Bestuursrecht. Bestuursrecht
|
|
- Julius Maas
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Mr. R.L. Vucsan Bestuursrecht De Algemene wet bestuursrecht Thorbecke heeft bij de behandeling van de rijksbegroting voor 1872 gezegd 'Dat wij, gelijk wij een wetboek van burgerlijk regt hebben, ook een wetboek van administratief regt erlangen'. Pas honderd en elf jaar later is er daadwerkelijk een begin gemaakt met het voldoen aan dit 'erlangen'. In 1983 is namelijk in de Grondwet de opdracht tot het opstellen van algemene regels van bestuursrecht opgenomen en is de Commissie wetgeving algemene regels van bestuursrecht onder leiding van regeringscommissaris M. Scheltema ingesteld. Nu, honderdtwintig jaar na de uitspraak van Thorbecke, is het eerste gedeelte van dit 'wetboek van administratief regt' een feit. Op 2 juni 1992 heeft de Eerste Kamer de eerste tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Kamerstukken nr ) aangenomen. Op 4 juni 1992 is de wet door de Koningin bekrachtigd en eind juni in het Staatsblad verschenen (Stb. 1992, nr. 315). De Awb is een aanbouwwet. Dat wil zeggen dat de verschillende onderdelen van de wet in gedeeltes, tranches, tot stand worden gebracht. De eerste tranche, die nu tot wet is verheven, bevat het systeem voor het algemeen deel van het bestuursrecht. In het eerste hoofdstuk wordt een 'aantal centrale begrippen van het bestuursrecht gedefinieerd en in hoofdstuk 2 worden bepalingen gegeven die voor alle contacten tussen bestuur en burger gelden. Daarna volgen twee hoofdstukken met besluitvormingsrecht. In hoofdstuk 3 worden de algemene bepalingen over besluiten gegeven en in hoofdstuk 4 de bijzondere bepalingen over de beschikking. Conform de systematiek van de Awb is in hoofdstuk 4 ook ruimte gereserveerd voor de bijzondere bepalingen voor de overige besluiten. In de volgende twee hoofdstukken wordt de rechtsbescherming binnen het bestuur geregeld. In hoofdstuk 6 worden de algemene bepalingen over bezwaar en administratief beroep gegeven en in hoofdstuk 7 de bijzondere bepalingen. Voor een helder overzicht van het gehele systeem van de Awb kan worden verwezen naar N. Verheij, 'Algemene wet bestuursrecht in vogelvlucht' (Bestuurswetenschappen 1992, nr. 3, p. 160). Volgens de planning zal op 1 juli 1993 de eerste tranche in werking treden, tegelijkertijd met de tweede tranche (het bestuursprocesrecht). Mocht de tweede tranche dan nog niet klaar zijn, dan zullen de beide tranches op een later tijdstip in werking treden. De eerste tranche zal echter uiterlijk op 1 januari 1994 in werking treden. Voor alle bestuursorganen in Nederland wordt het zaak om hun bestuurspraktijk en hun wetgeving tijdig aan de normen van de Awb aan te passen. Met name voor de decentrale overheden zal dit een omvangrijk karwei zijn (zie het themanummer 'De Awb en de decentrale overheden', Bestuurswetenschappen '92, nr. 3). Doen zij dat niet dan lopen zij het risico dat hun besluiten, voor zover deze in strijd met de bepalingen van de AWB tot stand zijn gekomen, door de rechter zullen worden vernietigd wegens strijd met de wet. Justitie en Binnenlandse Zaken lijken er niet helemaal gerust op en hebben daarom het project Invoeringsondersteuning Algemene wet bestuursrecht gestart. Dit project voorziet onder meer in het experimenteel toepassen van bepalingen van de Awb bij enkele bestuursorganen, de zogenaamde proeftuinen. Dergelijke proeftuinen zijn momenteel van start gegaan bij de gemeente Groningen, de gemeente Wychem, de Sociale verzekeringsbank, de gemeentelijke belastingdienst Den Haag, de Rijksbelastingdienst Roosendaal en de provincie Noord-Holland. Intussen vordert het werk aan de volgende tranches gestaag. De tweede tranche is bij de Tweede Kamer ingediend (zie Katern 42) en voor de derde tranche is door de Commissie- Scheltema een voorontwerp gepubliceerd (zie Katern 43). De Raad voor het binnenlands bestuur heeft inmiddels geadviseerd over dit voorontwerp. De Raad signaleert een aantal tekortkomingen en vindt het voorontwerp op sommige punten niet helder (zie NJB 1992, nr. 25, p. 806). De plannen van de commissie voor de inhoud van de vierde tranche staan nog niet helemaal KATERN
2 vast. Gedacht wordt aan de verzoekschriften, integratie van de nieuwe Wet openbaarheid van bestuur in de Awb (deze wet is op 1 mei jongstleden in werking getreden), intrekken en wijzigen van beschikkingen, bestuursovereenkomsten en plannen. Voorts heeft de minister aan de commissie gevraagd zich te beraden op de regeling van de verplichte ontvangstbevestiging, de informatievoorziening tussen bestuursorganen, beginselen van behoorlijk overleg, de klachtprocedure en schadevergoeding bij rechtmatig overheidsoptreden (zie voor de recente ontwikkelingen op het gebied van de Awb de NTB-Nieuwsbrief, in het NTB). Een algemene wet De Algemene wet bestuursrecht is een algemene wet en geldt ook voor de bijzondere delen van het bestuursrecht. Voor de gevolgen van de Awb voor het ambtenarenrecht kan worden verwezen naar het Tijdschrift voor Ambtenarenrecht dat hierover een serie artikelen is gestart (1992, nr. 2 e.v.). Voor het belastingrecht