Versterken aanpak beroepslongziekten en gezond werken met stoffen. Eindrapportage onderzoek Long Alliantie Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Versterken aanpak beroepslongziekten en gezond werken met stoffen. Eindrapportage onderzoek Long Alliantie Nederland"

Transcriptie

1 Versterken aanpak beroepslongziekten en gezond werken met stoffen Eindrapportage onderzoek Long Alliantie Nederland Juli, 2017

2 Auteurs: drs. Heleen den Besten, drs. Emiel Rolink (Long Alliantie Nederland), Prof. Dr. Niels Chavannes (LUMC) 1

3 Inhoudsopgave Samenvatting, conclusie en aanbevelingen Inleiding Aanleiding Onderzoeksvragen Methode Steekproef en werving Leeswijzer Signaleren van beroepslongziekten in de zorg Inleiding Complexiteit vaststellen werkgerelateerde oorzaken bij longziekten Signaleren van beroepslongziekten bij bedrijfsartsen Signaleren van beroepslongziekten in de curatieve zorg Signalering beroepslongziekten bij huisartsen Signalering beroepslongziekten bij longartsen Samenvatting knelpunten signalering beroepslongziekten Oplossingsrichtingen voor signalering beroepslongziekten Samenwerking tussen zorgverleners Samenwerking tussen bedrijfsarts en huisarts Samenwerking tussen huisarts en longarts Samenwerking tussen bedrijfsarts en longarts Samenvatting knelpunten samenwerking tussen zorgverleners Oplossingsrichtingen samenwerking tussen zorgverleners Aandacht voor arbeidsparticipatie bij curatieve zorgverleners Knelpunten die patiënten ervaren als het gaat om arbeidsparticipatie Aandacht voor arbeidsparticipatie bij zorgverleners Aandacht voor arbeidsparticipatie bij longartsen en huisartsen Aandacht voor arbeidsparticipatie bij longverpleegkundigen en POH-ers in huisartsenpraktijk Samenvatting knelpunten arbeidsparticipatie Oplossingsrichtingen arbeidsparticipatie in de zorg Ervaringen van patiënten Bewustzijn van (schadelijke) stoffen in sectoren Bewustwording (schadelijke) stoffen bij bedrijven

4 6.2. Uitvoering RI&E en PMO Uitvoering RI&E Uitvoering Preventief Medisch Onderzoek (PMO) Samenvatting knelpunten bewustzijn schadelijke stoffen in sectoren Oplossingsrichtingen om meer aandacht te krijgen voor stoffen Bijlage A Manifest Integrale aanpak beroepslongziekten Bijlage B Knelpunten aanpak beroepslongziekten uit sessie met klankbordgroep Bijlage C Oplossingsrichtingen aanpak beroepslongziekten uit sessie met klankbordgroep Bijlage D Verslag seminar beroepslongziekten 31 mei Bijlage E Deelnemers klankbordgroep Bijlage F Over Long Alliantie Nederland

5 Samenvatting, conclusie en aanbevelingen Jaarlijks sterven er in Nederland naar schatting mensen als gevolg van beroepsziekten, waarvan ca door blootstelling aan (schadelijke) stoffen. In totaal sterven er 640 mensen als gevolg van een aandoening van de ademhalingswegen en mensen aan kanker (waarvan een groot deel aan longkanker en mesothelioom). 1 Naar schatting hebben tussen de één en vijf miljoen mensen in Nederland op de werkvloer een grote kans blootgesteld te worden aan stoffen en hier gezondheidsschade van te ondervinden. In Nederland heeft één miljoen mensen een chronische longziekte, zoals astma en COPD. Geschat wordt dat bij ongeveer 15% van de gevallen van astma en COPD arbeidsgerelateerde factoren een rol spelen. Ondanks het grote probleem van werken met stoffen, is het opvallend dat de bewustwording van dit probleem over de hele linie (werknemers, werkgevers, patiëntenorganisaties, beroepsverenigingen, zorgverzekeraars) gering is. De lange periode tussen de blootstelling en de uiteindelijke longklachten speelt hierbij een rol. In het kader van het Nationaal Actieprogramma Chronische Longziekten (NACL) is de LAN in 2016 gestart met het project Versterken aanpak beroepslongziekten en werken met schadelijke stoffen. Het project heeft als doel om meer aandacht krijgen voor 1) gezond/stofvrij werken op de werkvloer en 2) arbeid in zowel de bedrijfsgeneeskundige als curatieve zorg. Om inzicht te krijgen in wat er moet gebeuren om beroepslongziekten te voorkomen zijn gesprekken gevoerd met curatieve en bedrijfsgeneeskundige zorgverleners, arboprofessionals en met patiënten. In deze gesprekken is in kaart gebracht wat nodig is om meer aandacht te krijgen voor arbeid waarbij we onderscheid maken in 1) het signaleren van beroepslongziekten en 2) arbeidsparticipatie van mensen met een chronische longaandoening, onafhankelijk of hun ziekte veroorzaakt is door het werk. Een klankbordgroep beroepslongziekten is samengesteld bestaande uit verschillende deskundigen uit het arbeid en zorg domein alsmede het onderwijs. Met hen zijn sessies gehouden om in kaart te brengen welke knelpunten er zijn om beroepslongziekten aan te pakken en wat nodig is om beroepslongziekten te voorkomen. Conclusie Samenvattend kan geconcludeerd worden dat in Nederland een goed functionerend stelsel voor herkenning, diagnostiek en preventie van beroepslongziekten ontbreekt. Een goed functionerend stelsel zou moeten stimuleren dat mensen gezond en veilig werken zodat beroepslongziekten worden voorkomen. Als deze zich toch voordoen moeten ze adequaat worden geïdentificeerd, wat moet leiden tot preventieve maatregelen. In het huidige systeem is er onvoldoende zicht op de incidentie van beroepslongziekten en onvoldoende bewustzijn van de gevaren van werken met stoffen. Er worden onvoldoende preventieve activiteiten ingezet. Zorgverleners zijn zich onvoldoende bewust van de factor arbeid en werken in hun eigen domein terwijl geïntegreerde expertise en samenwerking noodzakelijk is voor het herkennen, diagnosticeren en voorkomen van beroepslongziekten. Patiënten met een beroepslongziekte worden op deze manier regelmatig van het kastje naar de muur verwezen. 1 TNO, Arbobalans Sterfte cijfers gebaseerd op de CBS-Doodsoorzakenstatistiek 2013, bewerkt door het RIVM 4

6 Figuur 1 Knelpunten signaleren beroepslongziekten samengevat 5

7 Knelpunten signaleren beroepslongziekten In figuur 1 (zie vorige pagina) zijn de belangrijkste knelpunten weergegeven zoals die naar voren zijn gekomen in het onderzoek. De figuur laat zien hoe het huidige stelsel in Nederland werkt. Hieronder lichten we iedere speler in het veld toe: Werkenden/potentiële patiënten Werkenden in Nederland zijn zich onvoldoende bewust van de gevaren van blootstelling aan schadelijke stoffen. Enerzijds kan dit zijn doordat er onvoldoende is voorgelicht. Met name kleine MKB bedrijven en zelfstandigen zijn lastig te bereiken. Anderzijds is de risico perceptie laag: longziekten openbaren zich vaak pas na vele jaren, soms pas na 30 jaar. Werkenden maken niet altijd adequaat gebruik van de preventieve maatregelen die nodig zijn om gezond te kunnen werken. Werkenden lopen daarnaast lang door met gezondheidsklachten. Als ze klachten hebben gaan ze eerder naar de huisarts dan naar de bedrijfsarts. Dit omdat patiënten niet altijd de link van hun klachten leggen met het werk, maar ook omdat het vertrouwen in de bedrijfsarts gering is of uit angst voor verlies van baan en inkomen. Werkgevers Werkgevers hebben vanuit de Arbowet de verplichting om preventieve maatregelen te nemen en werknemers voor te lichten. Dit gebeurt in onvoldoende mate door niet weten, niet kunnen of niet willen. Ieder bedrijf in Nederland dient een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) uit te voeren waarmee de arbeidsrisico s in kaart worden gebracht. Als deze RI&E wordt uitgevoerd, dan is de kwaliteit als het gaat om (schadelijke) stoffen vaak onvoldoende. Hiervoor is aanvullende onderzoek nodig waarvoor de expertise of middelen ontbreken. Veel bedrijven maken onvoldoende gebruik van preventiedeskundigen (arbeidshygiënisten, veiligheidskundigen en preventiemedewerkers). Iedere werkgever is verplicht een preventief medisch onderzoek (PMO) aan te bieden. PMO s worden echter onvoldoende uitgevoerd vanuit kostenoverwegingen, en omdat niet duidelijk is wat het bedrijven op zou leveren. Bovendien zijn PMO s kwalitatief vaak onvoldoende of te weinig specifiek om vroegtijdig longklachten op te kunnen sporen. Huisarts Aangezien de meeste werkenden met klachten in eerste instantie naar de huisarts gaan, kan de huisarts een belangrijke signalerende rol vervullen. Dit gebeurt nog onvoldoende aangezien het belang van aandacht voor arbeid nog onvoldoende wordt ingezien. De huisarts ziet een brede patiëntenpopulatie. Huisartsen werken klachtgericht en hebben weinig zicht op de werksituatie van patiënten. Pas bij langer aanhoudende klachten zullen huisartsen die zich ervan bewust zijn erop doorvragen. Voor huisartsen is het niet altijd duidelijk naar wie ze kunnen doorverwijzen bij werk gerelateerde klachten. Niet alle werkenden hebben een bedrijfsarts. Huisartsen kunnen ook doorverwijzen naar longartsen (of andere medici). Longarts Zowel bedrijfsartsen als huisartsen verwachten van longartsen dat ze een belangrijke rol zouden hebben bij het signaleren van beroepslongziekten. Longartsen weten veel van longziekten, maar weinig van stoffen op het werk in relatie tot longziekten. Net als huisartsen hebben ze weinig zicht op de werksituatie. Longartsen zijn medisch gericht en hebben beperkt aandacht voor de arbeidsgerelateerde oorzaken van longziekten. Ook voor de longarts bestaat onduidelijkheid naar wie kan worden doorverwezen. 6

8 Bedrijfsarts Van bedrijfsartsen wordt verwacht dat ze beroepslongziekten vroegtijdig opsporen om ervoor te zorgen dat een beginnende beroepsziekte niet uitloopt op definitieve uitval. Hierbij dient te worden vermeld dat het vaststellen van beroepslongziekten complex is. Om de link te leggen tussen stoffen in de werksituatie en longziekten is er kennis nodig van stoffen (arbeidshygiëne/toxicologie) en medische kennis van longziekten. Er zijn maar weinig bedrijfsartsen in Nederland die de specifieke kennis hebben om arbeidsgerelateerde oorzaken van longziekten te diagnosticeren. Het signaleren van beroepslongziekten is dan ook gezien deze complexiteit niet eenvoudig. Los van het feit dat het om ingewikkelde materie gaat, is in veel gevallen de bedrijfsarts pas laat in beeld, ná uitval van het werk, en niet al bij de eerste gezondheidsklachten. De juiste diagnose wordt vaak gemist of pas in een zeer laat stadium gesteld. De bedrijfsarts vraagt zich niet structureel af of een longziekte wordt veroorzaakt door het werk. Bedrijfsartsen zien net als huisartsen een brede patiëntenpopulatie. Bedrijfsartsen bouwen daarom geen routine op in deze complexe materie. Daarnaast werken bedrijfsartsen in opdracht van werkgevers waardoor hun onafhankelijke positie onder druk staat. Werkgevers zijn gebaat bij snelle re-integratie van zieke werknemers en zien niet altijd het belang in van signalering van beroepslongziekten en het nemen van preventieve maatregelen. De focus van bedrijfsartsen ligt meer op verzuimbegeleiding. Al de bovengenoemde redenen zorgen ervoor dat beroepslongziekten onvoldoende worden gesignaleerd. In de gevallen dat een beroepslongziekten wordt gesignaleerd zou de bedrijfsarts 1) melding moeten maken bij het Nederlands Centrum van Beroepsziekten (NCvB) en 2) stappen richting bedrijf moeten zetten om herhaling te voorkomen en de arbeidsomstandigheden in het bedrijf te verbeteren. Ook deze vervolgstappen worden onvoldoende gezet. Er wordt geen loop gemaakt van signalering naar het nemen van preventieve maatregelen. Arbeidshygiënisten Arbeidshygiënisten hebben kennis van stoffen maar geen inzicht in verzuim en verband met beroepslongziekten. Ze worden door bedrijven onvoldoende ingezet voor preventief en nader onderzoek naar risico s van stoffen. Arbeidshygiënisten werken onvoldoende samen met bedrijfsartsen. Nederlands Centrum van Beroepsziekten (NCvB) Het NCvB is er om beroepsziekten te registreren. Het NCvB is hierin afhankelijk van meldingen door bedrijfsartsen. Doordat bedrijfsartsen te weinig melden heeft het NCvB te maken met onderregistratie. Hierdoor is er onvoldoende zicht op de incidentie van beroeps(long)ziekten. Inspectie SZW De Inspectie SZW houdt toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving over arbeidsomstandigheden. De inspectie SZW weet niet hoe vaak en bij welk bedrijf het fout gaat. De inspectie heeft onvoldoende bezetting om te inspecteren en zo te kunnen handhaven. 7

9 Andere spelers in het veld In figuur 1 zijn voor de overzichtelijkheid de belangrijkste spelers in het veld van beroepslongziekten samengevat en de knelpunten die zich hierin voordoen. Er zijn echter nog meer spelers die een belangrijke rol spelen als het gaat om het signaleren van en preventief voorkomen van beroepslongziekten. Kenniscentra In Nederland heeft het Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL) specifieke expertise op dit terrein. Ook de polikliniek Mens en Arbeid in het Academisch Medisch Centrum is gespecialiseerd in het diagnosticeren van complexe arbeidsgebonden aandoeningen. Zorgverzekeraars Zorgverzekeraars kunnen alleen zorg vergoeden die opgenomen is in de Zorgverzekeringswet. Arbozorg is niet opgenomen in de Zorgverzekeringswet. Niet iedereen kan daarom gebruik maken van het hierboven genoemde nadere onderzoek naar werkgerelateerde oorzaken. Andere zorgverleners Naast huisartsen, longartsen en bedrijfsartsen kunnen ook praktijkondersteuners, longverpleegkundigen, re-integratie specialisten en casemanagers een signalerende rol spelen. Deze zorgverleners zien meestal patiënten wat langer dan de arts en hebben meer tijd voor de intake. Bij hen is echter niet altijd kennis over werkgerelateerde factoren van longziekten. Onderwijsinstellingen Onderwijsinstellingen in met name het MBO leiden mensen op voor een bepaald vakgebied. Het verschilt per onderwijsinstelling in welke mate er aandacht wordt gegeven aan gezond en veilig werken. Rijksoverheid De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor de inrichting van stelsels en beheert diverse wetten, zoals de Arbowet. Preventie van beroepsziekten raakt aan meerdere stelsels: arbeidsmarkt, volksgezondheid en onderwijs waarvan de verantwoordelijkheid is belegd bij de ministeries van SZW, VWS en OC&W. Van een structureel interdepartementaal overleg op het gebied van veilig en gezond werken lijkt onvoldoende sprake. Knelpunten arbeidsparticipatie bij mensen met een longziekte In het onderzoek is in kaart gebracht welke knelpunten mensen met een longziekte ervaren bij arbeidsparticipatie en wat nodig is om meer aandacht te krijgen voor het thema arbeidsparticipatie bij zorgverleners. Ervaren knelpunten arbeidsparticipatie longpatiënten Mensen met longaandoeningen ervaren naast klachten als kortademigheid ook vermoeidheid. Dit is een onderschatte klacht die heel invaliderend is. Het lastige voor patiënten is dat mensen niet aan de buitenkant kunnen zien dat ze een longziekte hebben. Dit kan leiden tot onbegrip. De gevolgen van niet meer of minder kunnen werken geeft veel financiële onzekerheid. Er is een grote groep patiënten die het heel erg vindt om niet meer te kunnen werken. Ze gaan dan ook vaak over hun grenzen heen en ontkennen de klachten. Voor patiënten is het vaak lastig om in te kunnen schatten wat ze met hun ziekte nog kunnen en een vertaalslag te maken naar hun inzetbaarheid. Niet 8

10 iedereen wordt even goed begeleid bij het inpassen van de ziekte in het dagelijks leven, waaronder in het werk. Niet alleen een juist gebruik van medicijnen en goede zelfzorg, maar ook zelfmanagement is van belang om te kunnen blijven werken. Dit kan lastig zijn en niet alle patiënten hebben daar de capaciteit voor. Veel mensen met een longziekte zijn lager opgeleid. Wanneer longpatiënten uitvallen en een revalidatietraject hebben gevolgd om beter te leren omgaan met hun ziekte, zijn er vaak aanpassingen nodig in hun omgeving, waaronder op het werk. Werkgevers hebben daar niet altijd begrip voor, of niet de mogelijkheid om aangepaste of alternatieve werkzaamheden aan te bieden. Aandacht voor arbeidsparticipatie bij curatieve zorgverleners Bij niet alle zorgverleners staat het thema arbeidsparticipatie op de agenda. In zijn algemeenheid geldt dat huisartsen en longartsen weinig zicht hebben op de werksituatie, tijdsdruk ervaren en een medische focus hebben. Voor bedrijfsartsen en zorgverleners is het lastig om de vertaalslag te maken naar inzetbaarheid en dit op basis van cijfers te objectiveren. Hierbij speelt ook het hierboven genoemde punt dat longpatiënten zelf ook lastig kunnen inschatten wat ze nog kunnen. Samenwerking tussen zorgverleners is belangrijk. Zorgverleners geven aan dat het niet altijd even duidelijk is welke taken bij wie liggen. Niet alleen longartsen en huisartsen, maar ook praktijkondersteuners en longverpleegkundigen kunnen een belangrijke rol spelen in aandacht voor arbeidsparticipatie. Zij hebben meer tijd om te besteden aan de intake. Het thema arbeid staat bij hen niet altijd scherp op het netvlies. Enerzijds geven zorgverleners aan dat dit met tijdgebrek te maken heeft (meerdere thema s moeten tijdens een intake besproken worden), anderzijds staat arbeid niet altijd, of in onvoldoende mate opgenomen in de checklists waarmee wordt gewerkt. Dit maakt dat er onvoldoende op het onderwerp wordt doorgevraagd. Als er arbeidsgerelateerde problemen worden gesignaleerd, is het niet duidelijk waarnaar kan worden doorverwezen. Om meer aandacht te krijgen voor arbeid in de beroepsgroepen zouden de beroepsverenigingen daar een beleid op kunnen voeren. Er is bij de verenigingen nu nog te weinig visie op arbeid. Te weinig samenwerking Bedrijfsartsen, huisartsen en longartsen geven allen aan dat er te weinig onderlinge samenwerking is. Wat voor alle artsen geldt, is dat er onder hoge tijdsdruk wordt gewerkt; iedereen heeft spreekuren met patiënten waardoor de onderlinge bereikbaarheid slecht is. Longartsen en huisartsen zijn terughoudend naar bedrijfsartsen aangezien bedrijfsartsen een ander belang zouden hebben. De positionering van de bedrijfsarts als zijnde rechterhand van de werkgever maakt dat er vanuit de curatieve zorg schroom is om te overleggen en informatie te verstrekken. Onderlinge informatieuitwisseling is niet altijd adequaat. Longartsen vinden dat bedrijfsartsen meer zouden moeten weten van longziekten en zien hen daardoor niet als gelijkwaardige gesprekspartner. Ook werken bedrijfsartsen onvoldoende samen met arbeidshygiënisten en toxicologen. 9

11 Aanbeveling: Een integrale aanpak voor beroepslongziekten Het voorkomen van beroepslongziekten vergt een integrale aanpak, die alleen zal slagen met een actieve inzet van alle partijen die hierin verantwoordelijkheid hebben. De Long Alliantie Nederland heeft op basis van de uitkomsten van dit onderzoek en met input van de klankbordgroep beroepslongziekten een manifest opgesteld met daarin aanbevelingen om beroepslongziekten aan te pakken. Het manifest is te vinden in bijlage A. Aanbevelingen zijn: 1 Betere signalering en melding Zorg voor harde cijfers zodat het aantal beroepsziekten niet meer wordt onderschat. Met een grotere bewustwording bij bedrijfsartsen, huisartsen, longartsen en andere zorgverleners signaleren en diagnosticeren we beroepslongziekten meer én eerder. Hiervoor is samenwerking nodig. Bedrijfsartsen moeten melding doen bij het NCvB. Ook verzekeringsartsen (bij onder meer het UWV) en medisch adviseurs moeten kunnen melden bij het NCvB. Het overzicht van het NCvB moet volledig worden, zodat de incidentie van beroeps (long) ziekten inzichtelijk wordt per deelsector en op bedrijfsniveau. 2 Geld voor onderzoek en inzicht koppelen aan preventief beleid Registratie is geen administratieve aangelegenheid, maar een noodzakelijke activiteit die aan de basis ligt van het voorkómen van gezondheidsschade bij werkenden. Met meer inzicht in achterliggende oorzaken kunnen we leren, beroepslongziekten beter aanpakken en gericht preventief beleid inzetten. Er is geld nodig om structureel onderzoek te doen naar verbanden tussen werkgerelateerde oorzaken, medische aandoeningen en de incidentie hiervan in sectoren. 3 Aandacht en informatie voor werkenden Bij werkgevers, werknemers en zzp ers is structureel aandacht nodig voor gezond en veilig werken. De gevaren worden onderschat. Een landelijke, sector overstijgende campagne vergroot de bewustwording van de gevaren van blootstelling aan stoffen. De sectoren in Nederland waar met stoffen wordt gewerkt, moeten meer voorlichting geven en toegankelijke informatie aanbieden. Continue aandacht is essentieel om het belang van veilig en gezond werken op het netvlies te houden. 4 Gezond werken is vakmanschap Herkenning en erkenning van het belang van gezond en veilig werken begint in het (beroeps)onderwijs. Door vroegtijdig bewustzijn te creëren wordt veilig en gezond werken vanzelfsprekend. Scholen spelen hierin een belangrijke rol door gezond werken een vaste plaats te geven in het onderwijs curriculum en het te integreren in alle lessen. 5 Meer aandacht voor arbeid in de zorg Bedrijfsartsen, huisartsen en andere medisch specialisten moet zich meer bewust worden over arbeidsgerelateerde oorzaken van beroepslongziekten en het belang van werkbehoud voor mensen met een longziekte. Dit geldt ook voor (arbo) verpleegkundigen en POH-ers die een belangrijke rol spelen in de begeleiding van patiënten. Arbeid moet geïntegreerd worden in medische richtlijnen, protocollen, en (na)-scholing en worden meegenomen in de anamnese. Betere samenwerking is nodig. Het moet helder zijn voor zorgverleners naar wie ze kunnen doorverwijzen bij 10

12 arbeidsgerelateerde gezondheidsproblematiek, zoals naar een klinisch arbeidsgeneeskundige met specialistische kennis van arbeid en longziekten in de reguliere zorg. Om arbocuratieve samenwerking in de longzorg te bevorderen is het advies om regionale pilots op te zetten met betrokkenheid van patiënten, curatieve zorgverleners, bedrijfsartsen en arbeidshygiënisten. In deze pilots kunnen onderlinge afspraken worden gemaakt over het voorlichten, herkennen, diagnosticeren, behandelen en doorverwijzen van mensen met een (verhoogde) kans op beroepslongziekten. Ervaringen met het regionaal opzetten van deze samenwerking kunnen gebruikt worden voor verdere landelijke opschaling. 6 Arbozorg onderdeel van de Zorgverzekeringswet Om vroegtijdige gezondheidsschade door blootstelling aan stoffen op te sporen is meer Preventief Medisch Onderzoek (PMO) en werkplek onderzoek nodig. Beroepslongziekten ontwikkelen zich langzaam, vaak ontstaan de echte klachten pas op oudere leeftijd. De kosten liggen dan niet meer bij de werkgever (verzuimkosten), maar bij de zorgverzekeraar (zorgkosten). Daarom moet dit onderdeel worden van de Zorgverzekeringswet. Arbozorg moet onderdeel zijn van de Zorgverzekeringswet zodat het voor alle werkenden toegankelijk is. 7 Een stimulerende omgeving voor preventie Extra prikkels helpen werkgevers, werknemers en zzp ers om te investeren in preventie. Bedrijven en ondernemers moeten voor een Preventie-investeringsaftrek in aanmerking komen als ze geïnvesteerd hebben in preventieve maatregelen. Bedrijven en ondernemers kunnen hiermee direct financieel voordeel behalen. Verzekeraars kunnen eisen stellen als het gaat om preventief beleid als voorwaarde voor een collectiviteitskorting of lagere verzekeringspremie. Lokale overheden dienen in aanbestedingen als eis te stellen dat aannemers aantonen dat er een actief arbobeleid wordt gevoerd. Hiervoor is meer aandacht nodig. 8 Regelgeving en bedrijfscultuur Regelgeving moet toegankelijk en uitvoerbaar zijn voor bedrijven en niet een papieren formaliteit. Brancheorganisaties spelen een belangrijke rol om bedrijven hierin te ondersteunen. Regelgeving moet leiden tot het inzetten van preventieve acties. Bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen en arbeidshygiënisten moeten met bedrijven meedenken hoe een veilig werkklimaat te creëren. 9 Innovaties in techniek Producenten van machines en grondstoffen kunnen met innovaties stofvrij werken bevorderen. Regelingen moeten producenten stimuleren om systemen en gereedschappen te ontwikkelen waarmee alle werkenden veilig en gezond kunnen werken. Gebruikersvriendelijke systemen moeten ervoor zorgen dat systemen niet op een onveilige manier kúnnen worden gebruikt. Innovaties moeten hand in hand gaan met regelgeving. Veilige systemen die voldoen aan gezondheidseisen moeten verplicht worden gesteld. 10 Handhaving Inspectie SZW Betere handhaving is helaas nog nodig. Daarvoor is bij Inspectie SZW een veel ruimere bezetting nodig om meer inspecties uit te kunnen voeren. Er is meer aandacht nodig voor het arbozorgsysteem van bedrijven en organisaties, evenals medische expertise en blijvende alertheid op de schadelijke gevolgen van stoffen. Naast de directe oorzaken moet er ook gekeken worden naar de structurele oorzaken. De deskundigheid die er in het veld is, zoals die van arbeidshygiënisten, kan hierbij meer 11

13 worden betrokken. Samenwerking met het NCvB is nodig om te zorgen dat meldingen van vermoeden van beroepsziekten ook bij Inspectie SZW terecht komen. Structureel interdepartementaal overleg Om bovengenoemde punten aan te pakken is regie nodig vanuit de Rijksoverheid. De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor de inrichting van stelsels. Preventie van beroepsziekten raakt aan meerdere stelsels: arbeidsmarkt, volksgezondheid en onderwijs waarvan de verantwoordelijkheid is belegd bij de ministeries van SZW, VWS en OC&W. Op het gebied van veilig en gezond werken is het Ministerie van SZW, de directie Veilig en Gezond Werken leidend. Activiteiten van deze directie zijn onder meer het programma Zelfregulering Veilig en Gezond Werken en het nog te starten programma Beroepsziekten. Ook beheert de directie diverse wetten, zoals de Arbowet. Structureel interdepartementaal overleg is noodzakelijk om tot een integrale aanpak te komen voor beroepsziekten. 12

14 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Jaarlijks sterven er in Nederland naar schatting mensen als gevolg van beroepsziekten, waarvan ca door blootstelling aan stoffen. In totaal sterven er 640 mensen als gevolg van een aandoening van de ademhalingswegen en mensen aan kanker (waarvan een groot deel longkanker en mesothelioom). 2 Jaarlijks gaan gezonde levensjaren verloren door longziekten als gevolg van ongunstige arbeidsomstandigheden. 3 Er is een sterk wederzijds verband tussen longziekten en arbeid. (Gezonde) werknemers die op hun werk in aanraking komen met (schadelijke) stoffen kunnen een longziekte ontwikkelen zoals astma, COPD, long(vlies)kanker, silicose en andere interstitiële longaandoeningen. Geschat wordt dat bij ongeveer 15% van de gevallen van astma en COPD arbeidsgerelateerde factoren een rol spelen 4. Mensen met een longziekte nemen door hun longziekte minder deel aan het arbeidsproces en hebben meer arbeidsverzuim dan gezonde mensen. Hierdoor treedt jaarlijks circa 1 miljard economische schade op. 5 Naar schatting hebben tussen de één en vijf miljoen mensen in Nederland op de werkvloer een grote kans blootgesteld te worden aan stoffen en hier gezondheidsschade van te ondervinden. 6 Bedrijven dienen de risico s van blootstelling aan stoffen in kaart te brengen. Toch heeft maar 45% van de bedrijven een Risico Inventarisate & Evaluatie (RI&E) uitgevoerd. 7 Ondanks het grote probleem van werken met stoffen, is het opvallend dat de bewustwording van dit probleem over de hele linie (werknemers, werkgevers, patiëntenorganisaties, beroepsverenigingen, zorgverzekeraars) gering is. De lange periode tussen de blootstelling en de uiteindelijke klachten speelt een rol. Zo treedt 75% van de mesothelioomgevallen pas na het 65 e levensjaar op. 8 Bij arbeidsongevallen is dit verband veel directer zichtbaar en wordt er veel sneller gehandeld. Bij risicovolle stoffen denkt men vaak aan giftige dampen en stoffen, maar ook ogenschijnlijk 2 TNO, Arbobalans Sterfte cijfers gebaseerd op de CBS-Doodsoorzakenstatistiek 2013, bewerkt door het RIVM 3 RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid, 4 Balmes J, Becklake M, Blanc P, et al. American Thoracic Society Statement: occupational contribution to the burden of airway disease. Am J Respir Crit Care Med 2003; 167: Trimbos Instituut, verzuim door psychische en somatische aandoeningen bij werkenden, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Meerjarenplan Inspectie SZW , TNO, Arbobalans, TNO, Arbobalans

