Hoofdstuk Inleiding Maak de gezonde keuze gemakkelijker

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk Inleiding Maak de gezonde keuze gemakkelijker"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 1 Voeding & gezondheid Dr. Ir. Astrid Postma-Smeets, dr. ir. Annette Stafleu, dr. ir. Lisette Brink, dr. Danielle Wolfers, drs. Frederike Mensink, kennisspecialisten Voedingscentrum 1.1 Inleiding Maak de gezonde keuze gemakkelijker Dit hoofdstuk is een inleiding in de voedingskunde en een leidraad om kansen voor gezond innoveren, produceren en distribueren te leren zien en in je werk te benutten. Tijdens alle stappen van het productieproces spelen gezondheidsaspecten een rol. Van de ontwikkeling van producten, denk aan vetzuursamenstelling en zoutgehalte, tot in het schap, denk aan het aanbiedingenbeleid van een supermarktketen. In die hele keten kan altijd iets verbeterd worden. Een productontwikkelaar moet weten wat de functie is van bijvoorbeeld zout, suiker of vet in zijn product, en hoe de functionaliteit van deze ingrediënten beïnvloed wordt tijdens het productieproces. Zo is hij beter in staat de samenstelling aan te passen met behoud van functionaliteit Professor Tiny van Boekel, parttime hoogleraar Levensmiddelentechnologie. Als consumentengedrag te voorspellen was door te vragen naar wensen en verlangens, dan was de keuze voor een gezonder aanbod snel gemaakt. Het overgrote deel van de mensen wil het allerliefst gezond en vitaal oud worden. Maar helaas is er een wereld van verschil tussen die wens en de keuzes die de gemiddelde Nederlander maakt uit het grote aanbod van producten. Het beïnvloeden van de keuze van consumenten is een lastige uitdaging en gezond innoveren vraagt wat durf en risico. De grote maatschappelijke gevolgen van te veel en verkeerd eten vragen om lef. Prof. dr. ir. Tiny van Boekel, hoogleraar Productontwerpen en Kwaliteitskunde en prof. dr. ir. Frans Kok, hoogleraar Voeding en Gezondheid, gaan in het begin van dit hoofdstuk in op de rol van de industrie. Daarna volgt een theoretisch deel: in paragraaf 1.2 gaat het over voedingsnormen en paragraaf 1.3 behandelt het belang van nutriënten. Het hoofdstuk eindigt met het thema overgewicht (1.4). Prof. dr. ir. Jaap Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid, vertelt aan het begin van die paragraaf hoe je gezond kunt verkopen. 7

2 Productontwikkelaars moeten de tijd krijgen tot goede oplossingen te komen Soep met minder zout, kaas met een lager vetgehalte, biologische zuivel. De consument wil best gezond en duurzaam eten, maar geen concessies doen aan kwaliteit en prijs. Productontwikkelaars staan voor de uitdaging aan deze soms strijdige eisen tegemoet te komen. Met voldoende tijd, energie en productkennis is er veel mogelijk, zegt Van Boekel. De laatste jaren zijn er steeds meer fabrikanten die hun portfolio tegen het licht houden. Ze bekijken in hoeverre de hoeveelheid vet, suiker of zout in hun producten omlaag kan, en of het mogelijk is duurzamer te produceren. Het resultaat van deze exercitie begint zichtbaar te worden op het winkelschap. Zo is het gehalte transvetzuren in veel margarines, chips en frites drastisch omlaag gebracht en bevatten sommige soepen en sauzen minder zout. Hoogleraar Levensmiddelentechnologie Tiny van Boekel juicht deze initiatieven toe. Je ziet dat er echt dingen veranderen in het aanbod van fabrikanten. Dat is mede te danken aan initiatieven als de Taskforce Verantwoorde Vetzuursamenstelling en het Vinkje-logo, waar een stimulerende werking van uitgaat. Tijd geven Sommige mensen zijn echter sceptisch over de inzet van fabrikanten om tot verbeteringen in het productassortiment te komen. Zij vinden bijvoorbeeld dat gezonde en duurzame alternatieven soms erg lang op zich laten wachten. Van Boekel vindt deze kritiek niet op zijn plaats. Wil je dat de consument gezonde en duurzame productvarianten koopt, dan moeten ze qua smaak, houdbaarheid en prijs gelijk zijn aan het uitgangsproduct. Dat is niet zo eenvoudig te realiseren. Bij productontwikkeling heb je met verschillende factoren te maken die elkaar beïnvloeden. Verlaag je bijvoorbeeld het zoutgehalte, dan heeft dat niet alleen effect op de smaak van het product, maar ook op de textuur en de houdbaarheid. Productontwikkelaars moeten dan ook de tijd krijgen om tot goede oplossingen te komen, licht hij toe. Overigens kosten veranderingsprocessen ook los van de productontwikkeling soms tijd. Wil je bijvoorbeeld een flinke zoutverlaging doorvoeren in je producten, dan moet je de consument eerst laten wennen aan een minder zoute smaak. Dat kan alleen door het zoutgehalte geleidelijk aan terug te dringen, benadrukt Van Boekel. Productkennis Behalve tijd, energie en kennis van consumententrends is bij productontwikkeling een gedegen productkennis een voorwaarde voor succes. Een productontwikkelaar moet weten wat de functie is van bijvoorbeeld zout, suiker of vet in zijn product, en hoe de functionaliteit van deze ingrediënten beïnvloed wordt tijdens het productieproces. Zo is hij beter in staat de samenstelling aan te passen met behoud van functionaliteit, zegt Van Boekel. 8

3 De hoogleraar benadrukt dat de productontwikkelaar alleen verantwoordelijk is voor de samenstelling van zijn product en niet direct voor het dagelijkse voedselpakket van de consument. Wel moet de productontwikkelaar het aandeel van zijn product in de dagelijkse voeding kennen. Ook moet hij een idee hebben of en zo ja hoe dit aandeel verkleind of vergroot kan worden. Hij kan echter niet weten hoe zijn product het totale consumptiepatroon van de consument beïnvloedt. Eetgedrag wordt immers bepaald door allerlei factoren en producten tegelijk, aldus Van Boekel. Ten opzichte van de productontwikkelaar zijn supermarkten en food-marketeers meer in de gelegenheid invloed uit te oefenen op het eetgedrag van de consument. Supermarkten kunnen de keuze van de consument sturen door de positie op het schap of door mensen recepten en combinaties van gezonde producten aan te bieden. Food-marketeers kunnen in campagnes de gezonde keuze benadrukken bij de consument, illustreert de hoogleraar. Bottleneck De industrie is op de goede weg bij het verbeteren van de productportfolio, vindt Van Boekel. Toch is er nog een wereld te winnen. Behalve gezondheid moet ook duurzaamheid meer betrokken worden in productontwikkeling. Dat gebeurt nu nog te weinig. De huidige voedselvoorziening vormt een grote belasting voor het milieu. De bottleneck is dat consumenten vinden dat hieraan wat moet gebeuren, maar niet willen inleveren op gemak en ook niet meer willen betalen voor een product. Fabrikanten komen hierdoor in een spagaat terecht. De ontwikkeling naar een meer duurzame voedselproductie zou vanuit de overheid gestuurd moeten worden. Die kan een maatschappelijke discussie op gang brengen en ervoor zorgen dat alle fabrikanten duurzamer gaan werken. Een ander verbeterpunt zijn de logo s en productetiketten die consumenten moeten helpen kiezen voor gezonde(re) voedingsmiddelen. Deze worden nog te vaak verkeerd begrepen. Zo weet lang niet iedereen wat hij met het label calorieën per portie aan moet. Ook weet niet elke consument dat het Vinkje bedoeld is om te kiezen tussen producten binnen een productcategorie, en niet tussen productcategorieën. Verder zou het goed zijn als er op termijn één eenduidig logo komt. Tour de force Of het nu gaat om gezonde producten of duurzaam geproduceerde voedingsmiddelen: fabrikanten moeten er niet alleen uit commerciële overwegingen aan beginnen, benadrukt Van Boekel. Productontwikkelaars moeten zich bewust zijn van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en verantwoording af kunnen en willen leggen over hun product. Pas dan kun je de tijd en energie opbrengen die nodig is om deze tour de force tot een succes te brengen. Interview Prof. dr. ir. Tiny van Boekel is Decaan voor Onderwijs en parttime hoogleraar Levensmiddelentechnologie aan Wageningen Universiteit 9

4 Productontwikkelaars en marketeers moeten met slimme oplossingen komen voor gezonde basisproducten Steeds meer consumenten komen erachter dat voedsel méér is dan alleen lekker eten. Producten moeten ook goed zijn voor je lichaam en er dient, als het even kan, rekening worden gehouden met onze kwetsbare planeet. Volgens Frans Kok kunnen voedingsmiddelenfabrikanten en retailers deze trend stimuleren, met name door meer gezonde basisproducten aan te bieden en deze aan te prijzen met informatieve en creatieve campagnes. Voeding werd eeuwenlang voornamelijk gezien als brandstof om het lichaam aan de praat te houden. De betere voedingsmiddelen waren alleen weggelegd voor de welgestelden. Alleen zij konden zich een gevarieerd en gezond voedingspatroon permitteren. Behalve een goed gevulde portemonnee, hadden zij ook een goed gevulde maag en daarmee ruimte in hun hoofd om na te denken over wat zij in hun mond stopten. Volgens hoogleraar Frans Kok zijn de tijden veranderd. Je ziet dat tegenwoordig ook mensen uit lagere sociale milieus gaan beseffen dat je van een overmaat aan calorieën overgewicht krijgt en dat teveel zout en toegevoegd suiker, teveel en verkeerd vet, en te weinig vezel niet gezond is. Ook merk je dat de consument steeds meer doordrongen raakt van de kwetsbaarheid van onze planeet. Wij kopen thuis bijvoorbeeld duurzaam gekweekte vis en ik hoor van productontwikkelaars en andere professionals in mijn netwerk dat er steeds meer vraag is naar milieu- en diervriendelijke of fair trade producten. Ook in reclamespotjes en programma s van politieke partijen worden gezondheid en duurzaamheid vaak genoemd. De economische crisis heeft volgens Kok weinig afgedaan aan deze trend. Als het financieel wat minder gaat, zie je wel een tijdelijke terugval in de verkoop van bijvoorbeeld duurzame en diervriendelijke producten. Maar op de lange termijn denk ik dat de aandacht voor gezondheid en duurzaamheid blijvend is. Window dressing De voedingsmiddelenindustrie, retail en foodservice kunnen én moeten deze ontwikkelingen nog meer stimuleren dan ze al doen, vindt de hoogleraar. Initiatieven als het Convenant Gezond Gewicht en de Taskforce Zout leveren op de korte termijn te weinig op. Er zijn veel organisaties bij aangesloten, maar soms denk ik wel eens dat het meer window dressing is dan uit serieuze overwegingen. Het Convenant Gezond Gewicht bijvoorbeeld bestaat al een hele tijd, maar toch zijn er nog steeds fabrikanten die zich niet houden aan actiepunten als een kleinere portiegrootte. Er worden bijvoorbeeld nog steeds snacks in twee-stuks verpakkingen verkocht. Een ander voorbeeld is de Taskforce Zout, waarbij onlangs een onderzoek van de Consumentenbond liet zien dat er, uitzonderingen daargelaten, amper zoutvermindering is doorgevoerd. Dat het anders kan, heeft de Taskforce Verantwoorde Vetzuursamenstelling aangetoond: De gehaltes transvet in bijvoorbeeld snacks en bakkerijproducten zijn de afgelopen jaren flink omlaag gegaan, en een groot gedeelte van de snackbars in ons land frituurt nu in verantwoord vet. De ketenorganisatie Margarine, Vetten en Oliën heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. 10

5 Snel geld verdienen Het valt Kok op dat fabrikanten nog steeds te veel focussen op functional foods met bijvoorbeeld antioxidanten en probiotica. En de retail gaat te gemakkelijk mee met hypes zoals goijibessen, tarwegras en speltbrood. Met zulke spannende producten kun je in korte tijd veel geld verdienen. Maar echte gezondheidswinst behaal je pas door ervoor te zorgen dat mensen minder calorieën binnenkrijgen en gevarieerder eten, en door het basispakket voedingsmiddelen gezonder te maken. Dat wil zeggen: een betere vetzuursamenstelling, minder toegevoegde suikers, minder zout en meer voedingsvezels. Retailers en food service-bedrijven geven al meer aandacht aan het stimuleren van de gezonde keuze, maar ze kunnen grotere slagen maken. Neem een voorbeeld aan het Verenigd Koninkrijk. Daar wordt de consument in de supermarkt en bedrijfskantine aan de hand genomen bij de keuze voor verantwoorde voedingsmiddelen. Supermarkten in Nederland fungeren nog teveel als doorgeefluik tussen fabrikant en consument. Kok vindt dat de overheid sneller en doortastender de regie moet nemen rond gezondheid en duurzaamheid van het voedselaanbod. Het is prima dat de regering de marktpartijen zelf verantwoordelijkheid laat dragen, maar het is nu te vrijblijvend. Het Akkoord Verbetering Productsamenstelling van de overheid is een eerste stap, maar niet toereikend. Ook kan zij de voedingsmiddelensector ondersteunen met voorlichting aan consumenten over gezonde en duurzame voeding. Het zou helpen als hier één logo voor zou komen. Balans vinden De voedingsmiddelenindustrie, retailers en foodservice-bedrijven moeten proberen een goede balans te vinden tussen economische, gezondheids- en duurzaamheidsbelangen. Ik ben ervan overtuigd dat langetermijnplannen, zoals komen tot een gezond en duurzaam basispakket voedingsmiddelen, uiteindelijk het meest opleveren. Dat komt niet alleen de volksgezondheid en onze planeet ten goede, maar ook het imago van voedingsmiddelenproducent, retailer en foodservice-organisatie. Aan productontwikkelaars en marketeers de uitdaging om zich niet te laten verleiden tot succesjes op korte termijn, maar te komen met handige oplossingen en slimme campagnes voor gezonde basisproducten. Interview Prof. dr. ir. Frans Kok is hoogleraar Voeding en Gezondheid en hoofd van de afdeling humane voeding aan Wageningen Universiteit. 11