en het milieurecht brengt de invoering van de Awb specifieke problemen met zich mee. Voor beide rechtsgebieden zijn immers belangrijke deelcodificaties tot stand gebracht die door de Awb worden doorkruist. Het algemene fiscale recht wordt geregeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken en de Invorderingswet. De fiscalisten bleken erg ingenomen met deze wetgeving en verzetten zich aanvankelijk sterk tegen de Awb. Zij hebben echter niet kunnen bereiken dat hun rechtsgebied zou worden uitgezonderd van de werking van de Awb. Wel hebben zij een groot aantal aanpassingen bewerkstelligd die voortvloeien uit de eisen die de fiscale praktijk aan het bestuursrecht stelt (zie P. Wattel, 'De algemene wet bestuursrecht en het belastingrecht', NTB 1992, nr. 4, p. 121; Ch.J. Langereis, 'Belanghebbende in het Nederlands belastingrecht', VAR-reeks 108, p. 191). Het wetsvoorstel In het milieurecht wordt al geruime tijd gewerkt aan de codificatie van het algemene milieurecht. Dit heeft geleid tot de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne die binnenkort door het wetsvoorstel Vergunningen algemene regels (TK , verder te noemen Var) zal worden omgedoopt in de Wet milieubeheer. In deze wijzigingswet is tevens een nieuwe procedure voor het voorbereiden van milieuvergunningen opgenomen (hoofdstuk 13 Wet milieubeheer). Daarbij wordt de Wabm-procedure, die voorzag in inspraak naar aanleiding van de vergunningaanvraag én daarna inspraak met betrekking tot de ontwerpvergunning, vervangen door een enkele inspraakmogelijkheid met betrekking tot de ontwerpvergunning. In deze procedure zal, indien daar belangstelling voor bestaat, ook een openbare hoorzitting gehouden worden. Mijn bezwaren tegen deze nieuwe procedure heb ik al eerder verwoord in katern 36. De inspraak met betrekking tot de aanvraag heeft vooral een democratische achtergrond en voorziet in de mogelijkheid tot participatie in de besluitvorming. De inspraak met betrekking tot de ontwerp-vergunning daarentegen is veel meer een middel voor de individuele burger om een onevenredige of onrechtmatige belangen schending te voorkomen. Het valt te betreuren dat het wetsvoorstel Var de participatie-gedachte in het milieurecht laat varen. Deze ontwikkeling in het milieurecht wordt op twee manieren gecompliceerd door de Awb. Ten eerste zou ook voor het milieurecht de voorbereiding van de vergunning in de Awb geregeld moeten worden en ten tweede zou op deze beschikking de verplichte bezwaarschriftenprocedure van artikel 6.3.1a Awb van toepassing zijn. Op het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer meende men echter dat de nieuw ontworpen procedure in de Wet milieubeheer zo veel beter is dan de uitgebreide voorbereidingsprocedure van de Awb (afdeling 3.4) dat er hiertoe een nieuwe procedure in de Awb zou moeten worden opgenomen. Voorts vond men deze procedure zo goed dat er ook geen bezwaarschriftenprocedure meer nodig zou zijn. Om deze problematiek te regelen heeft de regering op 12 mei 1992 bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht ingediend (TK , nrs. 1-2, zie ook NJB 1992, nr. 21, p. 687). Volgens dit voorstel zal de voorbereidingsprocedure uit de Wet milieubeheer worden veralgemeniseerd en overgeheveld naar de Awb (titel 3.4A De uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure). Voor besluiten die deze uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure hebben doorlopen behoeft de bezwaarschriftenprocedure niet meer te worden doorlopen KATERN 44
3 Men kan zich afvragen of deze uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure nu werkelijk zoveel meer waarborgen biedt dan afdeling 3.4 van de Awb dat dit een zelfstandige procedure rechtvaardigt. Men enige aanpassingen van afdeling 3.4 had mijns inziens een hoop bereikt kunnen worden. Meer in het algemeen kan de oplossing mij niet bekoren. Vanuit de participatiegedachte had het meer voor de hand gelegen om de inspraak met betrekking tot de aanvraag voor de vergunning te handhaven. Hiertoe had afdeling 3.4 van toepassing verklaard kunnen worden. Vervolgens zou dan in plaats van de inspraak met betrekking tot ontwerp-vergunning de bezwaarschriftenprocedure kunnen worden voorgeschreven. Vanuit de systematiek van de Awb zou deze oplossing het fraaist geweest zijn. Voorts zou op die manier ook recht gedaan worden aan de participatie-gedachte die bij de Wabm-procedure een zo belangrijke rol speelde. De belanghebbende Op 15 mei jongstleden heeft de Vereniging voor administratiefrecht vergaderd over het begrip 'belanghebbende' in de Algemene wet bestuursrecht. Voor deze vergadering zijn drie preadviezen geschreven. R.M. van Male behandelt na een meer abstracte verhandeling over recht, bestuursrecht, rechtsstaat, belang en rechtsbescherming 'Enkele aspecten van het begrip belanghebbende in de Algemene wetbestuursrecht' (VAR-reeks 108, p. 7). Hij concentreert zich daarbij vooral op de vraag welk rechtssubject toegang tot de rechter behoort te hebben. M.B. Koetser concentreert zich op het begrip '"Belanghebbende" volgens de rechtsprekende afdelingen van de Raad van State' (VAR-reeks 