VERKLARING SLACHTOFFER. Ik sprak daar een mij onbekend persoon en legitimeerde mij als arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW.

Transcriptie

1 VERKLARING SLACHTOFFER Op dinsdag 14 februari 2017 omstreeks 12:28 uur bevond ik,, arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW, mij in een woning, gelegen aan te. Ik sprak daar een mij onbekend persoon en legitimeerde mij als arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW. Nadat ik hem naar zijn identiteitsgegevens had gevraagd gaf hij mij op te zijn: Naam Voornamen Geboren op Te Nationaliteit De persoonsgegevens van het slachtoffer zijn conform de gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Verklaring Op mijn vragen verklaarde hij het volgende: V: is vraag van de inspecteur A: is antwoord van het slachtoffer. Algemeen V: Wanneer/ op welke datum is het ongeval gebeurd? A: Het ongeval vond plaats op vrijdag 27 januari V: Op welke locatie/ vestiging heeft het ongeval plaatsgevonden? A: Het ongeval vond plaats op de schietbaan van de Kmar gevestigd op de locatie Watertorenweg 9 te 3847LZ Harderwijk. V: Bent u als gevolg van uw letsel in het ziekenhuis opgenomen geweest? A: Ja, in het St. Jansdal ziekenhuis te Harderwijk. V: Hoelang bent u opgenomen geweest in het ziekenhuis? A: Vrijdagmiddag na het ongeval ben ik per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd en mocht ik het ziekenhuis op zondag 29 januari 2017 verlaten. V: Waar bestaat het letsel uit? A: Weefselschade, een inschot rechter bovenbeen aan de zijkant en een uitschot aan de achterzijde van het rechter bovenbeen aan de achterzijde. V: Is het letsel blijvend of is er sprake van herstel? A: Sprake van herstel, eigenlijk een vleeswond en zijn zelfs geen hechtingen nodig geweest. V: Wanneer bent u na het ongeval weer begonnen met werken? A: Ik ben nog steeds met ziekteverzuim thuis en actief met revalideren. Ik heb na het ongeval nog niet gewerkt. Arbeidsrelatie V: Bij wie bent u in dienst? A: Ik ben in dienst bij het Ministerie van Defensie onderdeel Koninklijke Marechaussee. Ik ben werkzaam bij de brigade die betrokken wordt speciale beveiligingsopdrachten. Ik ben actief persoonsbeveiliger. V: Bent u daar in vaste of tijdelijke dienst? A: Ik ben in vaste dienst. V: Sinds wanneer bent u daar in dienst? A: Ik ben sinds het jaar werkzaam bij het Ministerie van Defensie en begonnen bij de Landmacht, en sinds het jaar geplaatst bij de Kmar. V: Welke opleiding heeft u genoten? A: Ik heb gevolgd en afgerond en ben toen bij de Landmacht