6 1.2 Voeding en gezondheid Uit schattingen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat per jaar ongeveer nieuwe gevallen van diabetes type 2, hart- en vaatziekten en kanker toe te schrijven zijn aan een ongezond voedingspatroon. Een ongezond eetpatroon en het ontstaan van overgewicht zijn de grootste bedreiging voor de volksgezondheid. Dit komt vooral omdat we te veel of verkeerd eten. Vooral te veel verzadigde vetzuren en transvetzuren en te weinig vis, groente en fruit spelen een rol (RIVM, 2004). In paragraaf 1.3 komen de voedingstoffen aan bod waarmee veel gezondheidswinst te boeken valt. Gevolgen van een ongezond eetpatroon Het eten dat men eet bepaalt - naast andere leefstijlfactoren zoals roken, bewegen en erfelijke factoren - de gezondheid, groei en ontwikkeling van mensen. Het eetpatroon, dat is de combinatie en hoeveelheid van diverse soorten voedingsmiddelen, bepaalt zo deels de richting en de grootte van deze invloed. De totale voeding speelt een rol bij het ontwikkelen, bevorderen, remmen of beheersen van belangrijke lichaamsprocessen. Bij een ongezond eetpatroon kan die rol negatief zijn. Denk aan de ontwikkeling van chronische ziekten zoals diabetes type 2 of hart- en vaatziekten (zie figuur 1.1). De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2003) heeft in kaart gebracht hoe groot de invloed van voeding op verschillende ziektes is. Dit is op terug te vinden, in de referentielijst aan het einde van het hoofdstuk vind je een directe link. zenuwstelsel Arteriosclerose Hart- en vaatziekten Bloeddruk Hersenen Ooggezondheid (visueel) Immuniteit- weerstand Allergie en voedselintolerantie Maagdarmziekten Onsteking Galaandoeningen Haren, nagels, huid VOEDING Leverziekten Ondervoeding Eetstoornissen Tandgezondheid Alcoholisme Zwangerschap en lactatie Groei: peuter, kleuter, jongvolwassenheid Veroudering Sport Gewrichten Overgewicht en obesitas Diabetes melitus type 2 Kanker Metabool syndroom Botontkalking / osteoporose Figuur 1.1: De invloedsferen van voeding. 12

7 Van voedingsnormen naar Schijf van Vijf Ruim 90% van de Nederlanders kent de Schijf van Vijf, het voorlichtingsinstrument van het Voedingscentrum voor een gezond eetpatroon. 32% vindt dat de Schijf van vijf helpt om gezonder te eten. Dit simpele model en de andere adviezen van het Voedingscentrum aan consumenten zijn gebaseerd op de Voedingsnormen van de Gezondheidsraad. In Nederland kijkt de Gezondheidsraad namelijk hoeveel energie en voedingsstoffen mensen nodig hebben voor groei en ontwikkeling en het behouden van een goede gezondheid. Deze Voedingsnormen zijn een verzamelnaam voor een aantal referentiewaarden zoals de gemiddelde behoefte, de aanbevolen hoeveelheid (ADH), of wanneer geen gemiddelde behoefte kan worden vastgesteld, het adequate niveau van inneming (AI), en de aanvaardbare bovengrens van inneming (AB). De inneming is de hoeveelheid die iemand door wat hij of zijn dagelijks eet en drinkt binnenkrijgt. Een inneming op het niveau van de ADH voorziet in de behoefte van vrijwel alle personen (97.5 %) in een bepaalde groep, afhankelijk van leeftijd en geslacht, en wordt berekend uit de gemiddelde behoefte, rekening houdend met de variatie in de behoefte tussen personen. Het niveau van de AI is een schatting op basis van het beschikbare onderzoek, van de laagste hoeveelheid van een voedingsstof die toereikend lijkt te zijn voor vrijwel alle mensen in een groep. De AI ligt meestal hoger dan de aanbevolen hoeveelheid omdat vanwege de onzekerheden een ruimere marge is ingebouwd (zie figuur 1.2). Daarnaast is voor veel stoffen de AB vastgesteld. Dit is het hoogste niveau van inneming waarbij, volgens de momenteel beschikbare gegevens, géén schadelijke effecten waargenomen of te verwachten zijn. Meer informatie over de definities en de toepassing van referentiewaarden staat in de inleidingen van rapporten van de Commissie Voedingsnormen van de Gezondheidsraad. Kans op ongewenst voorzieningsniveau GEMIDDELDE BEHOEFTE 2SD (behoefte) AANBEVOLEN HOEVEELHEID ADEQUATE INNEMING ***? AANVAARDBARE BOVENGRENS VAN INNEMING onzekerheidsfactor onzekerheidsfactor NOAEL* LOAEL** De NOAEL (no observed adverse effect level) is het hoogste niveau van inneming waarbij géén effecten van overdosering zijn waargenomen De LOAEL (lowest observed adverse effect level) is het laagste niveau van inneming waarbij effecten van overdosering zijn waargenomen De adequate inneming zal meestal hoger zijn dan de aanbevolen hoeveelheid (wanneer deze vast te stellen zou zijn geweest) * ** *** Inneming Figuur 1.2: Schematisch verband tussen de individuele inneming en de kans op een ongewenst effect als gevolg van een te lage of een te hoge inneming (Gezondheidsraad, 2000.). 13

8 Van normen naar concrete adviezen De Voedingsnormen alleen zijn niet voldoende om adviezen te geven voor een gezond eetpatroon. Het gezondheidseffect van bijvoorbeeld groente en fruit is meer dan alleen een bijdrage aan de dagelijks aanbevolen hoeveelheid vitamine C en foliumzuur. Een gezonde voeding is meer dan een verzameling voedingsstoffen. Ook de onderlinge verhouding van de energieleverende macronutriënten aan de totale energie-inneming, dus de aanbevolen energiepercentages vet, koolhydraten en eiwit, en de combinatie van voedingsmiddelen uit de verschillende productgroepen binnen het (totale) voedingspatroon zijn belangrijk. Daarom stelt de Gezondheidsraad richtlijnen op waarbij al die factoren wel meegewogen worden. Deze richtlijnen worden wel aangeduid als food based dietary guidelines, in het Nederlands de Richtlijnen Goede Voeding (RGV; Gezondheidsraad 2006). Het Voedingscentrum werkt die verder uit in abstracte Richtlijnen Voedselkeuze en de Aanbevolen Hoeveelheden met bijvoorbeeld concreet het aantal boterhammen voor een man van 35 jaar. Vooral deze laatste stap biedt echt handvatten bij het kiezen. Dus niet: eet 30 gram vezels per dag, maar: eet 200 gram groente en 2 keer fruit per dag. Kies voor volkoren producten. Belangrijkste voorlichtingsinstrumenten: de Schijf van Vijf met de vijf bijbehorende regels en de tabel aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen. Op vind je meer informatie over de totstandkoming van de richtlijnen en de gehanteerde definities. Zoek op richtlijnen of gebruik de link in de lijst met referenties. Basisvoedingsmiddelen en niet-basisvoedingsmiddelen In de Richtlijnen Voedselkeuze (Voedingscentrum, 2011) wordt een onderscheid gemaakt tussen basis- en niet-basis voedingsmiddelen. Basisvoedingsmiddelen zijn vooral de groepen met producten met een relatief hoog gehalte essentiële voedingstoffen ten opzichte van de hoeveelheid geleverde energie. De groepen basisvoedingsmiddelen (tabel 1) vormen met elkaar de Schijf van Vijf. Overige producten zoals snacks, sauzen, et cetera worden niet-basisvoedingsmiddelen genoemd omdat ze voornamelijk energie leveren en niet veel bijdragen aan de voorziening met microvoedingsstoffen. Populair aangeduid: producten met meer lege calorieën. PRODUCTGROEP* Groente en fruit Brood en aardappelen, pasta, rijst, peulvruchten Melk(producten), kaas en vlees(waren), vis, kip, eieren en vleesvervangers Smeer- en bereidingsvetten Dranken BRON VAN Vitamine C, foliumzuur, mineralen (o.a. kalium), vezel, bioactieve stoffen Koolhydraten, eiwit, vezel, B-vitamines, mineralen Eiwit, mineralen (o.a. calcium en ijzer), B-vitamines en visvetzuren Essentiele vetzuren, vitamine A,D en E Water Tabel 1.1: productgroepen in de Schijf van Vijf *Productgroepen zijn groepen van voedingsmiddelen die wat betreft samenstelling en gebruik vergelijkbaar zijn. 14

9 Drie-indeling van het Voedingscentrum: voorkeur, middenweg en uitzondering Ook binnen de basisvoedingsmiddelen is nog een heel scala aan keuzemogelijkheden. Hierbij worden per productgroep producten onderverdeeld in drie categorieën. Producten die een goede bijdrage leveren aan het binnenkrijgen van alle voedingsstoffen krijgen de kwalificatie voorkeur. Producten die minder goed scoren in de bijdrage aan de voedingsstoffenvoorziening worden ingedeeld in de categorie middenweg. Tot slot is er de categorie uitzondering. Die is er voor producten die relatief veel zout of verzadigd vet bevatten, of weinig voedingsvezel. De productsamenstelling is doorslaggevend voor de plaats in de drie-indeling. Het Voedingscentrum gebruikt daarbij bij basisvoedingsmiddelen criteria voor die nutriënten die van belang zijn voor de preventie van chronische ziekten, zoals verzadigd vet en transvetzuren, zout, of, positief, de hoeveelheid vezels. Voor nietbasisvoedingsmiddelen is energie, dus het aantal calorieën het belangrijkste criterium. Toegevoegde suikers zijn als criterium opgenomen in bijvoorbeeld de productgroep fruit, sappen en melkproducten omdat daar toegevoegde suikers die de energetische waarde verhogen, vermijdbaar zijn. Vaak zijn de criteria specifiek gemaakt per productgroep. Appels met peren vergelijken gaat in dit geval nog gemakkelijk, maar bij veel producten is bijvoorbeeld de hoeveelheid zout zo verschillend, dat je criteria alleen kunt opstellen voor producten die op elkaar lijken. Voor het meest recente overzicht van alle criteria en van de plaatsing van producten, zie de website van het Voedingscentrum > zoekterm: Richtlijnen Voedselkeuze. In paragraaf 1.3 vind je meer informatie over de gezondheidseffecten van bijvoorbeeld te veel verzadigd vet en zout. Verbeterde samenstelling Door een verbetering van de samenstelling kan een product uit de categorie uitzondering naar middenweg verschuiven. Denk bijvoorbeeld aan ontbijtgranen met minder suiker en meer vezel. Tabel aanbevolen hoeveelheden per dag De Richtlijnen Voedselkeuze worden gebruikt om voor verschillende leeftijdsgroepen de tabel aanbevolen hoeveelheden (basis)voedingsmiddelen op te stellen in portiegrootte (grammen) per dag. Uitgangspunt daarbij is het Nederlandse voedingspatroon. 15

10 Gezondheidslogo s De criteria van het Voedingscentrum helpen de industrie om het aanbod gezonder te maken. Het Vinkje is een gezondheidslogo van Stichting Ik Kies Bewust en is bedoeld om consumenten gemakkelijk een gezondere keuze te laten maken in de supermarkt. De criteria voor het Vinkje zijn afgestemd op de criteria van het Voedingscentrum. Er zijn 2 verschijningsvormen: een Vinkje met een groene en met een blauwe cirkel. Het Vinkje met de groene cirkel is de gezondere keuze en staat op producten uit de Schijf van Vijf met minder verzadigd vet, suiker of zout en/of meer vezel. Deze producten met belangrijke voedingsstoffen zijn de basis voor je dagelijkse voeding. Daarnaast zijn er producten die niet tot de Schijf van Vijf behoren, zoals snacks, frisdranken, soepen en sauzen, maar wel minder verzadigd vet, suiker of zout bevatten dan vergelijkbare producten. Deze zijn herkenbaar aan het Vinkje met de blauwe cirkel. Dit is de bewuste keuze. Het Vinkje is het enige logo voor gezondere voeding dat door de Nederlandse overheid is toegelaten. De Europese Commissie heeft het Vinkje goedgekeurd voor gebruik en de eisen voor het keurmerk zijn in de Nederlandse Warenwet opgenomen. 16