108, p. 101). Hij legt er de nadruk op dat de Afdeling rechtspraak vooral in categorieën van belanghebbenden denkt. Omwonenden, eigenaren van percelen, zakelijk gerechtigden, enzovoorts worden al snel aangemerkt als belanghebbende. Biedt de categorale benadering geen uitkomst dan dient aan de hand van een aantal criteria, die ook door Van Male worden gehanteerd, bepaald te worden of men belanghebbende is of niet. Het belang moet objectief bepaalbaar zijn, het moet voldoende actueel zijn, het moet gaan om een eigen belang, het moet gaan om een persoonlijk belang, dat wil zeggen een belang dat zich onderscheidt van de belangen van een ieder, en men moet in dat belang rechtstreeks geraakt worden. P.J.J. van Buuren heeft in het NJB de preadviezen van Van Male en Koetser uitvoerig besproken (NJB 1992, nr. 19, p. 608). Hij merkt op dat in de beide preadviezen het begrip belanghebbende wordt behandeld aan de hand van de wijze waarop de administratieve rechter aan dit begrip invulling heeft gegeven. Terecht wijst hij erop dat de Awb niet alleen rechtsbeschermingsrecht maar ook besluitvormingsrecht (ook wel het non-contentieuze bestuursrecht genoemd) bevat. Bij de parlementaire behandeling, waarop dit punt aan de orde is geweest, is vast komen te staan dat de betekenis van het begrip voor de gehele Awb hetzelfde moet zijn. Problemen kunnen zich dan voordoen wanneer het besluitvormingsrecht aan 'belanghebbenden' bepaalde rechten of aanspraken toekent. Zo geeft artikel Awb de belanghebbende een recht op inspraak. Hoewel deze groep onder de omschrijving van artikel 1.2 Awb valt zal het duidelijk zijn dat het niet om precies dezelfde personen behoeft te gaan als degenen die tegen het vastgestelde besluit bezwaar maken of in beroep gaan. Dit geldt met name voor die bevoegdheden waarbij het bestuursorgaan over een grote mate van beleidsvrijheid beschikt zoals bijvoorbeeld bij bestuursregelgeving. Zo lang immers het besluit niet rechtens is vastgesteld staat de groep belanghebbenden niet vast. Met elke variatie die zich tijdens de besluitvorming voordoet in het ontwerp van het besluit zal de groep die door het besluit geraakt wordt, kunnen veranderen. Een betere omschrijving van het begrip belanghebbende in artikel 1.2 zou dan ook zijn geweest 'degenen wiens belang bij de uitoefening van de bevoegdheid is betrokken' in plaats van 'degene wiens belang bij het besluit is betrokken'. Zo lang de bevoegdheid nog niet is uitgeoefend moet het bestuursorgaan bepalen wie er door de uitoefening van de bevoegdheid geraakt kunnen worden. Wanneer de bevoegdheid is uitgeoefend kan aan de hand van het besluit worden bepaald wiens belangen door het besluit geraakt zijn. Mandaat en delegatie In het voorontwerp voor de derde tranche van de Awb is een uitgebreide regeling ontworpen voor mandaat en delegatie. Onder mandaatverlening wordt verstaan: het door een bestuursorgaan aan een ander verlenen van de bevoegdheid in zijn naam besluiten te nemen (IA Awb). Het KATERN
4 bestuursorgaan dat mandateert blijft echter volledig bevoegd tot, en verantwoordelijk voor de uitoefening van de bevoegdheid. Onder delegatieverlening wordt verstaan: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (1A Awb). Het bestuursorgaan is, voor de duur van de delegatie, niet meer bevoegd om, en niet meer verantwoordelijk voor de uitoefening van de bevoegdheid. F.A.M. Stroink vindt de 'Regeling delegatie in derde tranche Algemene wet bestuursrecht' ondoordacht (NJB 1992, nr. 15, p. 478). Hij ergert zich onder meer aan het ontbreken van een regeling van de 'attributie'. Van attributie wordt gesproken bij de toekenning van een bestuursbevoegdheid door een wetgever aan een bestuursorgaan. Voor zover geattribueerd wordt door de, formele wetgever is een regeling van dit onderwerp in de Awb mijns inziens niet op zijn plaats. De Awb geeft immers alleen normen voor besluiten van bestuursorganen. Voor zover geattribueerd wordt door lagere wetgevers kan men inderdaad twijfelen of een behandeling in de Awb niet gewenst zou zijn. Een regeling van attributie is echter minder urgent omdat veel van de problemen van mandaat en delegatie zich juist niet bij attributie voordoen. Omdat de attributie bij wettelijke regeling plaatsvindt bestaat er met betrekking tot de vraag welk bestuursorgaan bevoegd is en wat precies de inhoud van de bevoegdheid is, niet veel onduidelijkheid. In de praktijk is het onderscheid tussen attributie en delegatie evenwel niet altijd even duidelijk. Dat de memorie van toelichting in het geheel niet ingaat op attributie valt daarom te betreuren. Uit bovenstaande definities van mandaat en delegatie blijkt dat het ontwerp in beginsel ook van toepassing is op wetgevende bevoegdheden. Het mandateren van wetgevende bevoegdheden wordt echter in artikel IA Awb verboden. De delegatiebepalingen zijn wel onverkort van toepassing op wetgevende bevoegdheden. Artikel IA maakt daarop één uitzondering. De regel dat het bevoegde bestuursorgaan de gedelegeerde bevoegdheid niet meer zelf kan uitoefenen is niet van toepassing op wetgevende bevoegdheden. Volgens Stroink is