaal) antifosfolipen syndroom Charlotte Schaap AIOS interne geneeskunde Casus Patient 51 jaar RvO: overname van elders ivm wisselende EMV-scores, oorzaak vooralsnog onduidelijk. Voorgeschiedenis

Nadere informatie

Palliatieve zorg bij COPD

Palliatieve zorg bij COPD Palliatieve zorg bij COPD Joke Hes Longverpleegkundige Palliatieve zorg bij COPD 26/06/2014 Joke Hes Inhoud presentatie Welkom Wat is COPD Wanneer is er sprake van palliatieve zorg bij COPD Ziektelast

Nadere informatie

Traumatisch hersenletsel. 17 mei 2016 Ella Fonteyn

Traumatisch hersenletsel. 17 mei 2016 Ella Fonteyn Traumatisch hersenletsel 17 mei 2016 Ella Fonteyn Inhoud Definities traumatisch hersenletsel Protocol SEH Gevolgen en behandeling Niet in deze presentatie: letsel wervelkolom, myelum of zenuwen Definities

Nadere informatie

Een verhit postoperatief beloop

Een verhit postoperatief beloop Een verhit postoperatief beloop Centraal anticholinerg syndroom? R Verhage C Hofhuizen Casus Dhr V, 31-1-1952 Voorgeschiedenis: - dilatatie aorta ascendens. - AF, thrombus linker hartoor (verdwenen na

Nadere informatie

Glucophage 500 bijsluiter 21-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6

Glucophage 500 bijsluiter 21-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6 Glucophage 500 bijsluiter 21-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6 Glucophage 500, omhulde tabletten 500 mg Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter,

Nadere informatie

MDL. Prednis(ol)on. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

MDL. Prednis(ol)on. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa MDL Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Inhoudsopgave Algemeen 4 Werking 4 Gebruik 5 Bijwerkingen 5 Stoppen met Predni(so)lon 7 Interactie met andere geneesmiddelen 8 Vaccinaties

Nadere informatie

Prednison. Reumatologie. alle aandacht

Prednison. Reumatologie. alle aandacht Prednison Reumatologie alle aandacht Prednison (Corticosteroïden) Uw reumatoloog heeft u Prednison voorgeschreven voor de behandeling van uw reumatische aandoening. Om dit medicijn goed te kunnen gebruiken,

Nadere informatie

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine Dit materiaal beschrijft aanbevelingen om belangrijke risico s van atomoxetine te

Nadere informatie

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur Inhoud Zoledroninezuur 3 Voorbereiding 3 Rijvaardigheid en gebruik van machines 3 Gebruik bij ouderen 4 Uitzonderingen bij gebruik 4 Combinatie met andere

Nadere informatie

Tetanus. Presentatie C1A 08-09-2015 Hanneke Hall, fellow IC

Tetanus. Presentatie C1A 08-09-2015 Hanneke Hall, fellow IC Tetanus Presentatie C1A 08-09-2015 Hanneke Hall, fellow IC Etiologie Clostridium tetani Gram positief, anaeroob sporevormende bacterie Sporen kunnen jaren overleven Ongevoelig voor desinfectans 2 exotoxinen:

Nadere informatie

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom)

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) Versie 2016 1. WAT IS MKD 1.1 Wat is het? Mevanolaat kinase deficiëntie is een genetische aandoening.

Nadere informatie

Declaratiecode Zorgproductcode Lekenomschrijving Totaal bedrag 14C031 990030021 Klinisch neurofysiologisch onderzoek bij Een aandoening van de

Declaratiecode Zorgproductcode Lekenomschrijving Totaal bedrag 14C031 990030021 Klinisch neurofysiologisch onderzoek bij Een aandoening van de 14C031 990030021 Klinisch neurofysiologisch onderzoek bij Een aandoening van de hersenen/zenuwen/het ruggenmerg 505,51 14C032 990030022 Klinisch neurofysiologisch onderzoek bij Een aandoening van de hersenen/zenuwen/het

Nadere informatie

Inhoud. Hoe werkt bosentan? 3. Voor welke aandoeningen wordt bosentan gebruikt? 3. Hoe moet ik het gebruiken? 4. Hoe moet ik het bewaren 4

Inhoud. Hoe werkt bosentan? 3. Voor welke aandoeningen wordt bosentan gebruikt? 3. Hoe moet ik het gebruiken? 4. Hoe moet ik het bewaren 4 Bosentan Tracleer Inhoud Hoe werkt bosentan? 3 Voor welke aandoeningen wordt bosentan gebruikt? 3 Hoe moet ik het gebruiken? 4 Hoe moet ik het bewaren 4 Wat zijn mogelijke bijwerkingen? 4 Zijn er controles