11 1.3 Kleine stoffen, groot effect Chips met wat minder calorieën en verzadigd vet, vleeswaren met visvetzuren of een fruitdrankje met extra vezels: zetten dat soort noviteiten zoden aan de dijk? En wegen de kosten tegen de baten op? Het lijkt zo simpel: verminder ongezonde stoffen in producten en zorg dat er zoveel mogelijk vezels, vitamines en mineralen in zitten. Het is soms gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het is bijvoorbeeld best lastig om een croissant met weinig verzadigd vet te maken. Of om een soep te verkopen die niet als vanouds smaakt. Maar: vaak is er echt veel gezondheidswinst te boeken als je niet te veel denkt in beperkingen. Denk aan het verbeteren van snacks door te frituren in goed vet. In de komende paragrafen lees je waarom bij bepaalde stoffen en voedingsmiddelen een paar (micro)gram echt een belangrijk verschil uitmaakt. Bij een aantal is het zaak om de consumptie te verminderen (liever iets minder) en van een aantal juist om het te stimuleren (liever iets meer). Nutriënten Een mens heeft eten nodig om te kunnen functioneren. Enerzijds levert eten het lichaam energie op (uit de zogenaamde macronutriënten) en anderzijds de benodigde voedingsstoffen (de zogenaamde micronutriënten). Hieronder volgt een beknopte uitleg: Macronutriënten De vier macronutriënten voor het lichaam zijn vet, eiwit, koolhydraten en alcohol. De samenstelling van de voeding uit deze vier bepaalt dus hoeveel energie iemand binnenkrijgt. De 4 verschillende macronutriënten leveren allemaal een andere hoeveelheid energie. Deze energie wordt uitgedrukt per gram in calorie (cal) of Joule (J) (hier tussen zit een factor 4.2). Hoeveel energie? De hoeveelheid energie in een voedingsmiddel hangt af van de hoeveelheid koolhydraten, vetten, eiwitten en alcohol. 1 gram vet levert 9 kcal / 37 kj 1 gram alcohol levert 7 kcal / 29 kj 1 gram koolhydraten levert 4 kcal/ 17 kj 1 gram eiwit levert 4 kcal / 17 kj 17

12 Vet Vetten in de voeding bestaan uit een verbinding tussen vetzuren en glycerol. Er zijn drie soorten vet te onderscheiden die ieder hun uitwerking hebben op de gezondheid: Verzadigd vet is hard vet waarbij de vetzuren voornamelijk uit verzadigde vetzuren bestaan. Dit komt vooral voor in dierlijke producten en zijn vaak als verborgen vet aanwezig in gebak en snacks. Onverzadigd vet is zacht of vloeibaar vet, waarbij de vetzuren voornamelijk uit onverzadigde vetzuren bestaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan olijfolie. Transvet wordt gevormd tijdens industriële harding (hydrogeneren) van oliën en is van nature in kleine hoeveelheden aanwezig in het vet van herkauwers (bijvoorbeeld runderen en schapen). Meer hierover in paragraaf Eiwit Eiwit in de voeding is belangrijk, omdat het naast calorieën ook aminozuren levert. Aminozuren zijn bouwstenen voor het eiwit in lichaamscellen, zoals huid, spieren, botten en bloed, Het lichaam heeft aminozuren nodig om nieuwe cellen te maken en oude cellen te vernieuwen. Ook gebruikt het lichaam aminozuren om bepaalde stoffen te maken, zoals afweerstoffen en hormonen. Sommige aminozuren kan het lichaam zelf maken. Andere moeten uit het eten komen. Deze aminozuren heten essentiële aminozuren. In de voeding komt eiwit voor in vlees, vis, zuivel en eieren, maar ook in plantaardig voedsel zoals brood, noten, bonen en linzen. Koolhydraten Koolhydraten leveren een belangrijke deel van de energie voor het lichaam, tussen de 40 en 70% van de energie komt uit koolhydraten. Koolhydraten zitten vooral in brood, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten. Koolhydraten zijn onder te verdelen in verteerbare koolhydraten (zetmeel en suikers) en niet-verteerbare koolhydraten (voedingsvezels). Het lichaam maakt glucose (suiker) van de verteerbare koolhydraten en via de darmen komt dit in het bloed en bij de organen terecht. Glucose is een heel belangrijke energiebron voor de hersenen.voedingsvezels (niet-verteerbare koolhydraten) zorgen voor een vol gevoel, zo helpen ze op gewicht te blijven. Ook zijn ze goed voor de stoelgang. Alcohol Alcohol in bier, wijn, sterke drank levert vooral veel calorieën. Het is geen noodzakelijk voedingsstof. De precieze hoeveelheid calorieën hangt af van de hoeveelheid alcohol en suikers die in de drank zit. 18

13 Micronutriënten De samenstelling van de voeding bepaalt in welke mate de micronutriënten (vitamines en mineralen) in het lichaam terecht komen. Het lichaam heeft vitamines en mineralen nodig om goed te functioneren. Een aantal belangrijke micronutriënten en bronnen uit de voeding staan hieronder weergegeven. Vitamines Er zijn 13 verschillende vitamines bekend: vitamine A, de vitamines van het B-complex en vitamine C, D, E en K. Alleen vitamine D wordt onder invloed van zonlicht in de huid gemaakt en bacteriën in de darm kunnen een deel van het benodigde vitamine K aanmaken. De rest moet uit de voeding komen. Vitamine A: Pro-vitamine A: Vitamine B1: Vitamine B2: Vitamine B3 (niacine): Vitamine B5 (pantotheenzuur): Vitamine B6: Vitamine B8: Foliumzuur (Vitamine B11): Vitamine B12: Vitamine C: Vitamine D: Vitamine E: Vitamine K: Vlees en vleeswaren, zuivelproducten, vis en eidooier. Deze vitamine wordt toegevoegd aan margarine, halvarine en bak- en braadproducten. Groenten zoals worteltjes, koolsoorten, donkergroene bladgroente zoals andijvie en geel of oranje gekleurde vruchten. Brood en graanproducten, aardappelen, groente, vlees en vleeswaren, melk en melkproducten. Melk en melkproducten, maar ook in vlees, vleeswaren, groente, fruit, brood en graanproducten. Vlees, vis, volkorengraanproducten, groente en aardappelen. Vlees, eieren, volkorenproducten, peulvruchten, melk en melkproducten en groenten en fruit zijn bronnen van vitamine B5. Vlees, eieren, vis, brood en graanproducten, aardappelen, peulvruchten, groente, melk, melkproducten en kaas. Eieren, lever, melk, noten en pinda s. (Groene) groenten, brood, aardappelen, (orgaan-)vlees en zuivelproducten. Uitsluitend in dierlijke producten zoals melk, melkproducten, vlees, vleeswaren, vis en eieren. Fruit, groente en aardappelen, met name in koolsoorten, citrusfruit, kiwi s, bessen en aardbeien. Maakt het lichaam zelf onder invloed van zonlicht (ultraviolette straling). Maar ook nog uit de voeding: vitamine D-3 zit vooral in vette vis zoals paling, haring, zalm, makreel en bokking; en als toevoeging aan halvarine, margarine en bak- en braadproducten, Plantaardige oliën, dieethalvarine, dieetmargarine, brood, graanproducten, noten, zaden, groenten en fruit. Groene bladgroenten, melk en melkproducten, vlees, eieren, granen, groenten en fruit. Daarnaast kunnen bacteriën in de dikke darm ook een vitamine K aanmaken die dezelfde werking heeft. 19

14 Mineralen De meest bekende mineralen zijn: kalk of calcium, natrium, kalium en magnesium. Daarnaast heeft het lichaam zeer kleine hoeveelheden nodig van ijzer, jodium, zink, koper, mangaan, chroom en molybdeen. Calcium: Fosfor: Kalium: Natrium: Magnesium: Chroom: IJzer: Heem-ijzer: Non-heem ijzer: Jodium: Koper: Mangaan: Molybdeen: Seleen: Zink: Melk, melkproducten, kaas en groente, noten en peulvruchten. Melk, melkproducten, kaas, vis, vlees, peulvruchten en volkorenproducten. Groente en fruit, aardappelen en vlees, maar ook in brood, melk en noten. Zit van nature voor in voedingsmiddelen maar wordt vaak in de vorm van zout (NaCI) toegevoegd in de fabriek of thuis. Brood en graanproducten, groente, melk en melkproducten en vlees. Groenten, fruit en volkoren graanproducten Komt in twee vormen voor als heem-ijzer en als non-heem-ijzer. Dierlijke producten zoals vlees, vis en gevogelte. Plantaardige voedingsmiddelen, zoals groene bladgroenten. Zeevis en enigszins in eieren en toegevoegd aan keukenzout (Jozo) Groente, fruit, vlees, brood en andere graanproducten en cacaoproducten bevatten koper. Volkorenbrood en volkorengraanproducten, thee, groente en fruit. Brood en graanproducten, melk en peulvruchten. Zit in de meeste voedingsmiddelen, maar is sterk afhankelijk van het seleengehalte van de bodem. In kleine hoeveelheden in veel verschillende voedingsmiddelen, zoals vlees, kaas, granen (zilvervliesrijst), brood, noten en schaal- en schelpdieren zoals garnalen en mosselen. 20

15 1.3.1 Liever wat minder: verzadigd vet Verzadigd vet kan het cholesterolgehalte in het bloed laten stijgen en vergroot daarmee de kans op hart- en vaatziekten. Ook transvet, dat verborgen kan zitten in koek en gebak, heeft deze negatieve eigenschap. Onverzadigde vetten hebben juist de tegenovergestelde werking: ze verlagen het cholesterolgehalte van het bloed. Drie soorten vet: Vetten in de voeding bestaan voornamelijk uit triglyceriden waarbij drie vetzuren gebonden zijn aan een molecuul glycerol. Verzadigd vet is hard vet waarbij de vetzuren voornamelijk uit verzadigde vetzuren bestaan. Dat zijn vetzuren zonder onverzadigde bindingen, zoals myristine (C14:0), palmitine- (C16:0) en stearinezuur (C18:0). Dierlijke vetten (zoals in vlees en zuivel; reuzel), maar ook plantaardige vetten zoals kokosvet, bevatten relatief veel verzadigd vet. In veel producten zijn verzadigd vetten als verborgen vet aanwezig, zoals in gebak en snacks. Zachte of vloeibare vetten bevatten relatief veel onverzadigde vetzuren. Dit kunnen enkelvoudig onverzadigde vetzuren zijn zoals oliezuur (bijvoorbeeld in plantaardige oliën/vetten, met name in olijfolie, maar ook in dierlijk vet), of meervoudig onverzadigde vetzuren zoals linolzuur en alfalinoleenzuur (ALA) die voorkomen in plantaardige oliën/vetten, zoals zonnebloem-, raap- en sojaolie, en producten waar deze in worden verwerkt zoals margarines en bak en braadproducten. Vissen bevatten speciale vetzuren, dat zijn n-3 onverzadigde langeketenvetzuren, die vaak worden aangeduid als visvetzuren. Deze visvetzuren kunnen ook in kleine hoeveelheden voorkomen in (varkens)vlees en uit algen worden geïsoleerd. Visvetzuren hebben een gunstig effect op de sterfte aan hart- en vaatziekten. Dit komt in paragraaf aan bod. De derde soort zijn transvetzuren. Die worden bij de industriële harding (hydrogeneren) van onverzadigde vetzuren gevormd. Bij de moderne hydrogeneringstechnieken is de vorming van transvetten sterk gereduceerd. Van nature zijn kleine hoeveelheden transvetzuren ook aanwezig in vetten van herkauwers (vlees- en melkproducten) omdat deze door bacteriële omzetting in de pens gevormd kunnen worden uit linolzuur. 21