het, onaanvaardbare, gevolg van deze regeling dat zowel het delegerende orgaan als het orgaan dat de bevoegdheid gedelegeerd krijgt, tegelijkertijd bevoegd zijn tot het uitoefenen van de betrokken wetgevende bevoegdheid. Dit is waar en niet waar. Het is waar dat beide organen de bevoegdheid kunnen uitoefenen. Zij kunnen dat echter niet tegelijkertijd. Op het moment dat de Kroon bij amvb een wetgevende bevoegdheid delegeert aan de Minister zal deze, indien nodig, de verlangde regeling maken. Op het moment dat de Kroon de regeling van het betrokken onderwerp weer aan zich wil trekken, zal het dit bij amvb moeten doen. In het algemeen zal daarbij de delegatiebepaling worden ingetrokken. Maar zelfs als dat verzuimd zou worden, dan nog houdt de ministeriële regeling van rechtswege op te bestaan en is de minister niet bevoegd om een andere regeling te maken. Op dit punt loopt de voorgestelde regeling dus mooi rond. Naar aanleiding van dit probleem kan men zich wel afvragen of het delegeren van wetgevende bevoegdheden zonder meer op één lijn is te stellen met de delegatie van de overige bestuursbevoegdheden. De voorgestelde bepalingen lijken voor wetgevende bevoegdheden geen problemen op te leveren. Men kan zich echter afvragen of de delegatie van wetgevende bevoegdheid hiermee voldoende geregeld is. De voor delegatie gebruikte terminologie, 'delegatieverlening' (zie artikel IA ), doet onnatuurlijk aan. Het woord 'delegatie' brengt naar mijn weten een activiteit tot uitdrukking; het overdragen van iets door de één aan de ander. Het begrip 'verlenen' impliceert ook een activiteit, namelijk het geven van iets door de één aan de ander. Door deze twee woorden te koppelen ontstaat er nu een begrip dat betekent 'het geven van de mogelijkheid om een bevoegdheid over te dragen'. Dat kan niet de bedoeling zijn. De bepalingen richten zich immers niet tot degene die delegatie mogelijk maakt, de wetgever, maar tot degene die delegeert, het bestuursorgaan. Interessante problemen ontstaan wanneer men zich gaat afvragen welke rol 'Beleidsregels bij mandaat en delegatie' kunnen spelen (C.P.J. Goorden, NTB 1992, nr. 5, p. 163). Goorden toont overtuigend aan dat de mandaatgever zonder meer beleidsregels kan opstellen over de uitoefening van de bevoegdheid door de gemandateerde. Kan nu ook de gemandateerde beleidsregels opstellen? Deze vraag beantwoordt hij terecht ontkennend. Het is onverenigbaar met de aard van mandaat dat de gemandateerde de mandaatgever zou kunnen binden aan een bepaalde uitvoering van de bevoegdheid. Daaruit volgt echter niet dat de gemandateerde geen beleid zou mogen voeren. Integendeel, voor zover de 2038 KATERN 44
5 Vreemdelingenrecht mandaatgever daartoe ruimte laat, dient de gemandateerde de bevoegdheid stelselmatig, dus beleidsmatig, uit te oefenen. De gemandateerde mag deze regels echter niet zelfstandig als beleidsregels in de zin van de Awb vaststellen. Die bevoegdheid is aan de mandaatgever voorbehouden. Bij delegatie doen dergelijke problemen zich niet voor. Doordat delegatie de overdracht van de bevoegdheid inhoudt kan degene die delegeert per definitie niets zeggen over de uitoefening van de bevoegdheid. Dat zou slechts anders zijn wanneer er sprake zou zijn van een ondergeschiktheidsrelatie. Artikel IA verbiedt echter delegatie aan ondergeschikte. Subsidies In de derde tranche van de Awb is in hoofdstuk 4 ('Bijzondere bepalingen over besluiten') een titel over subsidies opgenomen. Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten (artikel ). Aan de wettelijke regeling van de subsidie ligt een tweeledige doelstelling ten grondslag. Enerzijds dienen rechten, plichten en bevoegdheden van subsidieverleners en subsidieontvangers op heldere wijze te worden afgebakend, een evenwichtig geheel te vormen en goed kenbaar te zijn. Anderzijds is een beheersing van de overheidsuitgaven op dit punt gewenst. I.C. van de Vlies bespreekt het voorontwerp vanuit deze beide uitgangspunten ('Regulering van subsidie', NJB 1992, nr. 26, p. 819). Zij meent dat het voorstel een goed kristallisatiepunt kan zijn voor een verdere ontwikkeling van het subsidierecht door de rechter mits het voorstel zodanig wordt aangepast dat de rechtspositie van de gesubsidieerde niet verslechtert. In het voorstel ziet zij weinig instrumenten die daadwerkelijk tot een beheersing van de kosten zullen kunnen leiden. Een bijzonder probleem bij subsidies doet zich voor wanneer een subsidie, die wordt bekostigd uit de openbare middelen, wordt verstrekt door het bestuur van een privaatrechtelijke rechtspersoon, bijvoorbeeld een stichting. Een dergelijke subsidie moet vallen onder de werking van de Awb. Uit de definitie van het begrip subsidie (artikel ) blijkt dat het bestuur van de stichting dan moet kunnen worden aange- merkt als een bestuursorgaan. Daartoe moet het volgens artikel 1.1 met enig openbaar gezag bekleed zijn. Wanneer de subsidiewet, die volgens artikel verplicht is, de subsidiebevoegdheid uitdrukkelijk aan het bestuur van de stichting toekent is het met enig openbaar gezag bekleed. Problemen doen zich echter voor wanneer deze wet ontbreekt. Volgens de memorie