15 onschuldige stoffen kunnen voor zeer ernstige klachten zorgen. Hierbij kan het gaan om allergenen, zoals pollen, schimmels, meelstof en enzymen. Juist ook bij blootstelling aan stoffen en (beginnende) longklachten is snelle diagnose en het nemen van beheersmaatregelen op de werkplek essentieel. Hiermee kan worden voorkomen dat mensen een longziekte krijgen. Vanuit de zorg is er echter onvoldoende aandacht voor arbeid. 9 Hierover zijn de afgelopen jaren verschillende rapporten verschenen. Zo worden beroepsziekten door bedrijfsartsen onvoldoende gesignaleerd en gemeld bij het Nederlands Centrum van Beroepsziekten (NCvB) en staat de positie van de bedrijfsarts onder druk 10. Ook wordt er onvoldoende samengewerkt tussen bedrijfsgeneeskundige en curatieve zorgverleners en wordt er door verschillende partijen gewezen op verbetering van deze samenwerking In het kader van het Nationaal Actieprogramma Chronische Longziekten (NACL) is de LAN in 2016 gestart met het project Versterken aanpak beroepslongziekten en werken met schadelijke stoffen. Dit project is gesubsidieeerd door SZW en valt in het programma Zelfregulering Veilig en Gezond Werken. Het project heeft als doel om 1.) meer aandacht krijgen voor gezond/stofvrij werken op de werkvloer 2.) en meer aandacht voor arbeid in zowel de bedrijfsgeneeskundige zorg als de curatieve zorg gericht op longziekten. In het kader van dit project zijn gesprekken gevoerd met bedrijfsgeneeskundig zorgverleners, arboprofessionals en curatieve zorgverleners werkzaam in het veld voor chronische longziekten. In de gesprekken is in kaart gebracht wat er nodig is om meer aandacht te krijgen voor arbeid in de longzorg waarbij we onderscheid maken tussen 1) het signaleren van beroepslongziekten en 2) de arbeidsparticipatie van mensen met een chronische longaandoening, onafhankelijk of hun ziekte veroorzaakt is door het werk. Bij bedrijfsgeneeskundig zorgverleners (bedrijfsartsen) en arboprofessionals (waaronder arbeidshygiënisten en toxicologen) is nagegaan op welke wijze wordt omgegaan met beroepslongziekten (signaleren en melden). Daarnaast is geïnventariseerd welke knelpunten er volgens bedrijfsartsen en arbeidshygiënisten bestaan, die het veilig werken met (schadelijke) stoffen belemmeren. Ook is ingegaan op de vraag in welke mate Preventief Medisch Onderzoek (PMO) wordt ingezet en welke drempels er zijn om dit in te zetten. De gesprekken zijn gevoerd vóór invoering van de nieuwe Arbowet. 14 Bij curatieve zorgverleners zijn gesprekken gevoerd om na te gaan in hoeverre zij arbeid beschouwen als onderdeel van hun reguliere takenpakket en welke belemmeringen zij ervaren om aandacht te geven aan dit onderwerp. Onder curatieve zorgverleners is in eerste instantie gefocust 9 Panteia (2013) Aandacht voor arbeid in de zorg, in opdracht van het ministerie van SZW 10 AStri (2011) Onderzoek naar de positie van de bedrijfsarts: Eindrapport, opgesteld in opdracht van de ministeries van SZW en van VWS. 11 SER Advies (2012) Stelsel Gezond en Veilig werken 12 SER Advies (2014) Betere zorg voor werkenden: Een visie op de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg 13 Eshuis, W.A., Schaapman M.H. et al. Leerzame schadeclaims, Leren van worst case scenarios als opstap naar effectieve interventie en preventie rond beroepsziekten 14 Meer informatie over de nieuwe Arbowet: 14

16 op kaderhuisartsen astma / COPD, longartsen en longverpleegkundigen. Ook praktijkondersteuners, maatschappelijk werkers, ergotheropeuten zijn geïnterviewd. Bij longpatiënten is in opdracht van het Longfonds een focusgroep gehouden met patiënten met een beroepslongziekte. Doel van deze focusgroep was om de ervaringen en verwachtingen bij de doelgroep omtrent de zorg door de longarts bij beroepsastma te inventariseren. Gedurende het project is een klankbordgroep samengesteld met expertise vanuit o.a. het arbeids en zorgdomein en het onderwijs (zie bijlage D). Met hen zijn sessies gehouden waarin in kaart is gebracht welke knelpunten er zijn om beroepslongziekten aan te pakken en wat nodig is om beroepslongziekten te voorkomen Onderzoeksvragen 1. a.) Welke rol spelen bedrijfsgeneeskundige en curatieve zorgverleners bij de signalering van beroepslongziekten? b.) Wat is nodig om meer aandacht te krijgen voor de signalering van beroepslongziekten? 2. a.) Welke rol spelen bedrijfsgeneeskundige curatieve zorgverleners bij arbeidsparticipatie van mensen met een longziekte? b.) Wat is nodig om bij zorgverleners meer aandacht te krijgen voor arbeidsparticipatie? 3. Hoe verloopt de samenwerking tussen zorgverleners (bij arbeidsgerelateerde onderwerpen)? 4. a.)welke knelpunten zien bedrijfsgeneeskundige zorgverleners en arboprofessionals als het gaat om het gezond werken met stoffen bij bedrijven? b.) Wat is nodig om meer aandacht te krijgen voor gezond werken met stoffen bij werkgevers en werkenden? Bovengenoemde vragen zijn ook voorgelegd aan de klankbordgroep beroepslongziekten. Met hen is geïnventariseerd wat overkoepelend nodig is om beroepslongziekten aan te pakken Methode Een kwalitatief onderzoek is uitgevoerd door het voeren van individuele face-to-face interviews. De gesprekken zijn gevoerd op een semi-gestructureerde wijze aan de hand van een topic lijst. Deze lijst met thema s vormde de leidraad, zonder de volgorde vast te leggen. De uitkomsten van de gesprekken zijn geanalyseerd. Verschillende thema s zijn geïdentificeerd die worden beschreven in dit rapport. Onder longpatiënten is door een extern bureau, Peppercorn, een kleine focusgroep gehouden met 3 patiënten en zijn er 3 telefonische interviews gevoerd. Er zijn 3 mannen en 3 vrouwen gesproken in de leeftijd 40+. Doel van deze gesprekken was om de ervaringen en verwachtingen omtrent de zorg bij beroepsastma te inventariseren. Daarnaast zijn er 7 interviews gehouden met patiënten voor de publicatie Ademnood, longziekten als gevolg van werk. 15 Uit de uitkomsten van alle interviews met patiënten zijn quotes geselecteerd die illustrerend zijn voor de knelpunten die door de zorgverleners naar voren zijn gebracht. 15 Ademnood, Longziekten als gevolg van werk: 15

17 Met de klankborgroepbijeenkomst zijn 4 sessies gehouden om in kaart te brengen welke knelpunten er zijn om beroepslongziekten aan te pakken en welke oplossingsrichtingen er zijn. De oplossingsrichtingen zijn in vervolgsessies nader geconcretiseerd. Op basis van alle uitkomsten is samen met de klankbordgroep een manifest opgesteld. Het manifest pleit voor een integrale aanpak van beroepslongziekten en geeft aanbevelingen wat voor deze integrale aanpak nodig is. Dit manifest is te vinden in bijlage A Steekproef en werving We hebben ons specifiek gericht op zorgverleners in de longzorg met affiniteit voor het onderwerp beroepslongziekten, om zo de kans om informatie boven tafel te krijgen te vergroten. Bij deze zorgverleners hebben we nagevraagd hoe zij zelf tegenover dit onderwerp staan. Ook is hen gevraagd welke rol zij denken dat andere zorgverleners spelen als het gaat om beroepslongziekten. Op de Longdagen in 2016 heeft een sessie plaats gevonden over beroepslongziekten. Deze sessie is bezocht door longartsen en andere professionals vanuit de longzorg. Op deze bijeenkomst zijn de deelnemers gevraagd contactgegevens achter te laten. Een aantal van hen is benaderd om mee te werken aan het onderzoek. Verder zijn via het netwerk van de LAN en de klankbordgroep beroepslongziekten zorgverleners benaderd. In 2016 werkte de LAN samen met de CUMELA en bakkersector. Om die reden is ingezet op het benaderen van bedrijfsgeneeskundig zorgverleners en arboprofessionals met specifieke expertise in deze sectoren. Het wervingsproces op zichzelf gaf al een aantal bevindingen. 1. Bedrijven binnen de CUMELA sector en de bakkersbranche schakelen zelf naar eigen keuze een arbodienst in. Deze arbodiensten zijn verspreid over heel Nederland en hebben naast deze sectoren veel andere sectoren in hun klantenbestand. Bedrijfsartsen die dedicated voor deze sectoren werken met specifieke expertise in de beroepsrisico s van deze sectoren zijn er niet. De bedrijfsartsen en arbeidshygiënisten die we via de sectoren hebben benaderd waren overigens wel bereid het gesprek aan te gaan. Ook zijn via andere kanalen bedrijfsgeneeskundig zorgverleners benaderd en geïnterviewd. 2. In eerste instantie wilden we ons richten op longartsen, bedrijfsartsen en huisartsen. Tijdens de werving en eerste gesprekken bleek het zinvol om ook zorgverleners in andere functies te spreken zoals casemanagers en re-integratie specialisten bij arbodiensten, longverpleegkundigen en POH-ers verbonden aan huisartspraktijk, maatschappelijk werkers en ergotherapeuten. 3. Oorspronkelijk was het de bedoeling om voor curatieve zorgverleners een focusgroep te organiseren. Een belangrijk knelpunt waar zorgverleners tegenaanlopen als het gaat om samenwerken is het werken onder hoge tijdsdruk en volle agenda s. We hebben daarom de focusgroep achterwege gelaten en extra gesprekken gevoerd met de zorgverleners zoals in punt 2 beschreven. 16

18 Onderstaande tabel geeft aan welke zorgverleners zijn geïnterviewd. Functie 1e lijn Aantal kaderhuisarts Astma/ COPD 4 longverpleegkundige 1 POH-er 1 Longartsen gespecialiseerd longarts beroepslongziekten 1 longarts revalidatie (3 e lijn) 2 longarts 2 Longverpleegkundigen, maatschappelijk werksters, ergotherapeuten longverpleegkundige 2 maatschappelijk werkster (3 e lijn) 2 Ergotherapeut (3 e lijn) 1 Bedrijfsgeneeskundig zorgverleners en arboprofessionals arbeidshygiënist 4 bedrijfsartsen 4 re-integratiespecialist 1 deskundigen* 2 Totaal 27 * Twee deskundigen zijn gesproken met gecombineerde expertise in zowel de toxicologie als arbeidshygiëne, bedrijfsgeneeskunde en veiligheidskunde 1.5. Leeswijzer In deze rapportage maken we onderscheid tussen 1) beroepslongziekten en het signaleren ervan, en 2) de arbeidsparticipatie, ofwel werkbehoud bij patiënten met een longziekte, onafhankelijk of hun ziekte veroorzaakt is door het werk. In de gesprekken met zorgverleners komt naar voren dat deze twee onderwerpen in elkaars verlengde liggen. Bepaalde knelpunten zoals die bij het signaleren van beroepslongziekten worden ervaren, gelden ook voor het aandacht geven aan arbeidsparticipatie. Er zijn echter ook verschillen in aandachtspunten. Daarom hebben we ervoor gekozen om deze afzonderlijk van elkaar te beschrijven. Het signaleren van beroepslongziekten beschrijven we in hoofdstuk 2. De samenwerking tussen bedrijfsgeneeskundige en curatieve zorgverleners en hoe de samenwerking wordt ervaren komt aan de orde in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 beschrijft welke rol zorgverleners kunnen spelen als het gaat om arbeidsparticipatie van mensen met een longziekte en welke knelpunten daarbij worden ervaren door zorgverleners. In hoofdstuk 5 beschrijven we ervaringen van patiënten die illustreren hoe zij de zorg hebben ervaren rondom hun beroepslongziekte. Hoofdstuk 6 beschrijft welke knelpunten bedrijfsgeneeskundig zorgverleners zien in sectoren als het gaat om bewustzijn van en gezond werken met stoffen. Uitspraken van de geinterviewden zijn weergegeven in de vorm van letterlijke quotes. De aanbevelingen uit dit onderzoek staan beschreven in een manifest dat pleit voor een integrale aanpak van beroepslongziekten (bijlage A). In bijlage B en C is het verslag te vinden van de sessies die zijn gehouden met de klankbordgroep beroepslongziekten. 17

19 2. Signaleren van beroepslongziekten in de zorg Aan alle zorgverleners in de bedrijfsgeneeskundige en curatieve zorg is gevraagd: 1.) Welke knelpunten ervaren bedrijfsartsen bij het signaleren van beroepslongziekten? In welke mate is er bekendheid met bestaande richtlijnen en worden deze toegepast? (paragraaf 2.2. en 2.3) 2.) Welke knelpunten ervaren curatieve zorgverleners bij het signaleren van beroepslongziekten? (paragraaf 2.4.) 3.) Wat zijn mogelijke oplossingsrichtingen als het gaat om betere signalering? (paragraaf 2.6.) Bovengenoemde vragen zijn voorgelegd aan bedrijfsartsen, huisartsen en longartsen. Ook longverpleegkundigen en praktijkondersteuners kunnen in hun gesprekken met patiënten doorvragen op het thema arbeid. In dit onderzoek hebben we hen hierover vragen gesteld in het kader van arbeidsparticipatie met een longziekte (onafhankelijk of de ziekte wordt veroorzaakt door het werk). De rol die longverpleegkundigen en praktijkondersteuners hierin (kunnen) spelen beschrijven we in hoofdstuk Inleiding Beroepslongziekten zijn longziekten die zijn veroorzaakt door blootstelling aan (schadelijke) stoffen op het werk. Gedacht kan worden aan stoflongen (silicose), bekend van mijnwerkers in Limburg maar wat nog steeds voorkomt bij bijvoorbeeld slopers in de bouw. Ook astma kan door blootstelling aan stoffen op het werk worden veroorzaakt. Mensen kunnen allergisch worden voor zogenoemde allergenen. Voorbeelden hiervan zijn pollen in de paprikateelt en meelstof in bakkerijen. Maar ook lasrook kan longziekten voorzaken. Getroffen werknemers hebben bijvoorbeeld op een scheepswerf gewerkt, in de metaalsector of als verwarmings-of automonteur. De meest voorkomende longaandoeningen zijn astma en COPD. Bij deze ziekten spelen werkgerelateerde factoren een rol bij ca 15% van de gevallen. 16 Het herkennen en diagnosticeren van beroepslongziekten is een taak van de bedrijfsarts. Zij dienen vervolgens 1.) melding te maken bij het Nederlands Centrum van Beroepsziekten (NCvB) 2.) de werkgever te wijzen op te nemen preventieve maatregelen. Voor bedrijfsartsen is er de richtlijn Astma en COPD 17 die ontwikkeld is om bedrijfsartsen te ondersteunen bij het diagnosticeren van werkgerelateerd astma en CODP en geeft adviezen in adequate sociaal medische begeleiding en individuele preventie. Bij astma kan er onderscheid worden gemaakt in beroepsastma, astma veroorzaakt door het werk, en bestaand astma dat verergerd wordt door het werk. Voor longartsen is onder voorzitterschap van de longartsenvereniging (NVALT) in 2017 de richtlijn werkgerelateerd astma 18 uitgebracht. Het doel van deze richtlijn is het creëren van duidelijke en uniforme diagnostiek, behandeling, prognose en 16 Balmes J, Becklake M, Blanc P, et al. American Thoracic Society Statement: occupational contribution to the burden of airway disease. Am J Respir Crit Care Med 2003; 167:

20 preventie van werkgerelateerd astma. Daarnaast beoogt deze richtlijn andere behandelaars in de eerste en tweede lijn te ondersteunen bij het signaleren van werkgerelateerde luchtwegklachten. Artsen kunnen bij vermoeden van een beroepslongziekte doorverwijzen voor nader diagnostisch onderzoek. In Nederland heeft het Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL) specifieke expertise op dit terrein. Ook de polikliniek Mens en Arbeid in het Academisch Medisch Centrum is gespecialiseerd in het diagnosticeren van complexe arbeidsgebonden aandoeningen Complexiteit vaststellen werkgerelateerde oorzaken bij longziekten Algemene bevinding is dat het vaststellen van beroepslongziekten complex is. Dit wordt door alle zorgverleners aangegeven. Er is specifieke expertise vereist en er is geïntegreerde kennis nodig van luchtwegen en longen (longartsen) en van stoffen en de relatie daartussen (bedrijfsartsen, arbeidshygiënisten en toxicologen). Daarnaast spelen meerdere factoren een rol bij het ontstaan van een longziekte. Zo is roken een belangrijke oorzaak. Veel werknemers in risicovolle beroepsgroepen (als het gaat om blootstelling aan stoffen) roken. Hierdoor vinden longartsen het lastig om te bepalen welk aandeel er in het roken ligt en welk aandeel in het werk. Het is meestal een optelsom van factoren. Neem bijvoorbeeld de lasser die rookt. Welk aandeel ligt in het roken en welk aandeel in het werk? Daar zit de patiënt mee, maar ook de behandelaar, want je weet het niet. (longarts revalidatie) Dat roken is waarschijnlijk erger dan werk, je kunt er controle over uitoefenen. De expositie op het werk is lastiger vast te stellen. Het aantal dat we echt krijgen met een pure beroepslongaandoening, dat is maar heel zelden. (longarts revalidatie) Het zorgt er ook voor dat artsen bij rokende patiënten niet meer alert zijn op de mogelijke werkgerelateerde oorzaken. Je bent er met name alert op bij niet-rokers. Als er een COPD-er is die niet rookt dan denk je hoe kan dit? Wat is hier aan de hand? (huisarts) Wat een longarts altijd in de weg zit is roken. We kunnen overal de sigaretten de schuld van geven. Dat maakt het stellen van de diagnose lastig. Het wordt gauw in de rookhoek geduwd. Ik heb vroeger veel patiënten gezien die bij een bepaald bedrijf hebben gewerkt, nou dat was niet de meest prettige omgeving waar veel mensen ellende aan de longen aan hebben overgehouden, en niet alleen van die sigaretten. (longarts) Het stellen van een diagnose is vaak een langdurig proces. Uit de gesprekken met zorgverleners komt naar voren dat er verschillende knelpunten zijn bij het inzetten van specialistisch onderzoek. Onderzoeken bij het NKAL dienen te worden betaald door de werkgever, die dit niet altijd wil. Verzuimverzekeraars zijn ook kritisch en willen het goedkoper en sneller. De relevantie van het uitvoeren van onderzoek wordt door hen niet altijd ingezien. Het duurt vaak half een jaar voordat de diagnose bekend is en het is peperduur wat werkgever of verzuimverzekeraar moet betalen. (bedrijfsarts) Eigenlijk zou je ook bij nieuwe werkgever moeten uitzoeken of daar zelfde schimmel zit waar iemand allergisch voor is, maar dat wordt niet vergoed. (bedrijfsarts) 19

21 2.3. Signaleren van beroepslongziekten bij bedrijfsartsen Bedrijfsartsen geven aan dat het signaleren en melden van beroepslongziekten door bedrijfsartsen onvoldoende wordt gedaan. Daarvoor worden meerdere knelpunten genoemd. Knelpunten samengevat Toegankelijkheid bedrijfsarts Onafhankelijkheid bedrijfsarts en positionering Tijdsdruk en prioriteit Brede patiëntenpopulatie, weinig routine longpatiënten Focus op ziekteverzuimbegeleiding Kennis en kunde beroepslongziekten Onbekendheid met richtlijnen Onvoldoende meldingen bij het NCvB Bedrijfsartsen onvoldoende op de hoogte van de risico s op de werkvloer Van signaleren naar preventieve acties Toelichting Toegankelijkheid bedrijfsarts Mensen met luchtwegklachten gaan vaak in eerste instantie naar de huisarts en niet naar de bedrijfsarts. Redenen hiervoor zijn: 1. het is een logische route om eerst naar je huisarts te gaan/ mensen leggen zelf vaak niet de link met het werk 2. niet alle werkenden hebben een bedrijfsarts 3.sommige mensen wantrouwen de bedrijfsarts Mensen gaan als ze iets hebben niet makkelijk naar een bedrijfsarts. Daar ligt een drempel. Ze gaan eerder naar de huisarts. De bedrijfsarts wordt betaald vanuit werkgever. Werkgevers zouden werknemers met klachten moeten stimuleren naar de bedrijfsarts te gaan maar dat doen ze niet (kost geld). (bedrijfsarts) Onafhankelijkheid bedrijfsarts en positionering De bedrijfsarts zou formeel gezien onafhankelijk moeten zijn. Deze onafhankelijkheid staat echter onder druk. Bedrijfsartsen worden betaald vanuit de werkgever. Bedrijfsartsen handelen dan toch vanuit bedrijfsbelang en zijn niet bezig met het signaleren van beroepsziekten omdat werkgevers daar niet op zitten te wachten; Wie betaalt die bepaalt (bedrijfsarts). De bedrijfsgezondheidszorg hangt af van iemands eigen inzet. Doe je er niets mee, dan is er niemand die erover klaagt. Als je een actieve bedrijfsarts hebt die allemaal beroepsziekten ophaalt, daar kunnen werkgevers last van hebben. (bedrijfsarts) Andere zorgverleners geven aan de positionering van de bedrijfsartsen zorgelijk te vinden. In de situatie waarin bedrijfsartsen zitten kun je ook niet van hen verwachten dat ze hun werk goed kunnen doen. Niemand durft dat zo uit te spreken. (longarts) 20

22 Tijdsdruk en prioriteit Bedrijfsartsen hebben te maken met een hoge tijdsdruk waardoor de prioriteit voor het signaleren van beroepsziekten lager komt te liggen. Het gaat ook om prioriteit, en prioriteit is toch de klant. Als je achterstanden hebt in je mail, dan ga je niet iets doen wat niemand mist. En de klant is hier niet mee bezig. Het is niet belangrijk genoeg. (bedrijfsarts) Als je moet kiezen tussen 4 dingen en 3 hebben direct op de klant betrekking, dan gaan die 3 voor, zo simpel is het eigenlijk. (bedrijfsarts) Brede patiënten populatie bij bedrijfsartsen, weinig routine met longpatiënten De bedrijfsarts ziet net als de huisarts een brede patiënten populatie. De gemiddelde bedrijfsarts krijgt weinig te maken met chronische longklachten ten gevolge van werk. Het komt naar verhouding weinig voor. Bedrijfsartsen hebben veel meer te maken met houding, beweegklachten en psychische klachten, kanker, hart en vaatziekten. Als ik kijk naar mijn eigen bedrijfsartsen populatie, dan denk ik dat maar 2 of 3 mensen langdurige longklachten heeft. (bedrijfsarts) Focus op ziekteverzuimbegeleiding Bedrijfsartsen houden zich meer bezig met ziekteverzuimbegeleiding dan met traceren van werk gerelateerde oorzaken van ziekten. Het grootste probleem is dat bedrijfsartsen zich niet standaard afvragen bij elk consult kan diegene die voor me zit een ziekte hebben die door het werk wordt verergerd of veroorzaakt. Dat gebeurt niet standaard. Terwijl dat de kerntaak is van de bedrijfsarts, of zou moeten zijn. (deskundige) Bedrijfsartsen zijn meer gericht op inzetbaarheid en kijken naar de mogelijkheden die iemand heeft om nog te kunnen blijven werken. Als iemand een longaandoening heeft dan ga je net als iemand die een hernia heeft kijken wat zijn de mogelijkheden, wat moeten we preventief doen. (bedrijfsarts) Pas bij langlopend verzuim ga je kijken naar oorzaken, maar niet meteen bij het allereerste contact. (bedrijfsarts) Kennis en kunde beroepslongziekten Zoals in paragraaf 2.2. beschreven is het ingewikkeld om beroepslongziekten vast te stellen. Er is hiervoor specifieke expertise nodig waarover weinig bedrijfsartsen beschikken. Naar mijn inschatting heeft nog geen 5% van de bedrijfsartsen kennis van arbeid en longziekten. Dat komt omdat het heel complex is, je moet een zekere routine opbouwen om het te onderhouden. (deskundige 1) In Nederland zijn er naar mijn inschatting maar 10 bedrijfsartsen die veel weten van luchtwegen, longen en toxicologie. En deze bedrijfsartsen zitten grootste deel van tijd verzuimbegeleiding te doen. (deskundige 2) Het gebrek aan kennis maakt dat beroepslongziekten niet worden gesignaleerd door bedrijfsartsen. 21

23 Als je niet weet waar je naar moet kijken, dan zul je het ook niet zien. (deskundige) Het gebrek aan kennis leidt tot onbegrip bij longartsen: Sommige bedrijfsartsen willen met name zuurfstofconsumptie weten, zal wel in opleiding zijn dat onder bepaalde getallen bepaalde activiteiten niet mogelijk zijn. Of ze hebben geen COPD interesse. Neem aan dat het wel in opleiding moet zitten. Ziektes die leiden tot hoge ziekteverzuim zouden ze moeten kennen. Dit is de meest voorkomende aandoening. (longarts revalidatie) Verschillende zorgverleners geven aan dat bedrijfsartsen weinig samen werken met arbeidshygiënisten om benodigde kennis te integreren. Bedrijfsartsen hebben er vaak geen kennis van. Meeste hebben maar 2 dagen cursus toxicologie gehad en velen werken niet samen met arbeidshygiënist. (deskundige) Onbekendheid met richtlijnen Aan bedrijfsartsen is gevraagd hoe ze aankijken tegen richtlijnen. Niet iedereen kende de al beschikbare richtlijn Astma en COPD. Ook hierbij speelt het feit dat bedrijfsartsen een brede patiëntenpopulatie zien en weinig patiënten met een longziekte op het spreekuur krijgen. Het goede van richtlijnen is dat het staat opgeschreven en dat je het terug kunt lezen. Maar de meesten worden niet adequaat geïmplementeerd. Longaandoeningen tref je niet iedere week op je spreekuur, en als je het al aantreft dan moet je een richtlijn doornemen. Dan heb je liever dat je kunt doorverwijzen naar iemand die zich daar mee bezig houdt. (deskundige) Onvoldoende meldingen bij het NCvB Na signalering zouden bedrijfsartsen meldingen moeten maken bij het NCvB. Bedrijfsartsen geven aan dat dit onvoldoende wordt gedaan. Als eerste reden hiervoor wordt gebrek aan tijd aangegeven, In principe is het heel makkelijk tegenwoordig om bij het NCvB elektronisch geautomatiseerd te melden maar toch gebeurt het nog maar heel weinig. Er is dus iets dat mensen tegenhoudt. Voor mij is dat tijd. Ik zit nogal vol, dan schiet het er gewoon bij in. Dan moet je uit het systeem gaan en andere weer opstarten. (bedrijfsarts) Als tweede reden die wordt aangegeven is dat het voor bedrijfsartsen niet duidelijk is wat ze melden en wat niet. Voor een melding is een goed betoog nodig of iets werkgerelateerd is of niet. Het is vaak lastig om een echt causaal verband te leggen tussen klachten en werk. Dan kom je al snel in vermoeden beroepsziekte. Dat wordt te weinig gedaan, ook bij mij. De situatie komt bij mij niet zo vaak voor. Vaak is het een grijs gebied, dus je moet er duidelijke redenen bij hebben. Het komt er niet van. (bedrijfsarts) Ik maak niet altijd melding door twijfel of ik voldoende kennis heb over beroepslongziekten en soms ook tijdsgebrek om iets uit te zoeken. (bedrijfsarts) Er is binnen groep bedrijfsartsen regelmatig discussie over wat je wel meldt en wat niet. Of iets wordt veroorzaakt door werksituatie kun je eindeloos over discussiëren, daar zou je concrete afspraken over moeten krijgen. (bedrijfsarts) Heeft iemand een bestaande aandoening verergerd door het werk of is het beroepsziekte veroorzaakt door werk? (bedrijfsarts) 22

24 Bedrijfsartsen onvoldoende op de hoogte van de risico s op de werkvloer Bedrijfsartsen komen weinig op de werkvloer wat de link leggen met het werk lastiger maakt. Dit is met name het geval bij MKB bedrijven. Als je bij klachten meteen een link wil leggen met werk moet je heel veel weten van de werksituatie. Bedrijfsartsen die wel op de werkvloer komen doen dat bij de wat grotere bedrijven. Met name voor MKB bedrijven is het lastiger om zicht te hebben op werksituatie. (bedrijfsarts) Bij kleine bedrijven kun je het niet veroorloven om halve dag per week een bedrijfsarts in het pand te hebben. (bedrijfsarts) Ook vindt er onvoldoende overleg plaats met andere arboprofessionals waardoor bedrijfsartsen onvoldoende op de hoogte zijn van de risico s op de werkvloer. Overleg met werkplekdeskundigen zoals arbeidshyginiësten/preventiemedewerkers/ veiligheidskundigen ontbreekt in de praktijk. RI&E s zijn lang niet altijd bekend bij bedrijfsartsen (deskundige) Van signaleren naar preventieve maatregelen Bezien vanuit het uitgangspunt dat de bedrijfsarts de verantwoordelijkheid heeft om de gezondheid van werknemers te bewaken, te beschermen en te bevorderen zou de bedrijfsarts na signalering een bedrijf moeten adviseren in het nemen van preventieve maatregelen. Dit wordt onvoldoende gedaan. Na melding van beroepsziekte wordt het niet altijd gecommuniceerd met bedrijf: dit geeft gedoe. Bedrijven begrijpen de term beroepsziekte niet, dit klinkt zwaar. (bedrijfsarts) De bedrijfsarts hier heeft zelfden rechtstreeks contact met de werkgever. Dat heeft de casemanager. Die kan het coördineren en uitleggen. De bedrijfsarts ziet iemand maar 20 minuten op het spreekuur en dan komt de volgende. De volgende afspraak is dan pas weer over 6 weken. De bedrijfsarts heeft dus weinig tijd ervoor. (bedrijfsarts) 2.4. Signaleren van beroepslongziekten in de curatieve zorg Hierboven is beschreven welke knelpunten worden ervaren in de signalering van beroepslongziekten bij bedrijfsartsen. Aan zorgverleners is gevraagd welke rol huisartsen en longartsen kunnen spelen in het signaleren van beroepslongziekten en welke knelpunten ze daarbij ervaren. Een overkoepelend knelpunt is dat huisartsen en longartsen individuele gevallen krijgen te zien. Ze hebben geen zicht hebben op andere werknemers die onder soortgelijke arbeidsomstandigheden werken en aan dezelfde stoffen worden blootgesteld. Ook wordt door sommige zorgverleners aangegeven dat er als het gaat om arbeid meer aandacht is voor de gevolgen voor werk ( arbeidsparticipatie ) dan voor het feit dat werk ziekte kan veroorzaken. 23

25 Signalering beroepslongziekten bij huisartsen Zoals eerder genoemd gaan mensen met klachten in eerste instantie naar de huisarts. Bedrijfsartsen zien daarom geen mensen met kortlopende klachten. Huisartsen kunnen daarom een belangrijke signalerende rol hebben en doorverwijzen. Hierbij worden de volgende knelpunten ervaren. Knelpunten samengevat: Huisartsen zien een brede patiëntenpopulatie Huisartsen hebben een medische focus en werken klachtgericht Pas na langer durende klachten doorvragen: geen vroeg signalering Geen zicht op werksituatie Tijdgebrek Onduidelijkheid over mogelijke doorverwijzing Toelichting Huisartsen zien een brede patiëntenpopulatie Allereerst zien huisartsen een brede patiëntenpopulatie. Zien dus niet vaak patiënten waarbij arbeidsgerelateerde factoren een rol spelen. Huisartsen hebben een medische focus en werken klachtgericht Huisartsen werken meestal klachtgericht. Een huisarts is meer medisch gericht (huisarts) Die gaan even naar de huisarts, krijgen pilletje en het is opgelost. (bedrijfsarts) Een huisarts heeft zelden aandacht voor de werksituatie van een medewerker. Die zien zoveel mensen op een dag, dan vraag je wel heel veel van een huisarts. (bedrijfsarts) Pas na langer durende klachten doorvragen: geen vroeg signalering Als huisartsen al aan arbeid denken, is dat niet meteen in een eerste gesprek: Je vraagt niet meteen als iemand komt met jeuk aan zijn neus of veel hoest, wat voor werk doe je eigenlijk? (huisarts) Pas als klachten niet overgaan en mensen terug komen, dan kunnen huisartsen die er oog voor hebben op doorvragen. Geen zicht op werksituatie Als werkgerelateerde factoren een rol spelen is het probleem dat huisartsen geen zicht hebben op de werksituatie. Als huisarts heb je geen zicht op werk en welke stoffen daar prikkelend zijn. (huisarts) Je hebt als huisarts meer zicht op ziektebeeld, maar te weinig op werkplek. (huisarts) 24