16 Praktijkvoorbeeld: Magere worst en knakworst Wat? Rookworst en knakworst met minstens 30% minder vet. Deze producten worden geproduceerd door zowel A-merken als door huismerken van diverse supermarkten. Hieronder volgt een voorbeeld over de stappen gezet door de fabrikanten om de hoeveelheid vet in rookworst en knakworst te verlagen. Hoe? Anders dan in de reguliere worst, wordt in de magere worsten meer kalkoenvlees en plantaardige olie gebruikt. Daarnaast is de totale hoeveelheid vlees in de magere worsten ongeveer 10% lager. Door deze aanpassing is de totale hoeveelheid vet verlaagd en de vetzuursamenstelling verbeterd. De verbeterde samenstelling kan echter niet in het hele assortiment doorgevoerd worden, omdat de receptuur te zeer afwijkt van het reguliere product. Marketing: Op de verpakking staat duidelijk dat de worsten mager zijn (zie ook paragraaf 6.4 over voedingsclaims). Een fabrikant van rookworst heeft er voor gekozen in de grote publiekscampagnes niet in te gaan op deze gezondheidswinst. Nederlandse tradities en genieten staan hierin namelijk centraal. De indeling van vetten/vetzuren is in onderstaande figuur schematisch weergegeven: Vetten en vetzuren Verzadigd vet (vnl. dierlijke vetten en in plantaardige tropische vetten (oliën)) Onverzadigd vet (vnl. in plantaardige oliën, maar ook in dierlijk en vis(olie)vet Palmitinezuur in vlees vet en palmolie; Laurine en myristine in kokosvet en botervet. Meervoudig onverzadigd vet (MOV) Enkelvoudig onverzadigd vet (EOV), bijv. oliezuur in olijfolie Omega 3 (n-3) vetzuren (bijv. alfa-linolzuur in sojaolie; EPA en DHA in vis(olie) Omega 6 (n-6) vetzuren (bijv. linolzuur in zonnebloemolie) Transvetzuren (bijv. elaidinezuur in gehydrogeneerde vetten en vacceenzuur in melkvet) Figuur 1.3 Indeling van vetten en vetzuren 22

17 Aanbevelingen voor de inneming van vetten/vetzuren De Commissie Voedingsnormen van de Gezondheidsraad adviseert de inneming van verzadigd vet zo laag mogelijk te houden en te streven naar maximaal 10 energieprocent (en%, zie kader hieronder). Voor transvetten is dat maximaal 1en%. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen natuurlijke transvetzuren uit dierlijke producten en transvet gevormd bij de industriële bereiding (harding) van spijsvetten. Een energieprocent (en%) is een percentage van het totaal calorieëngebruik. 10 en% verzadigd vet betekent voor een vrouw die kcal binnenkrijgt dus een inname van 200 kcal aan verzadigd vet. Dit komt neer op circa 22 gram verzadigd vet. De consument kan de inneming van deze vetzuren terugdringen door te kiezen voor productvarianten met een laag verzadigd vetgehalte, zoals magere vlees- en zuivelproducten, en bij het broodsmeren en koken te kiezen voor respectievelijk zachte margarines en vloeibare bak- en braadvetten. Zie ook de tabel hieronder. SOORT VET Totaal vet Verzadigde vetzuren Transvetzuren Enkelvoudig plus meervoudig onverzadigde vetzuren Meervoudig onverzadigde vetzuren totaal Linolzuur Alfa-linoleenzuur Aanbeveling (niveau van adequate inneming) 20 tot 40 en% bij wenselijk lichaamsgewicht 20 tot 30 à 35 en% bij overgewicht Zo laag mogelijk, maximaal 10 en% Zo laag mogelijk, maximaal 1 en% 8 tot 38 en% bij wenselijk lichaamsgewicht; 8 tot 28 à 33 en% bij overgewicht Maximaal 12 en% 2 en% (ter voorkoming van deficiëntie) 1 en% N-3 vetzuren uit vis 0,45 gram per dag Tabel 1.2: aanbevelingen vetzuren volwassenen (Gezondheidsraad, 2006) Zuigelingen hebben voor hun groei veel energie nodig. Moedermelk bevat circa 25 en% verzadigd vet. Dit is volgens de Gezondheidsraad daarom de adequate inneming voor baby s van 0 tot 5 maanden. 23

18 Consumptiecijfers Uit Voedselconsumptiecijfers (VCP ) blijkt dat de gemiddelde inneming voor verzadigd vet voor volwassenen circa 13 en% is. Dat is 3% meer dan de geadviseerde bovengrens. Hoewel de totale vetinneming in de laatste decennia is gedaald blijft het aandeel van verzadigd vet tamelijk stabiel. Voor gemiddelde inname aan transvetzuren is er wel sprake geweest van een daling tot nu. Die is nu gelijk aan de geadviseerde bovengrens van 1 en%. Deze daling is toe te schrijven aan een sterk verminderde toepassing van gedeeltelijke hydrogenering bij het harden van plantaardige oliën, voor bijvoorbeeld de productie van margarine. De belangrijkste vetbronnen in de Nederlandse voeding zijn: (smeer)vetten en oliën (19%) vlees en vleeswaren (19%) melkproducten incl. kaas (18%) granen en graanproducten (10%) De bijdrage aan de inneming van verzadigd vet komt vooral uit: melkproducten incl. kaas (30%) vlees en vleeswaren (19%) vetten (14%) gebak en koek (10%) Bij transvet zijn de belangrijkste bronnen: melkproducten incl. kaas (34%) vetten (18%) koek, gebak en biscuit (16%) vlees en vleesproducten (15%) 24

19 Praktijkvoorbeeld: Chips met minder verzadigd vet en minder zout Wat? Verlaging van de hoeveelheid verzadigd vet en zout in chips. Hoe? Fabrikanten hebben de afgelopen jaren het gehalte aan verzadigd vet in chips weten te verlagen met 70%. Deze verlaging is in de meeste gevallen gerealiseerd dankzij een speciaal ontwikkelde ( high oleic ) zonnebloemolie. Het verbeteren van de vetzuursamenstelling is in stappen gegaan, onder andere omdat het aantal zonnebloemvelden aanvankelijk niet toereikend was om voldoende olie te winnen. Na deze verzadigd vet verlaging, was een volgende ambitie van fabrikanten om ook het zoutgehalte in chips te verlagen. Zoutreductie met behoud van smaak is lastig, omdat deze producten juist voor de zoute smaak gekocht worden. Een te grote stap zou binnen de sterk concurrerende markt weleens negatief kunnen uitpakken. In aardappelen zit van nature wat natrium. Daarnaast wordt zout gebruikt om chips knapperiger te maken. Het overgrote deel van het zout zit echter aan de buitenkant. Door het smeltgedrag van de zoutkristallen te beïnvloeden kan de eerste zoute smaak worden versterkt en is minder zout gebruikt om dezelfde smaakervaring te bereiken. Dit kan bijvoorbeeld door het gebruik van kleinere kristallen of een andere kristalstructuur. Daarnaast speelt de hechting van het zout aan de chip mee. Marketing: In het geval van de vetzuursamenstelling is gekozen voor het verbeteren van het bestaande merk, in plaats van het lanceren van een nieuw en gezonder alternatief. Op de website van betreffende fabrikanten is meer informatie te vinden over de stappen die gezet zijn op het gebied van voeding en gezondheid. Daar vindt de consument ook informatie over gezondheidsrisico s door het gebruik van te veel zout en verzadigd vet. Voor informatie over wat op het etiket mag, zie hoofdstuk 6: Etikettering. 25

20 Gezondheidseffecten van te veel verzadigd vet Hart- en vaatziekten Verzadigde, en in nog sterkere mate, transvetzuren hebben een ongunstig effect op het serum cholesterolgehalte, en daarmee op het risico voor hart- en vaatziekten. Het RIVM heeft berekend dat het aantal sterfgevallen met circa per jaar zou afnemen als de gemiddelde inneming van verzadigde vetzuren zou afnemen van 14 tot 10 en%. Het vervangen van verzadigd vet door onverzadigd vet heeft een gunstig effect op het risico op hart- en vaatziekten. Het vervangen van verzadigd vet door koolhydraten/suikers heeft daarentegen een minder gunstig effect op het risico, omdat koolhydraten een ongunstig (verhogend) effect hebben op het serum triglyceridengehalte, wat ook een risicofactor voor hart- en vaatziekten is. Verandering in de voeding Voorkomen hart- en vaatziekten afname Sterfte aan harten vaatziekten van 14 naar 10 energieprocent verzadigd vet van 1,8 naar 1 energieprocent transvet van gemiddeld 2-3 x per maand naar 1-2 x per week vis per week Bron: Ons eten gemeten ; RIVM Overgewicht Vet eten leidt niet per definitie tot overgewicht. Zowel vermageringsdiëten met weinig als veel vet (zoals bijvoorbeeld het Atkins dieet) blijken op langere termijn tot hetzelfde resultaat te leiden. Het gaat erom hoeveel energie de dagelijkse voeding levert en of de energie-inname en het energieverbruik in evenwicht zijn. Wel wordt veel vet eten gezien als een risicofactor voor het krijgen van overgewicht. Dit komt omdat vet minder verzadigend werkt en vette producten meestal ook energierijke producten zijn: 1 gram vet levert 9 kcal. Hierbij maakt het niet uit welke soort vet het is. Koolhydraten en eiwit leveren 4 kcal per gram. Activiteiten in het kader van verbetering van de vetzuursamenstelling in de voeding In de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling van het Productschap Margarine Vetten en Oliën is door verschillende (industriële) partners samengewerkt om de vetzuursamenstelling van producten te verbeteren. Door deze Task Force is invulling gegeven aan het beleid van het ministerie van VWS om het verzadigd vetgehalte in de voeding terug te brengen tot maximaal 10 en%, voor transvetzuren naar maximaal 1 en%. In 2010 bleek dat het gehalte aan transvetzuren in producten van alle branches van de Task Force gedaald is, wat heeft geleid tot een gemiddelde inname van transvetzuren die onder de maximale aanbeveling ligt. Voor 26

21 verzadigd vet is de gemiddelde inname nog wel nog hoger dan de maximale aanbeveling. Wel is er een trend ingezet om het gehalte verzadigde vetzuren te verlagen door met name verzadigde vetzuren te vervangen door onverzadigde vetzuren. Het Voedingscentrum biedt handvatten aan consumenten om te kiezen voor minder verzadigd vet. De website bevat praktische hulpmiddelen zoals de Eetmeter en de Caloriechecker. Met de laatste tool kunnen consumenten zien hoeveel verzadigd vet producten leveren. De Eetmeter berekent van een zelf ingevulde dagvoeding alle nutriënten, waaronder verzadigd vet. Volgens het de ketenorganisatie voor oliën en vetten (MVO) is in 10 jaar tijd het gebruik van vloeibaar frituurvet of frituurolie in cafetaria s sterk gestegen van 51% in 2003 tot 85% in Nog steeds stijgt het aantal cafetaria s dat vloeibare frituurproducten gebruikt ten opzichte van cafetaria s die vast vet gebruiken. Vloeibaar frituurvet en olie zijn gezonder dan vast frituurvet doordat ze vooral onverzadigde vetzuren bevatten. Maak de gezonde keuze In de Schijf van Vijf en Richtlijnen Voedselkeuze van het Voedingscentrum worden productspecifieke criteria voor verzadigd vet gehanteerd voor de productgroepen vlees en vleeswaren, melk, kaas en vetten en oliën Voor de overige productgroepen geldt voor verzadigd vet het generieke criterium van 1,1 gram/100 gram. Ook bij het Vinkje wordt rekening gehouden met het verzadigd vetgehalte. 27

22 1.3.2 Liever wat minder: zout We eten te veel zout. Hoewel er verschillende zouten in de voeding zitten, of worden toegevoegd, gaat het hierbij met name om keukenzout (NaCl), omdat dit de belangrijkste natriumbron in de voeding is, en natrium een ongunstig effect heeft op de bloeddruk. Het gaat dan nadrukkelijk niet alleen om zout uit het zoutvaatje, maar vooral om (industrieel) bewerkte producten waaraan zout is toegevoegd. Die zijn verantwoordelijk voor 80% van de zoutconsumptie. Aanbeveling De Gezondheidsraad adviseert maximaal 6 gram zout per dag te eten. De fysiologische behoefte aan zout wordt geschat op minder dan 1,5 gram natrium (= 3,8 gram zout) per dag. Consumptiecijfers De geschatte inneming ligt in Nederland voor volwassenen op gemiddeld 9 tot 10 gram zout per dag. De belangrijkste bronnen in de Nederlandse voeding zijn brood (circa 28% van de zoutconsumptie), vleesproducten en vleeswaren (17%), kaas (10%), melkproducten (6%), snacks (5%), sauzen (5%) en soepen (5%). Gezondheidseffecten van te veel zout Van te veel keukenzout (natrium) in de voeding krijg je een hoge bloeddruk (hypertensie). Dit effect geldt over de hele range van inneming: elke verlaging levert bloeddrukdaling op, dus ook als je al niet een te hoge bloeddruk hebt. Het risico op hart- en vaatziekten neemt toe als de bloeddruk hoger wordt. Dit effect wordt beïnvloed door de kaliuminneming waarbij kalium de effecten van een te hoge natriuminneming deels beperkt, ofwel een voeding met weinig kalium vergroot de zoutgevoeligheid. Normotensieven: Systolisch bloeddruk / bovendruk < 140 mm Hg en diastolisch / onderdruk < 90 mmhg. Hypertensieven: Systolisch bloeddruk / bovendruk > 140 mm Hg en diastolisch / onderdruk > 90 mmhg. Uit onderzoek - blijkt dat bij hypertensieven elke reductie van 1 gram natrium (= 2,5 gr zout) de gemiddelde systolische bloeddruk doet dalen met 2,5-3,0 mmhg. De diastolische bloeddruk daalt dan met ca 1,8 mmhg. Voor normotensieven zijn deze effecten wat lager namelijk. 1,0-1,6 mmhg (systolisch) en 0,7 mmhg (diastolisch) per gram natrium. Door onderzoekers van de Wageningen Universiteit is berekend dat een reductie van de zoutinname tot 6 gram per dag in Nederland het aantal sterfgevallen als gevolg van hart- en vaatziekten met circa zou afnemen. (Geleijnse, 2007). 28