Nadere informatie

Prednison. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Prednison. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Prednison U heeft in overleg met uw behandelend arts besloten dat u voor uw reumatische klachten Prednison gaat gebruiken. In deze folder leest u meer over dit geneesmiddel. Neem altijd uw verzekeringsgegevens

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 8 Chapter 8 74 Samenvatting Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. De belangrijkste doelen van dit proefschrift waren achtereenvolgens: het beschrijven

Nadere informatie

De ziekte van Alzheimer. Diagnose

De ziekte van Alzheimer. Diagnose De ziekte van Alzheimer Bij dementie is er sprake van een globale achteruitgang van de cognitieve functies, zoals het geheugen of de taalfuncties. Deze achteruitgang leidt tot functionele beperkingen in

Nadere informatie

1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1 van de 1 punt behaald

1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1 van de 1 punt behaald 1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1. Ferritine 2. CRP 3. Kreatinine 4. Albumine De glomerulaire filtratiesnelheid

Nadere informatie

hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078)

hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) ITP Uw hoofdbehandelaar is: hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64. 1 Inleiding U heeft van de specialist

Nadere informatie

Buikpijn- een opvlamming? Dr. F.H.J. Wolfhagen, MDL-arts

Buikpijn- een opvlamming? Dr. F.H.J. Wolfhagen, MDL-arts Buikpijn- een opvlamming? Dr. F.H.J. Wolfhagen, MDL-arts 24 november 2018 IBD en buikpijn Pijn is belangrijk als waarschuwing voor mogelijk schadelijke invloeden Veel voorkomende klacht bij IBD Bij colitis

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2018

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2018 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2018 Nr. Antwoord 1. C 16. A 2. D 17. C 3. B 18. B 4. C 19. B 5. B 20. C 6. D 21. C 7. C 22. B 8. B 23. C 9. D 24. C 10.

Nadere informatie

Maag-, darm- en leverziekten

Maag-, darm- en leverziekten Afdeling: Onderwerp: Maag-, darm- en leverziekten Prednison bij ziekte van Crohn en Colitis ulcerosa Inleiding De maag-darm-leverarts (MDL-arts) heeft samen met u besloten om u te behandelen met Prednison.

Nadere informatie

Ambrisentan. Volibris

Ambrisentan. Volibris Ambrisentan Volibris Inhoud Hoe werkt ambrisentan? 3 Voor welke aandoeningen wordt ambrisentan gebruikt? 3 Hoe moet ik het gebruiken? 3 Hoe moet ik het bewaren 4 Wat zijn mogelijke bijwerkingen? 4 Zijn

Nadere informatie

Boeken bachelor geneeskunde Jaar van eerste gebruik door cohort

Boeken bachelor geneeskunde Jaar van eerste gebruik door cohort Uitleg: Kijk bij jouw cohort/studiejaar in de kolommen links naar de jaartallen. Het jaartal geeft aan in welk studiejaar het boek voor het eerst door jouw cohort in gebruik is. De meeste studieboeken

Nadere informatie

UW NIEUWE COPD BEHANDELING

UW NIEUWE COPD BEHANDELING Patiëntenkaart UW NIEUWE COPD BEHANDELING Lees ook aandachtig de bijsluiter voordat u met dit geneesmiddel begint. q Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe

Nadere informatie

Etanercept- Enbrel Voor behandeling van psoriasis

Etanercept- Enbrel Voor behandeling van psoriasis In overleg met uw dermatoloog heeft u besloten te starten met Enbrel voor de behandeling van psoriasis. In deze brochure leest u wat u moet weten over de behandeling met het medicijn Enbrel. Het vervangt

Nadere informatie

Henoch- schönlein purpura

Henoch- schönlein purpura www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Henoch- schönlein purpura Versie 2016 1. WAT IS HENOCH- SCHöENLEIN PURPURA 1.1 Wat is het? Henoch-Schönlein purpura (HSP) is een aandoening waarbij hele kleine

Nadere informatie

PRES Posterieur Reversibel Encephalopathie Syndroom

PRES Posterieur Reversibel Encephalopathie Syndroom PRES Posterieur Reversibel Encephalopathie Syndroom MDO bespreking d.d. 15-7-2019 Mayra Bergkamp AIOS neurologie V, 40jr Casus A Vgs/ alcoholabusus Med/ geen Overdracht SEH/ Op straat tonisch-klonisch

Nadere informatie

Somatostatine analogen bij neuro-endocriene tumoren

Somatostatine analogen bij neuro-endocriene tumoren Somatostatine analogen bij neuro-endocriene tumoren Inleiding De informatie in dit document is bedoeld als aanvulling op de informatie die u al heeft gekregen van uw behandelend internist-oncoloog en de

Nadere informatie