26 Tijdgebrek Tijdgebrek speelt voor huisartsen ook een rol. Je hebt maar 10 minuten per patiënt. Hoe zorg je dan dat het in prioriteiten lijstje valt. Zit ook soort van promotie aan vast, het op netvlies krijgen. (huisarts) In de ideale wereld zou je dit allemaal willen bespreken, ik vraag me af of het haalbaar is. Als je deze punten ziet, kun je daar wel een paar consulten aan besteden. Aan de andere kant, als het niet het probleem is dan is het ook snel afgetikt. Het zou ermee moeten beginnen dat die ene vraag wordt gesteld, je hoeft niet het hele lijstje bij alle patiënten te doen. Met deze eerste vraag heb je soort van risico inventarisatie: ga na of patiënt werkt, wat voor werk dit is en hoe de patiënt in het werk staat. (huisarts) Onduidelijkheid over mogelijke doorverwijzing Tot slot is het voor huisartsen onduidelijk naar wie ze bij vermoeden van werkgerelateerde oorzaken kunnen doorverwijzen, speciaal in de gevallen waarin mensen geen bedrijfsarts hebben. Bij vermoeden zou een huisarts door kunnen verwijzen naar bedrijfsarts. Joh, ik zie je nu voor de derde keer, ben je weleens bij bedrijfsarts geweest. Daar kan een signalerende rol liggen. (bedrijfsarts) Waar het mis gaat is als patiënten geen contact heeft met een bedrijfsarts. Bij kleine zelfstandige ondernemers of mensen die in kleine bedrijfjes werken zeggen ze vaak dat ze geen bedrijfsarts hebben. Ik vraag er wel actief naar als patiënten duidelijk aangeven dat ze problemen hebben met het werk. Dan krijg ik ook regelmatig terug dat ze het wel geprobeerd hebben maar ik krijg nul op mijn rekest bij mijn leidinggevende. (huisarts) Je kunt huisartsen dus wel voorlichten maar we hebben geen goede 2 e of 1 ½ lijn. (deskundige). Een andere huisarts geeft aan altijd eerst door te verwijzen naar longarts omdat eerst de medische diagnose helder moet zijn. Verwijs in eerste instantie door naar de longarts, je moet eerst weten wat de klacht/afwijking is. (huisarts) Het onderzoek dat kan worden uitgevoerd door het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL) wordt niet vergoed door de zorgverzekeraar Signalering beroepslongziekten bij longartsen Vanuit zowel bedrijfsartsen en huisartsen wordt verwacht dat longartsen een belangrijke rol zouden moeten hebben bij het signaleren van beroepslongziekten. Longartsen moeten een grotere rol spelen in signaleren. Als longartsen werkgerelateerde oorzaken zien, dan zouden zij actiever moeten zijn naar bedrijfsartsen. Longproblematiek is voor bedrijfsartsen maar een heel klein onderdeel. (bedrijfsarts) Ik verwacht van de longarts dat die daar wel breed naar kijkt en vragen gaat stellen. (huisarts) 25

27 Longartsen zelf ervaren hierbij diverse knelpunten. Knelpunten samengevat Medisch gericht en teveel focus op eigen specialisme Gebrek aan interesse in oorzaak en gevolg Onvoldoende zicht op werksituatie Pas na langer durende klachten doorvragen: géén vroeg signalering Tijdgebrek Onduidelijkheid over mogelijke doorverwijzing Toelichting: Medisch gericht en teveel focus op eigen specialisme Longartsen hebben net als huisartsen een medische focus waarbij de longartsen aangeven dat hun specialisme beperkt om breder te kijken. Orgaanspecialisten hebben toch oogkleppen op, bij sommige staan deze nauwer afgesteld dan bij anderen, dan kom je ook niet verder als je als patiënt niet assertief genoeg bent. (longarts revalidatie) Ik ben zelf te weinig actief om buiten mijn basis scope te gaan om heel veel verder te gaan kijken. (longarts) Gebrek aan interesse in oorzaak en gevolg Longartsen in Nederland hebben weinig aandacht voor de oorzaken van longziekten. In België besteden ze daar een dag aan om de anamnese te doen, maar die hebben enorme interesse in oorzaak en gevolg. Dat hoef je in Nederland niet van gemiddelde longarts te verwachten. (longarts revalidatie) Ook bestaat er een aarzeling om teveel naar de oorzaken te gaan zoeken om patiënten niet meteen hun beroep af te nemen. Als bakker, dan denk je, nou ja een beetje allergie, je kunt ook allergisch zijn voor huisstofmijt. Ik trek het dan te snel wat breder. Je kunt wel meteen gaan graven, maar ik wil ook mensen niet meteen hun beroep afnemen, begrijp je. Het is ook soort dubbel idee daar bij mij. Hoe ver moet ik gaan en wat voor middelen heb ik dan om te gaan zoeken en graven? (longarts) Onvoldoende zicht op werksituatie Net als voor huisartsen geldt ook voor longartsen dat ze te weinig zicht hebben op de werksituatie. Uiteindelijk komen beroepslongziekten ook als longarts bij je langs. Of je het nou wil of niet. En dan is het bij longartsen altijd wel zo dat er dan belletjes rinkelen. Wat er nou precies speelt weet je dan niet. Er zijn ook beroepen waarvan ik niet eens weet waar ze aan blootgesteld worden. Dus dat ik een beroep onderschat, dat ik het meteen naast me neerleg terwijl ik misschien wel gewoon het rijtje wel af zou moeten. (longarts) 26

28 Onze longartsen twijfelen dan ook weleens. Meestal kan ik bij hen informatie opvragen, maar niet altijd weten ze het. (ergotherapeut) In de curatieve zorg hebben ze niet de tools om er iets mee te doen. (longarts) Pas na langer durende klachten doorvragen: géén vroeg signalering En ook longartsen vragen niet meteen in een eerste gesprek naar werk: Helemaal vooraan vraag ik te weinig uit en ergens onderweg probeer ik het wel weer op het werk te verhalen. Dus als je er dieper op ingaat dan kom je er misschien wel op uit, maar niet aan het begin. (longarts) Vroege signalering is dus zowel bij de huisarts als de longarts niet meteen aan orde. Het helpt als mensen zelf zich bewust zijn van mogelijke oorzaken in het werk. Tijdgebrek Vaak geef je in eerste instantie het werk niet de schuld. Tenzij patiënten mij daarop wijzen. (longarts) Ook tijdgebrek wordt aangedragen als knelpunt. Huisarts druk, druk, druk, voor longarts geldt hetzelfde. (ergotherapeut) Onduidelijkheid over mogelijke doorverwijzing Door weinig zicht op werksituatie te weinig kennis om beroepslongziekten vast te kunnen stellen. Vraag is ook heb ik daar genoeg aandacht voor en hoe vraag ik uit dat om vast te stellen dat het te maken heeft met het werk. Dan raak ik al vrij snel verzeild in het feit dat ik niet weet wat er gebeurt in een bedrijf.. Daar heb ik geen zicht op. Als mensen met klachten komen kun je vragen is het alleen een probleem op het werk of heb je het ook thuis? Dan wordt het al lastig. Het is lastig om uit elkaar te trekken. Ik informeer altijd wel wat doet u? Maar daar doe ik dan te weinig mee. (longarts) Net als voor huisartsen hebben longartsen dezelfde knelpunten op het gebied van doorverwijzen. 1.) niet iedereen heeft een bedrijfsarts 2.) onderzoek uitgevoerd door het NKAL wordt niet vergoed door de zorgverzekeraar Samenvatting knelpunten signalering beroepslongziekten Aan alle zorgverleners in de bedrijfsgeneeskundige en curatieve zorg is gevraagd welke knelpunten zij ervaren als het gaat om het signaleren van beroepslongziekten. Hieronder vatten we samen welke knelpunten naar voren zijn gekomen in de gesprekken. Bedrijfsarts Van bedrijfsartsen wordt verwacht dat ze beroepslongziekten vroegtijdig opsporen om ervoor te zorgen dat een beginnende beroepsziekte niet uitloopt op definitieve uitval. Het vaststellen van beroepslongziekten is echter niet eenvoudig. Om de link te leggen tussen stoffen in de werksituatie en longziekten is er kennis nodig van stoffen (arbeidshygiëne/toxicologie) en medische kennis van longziekten. Er zijn maar weinig bedrijfsartsen in Nederland die de specifieke kennis hebben om arbeidsgerelateerde oorzaken van longziekten te diagnosticeren. Bedrijfsartsen zien een brede patiëntenpopulatie en bouwen daarom geen routine op in deze complexe materie. Los van het feit 27

29 dat het om ingewikkelde materie gaat, is in veel gevallen de bedrijfsarts pas laat in beeld, ná uitval van het werk, en niet al bij de eerste gezondheidsklachten. De juiste diagnose wordt daardoor vaak gemist of pas in een zeer laat stadium gesteld. Daarnaast werken bedrijfsartsen in opdracht van werkgevers waardoor hun onafhankelijke positie onder druk staat. Werkgevers zijn gebaat bij snelle re-integratie van zieke werknemers en zien niet altijd het belang in van signalering van beroepslongziekten en het nemen van preventieve maatregelen. De focus van bedrijfsartsen ligt meer op verzuimbegeleiding. Al de bovengenoemde redenen zorgen ervoor dat beroepslongziekten onvoldoende worden gesignaleerd en gemeld. Huisarts Aangezien de meeste werkenden met klachten in eerste instantie naar de huisarts gaan, kan de huisarts een belangrijke signalerende rol vervullen. Dit gebeurt nog onvoldoende aangezien het belang van aandacht voor arbeid door huisartsen niet altijd wordt ingezien. De huisarts ziet een brede patiëntenpopulatie. Huisartsen werken klachtgericht en hebben weinig zicht op de werksituatie van patiënten. Pas bij langer aanhoudende klachten zullen huisartsen die zich ervan bewust zijn erop doorvragen. Voor huisartsen is het niet altijd duidelijk naar wie ze kunnen doorverwijzen bij werk gerelateerde klachten. Ze verwijzen door de longarts of als aan arbeid wordt gedacht naar de bedrijfsarts. Niet alle werkenden hebben echter een bedrijfsarts. Longarts Zowel bedrijfsartsen als huisartsen verwachten van longartsen dat ze een belangrijke rol zouden hebben bij het signaleren van beroepslongziekten. Longartsen weten veel van longziekten, maar weinig van stoffen op het werk in relatie tot longziekten. Net als huisartsen hebben ze weinig zicht op de werksituatie. Longartsen zijn medisch gericht en hebben beperkt aandacht voor de arbeidsgerelateerde oorzaken van longziekten. Ook voor de longarts bestaat onduidelijkheid naar wie kan worden doorverwezen Oplossingsrichtingen voor signalering beroepslongziekten Aan zorgverleners is gevraagd wat nodig is om beroepslongziekten en werkgerelateerde oorzaken van beroepsziekten (vroegtijdig) te signaleren. Hieronder beschrijven we welke oplossingen zijn aangedragen door de verschillende zorgverleners. Er is geen rangorde aangebracht. Het betreft een opsomming van suggesties die zijn aangedragen door de zorgverleners. De oplossingen zijn gecategoriseerd naar de betreffende actoren. Oplossingen die op meer dan één zorgverlener betrekking hebben zijn ingedeeld naar thema. 28

30 Overkoepelende opmerkingen voor signaleren van beroepslongziekten Voorlichting is belangrijk zodat werkgever en werknemer daar ook alert op zijn. (bedrijfsarts) Als arbeidshygiënisten metingen doen moet er vertaling komen naar gezondheidseffecten en maatregelen zodat mensen op werkvloer weten wat de risico s zijn. Als werknemer klachten heeft kan hij zich hierdoor bewust zijn dat het kan worden veroorzaakt door blootstelling aan stoffen. Als werknemer goed is voorgelicht, bij huisarts komt en zegt joh, ik werk met die stoffen, dan wordt huisarts eerder op juiste spoor gezet. (arbeidshygiënist) Als je in één individu de relatie tussen arbeid en gezondheid kunt leggen dan kun je in preventieve zin een hefboomwerking creëren in het kader van preventie naar al die honderden, duizenden of misschien wel honderdduizenden anderen die in een vergelijkbare situatie werken. (deskundige) Initiatief om meer aandacht te krijgen voor arbeid zou vanuit bedrijfsartsen moeten komen. Zij zouden zich meer moeten profileren, bijvoorbeeld in nascholingen. (huisarts) Als je ze met signaleren door artsen niet eruit kunt halen dan zou je preventief moeten testen (in risicovolle beroepen) Je zou mensen om de 3 jaar een basis long functie test en de diffusie af kunnen nemen. (longarts) Maak niet teveel schakels, maar spreek elkaar. (maatschappelijk werkster) Er moet meer politieke druk zijn om aandacht te krijgen voor beroepslongziekten. (deskundige) Signaleren bij bedrijfsartsen Bedrijfsartsen moeten niet alleen naar inzetbaarheid kijken maar zich altijd structureel af vragen heeft de patiënt die voor me zit een aandoening waarmee een relatie met het werk kan worden gelegd. (deskundige) Goede opleiding van bedrijfsarts is nodig. (deskundige) Meer duidelijkheid over wat wel en niet een beroepsziekte is en wanneer je meld, hier moeten concrete afspraken over zijn. Bij longaandoeningen moet duidelijk zijn of iets een bestaande aandoening is verergerd door het werk of een aandoening veroorzaakt door het werk, en of je dit wel of niet moet melden. (bedrijfsarts) Je moet bedrijfsartsen hebben die gespecialiseerd zijn in de sector (arbeidshygiënist en bedrijfsarts) en weten hoe het werk eruit ziet (bedrijfsarts) Bedrijfsartsen moeten zoveel mogelijk dedicated kunnen werken. (arbeidshygiënist) Bedrijfsartsen moeten spreekkamer uitkomen en veel bedrijfsbezoeken doen. (arbeidshygiënist) Bij het blootleggen van de relatie arbeid en gezondheid moet een incentive ontstaan dat het loont om die relatie te leggen Dat je bijvoorbeeld een iets hogere compensatie krijgt of verzekeringstechnisch beter wordt. (deskundige) Door op locatie rond te lopen wordt bedrijfsarts toegankelijker en laagdrempeliger. Hiermee win je vertrouwen en kun je preventieve functie krijgen. Vandaar kun je preventieve trajecten en werkplekonderzoeken inzetten. (bedrijfsarts) Bij sommige arbodiensten heeft de casemanager een coördinerende rol bij het verzuimproces, zij kunnen ook signalerende rol hebben. (bedrijfsarts) 29

31 Signaleren bij huisartsen Het signaleren van werkgerelateerde problemen ligt bij de huisarts. Huisarts kan patiënt motiveren en op de juiste weg zetten. Bedrijfsarts of specialist kan het daarna verder oppakken. (huisarts) Huisartsen hoeven maar één vraag te stellen: Wat voor werk doet u? (bedrijfsarts) Longverpleegkundige in huisartsenpraktijk moet preventief onderzoek aan kunnen bieden. (verpleegkundige) Ik plaats weleens item over COPD in dorpsblaadje. Vrouw leest het dan herkent het en zegt: Hé Jan, jij hebt dat toch ook, zou je niet eens naar de dokter gaan? Zo vang je dan weleens wat. (huisarts) In spiegelbijeenkomsten voor huisartsen meer aandacht voor arbeid. (huisarts) Signaleren bij longartsen Je moet als longarts breed blijven kijken, als je alleen aan een aantal beroepen denkt, kun je andere onterecht uitsluiten. (longarts revalidatie) Een rijtje met risicoberoepen waar je als longarts alert op moet zijn (longarts) Een app met overzicht van longziekten in bepaalde sectoren, soort van alert systeem dat wordt bijgehouden. (longarts) In EPD 4 standaard vragen in sjabloon laten zetten. (longarts revalidatie) Gemeenschappelijke voorlichtingssessies voor longartsen én huisartsen, want de huisarts is de eerst die contact heeft en moet weten van werkomstandigheden, dan kan hij dat ook in zijn verwijzing meenemen. Signalering moet iets gemeenschappelijks zijn. (longarts) Longartsen kunnen alert zijn op werkgerelateerde oorzaken, maar moeten wel door kunnen verwijzen naar specialistisch centrum. (longarts) Werkbezoek ism bedrijfsarts plannen bij bedrijven waar met chemische stoffen wordt gewerkt. Bedrijfsarts kan dan vertellen over blootstelling en risico s. (longarts) Richtlijnen en protocollen Richtlijnen niet alleen maken maar ook goed implementeren (huisarts) Heb het eerst met elkaar over, wat vinden we ervan. De huisarts wordt er gek van, die denkt weer een protocol, la open, kliko, hup weg protocol. Je moet wel reëel zijn, het moet functioneel zijn. (maatschappelijk werkster) Richtlijn is niet de enige weg, je moet het vanuit verschillende kanten aanvliegen met bijvoorbeeld folders, via NHG en Cahag etc. (huisarts) De intake is het allerbelangrijkste. Een goed begin is het halve werk. LAN zou ervoor kunnen zorgen dat arbeid in de checklists staat. (verpleegkundige in 1e lijn) 30

32 Andere organisatie van de zorg: klinische arbeidsgeneeskundige in reguliere zorg en onafhankelijke bedrijfsarts Bedrijfsarts moet zichtbaar onafhankelijk worden en onderdeel zijn van de reguliere zorg. (deskundige 1) Het zou mooi zijn als een bedrijfsarts hier zou zitten. Er is nu teveel hokjesgeest. (maatschappelijk werkster/longarts) Je moet in ziekenhuizen klinisch arbeidsgeneeskundigen hebben. (bedrijfsarts 3x) Bedrijfsartsen moeten onafhankelijke rol krijgen, dit zou het beroeps van bedrijfsarts aantrekkelijker maken, er komt nu een tekort aangezien veel met pensioen gaan. (bedrijfsarts) Je kunt ervoor zorgen dat er in elke provincie een arbeidsgeneeskundig consulent is die op gezette tijden consulten doet bij longartsen naar behoefte. Het feit dat iemand fysiek aanwezig valt op. Er komt communicatie tussen de beroepsgroepen.. (deskundige) Met een bedrijfsarts in de reguliere zorg kun je kennis en kunde implementeren in ziekenhuizen of huisartsencentra. Als longartsen dat zien zijn ze ook meer alert op de relatie longziekten en werk en kunnen makkelijker doorverwijzen. (deskundige) Bijv. eens in 2 weken een arbeidsgeneeskundig consult. Hierdoor kan hij makkelijker communiceren met specialisten, is hij één van hun. Dan heb je geen wantrouwen met andere artsen. Zo is elkaar informeren een stuk makkelijker en kun je ook gebruik maken van faciliteiten. (deskundige) Er zou soort van overkoepelend bedrijfsarts moeten zijn, die niet over een specifieke patiënt gaat, maar die kan adviseren hoe de regels en de te belopen paden zijn. Hoeft niet bedrijfsarts in persoon te zijn, zou ook iets online kunnen zijn. Een online plek waar je makkelijk vragen kunt neerleggen. (huisarts) Als iemand geen bedrijfsarts heeft zou je een instantie moeten hebben met onafhankelijk bedrijfsarts waar je aan kunt kloppen, die met jou paden kan bewandelen. (huisarts) Andere organisatie van de zorg: klinische arbeidsgeneeskundige in reguliere zorg en onafhankelijke bedrijfsarts Bedrijfsarts is eigenlijk een soort huisarts die met allerlei ziektebeelden te maken heeft. Huisarts evalueert ook niet tot op de bodem cardiologische problemen, maar herkent ze wel. Bedrijfsarts moet arbeid gerelateerde longproblemen herkennen en vervolgens de mogelijkheid hebben om die adequaat via niet allerlei hobbels te laten onderzoeken, door klinisch arbeidsgeneeskundigen in gespecialiseerde centra. (deskundige) Goede diagnostiek is belangrijk. Je zou naast het NKAL kunnen zorgen voor regionale centra en er een landelijk dekkend netwerk van maken. Dit moet wel vergoed worden door verzekeraars. (deskundige) Binnen een arbodienst kun je net als in een maatschap aandachtgebieden organiseren. (deskundige) 31

33 Financiering/stelsel Andere financiering van stelsel, waarbij zorgverzekeraars betrokken zijn (bedrijfsarts) Werkplekonderzoek moet door zorgverzekeraars gefinancierd worden zodat huisartsen ook hiervoor kunnen verwijzen. (bedrijfsarts) Het sectormodel (zoals Stigas organiseert) moet overeind blijven. Je moet kunnen aggregeren als je werkt met veel kleine bedrijfjes van 2/3 werknemers. (bedrijfsarts) Zorgverzekeraars zouden samen moeten investeren in leefstijlverbetering en zelfmanagement. (longarts) Meer informatie voorlichting voor (potentiële) patiënten Informatie scherm in wachtkamer is ook manier om bewustwording mee te creëren. (huisarts) Ook branches moeten voorlichten. Dan kan iemand zelf bij de huisarts komen en zelf aandragen dat het misschien met werk te maken heeft. Geef mensen zelf daarin een rol. Mensen zijn niet dom. Als mensen hele dag in dampen zitten kunnen ze ook zelf bedenken is 2. (huisarts) Voorbeeld van patiënt die schilder was en zelf contact had gehad met schildervakbond en zelf kwam met het verhaal dat hij dacht dat het met zijn werk te maken had, zijn vrouw wees hem erop. (huisarts) 32

34 3. Samenwerking tussen zorgverleners Aan zorgverleners zijn de volgende vragen voorgelegd: 1.) Welke knelpunten ervaren zorgverleners in de onderlinge samenwerking? 2.) wat nodig is om deze samenwerking te verbeteren? We beschrijven hieronder hoe de samenwerking wordt ervaren tussen bedrijfsarts en huisarts (paragraaf 3.1.), de samenwerking tussen huisarts en longarts (paragraaf 3.2.) en de samenwerking tussen de bedrijfsarts en longarts (paragraaf 3.3.) Samenwerking tussen bedrijfsarts en huisarts Bedrijfsartsen en huisartsen ervaren verschillende knelpunten in de samenwerking. Knelpunten samengevat Slechte onderlinge bereikbaarheid Verschillende belangen Wantrouwen naar bedrijfsarts Toelichting Slechte onderlinge bereikbaarheid Voor huisartsen en bedrijfsartsen zijn er allereerst een aantal praktische bezwaren om contact op te nemen. Voor huisartsen is het lastig om te weten wie de bedrijfsarts van de patiënt is. Als ik contact wil met een bedrijfsarts dan vraag ik de patiënt om telefoonnummer, als ik zelf zou moeten zoeken is het een speld in hooiberg. (huisarts) Als er contact wordt opgenomen is dit meestal op initiatief van de bedrijfsarts, die contact opneemt met de huisarts. Meestal wordt per brief gecommuniceerd. Telefonisch contact zou op prijs worden gesteld, waarbij er een praktisch bezwaar is dat men elkaar dan niet kan bereiken aangezien beide spreekuren hebben en niet altijd op dezelfde dagen bereikbaar zijn. Daarnaast is het zo dat niet alle patiënten een bedrijfsarts hebben (denk aan zelfstandigen). Ook geven zorgverleners aan dat samenwerking lastig is omdat er niet één aanspreekpunt is. Verschillende belangen Verschillende artsen geven aan dat de wereld van de bedrijfsarts en die van een huisarts erg van elkaar verschilt. Het zijn beroepsgroepen die los van elkaar werken. Curatieve zorgverleners onderling hebben dezelfde belangen, namelijk zorg verlenen aan de patiënt. De bedrijfsarts zou een ander belang hebben is de veronderstelling. Als ik een bedrijfsarts bel, merk ik soms dat ze zenuwachtig worden terwijl ik denk hoor eens, ik wil alleen even je mening. (huisarts) Bij contacten met de bedrijfsarts hebben we akkoord nodig van de patiënt voor het verstrekken informatie. Als het telefonisch gaat dan moeten we eerst een handtekening zien. In de behandelsetting is dit geen probleem. Als je een specialist belt dan heb je dezelfde belangen, met een bedrijfsarts heb je tegenstrijdige belangen. (huisarts) 33

35 Wantrouwen jegens bedrijfsarts De positionering van de bedrijfsarts maakt dat er vanuit de zorg schroom is om contact op te nemen met de bedrijfsarts. Het imago van de bedrijfsarts, als zijnde de rechterhand van de werkgever, maakt dat men heel behoudend overleg heeft uit angst teveel informatie te verstrekken wat tegen de patiënt zou kunnen worden gebruikt. De huisarts heeft hierin een beroepsgeheim. Zowel huisartsen als specialisten zijn over het algemeen erg terughoudend om over de telefoon overleg te plegen gezien het medisch geheim. (bedrijfsarts) Er zijn huisartsen waar je heel goed mee kunt samenwerken en er zijn huisartsen die je zien als de rechterhand van de werkgever en om die reden geen informatie verstrekken. Die willen alles schriftelijk doen. Als je even snel wilt reageren, doen ze er 6 weken over. (deskundige) Ook patiënten willen niet altijd dat contact op wordt genomen met de bedrijfsarts uit angst dat persoonlijke gegevens bij bedrijf terecht komen. De werknemer denkt dan dat hij voor de rechtbank komt die gaat beslissen of je wel of niet kunt werken. (deskundige) 3.2. Samenwerking tussen huisarts en longarts Knelpunten samengevat Slechte onderlinge bereikbaarheid Toelichting Slechte onderlinge bereikbaarheid Overleg tussen longarts en huisarts loopt niet altijd gemakkelijk. Ook hierbij spelen praktische punten een rol. Specialisten en huisartsen werken soms parttime waardoor langs elkaar heen wordt gebeld. Ook drukte en ervaren administratieve last worden als knelpunt ervaren. Ik merk dat je langs elkaar heen telefoneert. Specialisten werken niet alle dagen, en huisartsen werken ook allemaal parttime. Ik ben heel blij als ik een van een specialist heb, dan makkelijker contact legt, zonder naam en toenaam overigens. (huisarts) Te druk en dan is de huisarts al weer weg. Ook de automatisering is geen zegen. Er is steeds meer administratieve last en dan wil het nog weleens dat je minder gemakkelijk die huisarts belt. (longarts) 3.3. Samenwerking tussen bedrijfsarts en longarts Knelpunten samengevat Weinig contact Onvoldoende kennis longziekten bij bedrijfsartsen Wantrouwen jegens bedrijfsarts Inadequate informatieoverdracht 34

36 Toelichting Een klein aantal zorgverleners geeft aan tevreden te zijn over het contact dat ze met de bedrijfsarts heeft. Eén van de bedrijfsartsen geeft aan dat de samenwerking tussen bedrijfsartsen en specialisten beter wordt. Het wordt steeds normaler om bij werkgerelateerde problematiek door te verwijzen naar de bedrijfsarts. Vroeger was het meestal neem maar wat rust en dan zien we wel weer. Tegenwoordig wordt er voor werkgerelateerde problematiek doorverwezen en dan bemoei ik me er niet meer mee. (bedrijfsarts) Weinig contact De meerderheid van de zorgverleners geeft aan weinig contact te hebben. Eén van de longartsen gaf aan in de vorige regio waar hij werkte (Spijkenisse) veel meer contact te hebben met bedrijfsartsen en meer te maken te hebben met arbeidsgerelateerde longproblematiek. Rechtstreeks mondeling contact is er zelden, contact dat er is verloopt schriftelijk op verzoek van de bedrijfsarts. Bedrijfsartsen worden weinig benaderd door de specialist, één van de bedrijfsartsen geeft aan dit wel meer te willen. Onvoldoende kennis longziekten bij bedrijfsartsen Zorgverleners zijn niet altijd tevreden over het contact dat er is. Redenen die daarvoor aangevoerd worden zijn dat men vindt dat bedrijfsartsen onvoldoende kennis hebben van longziekten. Het is heel vervelend dat er zelfs bij collega artsen geen inzicht en begrip bestaat bij astma COPD. (longarts revalidatie) Als je sarcoïdose zegt, dan mag je mazzel hebben als de bedrijfsarts het heeft gegoogeld. (ergotherapeut) Je zult vast ook goede bedrijfsartsen hebben, maar de meeste hebben heel weinig kaas gegeten van bijvoorbeeld een longfunctie. (ergotherapeut) Dit maakt dat men de bedrijfsarts niet ziet als een gelijkwaardige gesprekspartner. Pas op het moment dat je een gelijkwaardige gesprekspartner wordt, dan gaan longartsen je serieus nemen. Op het moment dat je als bedrijfsarts niet snapt wat een longfunctie inhoudt, dan wordt het lastig. Kennis is het allerbelangrijkste. (deskundige) Wantrouwen jegens bedrijfsarts Ook het imagoprobleem dat bedrijfsartsen hierin hebben speelt een rol. Er is veel wantrouwen jegens bedrijfsartsen. Het is elke keer het bevechten van het vertrouwen. Je moet het imago van de bedrijfsarts overwinnen. (deskundige) Zoals eerder genoemd speelt er aarzeling dat bedrijfsartsen andere belangen zouden hebben wat maakt dat men niet openlijk over patiënt durft te overleggen uit angst een scheve schaats te rijden. Tegen een longarts kan ik zeggen dat iemand een lichte aandoening heeft en fors wordt over behandeld, dan zal hij dat in vervolgbehandeling nemen. Dit kan ik niet zeggen tegen een bedrijfsarts. (longarts revalidatie) 35

37 Inadequate informatieoverdracht Bedrijfsartsen ervaren dan ook dat men bij verzoek om informatie terughoudendheid bij zorgverleners en krijgen niet altijd adequate antwoorden van de specialist. Soms, gelukkig niet zoveel, krijg ik een nietszeggend verslagje. Of een verslag in super specialistische termen, daar kan ik niet zoveel mee. Daarom extra belangrijk om de vraagstelling goed te formuleren zodat er zo concreet mogelijk antwoord komt. (bedrijfsarts) Specifieke vraagstellingen vraag ik zwart op wit. Veel bedrijfsartsen zijn geneigd om vage vraagstellingen te doen en aan behandelaren te vragen over belastbaarheid en werk. En dat moet je aan een specialist of huisarts niet vragen want dat is zijn taak niet. Daar raken ze geïrriteerd over. (bedrijfsarts) Het is eerder de bedrijfsarts die contact zoekt met de zorgverlener dan dat dit andersom het geval is. Een samenwerking waarin men gezamenlijk zoekt naar wat het beste is voor de patiënt en samen te zoeken naar de diagnostiek (werkgerelateerde oorzaken) lijkt een utopie. Het hele leren (samenwerken) met bedrijfsartsen en longartsen, net als met huisartsen en longartsen, dat is verre van optimaal. Maar het is niet vaak een heel makkelijk heen en weer, waar beide denken we hebben het beste voor de patiënt voor. De patiënt kan naar de bedrijfsarts maar die denkt waar kan hij zijn winst halen. (longarts) 3.4. Samenvatting knelpunten samenwerking tussen zorgverleners In dit hoofdstuk is beschreven welke knelpunten zorgverleners ervaren in de onderlinge samenwerking. Bedrijfsartsen, huisartsen en longartsen geven aan dat er te weinig onderlinge samenwerking is. Voor alle artsen geldt dat er onder hoge tijdsdruk wordt gewerkt; artsen hebben spreekuren met patiënten waardoor de onderlinge bereikbaarheid slecht is. Longartsen en huisartsen zijn terughoudend naar bedrijfsartsen aangezien bedrijfsartsen een ander belang zouden hebben. De positionering van de bedrijfsarts als zijnde rechterhand van de werkgever maakt dat er vanuit de curatieve zorg schroom is om te overleggen en informatie te verstrekken. De onderlinge informatie-uitwisseling is niet altijd adequaat. Longartsen vinden dat bedrijfsartsen meer zouden moeten weten van longziekten en zien hen daardoor niet als gelijkwaardige gesprekspartner Oplossingsrichtingen samenwerking tussen zorgverleners Aan zorgverleners is gevraagd wat nodig is om de samenwerking tussen zorgverleners te verbeteren. Hieronder beschrijven we de oplossingsrichtingen die door zorgverleners zijn aangedragen. Er is geen rangorde aangebracht. Het betreft een opsomming van suggesties die door de zorgverleners naar voren zijn gebracht. Betere samenwerking (in algemeen tussen zorgverleners) Je moet elkaar weten te vinden en geen aparte eilandjes vormen, daar is niemand bij gebaat. Beter op hoogte zijn wat je voor elkaar kunt betekenen, open staan en elkaar vertrouwen. En ook de grenzen van het beroep kennen: wat hoort bij wie. (maatschappelijk werkster) Maak niet teveel schakels, maar spreek elkaar. (maatschappelijk werkster) In de 1e lijn moet er meer samenwerking zijn tussen de verschillende disciplines (huisartsfysiotherapeut- ergotherapeut etc.). (ergotherapeut) Eens in het jaar een meeting over arbeid zodat je elkaar weet te vinden. (maatschappelijk werkster) 36