van toelichting is een dergelijk bestuur toch met enig openbaar gezag bekleed. Men verwijst daarvoor naar de jurisprudentie op basis van artikel 1 Wet Arob, waarop artikel 1.1 Awb is gebaseerd. De Arob-rechter heeft echter indertijd op basis van de wetsgeschiedenis van de Wet Arob niet beslist dat het bestuur van de stichting een bestuursorgaan is maar beslist dat het verlenen van subsidies, ook zonder wettelijke grondslag, de uitoefening van een publiekrechtelijke bevoegdheid is. Daaruit vloeide vervolgens voort dat het orgaan dat deze subsidies verleent met enig openbaar gezag bekleedt. Het verwijzen naar de Arob-jurisprudentie is daarom een cirkelredenering: De subsidie, verleend door het bestuur van een stichting, valt onder de Awb omdat het afkomstig is van een bestuursorgaan. Het is een bestuursorgaan omdat het subsidies verleent. Deze subsidies vallen onder de Awb omdat ze door een bestuursorgaan zijn verleend. Enzovoorts. Het probleem zou misschien kunnen worden opgelost door na artikel lid 1 de volgende bepaling in te voegen: 'Wordt de aanspraak gevestigd door het bestuur van een privaatrechtelijke rechtspersoon dan geldt dit als een subsidie indien de aanspraak direct of indirect wordt bekostigd uit de openbare middelen'. KATERN
Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd
Mandaat en delegatie mr. M.C. de Voogd Artikel 1:1 Awb 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b. een ander persoon of college,
Nadere informatieBurgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;
Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN: vast te stellen Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging
Nadere informatieBestuursrecht. Bestuursrecht. Mr. R.L. Vucsan. Inleiding
Mr. R.L. Vucsan Bestuursrecht Inleiding De vorige twee Katernen bestuursrecht werden geheel gedomineerd door de op 1 januari jongstleden ingevoerde eerste en tweede tranche van de Algemene wet bestuursrecht.
Nadere informatieBurgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;
Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van De Wolden; Het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter
Nadere informatieBurgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;
Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van De Wolden; Het bestuur onderscheidenlijk de voorzitter van de
Nadere informatieHandleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep
September 2002 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 Welk recht is van toepassing Hoofdstuk 2 Vergoedingscriterium en te vergoeden kosten 2.1 Vergoedingscriterium 2.2 Besluit proceskosten bestuursrecht 2.3
Nadere informatie0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT
ALGEMENE REGELS 0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT In dit hoofdstuk wordt in het eerste onderdeel nader ingegaan op de wettelijke voorschriften met betrekking tot mandaat. In het tweede gedeelte
Nadere informatieMandaatbesluit FUMO. Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september Mandaatbesluit FUMO
Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september 2013 BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING FUMO Het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam gemeenschappelijke
Nadere informatieBeoordeling Bevindingen
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,
Nadere informatieZutphen verliest rechtszaak om berging schepen Marshaven
2.1 Inleiding Als je de eigenaar bent van bijvoorbeeld een spelcomputer, dan ben jij degene die bevoegd is om te bepalen wat ermee gebeurt. Om als bestuursorgaan beslissingen te mogen nemen, moet je bevoegd
Nadere informatieStaats- en bestuursrecht
F.C.M.A. Michiels (red.) Staats- en bestuursrecht Tekst en materiaal Met bijdragen van Gio ten Berge Leonard Besselink Henk Kummeling Lex Michiels Rob Widdershoven KLUWER J ^ Deventer - 2003 Thema 1 -
Nadere informatieAdvies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren
Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden
Nadere informatieInspraakverordening Wetterskip Fryslân
Inspraakverordening Wetterskip Fryslân Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. Inspraak: een door of namens het dagelijks bestuur geboden gelegenheid voor ingezetenen en
Nadere informatieOverdracht van raadsbevoegdheden. Rekenkamer Leeuwarden
Overdracht van raadsbevoegdheden Rekenkamer Leeuwarden Juli 2014 Colofon Samenstelling Rekenkamer Leeuwarden drs. P.L. Polhuis MA (voorzitter) ir. E. Voorwinde M.A. Hoekstra mw. J.E. Rijpma (secretaris)
Nadere informatieInhoud. Lijst van afkortingen 15. Inleiding 17. Deel A Verhouding tot bestuursorganen Kernbegrippen Awb
Inhoud Lijst van afkortingen 15 Inleiding 17 Begrip bestuursrecht 17 Doelstellingen, opzet en indeling Awb 18 Opbouw boek 21 Website 22 Deel A Verhouding tot bestuursorganen 23 1 Kernbegrippen Awb 25 Leerdoelen
Nadere informatieOplegnotitie Delegatie en inspraak
Oplegnotitie Delegatie en inspraak Zaaknr.: Inleiding Bepaalde bevoegdheden van de gemeenteraad lenen zich voor overdracht aan het college. Deze overdracht wordt geregeld door middel van delegatie.