2 gaan werken. Bij het Ministerie van Defensie heb ik meerdere opleidingen gevolgd en afgerond. V: Wat zijn uw reguliere werkzaamheden? A: Persoonsbeveiliging. V: Welke werkzaamheden werden door u op moment van het ongeval verricht? A: Ik volgde de verplicht gestelde schiettraining op de schietbaan in Harderwijk. V: Wie heeft u opdracht gegeven om de schietoefening te volgen die u op het moment van het ongeval uitvoerde te verrichten? A: In mijn functie moet ik zeer regelmatig schieten om de expertise te verbeteren en jezelf te verbeteren. Ik kreeg de opdracht ter plaatse van één van beide schietinstructeurs, waarvan de namen bij u bekend zijn. V: Bij welk bedrijf is deze persoon in dienst? A: Beide schietinstructeurs zijn ook in dienst van de Kmar. V: Wat zijn de bevoegdheden (functie) van die persoon? A: Zij zijn met name bevoegd om dergelijke opdrachten te verstrekken. Situatie ongeval V: Kunt u mij vertellen hoe het ongeval is gebeurd? A: Ik was samen met 7 collega persoonsbeveiligers op de schietbaan in Harderwijk. Samen met 2 collega's stonden wij op drie schietpunten en was ik degene die het meeste links stond opgesteld. Wij stonden buiten en moesten een oefening uitvoeren waarbij werd gesimuleerd dat er op ons werd geschoten en wij dekking moesten zoeken. Wij moesten ons verplaatsen naar een pion en vervolgens afvuren op het doel. Dat was een manspersoon van karton op ongeveer 7 á 8 meter afstand. Nadat ik mij had verplaatst en mij naar de pion had begeven, trok ik mijn handvuurwapen Glock 17 uit het holster en vuurde ik op de manspersoon van karton. Het holster wat ik gebruikte was een quick holster voor het handvuurwapen. Dit holster is niet voorzien van een beugel en is voorzien van een retensie beveiliging. Ik moet daarvoor met mijn rechter wijsvinger een knop indrukken, anders wil het handvuurwapen niet uit het holster. Nadat ik 2 of drie schoten had gelost, hield ik het handvuurwapen met mijn rechterhand vast tegen de borst aan op een wijze dat de loop naar beneden wordt gericht. Op dat moment moest ik scannen of de situatie veilig was en daarna het handvuurwapen terug plaatsen in het holster. Het holster droeg ik onder een snugpack jas die door het Ministerie van Defensie aan ons is verstrekt tijdens koude dagen. De zijkanten van de jas zijn voorzien van een elastiek met een zwart aantrekkopje. Daarmee kan je de onderzijde van de jas strakker trekken. De onderzijde van de jas droeg en draag je over het holster en het vuurwapen heen. Het mag niet zichtbaar zijn en moet de indruk aanwezig zijn dat je een burger bent. Op het moment dat ik mijn handvuurwapen terug plaatste in het holster, hoorde ik een knal. Ik dacht op dat moment "Ben ik dat nou!" en keek ik rechts naar beneden naar het holster. Ik zag dat mijn rechter wijsvinger bovenop de plastic zijkant langs het holster lag. Vervolgens haalde ik het wapen iets omhoog met mijn rechterhand en zag ik dat het zwarte knopje van de jas in de trekkerbeugel zat. Dat was de aanleiding dat het handvuurwapen werd afgevuurd in mijn holster. Ik voelde eerst niets, en kwam een collega op mij aflopen en vroeg of ik was geraakt. Toen ging ik kijken en trok ik mijn broek omlaag en zag ik vervolgens een schotwond aan de rechter zijkant van mijn bovenbeen recht onder het holster. Het bloedde nauwelijks en had ik ook nog geen pijn. Ik voelde een branderig gevoel in mijn bovenbeen en kreeg ik ter plaatse 1e hulp. Heel snel was de ambulance ter plaatse en werd ik overgebracht naar het ziekenhuis. V: Wat is de gebruikelijke manier om de schietoefening uit te voeren? A: Zoals ik de schietoefening uit voerde, met een handvuurwapen verstrekt door Defensie en een jas die ook was verstrekt door Defensie. V: Waren er getuigen van het schietongeval?

3 A: Geen directe getuigen, iedere aanwezige hoorde een knal en denk ik niet dat iemand het schot daadwerkelijk heeft waargenomen. V: Hoe heten die getuigen? A: De namen van beide schietinstructeurs zijn bij u bekend, ook deze namen graag ivm geheimhouding niet in documenten of systemen opnemen. V: Had u op de dag van het ongeval genoeg tijd om uw schietoefening uit te voeren? A: Tijd genoeg en stond ik niet onder druk. Arbeidsplaats Het ongeval heeft plaats gevonden op een schietbaan van Ministerie van Defensie in Harderwijk. V: Welke instructies zijn er over hoe de schietoefeningen op een veilige manier daar te verrichten? A: Er wordt door de schietinstructeurs aan de uitvoerden minutieus doorgesproken en herhaald. Vervolgens worden alle betrokken door de instructeurs op de juiste veilige plaats gezet en op commando gestart met de uitvoering. V: Welke voorlichting is er over risico's die schietoefeningen op de schietbaan met zich brengt? A: Standaard voor iedere schietoefening krijgen wij voorlichting over de risico's van de instructeurs. Daarna pas de instructie van de oefeningen. V: Op welke wijze (schriftelijk/ mondeling) bent u geïnstrueerd en/of voorgelicht? A: Dat gebeurt altijd mondeling. V: Welke voorzorgsmaatregelen waren genomen ten tijde van het ongeval? A: Eerst kregen wij voorlichting; daarna instructie en vervolgens werden wij ingedeeld en neergezet. Er ontbraken geen veiligheidsmaatregelen en/of beveiligingen. V: Kwam het wel eens voor dat er schietoefeningen plaats vonden terwijl de benodigde beveiligingen en/of veiligheidsmaatregelen ontbraken? A: Nee, dat heb ik nog nooit meegemaakt. De instructeurs werken altijd met een lesplan en worden alle procedures gevolgd. V: Staat de werkgever of de toezichthouder het toe als het voorkomt? A: Nee, absoluut niet. Als je met dergelijke verantwoordelijkheden van jezelf en collega's hebt te maken, ben je daar scherp op. V: Welke acties moet u van uw werkgever nemen als u niet veilige en niet op de juiste manier schietoefeningen op de schietbaan uit kan voeren? A: Direct melden bij de instructeurs en de oefening niet uitvoeren. Arbeidsmiddel Het ongeval heeft plaats gevonden met een handvuurwapen. V: Van welk merk, type en bouwjaar was dit handvuurwapen? A: Het handvuurwapen betrof een Glock 17 generatie 4. Wij hebben in jaar 2016 nieuwe modellen van dit wapen gekregen. V: Verkeerde dit arbeidsmiddel in de staat zoals deze door de fabrikant geleverd is? A: De handwapens worden regelmatig gecontroleerd en krijgen structureel onderhoud. Dat vindt plaats door een externe specialist. V: Was dit handvuurwapen geschikt voor de betreffende schietoefeningen? A: Hij was geschikt voor de oefening en is door het FO in beslag genomen. Het FO onderzoekt of het wapen mankementen had. V: Wie is de eigenaar van dit arbeidsmiddel? A: Het Ministerie van Defensie. Persoonlijke beschermingsmiddelen V: Welke persoonlijke beschermingsmiddelen hadden u ter