38 Bedrijfsartsen/arbodiensten moeten meer met elkaar samenwerken en niet concurrent in elkaar zien. Samenwerking brengt je veel verder. (verpleegkundige) Transmurale afspraken tussen beroepsgroepen. (huisarts) Er moet aan beide kanten (huisarts en bedrijfsarts) wat gebeuren om arbeid meer onder aandacht te krijgen zonder dat het een belasting wordt met extra overleggen en vergaderstructuren. (huisarts) Longpatiënten moeten een casemanager hebben, iemand die ze de weg wijst in het medisch circuit. (ergotherapeut) Informatie-uitwisseling tussen zorgverleners moet beter, bijvoorbeeld met EPD. (ergotherapeut) Contact tussen bedrijfsarts en huisarts Er moet meer communicatie zijn tussen huisarts en bedrijfsarts. Het moet makkelijker zijn om elkaar telefonisch te benaderen. (bedrijfsarts, huisarts) Als telefonisch niet lukt omdat je langs elkaar heen belt, dan per brief. (huisarts) Je hoeft het niet moelijker te maken door het ontwikkelen van gezamenlijke systemen: Het gaat om het doen, elkaar gewoon benaderen. (bedrijfsarts) Patiëntgericht handelen: Als je denkt dat het in het belang is van je patiënt dan moet je elkaar gewoon opzoeken, dan hoef je het niet moeilijk te maken. (bedrijfsarts) Gezamenlijke nascholing organiseren voor huisartsen en bedrijfsartsen (bedrijfsarts) Regionaal georganiseerd standaard overleg tussen bedrijfsarts en huisarts. Hoe directer het contact, hoe effectiever het is (stuit je wel op praktische problemen om dit te organiseren). (bedrijfsarts) Contact tussen huisarts en longarts Meer contact via niet met patiënt namen maar met initialen en geboortedatum. (huisarts) Via zorgdomein zou online mogelijkheid kunnen zijn voor contact, nu staan er verwijsbrieven op, je zou soort van service kunnen maken dat je longarts vraag kunt stellen in beveiligde omgeving. (huisarts) Contact tussen bedrijfsarts en longarts Longartsen moeten als ze werk gerelateerde zaken zien, actiever zijn naar bedrijfsartsen (voor bedrijfsartsen zijn longziekten maar een heel klein onderdeel). (bedrijfsarts) Bedrijfsarts en longartsen kunnen door samen te werken werelden bij elkaar brengen. Longartsen kunnen dan leren van bedrijfsartsen over effect stoffen (kennis bij bedrijfsartsen is dan nodig.) Samen is meer dan de som der delen. (deskundige 1) Terugkoppeling heen en weer zodat je van elkaar kunt leren. (longarts) Ik zou willen dat er meer contact is met longartsen. De NKAL zit daartussen. NKAL zou ook promoter kunnen zijn dat er meer contact is met longartsen. (bedrijfsarts) Betere automatisering, minder administratieve last. (longarts) Een gezamenlijk online dossier zodat je mensen kunt blijven volgen en je elkaar op hoogte kan houden en blijven updaten. (longarts) 37

39 4. Aandacht voor arbeidsparticipatie bij curatieve zorgverleners Aan bedrijfsgeneeskundige en curatieve zorgverleners zijn de volgende vragen gesteld: 1.) Welke knelpunten ervaren mensen met een longziekte als het gaat om arbeidsparticipatie/ aan het werk blijven met een longaandoening? (paragraaf 4.1. ) 2.) Welke rol spelen zorgverleners bij arbeidsparticipatie en welke knelpunten worden daarbij ervaren? (paragraaf 4.2.) 3.) Wat zijn mogelijke oplossingsrichtingen om meer aandacht voor arbeidsparticipatie te krijgen bij zorgverleners? (paragraaf 4.4.) Bovengenoemde vragen zijn voorgelegd aan longartsen, longverpleegkundigen, maatschappelijk werkers, ergotherapeuten en aan een re-integratiespecialist Knelpunten die patiënten ervaren als het gaat om arbeidsparticipatie Knelpunten samengevat Kortademigheid en vermoeidheid Fysiek zwaar werk Onwetendheid over COPD Vertaalslag maken naar inzetbaarheid Financiële onzekerheid Onvoldoende begeleiding bij zelfzorg Onvoldoende eigen regie Aanpassing van omgeving na revalidatie Mogelijkheid bij bedrijven om aanpassingen te doen in het werk Toelichting Kortademigheid en vermoeidheid Bij mensen met COPD is de hoofdklacht kortademigheid, dit wordt echter heel snel gevolgd door vermoeidheid. Vermoeidheid is een onderschatte klacht die heel invaliderend is en vaak ook multifactorieel. Er is vaak niet één oorzaak voor, maar het is wel vaak de reden dat mensen niet verder komen en stagneren in hun proces. (longarts revalidatie) Ze kunnen langzamer, slechter organiseren, krijgen gedachten niet meer goed op een rijtje, beginnen fouten te maken. Ze zeggen zelf meestal dat ze te moe zijn. (re-integratie specialist) Doodvermoeid zijn om überhaupt dag door te komen, laat staan te werken. Je ziet ook mensen waarvan hun leven alleen maar in het leven staat van werk, dat ze niet meer kunnen sporten, of een sociaal leven leiden, of kunnen koken. (ergotherapeut) Fysiek zwaar werk Gezien de vermoeidheidsklachten die patiënten ervaren is het fysieke aspect van het werk het belangrijkste waar patiënten tegenaanlopen, zoals traplopen, bukken en tillen. Gezien het feit dat 38

40 veel longpatiënten een lagere opleiding hebben, hebben ze gemiddeld vaker een beroep wat fysiek zwaar is. Een order in 40 seconden moeten klaar spelen. Weet je hoeveel kilometer die per dag lopen? Ik schrok ervan. 13 kilometer per dag! Omdat ze COPD had mocht ze per order 3 seconden langzamer lopen. Normaal mocht ze 40 seconden en nu 43. (maatschappelijk werkster) Onwetendheid over COPD Mensen met longziekten lopen aan tegen onbegrip. Werkgevers en soms ook bedrijfsartsen weten niet wat COPD inhoud en onderschatten welke implicaties het voor iemand heeft om te kunnen blijven werken. Het is niet in cijfers te objectiveren of te meten wat iemand nog kan. Dit verschilt van persoon tot persoon. Je ziet aan de buitenkant niet dat je last hebt van je longen en dan reageren als stel je niet aan, je moet gewoon werken. (longverpleegkundige bij huisartsenpraktijk) Het is zo teleurstellend, verdrietig en frustrerend voor die mensen om begrip te hebben voor die vermoeidheid. Dit is moeilijk in cijfers uit te drukken. We weten dat het UWV zich meet aan cijfers zoals de CO2 max. en dat er nooit een goede richtlijn is voor deze mensen. Je ziet ze toch heel vaak goedgekeurd worden waar ze enorm tegen aanlopen. Dat ze steeds maar vechten omdat ze niet geloofd worden. (maatschappelijk werkster) Vertaalslag maken naar inzetbaarheid Voor patiënten is het vaak lastig om in te kunnen schatten wat ze met hun ziekte nog kunnen en een vertaalslag te maken naar hun inzetbaarheid. Er zijn mensen die de ziekte aangrijpen om niet meer te hoeven werken, maar er is ook een grote groep die het heel erg vindt om niet meer te kunnen werken. Vaak begint het dan met ontkenning van de klachten. Ontkenning en gebrek aan ziekteinzicht maakt dat mensen sneller over hun grenzen heen gaan. Ik denk ook dat er ook een hele doelgroep is die verbloemd. Die zegt überhaupt niet wat die mankeert. Die valt op gegeven moment uit en dan is het einde oefening. (ergotherapeut) Ik ken mensen in de huishouding die zich verstoppen in de bezemkast, want dan ziet de baas niet hoe kortademig ze zijn. En als ze weer hersteld zijn dan komen ze weer uit de bezemkast. (maatschappelijk werkster) Soms hebben mensen thuis geen leven meer, alles gaat in het werk zitten, dat is heel schrijnend. (maatschappelijk werkster) Ziekte-inzicht vergroten is vaak een heel proces. Kwaliteit van leven neemt daardoor ook af omdat je veel beter weet hoe je eraan toe bent. Het is zo moeilijk inschatten wat de revalidant nog kan, en als de persoon het zelf ook niet goed weet wat hij wel of niet kan. Ik denk dat heel veel mensen ook bereid zijn om het weer te proberen en weer te proberen en het op te bouwen en eigenlijk niet weten dat ze aan hun tax zitten. (ergotherapeut) Soms ligt het aan de patiënt die niet wil erkennen dat zijn longaandoening leidt tot minder kunnen, toch wil blijven volhouden, ongelofelijk wat je soms hoort, bijvoorbeeld vakantie dagen opnemen om het vol te kunnen houden. (longarts revalidatie) 39

41 Financiële onzekerheid De gevolgen van het niet meer kunnen werken en de financiële consequenties die daaruit voortkomen geeft veel onzekerheid. As je vraagt aan mensen met welk probleem ze het liefst mee geholpen zouden willen worden dat is dat op de eerste plaats kortademigheid en werk komt heel snel daarna. Dit gezien de onzekerheid die ermee samenhangt. (longarts revalidatie) Sommige mensen hebben er zo n moeite mee te accepteren dat ze erg ziek zijn, zeggen dan oh het gaat goed hoor. Die kunnen er nog niet aan hoe ziek ze eigenlijk zijn. Bang voor financiële problemen. Dat gaat echt heel diep. Mensen vinden het verschrikkelijk als ze niet meer kunnen werken. (maatschappelijk werkster) Met name voor ZZP-ers of voor mensen die eigen bedrijf hebben geldt dat als je moet stoppen met werken dat dan de financiële zekerheid weg valt. Deze mensen werken dan toch door en gaan sneller over hun grens heen. Niet iedereen is goed verzekerd voor arbeidsongeschiktheid. (longverpleegkundige UWV) Onvoldoende begeleiding bij zelfzorg Zorgverleners geven aan dat niet iedereen evengoed wordt begeleid bij het juist gebruik van medicijnen om zo de ziekte onder controle te houden. Dat is een belangrijke voorwaarde om te kunnen blijven werken. Dat mensen na 15 jaar een pufje innemen en ieder half jaar bij de longverpleegkundige een check hebben en dan nog steeds niet goed innemen. Dat is wel een hele belangrijke voorwaarde om te kunnen blijven werken. (ergotherapeut) Onvoldoende eigen regie Mensen zouden zelf de verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun ziekte en hun inzetbaarheid. Begrippen als zelfregie en zelfmanagement is wat in de Nederlandse samenleving van hen wordt verwacht. Niet alle patiënten hebben daar echter de capaciteit voor. Ja, eigenlijk moet de patiënt zelf zijn regie hebben, maar daar zijn heel veel mensen net niet slim genoeg voor. (longarts) Er zijn absoluut heel veel actieve patiënten die aan een half woord genoeg hebben en meteen al de verbinding leggen en schakel leggen. Er zijn ook mensen die overkomt alles, letterlijk en figuurlijk. En die zul je dus ook meer aan de hand moeten nemen. (longarts) Mensen hebben weinig kennis van wet en regelgeving en de rol die ze zelf kunnen hebben. Heel vaak is het ik moet doen wat de bedrijfsarts zegt. Ze ervaren heel weinig speelruimte. (maatschappelijk werkster) Ook komt het voor dat mensen bij voorbaat al denken dat iets niet kan en niet meer zoeken naar de mogelijkheden die zij nog hebben. Dat patiënt zelf al de deur dicht doet voordat hij überhaupt wat bespreekt. (longverpleegkundige bij huisarts) 40

42 Aanpassing van omgeving na revalidatie In een revalidatietraject leren patiënten om te gaan met hun ziekte, ook op het werk. Nadat iemand uit een revalidatietraject komt zijn er niet alleen bij de patiënt, maar ook in de (werk) omgeving, aanpassingen nodig. Bij bedrijfsartsen en werkgevers is er echter niet altijd begrip over wat een revalidatietraject inhoudt. Heel veel zeggen als je gerevalideerd hebt, dan ben je weer goed opgeknapt en dan kun je weer aan de gang. Maar revalidatie is er op gericht dat je daarna duurzaam aan slag gaat zodat het niet weer fout gaat. (maatschappelijk werkster) Als de behandeling is geweest dan is de patiënt veranderd, maar de omgeving van de patiënt niet. De patiënt voelt zich minder moe, fitter en minder kortademig. Maar als hij dan terug moet naar dezelfde situatie waar hetzelfde gevraagd gaat worden, dan ben je terug bij af. (longarts revalidatie) Niet alleen de werkgever moet aanpassingen doen, dat geldt voor elke betrokkene om patiënt heen: de huisarts, de specialist, de bedrijfsarts en de verzekeringsarts. Die moeten allemaal bereid zijn om het pad dat is ingezet te blijven voortzetten en daaraan te blijven werken. (maatschappelijk werkster) Mogelijkheid bij bedrijven om aanpassingen te doen in het werk Voor bedrijven is het niet altijd mogelijk om alternatieve werkzaamheden aan te bieden aan werknemers. Als je een bedrijf hebt met alleen maar koelcellen, dan heb je niet ineens zomaar ander werk. (verpleegkundige in huisartspraktijk) Bedrijven moeten wel kunnen blijven draaien. Als er door verschuiving van taken te veel werkzaamheden bij andere werknemers komen te liggen kunnen zij overbelast raken. (ergotherapeut) 4.2. Aandacht voor arbeidsparticipatie bij zorgverleners In deze paragraaf beschrijven we welke rol zorgverleners kunnen spelen bij arbeidsparticipatie en welke knelpunten ze daarbij ervaren. Er zit veel overlap in knelpunten zoals die ook ervaren worden bij het signaleren van beroepslongziekten (zie hoofdstuk 2). Ook bij aandacht voor arbeidsparticipatie geldt voor longartsen en huisartsen dat ze: weinig zicht hebben op de werksituatie van patiënten een medisch focus hebben tijdgebrek waardoor aandacht voor arbeid erbij inschiet Als het gaat om arbeidsparticipatie zijn er een aantal aanvullende knelpunten boven de hierboven genoemde knelpunten. Deze knelpunten zijn zowel voor longartsen en huisartsen van toepassing en beschrijven we dan ook in één paragraaf (paragraaf 4.2.1) Tijdens de gesprekken kwam naar voren dat praktijkondersteuners (POH-ers) in huisartsenpraktijken en longverpleegkundigen in zowel huisartspraktijken en ziekenhuizen een belangrijk rol kunnen spelen bij de begeleiding van patiënten bij arbeidsparticipatie. In paragraaf beschrijven we welke knelpunten zij hierbij ervaren. 41

43 Aandacht voor arbeidsparticipatie bij longartsen en huisartsen Knelpunten samengevat: Onbekendheid met het thema arbeidsparticipatie Onduidelijkheid over verdeling taken Vertaalslag maken naar inzetbaarheid Afstand met het UWV Onbekenheid met het thema arbeidsparticipatie Bij niet alle zorgverleners staat het thema arbeidsparticipatie op de agenda. Er zijn veel onderwerpen die strijden om aandacht. Binnen ons ziekenhuis zijn we niet actief met arbeidsparticipatie bezig, ook niet gehoord bij de longverpleegkundigen. (longarts) Binnen de ziekenhuizen doen we niet altijd de goede dingen. Daar zijn we niet heel gestructureerd bezig met het in kaart brengen van de ziektelast. Soms worden mensen gewoon jaarlijks gecontroleerd en wordt foto gemaakt, longfunctie geblazen, zonder dat je goed idee hebt van de ziektelast, dat geldt ook voor ons. (longarts revalidatie) Ik denk dat er in algemene zin te weinig expliciet naar wordt gevraagd in de spreekkamer. Je hebt het wel over impact op leven, maar te weinig expliciet vragen naar werk. Ook bij andere huisartsen. Ik vraag me ook af hoe vaak een POH-er het zal vragen, want zij hebben meeste contact met COPD-ers. Ik denk dat ook bij hen het niet heel duidelijk op netvlies staat. (huisarts) Voor huisartsen is het al heel wat als je COPD kunt herleiden. Details (note: arbeid) krijgen dan minder aandacht. (huisarts) Een groot deel van de zorgverleners geeft aan dat arbeid een belangrijk onderdeel is om mee te nemen in het taken pakket van zorgverleners. Ik zou graag willen dat er in de reguliere gezondheidszorg veel meer aandacht komt voor arbeidsparticipatie en dat schiet nu enorm tekort. De gevolgen voor de patiënt zijn enorm. Als de behandelaar niet goed op de hoogte is van de werksituatie heeft dat enorme consequenties. (maatschappelijk werkster) Arbeid is belangrijk vooral vanuit de patiënt gezien, je werkt groot deel van je leven, mensen hebben werk ook weer nodig om boterham op tafel en hypotheek te betalen. Als dat niet meer lukt dan kom je grote problemen tegen bij patiënten. Werk geeft ook plezier in je leven. Als je werk kwijt raakt raak je je eigenwaarde kwijt. Dit is ook iets van onze maatschappij: werk geeft status. In ieder geval is werk iets wat voor patiënten belangrijk is, dus dan zou dat ook voor de huisarts moeten zijn. (huisarts) Het is belangrijk om breder te kijken, en niet alleen naar longaandoening maar in welke context patiënt zich beweegt, hoe is het thuis en op het werk en wat speelt er nog meer? (longarts revalidatie) We hebben het allemaal over ziektebeelden, medicatie, onderzoeken Je moet niet alleen naar medische aspecten kijken maar patiëntgericht werken. (longverpleegkundige) 42

44 Het zou heel normaal moeten zijn dat je niet alleen naar koorts en hoesten vraagt en kleur van het sputum. Ook arbeid hoort erbij. (maatschappelijk werkster) In de zorg gaan we steeds meer toe naar de Patient Related Outcome Measures (PROM s). in wezen hoort arbeidsparticipatie daar ook bij. Dat je ondanks je ziekte toch in staat bent om werk te kunnen doen. Werk is onderdeel van kwaliteit van leven. Het begint met ernaar vragen en als je een probleem registreert als arts of als verpleegkundige dan er ook actie op ondernemen. Dat is niet makkelijk en vaak een hele puzzel. Uiteindelijk zal het ertoe moeten leiden dat acties ook leiden tot verbetering van de gezondheidstoestand. (longarts revalidatie) Onduidelijkheid over verdeling taken bij zorgverleners Het is bij zorgverleners niet altijd duidelijk welke taken bij de huisarts zouden liggen en welke bij de bedrijfsarts. Soms zit er overlap in en niet alles kan strak worden afgebakend. Er zit daarin ook een grijs gebied. Daarom is het laagdrempelige overleg belangrijk. Dan kun je makkelijk met de bedrijfsarts afsluiten: Wat is mijn stukje en wat is jouw stukje. (huisarts) Vertaalslag maken naar inzetbaarheid In Nederland heeft de bedrijfsarts in de eerste plaats de rol om een beoordeling te geven over inzetbaarheid 19. De curatieve zorgverleners die in dit onderzoek zijn gesproken hebben hier echter ook uitspraken over gedaan en geven aan dat het lastig is om de vertaalslag naar inzetbaarheid te maken en te objectiveren of iemand nog kan blijven werken. Het door willen werken heeft veel te maken met het arbeidsethos van iemand. Sommigen gaan door tot het naadje en anderen willen niets. De ene heeft hele slechte uitslagen waarvan je denkt dat je die niet meer kan werken. Terwijl bij iemand anders het met betere uitslagen niet lukt. Het is niet te objectiveren. Het blijft een grijs gebied. Dokters willen het liefst zo concreet mogelijk op basis van cijfers beoordelen. Dat is bij longziekten lastig. (longverpleegkundige) Daarnaast hebben longpatiënten ook vaak andere aandoeningen die een objectieve inschatting voor de gevolgen van inzetbaarheid gecompliceerd maken. Hierbij speelt ook dat mensen zelf ook slecht kunnen inschatten wat ze nog kunnen en wanneer ze aan hun tax zitten (zie knelpunten in paragraaf 4.1. ) Het is wel heel moeilijk om de juiste adviezen te geven en door te kunnen pakken. je weet van alles een beetje. (ergotherapeut) Ook voor bedrijfsartsen geldt dat niet alle informatie aanwezig is om goede uitspraken te kunnen doen over de inzetbaarheid op het werk. Een bedrijfsarts kan in algemene zin wel iets adviseren, maar heeft te weinig gedetailleerde kennis van het bedrijf om daar goed advies in te kunnen geven. Dat doet de arbeidsdeskundige, die komt echt op de werkplek. (bedrijfsarts)

45 Ik denk dat wij soms beter weten of iemand wel of niet kan werken dan een bedrijfsarts. Medisch, maar ook gewoon praktisch. We weten vaak veel beter wat van een revalidant verwacht wordt. (ergotherapeut). Afstand met UWV Eén van de zorgverleners geeft aan een afstand te ervaren met het UWV waardoor het lastiger is om met hen te bespreken hoe het met de patiënt gaat. Het UWV toetst de wet, dat is wat anders dan dat je met elkaar een casus bespreekt en zegt goh hoe moeten we verder met deze patiënt, hoe moet hij verder in het werk. (maatschappelijk werkster) Aandacht voor arbeidsparticipatie bij longverpleegkundigen en POH-ers in huisartsenpraktijk Longverpleegkundigen en POH-ers in de huisartsenpraktijk en longverpleegkundigen in de 2 e lijn zouden een rol kunnen spelen bij het thema arbeidsparticipatie. Zij spreken patiënten vaak net wat langer dan de huisarts of de longarts. Aan hen hebben we daarom ook de vraag voorgelegd welke rol ze kunnen spelen bij het thema arbeid en welke knelpunten ze daarbij ervaren. Knelpunten samengevat: Onbekenheid met het thema arbeidsparticipatie Tijdgebrek Onvoldoende goed doorvragen Onduidelijkheid over doorverwijzing Onvoldoende visie en draagvlak voor arbeid en onvoldoende in protocollen Onbekendheid met het thema arbeid Bij POH-ers en longverpleegkundigen staat het thema arbeid niet altijd op het netvlies. Vaak wordt vanuit de zorg niet actief naar werk gevraagd. In de behandeling is niet zoveel aandacht voor werk, was niet standaard opgenomen in vragenlijst/checklist. Werd pas onderwerp van gesprek als patiënt er zelf over begon. (longverpleegkundige) Niet iedereen ziet voor zichzelf een rol hierin weggelegd. Het is niet een stukje dat ik het allerbelangrijkste vind moet ik eerlijk zeggen. Klachten, ccq, inhalatietechniek, daar ligt meer mijn rol. Roken, kwaliteit van leven, daar ligt mijn prioriteit. Ik ben nog nooit tegengekomen dat mensen mij melden dat ze problemen met hun werk hebben (of ze melden het niet). (POH-er) Door één van de longverpleegkundigen wordt aangegeven dat arbeid wordt meegenomen in de anamnese en dat juist longverpleegkundigen een belangrijke rol hierin kunnen spelen. Want dat is degene waar vaak de klachten toch als allereerste naar boven komen. Wij gaan ook echt aan de slag met hetgeen wat mensen zelf kunnen doen. (longverpleegkundige in 1 e lijn) 44

46 Soms verwijzing we naar de arbodienst die zich er dan hard voor kunnen maken om werkplek gezond te maken. Je kunt in het voortraject al veel doen. Wij zijn juist diegenen waar de signalen naar toe komen. (longverpleegkundige in 1 e lijn) Onvoldoende goed doorvragen Bij onvoldoende goed doorvragen geven patiënten niet aan als er iets niet goed gaat. Hierdoor wordt er te snel aan het onderwerp voorbijgegaan. Tijdgebrek Als ik vraag of er beperkingen zijn, dan hoor ik altijd dat het goed gaat. Misschien is het voor hen ook niet vanzelfsprekend dat ze het melden. Je moet er echt actiever op doorvragen. Werkt u? Wat voor werk doet u dan? Anders gaan patiënten daar niet op in. Mensen met COPD zijn een kampioen in aanpassen. (POH-er) Er zijn verschillende thema s die tijdens een controle uitgevraagd moeten worden door een POH-er waarbij de POH-er gebonden is aan een bepaald tijdsbestek. Ook voor POH-ers geldt dat ze een hele checklist moeten doorlopen tijdens hun consult. Je hebt geen tijd in een half uur om er diep op in te gaan. Dan zou iemand terug moeten komen. Ik weet niet of het een taak is voor ons om er heel diep op in te gaan. De POH-er kan zeker signaleren. Maar wanneer, welk moment, dat kun je niet in de jaarcontrole stoppen, dat weet ik wel zeker. Je kan er actiever naar informeren, actiever dan we nu doen. Als blijkt dat er een probleem is op dit vlak, dan zou je een apart consult eraan moeten besteden. Maar vraag is dan hoe je dat gaat doen. (POH-er) Onduidelijkheid over doorverwijzing Voor zorgverleners is niet altijd duidelijk naar wie ze kunnen doorverwijzen bij problemen met het werk. Er ontstaat een bewustwording. Ik denk dat praktijkverpleegkundigen vaak wel signaleren maar niet altijd goed weten wat ze daarmee moeten. (longverpleegkundige) Onvoldoende visie en draagvlak voor arbeid en onvoldoende in protocollen Vanuit de beroepsverenigingen is er nog weinig visie op arbeid. Het staat niet opgenomen in protocollen. Het valt me op dat breed gezien daar nog heel weinig visie op is. Het staat nergens in geen enkel protocol. We hebben het allemaal over ziektebeelden, medicatie, onderzoeken, maar het begrip patiëntgericht werken dat is natuurlijk iets wat nu aan het ontstaan is en aan het opkomen is en bewustzijn daaromtrent is aan het ontstaan. (longverpleegkundige) Het is niet makkelijk om aandacht voor arbeid te krijgen in scholingen gezien de volle programma s waar opleidingen mee te maken hebben. Het programma is zo over over vol, het stroomt nu al over. Het moet allemaal meer voor minder geld en dat gaat ten koste aan dit soort aspecten zoals arbeidsparticipatie, palliatieve zorg. Zo zijn er meer gebieden waarin in de opleiding nog 0,0 aandacht aan wordt gegeven. Bij de opleiding van longverpleegkundigen staat het er nog niet in. (longverpleegkundige) 45

47 Moet bij ons zelf ontstaan bij ons als beroepsbeoefenaars maar ook bij de kansen die wij als verpleegkundigen krijgen om hiermee aan slag te gaan, en dat is heel weinig. (longverpleegkundige) 4.3. Samenvatting knelpunten arbeidsparticipatie In het onderzoek is in kaart gebracht welke knelpunten mensen met een longziekte ervaren bij arbeidsparticipatie en wat nodig is om meer aandacht te krijgen voor het thema arbeidsparticipatie bij zorgverleners. Ervaren knelpunten arbeidsparticipatie longpatiënten Mensen met longaandoeningen ervaren naast klachten als kortademigheid ook vermoeidheid. Dit is een onderschatte klacht die heel invaliderend is. Het lastige voor patiënten is dat mensen niet aan de buitenkant kunnen zien dat ze een longziekte hebben. Dit kan leiden tot onbegrip. De gevolgen van niet meer, of minder kunnen werken geeft financiële onzekerheid. Er is een grote groep patiënten die het heel erg vindt om niet meer te kunnen werken. Ze gaan dan ook vaak over hun grenzen heen en ontkennen de klachten. Voor patiënten is het vaak lastig om in te kunnen schatten wat ze met hun ziekte nog kunnen en een vertaalslag te maken naar hun inzetbaarheid. Niet iedereen wordt even goed begeleid bij het inpassen van de ziekte in het dagelijks leven, waaronder in het werk. Niet alleen een juist gebruik van medicijnen en goede zelfzorg, maar ook zelfmanagement is van belang om te kunnen blijven werken. Dit kan lastig zijn en niet alle patiënten hebben daar de capaciteit voor. Wanneer longpatiënten uitvallen en een revalidatietraject hebben gevolgd om beter te leren omgaan met hun ziekte, zijn er vaak aanpassingen nodig in hun omgeving, waaronder op het werk. Werkgevers hebben daar niet altijd begrip voor, of niet de mogelijkheid om aangepaste of alternatieve werkzaamheden aan te bieden. Aandacht voor arbeidsparticipatie bij curatieve zorgverleners Bij niet alle zorgverleners staat het thema arbeidsparticipatie op de agenda. In zijn algemeenheid geldt dat huisartsen en longartsen weinig zicht hebben op de werksituatie, tijdsdruk ervaren en een medische focus hebben. Voor bedrijfsartsen en zorgverleners is het lastig om de vertaalslag te maken naar inzetbaarheid en dit op basis van cijfers te objectiveren. Hierbij speelt ook het hierboven genoemde punt dat longpatiënten zelf ook lastig kunnen inschatten wat ze nog kunnen. Samenwerking tussen zorgverleners is belangrijk. Zorgverleners geven aan dat het niet altijd even duidelijk is welke taken bij wie liggen. Niet alleen longartsen en huisartsen, maar ook praktijkondersteuners en longverpleegkundigen kunnen een belangrijke rol spelen in aandacht voor arbeidsparticipatie. Zij hebben meer tijd om te besteden aan de intake. Het thema arbeid staat bij hen niet altijd scherp op het netvlies. Enerzijds geven zij aan dat dit met tijdgebrek te maken heeft (meerdere thema s moeten tijdens een intake besproken worden), anderzijds staat arbeid niet altijd, of in onvoldoende mate opgenomen in de checklists waarmee wordt gewerkt. Dit maakt dat er onvoldoende op het onderwerp wordt doorgevraagd. Als er arbeidsgerelateerde problemen worden gesignaleerd, is het niet duidelijk waarnaar kan worden doorverwezen. Om meer aandacht te krijgen voor arbeid in de beroepsgroepen zouden de beroepsverenigingen daar een beleid op moeten voeren. Er is bij de verenigingen nu nog te weinig visie op arbeid Oplossingsrichtingen arbeidsparticipatie in de zorg Aan bedrijfsgeneeskundig en curatieve zorgverleners is gevraagd wat nodig is om meer aandacht te krijgen voor arbeidsparticipatie in de zorg. Hieronder beschrijven we welke punten zijn aangedragen in de vorm van letterlijke quotes. Er is geen rangorde aangebracht. Het betreft een opsomming van suggesties die zijn aangedragen door de verschillende zorgverleners. 46