23 Adviezen voor een gezonde bloeddruk Bij het handhaven van een gezonde bloeddruk spelen ook andere voedings- en leefstijlfactoren een belangrijke rol. Het Voedingscentrum adviseert in dat kader om: matig te zijn met zout en gezouten producten; het eten van drop te beperken. De grondstof van drop, zoethout, bevat glycyrrhizine wat een bloeddrukverhogend effect heeft; alternatieve smaakmakers te gebruiken in plaats van zout, zoals kruiden en specerijen; mineralenmengsels te gebruiken zoals Jozo Bewust of Lo Salt, waarin een deel (70%) van het natrium is vervangen door kalium- en magnesiumzout; gevarieerd te eten, met veel groente en fruit. Dit is een bron van kalium. Daarnaast is het verstandig om ook: regelmatig te bewegen; niet te roken; tijdig te ontspannen; de consumptie van alcohol te beperken. Activiteiten in het kader van de verlaging van de zoutgehaltes Het ministerie van VWS wil het zoutgehalte in industrieel bereide of bewerkte voedingsmiddelen terugbrengen (Voedingsnota 2007 en Landelijke nota gezondheidsbeleid Gezondheid dichtbij 2011). Dit naar aanleiding van de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad (2006), waarin geadviseerd wordt dat de zoutconsumptie per persoon niet meer dan 6 gram per dag zou moeten zijn. Eind 2008 lanceerde de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) het Actieplan zout in levensmiddelen, waarin het levensmiddelenbedrijfsleven zich tot doel stelde het zoutgehalte in verwerkte producten in 2010 met 12% te verminderen. Begin 2014 is het Akkoord Verbetering Productsamenstelling ondertekend door de koepels FNLI, CBL, KHN en Veneca. Daarin is voor 2020 de doelstelling geformuleerd om het zoutgehalte in het productaanbod te verminderen, zodat het voor consumenten, die eten volgens de Richtlijnen Goede Voeding, het makkelijker wordt om maximaal 6 gram per dag te consumeren. In het kader van dit Akkoord worden per sector afspraken gemaakt over onder meer zoutreductie. Onderzoek van het RIVM laat zien dat voor productcategorieën waarvoor zogenaamde sectorbrede afspraken waren gemaakt (brood en groenteconserven) een significante zout reductie kon worden aangetoond (Natrium en verzadigd vet in beeld, RIVM, 2012). 29

24 1.3.3 Liever iets meer: groente en fruit Groente en fruit zijn uiteraard geen nutriënten, maar voedingsmiddelen die in verhouding tot hun volume en gewicht weinig calorieën en veel nutriënten leveren. Een gezonde voeding bevat ruime porties van deze voedingsmiddelen. Groente en fruit zijn belangrijke bronnen van vitamines, zoals vitamine C en foliumzuur, vezels, mineralen zoals kalium, en tal van bioactieve stoffen. Aanbevelingen De aanbeveling voor volwassenen is: iedere dag 200 gram groente te eten en 2 keer fruit. Omdat er per soort een grote variatie bestaat in de hoeveelheid voedingstoffen en bioactieve stoffen per product, is een gevarieerd gebruik de beste manier om voldoende van al die stoffen binnen te krijgen. Voor het realiseren van de aanbevolen hoeveelheden groente en fruit tellen de geconsumeerde hoeveelheden van alle groente en fruit, waarbij het eetbare gedeelte volledig in het eindproduct is verwerkt mee. Voor producten waarbij het eetbare gedeelte van het uitgangspunt niet meer volledig aanwezig is, zoals sappen, geldt dat ze voor maximaal 100 gram per dag meetellen bij het realiseren van de aanbevolen hoeveelheden. Dit geldt ook voor de sappen die in de huishouding worden bereid. 200 gram groente, 2 keer fruit: wat telt mee? Het Voedingscentrum rekent tot groente en fruit: alle voedingsmiddelen die gezien hun herkomst en gebruik tot de onbewerkte groente of fruit worden gerekend. Maar ook: bewerkte groente en fruit, waarbij het totale eetbare gedeelte van het product nog in het eindproduct aanwezig is (bijvoorbeeld gepureerde groente). Bewerkte groente of fruit, waarbij het eindproduct niet bestaat uit het volledige eetbare gedeelte van het uitgangsproduct, kunnen meetellen als ze voldoen aan de criteria voor microvoedingsstoffen die hiervoor zijn afgeleid (bijvoorbeeld bepaalde sappen). Voor groenten is dit een vitamine C criterium van >8 mg/100 gr en voor foliumzuur >20 mcg/100 of >80 mcg/100 gr voor vitamine A. Voor fruit geldt een vitamine C criterium van >8 mg/100 gr en >10 mcg/100 voor foliumzuur. De beschermende effecten van groenten en fruit zijn, zoals reeds genoemd, echter niet simpelweg te herleiden tot de individuele voedingsstoffen. Waarschijnlijk gaat het om de combinatie. Omdat deze gezondheidseffecten in het epidemiologisch onderzoek vooral gevonden zijn voor groente en fruit zoals geconsumeerd in de gebruikelijke voeding, dus als onderdeel van de maaltijd, of als vers gegeten fruit, is het nog niet duidelijk of deze effecten ook gelden voor producten die industrieel zijn bewerkt (bijvoorbeeld persen, pureren, pasteuriseren, steriliseren), zoals sappen waarbij de productmatrix is verstoord en delen zijn verwijderd. Het is volgens de Gezondheidsraad/Richtlijn Goede Voeding aannemelijk dat naarmate de mate van bewerking minder ingrijpend is voor de oorspronkelijke structuur en bestanddelen van het product, de uitwisselbaarheid tussen het uitgangsproduct en het bewerkte product groter is. 30

25 Bewerkte producten Bij de indeling van producten hanteert het Voedingscentrum als criterium voor de mate van bewerking de mate waarin de oorspronkelijke matrix van het product nog intact is. Dit betekent dat de gezondheidswaarde niet te zeer verslechterd is. Matrix intact: De oorspronkelijke matrix is nog zo goed als intact. De producten die hieronder vallen zijn alle verse groente en fruit (eventueel geschild, gesneden of gehakt). Omdat diepvriezen, steriliseren en pasteuriseren geen noemenswaardige invloed hebben op de gezondheidswaarde vallen ook de producten in diepvries en glas/blik hieronder. Matrix niet meer intact: De oorspronkelijke matrix is niet meer intact (bijvoorbeeld puree, sap). Ook gedroogde producten waarvan de matrix nog intact is, worden tot deze categorie gerekend, omdat niet uitgesloten kan worden dat door het drogen de gezondheidswaarde noemenswaardig is verminderd. Gedroogde producten waarvan de matrix niet meer intact is, worden niet meer tot groente of fruit gerekend. Het Voedingscentrum rekent tot de voorkeursproductenproducten waarin het volledige eetbare gedeelte van het uitgangsproduct aanwezig is en de productmatrix intact is, tenzij er sprake is van toevoegingen (verzadigd/ transvet, suikers of zout). Producten waarin het volledige eetbare gedeelte van het uitgangsproduct aanwezig is maar er geen sprake is van een intacte matrix vallen per definitie niet in de voorkeurscategorie. Plaatsing in middenweg of uitzondering wordt bepaald door toetsing aan de criteria voor microvoedingsstoffen voor groente en fruit. Consumptiecijfers Uit gegevens van de Voedselconsumptiepeiling (VCP ) blijkt dat Nederlanders gemiddeld 121 gram groente per dag eten. Voor fruit is dat gemiddeld 112 gram per dag (ongeveer één stuks fruit). Slechts 1-14% (afhankelijk van leeftijd en geslacht) haalt de aanbeveling 200 gram groente en slechts 3-26% haalt de aanbeveling 2 keer fruit. Het percentage dat de aanbeveling haalt, stijgt met de leeftijd. De groente- en fruitconsumptie is sinds de peiling van 1987/1988 gedaald met ongeveer 17%. 31

26 Top 10 huishoudelijke aankopen van verse groente en vers fruit (2012) verse Groente vers Fruit 1 Tomaten Appelen 2 Ui Sinaasappelen 3 Komkommer Bananen 4 Wortel Mandarijnen 5 Bloemkool Peren 6 Sla (incl. gemengd) Druiven 7 Witlof Kiwi s 8 Paprika Meloenen 9 Roerbak-, wok- en stoofgroente Aardbeien 10 Broccoli Nectarines 32

27 Praktijkvoorbeeld: Icoon om groenteen fruitconsumptie te stimuleren Wat? Het GroentenFruit Bureau heeft het 2x2 icoon ontwikkeld. Dit is een icoon dat retailers, telers en producenten kunnen gebruiken in hun communicatie richting de consument. Hoe? Het GroentenFruit Bureau wil de groenten- en fruitconsumptie stimuleren en heeft daarvoor een icoon gelanceerd: 2x2. Dit icoon moet consumenten bewust maken en eraan herinneren om dagelijks twee ons groente en twee keer fruit te eten. Consumenten zien door het icoon direct dat een product een bijdrage levert aan de dagelijks aanbevolen hoeveelheid. Het gaat om producten met 100% groenten en/of fruit. Ook bewerkte groenten- en fruitproducten mogen het icoon voeren, mits ze aan de criteria voldoen. De criteria zijn gebaseerd op de richtlijnen van de Gezondheidsraad (Richtlijnen Goede Voeding 2006) en aangevuld met eisen die de Nederlandse groente- en fruitsector zichzelf oplegt. Marketing: Het GroentenFruit Bureau heeft een deel van de website ingericht voor de communicatie rondom 2x2. Daar kunnen consumenten onder andere lezen wat twee keer fruit nu precies inhoudt (denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen 2 druiven en 2 sinaasappels) en hoe zij hun dagelijkse inname kunnen verhogen. 2x2 is primair bedoeld als icoon waarmee producenten, retailers, telers en dergelijke hun voordeel kunnen doen. Het icoon is niet alleen bedoeld voor verpakkingen, het mag ook in folders, op websites, op in-store displays en andere uitingen gevoerd worden. 33

28 Gezondheidseffecten van groente en fruit Groente en fruit leveren vitamine C, A (via de provitamine A carotenoïden), foliumzuur, voedingsvezel, kalium en een aantal spoorelementen zoals ijzer en calcium. Daarnaast bevatten groente en fruit een groot aantal bioactieve stoffen, zoals de carotenoïden (lycopeen, luteïne en zeaxanthine), bioflavonoïden en de glucosinolaten. Deze bioactieve stoffen spelen mogelijk mede een rol bij het gezondheidsbevorderend effect van groente en fruit. Het is echter niet duidelijk in welke mate deze stoffen bepalend zijn voor het effect van groente en fruit op de gezondheid. Er gelden voor deze fytonutriënten dan ook geen aparte aanbevelingen. Voor hart- en vaatziekten wordt een risicoreductie van 15-20% mogelijk geacht bij een voldoende hoog niveau van groente- en fruitgebruik. Voor herseninfarcten van 0-25%. Voor de zogenaamde epitheliale kankers, zoals longkanker, maag- en slokdarmkanker en colon/rectum kanker, wordt op basis van meest recente (cohort-)studies het beschermend effect van voldoende groente/fruitconsumptie geschat op 15-25%. Daarnaast wordt een ruim groente- en fruitgebruik ook geassocieerd met een lager risico op andere aandoeningen zoals oogziekten als cataract en maculadegeneratie, en chronische luchtwegobstructie (COPD). Deze gegevens zijn echter vooralsnog minder overtuigend. Door het RIVM (2004) is berekend wat het effect zou zijn op de volksgezondheid als volwassenen hun huidige groente- en fruitconsumptie zouden verhogen tot de aanbevolen hoeveelheden van 200 gram groente en twee keer fruit. Effect van 200 gram groente en 200 gram fruit op hart- en vaatziekten per jaar groente fruit totaal Voorkomen hart- en vaatziekten Afname sterfte aan hart- en vaatziekten Effect van 200 gram groente en 200 gram fruit op kanker groente fruit totaal Voorkomen kanker Afname sterfte aan kanker