4 beschikking gesteld moeten worden voor de schietoefeningen die u verrichtte ten tijde van het ongeval? A: Een veiligheidsbril, gehoorbescherming en bedrijfskleding. V: Welke persoonlijke beschermingmiddelen zijn u ter beschikking gesteld? A: Een veiligheidsbril en gehoorbescherming, dus alles wat verplicht is. V: Gebruikte u al uw benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen ten tijde van het ongeval? A: Ik droeg zowel mijn veiligheidsbril en de gehoorbescherming. Toezicht V: Wie hield er toezicht en controleerde op de werkvloer of u en uw collega's volgens de afgesproken voorschriften schoten met het handvuurwapen en/ of alle benodigde veiligheidsmaatregelen genomen waren? A: De beide vuurwapeninstucteurs. V: Waar bestond dat toezicht uit? A: Het geven van voorlichting, het geven van instructies en het fysiek toezicht houden tijdens het schieten op de schietbaan. V: Hoe vaak hield diegene toezicht? A: Dat was continue. V: Op de dag van het ongeval. Heeft de toezichthouder voordat de werkzaamheden startten, gecontroleerd of het handvuurwapen en de schietbaan voorzien waren van alle benodigde veiligheidsvoorzieningen? A: Voor aanvang van de oefeningen vond er eerste een vuurwapeninspectie plaats door de beide instructeurs. Dat gebeurde voordat we startten met de oefeningen, dus na de voorlichting en instructies. V: Bent u weleens of op de dag van het ongeval aangesproken door de toezichthouder omdat u zich niet aan de voorschriften/ instructies hield? A: Nee, dat heeft nog nooit plaatsgevonden en ben ik van onbesproken gedrag. V: Bent u of andere werknemers weleens gesanctioneerd als jullie je niet hielden aan de voorschriften en of instructies? A: Er zijn wel eens collega's aangesproken op onveilig handelen en daarvoor gesanctioneerd. Ik zelf nog nooit. Sancties worden ook schriftelijk bevestigd. Wij vallen onder het Militair Strafrecht. Overig V: Heeft u de schriftelijke Risico- Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) van de Kmar ingezien? A: Dat zegt mij niet. V: Welke inspanningen heeft de werkgever verricht om het betreffende arbeidsongeval te voorkomen? A: Ik heb een goede opleiding gehad en oefen ik zeer regelmatig. Ik krijg ook de mogelijk om zoveel als mogelijk te trainen. Daarnaast worden wij uitstekend voorgelicht door de instructeurs en op de juiste wijze geïnstrueerd. V: Hoe kan volgens u een soortgelijk ongeval in de toekomst worden voorkomen? A: Dat weet ik niet, er kan altijd een gedeelte van de kleding in het holster terecht komen en de trekker laten over gaan, op het moment dat het handvuurwapen terug wordt geplaatst. Als je met een verdekt holster werkt en oefent, is dit een risico. V: Zijn er naar uw mening nog onderwerpen die niet ter sprake zijn gekomen of heeft u nog iets toe te voegen aan uw verklaring wat van belang kan zijn voor dit onderzoek? A: Nee, ik heb het complete verhaal verklaard. U vertelt mij dat u de afhandelingscorrespondentie via mijn privé adres zal toesturen, dit om mijn identiteit te waarborgen.

5