48 Aandacht voor arbeidsparticipatie bij bedrijfsartsen Bedrijfsartsen moeten belastbaarheid in het werk bepalen en moeten daarbij de hulp kunnen inroepen bij een gespecialiseerd instituut zoals het NKAL. (huisarts) Aandacht voor arbeidsparticipatie bij huisartsen Meer bekendheid over dit onderwerp is nodig bij huisartsen. (huisarts) CAHAG en NHG of LAN kan meer aandacht geven aan arbeid. (huisarts) Arbeid moet onderdeel zijn van de basisopleiding. Als je eenmaal huisarts bent word je overladen met bijscholingen. (huisarts) In één van huisartsenpraktijken werkt men met krachtzorgmodel, arbeid maakt hier onderdeel van uit. Dit model wordt gebruikt in gesprek met patiënten om alles met elkaar in verbinding te stellen. Als mensen komen met een lichamelijke klacht kunnen de oorzaken op veel terreinen liggen, waaronder in het werk. (huisarts) Aandacht voor arbeidsparticipatie bij POH-er en longverpleegkundigen in 1 e lijn Voor de mensen die niet bij een bedrijfsarts of longarts lopen, speelt de praktijkondersteuner een belangrijke rol als het gaat om arbeidsparticipatie. (verpleegkundige 1 e lijn). Route is via de longverpleegkundige. Je moet standaard items opnemen in de ketenzorg. Ook bekendheid met risicofactoren is van belang zodat je weet wat de achterliggende gedachten zijn van items. (huisarts) POH-er kan hier grote rol in hebben, POH-ers doen veel van de zorg voor COPD patiënten. (huisarts) De intake is het allerbelangrijkst, een goed begin is het halve werk. (longverpleegkundige) Arbeid zou in de checklists moeten staan van longverpleegkundigen, de LAN kan hier rol in spelen. (longverpleegkundige) POH-ers en longverpleegkundigen zijn bij uitstek geschikt om arbeid uit te vragen. Het moet dus in de protocollen zitten. (huisarts, longverpleegkundige) Een protocol kan helpen als reminder door er aandacht voor te hebben en ernaar te vragen, maar de acties die eruit voortkomen zullen heel divers zijn. Dus daar zullen zorgverleners elkaar moeten weten te vinden. (maatschappelijk werkster) POH-ers voorlichten dat dit speelt en vermelden dat het toch vaker voorkomt dan je denkt. (POH-er) Meenemen in jaarlijkse congressen en symposia (POH-er, longverpleegkundige), bij bijscholingsdagen. (longverpleegkundige) Werk nauw samen met beroepsverenigingen. Beroepsverenigingen kunnen bij het implementeren een rol spelen. Maak het bij verpleegkundigen niet te medisch. (verpleegkundige) Als longverpleegkundigen of POH-ers meer tijd besteden aan arbeid dan hebben ze voldoende tijd nodig, dat is aan de verzekeraar en regelgeving. En overleg met huisarts moet mogelijk zijn die er voldoende vanaf weet. (longverpleegkundige 1 e lijn) Je moet er echt actiever op doorvragen. Werkt u? Wat voor werk doet u dan? Anders gaan patiënten daar niet op in, zij gaan het niet melden. Mensen met COPD zijn een kampioen in aanpassen. (POH-er) 47

49 Ook goede zelfzorg en juist gebruik van medicatie is van belang voor arbeidsparticipatie. 1) Longverpleegkundigen en POH-ers moeten goede instructies geven in ademhalingstechnieken ter voorkoming van exacerbaties. Ziekte-inzicht en kennis van aandoening vergroten. (ergotherapeut) 2) Het begint met een goed ingesteld astma, de behandeling moet goed zijn. Sommige mensen kunnen door een betere behandeling meer aan wat betreft prikkels (longverpleegkundige 1 lijn) Door juiste medicatie kun je astma onder controle houden en kan je misschien toch in een bepaalde werkomgeving blijven. (longverpleegkundige 1 e lijn) 3) Therapietrouw is een voorwaarde om goed te kunnen blijven functioneren. Een bedrijfsarts kan natuurlijk heel erg zijn best doen, maar als iemand niet therapietrouw is, dan moet je daar als POH-er achter komen en daar interventies op toepassen. Dus als het heel simpel op te lossen is, dan hoeft er niet eens een bedrijfsarts traject omheen te hangen. Dat is heel belangrijk. (longverpleegkundige 1 e lijn) Aandacht voor arbeidsparticipatie bij longartsen Artsen moeten afgerekend worden op arbeidsparticipatie. We zien het nu heel erg los van elkaar. Iemand heeft een gezondheidsissue, beweegt zich in de medische zorg en nog eens in allerlei echelons, dat is al ingewikkeld genoeg, maar het hele arbeidsproces staat er helemaal los van. (longarts) Longarts kan patiënten helpen met vertaalslag maken naar participatieniveau. (longarts) Keten zou sterker moeten, dat longartsen zo nu en dan contact hebben met huisarts of POH-er en niet dat het na een geslaagde revalidatie weer instort als een taart. (longarts) Ik denk niet dat je in 2 e -lijns longarts moet investeren. (is te specialistisch en hebben oogkleppen op). Je moet veel meer in 1 e lijn doen, bij de huisarts zou een signalerende rol moeten liggen als het werk te zwaar wordt voor mensen. (longarts) Als je vanaf geboorte al klachten hebt, dan heeft het ook consequenties voor beroepskeuze. Patiënten kunnen geïnformeerd worden door artsen. Ik verbaas me er weleens over dat mensen die al leven lang last hebben van astma en dan als hobby bijv. paarden hebben en dat nooit besproken is hoe je goede keuze hierin kunt maken. (maatschappelijk werkster) Mensen zouden in hun jeugd al gecoacht moeten worden op het aanleren van een gezonde leefstijl. Als je dat gedrag aan het aanleren bent of aangeleerd krijgt, dan wil je al interveniëren op gezonde leefstijl. (longarts revalidatie) 48

50 Aandacht voor arbeidsparticipatie bij longverpleegkundigen in 2e lijn Schakel longverpleegkundige en praktijkverpleegkundige in. Natuurlijk zijn de artsen verantwoordelijk. Maar dat het bij verpleegkundigen terecht komt is ontzettend belangrijk. (longverpleegkundige) Want dat is degene waar vaak de klachten toch als allereerste naar boven komen. Wij zijn juist diegenen waar de signalen naar toe komen. Wij gaan er ook echt mee aan de slag wat mensen zelf kunnen doen. (longverpleegkundige) Soms is er verwijzing naar arbodienst die er dan hard voor kunnen maken om werkplek gezond te maken. Je kunt in voortraject al veel doen. (longverpleegkundige) Als je patiënt geworden bent dan moet je vooral gecoacht worden niet eens zozeer op dat medische inhoudelijke stukje maar meer op het overkoepelende stuk: hoe kun je gezond gedrag vasthouden. En als er een medisch specifiek iets is dan kun je wel weer terecht bij een dokter. (longarts revalidatie) Bedrijfsverpleegkundige betrekken bij nascholing verpleegkundigen. Praktijkvoorbeelden laten zien. (longverpleegkundige) Beroepsverenigingen hierin benaderen. (longverpleegkundige) De Richtlijn werkgerelateerd astma is zinnig om te verspreiden. Dit draagt bij aan bewustwording. (longverpleegkundige) Verpleegkundige neemt uitgebreide verpleegkundige anamnese af: En daar hoort werk gewoon bij, als je het hebt over bewegen of sporten, dan kom je ook op werk. (longverpleegkundige) Ook als patiënten nog niet ziek zijn kun je aangeven dat ze preventief consult bij bedrijfsarts kunnen aanvragen voordat je uitgevallen bent. (longverpleegkundige) Hierboven hebben we de oplossingsrichtingen beschreven aangedragen door zorgverleners specifiek gericht op de verschillende zorgverleners. Daarnaast werden oplossingsrichtingen aangedragen die in zijn algemeenheid gelden. Deze zijn gecategoriseerd naar de volgende onderwerpen: Arbeidsparticipatie opnemen in ketenzorg Stimuleren eigen regie bij werknemers Meer voorlichting aan (potentiële) patiënten Ondersteunende rol overheid Arbeidsparticipatie opnemen in ketenzorg In onze zorggroep zit COPD in de ketenzorg waardoor patiënten gestructureerd worden gezien. Daarmee kunnen mogelijke oorzaken en prikkels in het werk worden uitgevraagd. Astmazorg moet nog verbeterd worden in onze zorgroep, daarmee kan arbeid geïntegreerd worden. (huisarts) Vraag over arbeid moet je in de ketenzorg opnemen. (huisarts) Huisartsen moeten zich beter realiseren hoe hun patiënt populatie eruit ziet. Er zitten mensen in de huisartspraktijk die veel meer klachten hebben dan de huisarts zich realiseert. Daar is winst te behalen. Ze hebben ook ketenzorg, dus ze zijn al met case finding bezig om de hoog risico patiënten op te sporen. Maar ook als je mensen geïdentificeerd hebt met astma en COPD, dan moet je ook de goede dingen blijven vragen en doen. Dus niet alleen vragen naar wel of niet roken en hoe het is met de longfunctie, maar ook het ziektelast niveau in kaart brengen en daar hoort arbeidsparticipatie bij. (longarts) 49

51 Stimuleren eigen regie bij werknemers Werknemers veel centraler stellen en verantwoordelijk maken voor hun eigen situatie: niet dat pamperen en eromheen dansen. (bedrijfsarts) We moeten niet alles uit handen van patiënten nemen, verantwoordelijkheid ligt bij patiënt. (huisarts) De verantwoordelijkheid ook bij de cliënt neerleggen, er moet naar gevraagd worden, maar de patiënt is degene die stappen moet zetten. (verpleegkundige) We moeten hen daarin stimuleren. Dat ze zelf die verantwoordelijkheid voelen en nemen. En ook verantwoordelijkheid nemen voor hun belastbaarheid. Als patiënten het niet goed kunnen, dan moeten we ze helpen, maar dan moeten we ze ondersteunen om het zelf te doen. (bedrijfsarts) Patiënten moeten geholpen worden om vertaalslag te maken naar inzetbaarheid. Zorgverleners kunnen hierbij helpen. (longarts revalidatie) Meer voorlichting aan (potentiële) patiënten Aanbieden van folders over COPD en arbeid. (huisarts) Verwijzen naar Werkwijzer Astma en COPD van Longfonds. (huisarts) Doorverwijzen naar thuisarts.nl. Daar staat heel veel info op. Een groot deel wat je in spreekkamer vertelt blijft niet hangen, dan kunnen ze het thuis rustig doorlezen. Zeg dan ook vaak: als je dan nog vragen hebt, kom bij me terug. (huisarts) Ondersteuning vanuit overheid Iemand die een beroepsziekte oploopt heeft niet altijd de financiële middelen om zich om te scholen. Werkenden moeten vanuit de overheid ondersteund worden bij het zoeken naar alternatieve werkzaamheden als dit vanuit gezondheidsoverwegingen nodig is. (verpleegkundige huisarts) Je kunt niet alle verantwoordelijkheden leggen bij een bedrijf als die geen andere werkzaamheden heeft. Bedrijven moeten vanuit overheid hierbij ondersteund worden. Algemene opmerkingen In de zorg moet er een soort van overkoepelend arts/casemanager komen die een helikopterview heeft (bij co-morbiditeit) Iemand die van jongs af aan al te maken heeft met een bepaalde aandoening, zoals bijvoorbeeld astma, zou vanuit de zorg advies moeten krijgen welke consequenties de ziekte heeft voor de beroepskeuze. Als je astma hebt kun je bijvoorbeeld beter niet met paarden gaan werken (verpleegkundige huisarts) 50

52 Draagvlak We kunnen wel gemotiveerde gezondheidswerkers hebben die willen investeren in arbeid, dat is mooi, maar dan krijg je nooit de gezichten dezelfde kant uit. Het moet gedragen worden door medici/behandelaars en daarnaast heb je te maken met zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars hebben er ook belang bij als er aandacht voor is, want dan gaan de kosten omlaag. (maatschappelijk werkster) Dat betekent ook dat je erop afgerekend moet worden, dat het onderdeel is van je werk. Zolang we het er met zijn allen niet over eens zijn dat het bij je werk hoort om aandacht te hebben voor arbeidsparticipatie, dan zal er in de reguliere zorg geen aandacht voor komen. (longarts revalidatie) Preventie om werkuitval te voorkomen Tot slot gaven zorgverleners een aantal tips voor patiënten om met een longziekte te kunnen blijven werken. Tips om met longziekten te blijven werken Energieverdeling is belangrijk, leren om niet of zo min mogelijk over grenzen heen te gaan, maar wel voldoende te doen. (ergotherapeut) Pauzes nemen. Veel mensen hebben wel pauze, maar nemen ze niet. En je moet ze ook effectief nemen, ga je in een drukke kantine zitten of neem je een momentje voor je zelf. (ergotherapeut) Goede communicatie met collega s en leidinggevende, over taakverdeling en wat er van je wordt verwacht. (ergotherapeut) Mensen positief bekrachtigen in wat ze allemaal nog wel kunnen. (ergotherapeut) Mensen breed scholen zodat fysiek werk afgewisseld kan worden met minder fysiek werk. (re-integratiespecialist) Je kunt oudere naast een jongere laten werken of sterkere naast een zwakkere. (reintegratiespecialist) Probeer mensen te zetten in een functie dat ze jongeren opleiden, toezicht houden, dat kunnen ze vaak nog wel. Je kunt ze daar ook opleiding in geven. (re-integratiespecialist) Andere taken in hetzelfde bedrijf. (re-integratiespecialist) Workcoach naar bedrijf sturen voor werkplekonderzoek en adviezen. (re-integratiespecialist) 51

53 5. Ervaringen van patiënten Onder longpatiënten is door een extern bureau, Peppercorn, een kleine focusgroep gehouden met 3 patiënten en zijn er 3 telefonische interviews gevoerd. Er zijn 3 mannen en 3 vrouwen gesproken in de leeftijd 40+. Doel van de gesprekken is om de ervaringen en verwachtingen bij de doelgroep omtrent de zorg door de longarts bij beroepsastma te inventariseren, ten behoeve van de ontwikkeling van de richtlijn werkgerelateerd astma voor longartsen. Daarnaast zijn er 7 interviews gehouden met patiënten voor de publicatie Ademnood, longziekten als gevolg van werk. De impact die een beroepslongziekte heeft op iemands persoonlijk leven is groot. Naast het verlies van gezondheid en onherstelbare schade aan de longen, kunnen mensen ook hun baan verliezen en daarmee hun inkomen en sociale contacten. Voor de volledige verhalen verwijzen we naar Ademnood, longziekten als gevolg van werk. 20 Uit de focusgroepen en de interviews met patiënten hebben we een aantal quotes geselecteerd die illustrerend zijn voor de knelpunten zoals die ook door de zorgverleners in dit onderzoek worden aangegeven. Diagnose wordt pas laat gesteld, men loopt er lang mee door Men wil dat beroepsastma eerder wordt vastgesteld. Een huisarts, dermatoloog, bedrijfsarts etc. zou eerder aan beroepsastma moeten denken en doorverwijzen naar een specialist. Ik had het geluk dat mijn huisarts mij doorverwees naar een specialist. Ik liep al jaren bij een dermatoloog. Bij mij viel het kwartje pas tijdens een voorlichtingsavond via mijn werk. Daarop werd duidelijk dat ik de symptomen had die daar werden beschreven., Het duurde een jaar met testjes en afwachten bij de huisarts voordat ik naar de specialist werd doorverwezen. Bedrijfsarts zou in zijn richtlijn moeten hebben staan dat een langdurige rhinitis zonder vorige astma, moet leiden tot het overwegen van beroepsastma. Men geeft ook aan dat men soms van het kastje naar de muur wordt gestuurd. De longarts verwees naar de KNO-arts en de KNO-arts naar de longarts. Het duurde lang voordat ik uiteindelijk de diagnose beroepsastma kreeg. Soms verwacht men zelf al eerder dat er een relatie is met de werkomgeving. Indien men dit aangeeft bij de zorgverlener wordt dit niet altijd serieus genomen. Je gaat de patronen herkennen., Je merkt dat de klachten op het werk toenemen en dat je er thuis geen last van hebt., Ik heb het wel gezegd in het begin, maar de huisarts deed er niet veel mee. Rond mijn 45 e kreeg ik lichte klachten. Tien jaar later waren die onhoudbaar geworden. Ik hoestte de longen uit mijn lijf In 2010 vertelde de longarts mij dat ik silicose heb. Na 2001 ben ik vaak bij de huisarts geweest omdat ik zo gruwelijk moe was. Dan zei hij: Geen wonder, je werkt te hard. Hij heeft mijn dossier nooit goed bekeken. Paprikaatjes plukken, sorteren en wassen. Dat deed ik als kind al, na schooltijd en in de vakanties. Mijn vader had namelijk een paprikakwekerij. Klachten had ik al sinds mijn veertiende. Ik liep altijd te niezen, had een loopneus, jeukogen, voorhoofdsholte ontstekingen en was benauwd. De volwassenen in mijn omgeving besteedden er weinig aandacht aan. Toen ik halverwege de twintig was, besloot ik mij te laten onderzoeken. Ik kreeg toen te horen dat ik een paprika-allergie heb

54 Een paar jaar geleden kreeg ik moeite met lichamelijke inspanning. Ik werd dan licht in mijn hoofd en duizelig, en het voelde of mijn adem werd afgeknepen. Dat zal wel komen omdat ik ouder wordt, dacht ik, en ik ging het wat rustiger aan doen. Daar werd ik heel vindingrijk in. Ik deelde mijn werk bijvoorbeeld op in kleine stukjes. Of ik reed even naar een ander klus als ik op adem wilde komen. Werkgevers terughoudend ten aanzien van onderzoek op de werkvloer Deel geeft aan dat de werkgever niet graag meewerkt aan onderzoek naar de oorzaak van de astma op de werkvloer. Toen ik eenmaal was overgeplaatst naar een andere afdeling en ik daar geen klachten meer had, toen vond de bedrijfsarts dat verder onderzoek niet langer noodzakelijk was., De werkgever is niet happig op onderzoek. Slechts een enkeling heeft een onderzoek op de werkvloer gehad. Volgens één respondent heeft de werkgever het onderzoek (met succes) gemanipuleerd. Dit geeft aan dat dergelijke onderzoeken niet altijd worden verwelkomd door de werkgever. Patiënten willen, ook als het probleem zich voor henzelf inmiddels heeft opgelost door bijvoorbeeld overplaatsing naar een andere afdeling, dat het onderzoek op de werkplek alsnog plaatsvindt. Niet alleen om de oorzaak bevestigd te zien, maar ook om anderen te beschermen. Werkgevers nemen niet altijd preventieve maatregelen Mijn collega s en ik zeiden regelmatig tegen de baas dat we de lucht vies en ongezond vonden. Dan vroeg hij een offerte aan voor een afzuiging, maar die was altijd te duur Ruim dertig jaar heb ik in de bouw gewerkt, voornamelijk als sloper. Lange tijd was de enige bescherming een neuskapje. Na een paar uur zat ik te knarsetanden van het ingeademde gruis. Beschermmiddelen worden niet altijd adequaat ingezet Na het lassen deden we de lashelm omhoog. Je ademende de lasrook dan gewoon weer in. Met zo n ding op je hoofd kon je ook niet over de reling van het schip lopen. Er zit namelijk een klein kijkgat in Ontkenning klachten en angst verlies baan Na de diagnose ging ik gewoon weer aan het werk. Ik vertelde niemand van mijn COPD en ik verzuimde vrijwel nooit. Ik wilde mijn werk niet kwijt raken. Maar twee en een half jaar geleden ging het echt niet meer. Ik had te weinig lucht om mijn werk te kunnen doen. En ik hoestte zo erg dat ik ervan moest kokhalzen en soms zelfs overgeven. Ik heb me ziek gemeld. Pas toen werd op mijn werk bekend dat ik COPD heb Ergens vermoedde ik wel dat ik allergisch was voor de stoffen waar ik mee werkte, maar ik stak mijn kop in het zand. Ik was vergroeid met het bakkersvak. Dat wilde ik niet vaarwel zeggen. Ervaren knelpunten bij werken met longziekte Ik was erg benauwd en liep constant te niezen. Maar het ergste was dat al mijn energie weg was. Ik was zó moe. Alsof de stekker eruit was getrokken. Een dag werken voelde als de marathon lopen. 53

55 Onvoldoende informatie Bij mij blijkt een allergie voor organisch materiaal, schimmels en sporen de oorzaak. Ik was erg verbaasd toen ik dat hoorde. Mijn hele leven al kom ik in aanraking met aarde en meststoffen. Ik heb nooit geweten dat ik daar ziek van kon worden Men geeft aan dat wanneer men zelf beter voorgelicht zou zijn, dat men dan zelf ook sneller kan herkennen dat er sprake kan zijn van beroepsastma. Er zou wel wat meer reclame mogen zijn dat je klachten gerelateerd aan werk kunnen zijn. Onbegrip van collega s op werkvloer Collega s reageren wisselend op de ziekte van de werknemer: de één toont begrip en biedt medewerking, de ander vindt het aanstellerij of vervelend dat men extra wordt belast door de uitval van de collega met beroepsastma. Het meeste last had ik van het op het werk met de nek te worden aangekeken, dat het aanstellerij was., Het is onzichtbaar en je kunt mensen niet zomaar duidelijk maken wat de ziekte inhoudt, het is alsof je tegen een muur loopt. Mijn leidinggevende dacht dat ik de boel bespeelde, dat ik geen zin meer had om te werken. Als de relatie tussen de werkvloer en astma evident is (bijvoorbeeld bij glasbouw) of als meerdere collega s hetzelfde probleem hebben, dan heeft men minder last van onbegrip en onvoldoende medewerking door collega s. Onbegrip bij de werkgever Een deel loopt er tegenaan dat men onvoldoende medewerking krijgt van de bedrijfsarts en/of werkgever. Soms probeert men er dan omheen te werken door het zelf met de leidinggevende of directe collega s te regelen. Er is afgesproken dat ze de schoonmaakdoekjes niet gebruiken als ik dienst heb en men probeert eraan te denken. Maar dat lukt niet altijd. Ik heb liever dat mijn werkgever stopt met het gebruik van de schoonmaakdoekjes. Het is een geldkwestie., De eeuwige strijd met werkgever en bedrijfsarts is vermoeiend., Dan komt het UWV en die zegt dat je kan werken omdat je twee trappen op kunt lopen, Ik heb de bedrijfsarts wel achter me staan, maar er gebeurt nog niks bij de leiding. De officiële diagnose kan het begrip en medewerking vergroten, maar over het algemeen moet men vrij veel druk uitoefenen voordat de werkgever tot actie overgaat. Als belangrijke reden voor de weerstand bij de werkgever ziet men dat de werkgever bang is dat meer mensen gaan klagen en/of dat de benodigde aanpassingen geld gaat kosten. Dit is een belangrijk spanningsveld dat werknemers moeten zien te doorbreken. De werkgever heeft uiteindelijk gezegd dat ik overspannen was., Ik heb de werkgever aansprakelijk moeten stellen voordat er iets gebeurde., De werkgever doet alsof het allemaal wel meevalt. Enkeling heeft wel voldoende medewerking van de werkgever: Er wordt door mijn werkgever met alles rekening gehouden en ik kan me terugtrekken als dat nodig is. Dan regel ik wel zelf vervanging. En als het allemaal goed gaat dan ben ik ook bereid om extra uren te maken. Ik ben positief en je hoort mij niet snel klagen. Uitblijven van erkenning en aanpassing heeft grote consequenties voor werknemer Bij onvoldoende erkenning van de ziekte en het uitblijven van benodigde aanpassingen is de werknemer de dupe: met minder plezier of angst naar het werk gaan, regelmatig uitvallen of ziekmelden of zelfs het beëindigen van het dienstverband omdat het gewoonweg niet meer gaat. Ik denk nu elke keer hoe zal het vandaag zijn op het werk, houden ze er rekening mee of niet. Ik zie er steeds meer tegenop om er naartoe te gaan., Uiteindelijk ben ik daar niet meer werkzaam en zit ik nu in de WW. 54

56 Indien de werkgever de oorzaak (uiteindelijk) erkent, betekent dit veel voor de werknemer. Het is berusting, dat het niet jouw schuld is, dat de oorzaak in de werkomgeving ligt. Verwachtingen van patiënten van zorgverleners Men verwacht van de longarts primair dat deze zich bezighoudt met de medische kant van beroepsastma en dat hij de bedrijfsarts en de huisarts goed informeert. Van de bedrijfsarts verwacht men dat deze formeel richting de werkgever handelt, de longarts spreekt alleen een vermoeden uit. Enkelen hebben het vermoeden dat de bedrijfsarts handelt in het belang van de werkgever. Het is toch een beetje dat de betaler bepaalt. De samenwerking tussen longarts en bedrijfsarts (en huisarts) kan soms beter. Mijn ervaring is dat de longarts en de bedrijfsarts dingen niet van elkaar aannemen. Behoefte aan grotere rol van longarts richting werkgever. Men wenst dat de longarts meer dan een vermoeden van de componenten die de astma veroorzaken of verergeren vaststelt, zodat men over een krachtiger document richting de werkgever beschikt. De longarts geeft alleen aan voor welke stoffen je naar alle waarschijnlijkheid overgevoelig bent., Het zou prettig zijn als de longarts echt vaststelt welk component de ziekte veroorzaakt in plaats van alleen een vermoeden uit te spreken., Als er een brief van de longarts zou zijn met welke stoffen ik als werknemer niet kan werken, dan zou ik dat erg fijn vinden. Dan kan ik daarmee naar mijn werkgever en misschien zorgt dat voor de nodige aanpassingen. De rol van de longarts kan ook groter zijn als de bedrijfsarts bijvoorbeeld onvoldoende meewerkt. Toen de bedrijfsarts niet meewerkte heb ik aan de longarts gevraagd een brief te schrijven aan mijn werkgever. Enkelen geven aan dat de longarts meer zou kunnen betekenen met betrekking tot preventie en voorlichting. De longarts kan bijvoorbeeld risicovolle stoffen aankaarten in (nieuwe) producten., Er zou eigenlijk een soort voorlichting moeten zijn zoals bij roken. 55

57 6. Bewustzijn van (schadelijke) stoffen in sectoren Aan bedrijfsartsen en arboprofessionals (o.a. arbeidshygiënisten) zijn de volgende vragen voorgelegd: Welke knelpunten ziet u als het gaat om bewustzijn van het werken met stoffen in sectoren? (paragraaf 6.1.) Welke knelpunten worden mbt stoffen ervaren bij de uitvoering van de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) (paragraaf 6.2.) Welke knelpunten worden mbt stoffen ervaren bij de uitvoering van Preventief Medisch Onderzoek (PMO)? (paragraaf 6.4.) 6.1. Bewustwording (schadelijke) stoffen bij bedrijven Knelpunten samengevat Gebrek aan bewustwording in MKB Gebrek aan motivatie bedrijven Onvoldoende gedragsverandering bij medewerkers Grote hoeveelheid regelgeving Te weinig expertise in branches over stoffen Arbeidshygiënisten worden onvoldoende ingezet Gebrek aan bewustwording in MKB Bij grote bedrijven zijn de risico s meestal wel in kaart gebracht door extern deskundigen en weten ze wat ze moeten doen, bij kleine bedrijven is dat niet altijd het geval. Kleine bedrijven hebben niet altijd toegang tot de kennis die nodig is om blootstelling aan stoffen te voorkomen. Het is een onderschat risico. Bedrijven die van vader op zoon zijn overgegeven vroeger deden we dit ook al zich niet realiserend dat de intensiteit en capaciteit enorm vergroot zijn. Als we vroeger paar een kippen hadden, tegenwoordig zijn het er duizenden. (arbeidshygiënist) Vanuit branches is het lastig om kleine bedrijfjes te bereiken. Ik denk dat er zo n 1 ½ tot 2 miljoen mensen zijn die niet bereikt worden. (deskundige) Gebrek aan motivatie bij bedrijven Bij bedrijven is er soms onwil, maar dat is niet altijd het geval. Naast onwetendheid over stoffen speelt ook geld een rol met name bij kleinere bedrijven. Er zijn diverse redenen hiervoor. Voor bedrijven is niet duidelijk wat een investering in preventie voor het bedrijf oplevert. Als een werknemer ziek wordt heeft de werkgever weliswaar een probleem van 2 jaar doorbetaling, maar deze kans is erg klein. (arbeidshygiënist) Daarnaast ontstaan longziekten vaak pas na een lange periode, klachten ontstaan vaak pas na pensionering. Als werkgevers geen signalen krijgen van klachten bij medewerkers, dan zien werkgevers niet de relevantie in van het nemen van preventieve maatregelen. 56

58 Onvoldoende gedragsverandering bij medewerkers Medewerkers nemen niet altijd preventieve maatregelen. Het is lastig om gedragsverandering te bereiken die leidt tot het gezond werken met stoffen. Ook hier speelt dat een longziekte vaak pas ontstaat na vele jaren waardoor mensen denken dat blootstelling niet erg is. Mensen merken niet meteen dat ze een longaandoening hebben. Je kunt heel lang schade oplopen zonder dat je het merkt. Dit maakt het lastig om er aandacht aan te geven. (bedrijfsarts) Vaak is het moeilijk als medewerkers eigenwijs zijn en ervoor zorgen dat hij wel doet wat hij moet doen. (re-integratie specialist) Daarnaast zijn preventieve maatregelen die medewerkers kunnen nemen niet altijd aangenaam. Mondkapjes zijn de laatste oplossing in de arbeid hygiënische strategie, maar deze worden ook niet goed gebruikt. Het is onaangenaam als je er dag in dag uit mee moet lopen. (arbeidshygiënist) Grote hoeveelheid regelgeving Een ander knelpunt voor bedrijven om maatregelen te nemen is de grote hoeveelheid regelgeving die onduidelijkheid geeft. De ene regelgeving is nog niet eens geëvalueerd of ze krijgen de volgende al aan hun broek. Vandaag doe ik dit en morgen is het weer niet goed genoeg. (arbeidshygiënist) Sommige sectoren zitten er niet op te wachten, struisvogelmentaliteit: de grote boze buitenwereld is tegen ons, we hebben het al zo moeilijk. (arbeidshygiënist) Te weinig expertise in branches over stoffen Branches zouden een rol kunnen spelen in het ondersteunen van bedrijven. Een deskundige geeft aan dat er bij brancheverenigingen relatief weinig expertise is op dit thema. Er wordt veel zelf gedaan. Hoeft niet verkeerd te zijn, maar het is niet altijd effectief. (deskundige) Daarnaast is arbo geen aantrekkelijk thema wat niet ten goed komt aan de aandacht voor dit onderwerp. Het onderwerp is niet hip, omdat het effecten heeft op de lange termijn. Branches zitten meer op de korte termijn. (deskundige) Arbeidshygiënisten worden onvoldoende ingezet Vanuit de wettelijke verplichting dat bedrijven een verdiepende risico inventarisatie en -evaluatie moeten doen voor (chemische) stoffen brengen arbeidshygiënisten de risico s van deze stoffen in beeld. Bij constatering van een (mogelijke) longziekte door een (bedrijfs-)arts, zorgt de arbeidshygiënist dat de mogelijke oorzaken in kaart worden gebracht op de werkplek. Zo kan gezamenlijk een verband worden gelegd en eventueel verdere maatregelen worden genomen voor de betreffende medewerkers of ook voor zijn collega s. 57