Nadere informatieRUD UTRECHT. Besluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit RUD Utrecht provincie Utrecht/gemeente )
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente PM/het college van gedeputeerde staten van Utrecht houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van
Nadere informatieKern van het bestuursrecht
Kern van het bestuursrecht prof. mr. RJ.N. Schlösseis prof. mr. F.A.M. Stroink met medewerking van mr. C.L.G.RH. Albers mr. S. Hillegers Boom Juridische uitgevers Den Haag 2003 Inhoud Afkortingen 13 1
Nadere informatieArchivering & Samenwerking. mr. Rob de Greef 9 maart 2015
Archivering & Samenwerking mr. Rob de Greef 9 maart 2015 Archiefverplichting Artikel 3 Archiefwet 1995 De overheidsorganen zijn verplicht de onder hen berustende archiefbescheiden in goede, geordende en
Nadere informatieDe Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren
De minister van Justitie en Veiligheid mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling HRM&OO bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag
Nadere informatieBESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING FUMO
Uitgegeven: 11 oktober 2013 2013, nr. 61 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLÂN Mandaatbesluit FUMO Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september 2013 BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieb. Een door het college aangewezen projectleider neemt in het kader van dit besluit hiërarchisch dezelfde plaats in als een manager.
Het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de secretaris, de managers en de heffings- en invorderingsambtenaar; ieder voor zo ver het de eigen - al dan niet in (onder)mandaat verleende
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet
Nadere informatieBeleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen
Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor de activiteit Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Gemeente Emmen Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor
Nadere informatieOnder besluit worden verstaan: beslissingen inhoudende publiekrechtelijke rechtshandelingen (zie artikel 1:3 Awb).
Besluit mandaat, volmacht en machtiging Artikelsgewijze toelichting Algemeen Onder mandaat moet volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet
Nadere informatieHet college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005;
Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1, tweede lid, en 29a, tweede lid, van
Nadere informatieInternetpublicatiemodel Decentrale Regelgeving. Deel II: Soorten regelgeving
Internetpublicatiemodel Decentrale Regelgeving Deel II: Soorten regelgeving IPM Decentrale Regelgeving Versie 4.0, Augustus 2008 ICTU / Overheid heeft Antwoord Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den
Nadere informatieBrief aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag
Concept wetsvoorstel tot aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht naar aanleiding van de evaluatie van de regeling over bestuursrechtelijke geldschulden en het Besluit buitengerechtelijke kosten Dit
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 21221 Algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht) Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 17 december 1990 Het voorstel van wet wordt
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2839 4 februari 2014 Besluit van het bestuur van de huurcommissie, onderscheidenlijk de voorzitter van de huurcommissie,
Nadere informatieb e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.
Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:
Nadere informatieHet bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.
Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieInhoud. Afkortingen 15
Inhoud Afkortingen 15 1 Introductie en overzicht 19 1.1 Besturen en bestuursrecht 19 1.1.1 Wat doet het bestuur? 22 1.1.2 De ontwikkeling van het openbaar bestuur in vogelvlucht 26 1.1.3 Bevoegdheden en
Nadere informatieDe minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag
De minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 1 juni 2016 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 088-361 33 17 uw kenmerk 750380 cc bijlage
Nadere informatieMANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSREGELING
MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSREGELING Het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de burgemeester van Oldebroek, elk voor zover daartoe bevoegd, overwegende dat er naar gestreefd wordt
Nadere informatieBesluit mandaat, volmacht en machtiging Handhavingsdienst Zuidwest Drenthe
Besluit mandaat, volmacht en machtiging Handhavingsdienst Zuidwest Drenthe Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de deelnemende gemeenten in het samenwerkingsverband Handhavingsdienst
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.
CVDR Officiële uitgave van Maastricht. Nr. CVDR367404_1 14 maart 2017 Coördinatieverordening gemeente Maastricht Hoofdstuk 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: d. e. f. g.
Nadere informatieBesluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland
CVDR Officiële uitgave van Lansingerland. Nr. CVDR98852_1 30 oktober 2018 Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland Mandaatregeling Lansingerland 2011 Het college van burgemeester
Nadere informatieBestuursrecht. Bestuursrecht. Mr. R.L. Vucsan. Inleiding. Traditiegetrouw begint dit Katern met enig gemopper
Mr. R.L. Vucsan Bestuursrecht Inleiding Traditiegetrouw begint dit Katern met enig gemopper over de nimmer aflatende publicatiestroom. De oproep van het NJB om artikelen Kort en goed te maken wordt hier
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL
Nadere informatieArtikel. Subsidieovereenkomsten: op het glijvlak van privaatrecht en publiekrecht. 1. Inleiding. 2. Bestuursorgaan
Artikel Subsidieovereenkomsten: op het glijvlak van privaatrecht en publiekrecht G. van Hekesen-van Bruggen 1 1. Inleiding Overheidsgeld wordt nogal eens door middel van subsidieverstrekking verdeeld.