29 Verschillen tussen biologische of traditionele teelt Biologische teelt is vooral gericht op milieuaspecten en op duurzamere productiemethoden in vergelijking met de traditionele teelt. Er zijn echter geen harde aanwijzingen voor een verschil in voedingswaarde tussen traditioneel en biologisch gekweekte groenten. Wel zijn in een enkele studies een wat lager nitraat en hoger vitamine C gehalte gerapporteerd voor biologisch geteelde bladgroenten. Ook voor de voedingswaarde van groenten uit de kas versus koude grond, geldt dat er geen harde aanwijzingen zijn voor verschillen, behalve dat s winters gekweekte groenten (kassla) hogere nitraatgehaltes bevatten. Soms duikt ook het bericht op dat groenten en fruit in het verleden een betere voedingswaarde hadden. Als je voedingsmiddelentabellen van vroeger en nu vergelijkt, dan kan er inderdaad een verschil zijn maar die verschillen zijn waarschijnlijk geheel of grotendeels toe te schrijven aan de meer specifieke en betrouwbare analysemethoden die tegenwoordig gebruikt worden. Duurzaamheidaspecten van voedselproductie komen verder in hoofdstuk 5 aan bod. 35

30 1.3.4 Liever iets meer: vis Visvetzuren hebben een eigen gunstig effect en verlagen onder andere de kans op sterfte aan hart- en vaatziekten. Aanbeveling: meer vis eten De Gezondheidsraad adviseert in de Richtlijnen Goede Voeding (2006) om meer vis te eten, namelijk gemiddeld dagelijks 450 milligram visvetzuren. In de Voedingsnormen uit 2001 was dit nog 200 milligram per dag. Het Voedingscentrum vertaalde dit in een concreet advies voor consumenten: twee keer per week vis, waarvan ten minste één keer vette vis, zoals zalm, haring of makreel. Door dit advies op te volgen, bereiken consumenten die hogere advieswaarde. Consumptiecijfers Uit de Voedselconsumptiepeiling (VCP ) blijkt dat percentage mensen dat de aanbeveling van twee keer per week vis haalt, stijgt met de leeftijd. Van de kinderen (7-18 jaar) eet 7% twee keer per week vis en ongeveer eenderde eet één keer per week vis. Ouderen (51-69 jaar) eten het vaakst vis: eenderde eet twee keer per week vis en tweederde eet twee keer per week vis. De laatste jaren is de visconsumptie toegenomen. De gemiddelde inneming van de belangrijkste visvetzuren DHA (docosahexaeenzuur; C22:6n-3) en EPA (eicosapentaeenzuur; C20: 5n-3) is 160 milligram per dag. Gezondheidseffecten van vis Visvetzuren verlagen de kans op de sterfte aan hart- en vaatziekten. Dit komt doordat ze het zogenoemde serum triglyceridegehalte in het bloed verlagen. Een andere mogelijkheid is dat ze het hartritme gunstig beïnvloeden waardoor het risico op acute hartsterfte verlaagd wordt. Er is ook een beschermend effect gevonden op het risico van een herseninfarct (beroerte). Berekend is dat door consumptie van vis op het aanbevolen niveau de totale sterfte aan hart- en vaatziekten met ongeveer 20% kan worden verlaagd, en voor een fataal hartinfarct met circa 30%. Er zijn ook effecten gevonden van visvetzuren op de groei en hersenontwikkeling bij kinderen, met name tijdens de foetale ontwikkeling en in de eerste levensmaanden. Aanwijzingen uit onderzoek voor effecten op cognitieve functies zoals bij kinderen op gedrag, en bij ouderen op geheugenfunctie (preventie van Alzheimer) zijn niet, of nog onvoldoende onderbouwd in interventiestudies. Vis of visoliecapsules? De gezondheidseffecten van visvetzuren zijn, zeker wat betreft de observationele epidemiologische onderzoeken, gebaseerd op de visconsumptie. Deze effecten worden toegeschreven aan de typische visolievetzuren DHA en EPA, en zijn bevestigd in interventie en experimenteel onderzoek waarbij ook gezuiverde vetzuren, zoals aanwezig in visoliecapsules, zijn gebruikt. Toch kan nog niet geheel worden uitgesloten dat ook andere componenten uit vis een bijdrage leveren aan dit effect. Ook is er onduidelijkheid over de afzonderlijke effecten van EPA en DHA, en over de vraag wat nu de optimale samenstelling/ verhouding van deze vetzuren is. Het regelmatig gebruik (2 keer per week) van vis, waarvan ten minste 36

31 éen keer vette vis, blijft daarom het eerste advies om aan de behoefte aan n-3 visolievetzuren te voldoen. Voor personen die geen vis willen of kunnen eten, kunnen verrijkte producten, of visoliecapsules een goed alternatief zijn. Er zijn inmiddels met EPA/DHA verrijkte producten op de markt zoals margarines en eieren. Visoliecapsules bevatten gemiddeld 18% EPA en 12% DHA: 3 gram visolie bevat circa 1 gram n-3 langeketenvetzuren. De exacte samenstelling en gehalte kunnen echter verschillen afhankelijk van de gebruikte vissoort en extractiestap. Er zijn tegenwoordig ook algenpreparaten beschikbaar die zowel EPA als DHA bevatten. ALA is wel een n-3 maar geen visvetzuur Alfalinoleenzuur (ALA) is een essentieel n-3 vetzuur dat voorkomt in plantaardige oliën. Een ruim gebruik van ALA-rijke oliën of producten, zoals producten waarin raapzaad (canola) of lijnzaadolie is verwerkt, kunnen een gunstig effect hebben op de eigen (endogene) aanmaak van de langeketenvetzuren EPA en DHA. De efficiëntie van de omzetting is echter laag en kan sterk variëren binnen en tussen personen. ALA heeft daarom niet dezelfde functionaliteit als EPA en DHA, en bij de claim met n-3 vetzuren maakt het wel verschil uit of dit de visvetzuren zijn of ALA. 37

32 1.3.5 Liever iets meer: voedingsvezel Voedingsvezel is geen echte voedingsstof voor het lichaam, omdat ze niet worden opgenomen door de (dunne) darm. Voedingsvezel is de naam voor een verzameling van stoffen, hoofdzakelijk koolhydraten afkomstig uit de celwand van planten, die niet in de dunne darm van de mens worden verteerd. Ook geïsoleerde (toegevoegde) oligosacchariden, zoals fructo- en galacto-oligosaccharides (respectievelijk FOS en GOS), en onverteerbaar (resistent) zetmeel, worden tot de voedingsvezels gerekend. Geïsoleerde plantenstoffen zoals lignine, saponines, cutine en fytinezuur zijn onverteerbare stoffen, maar geen koolhydraten, en worden daarom alleen tot de voedingsvezels gerekend, wanneer ze geassocieerd zijn met van nature voorkomende onverteerbare koolhydraten. Voedingsvezels zoals de oligosacchariden FOS en GOS, maar ook resistent zetmeel, kunnen in de dikke darm worden gefermenteerd en een effect hebben op de darmflora. Ze worden daarom wel aangeduid als prebiotica. Van FOS en GOS is aangetoond dat ze (selectief) de groei van Bifidobacteriën stimuleren. Dankzij deze fermentatie leveren voedingsvezels ook energie. Hierbij wordt een gemiddelde energetische waarde aangehouden van 2 kcal per gram voedingsvezel. Groep Polysacchariden anders dan zetmeel, en niet-verteerbare oligosacchariden Verbindingen analoog aan (vergelijkbaar met) koolhydraten Lignine 1 Stoffen die vóórkomen in producten met lignine of met polysachariden anders dan zetmeel Type voedingsvezel Cellulose; hemicellulosen zoals arabinoxylanen, arabinogalactanen en xyloglucanen; pectine; fructanen en sommige oligosachariden (inuline, fructo-oligosachariden, oligofructose) galacto- en xylo-oligosacchariden; gommen en slijmstoffen (mucines) Niet-verteerbare dextrinen (vooral uit aardappelen en maïs); synthetische koolhydraten en derivaten daarvan polydextrose, methyl-cellulose, hydroxypropylmethyl-cellulose, niet-verteerbaar (geretrogradeerd) zetmeel Lignine Was; cutine; saponinen; suberinen; tanninen Tabel 1.3: Voorbeelden van stoffen die onder de definitie van voedingsvezel vallen (bron GR, 2006). 1. Alleen indien geassocieerd met van nature voorkomende onverteerbare koolhydraten 38

33 Indeling voedingsvezels In het (recente) verleden werden vezels vaak ingedeeld in twee categorieën: (water-)oplosbare vezels en nietoplosbare vezels. Dit onderscheid wordt echter niet meer als kenmerkend beschouwd en valt ook niet samen met de belangrijkste fysiologische functies van voedingsvezel, namelijk viscositeit en fermentatiegraad. Oplosbare vezels, zoals pectines (uit groenten/fruit) en beta-glucanen (uit o.a. haver en gerst), vormen in de darm visceuze gels die een effect hebben op de glucose en vetabsorptie. Onoplosbare vezels zoals cellulose en andere vezels uit tarwe en rijst, hebben meer een bulking effect. Dat wil zeggen dat zij de faecale massa verhogen met als gevolg dat de darmpassagesnelheid toeneemt. Overigens bevatten vezelrijke producten vrijwel altijd beide typen vezels. Je kunt dus niet makkelijk lijstjes maken van voedingsmiddelen met oplosbare, respectievelijk niet-oplosbare vezels. Dit onderscheid blijkt bovendien niet zondermeer gekoppeld te kunnen worden aan de bekende gezondheidseffecten. Sommige onoplosbare vezels worden gefermenteerd, en niet alle oplosbare vezels hebben een effect op de cholesterol(re)absorptie. De WHO heeft daarom in 1998 voorgesteld dit onderscheid niet langer te maken. Aanbevelingen De Gezondheidsraad adviseert dagelijks 30 tot 40 gram voedingsvezel te eten (3,4 gr/mj), met name vezels afkomstig uit volkoren graanproducten, groenten en fruit. Voor kinderen wordt een geleidelijke toename van de hoeveelheid vezel met de leeftijd aanbevolen tot het niveau van 3,4 gr/mj. Voor voedingsvezel is geen bovengrens voor inneming (UL) opgesteld. Er zijn geen schadelijke effecten bekend, wel kunnen bij een hoge vezelinneming darmklachten optreden zoals flatulentie en een opgeblazen gevoel. Vanwege het volume van vezelrijke voeding is de kans hierop echter klein, en zijn de effecten niet ernstig. Bij gebruik van vezelpreparaten is de kans hierop wel groter. Consumptiecijfers De belangrijkste bronnen van voedingsvezel in de Nederlandse voeding zijn (volkoren) graanproducten, groente en fruit, peulvruchten, noten, en aardappels. Uit gegevens van de Voedselconsumptiepeiling (VCP ) blijkt dat de gemiddelde vezelinneming circa 20 gram per dag bedraagt (totale populatie). Bij de Voedselconsumptie 2003 onder volwassenen van 19 tot 30 jaar bedroeg de gemiddelde inneming 19 gram per dag. Mannen: 22 gram per dag (2,0 gr/mj). Vrouwen: 17 gram per dag (2,2 gr/mj). 39

34 Belangrijkste bronnen van voedingsvezel in de Nederlandse voeding Bron: VCP ; totale populatie (als percentage van totale inneming ) Granen en graanproducten (43%) Groenten (14%) Fruit (11%) Aardappelen (10%) Brood Brood is een belangrijke bron van voedingsvezel, dat betreft met name volkorenbrood, gebakken met volkoren(tarwe)meel (circa 7,0 gr/100 gr). Hierbij maakt het niet uit of dit fijn of grof volkorenbrood is. De kleur van het brood zegt hierbij niet veel. Er zijn donkerbruin gekleurde broden te koop die gekleurd zijn met moutmeel en nauwelijks of niet meer vezel bevatten dan witbrood (2,7g/100 gr). Meergranen-broden bevatten vaak, maar niet altijd, een redelijke hoeveelheid vezel (bron: Consumentenbond Gezondgids, mei 2007). Roggebrood, met name de donkere variant, is wel een goede vezelbron (gem. 6g/100 gr). Er is er ook wit en bruin brood te koop met toegevoegde inulinevezels (bijvoorbeeld Blue band Goede start: 6,8g/100 gr). Aardappels en groente/fruit Aardappel(producten) bevatten circa 1,8 gr/100 gr. Gehaltes in groenten variëren sterk tussen soorten. Relatief veel vezels (> 4g/100 gr) leveren (tuin)bonen, erwten en bepaalde koolsoorten. Hetzelfde geldt voor fruit met relatief hoge gehaltes in bessen, bramen en gedroogde vruchten (tuttifrutti, abrikozen, et cetera). Whole grain De term whole grain wordt in het buitenland (en in de literatuur) vaak gebruikt om gezondheidseffecten van volkoren graanproducten (en ook wild rice en boekweit) te beschrijven. Deze gezondheidseffecten zijn voor een belangrijk deel, maar niet helemaal, toe te schrijven aan de aanwezige voedingsvezel. In volkoren graanproducten komen ook andere bioactieve stoffen voor, zoals lignanen, plantensterolen en fenolen. Deze bioactieve stoffen kunnen ook betrokken zijn bij sommige van de gezondheidseffecten van whole grains. De term whole grain is dus niet synoniem met voedingsvezel. Gezondheidseffecten van vezels Vezels zijn ze belangrijk voor een goede darmwerking. Een tekort aan voedingsvezels veroorzaakt darmproblemen, zoals een tragere stoelgang, obstipatie en aambeien of divertikels (uitstulpingen van de dikkedarmwand). Vezelrijk eten is ook belangrijk om overgewicht te voorkomen. Want hoewel voedingsvezels nauwelijks calorieën leveren, geven ze wel een verzadigd gevoel. Verder hebben sommige vezels een gunstig effect op de bloeddruk en het cholesterolgehalte. Daarmee verkleinen ze het risico op hart- en vaatziekten. Mogelijk verkleinen voedingsvezels ook het risico op dikkedarmkanker en diabetes type 2. 40