59 Arbeidshygiënisten worden echter onvoldoende ingezet. Hiervoor worden verschillende oorzaken genoemd: Veel bedrijven voeren geen verdiepende RI&E uit. Daarnaast vertalen arbeidshygiënisten de risico s onvoldoende naar praktische informatie voor werknemers en bedrijfsartsen, zodat zij weten op welke klachten/ziekten men alert moet zijn. (deskundige) Ook wordt aangegeven dat de bekendheid van arbeidshygiënisten laag is. Bij grote bedrijven kennen ze de arbeidshygiënist wel, bij kleine niet. (bedrijfsarts) Voorheen kwam 90% van mijn werk binnen via de bedrijfsarts, maar die deden toen nog niet aan verzuimbegeleiding. Als ik vroeger naar de werkplek ging met een bedrijfsarts dan konden ze me vertellen dit is het proces, er gaat dat in en er komt dat uit. Als ik tegenwoordig met een bedrijfsarts naar een werkplek toega, dan weten ze alleen wat het frequent verzuim is, maar verder kunnen ze me niets vertellen. (arbeidshygiënist) De weg van de arbodienst naar de arbeidshygiënist is niet zo makkelijk vindbaar. (arbeidshygiënist) Bedrijfsartsen kennen hun eigen protocollen op het gebied van longziekten niet en zetten geen arbeidshygiënist in. (deskundige) 6.2. Uitvoering RI&E en PMO Uitvoering RI&E Alle bedrijven in Nederland dienen een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) uit te voeren waarmee de arbeidsrisico s in kaart worden gebracht. De RI&E, zo nodig aangevuld met de verdiepende RI&E, is het startpunt van preventiebeleid. In de RI&E moet ook een Plan van Aanpak (PvA) zijn opgenomen. Daarin staat beschreven welke maatregelen een werkgever gaat nemen om de geconstateerde risico s aan te pakken. Knelpunten samengevat Kwaliteit RI&E wat betreft stoffen onvoldoende Hoge kosten van aanvullend onderzoek Toelichting In sectoren wordt de RI&E vaak nog wel uitgevoerd, maar voor gevaarlijke stoffen is er in de RI&E minder aandacht. Redenen die hiervoor worden genoemd zijn dat het management wordt afgerekend op concrete zaken zoals het verminderen van het aantal incidenten. In de RI&E is er meer oog voor ongevallen en veiligheid. Daar wordt het management op afgerekend. Voor gevaarlijke stoffen is er in de RI&E minder aandacht. Dat gaat over lange termijn risico s die buiten de periode vallen van een manager. Lange termijn risico s zijn ook lastiger te meten. Vermindering van het aantal incidenten is wel concreet. (arbeidshygiënist) Daarnaast is voor een RI&E voor stoffen aanvullend onderzoek nodig wat vaak niet gebeurt uit kostenoverweging of omdat het niet als urgent wordt gezien. 58

60 Bij onze sector kunnen organisaties voor een gereduceerd tarief een RI&E laten uitvoeren. Dat is heel laagdrempelig en dan zie je dat ze het wel doen. Maar als nader onderzoek nodig is, dan zit je al snel boven de 1000 euro voor analyse en materiaalkosten. Dat is een groot verschil, waardoor het niet wordt gedaan. (arbeidshygiënist) Met de RI&E herken je of er een probleem is. Maar van daaruit is een verdiepende stap nodig, wat vaak niet gebeurt. (arbeidshygiënist) Uitvoering Preventief Medisch Onderzoek (PMO) Een preventief medisch onderzoek (PMO) onderzoekt de status van de gezondheid van de medewerkers en brengt risico s in kaart. Iedere werkgever is verplicht zijn werknemers een Preventief medisch onderzoek (PMO) aan te bieden. Deelname is vrijwillig. Met het aanbieden van het PMO voldoen werkgevers aan de wettelijke verplichting om periodiek een gezondheidsonderzoek aan te bieden. Knelpunten samengevat PMO s sporen geen longziekten op Hoge kosten Opbrengst onduidelijk voor bedrijven Gebrek aan motivatie bij medewerkers Toelichting Preventief Medisch Onderzoek (PMO) wordt weinig uitgevoerd door bedrijven. De kwaliteit van het preventief medisch onderzoek is niet altijd zodanig dat daarmee vroegtijdig longklachten kunnen worden opgespoord. PMO wordt wel gedaan, maar niet meer de fysieke onderzoeken die daar vroeger deel van uitmaakten. (bedrijfsarts) In de commerciële markt is PMO vooral gericht op het uitvoeren van veel biometrie, maar niet op het opsporen van beroepsziekten zoals longziekten. (deskundige) Kostenoverwegingen zijn een reden hiervoor. Een volledig onderzoek met ECG en longfunctietesten dat is heel breed en erg duur. Als je daarmee een enkel iemand vangt. (bedrijfsarts) Klanten zijn vooral benieuwd naar leefstijl en parameters als cholesterol en bloedruk. (bedrijfsarts) De kosten vormen met name voor MKB bedrijven die de onderzoeken uit eigen zak moeten betalen een belemmering. Een voorbeeld wordt gegeven van een branche die PMO s gratis aanbood aan bedrijven. Er bleek evengoed weinig animo bij bedrijven. Redenen hiervoor kan zijn dat naast de kosten van het onderzoek zelf, bedrijven ook te maken krijgen met administratieve druk en loonkosten. Naast kosten van PMO komen er ook nog eens loonkosten bij, een machine staat dan de hele dag niets te doen. (arbeidshygiënist) 59

61 Bedrijven ontbreekt het ook aan motivatie omdat onduidelijk is wat het op zou leveren. Werkgevers zijn alleen met individuele cases bezig en willen die opgelost hebben. Ze zitten niet op een boodschap te wachten dat er iets met stof in het bedrijf zou zijn. (arbeidshygiënist) Bedrijfsleven is vooral op vandaag gericht en niet op morgen, laat staan volgende week, dus preventief onderzoek? (bedrijfsarts) Vanuit certificering moeten bedrijven soms een PMO aanbieden aan hun medewerkers. Dit zorgt er echter niet altijd voor dat daarmee meer PMO s worden uitgevoerd. Het aanvragen van een offerte is voldoende om de certificering te krijgen, vervolgens wordt er niet gecontroleerd of het daadwerkelijk is uitgevoerd. Er zijn bedrijven die er serieus mee aan slag gaan, maar er zijn er ook die zeggen he, ik moet jullie een PMO aanbieden, daar hebben jullie zeker geen belangstelling voor. (arbeidshygiënist) Het aanbieden is vanuit de wet genoeg en zo kun je er onder uitkomen als bedrijf. (bedrijfsarts) Naast werkgevers zijn ook medewerkers niet altijd gemotiveerd om mee te doen aan een PMO uit achterdocht wat er gebeurt met de gegevens Samenvatting knelpunten bewustzijn schadelijke stoffen in sectoren Werkgevers hebben vanuit de Arbowet de verplichting om preventieve maatregelen te nemen en werknemers voor te lichten. Dit gebeurt in onvoldoende mate door niet weten, niet kunnen of niet willen. Met name kleine MKB bedrijven en zelfstandigen zijn lastig te bereiken en hebben niet altijd toegang tot de kennis die nodig is om blootstelling aan stoffen te voorkomen. Ook binnen branches is niet altijd voldoende expertise beschikbaar over dit thema. Arbeidshygiënisten die deze expertise wel hebben worden niet altijd ingezet. De bekendheid van arbeidshygiënisten is laag, daarnaast voeren bedrijven niet altijd een verdiepende RI&E uit naar stoffen. Werkenden maken niet altijd adequaat gebruik van de preventieve maatregelen die nodig zijn om gezond te kunnen werken. De risico perceptie is laag doordat longziekten zich vaak pas na vele jaren, soms pas na 30 jaar openbaren. Ieder bedrijf in Nederland dient een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) uit te voeren waarmee de arbeidsrisico s in kaart worden gebracht. Als deze RI&E wordt uitgevoerd, dan is de kwaliteit als het gaat om (schadelijke) stoffen vaak onvoldoende. Hiervoor is aanvullende onderzoek nodig waarvoor de expertise of middelen ontbreken. Iedere werkgever is verplicht een preventief medisch onderzoek (PMO) aan te bieden. PMO s worden echter onvoldoende uitgevoerd vanuit kostenoverwegingen, en omdat niet duidelijk is wat het bedrijven op zou leveren. Bovendien zijn PMO s kwalitatief vaak onvoldoende of te weinig specifiek om vroegtijdig longklachten op te kunnen sporen Oplossingsrichtingen om meer aandacht te krijgen voor stoffen Aan bedrijfsartsen en Arboprofessionals is gevraagd welke oplossingen ze zien om het bewustzijn over de gevaren van blootstelling aan stoffen te vergroten. Hieronder beschrijven we ze puntsgewijs. Er is geen rangorde aangebracht. Het betreffen letterlijk suggesties aangedragen door de zorgprofessionals. 60

62 Wat is nodig? Er moet een houding komen dat beroepsziekten als ongewenst worden gezien en onacceptabel, net zoals dat bij bedrijfsongevallen nu al het geval is. (arbeidshygiënist) Mensen moeten zich bewust zijn van risico s van stoffenblootstelling. Dit geldt voor zowel werkgevers als werknemers. Als zij het probleem niet zien, dan is elke inzet of euro die je eraan besteed verspild. ( arbeidshygiënist) Ondersteun branches en MKB bedrijven met kennis en middelen Sommige branches willen best meer aandacht geven, maar hebben kennis en middelen nodig om dit te kunnen doen. (deskundige) Je kunt wel tegen een varkenshouder vertellen dat hij een stofprobleem heeft, maar die heeft in zijn eentje niet het geld en de middelen om het op te lossen. Als sector heb je misschien wel geld en middelen. Kennis moet je verspreiden maar ook halen en bundelen om te kunnen zeggen waar aandachtspunten zijn. (bedrijfsarts) De MKB bedrijven kun je alleen op sector niveau ondersteunen. De Shells van deze wereld, daar komt het wel goed. (arbeidshygiënist) Op sectorniveau moet je stoffenblootstelling in kaart brengen, de ziektegevallen en longproblematiek, als je dat weet dan kun je ook meer bewustwording krijgen. (arbeidshygiënist) Sectoren die raakvlak met elkaar hebben kunnen hierin samenwerken, dan kun je info aan elkaar haken. (arbeidshygiënist) Bedrijven zijn niet geïnteresseerd in problemen, maar in oplossingen vertel me wat ik moet doen. (arbeidshygiënist) Beste oplossingen moet ook meer productie opleveren, dat is het beste wat je kunt hebben. (arbeidshygiënist) Overzicht van meldingen van NCvB moet ook bij sectoren terecht komen zodat ze preventieve acties kunnen inzetten. (arbeidshygiënist) Betere communicatie naar sector Mensen confronterende voorbeelden laten zien wat je kan overkomen door mensen die in praktijk hebben gewerkt, daarmee kun je je identificeren. Daar neem je het eerder van aan dan als een bedrijfsarts iets zegt. (arbeidshygiënist) Goede oplossingen in sectoren verspreiden. (arbeidshygiënist) Werknemers betrekken: iets ontwikkelen voor een telefoon, in de bouw heeft iedereen telefoon bij de hand, dat ze iedere dag appje krijgen, tijdens lunch zitten ze altijd op telefoon. (arbeidshygiënist) Financiële risico s aanstippen. Probleem hierbij is dat deze niet bij bedrijven liggen, dit is bij veiligheid makkelijker aan te tonen. (arbeidshygiënist) Bij ons in de sector noemen ze alles veiligheid. Als je wilt binnenkomen bij bedrijven moet je het hebben over veiligheid en niet over fysieke belasting, want daar hebben ze helemaal niets mee. (arbeidshygiënist) Voorlichting is belangrijk, vaak zijn relatief simpele oplossingen mogelijk. Ik was pas bij een zaadveredelingsbedrijf, daar komt heel veel stof bij het werk vrij. Er werd met perslucht schoon geblazen, terwijl je niet moet blazen maar zuigen. (arbeidshygiënist) 61

63 Meer inzet van deskundigen Veiligheidskundigen kunnen een rol spelen in de communicatie naar bedrijven, gezondheid is nog steeds ondergeschikt, maar bedrijven zouden minimaal de risico s moeten identificeren. (arbeidshygiënist) Preventiemedewerkers kunnen ook een rol spelen in de communicatie naar bedrijven. (arbeidshygiënist) Het is goed om (vanuit de arbodienst) een langdurige relatie te hebben met bedrijven. Dan kennen ze je en kun je makkelijker een open gesprek voeren. Bedrijven nemen dan makkelijker wat van je aan. Je kunt bedrijven dan adviseren tot het inzetten van preventieve acties. Ik zeg dan heel duidelijk wat de consequenties zijn als je het niet doet en krijg ze zover dat ze het wel doen. (re-integratie specialist) Bedrijfsartsen moeten bedrijven wijzen op te nemen preventieve maatregelen. (bedrijfsarts) Herkenbaarheid van arbeidshygiënisten moet groter zijn. (arbeidshygiënist) Betere kwaliteit RI&E Qua wet is het goed geregeld dat bedrijven risico s in kaart moeten brengen met de RI&E en PAGO, nu moet dat beter gaan lopen in de praktijk. (arbeidshygiënist) Meer toezicht op de kwaliteit van de uitvoering van de RI&E, Kan nu worden uitgevoerd door bijvoorbeeld een middelbaar veiligheidskundige die niet geregistreerd is. (arbeidshygiënist) Kwaliteit van de RI&E vaak wel goed, het aanvullende deel voor stoffen wordt vaak niet uitgevoerd vanwege kostenoverweging. Vanuit sectoren kun je ondersteunen door op sectorniveau het aanvullende onderzoek op gebied van stoffen te doen zodat alle bedrijven in de sector daarvan kunnen profiteren. Dit moet je als collectief financieren. (arbeidshygiënist) Vertalen van de uitkomsten van de RI&E toxische stoffen naar informatie naar bedrijfsarts (welke stoffen kunnen welke longziekten veroorzaken) en naar werknemers (op welke signalen moet je letten en je melden bij de bedrijfsarts). (deskundige) 62

64 Betere kwaliteit PMO en daadwerkelijke uitvoering Er moeten minimale eisen zijn waaraan PAGO of PMO moet voldoen en je moet duidelijke doelstellingen hebben. Hiermee kun je de juiste dingen meten om preventieve opsporing te doen. (arbeidshygiënist) De minimale eisen waaraan PAGO/PMO moeten voldoen liggen allemaal vast in richtlijnen die gemaakt zijn door de beroepsgroep (NVAB ed) en in de wetgeving. Het probleem is dat er geen enkele kwaliteitskeurmerk/toezicht is dat de richtlijnen worden gebruikt en dat men zich houdt aan wettelijke regelgeving. (deskundige) Het zou in het totaal pakket moeten zitten dat bedrijven niet alleen RI&E afneemt maar ook PAGO en PMO. (bedrijfsarts) PMO zou meer bij algemene gezondheidszorg moeten zitten zoals je ook darmonderzoek en borstkanker onderzoek hebt. Waarom zou je dat wel doen en screening op andere dingen aan de werkgever overlaten? Dat is tegenstrijdig. (bedrijfsarts) Zorgverzekering moet een grotere rol spelen. Preventief Medisch Onderzoek en onderzoek naar werk gerelateerde oorzaken (zoals bij NKAL) moet niet door de werkgever, maar door de zorgverzekeraar worden vergoed. Betere handhaving Bedrijven aansprakelijk stellen als het mis gaat. (arbeidshygiënist) Als werknemers zich niet aan voorschriften houden dan moeten bedrijven hen een officiële waarschuwing geven. Anders leert een werknemer niet en het is voor eigen bestwil. (re-integratiespecialist) Betere handhaving Inspectie SZW (arbeidshygiënist) Meer beboeten, negatieve prikkel (arbeidshygiënist) Meer bemanning bij Inspectie SZW. (arbeidshygiënist) Er moeten controles zijn om te handhaven en screening van mensen. (longverpleegkundige) Overheid moet zich niet terug trekken, het uitgangspunt dat werkgevers het zelf zouden pakken gebeurt nog onvoldoende. (arbeidshygiënist) 63

65 Bijlage A Manifest Integrale aanpak beroepslongziekten 64

66 65

67 66

68 67

69 68

70 69

71 70

72 Bijlage B Knelpunten aanpak beroepslongziekten uit sessie met klankbordgroep In een bijeenkomst met de klankbordgroep beroepslongziekten is op 14 maart 2016 van gedachten gewisseld over de knelpunten die er zijn als het gaat om de aanpak van beroepslongziekten. Allereerst heeft iedereen de gelegenheid gekregen om oplossingen te schrijven op geeltjes. Deze zijn daarna plenair in de groep besproken. De volgende categorisering is gehanteerd: 1. Branches/ werkgevers en werknemers 2. Curatieve en bedrijfsgeneeskundige zorgverleners 3. Wetgeving/stelsel 4. Onderwijs/onderzoek/kennis infra structuur 5. Overig Ook is van gedachten gewisseld over knelpunten op het gebied van blijvende participatie van mensen met een longaandoening. 1.) Branches/bedrijven/werknemers Branches/bedrijven/werknemers Herkenning en erkenning werknemers Cultuur Medewerker is zich zelf vaak niet bewust van relatie klachten met het werk Risico bewustzijn bij werknemer en leerling beroepsopleiding Gebrek aan kennis beroepsrisico s bij werknemers Weinig preventieve screening werknemers (arbouw, bakkers) Werknemers willen niet naar PMO Weinig PMO PMO te weinig of onvoldoende aangeboden en /of gericht op specifieke risico s Risico s op verliezen baan bij melden werkt belemmerend voor ziekmelding Werken = broodwinning drempel te (willen) melden Werknemers zijn bang voor hun baan. Verstoppen hun klachten Verantwoordelijkheid Gezond en Veilig werken bij ZZP-ers Werkgevers willen geen aanvullend onderzoek laten doen waardoor causaliteit en diagnose onduidelijk blijven Perverse prikkels om niet te melden (imagoschade/verlies geld) Onder melding van beroepsziekten Gezondheid pensionado s wordt niet/minder actief gevolgd, dus ook niet duidelijk wanneer daar beroepsziekten zichtbaar worden Niet lullen maar poetsen mentaliteit Onderschatting gevaar/mentaliteit Weinig openheid over melding van beroepsziekten tussen werkgever en werknemer Angst en claim cultuur: 71

73 Preventief beleid niet op agenda werkgever Risico s niet in beeld Kennis en onderwijs o Werknemers: melding bij inspectie, melding/ claim via NCvB o Werkgever: boete/bezoek inspectie loondoorbetaling bij ziekte premiedifferentiatie o Geen prikkel nu voor gewenste aanpak Werknemers en werkgevers hebben veel agendapunten samen te bespreken/ Prio voor beroepsziekten is gering (langere termijn) Werkgever heeft veel actiepunten, moet prioriteiten stellen Leidinggevenden/bedrijf/werkgever: Voorkomen preventie van beroepsziekten door aandacht/ investeren in gezond en veilig werken is geen resultaatmaat/kpi van bedrijfsvoering (ziekteverzuim wel) Veiligheid belangrijker dan preventie Veiligheid en zorg: nog weinig inhoudelijk verbonden als thema op werkgevers niveau Beroepsziekten veelal niet in top 3 werkgevers/arbo MKB werkgevers meer afstandelijk tov gezondheidsbemoeienis personeel Werkgevers hebben belang bij Status quo Focus werkgevers maar ook overheid ligt op verzuimreductie en niet op preventie. Re-integratie vindt veelal plaats in de ziekmakende functie zonder dat hier (adequate) aanpassingen plaats vinden Bedrijven zijn te weinig bezig met de arbeidsrisico s, bijv. plan van aanpak van de RI&E wordt niet gerealiseerd RI&E s vaak van beschamende kwaliteit (geen metingen, geen PAGO-RI&E koppeling) In branches/bedrijven worden risico s van werken met gevaarlijke stoffen onvoldoende-vaak zelfs helemaal nietgeïnventariseerd (lijst met stoffen, gevaren risico s, metingen) Metingen onder gecontroleerde omstandigheden geven vaak niet de reële situatie werk o Werkt de ventilatie? o Alle lijnen staan aan o Zijn ook de bijzondere functies in kaart gebracht? o Zijn worst case situaties/ worst case scenario s meegenomen? o Werknemers die niet met de stoffen werken maar wel blootgesteld worden Als risico wordt herkend, dan vaak geen maatregelen: o kosten/terugverdien o Organisatorisch lastig Geen aandacht voor bestaande kennis (onderzoeken, literatuur etc) Weinig aandacht voor preventie beroepsziekte in onderwijs & training werknemers Weinig kennisdeling over beroepsziekten binnen branches 72

74 Aanvullende opmerkingen vanuit de plenaire discussie: In kaart brengen risico s, RI&E wordt niet altijd gedaan en als het wordt gedaan wil dat niet zeggen dat ook maatregelen worden genomen. In CUMELA branche heeft 80% een RI&E ingevuld, dat wil echter nog niet zeggen dat er ook in de praktijk veilig wordt gewerkt. 90% van de werknemers heeft niet ernst in de gaten van blootstelling aan stoffen. Op de werkvloer een stoere mentaliteit. Bij werkgevers en werknemers wordt gezond en veilig werken niet altijd gezien als prioriteit. Bij grotere bedrijven wordt er meer aandacht aangegeven dan in het MKB. MKB bedrijven zien het gauw als een probleem, ook de groep ZZP-ers vormt hierin aandachtsgroep. Het gaat niet alleen om kennis over het onderwerp, maar ook de wil en de motivatie om hier aandacht aan te besteden. Grotere bedrijven zoals Shell wel aandacht voor onderwerp. Ze kunnen zich hier mee profileren, is ook verbonden aan imago van het bedrijf. Bij de bakkerijen is er angst voor verlies baan. In de CUMELA branche veel familiebedrijven, ons kent ons. Gezonde werknemers en deze gezond houden levert meer op voor bedrijven maar dit wordt door bedrijven niet altijd gezien. Gemiddelde MKB-er heeft een horizon van 3 maanden en denkt niet op lange termijn. Werkgevers geloven het pas als andere werkgevers aangeven er aandacht aan te geven. Voor werkgevers is what s in it for me van belang. Er is weinig kennisdeling tussen markten/branches, wordt als hindernis gezien. Ook vanuit het onderwijs weinig aandacht voor onderwerp. Brancheverenigingen kunnen belangrijke rol spelen als het gaat om preventie. Juist branchegericht moet hier meer aandacht voor komen. Stigas is hier goed voorbeeld van. Zelfs bij grotere bedrijven loopt registreren van gevaarlijk stoffen niet altijd goed. Metingen worden niet altijd adequaat verricht. Er zijn geen gecontroleerde omstandigheden (bv. als je alleen productielijn a wil meten, moet je productielijn b en c zetten). Soms zijn er ook individuele gevallen met bijzondere functies, bijv. iemand die altijd de machines schoonmaakt. Worst cases worden dus niet altijd in kaart gebracht. Je hebt mensen die ergens werken en worden blootgesteld, maar ook mensen die blootgesteld worden als ze ergens langs lopen (bijv. chauffeurs en magazijn medewerkers). De praktijk is dus weerbarstig. Vanuit externe omgeving worden werkgevers dingen opgelegd omdat dat goed zou zijn, werkgevers zien daar niet altijd de meerwaarde van. Als voorbeeld de RI&E, is een papieren tijger wat werkgevers veel moeite kost om in te vullen. Plan van Aanpak niet altijd goed tot uitvoer gebracht. Twee-deling tussen veiligheid en preventief gezondheidsbeleid: veiligheid staat hoger op agenda. Onafhankelijkheid in geding, er is grote belangenverstrengeling. I SZW te weinig capaciteit 73

75 2.) Onderwijs Onderwijs/onderzoek/kennis infra structuur Onderwijs Weinig aandacht voor gevaarlijke stoffen in onderwijs Bij opleidingen weinig aandacht voor bedrijfsgezondheidszorg Aparte financiering onderwijs (OCW): weinig aandacht voor arbo + weinig aandacht voor aanleren veilig werken Ontbreken kennis Meer expertise nodig binnen branches Inzicht in effectiviteit van bestaande hulpmiddelen Van macro cijfers naar werkplek is ingewikkeld Beperkt evidence-based materiaal/ attitude past niet bij bedrijfsethiek Kennisdeling Onbekendheid medewerkers over het bestaan van preventiemiddelen We leren niet van fouten/eerdere gevallen Ontsluiting van kennis en tools: er is veel maar hoe wordt het vanzelfsprekend denken en handelen bij werkgevers/leidinggevenden en werknemers Kennisoverdracht tussen generaties onvoldoende Onvoldoende kennisdeling betrokken organisaties Niet duidelijk waar de juiste/relevante kennis te vinden is (werkgevers) Kennis over arbeidsgerelateerde aandoeningen is versnipperd Versnipperd onderzoek Financiering Alleen aandacht (=geld) voor de grote getallen (bijv. verzuim door psychische klachten) Diagnose: geen geld voor onderzoek naar werkgerelateerdheid van aandoeningen (verzekeraars) Onderzoek steeds minder gefinancierd vanuit overheid. Bedrijfsleven pakt dit niet op Overig UWV betrekken bij onderzoek naar oorzaken uitval UWV en kankerregistratie zitten op goudmijn aan data zonder dat te beseffen Er wordt veel geregistreerd alleen link met werk wordt niet gelegd Beroepsziekten worden niet herkend Co morbiditeit Beperkt aantal kennisinstituten Aanvullende opmerkingen vanuit de plenaire discussie: MBO, bij bakkers veel verschil tussen scholen in de mate waarin aandacht wordt besteedt om veilig te werken. Het is belangrijk om het in de basis al goed aan te leren. Op sommige scholen wordt geleerd om rijkelijk te strooien met meel, terwijl dat dus juist niet goed is als het gaat om blootstelling aan meel. Veilig werken hoort vanzelfsprekend te zijn. In het onderwijs moet dit dus al in de praktijklokalen worden bijgebracht. 74

76 Ook tussen generaties zou er meer van elkaar geleerd kunnen worden, niet alleen van oud naar jong, maar ook van jong naar oud. Dat zal wat betreft meester-gezel cultuur niet altijd makkelijk zijn O&O fonds verzorgt nascholingen: hierin zou ook aandacht moeten zijn voor gezond en veilig werken. Er is geen goed imago rondom veilig werken. Het zou stoer moeten zijn om veilig te werken. Veilig werken zou je moeten verplichten: In andere landen ben je als je geen helm draagt niet verzekerd. Machines meer dummyproof maken: een machine die bijvoorbeeld niet werkt als er geen afzuiging op zit. Leuk voor nu, goed voor later. Het is moeilijk om in te schatten als je pas over 30 jaar kanker krijgt. Niet alleen dwingen van bovenaf maar ook van onderaf stimuleren dat er aandacht voor is door bijvoorbeeld goed voorbeeldgedrag te vertonen 3.) Zorgverleners Curatieve en bedrijfsgeneeskundige zorgverleners Informatie-uitwisseling tussen Informatie-uitwisseling bedrijfsarts- curatieve zorg kan zorgverleners beter. Vraag wordt vaak niet beantwoord Huisarts en bedrijfsarts veelal niet in contact Beperkte samenwerking huisarts en bedrijfsarts Weinig overleg tussen bedrijfsarts en behandelend arts Geen-onvoldoende contact bedrijfsgezondheidszorg en reguliere gezondheidszorg Medewerker gaat met werk gerelateerde klachten Vertrouwen en onafhankelijkheid bedrijfsarts Geen aandacht voor preventie of arbeid in curatieve zorg eerder naar huisarts dan naar bedrijfsarts Onafhankelijkheid bedrijfsarts tov werkgever De bedrijfsarts is financieel afhankelijk van de werkgever en kan daardoor onvoldoende onafhankelijk opereren Vertrouwen curatieve sector in bedrijfsarts zeer matig/ontbreekt Curatieve zorg besteedt geen aandacht aan factor arbeid, kennis hierover laag Behandelend arts denkt te weinig aan een mogelijke werkgerelateerde oorzaak Met name geen aandacht voor chronische longaandoeningen en werk (bijv. COPD, zeker als werknemers roken) Weinig/geen koppeling tussen diagnose en preventie Aandacht besteden aan factor arbeid niet in DBC/DOT Factor arbeidsparticipatie van de patiënt (nog) niet op netvlies van RvB ziekenhuizen/medische centra Ook specialisten zijn niet gericht op de mogelijke werkgerelateerdheid van aandoeningen o Focus op curatieve aspect o Indien causaliteit wordt meegenomen wordt gezegd: multicausaal (= dooddoener!) Factor arbeid bij specialist en huisarts beperkt in scope Curatieve sector gericht op behandelen en veelal niet op opsporen van de oorzaken of primaire preventie 75

77 Onvoldoende kennis bij curatieve zorg Financiering Specialisten durven het niet over werk te hebben/ KNMG standpunt: bedrijfs/verzekeringsarts gaat over werkvermogen, niet de specialist De huisarts heeft geen oog voor de werkgerelateerdheid van aandoeningen Er vindt onvoldoende terugkoppeling plaats van ontstane werkgerelateerde ziektegevallen naar de werkvloer, zodat er niet geleerd wordt van die gevallen (focus bedrijfsarts op ziekteverzuim = blinde vlek voor preventie) Onvoldoende kennis over arbeidsomstandigheden in curatieve sector Te weinig expertise beschikbaar over relatie blootstelling en beroepsziekte Diagnostiek faalt, onvoldoende kennis/bewustzijn aandacht bij bedrijfsarts voor werkgerelateerdheid aandoeningen Steeds minder geld beschikbaar gesteld voor bedrijfsgeneeskunde door werkgevers Financiering 2e lijns medische diagnostiek Onderzoek naar primaire oorzaak wordt niet door zorgverzekeraar vergoed Aanvullende opmerkingen vanuit de plenaire discussie: Herkenning Allergische rinitis wordt niet altijd herkend, mensen gaan daarmee niet altijd naar arts Mensen komen niet altijd bij bedrijfsarts Mensen met astma melden zich niet altijd Ieder jaar zouden werknemers PAGO moeten doen Vanuit Cumela wordt dit aangeboden, alleen werknemers willen dit zelf niet altijd. Stigas heeft gezondheidsbus, maar ook daar wordt niet altijd gebruik van gemaakt. Je kunt mensen niet verplichten het te doen. Het zou vanuit bedrijfscultuur gestimuleerd moeten worden Voorbeeld wordt genoemd van initiatief van AMC en Coronel: er is PMO voor medisch specialisten. Het heeft heel lang geduurd voordat RvB toestemming gaf, zelfs dus binnen gezondheidsinstellingen dit niet altijd makkelijk te implementeren. Er is draagvlak nodig vanuit top. Er moet ook na uitvoering van de test draagvlak en goede begeleiding zijn. 76

78 Diagnose/melden Niet bij alle gevallen wordt de oorzaken herkend. Voorbeeld van neuskanker van iemand die met chroom heeft gewerkt. Longarts geeft aan dat het ook door het wonen nabij snelweg kan komen of door roken. Wie betaalt.. In curatieve zorg wordt gekeken hoe de situatie nu is maar niet naar hoe het is gekomen Weinig koppeling tussen diagnose en preventie Artsen moeten sensitiviteit krijgen voor het feit dat arbeid belangrijk is (zie ook project work) Bij Zilveren Kruis Pilot bij huisartsen om te overleggen met bedrijfsarts. RIVM heeft leaflet gemaakt Er zou betere registratie moeten zijn. Ook in bedrijven moet betere registratie zijn over waar werknemers aan worden blootgesteld. Werknemers zouden dit dossier bij hun arts moeten kunnen neerleggen. Dit zou inzichtelijk moeten zijn van het huidige werk maar ook van voorgaand werk. Kanker, Er zijn artsen die ervoor pleiten dat eerst arbeidssituatie in EPD inzichtelijk wordt en daarna pas rest. 4. ) Wetgeving en stelsel Wetgeving en stelsel Wet Financiering Stelsel Juridische status beroepsziekten, geen register Geen wettelijke opvolging bij beroepsziekten Goede/wettelijke compensatie regeling voor werknemers ontbreekt Bescherming meldende bedrijfsartsen ontbreekt Strafrechtelijk/bestuursrechtelijk aanpak werkgevers waar beroepsziekten ontstaan vrijwel niet mogelijk Bagatelliseren klachten uit angst baan te verliezen Financiering bedrijfsgezondheidszorg o Niet uit de algemene middelen maar door werkgevers/werknemers Denken in o Risque professionel ontbreekt o Meldingen op basis van art. 9, lid 3 gericht op statistiek/melding Europa en algemene preventie in sectoren niet specifiek op bedrijven waar de beroepsziekten zijn ontstaan Verzekeraars hebben geen belang bij vroegdiagnostiek Financiering arbozorg Financieel vangnet zieke werknemer Veel cruciale taken zijn subsidieafhankelijk = kwetsbaar (NCvB, I-SZW, TNO) + gevoelig voor politieke sturing Bedrijven kunnen bedrijfsarts op afstand houden De arbodienstverlening is niet onafhankelijk Focus op verzuimreductie (2x) Opsporen werkgevers waar beroepsziekten ontstaan vrijwel niet mogelijk in huidige systeem 77