Nadere informatieVoorwoord. De redactie Januari 2014. Sdu Uitgevers
Voorwoord In deze Sdu Wettenverzameling Awb Bestuurs(proces)recht is de wet- en regelgeving opgenomen die onmisbaar is om juridische vragen en problemen te behandelen in de rechtspraktijk van het algemeen
Nadere informatieNOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 november 2011 HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER DE WIJZE VAN PROCEDEREN BIJ DE BESTUURSRECHTER
32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige
Nadere informatieOnderwerp: Beantwoording reacties Mandaatbesluit Norbert de Blaay en Erik Hilbink Datum: 2 november 2016
Onderwerp: Beantwoording reacties Mandaatbesluit Opsteller: Norbert de Blaay en Erik Hilbink Datum: 2 november 2016 Opmerkingen Verwerkt Toelichting/Reden Hoogezand Sappemeer 1. Artikel 5 lid 1: is onduidelijk.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE
Nadere informatieRAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT
RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: 645692 Datum: Behandeld door: 18 januari 2012 M. Hijstee Afdeling/Team: Ruimtelijke Ontwikkeling / Economie Onderwerp: Verklaring van geen bezwaar
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 309 Besluit van 14 mei 1998 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 Wij Beatrix, bij
Nadere informatieAfdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten
Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,
Nadere informatieBeginselen van de democratische rechtsstaat
Beginselen van de democratische rechtsstaat Prof. mr. M.C. Burkens Prof. mr. H.R.B.M. Kummeling Prof. mr. drs. B.P. Vermeulen Prof. mr. R.J.G.M. Widdershoven Inleiding tot de grondslagen van het Nederlandse
Nadere informatieMandaatbesluit. B e s l u i t e n vast te stellen het navolgende mandaatbesluit:
Het college van gedeputeerde staten/burgemeester en wethouders en de commissaris van de Koning/ burgemeester van >naam deelnemer
Nadere informatieLeidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009
Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 OPGAVE 1 (34 punten) Vraag 1.1 (5 punten) Er staan geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open. Het voorbereidingsbesluit van artikel
Nadere informatieHet college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente [naam deelnemer],
Algemeen mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen 2018 Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente [naam deelnemer], of: het college van gedeputeerde staten en de commissaris
Nadere informatieALGEMEEN MANDAATBESLUIT GEMEENTE LEEUWARDERADEEL. Het college, de burgemeester, en de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarderadeel:
ALGEMEEN MANDAATBESLUIT GEMEENTE LEEUWARDERADEEL Het college, de burgemeester, en de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarderadeel: BESLUITEN: Ieder voor zover het de hem toebehorende bevoegdheid betreft:
Nadere informatieBeleidsregels Intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. gemeente Bergen (L)
Beleidsregels Intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen gemeente Bergen (L) Door de gemeente Bergen worden jaarlijks veel omgevingsvergunningen verleend, zowel aan particulieren als aan bedrijven.
Nadere informatie: Beleid artikel 19 WRO. : RWB / Ruimtelijke Inrichting Noord
Nota PS-commissie Vergaderdatum : 2 februari 2006 Commissie voor : ROV Agendapunt nr. : 7 Commissienr. : Onderwerp : Beleid artikel 19 WRO Opsteller/telefoon/e-mail-adres : Afdeling/bureau : RWB / Ruimtelijke
Nadere informatiegelezen het voorstel van de portefeuillehouder Bestuurlijke zaken, calamiteiten, handhaving en externe contacten;
VERGADERING 16 ĴUİİ 2013 AGENDAPUNTNUMMER KENMERK B1302434 BESLUIT D&H: INSPRAAKVERORDENING WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 2013 HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN VAN WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA; gelezen
Nadere informatieProvinciaal blad van Noord-Brabant
Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: Onderwerp Mandaatbesluit asbest eraf, zonnepanelen erop Meer Met Minder Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR601483_1
CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR601483_1 2 februari 2017 Besluit van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning van de Provincie Groningen houdende regels omtrent mandaat Algemeen
Nadere informatieMandaatbesluit. Overwegende,
Mandaatbesluit Het college van gedeputeerde staten/burgemeester en wethouders en de commissaris van de Koning/ burgemeester van >naam deelnemer
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 523 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele aanverwante wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht
Nadere informatieAlgemeen mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Veiligheidsregio Drenthe
Algemeen mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Veiligheidsregio Drenthe Vastgesteld in AB VRD 18-12-2013 1 Algemeen mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Veiligheidsregio Drenthe Het algemeen bestuur,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 383 Wet van 28 augustus 2009 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met doeltreffendere rechtsmiddelen tegen niet tijdig beslissen
Nadere informatiecategorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.
Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. gebied Zijtak Portefeuillehouder: J.
Nadere informatieConcept Raadsvoorstel
Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: Sliedrecht, 6 oktober 2009 Onderwerp: Lex silencio positivo Voorgesteld besluit: 1) met betrekking tot vergunning- en ontheffingstelsels
Nadere informatieActualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online
Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht 2 september 2015 16:00 uur - 17:00 uur Online Wat gaan we doen: rechtspraak over.. 1. De 3 B s (bestuursorgaan-, belanghebbende- en besluitbegrip) 2. Schadevergoeding
Nadere informatieA. Het bestuur: het materiële bestuursrecht
A. Het bestuur: het materiële bestuursrecht Dit hoofdstuk gaat over het materiële bestuursrecht en de plek van het bestuur in dit recht. Inleiding Het bestuursrecht heeft bestuursactiviteiten van de overheid
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR328488_1. Mandaatregeling juni Officiële uitgave van Heemstede.