35 1.4 Overgewicht Het lichaam heeft energie nodig voor alle levensprocessen. Denk aan ademhalen, kloppen van het hart, op temperatuur blijven, genezen van wondjes, groeien van haar en nagels, groei bij jongeren en zwangere vrouwen en de aanmaak moedermelk bij vrouwen die borstvoeding geven. Lichamelijke activiteit zoals lopen, fietsen en zwemmen horen hier ook bij. Het lichaam slaat een teveel aan energie op als vet. Deze vetvoorraad dient voor tijden van nood, maar de laatste jaren komt het in toenemende mate voor dat mensen te veel vetvoorraad creëren. Dit is beter bekend als overgewicht en obesitas. Overgewicht is primair het gevolg van een verstoring van het evenwicht tussen de energie-inneming via de voeding en het energiegebruik via beweging, over een langere periode. Het ontstaan van deze disbalans is te vinden in een combinatie van biologische, psychosociale, sociale en fysieke omgevingsfactoren. Er is een overvloed aan (energierijk) eten en drinken. Een actieve leefstijl is geen noodzaak meer, maar een keuze. Het niet in staat zijn tegenwicht te bieden aan verleiding, gecombineerd met weinig beweging, zien wetenschappers als een heel belangrijke oorzaak van de sterke toename van overgewicht. Overgewicht veroorzaakt door een aandoening, ziekte of stofwisselingsstoornis is zeldzaam. 41

36 Laat David Beckham bruine bonen aanprijzen. Succes verzekerd Verreweg de meeste voedingsmiddelenreclame gaat over snacks, snoepgoed en andere producten die niet tot het gezonde basispakket behoren. Aan sperziebonen, volkorenbrood en melk lijkt met commercials geen eer te behalen. Toch zijn ook gezonde voedingsmiddelen op een leuke manier te promoten, mits er voldoende geld in wordt geïnvesteerd. De overheid heeft hierin een sturende rol, vindt Jaap Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Reclameblokken tussen en tijdens radio- en tv-programma s. Advertenties in kranten en tijdschriften. Promotiefolders van de bakker en de supermarkt om de hoek. Posters in bushokjes. De hoeveelheid reclame die de consument dagelijks voor zijn kiezen krijgt is immens. Een groot gedeelte hiervan gaat over voedingsmiddelen. Het budget dat de industrie uittrekt voor reclame liegt er dan ook niet om: wereldwijd geven voedingsmiddelenbedrijven een slordige $ 40 miljard per jaar uit aan reclame over voedingsmiddelen. Maar liefst 90% van het budget gaat op aan commercials en advertenties over snacks, frisdranken en andere producten die we eigenlijk bij uitzondering zouden moeten eten, zegt hoogleraar Voeding en Gezondheid Jaap Seidell. Concurrentie Vanuit de voedingsmiddelenindustrie bekeken is dat logisch, vindt Seidell: De meeste fabrikanten verkopen producten die aan de top van de voedingspiramide zitten, dat wil zeggen bewerkte producten met veel toegevoegde waarde. Vaak zijn dit ook de producten die we eigenlijk bij uitzondering zouden moeten eten. Aan de top van de piramide zit ook het meeste geld en is de onderlinge concurrentie het grootst. Producenten van primaire producten - bijvoorbeeld tuinbouwers en veehouders - aan de basis van de piramide hebben minder geld om te investeren in reclame en minder reden om elkaar te beconcurreren. Voor de consument verschillen een rood en blauw blikje frisdrank meer van elkaar dan sperziebonen van de ene of van de andere boer. Volgens de hoogleraar beïnvloedt reclame de keuze van de consument voor gezonde of minder gezonde producten. Als er op tv veel reclame is over frisdrank, kan ik me voorstellen dat dit ten koste gaat van de consumptie van melk. Het lastige is dat een dergelijk effect met onderzoek moeilijk hard is te maken. Je kunt namelijk niet sturen op de hoeveelheid en de soort reclame die deelnemers aan je onderzoek tijdens de studieperiode over zich heen krijgen. Dan zou je mensen moeten verbieden hun huis uit te komen, kranten te lezen, radio te luisteren of tv te kijken, en dat kan niet. Fabrikanten zeggen dat de invloed van reclame niet overschat moet worden. Volgens hen leidt reclame hooguit tot een verschuiving in marktaandeel - zeg maar, de overstap van een blauw naar een rood blikje - maar niet tot een hogere consumptie van bepaalde voedingsmiddelen. Het totale volume aan marketing zal denk ik ook invloed hebben op de totale consumptie van frisdranken maar gedegen onderzoek hiernaar ontbreekt, aldus Seidell. 42

37 De gemakkelijke keuze? Vast staat dat het productaanbod van fabrikanten en supermarkten in combinatie met reclame het eetpatroon van de consument in de goede of verkeerde richting stuurt. Fabrikanten hebben daarom de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de gezonde keuze de gemakkelijke keuze wordt. Het is vervolgens aan de consument die gezonde keuze ook daadwerkelijk te maken. Het is echter de vraag of consumenten wel weten hoe dat moet, kiezen voor gezond. Consumenten kunnen pas een weloverwogen keuze maken als zij goede en objectieve informatie krijgen over de gevolgen van hun keuze voor bepaalde voedingsmiddelen. Het budget voor voedingsvoorlichting is in ons land echter zo n tweeduizend keer lager dan dat voor voedingsmiddelenreclame. Je kunt je dus voorstellen dat de consument een vertekend beeld krijgt van wat de gezonde keus is. Gepolder Waar veel initiatieven in de private-sfeer blijven steken in gepolder, vindt Seidell het Vinkje een stap in de goede richting. Uit onderzoek blijkt dat je de keuze van de consument met een gezond alternatief positief kunt beïnvloeden. Fabrikanten willen een dergelijk logo graag op de verpakking van hun producten zetten, ook als het betekent dat ze in eerste instantie veel moeten investeren en misschien zelfs verlies leiden. Professor Jaap Seidell voegt hier aan toe: Je kunt nooit onbeperkt eten van producten met het Vinkje. Dat geldt voor appels en peren net zo goed. Wie zich aan een gematigd en gevarieerd dieet houdt met Vinkjeproducten, boekt aantoonbaar gezondheidswinst. Natuurlijk blijft consumentenvoorlichting doorlopend nodig om het systeem uit te leggen, zodat consumenten het goed gebruiken. Sturing Als het aan Seidell ligt, gaat de overheid meer sturen in de informatie die de consument voorgeschoteld krijgt, of het nu gaat om reclame of om een logo voor gezonde voedingsmiddelen. De overheid kan bijvoorbeeld voorschrijven dat reclame over minder gezonde voedingsmiddelen alleen op bepaalde tijdstippen uitgezonden wordt, of dat reclame over zulke producten gecompenseerd moet worden met reclame over primaire voedingsmiddelen. Het klinkt misschien betuttelend, maar het werkt wel. Kijk maar naar landen als het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en Frankrijk. Seidell is ervan overtuigd dat je met voldoende financiële middelen ook gezonde, basisproducten op een leuke manier kunt promoten. Huur maar eens een populaire voetballer als David Beckham in om bruine bonen aan te prijzen. Succes verzekerd. Interview Jaap Seidell is hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam en houdt zich vooral bezig met voeding, gezondheid, leefstijl, chronische ziekte, oorzaken, gevolgen, preventie en behandeling van overgewicht en obesitas. Hij is bovendien voorzitter van de onafhankelijke wetenschappelijke commissie van het Ik Kies Bewust logo en lid van Beraadsgroep voeding van de Gezondheidsraad. 43

Weet wat je eet. Meer dan lekker. Gezondheids- en duurzaamheidsaspecten van levensmiddelen

Weet wat je eet. Meer dan lekker. Gezondheids- en duurzaamheidsaspecten van levensmiddelen Weet wat je eet Meer dan lekker Gezondheids- en duurzaamheidsaspecten van levensmiddelen Meer dan lekker Gezondheids- en duurzaamheidsaspecten van levensmiddelen 1 Colofon Auteurs: Dr. ir. Lisette Brink

Nadere informatie

Alles over VETTEN GOEDE ÉN SLECHTE. E-book

Alles over VETTEN GOEDE ÉN SLECHTE. E-book Alles over VETTEN GOEDE ÉN SLECHTE E-book WAT IS VET? VET IS EEN VOEDINGSSTOF DIE ZIT IN BIJVOORBEELD HALVARINE, OLIE, VLEES, KAAS EN IN KOEK, SNACKS EN SAUZEN. VET IS ALTIJD EEN MENGSEL VAN VETZUREN.

Nadere informatie

G e z o n d e t e n m e t d e Schijf van Vijf

G e z o n d e t e n m e t d e Schijf van Vijf G e z o n d e t e n m e t d e Schijf van Vijf De Schijf van Vijf in het kort Om fit en gezond te leven is het belangrijk om gezond te eten. Gezond eten is samen met voldoende bewegen dé basis voor een

Nadere informatie

Gezonde basisvoeding met de Schijf van Vijf Factsheet

Gezonde basisvoeding met de Schijf van Vijf Factsheet Voedingscentrum De erkende autoriteit op het gebied van gezond, veilig en duurzaam eten Gezonde basisvoeding met de Schijf van Vijf Factsheet De Schijf van Vijf is het voorlichtingsmodel dat het Voedingscentrum

Nadere informatie

2. Schijf van Vijf samengevat

2. Schijf van Vijf samengevat 2. Schijf van Vijf samengevat 2.1 De essentie van de Schijf van Vijf De Schijf van Vijf is het beeldmerk dat laat zien wat gezond eten inhoudt. Het beeldmerk wordt onderbouwd met de Richtlijnen Schijf

Nadere informatie

Voor op brood (kuipjes 41 % totaal vet) Voor op brood (kuipjes > 41 % vet) Twenty Four Brio Light Becel pro.activ Calorie Light

Voor op brood (kuipjes 41 % totaal vet) Voor op brood (kuipjes > 41 % vet) Twenty Four Brio Light Becel pro.activ Calorie Light INFOKAART n van margarine-, halvarine- en bak- en braadproducten December 2016 - Het assortiment margarineproducten wordt steeds groter en sluit steeds beter aan op de wensen en eisen van de consument.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Inleiding 3

INHOUDSOPGAVE. Inleiding 3 INHOUDSOPGAVE PAG. Inleiding 3 1. Voeding en gezondheid 5 1.1 Inleiding 5 Interview Tiny Van Boekel - Hoogleraar Productontwerpen en Kwaliteitskunde 6 Interview Frans Kok - Hoogleraar Voeding en Gezondheid

Nadere informatie

Noten en gedroogde zuidvruchten passen in een gezond voedingspatroon

Noten en gedroogde zuidvruchten passen in een gezond voedingspatroon Noten en gedroogde zuidvruchten passen in een gezond voedingspatroon Noten, rozijnen, gedroogde pruimen en andere gedroogde zuidvruchten bevatten veel gezonde vetten, vezels, vitamines en mineralen. Uit

Nadere informatie

Voedingsadviezen. 2.1. Samenstelling van de voeding. 6-7 sneetjes. 20-25 g. 4-5 aardappelen/ opscheplepels

Voedingsadviezen. 2.1. Samenstelling van de voeding. 6-7 sneetjes. 20-25 g. 4-5 aardappelen/ opscheplepels Hoofdstuk 2 Voedingsadviezen voor mensen met diabetes mellitus 2.1. Samenstelling van de voeding Dieetadviezen bij diabetes mellitus zijn niet anders dan adviezen voor een goede voeding. De basis van een

Nadere informatie

S C H I J F V A N V I J F

S C H I J F V A N V I J F SCHIJF VAN VIJF DE SCHIJF VAN VIJF, GOED VOOR JE LIJF! V o o r i e d e r e e n i s e e n v o e d i n g s k e u z e v a n b e l a n g w a a r a l l e b e n o d i g d e voedingsstoffen in zitten. Dit zijn

Nadere informatie

10 KEER GEZOND EET GROENTEN

10 KEER GEZOND EET GROENTEN 10 KEER GEZOND 10 KEER GEZOND Er zijn volgens ons tien regels waar het voedingspatroon van elke sporter of niet-sporter dagelijks aan zou moeten voldoen. Deze richtlijnen zijn grotendeels gebaseerd op