79 Melding I-SZW Melden I-SZW, NCvB mag niet melden, UWV heeft geen zicht op werkgerelateerdheid klachten Geen sancties op niet-melden/ certificeringsrichtlijnen? Geen meldingsplicht beroepsziekten Het systeem van melden werkt niet: onderregistratie Meldingsplicht ligt bij bedrijfsarts=fout moet werkgever zijn Geen meldingsplicht werkgevers (op bedrijfsniveau) Marktwerking bedrijfsartsenzorg (melden = einde contract) De inspectie SZW heeft onvoldoende capaciteit om te controleren op gevaarlijke stoffen beleid (registratie in orde, maatregelen afdoende, klachten? Te weinig handhaving op gezond en veilig werken De arbeidsinspectie (SZW) houdt zich (vrijwel) niet bezig met beroepsziekten Weinig controle vanuit I-SZW, vergelijk de controle druk vanuit VWA Te kleine arbeidsinspectie= te geringe prikkel werkgevers Aanvullende opmerkingen vanuit de plenaire discussie: Financiering rondom arbozorg Meldingsplicht ontbreekt Als het kalf verdronken is, dempt men de put: gebeurt ook rondom beroepsziekten. Er loopt nu Europees onderzoek van Europees Vakbondsinstituut, naar compensatie en preventie. In dit onderzoek aandacht voor Stelsels in andere Europese landen om ook preventief mechanisme in bouwen Melding van beroepsziekten is niet primair gericht op preventie. Geen sterke stimulans vanuit wetgeving. Wetgeving nu gericht op verzamelen van geaggregeerde gegevens, (artikel 9, lid 3). Via melding krijg je op niveau van sectoren een beeld, maar geen goed beeld van bedrijven. Hierdoor niet inzichtelijk bij welke bedrijven problemen liggen als het gaat om beroepsziekten. Vanuit inspectie wil je juist weten bij welke bedrijven mensen ziek worden door slechte arbeidsomstandigheden. Er komt nieuwe wetgeving in 2017, maar daarin nog steeds vastgehouden aan oude systematiek en nog steeds onvoldoende aandacht voor preventie. Handhaving nu alleen maar erop gericht of bedrijfsartsen goed genoeg melden, je zou deze verantwoordelijk bij werkgever moeten leggen, is verantwoordelijk voor zorg werknemers Vanuit nieuwe wetgeving zou bedrijfsarts boete moeten kunnen krijgen door arbeidsinspectie. Dit gaat niet werken omdat bedrijfsarts door werkgever buiten de deur gezet kan worden als hij niet meldt. Bedrijfsarts zal daardoor dus niet altijd melden en boete voor lief nemen. Systeem zit zo niet goed in elkaar omdat de werkgever geen risico loopt. 78

80 5.) Overig Overig Aandacht beroepsziekten te gering hele linie o Politiek o Werkgevers/werknemers o Zorgverleners Oplossingsgericht denken is belemmering voor achterhalen problemen (oorzaken) Definities beroepslongziekten niet uniform Economie en winstbejag Wie betaalt de rekening Niet alles is te beïnvloeden, denk aan windstoringen o Bedrijfsziekten worden niet herkend o Bedrijfsarts en huisarts Toegang tot arbozorg Patiënt heeft zelf vaak geen weet van mogelijke werk gerelateerde ziekmakende factoren Klachten en verschijnselen ontstaan pas jaren na oorspronkelijke blootstelling Beroepskeuze en klachten/aandoeningen zouden uit oogpunt van preventie meer aandacht behoeven Arbeid gerelateerde gezondheidsklachten worden door de inspectie nauwelijks in onderzoek genomen maar terug verwezen naar arbodienst/ bedrijfsarts Aandacht is niet verankerd in bedrijfsmatige structuren bijv. o Lening van banken o Aandeelhoudersprioriteiten o (korting) van verzekeringspolis o Etc. Verwarring over cijfers: NCvB, NEA De term beroepsziekte impliceert meer functies/beroepen dan type werkzaamheden. Daardoor minder besef van risico s die leiden tot aandoening Werkgerelateerde aandoening is een betere term dan beroepsziekte Incidentie beroepsziekten wordt slecht verkocht Verbeteringen mogelijk wel aanwezig maar vraag is of deze ook toekomstgericht zijn (reactief vs proactief) Later voordoen klachten in staat van relaxatie-> stressklachten worden secundair ipv primair Werkgever is niet verantwoordelijk voor het signaleren en melden van beroepsziekte 79

81 Aanvullende opmerkingen vanuit de plenaire discussie: In het Nederlands stelsel van sociale zekerheid is er geen onderscheid tussen risque social (arbeidsongeschikt door een buiten het werk gelegen oorzaak) en risque professionel (arbeidsongeschikt door een arbeidsongeval of beroepsziekte). Dit vormt probleem. o Te weinig belang van mensen in gezondheidszorg om echt te genezen en op zoek te gaan naar oorzaken. o Verzekeraars ook weinig belang voor dit onderwerp: Vanuit basiszorgverzekering ook weinig interesse in samenwerking met partijen die hier wel aandacht aan willen geven Tegelijk heeft onderscheid ook het nadeel van afschuiven + discussies/ rechtzaken of een aandoening werk of privé gerelateerd is Arbeidsparticipatie Met de klankbordgroep beroepslongziekten is gesproken over de knelpunten die er zijn als het gaat om blijvende deelname aan het arbeidsproces van mensen die een longaandoening hebben opgelopen. Hieronder puntsgewijs de knelpunten: Probleem wordt niet altijd erkend bij werknemers en bij werkgevers. Sommige mensen kiezen voor slechte gezondheid omdat ze zo hun baan kunnen behouden. Open discussie tussen werkgever en werknemer is belangrijk. Probleem gaat groter worden omdat mensen steeds langer aan werk moeten, dus grotere populatie van mensen met chronische aandoening Ook bedrijfsgeneeskunde speelt hierin een belangrijke rol. Bedrijfsarts moet checken of klachten werk gerelateerd zijn. Mensen worden weer terug gestuurd naar dezelfde ziekmakende werksituatie. Bedrijfsartsen kunnen werknemers zien na aanvraag werkgever. Veel mensen zien geen bedrijfsarts. Niet alle bedrijven nemen een pakket af met daarin preventie. Het bespreekbaar maken op werkvloer (gesprek tussen leidinggevende en werknemer) kan pas als je je heel veilig voelt. Is nu nog taboe. Adviezen zal bedrijfsarts kunnen geven, uitvoering ervan door bedrijven kost geld, en wordt daarom niet altijd opgevolgd. Het is lastig om de omstandigheden op de werkvloer aan te passen. Financiering van bedrijfsgezondheidsstelsel: Bedrijfsarts wordt betaald door werkgevers. Het zou helpen als werknemers van bedrijfsarts brief mee krijgt met aspecten die in werk zou moeten veranderen om aan werk te kunnen blijven. Als werkgever dat niet zou doen, dan zou je een zaak hebben Bakkers kunnen werkplekonderzoek doen maar als mensen dit niet willen dan kun je het niet opleggen (bakkers zouden bang kunnen zijn dat we met gegevens naar inspectie gaan) Bij MKB lastig om bij bedrijfsarts binnen te komen. Als via verzekeraar bedrijfsarts, dan willen bedrijven niet dat verzekeraar weet dat bedrijf te maken heeft met beroepsziekten 80

82 Bijlage C Oplossingsrichtingen aanpak beroepslongziekten uit sessie met klankbordgroep Met de klankbordgroep beroepslongziekten is op 20 juni 2016 van gedachten gewisseld over oplossingsrichtingen voor de knelpunten bij de aanpak van beroepslongziekten. Uitgangspunt van deze bijeenkomst was de eerdere sessie van 14 maart waarin knelpunten zijn geanalyseerd. Oplossingsrichtingen zijn gecategoriseerd naar de volgende terreinen: 1. Branches/ werkgevers en werknemers 2. Curatieve en bedrijfsgeneeskundige zorgverleners 3. Wetgeving/stelsel 4. Onderwijs/onderzoek/kennis infra structuur 5. Communicatie en agendering 1.) Oplossingsrichtingen branches/ werkgevers en werknemers Knelpunt samengevat: Om veilig en gezond werken op het netvlies bij werknemers te krijgen moet je je op de jongere groep richten, daar is de meeste winst te behalen. In de (beroeps) opleiding moet er daarom aandacht zijn voor veilig en gezond werken. Als jongeren van de opleiding afkomen moet het daarna ook worden vastgehouden in praktijk (oplossingsrichtingen onderwijs worden uitgewerkt bij punt 4.) Daarnaast is er in de media te weinig aandacht voor beroepsziekten. Veilig werken moet meer in allerlei media kanalen aan orde worden gesteld: succesvol voorbeeld hierin is bijvoorbeeld het onderwerp pesten, dit was een issue wat in media veel aandacht kreeg en wat daardoor veel aandacht heeft gekregen. In de media moet er meer aandacht voor zijn, maar ook op de juiste manier. Professionals spreken vanuit hun communicatie hun publiek niet goed aan. Gezondheid is niet sexy. Wél wil iemand misschien later kunnen voetballen met zijn zoon (communicatie en media wordt uitgewerkt bij punt 5.) Preventie als business case Kosten-baten analyse van preventie duidelijk maken Er zijn verschillende meningen of dit mogelijk is en of het zin zou hebben Niet alles draait om geld. Kleinere familie bedrijven worden niet hierdoor gedreven, maar eerder door bijvoorbeeld goed werkgeverschap ROI investment geeft meer zicht op wat het oplevert, dan bedrijfseconomische stimulans Op sectoraal niveau business case maken Bij grotere bedrijven is het al goed ingebed in SHQE systemen Ook kleinere bedrijven laten meeliften Oplossingen gericht op werknemers Werknemers belonen voor veilig werken (bijv Heftruckers oid TKD dagen) Er was destijds een Farbo-regeling. Op grond van die regeling konden ondernemers subsidie krijgen voor de aanschaf van apparaten die de blootstelling van werknemers aan lawaai, gevaarlijke stoffen of lichamelijke belasting beperken. Deze regeling is geschrapt omdat hij onvoldoende effectief zou zijn. Er is nu een focus op kleinere initiatieven. Arbo aantrekkelijker maken voor werknemers 81

83 Een cool beschermkapje ontwerpen dat het leuker maakt het te gebruiken o Foto s maken van mensen met het mooiste kapje o Product design prijsvraag Overige punten branches Wettelijk verplichten en toezicht houden blijft noodzakelijk Het moet verplicht zijn vanuit Arbowet dat bedrijven voorlichting geven Collectief verzekeren Arbo in VCA certificering Vitaliteitscan bij chauffeurs gekoppeld aan certificering Omgeving moet uitnodigend zijn of remmend om veilig te werken Nudging inzetten dat veiligheidsgedrag beïnvloedt Inspectie zou ook adviserend moeten zijn Accountant zou ook op voordelen moeten wijzen Stimuleer bedrijven door financiële aftrek te geven als ze aandacht geven aan preventie, Preventie Investering Aftrek (PIA) Er zijn bedrijven die korting kregen op hun verzekeringspremie omdat ze veel aandacht gaven aan preventie, zie hier het goede praktijkvoorbeeld 2.) Oplossingsrichtingen curatieve en bedrijfsgeneeskundige zorg Knelpunt samengevat Er is te weinig informatie uitwisseling tussen zorgverlener en bedrijfsarts. Dit heeft te maken met tijd en geld en elkaar onvoldoende kunnen bereiken. Voor de huisarts is niet altijd duidelijk wie de bedrijfsarts van de patiënt is, de patiënt weet dit zelf ook niet altijd. Voor huisarts kost dit teveel tijd om uit te zoeken. Daarnaast is er onvoldoende vertrouwen in de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts. In de curatieve zorg is er onvoldoende aandacht voor en kennis over preventie. Oplossingsrichtingen voor huisarts Huisarts zou zich meer moeten verdiepen in werk van patiënt. Focus ligt bij huisartsen niet altijd op het waarom of waardoor o LHV zou in voorschriften moeten opnemen dat altijd door huisarts naar het werk wordt gevraagd naar de arbeidsomstandigheden op het werk Bekendste beroepsziekten zouden bij huisartsen meer aan gedacht moeten worden (er is al verschuiving gaande hierin). Als mindset verandert zal er meer aandacht voor komen o Ergens moet effectieve bereikbare goede informatie zijn over beroepsziekten Oplossingsrichtingen gericht op bedrijfsarts en betere samenwerking met huisarts Bedrijfsarts moet laagdrempeliger zijn: o Men zou ook eerst naar bedrijfsarts moeten kunnen en dan naar huisarts o Bedrijfsarts moet meer op de werkvloer komen o Bedrijfskaartjes HA en BA en inloop spreekuur (bij grotere bedrijven) zou drempel kunnen wegnemen Bedrijfsarts moet minder afhankelijk zijn van werkgever: o Stichting of fonds oprichten waaruit BA wordt gefinancierd, niet meer vanuit werkgever 82

84 Huisarts en bedrijfsarts dichter bij elkaar en beter contact Je moet eerst goed behandelen voordat je weer kan werken: de diagnostiek moet daarom goed zijn. o Dit moet collectief gefinancierd worden: kennis over oorzaak moet geïntegreerd zijn. o Dit kan taak zijn van klinisch arbeidsgeneeskundige; vangnet geneeskundige o Een arbeidsgeneeskundige collectief financieren. De KNMG visie zou deels scheiding tussen bedrijfsgeneeskundige en huisartsenzorg oplossen: KNMG/NVAB-werkgroep Toekomst Arbeidsgerelateerde Zorg (TAZ) presentatie over visie Zorg die werkt (mei 2016) -samengevat: o o o introductie arbeidsarts in eerstelijnsgezondheidszorg en in tweedelijn arbeidsarts toegankelijk voor alle werkenden (ook jeugdigen, stagiaires, ZZP ers, werklozen, vangnetters) voorstel financiering van arbeidsarts via zorgverzekeringswet Oplossingsrichting financiering: Hierover zijn er verschillende ideeën: Fonds op richten Er moet specialist komen die gericht is op arbeidsomstandigheden Bonus malus systeem, minder premies. Campagne wat levert het op voor de werkgever Preventie investeringsaftrek (PIA): hiermee zou je fiscale korting op preventie onderdelen moeten krijgen Vraag is of de tijd nu rijp is voor andere financieringsvoorstellen. De politiek wil er op dit moment niet aan, we moeten iets verzinnen dat simpel te implementeren is. Overige punten Overheid kan meer verantwoordelijkheid nemen voor werknemers, nu is het een zaak van werkgevers. Betere registratie beroepsziekten: bij overleden ook het soort werk dat iemand heeft gedaan registreren (bijv. kankerregistratie IKNL) 3.) Oplossingsrichting Wetgeving en Stelsel Knelpunt samengevat: In het stelsel zit er een fundamentele weeffout: het design voor preventie is goed, met bijvoorbeeld de RI&E die werkgevers dienen uit te voeren. Maar als er iets misgaat is er in eerste instantie 2 jaar doorbetaling werkgever. Daarna houdt de arbeid gerelateerde medische zorg op. Er is niets geregeld voor beroepsziekten. Geen controle. Geen herkenning. Geen leren. Oplossingsrichtingen: De ene groep zegt dat je fundamentele weeffouten in stelsel moet aanpakken. Voor zzpers is er nog niet eens een stelsel gemaakt, dat zou er moeten komen. De andere groep zegt dat je 83

85 niet moet inzetten op veranderen van stelsel, Hierover is net een discussie gevoerd, dit gaat komende jaren niet veranderen. Beter is om eerst in te zetten op uitvoeringspraktijk. Oplossingsrichtingen huisarts Rol huisarts: Vraag altijd naar werk patiënt Oplossingsrichtingen bedrijfsarts Bedrijfsgeneeskundige zorg moet geacademiseerd worden Organiseer onafhankelijkheid bedrijfsartsen, KNMG Betaal bedrijfsgeneeskundige zorg uit algemene middelen, overheveling naar ZVW Sectorspecifieke bedrijfsartsen Meldingen moeten geen perverse gevolgen hebben (bedrijfsarts moet vrij zijn om te melden) geen repercussies Duidelijkheid + bereikbaarheid van bedrijfsgeneeskundige zorg verbeteren Oplossingsrichtingen I-SZW Positie I-SZW: meer aandacht gevaarlijke stoffen, uitvoering verbeteren Handhaving door I-SZW: o Specialisme bij ISZW o 4 regionale teams + NcvB Melden (vermoeden) beroepsziekten bij I-SZW I-SZW: veel ruimere bezetting (minstens 1 op ) en onaangekondigde inspecties + realistischer Oplossingsrichtingen verzekeraars Werknemer meenemen in reguliere zorg. Zorgverzekeraars zouden alleen contracten af moeten sluiten met zorgverleners die ook in staat zijn op gebied van beroepsziekten zorg te leveren Arbeidsgerelateerde zorg sectoraal organiseren en bekostigen, zie als voorbeeld proeftuin Arbozorg nieuwe stijl Overige oplossingsrichtingen Opzetten specialistisch diagnostiek. Diverse specialismen binnen beroepsziekten en niet alleen in het kader van claims Bonus regeling om medewerkers gezond te houden Preventie investering aftrek NcvB cijfers, zorgen voor beleidsacties Verschil: melden en vermoeden van beroepsziekten vs expertises bewezen beroepsziekten Rol van klanten en keten Een klant zou moeten vragen om een veilig proces waar mensen geen risico lopen op het opdoen van beroepsziekte. Van individuele klanten kun je dit niet verwachten. Maar wel van grote afnemers van bijvoorbeeld voedsel. Vliegmaatschappijen zouden bijv. kunnen opnemen in hun voorwaarden dat voedsel wordt gemaakt onder goede arbeidsomstandigheden. 84

86 Grean key voor de sector. Als je grote aanbesteding maakt, neem dan als arbo als voorwaarde op (iets voor FNV) In aanbesteding van Shell staat bijvoorbeeld alles over duurzaamheid, ook zou hier iets moeten staan over gezonde arbeidsomstandigheden. Aanbesteedregels moeten duidelijker. 4.) Oplossingsrichtingen onderwijs Knelpunt samengevat Op dit moment is er te weinig aandacht in het onderwijs voor gezond en veilig werken. Gezond en veilig werken zit niet meer in de eindtermen van opleidingen (agrarisch is uitzondering). Bewustwording zou daar moeten beginnen. Het Ministerie van OC&W staat redelijk autonoom t.o.v. andere ministeries (SZW/VWS en EZ). Er wordt veel top-down naar scholen georganiseerd. Mogelijke oplossingsrichtingen: Veilig en gezond werken in de basis bij beroepsopleidingen Herkenning en erkenning van het belang van gezond en veilig werken begint in het onderwijs. Jonge mensen die nog aan de start staan van hun loopbaan zouden in hun opleiding moeten leren over Arbo. Hiermee kun je vroegtijdig awareness creëren. Gezond en veilig werken moet een verplicht onderdeel zijn van het basis curriculum van alle beroepsopleidingen. Gezond en veilig werken moet onderdeel van vakmanschap zijn. Leerlingen zouden op de opleiding juiste wijze van handelen moeten aanleren. Arbo moet in die zin geen apart onderdeel zijn, maar geïntegreerd worden in de vaardigheden die jonge mensen aanleren. Tijdens de opleiding moeten jongeren de gelegenheid hebben om ook in de praktijk op een veilige en gezonde manier te werken. In hun stage moeten leerlingen problemen die zich op dit terrein voordoen kunnen bespreken. Ouderen kunnen vervolgens weer leren van jongeren. Daar is uiteraard wel een open leer houding voor nodig. Kennis over arbeidsrisico s in de opleiding van artsen Ook bij artsen zou er in de opleiding aandacht moeten zijn voor veilig en gezond werken en schadelijke gevolgen van de blootstelling van stoffen op de gezondheid. Een mogelijk idee is om artsen vanuit opleiding voorlichting te laten geven op scholen over veilig en gezond werken. KNO artsen moeten bijvoorbeeld vanuit hun opleiding verplicht les geven op scholen over de gevaren van harde muziek. o Voor bedrijfsartsen en arbeid hygiënisten zou er een verplichting kunnen zijn om voorlichting te geven over arbeidsrisico s op beroepsopleidingen. Ook kunnen ze voorlichting geven aan bedrijven. o Longartsen zouden voorlichting kunnen geven over de schadelijke gevolgen van inademing van stoffen op de longen. Zij geven al voorlichting over roken op scholen. Hiermee creëer je wederzijdse bewustwording: niet alleen leerlingen leren maar ook artsen doen kennis op over arbeidsrisico s. Daarnaast is het voorlichting geven op zichzelf een belangrijke vaardigheid voor artsen om zich eigen te maken 85

87 Mogelijkheden voor agendering veilig en gezond werken in onderwijs Ministeries SZW en VWS zouden hier een rol in kunnen spelen Zie ook Brief van Ascher zie bijvoorbeeld op pag. 5 fragment rondom onderwijs): MBO raad zou goede bondgenoot kunnen zijn, Ton Heerts is nieuwe voorzitter. In Zwitserland is campagne gehouden voor onderwijs 5.) Communicatie en agendering Er moet meer (media) aandacht komen voor veilig en gezond werken. Appellerende communicatie Communicatie zou meer appellerend moeten zijn. Hoe kan het dat bedrijven pas belang gaan inzien als iemand wat overkomt? o Communicatie zou meer de emotie moeten triggeren van schade die het op kan leveren. bijv. het zal je dochter maar wezen o Met concrete voorbeelden komen o Mensen met beroepsziekten zichtbaarder maken o Vanuit FNV is er veel aandacht voor mensen die al ziek zijn geworden (als kalf al verdronken is). Het leed dat hen is getroffen wordt visueel gemaakt met als boodschap Dat willen we als Nederland niet. Doel van deze communicatie is om mensen te compenseren en preventie op kaart te zetten. o Als mensen problemen aankaarten moet ook handelingsperspectief duidelijk zijn. Laat bij negatieve effecten ook oplossingen zien o Het sexy maken van gezond werken zou aandacht moeten krijgen: schoon is het nieuwe stoer o Van moeten naar willen o Aansluiting vinden bij de doelgroep door te luisteren naar wat hen beweegt. Persoonlijke verhalen inzetten om andere collega s te motiveren. Zie als voorbeeld de aanpak bij de Drive campagne van het sectorinstituut transport en logistiek, gericht op duurzame inzetbaarheid bij ondernemers en hun chauffeurs Communicatie ook richten op vrouwen en partners Richt je niet alleen op werknemers maar ook op mensen die rondom de werknemers staan zoals partners, kinderen, ouders erbij betrekken. Sociale druk kan helpen! Tijdschrifen zoals Libelle, Margriet, Autoweek benaderen. FNV heeft Libelle aangeschreven. Je bereikt daarmee de vrouw van. Ze hadden geen interesse, maar wellicht dat we ze gezamenlijk wel mee kunnen krijgen. Vrouwen hebben traditioneel belangrijke rol als het gaat om gezondheid in het gezin. Voorlichting geven over veilig en gezond werken bij verenigingen als de Plattelandsvrouwen, de Libelle Zomerweek, Huishoudbeurs 86

88 Overkoepelende, landelijke campagne over gezond en veilig werken Een overkoepelende landelijke, sector overstijgende campagne houden over gezond werken o Met een landelijke campagne zien partners en moeders van werknemers het ook o Met een landelijke campagne per branche kunnen mogelijke aandoeningen per branche in kaart worden gebracht. Hiermee kun je inspelen op het sentiment bij vrouwen en kinderen o FNV heeft website gemaakt die branche overstijgend is: Op deze site kunnen werknemers informatie vinden en nagaan of ze op hun werk blootgesteld worden aan kankerverwekkende stoffen. Deze site zou nog breder onder aandacht kunnen worden gebracht. Aansluiten bij tv programma s Zoek in campagne naar rol modellen die goede voorbeelden geven, bijvoorbeeld in het programma help mijn man is klusser met John Williams, maar ook bijvoorbeeld in GTST Voorbeeld van Martine Bouman infotainment: Infotainment en Martine Bouwman, Centrum Media & Gezondheid o Ze is recent benoemd tot bijzonder hoogleraar Entertainment Media and Social Change' aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam o Inaugurele rede Amusing Ourselves to Health and Happiness o Tips voor scripts Zij organiseert workshops met scriptschrijvers, ze zijn altijd op zoek naar nieuwe items (bijv van GTST). Er is ook onderzoek gedaan naar effectiviteit Overige ideeën mbt communicatie Op ludieke manier aandacht aangeven Filmpjes maken waarin mensen met een beroepslongziekte hun verhaal vertellen Alles moet praktischer worden voor de gewone man Framing gebruiken in communicatie, dierenwelzijn is onderwerp geweest, medewerker welzijn kan ook thema zijn bijv plofkippen is een term die heel erg bij mensen is blijven hangen en wat invloed op koopgedrag heeft gehad. Niemand kende de term daarvoor. Je zou een dergelijke term ook kunnen bedenken voor voedsel dat gemaakt is in minder goede arbeidsomstandigheden In chemische industrie zouden geen gevaren moeten zijn. Toch komt het voor dat daar mensen tegen hoge betaling bereid zijn te worden blootgesteld aan risico s. Communicatie hierin: Wat heb je liever, jouw geld of mijn leeftijd met een longaandoening? Lobbyisten kunnen hier actieve rol in spelen Met veilig en gezond werken aanhaken aan andere thema s o Veilig werken is vakmanschap o Veilig werken is goed werknemerschap 87

89 Bijlage D Verslag seminar beroepslongziekten 31 mei 88

90 89

91 90

92 91

93 92

94 93

95 94

96 95

97 96

98 97

99 98

100 99

101 100

MANIFEST INTEGRALE AANPAK BEROEPSLONGZIEKTEN NEDERLAND WERELDKAMPIOEN GEZOND WERKEN

MANIFEST INTEGRALE AANPAK BEROEPSLONGZIEKTEN NEDERLAND WERELDKAMPIOEN GEZOND WERKEN MANIFEST INTEGRALE AANPAK BEROEPSLONGZIEKTEN NEDERLAND WERELDKAMPIOEN GEZOND WERKEN Ieder jaar overlijden in Nederland zo n 2000 mensen aan beroepslongziekten als gevolg van blootstelling aan stoffen op

Nadere informatie

https://youtu.be/h_nn_9irvf8 Take home Stoffen op het werk zorgen voor veel leed Het stelsel functioneert gebrekkig Gelukkig komende jaren veel aandacht voor beroepslongziekten/stoffen: SZW, Inspectie,

Nadere informatie

Signalering beroepslongziekten en arbocuratieve samenwerking. 31 mei 2018 Heleen den Besten Long Alliantie Nederland

Signalering beroepslongziekten en arbocuratieve samenwerking. 31 mei 2018 Heleen den Besten Long Alliantie Nederland Signalering beroepslongziekten en arbocuratieve samenwerking 31 mei 2018 Heleen den Besten Long Alliantie Nederland BG-dagen 2018 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen /

Nadere informatie

Signalering beroepslongziekten en arbocuratieve samenwerking. 31 mei 2018 Heleen den Besten Long Alliantie Nederland

Signalering beroepslongziekten en arbocuratieve samenwerking. 31 mei 2018 Heleen den Besten Long Alliantie Nederland Signalering beroepslongziekten en arbocuratieve samenwerking 31 mei 2018 Heleen den Besten Long Alliantie Nederland Programma Kennismaking Beroepslongziekten: de verhalen en de cijfers Activiteiten LAN

Nadere informatie

Arbeidshygiënisten een belangrijke schakel in het voorkomen van beroepsziekten

Arbeidshygiënisten een belangrijke schakel in het voorkomen van beroepsziekten Arbeidshygiënisten een belangrijke schakel in het voorkomen van beroepsziekten Actieplan Nederlandse Vereniging van Arbeidshygiëne. Een uitnodiging tot samenwerking. Kennis Meten Maatregelen Het aantal

Nadere informatie

Beroepsziekten, wat kan je er mee als veiligheidskundige? Drs.ing. Jolanda Willems MBA Drs. Rik Menting bedrijfsarts PreventPartner

Beroepsziekten, wat kan je er mee als veiligheidskundige? Drs.ing. Jolanda Willems MBA Drs. Rik Menting bedrijfsarts PreventPartner Beroepsziekten, wat kan je er mee als veiligheidskundige? Drs.ing. Jolanda Willems MBA Drs. Rik Menting bedrijfsarts PreventPartner Voorstellen (1) Gecertificeerd arbeidshygiënist/toxicoloog, ook opgeleid

Nadere informatie

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2.1 Inleiding Op basis van recente onderzoeksliteratuur geeft dit hoofdstuk een globale schets van de stand van zaken van de arbeidsomstandigheden in Nederland (paragraaf

Nadere informatie

In dit nummer. April Van de redactie

In dit nummer. April Van de redactie April 2018 Van de redactie Deze maand is gestart met een pilot onder alle PIM artsen. Wij zijn benieuwd naar het aantal patiënten dat een bedrijfsarts in één maand ziet en bij hoeveel van deze patiënten

Nadere informatie

KNMG-visie Zorg die werkt. René Héman 8 juni 2017

KNMG-visie Zorg die werkt. René Héman 8 juni 2017 KNMG-visie Zorg die werkt René Héman 8 juni 2017 Uitgangspunten en doelen Ontwikkeld voor en door artsen (NVAB, NVVG, GAV, Federatie Medisch Specialisten, LHV, NHG en KAMG) Arbeidsgerelateerde medische

Nadere informatie

Ongeval en Beroepsziekte

Ongeval en Beroepsziekte Ongeval en Beroepsziekte Rechte rug recht en slappe knieën Erik Stigter, bedrijfsarts, forensisch arts Peter Wulp, bedrijfsarts Medisch adviseurs Inspectie SZW Preventie van gezondheidsschade door arbeid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 25 883 Arbeidsomstandigheden Nr. 236 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Vernieuwde Arbowet. De belangrijkste wijzigingen op een rij

Vernieuwde Arbowet. De belangrijkste wijzigingen op een rij Vernieuwde Arbowet De belangrijkste wijzigingen op een rij Op 1 juli 2017 treedt de vernieuwde Arbowet definitief in werking. De regering wil medewerkers en werkgevers meer betrekken bij het arbobeleid,

Nadere informatie

Cobi Oostveen Bedrijfsarts Bedrijfsartsconsulent oncologie. Nascholing NVAB Noord 6 april 2017

Cobi Oostveen Bedrijfsarts Bedrijfsartsconsulent oncologie. Nascholing NVAB Noord 6 april 2017 Cobi Oostveen Bedrijfsarts Bedrijfsartsconsulent oncologie Nascholing NVAB Noord 6 april 2017 De brug van kanker naar arbeid Aanleiding Arbeidsparticipatie van mensen die behandeld worden of zijn voor

Nadere informatie

Standaard Verzuimprotocol NLG Arbo

Standaard Verzuimprotocol NLG Arbo Bijlage 1 Standaard Verzuimprotocol NLG Arbo 1. De Opdrachtgever meldt de werknemer binnen twee dagen ziek in de verzuimapplicatie. Opdrachtgever kiest daarbij voor een standaard melding of een Oei!!!-melding.