CVDR Officiële uitgave van Heemstede. Nr. CVDR328488_1 6 juni 2017 Mandaatregeling 2014 INHOUD: pagina Het gebruik van mandaat: 2 1. Inleiding 2 2. Delegatie algemeen 3 3. Mandaat algemeen 3 4. Volmachten
Nadere informatieCOMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT
COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 828 Wijziging van de Wet milieubeheer (reparatie milieueffectrapportage) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen Dit wetsvoorstel bevat technische
Nadere informatieAlgemene Subsidieregeling 2008
Algemene Subsidieregeling 2008 Paragraaf 1 Inleidende bepalingen Artikel 1.1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. gemeentebestuur: het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van besluiten betreffende
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37105 23 december 2014 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 12 december 2014, nr. 591110, tot indexering
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 9754 2 juli 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister voor
Nadere informatieBeslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 27534/2012010168 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake de Stichting Publieke Media instelling Eijsden- Margraten tegen afwijzing van het handhavingsverzoek jegens Stichting
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2006:AV7682
ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 09-03-2006 Datum publicatie 30-03-2006 Zaaknummer AWB 05/4258 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste
Nadere informatieWet normalisering rechtspositie ambtenaren
Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Naam Citeertitel Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Kamerstuk 32550 Datum indiening 03-11-2010 April 2017 Pagina
Nadere informatieMONUMENTENVERORDENING 2006
MONUMENTENVERORDENING 2006 Vastgesteld in de raad van 20 december 2005 Inwerkingtreding: 1 januari 2006 De raad van de gemeente Houten, gezien het voorstel van het college van 1 november 2005, gelet op
Nadere informatieConsultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding
Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare
Nadere informatieBestuursrecht. Bestuursrecht
gevolgen van het Procola-arrest voor de organisatie van de bestuursrechtelijke rechtsbescherming, de aansprakelijkheid voor onrechtmatige bestemmingsplannen en de verhouding tussen de codificaties van
Nadere informatieBeleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor
Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen 1. Inleiding De gemeente Druten verleent jaarlijks veel omgevingsvergunningen. Verreweg het grootste deel van die
Nadere informatieVerordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Smallingerland. Nr. 79151 24 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland 2015 De raad van de gemeente Smallingerland ; gelezen
Nadere informatieHOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen
Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 Kenmerk: 184268 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet op artikel 8, eerste lid,
Nadere informatieUitvoering van bindende besluiten van organen van de Europese Unie / 15. Hoofdstuk 2 Verkeer tussen burgers en bestuursorganen / 16
INHOUD Voorwoord / 5 Algemene wet bestuursrecht / 13 Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen / 13 Titel 1.1 Definities en reikwijdte / 13 Titel 1.2 Uitvoering van bindende besluiten van organen van de Europese
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1691
ECLI:NL:RVS:2017:1691 Instantie Raad van State Datum uitspraak 28-06-2017 Datum publicatie 28-06-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201603121/1/A3 Eerste
Nadere informatieDe nieuwe Omgevingswet. Molenadviesraad Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens
De nieuwe Omgevingswet Molenadviesraad 7-4-2017 Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens Uitgangspunten Omgevingswet Vormt basis voor het nieuwe stelsel van regelgeving voor de fysieke leefomgeving
Nadere informatieArtikel 2: Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst Eerste lid
Toelichting bij de Procedureregeling planschadevergoeding 2005 Algemene toelichting Op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) heeft een belanghebbende de mogelijkheid om van de
Nadere informatieVoorwoord. Zoals elk jaar verschijnt de Awb-pocket bij aanvang van een nieuw academisch jaar.de bundel is bijgewerkt tot en met 1 juli 2014.
Voorwoord Deze bundel met de Algemene wet bestuursrecht en de voor het bestuursrecht relevante wet- en regelgeving is bedoeld voor de student of praktijkjurist die een handzame en betaalbare Awb-teksteditie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland
Nadere informatieBesluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit gemeente..
RECHT Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Burgemeester
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 477 Besluit van 15 juli 1998, houdende regels ter uitvoering van artikel 320, zesde lid, van de Faillissementswet in verband met de vaststelling
Nadere informatieMagna Charta Newsroom
Magna Charta Newsroom Conclusie van 23 juni 2014 van Staatsraad Advocaat-Generaal Mr. R.J.G.M. Widdershoven over het begrip bestuursorgaan Mr. W.J. Bosma Advocaat-Partner Van der Feltz Advocaten Aanleiding
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Halderberge. Datum: 24 mei 2013. Rapportnummer: 2013/057
Rapport Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Halderberge Datum: 24 mei 2013 Rapportnummer: 2013/057 2 Klacht Verzoeker, een advocaat, klaagt erover dat het
Nadere informatieBESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3444/12 Betreft zaak: 3444/ Halbertsma Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkverklaring van het
Nadere informatieHet Subsidierecht. VNG Juridische 2-daagse Sandra van Heukelom-Verhage
Het Subsidierecht VNG Juridische 2-daagse 2013 Sandra van Heukelom-Verhage 28 oktober 2013 Subsidiedefinitie Artikel 4:21, lid 1 Awb: de aanspraak op financiële middelen (1) door een bestuursorgaan verstrekt
Nadere informatieAMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting
AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,
Nadere informatieMonisme en het waterschapsbestel. 27 oktober Mr.dr. G.S.A. Dijkstra
Monisme en het waterschapsbestel 27 oktober 2014 Mr.dr. G.S.A. Dijkstra De aanleiding tot deze notitie wordt gevormd door vragen van leden van de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland
Nadere informatieHC 11, , Bestuursrecht
HC 11, 18-12-2017, Bestuursrecht Moeilijke vragen thuistoets 1. Onjuist, schuld is hier een bestanddeel à vrijspraak. 2. Onjuist, Rechtbank sector strafrecht is onbevoegd, het is een overtreding, dus moet
Nadere informatie