Nadere informatie

Beroepsziekten anno 2015: uitdaging voor de arbeidshygiëne!

Beroepsziekten anno 2015: uitdaging voor de arbeidshygiëne! NVvA symposium 2015 Beroepsziekten anno 2015: uitdaging voor de arbeidshygiëne! Remko Houba (NKAL, PreventPartner, DPSO Arbozorg) 18 maart 2015 De uitdaging anno 1907 Eastman, C. Work-accidents and the

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over de nieuwe Arbowet per 1 juli 2017

Vragen en antwoorden over de nieuwe Arbowet per 1 juli 2017 Vragen en antwoorden over de nieuwe Arbowet per 1 juli 2017 Meer aandacht voor de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie bij werkgevers en de randvoorwaarden

Nadere informatie

Gezondheidsbewaking in bakkerijen

Gezondheidsbewaking in bakkerijen Gezondheidsbewaking in bakkerijen Ervaringen met 21 jaar preventie en opsporing Tineke Rens Arbeidshygiënist Coördinator Veilig en Gezond werken in het Bakkersbedrijf Inhoud Wat was in branche de reden/aanleiding

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting. De noodzaak van een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken

SAMENVATTING. Samenvatting. De noodzaak van een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken Samenvatting 6 SAMENVATTING Samenvatting De noodzaak van een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken Een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken is nodig om te bereiken dat werkenden

Nadere informatie

Home MUTSAERS & SLOOT. Zelfstandige bedrijfs- en verzekeringsartsen. Langvennen Oost DR Oisterwijk Tel:

Home MUTSAERS & SLOOT. Zelfstandige bedrijfs- en verzekeringsartsen. Langvennen Oost DR Oisterwijk Tel: Home MUTSAERS & SLOOT Zelfstandige bedrijfs- en verzekeringsartsen Langvennen Oost 147 5061 DR Oisterwijk Tel: 013-5210488 e-mail: info@mutsaers-sloot.nl Mutsaers & Sloot - Langvennen Oost 147-5061 DR

Nadere informatie

De SER en chronisch zieke werkenden

De SER en chronisch zieke werkenden Chronisch ziek en werken in Nederland, operationaliseren van de beleidsadviezen 2016. Een plan van aanpak waaruit Vlaanderen kan leren of aanzet tot gezamenlijke actie? 25 januari 2018 00-00-2009 pagina

Nadere informatie

Preventief Medisch Onderzoek, wat moet je er mee als arbeidshygiënist

Preventief Medisch Onderzoek, wat moet je er mee als arbeidshygiënist Preventief Medisch Onderzoek, wat moet je er mee als arbeidshygiënist Maart 2015 Drs.ing. Jolanda Willems MBA, drs. Toin van Haeren, bedrijfsarts, drs. Rik Menting, bedrijfsarts, drs. Edo Houwing, arbeids-

Nadere informatie

Chronische longziekten en werk

Chronische longziekten en werk Chronische longziekten en werk Mensen met een longziekte hebben meer moeite om aan het werk te blijven of een betaalde baan te vinden dan de rest van de bevolking. Slechts 42% van de mensen met COPD heeft

Nadere informatie

PMO stand van zaken. CGC bijeenkomst Rik Menting

PMO stand van zaken. CGC bijeenkomst Rik Menting PMO stand van zaken CGC bijeenkomst 09-06-2016 Rik Menting Wetgeving De werkgever stelt de werknemers periodiek in de gelegenheid een onderzoek te ondergaan, dat erop is gericht de risico's die de arbeid

Nadere informatie

u de regie, wij de deskundigheid De nieuwe Arbowet PER 1 JULI 2017

u de regie, wij de deskundigheid De nieuwe Arbowet PER 1 JULI 2017 u de regie, wij de deskundigheid De nieuwe Arbowet PER 1 JULI 2017 Per 1 juli 2017 is de nieuwe Arbowet in werking getreden. In de vernieuwde Arbowet wordt de betrokkenheid van werkgevers en werknemers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 25 883 Arbeidsomstandigheden Nr. 286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Hepatitis Congres, 16 september 2014. drs. Emiel Rolink Long Alliantie Nederland

Hepatitis Congres, 16 september 2014. drs. Emiel Rolink Long Alliantie Nederland Hepatitis Congres, 16 september 2014 drs. Emiel Rolink Long Alliantie Nederland Inhoud 1. Nationaal Plan van Aanpak Hepatitis? 2. Nationaal Actieprogramma Chronische Longziekten 3. Lessen 1. Nationaal

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Wie ben ik Feiten en cijfers Top 5 maatregelen SER advies Knelpunten (chronische) aandoening Knelpunt in volgorde van belang Vermoeidheid;

Wie ben ik Feiten en cijfers Top 5 maatregelen SER advies Knelpunten (chronische) aandoening Knelpunt in volgorde van belang Vermoeidheid; ROBBERT JANSSEN Agenda Wie ben ik Feiten en cijfers Top 5 maatregelen SER advies Knelpunten (chronische) aandoening Knelpunt in volgorde van belang Vermoeidheid; Werkbehoud en thema s Route naar ervaringsdeskundigheid

Nadere informatie

Datum 15 februari 2016 Betreft Antwoord kamervragen 2016ZO1969 over de toename van het aantal beroepsziekten

Datum 15 februari 2016 Betreft Antwoord kamervragen 2016ZO1969 over de toename van het aantal beroepsziekten > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA S GRAVENHAGE 2500 EA20018 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 25 883 Arbeidsomstandigheden Nr. 326 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

De nieuwe Arbowet PER 1 JULI 2017

De nieuwe Arbowet PER 1 JULI 2017 De nieuwe Arbowet PER 1 JULI 2017 Per 1 juli 2017 is de nieuwe Arbowet in werking getreden. In de vernieuwde Arbowet wordt de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening vergroot

Nadere informatie

DE (VERDIEPENDE) RI&E

DE (VERDIEPENDE) RI&E DE (VERDIEPENDE) RI&E Jan Kegelaer 17 juni 2019 rpsgroup.com RPS NEDERLAND GEZOND WERKEN 1. de praktische uitoefening van het beroep arbeidshygiënist stimuleren en de kwaliteit daarvan bevorderen 2. de

Nadere informatie

RAPPORTAGE KWALITATIEF ONDERZOEK RICHTLIJN BEROEPSASTMA

RAPPORTAGE KWALITATIEF ONDERZOEK RICHTLIJN BEROEPSASTMA RAPPORTAGE KWALITATIEF ONDERZOEK RICHTLIJN BEROEPSASTMA MAART 2016 DOOR PEPPERCORN IN OPDRACHT VAN HET LONGFONDS Achtergrond De Europese richtlijn beroepsastma (astma veroorzaakt of verergerd door werk)

Nadere informatie

Informatieblad Nieuwe Arbowet

Informatieblad Nieuwe Arbowet Informatieblad Nieuwe Arbowet Op 1 juli 2017 is de gewijzigde Arbowet ingegaan. De wijzigingen hebben voornamelijk betrekking op de rol en de positie van de bedrijfsarts. Maar ook de positie van de ondernemingsraad

Nadere informatie

Rijkstoezicht op beroepsziekten

Rijkstoezicht op beroepsziekten Inspectie SZW Rijkstoezicht op beroepsziekten NVAB 19 juni 2015 Mw. ir M.A. Zuurbier Directeur Arbeidsomstandigheden 1. De Inspectie SZW 2. Beroepsziekten - meldingen 3. Versterken bedrijfsarts - wetgeving

Nadere informatie

Toekomst(bestendige) Arbeidsgerelateerde Zorg (TAZ) Dr. Anne van Putten, SZW Directie Gezond en Veilig Werken

Toekomst(bestendige) Arbeidsgerelateerde Zorg (TAZ) Dr. Anne van Putten, SZW Directie Gezond en Veilig Werken Toekomst(bestendige) Arbeidsgerelateerde Zorg (TAZ) Dr. Anne van Putten, SZW Directie Gezond en Veilig Werken Actualiteitencollege, Landelijk Arbocongres, Utrecht, 1 oktober 2018 2 Programma 1) Wat doet

Nadere informatie

ONDERZOEK BCDN. Nieuw Arbowet. Marije Terwisscha van Scheltinga & Jorrit Osinga

ONDERZOEK BCDN. Nieuw Arbowet. Marije Terwisscha van Scheltinga & Jorrit Osinga ONDERZOEK BCDN Nieuw Arbowet Marije Terwisscha van Scheltinga & Jorrit Osinga Samenvatting Vanuit de stages bij HRM-Friesland en Set In hebben Marije en Jorrit een onderzoek op de Business Contact Dagen

Nadere informatie

Bedrijfsarts en Huisarts: Samen werken aan optimale zorg. Paulien Brunings De Bedrijfsgeneeskundige Dagen 26 & 27 mei 2016

Bedrijfsarts en Huisarts: Samen werken aan optimale zorg. Paulien Brunings De Bedrijfsgeneeskundige Dagen 26 & 27 mei 2016 Bedrijfsarts en Huisarts: Samen werken aan optimale zorg Paulien Brunings De Bedrijfsgeneeskundige Dagen 26 & 27 mei 2016 0 Arbocuratieve zorg is de afgestemde zorg door behandelaar en arbeidsgeneeskundige

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

DE TOEKOMST VAN ARBEIDSGERELATEERDE ZORG. Romy Steenbeek Bianca de Klerk Marc Aelberts Marloes van der Klauw Lennart van der Zwaan

DE TOEKOMST VAN ARBEIDSGERELATEERDE ZORG. Romy Steenbeek Bianca de Klerk Marc Aelberts Marloes van der Klauw Lennart van der Zwaan DE TOEKOMST VAN ARBEIDSGERELATEERDE ZORG Romy Steenbeek Bianca de Klerk Marc Aelberts Marloes van der Klauw Lennart van der Zwaan VAN ZIEKTE EN ZORG NAAR GEZONDHEID EN GEDRAG De Gezondheidszorg staat onder

Nadere informatie

Datum Betreft Programma preventie beroepsziekten, blootstelling gevaarlijke stoffen

Datum Betreft Programma preventie beroepsziekten, blootstelling gevaarlijke stoffen > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44 44 www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Bang voor de bedrijfsarts

Bang voor de bedrijfsarts Bang voor de bedrijfsarts Het onderzoek moest antwoord geven op de volgende vragen. Wat zijn de specifieke behoeften en vragen van allochtone werknemers ten aanzien van de arbo-infrastructuur? Komt de

Nadere informatie

Investeren in Sterk naar Werk. Ziek en mondig in de 1 e lijn

Investeren in Sterk naar Werk. Ziek en mondig in de 1 e lijn Investeren in Sterk naar Werk. Ziek en mondig in de 1 e lijn Kerst Zwart, projectleider SnW en directeur Welder 14 april 2010, Zorgverzekeraars Nederland 1 Doel Sterk naar Werk Vergroten (arbeids)participatie

Nadere informatie

Complexe risico s binnen RI&E?

Complexe risico s binnen RI&E? Complexe risico s binnen RI&E?.. zelf wel ff uitzoeken of juist niet? Maart 2015 Drs.ing. Jolanda Willems MBA, drs. Aar van Swieten Voorstellen (1) Gecertificeerd arbeidshygiënist/toxicoloog, ook opgeleid

Nadere informatie

arbocare arboadviescentrum

arbocare arboadviescentrum arbocare arboadviescentrum Het Arboadviescentrum Hoe gezonder uw werknemers, hoe gezonder uw bedrijf. En dus uw winst. Helaas hebben we die gezondheid niet altijd in de hand. Eén hevige weersomslag en

Nadere informatie

Werk, participatie en gezondheid: meer dan alleen!

Werk, participatie en gezondheid: meer dan alleen! Werk, participatie en gezondheid: meer dan alleen! Prof Dr Alex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus MC Coordinator academische werkplaats CEPHIR Arbeidsparticipatie en gezondheid

Nadere informatie

Chronische longziekten en werk

Chronische longziekten en werk Chronische longziekten en werk Mensen met een longziekte hebben meer moeite om aan het werk te blijven of een betaalde baan te vinden dan de rest van de bevolking. Slechts 42% van de mensen met COPD heeft

Nadere informatie

Betere zorg voor werkenden Wat wordt uw bijdrage? Bedrijfsgeneeskundige dagen Papendal 18 juni 2015 L.J. Gunning

Betere zorg voor werkenden Wat wordt uw bijdrage? Bedrijfsgeneeskundige dagen Papendal 18 juni 2015 L.J. Gunning Betere zorg voor werkenden Wat wordt uw bijdrage? Toekomst arbeidsgerelateerde zorg Adviesaanvraag minister van SZW In aansluiting op SER-advies 2012: Een stelsel voor gezond en veilig werken Wat is de

Nadere informatie

Ziektelastmeter COPD Lustrum Stichting Miletus Amersfoort 3 april 2014

Ziektelastmeter COPD Lustrum Stichting Miletus Amersfoort 3 april 2014 Ziektelastmeter COPD Lustrum Stichting Miletus Amersfoort 3 april 2014 drs. Emiel Rolink Long Alliantie Nederland Inhoud 1. Longziekten: een groot probleem 2. Nationaal Actieprogramma Chronische Longziekten

Nadere informatie

Bijlage. Voorbeeld uitwerking minimaal werkdrukbeleid

Bijlage. Voorbeeld uitwerking minimaal werkdrukbeleid Bijlage Voorbeeld uitwerking minimaal werkdrukbeleid Toelichting: door het vastleggen van het beleid ten aanzien van werkdruk kun je altijd actief of op verzoek helderheid geven over dit beleid aan je

Nadere informatie

Voorkómen beroepsziekten & Behoud duurzame inzetbaarheid

Voorkómen beroepsziekten & Behoud duurzame inzetbaarheid Standpunt NVAB-bestuur over het melden van beroepsziekten Ernst Jurgens, bedrijfsarts & bestuurslid (i.s.m. Arianne Lindhout, bedrijfsarts & bestuurlid) Voorkómen beroepsziekten & Behoud duurzame inzetbaarheid

Nadere informatie

De nieuwe Arbowet. Urmond, 16 november 2017

De nieuwe Arbowet. Urmond, 16 november 2017 De nieuwe Arbowet Urmond, 16 november 2017 Wijziging Arbowet Ingangsdatum: 1 juli 2017 Doelstelling: Versterking positie preventiemedewerker Versterking/verduidelijking positie en rol van de bedrijfsarts

Nadere informatie

Deel 1 Afstemmen van behandeling en werkhervatting

Deel 1 Afstemmen van behandeling en werkhervatting Deel 1 Afstemmen van behandeling en werkhervatting Samenwerking, durft u het aan? Noks Nauta en Joost van der Gulden Wanneer je een wat serieuzer gezondheidsprobleem hebt, krijg je al vlug met verschillende

Nadere informatie

Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden

Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden Syllabus Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden Verzuimpreventie, veilig werken en een integrale aanpak U lapt de regels van de Arbowet natuurlijk niet aan uw laars. Maar kent u al uw arboverantwoordelijkheden?

Nadere informatie

Gezondheidsbewaking in bakkerijen

Gezondheidsbewaking in bakkerijen Gezondheidsbewaking in bakkerijen Ervaringen met 3 jaar opsporing en interventie Tineke Rens Coördinator Informatiecentrum Grondstofallergie Inhoud Inleiding Preventie Het allergieonderzoek Allergisch

Nadere informatie

Programma Veilig Werken met Gevaarlijke Stoffen

Programma Veilig Werken met Gevaarlijke Stoffen Programma Veilig Werken met Gevaarlijke Stoffen Arbo-event 14 februari 2019 Henri Géron Programmamanager, SZW 2 Filmpje Kick Off Aanleiding programma 2018-2021 Urgentie Veel mensen worden nog ziek door

Nadere informatie

Arbodienstverlening Keerpunt 2019

Arbodienstverlening Keerpunt 2019 Informatiekaart Arbodienstverlening 2019 Ziekte van een werknemer is niet prettig; niet voor uw werknemer, maar ook niet voor u. Zeker niet wanneer er sprake is van langdurig verzuim. U en uw werknemer

Nadere informatie

Gewijzigde wetgeving(en)

Gewijzigde wetgeving(en) Gewijzigde wetgeving(en) De gevolgen voor de werkgever (en werknemers) Het wordt er niet makkelijker op Het basiscontract Een van de belangrijkste wijzigingen is de invoering van het basiscontract. Het

Nadere informatie

PAGO Gevaarlijke Stoffen juni 2018 dia nr 5. Blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk in Nederland. PAGO Gevaarlijke Stoffen

PAGO Gevaarlijke Stoffen juni 2018 dia nr 5. Blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk in Nederland. PAGO Gevaarlijke Stoffen PAGO Gevaarlijke Stoffen ofwel het Addendum Leidraad Preventief Medisch Onderzoek (PMO) van werkenden bij blootstelling aan gevaarlijke stoffen auteurs Rik Menting, Frank Brekelmans, Carel Hulshof Blootstelling

Nadere informatie

Whitepaper SER-ontwerpadvies Toekomst arbeidsgerelateerde zorg

Whitepaper SER-ontwerpadvies Toekomst arbeidsgerelateerde zorg Whitepaper SER-ontwerpadvies Toekomst arbeidsgerelateerde zorg VeReFi Whitepaper 13 Toekomst arbeidsgerelateerde zorg - 1 - Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Overzicht knelpunten... 4 3. Toekomstvisie... 5 3.1

Nadere informatie

Invloed op arborisico s

Invloed op arborisico s Invloed op arborisico s Wettelijk kader en overleg Simon Troost Korte quiz Mag elke werknemer of alleen een specialist de RI&E uitvoeren? Moet de werkgever in geval van verzuim het advies van een bedrijfsarts

Nadere informatie

Toekomst(bestendige) Arbeidsgerelateerde Zorg (TAZ) Henri Géron, Min. v. SZW Directie Gezond en Veilig Werken

Toekomst(bestendige) Arbeidsgerelateerde Zorg (TAZ) Henri Géron, Min. v. SZW Directie Gezond en Veilig Werken Toekomst(bestendige) Arbeidsgerelateerde Zorg (TAZ) Henri Géron, Min. v. SZW Directie Gezond en Veilig Werken Actualiteitencollege, NBC Congrescentrum, Nieuwegein, 24 maart 2017 2 Onderwerpen Aanleiding;

Nadere informatie

1. Inleiding. Aanleiding

1. Inleiding. Aanleiding ASTMA EN COPD ZORG 1. Inleiding Stichting Huisartsenlaboratorium Friesland (HAL) ondersteunt huisartsenpraktijken bij opsporing, diagnostiek en controle van Astma en COPD patiënten. In samenwerking met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 25 883 Arbeidsomstandigheden Nr. 266 HERDRUK 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Veranderingen in de Arbowetgeving

Veranderingen in de Arbowetgeving Veranderingen in de Arbowetgeving Voor bedrijfsartsen van NVAB Kring voor bedrijfsgezondheidszorg Amsterdam e.o. Saskia Lang, Advocaat Arbeidsrecht 06 36 03 72 01 lang@langblok.nl langblok.nl @langadvocatuur

Nadere informatie

Arbodienstverlening. Informatie voor werkgevers

Arbodienstverlening. Informatie voor werkgevers Arbodienstverlening Informatie voor werkgevers Bedrijven moeten zich bij het opstellen en uitvoeren van een goed arbeidsomstandighedenbeleid en ziekteverzuimbeleid deskundig laten ondersteunen. Dit is

Nadere informatie

Webinar. Gevolgen wijzigingen Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) 11 april 2017

Webinar. Gevolgen wijzigingen Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) 11 april 2017 Webinar Gevolgen wijzigingen Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) 11 april 2017 Bent u al Arbowet-proof Arnoud van Hogen Manager procesregie Pauline Oberink Bedrijfsjurist Programma Wijzigingen Arbowet per

Nadere informatie

Astma en COPD Nieuwe ontwikkelingen. Regien Kievits, kaderarts astma/copd CAHAG-cursus 2017 CAHAG POH

Astma en COPD Nieuwe ontwikkelingen. Regien Kievits, kaderarts astma/copd CAHAG-cursus 2017 CAHAG POH Nieuwe ontwikkelingen Astma en COPD 2017 Regien Kievits, kaderarts astma/copd CAHAG-cursus 2017 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Programma preventie beroepsziekten

Programma preventie beroepsziekten Programma preventie beroepsziekten 2018-2021 Mini-symposium veilig en gezond werken met gevaarlijke stoffen. Nicolette Damen SZW Filmpje Kick Off Kick-Off was 14 mei 3 Aanleiding programma 2018-2021 Urgentie

Nadere informatie

7. Arbodeskundige(n) en arbodienst

7. Arbodeskundige(n) en arbodienst Handboek Ondernemingsraad en Personeelsvertegenwoordiging Inhoudsopgave 7. Arbodeskundige(n) en arbodienst... 1 7.1 Wat is een arbodeskundige?... 3 7.2 Wie toetst en geeft advies over de RI&E?... 3 7.3

Nadere informatie

Introductie. Uitgebracht door Stichting Arbouw, Volandis Ceintuurbaan LG Harderwijk. Postbus AB Harderwijk

Introductie. Uitgebracht door Stichting Arbouw, Volandis Ceintuurbaan LG Harderwijk. Postbus AB Harderwijk Volandis Ceintuurbaan 2 3847 LG Harderwijk Uitgebracht door Stichting Arbouw, 2011 Postbus 85 3840 AB Harderwijk 0341 499 299 info@volandis.com Introductie 2 van 11 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Richtlijnen

Nadere informatie

Inleiding Positie van chronisch zieke werknemers Welke drempels ervaren chronisch zieke werknemers?... 6

Inleiding Positie van chronisch zieke werknemers Welke drempels ervaren chronisch zieke werknemers?... 6 1 Inleiding... 3 1. Kennis over de ontwikkeling rondom chronisch zieke medewerkers... 4 1.1 Zijn werkgevers bekend met de groei van het aantal chronisch zieken?... 4 1.2 Zijn werkgevers op de hoogte van

Nadere informatie

PAGO. 13 April 2017 Edo Houwing, Toin van Haeren, Rik Menting, Jolanda Willems PreventPartner

PAGO. 13 April 2017 Edo Houwing, Toin van Haeren, Rik Menting, Jolanda Willems PreventPartner PAGO 13 April 2017 Edo Houwing, Toin van Haeren, Rik Menting, Jolanda Willems PreventPartner Opzet PAGO / PMO Preventief Medisch Onderzoek Bewaken en bevorderen van gezondheid & inzetbaarheid. Doelstelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 25 883 Arbeidsomstandigheden Nr. 267 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Second Opinion & casemanagement. VeReFi Zomermarkt 2019

Second Opinion & casemanagement. VeReFi Zomermarkt 2019 Second Opinion & casemanagement VeReFi Zomermarkt 2019 1 Een bijzondere belevenis in wat verzuim begeleidend Nederland nog beter kan begrijpen en doen Pim Berkhout, geregistreerd bedrijfsarts, gerechtelijk

Nadere informatie

Invloed op arborisico s

Invloed op arborisico s Invloed op arborisico s Wettelijk kader en overleg Simon Troost S.Troost (2019) 1 1 Ik ben Simon Troost 17 jaar trainer medezeggenschap Technische achtergrond en A&O psycholoog Specialisatie: alles wat

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over gegevensuitwisseling verzekeraars, werkgevers, werknemers en arbodiensten

Vragen en antwoorden over gegevensuitwisseling verzekeraars, werkgevers, werknemers en arbodiensten Vragen en antwoorden over gegevensuitwisseling verzekeraars, werkgevers, werknemers en arbodiensten 1. Welke informatie mag een arbodienst Een arbodienst mag een verzekeraar alleen administratieve gegevens

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

s-gravenhage, 27 mei 2015 doorkiesnummer:

s-gravenhage, 27 mei 2015 doorkiesnummer: Bezuidenhoutseweg 60, 2594 AW s-gravenhage Postbus 90525, 2509 LM s-gravenhage Telefoon (070) 3 499 740 E-mailadres: info@vcp.nl Aan de voorzitter en de leden van de Vaste commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

NIEUWE ARBOWET PER 1 JULI 2017

NIEUWE ARBOWET PER 1 JULI 2017 NIEUWE ARBOWET PER 1 JULI 2017 Jan Harmen Kwantes ARBOWETGEVING Arbowet / Arbobesluit / Arboregeling 1 juli 2005: Introductie preventiemedewerker en meer marktwerking arbodienstverlening 1 juli 2017: Wijziging

Nadere informatie

OR & Arbobeleid Arbowet op de schop mr. J.L. (Janka) Sintemaartensdijk 6 maart 2018

OR & Arbobeleid Arbowet op de schop mr. J.L. (Janka) Sintemaartensdijk 6 maart 2018 OR & Arbobeleid Arbowet op de schop mr. J.L. (Janka) Sintemaartensdijk 6 maart 2018 Wetswijziging Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers

Nadere informatie

Scoren met medezeggenschap

Scoren met medezeggenschap Scoren met medezeggenschap actualiteiten Arbeidsomstandighedenwet privacyregels bij ziekte Huidige wettelijke taken verplicht om zich door bedrijfsarts te laten bijstaan ziekteverzuimbegeleiding periodiek

Nadere informatie

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk 23 mei 2015 HA /01

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk 23 mei 2015 HA /01 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid t.a.v. Dr. mr. L.F. Asscher, minister Postbus 90801 2509 LV Den Haag Datum Uw kenmerk Ons kenmerk 23 mei 2015 HA 230515/01 Onderwerp Stelsel arbeidsgerelateerde

Nadere informatie

Richtlijnen aanpak verzuim om psychische redenen

Richtlijnen aanpak verzuim om psychische redenen Richtlijnen aanpak verzuim om psychische redenen HR&O november 2014 Opgesteld door: Asja Gruijters, adviseur HR&O 1 1. Inleiding Om te komen tot een integraal PSA-beleid is het belangrijk richtlijnen op

Nadere informatie

ARBO BELEID. Krammer HE Brielle /

ARBO BELEID. Krammer HE Brielle / ARBO BELEID Krammer 8 3232 HE Brielle 0181-470467/68 0181-470469 Inleiding Op scholen vormen arbeidsomstandigheden een veel besproken onderwerp. De gezondheid en het welzijn van het personeel is vaak in

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 'S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 'S GRAVENHAGE Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 'S GRAVENHAGE Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

PMO Wetsvoorstel Beroepsziekten

PMO Wetsvoorstel Beroepsziekten PMO Wetsvoorstel Beroepsziekten Rechte rug of slappe knieën Peter Wulp, bedrijfsarts Medisch adviseur Inspectie SZW Preventie van gezondheidsschade door arbeid RI&E Maatregelen / AH strategie /preventiestrategie

Nadere informatie

Onderwerp basiscontract

Onderwerp basiscontract Checklist basiscontract Een basiscontract voor arbodienstverlening wil helderheid geven aan alle betrokkenen. Het is gebaseerd op de wet- en regelgeving en de minimale eisen waaraan een contract tussen

Nadere informatie

Checklist aanpassingen Arbowet 2017 versie 29 sept 2017

Checklist aanpassingen Arbowet 2017 versie 29 sept 2017 Checklist aanpassingen Arbowet 2017 versie 29 sept 2017 Inleiding Op 1 juli 2017 heeft de arbowetgeving een aantal belangrijke wijzigingen ondergaan. Deze aanpassing moet de preventie en de arbodienstverlening

Nadere informatie

Elementen voor een toekomstgericht stelsel van arbeidsgerelateerde zorg

Elementen voor een toekomstgericht stelsel van arbeidsgerelateerde zorg Commissie Arbeidsomstandigheden ARBO/1028 3 januari 2014 Elementen voor een toekomstgericht stelsel van arbeidsgerelateerde zorg 1. Inleiding In vervolg op de commissievergadering van 14 november is in

Nadere informatie

Jaargang 2014 / nieuwsbrief 19 / januari en februari 2014 INHOUD:

Jaargang 2014 / nieuwsbrief 19 / januari en februari 2014 INHOUD: Jaargang 2014 / nieuwsbrief 19 / januari en februari 2014 INHOUD: Is uw RI&E compleet? 1 op de 3 gevallen ziekteverzuim door werkstress Duurzaam inzetbaar met nieuwe Loopbaanspiegel 'Preventiemedewerker

Nadere informatie

Checklist aanpassingen Arbowet 2017i

Checklist aanpassingen Arbowet 2017i Checklist aanpassingen Arbowet 2017i Inleiding Op 1 juli 2017 ondergaat de arbowetgeving een aantal belangrijke wijzigingen. Deze aanpassing moet de preventie en de arbodienstverlening verder verbeteren

Nadere informatie

Een andere kijk op werken kanker en re-integratie

Een andere kijk op werken kanker en re-integratie Een andere kijk op werken kanker en re-integratie human support grensverleggend mensenwerk Kanker wordt steeds meer een chronische ziekte, dus krijgen organisaties en werkgevers in toenemende mate te maken

Nadere informatie

Langdurig zieke werknemers: de route naar succesvolle reintegratie

Langdurig zieke werknemers: de route naar succesvolle reintegratie Langdurig zieke werknemers: de route naar succesvolle reintegratie Wanneer een werknemer langdurig ziek wordt, zijn werkgever en werknemer samen verantwoordelijk voor de re-integratie. Er zijn twee mogelijkheden

Nadere informatie

Persoonsgerichte preventie: wie, wat, waar, hoe. Roderik Kraaijenhagen NIPED, Amsterdam

Persoonsgerichte preventie: wie, wat, waar, hoe. Roderik Kraaijenhagen NIPED, Amsterdam Persoonsgerichte preventie: wie, wat, waar, hoe Roderik Kraaijenhagen NIPED, Amsterdam Chronic disease burden - hart- en vaatziekten - diabetes - COPD - depressie / angst - obesitas Adequate preventie

Nadere informatie

Interventies Houdings- en Bewegingsapparaat

Interventies Houdings- en Bewegingsapparaat Interventies Houdings- en Bewegingsapparaat 2013 Re. Entry is samenwerkingspartner binnen FIT Return (zie www.fit-return.nl) 1 Arbeid en Belastbaarheid Intake Fysiek (Arbeids- Bedrijfsfysiotherapeut) De

Nadere informatie

Kansen met beperkingen

Kansen met beperkingen Taakdelegatie bedrijfsarts aan de bedrijfsarbeidsdeskundige. Inleiding Als er gekozen wordt om de bedrijfsarbeidsdeskundige (BAD) het eerste aanspreekpunt te late zijn voor medewerkers en leidinggevenden

Nadere informatie

Arbeidsdeskundig Casemanagement: specialiteit van Keerpunt

Arbeidsdeskundig Casemanagement: specialiteit van Keerpunt Arbeidsdeskundig Casemanagement: specialiteit van Keerpunt Binnen de re-integratiebegeleiding van Keerpunt staat arbeidsdeskundig casemanagement centraal. Iedere zieke medewerker heeft een eigen verhaal

Nadere informatie

Abonnement Verrichtingen van WorkingStyle

Abonnement Verrichtingen van WorkingStyle Abonnement Verrichtingen van WorkingStyle U hebt weinig verzuim en u weet zelf heel goed wat verzuimbegeleiding inhoudt en daarvoor wilt u alles zelf regelen. Ook wilt u voldoen aan de wettelijke eisen

Nadere informatie