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Gezond eten met aandacht voor vetten

Hoofdstuk 1 - Gezond eten met aandacht voor vetten Hoofdstuk 1 - Gezond eten met aandacht voor vetten Dit hoofdstuk bevat zeven vragen Hoofdstuk 1 gaat over het belang van een gezond voedingspatroon en de rol van vetten hierin. Na bestudering van dit hoofdstuk

Nadere informatie

Schijf van Vijf-spel. Opdracht 4C. Opdracht

Schijf van Vijf-spel. Opdracht 4C. Opdracht Opdracht 4C Schijf van Vijf-spel Opdracht Doel: Introductie: 15 min. Opdracht 1: Opdracht 2: Kinderen worden bewust gemaakt van wat gezonde basisvoeding is. Dit zijn producten uit de Schijf van Vijf. Als

Nadere informatie

Voedingsadvies bij zwangerschapsdiabetes. diabetes gravidarum

Voedingsadvies bij zwangerschapsdiabetes. diabetes gravidarum Voedingsadvies bij zwangerschapsdiabetes diabetes gravidarum 2 Deze brochure is bedoeld voor vrouwen met diabetes gravidarum. In deze brochure wordt informatie gegeven over o.a. de richtlijnen voor de

Nadere informatie

Meer dan lekker. Gezondheids- en duurzaamheidsaspecten van levensmiddelen

Meer dan lekker. Gezondheids- en duurzaamheidsaspecten van levensmiddelen Meer dan lekker Gezondheids- en duurzaamheidsaspecten van levensmiddelen COLOFON Auteurs: dr. Henk van den Berg ir. Corné van Dooren dr. Stephan Peters ir. Wieke van der Vossen-Wijmenga dr. ir. Andrea

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4 Gezonde voeding 1 INLEIDING Thema 3 hoofdstuk Gezonde voeding blz. 149 Onderwerpen: -Persoonlijke verschillen -Voeding en levensfasen -Voedingsmiddelen en voedingsstoffen -Richtlijnen

Nadere informatie

Eten volgens de nieuwe Schijf van Vijf. Annette Stafleu 8 november 2016

Eten volgens de nieuwe Schijf van Vijf. Annette Stafleu 8 november 2016 Eten volgens de nieuwe Schijf van Vijf Annette Stafleu 8 november 2016 Video: Wat is gezond eten volgens de Schijf van Vijf Astrid Postma van het Voedingscentrum vertelt Wat presenteren we vandaag? Onze

Nadere informatie

Diabetes mellitus. Victoza en voeding

Diabetes mellitus. Victoza en voeding Diabetes mellitus Victoza en voeding In het kort Wat is diabetes? Diabetes mellitus wordt in de volksmond ook wel suikerziekte genoemd. Bij Diabetes mellitus is er geen of onvoldoende insuline beschikbaar

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Voedingsmiddenenbedrijven hebben verschillende manieren om consumenten erop te attenderen dat bepaalde producten goed zouden zijn voor de gezondheid. Sinds enkele jaren worden daar in Nederland

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding

Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding Wat zijn de nieuwe voedingsaanbevelingen vanuit de wetenschap? Prof. Edith Feskens, edith.feskens@wur.nl Inhoud Voedingsonderzoek is moeilijk! Hoe komen Richtlijnen tot

Nadere informatie

Eet smakelijk René de Groot 15-06-2014

Eet smakelijk René de Groot 15-06-2014 Eet smakelijk René de Groot 15-06-2014 Inhoudsopgave: Kennis testen Waar is voeding eigenlijk goed voor? Waarmee moeten we dan ontbijten? Bloedsuiker spiegel Calorieën?? Schijf van 5 Hoeveel calorieën

Nadere informatie

Voedselconsumptie Vergelijking met de Richtlijnen goede voeding Belangrijkste bevindingen

Voedselconsumptie Vergelijking met de Richtlijnen goede voeding Belangrijkste bevindingen Voedselconsumptie 12-16 Vergelijking met de Richtlijnen goede voeding 15 Het RIVM onderzoekt de voedselconsumptie in Nederland. Van ruim mensen in de leeftijd van 1 tot en met 79 jaar is van 12 tot en

Nadere informatie

Vetten Minder verzadigd vet, meer onverzadigd vet

Vetten Minder verzadigd vet, meer onverzadigd vet Vetten Minder verzadigd vet, meer onverzadigd vet In voeding zitten twee soorten vet: verzadigd vet en onverzadigd vet. Als je verzadigd vet vervangt door onverzadigd vet heeft dat een positief effect

Nadere informatie

Wij, Nederlanders, hebben er ook veel nieuwe eetgewoontes bij gekregen. Dat komt door drie dingen:

Wij, Nederlanders, hebben er ook veel nieuwe eetgewoontes bij gekregen. Dat komt door drie dingen: Samenvatting door B. 739 woorden 29 november 2016 6,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 7.1 Eten Eet iedereen hetzelfde? Eetgewoontes hangen van verschillende dingen af: je voorkeur voor eten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Gezond eten met aandacht voor goede vetten

Hoofdstuk 1 - Gezond eten met aandacht voor goede vetten E-learning module vetten en gezondheid Hoofdstuk 1 - Gezond eten met aandacht voor goede vetten Hoofdstuk 1 gaat over de rol van vetten in een gezond voedingspatroon. Na bestudering van dit hoofdstuk weet

Nadere informatie

Gezond leven betekent dat je; - voldoende beweegt - gezond eet

Gezond leven betekent dat je; - voldoende beweegt - gezond eet Gezond leven betekent dat je; - voldoende beweegt - gezond eet Waarom eet je eigenlijk? Je krijgt er energie van! Energie heb je nodig alle processen in je lichaam b.v. voor lopen, computeren Maar ook

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Vetten zijn gezond en noodzakelijk laat je niets wijsmaken Vet heeft een slecht imago en dat is vreemd omdat vet noodzakelijk is en zeker niet alleen maar slecht is en het het is niet iets wat je zoveel

Nadere informatie

Dienstverlenende werkzaamheden Les 7

Dienstverlenende werkzaamheden Les 7 Dienstverlenende werkzaamheden Les 7 voedingsadvies Julie hebben in les 1 al een voedingsdagboek moeten invullen en in les drie heb je als het goed is geleerd hoe de schijf van vijf werkt. Met deze kennis

Nadere informatie

Voeding bij diabetes mellitus

Voeding bij diabetes mellitus Voeding bij diabetes mellitus Inleiding Dieetadviezen bij diabetes mellitus zijn nauwelijks anders dan adviezen voor een goede voeding. De gedachte dat iemand met diabetes helemaal geen suiker mag eten

Nadere informatie

Wat zijn vetten? Soorten vetten Onverzadigde vetten Verzadigde vetten Transvetten Vetpercentages Tips

Wat zijn vetten? Soorten vetten Onverzadigde vetten Verzadigde vetten Transvetten Vetpercentages Tips Vetten 1 Onderwerpen Wat zijn vetten? Soorten vetten Onverzadigde vetten Verzadigde vetten Transvetten Vetpercentages Tips 2 Wat zijn vetten? Vetten zijn naast eiwitten en koolhydraten, een van de drie

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3. Gezonde voeding

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3. Gezonde voeding GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3 Gezonde voeding 1 INLEIDING Thema 3 hoofdstuk Gezonde voeding blz. 149 Onderwerpen: -Persoonlijke verschillen -Voeding en levensfasen -Voedingsmiddelen en voedingsstoffen -Richtlijnen

Nadere informatie

Vetten Minder verzadigd vet, meer onverzadigd vet

Vetten Minder verzadigd vet, meer onverzadigd vet Vetten Minder verzadigd vet, meer onverzadigd vet In voeding zitten twee soorten vet: verzadigd vet en onverzadigd vet. Als je verzadigd vet vervangt door onverzadigd vet heeft dat een positief effect

Nadere informatie

C.V.I. 6.13 De rol van vleeswaren in een gezonde voeding. 6.13 De rol van vleeswaren in een gezonde voeding

C.V.I. 6.13 De rol van vleeswaren in een gezonde voeding. 6.13 De rol van vleeswaren in een gezonde voeding 6 KWALITEITSZORG 6.13 De rol van vleeswaren in een gezonde voeding Auteur : H.Rang Productschap Vee en Vlees September 2013 blad 1 van 12 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 2 Vlees(waren) en voedingsstoffen...

Nadere informatie

Vitamine B12 Brood Glucose Biefstuk Fruitsap Proteïnen Kiwi Zetmeel Calcium Broccoli

Vitamine B12 Brood Glucose Biefstuk Fruitsap Proteïnen Kiwi Zetmeel Calcium Broccoli Toetsvragen voedingsleer 1. Voedingsmiddel of voedingsstof? Kruis het juiste antwoord aan! Voedingsmiddel Voedingsstof Vitamine B12 Brood Glucose Biefstuk Fruitsap Proteïnen Kiwi Zetmeel Calcium Broccoli

Nadere informatie

Samenvatting. Voedingsmiddelengebruik en maaltijdpatroon

Samenvatting. Voedingsmiddelengebruik en maaltijdpatroon Samenvatting Sinds 1987 vindt in Nederland eens in de vijf jaar een peiling van de voedselconsumptie van de bevolking plaats. In dit advies worden de belangrijkste ontwikkelingen in de voedselconsumptie

Nadere informatie

Diabetes type 2 Het belang van gezonde voeding

Diabetes type 2 Het belang van gezonde voeding Diabetes type 2 Het belang van gezonde voeding Gezond eten is voor iedereen belangrijk, maar voor mensen met diabetes type 2 zijn er extra aandachtspunten. Onze voedingsadviezen helpen je. Wat gebeurt

Nadere informatie

Bewegen x vakleerkracht = toekomst 2

Bewegen x vakleerkracht = toekomst 2 Bewegen x vakleerkracht = toekomst 2 Workshop voeding Vincent Verdoorn Fontys Sporthogeschool (Bewegen + voeding) x vakleerkracht = toekomst 2 Workshop voeding Vincent Verdoorn Fontys Sporthogeschool Inhoud

Nadere informatie

Zwangerschap wat kun je wel en niet eten?

Zwangerschap wat kun je wel en niet eten? Zwangerschap wat kun je wel en niet eten? Gezond zwanger Tijdens je zwangerschap is goed eten belangrijk. Je baby gebruikt namelijk de voedingsstoffen uit jouw eten om te groeien. Jullie hebben dus samen

Nadere informatie

Dienstverlenende werkzaamheden Les 3

Dienstverlenende werkzaamheden Les 3 Dienstverlenende werkzaamheden Les 3 Wat moet je nu wel eten en wat niet? Waarom wel en waarom niet? Hoe kun je er achter komen wat gezonde keuzes zijn? Eten is voor ons het zelfde als brandstof voor

Nadere informatie

De 27 onmisbare vitaminen en mineralen

De 27 onmisbare vitaminen en mineralen Page 1 of 5 De 27 onmisbare vitaminen en mineralen zaterdag 05 september 2009 Wist je dat een kiwi in verhouding veel meer vitamine C bevat dan een sinaasappel? Week&nd start het nieuwe schooljaar gezond,

Nadere informatie

De richtlijnen zijn bedoeld voor de ogenschijnlijk gezonde bevolking

De richtlijnen zijn bedoeld voor de ogenschijnlijk gezonde bevolking Samenvatting De zogeheten Richtlijnen goede voeding zijn bedoeld om de overheid steun te bieden bij het ontwikkelen van een voedingsbeleid en bij het volgen van de effecten van dat beleid. Het advies vormt

Nadere informatie

Voeding en gezondheid

Voeding en gezondheid Voeding en gezondheid Diëtistenpraktijk Meierijstad Stephan van Rooij 31 jaar Diëtist bij - Dietistenpraktijk Meijerijstad - Schijndel (Avantilaan 7) - Sint Oedenrode (Ollandseweg 86) Aandachtsvelden:

Nadere informatie

Vakantie vitamines: hoe voorkom je vakantie kilo s? Jantine Blaauwbroek Diëtist

Vakantie vitamines: hoe voorkom je vakantie kilo s? Jantine Blaauwbroek Diëtist Vakantie vitamines: hoe voorkom je vakantie kilo s? Jantine Blaauwbroek Diëtist Inhoud 1 Vakantiebestemmingen 2 Wat is gezonde voeding? 3 Energieleveranciers en functies 4 Energiebalans op vakantie 5 Weet

Nadere informatie

DE MAAND ZONDER SUIKER

DE MAAND ZONDER SUIKER DE MAAND ZONDER SUIKER Spelregels Hoe werkt het experiment? De maand november is voor Kassa de Maand Zonder Suiker. Helemaal suikervrij is niet gezond: in fruit zit bijvoorbeeld van nature suiker, maar

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten Dia 1 Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema Dia 2 Wat is voeding: Voeding = alle organische stoffen die je als mens of organisme nodig hebt om energie op te wekken in je

Nadere informatie

Wat is goede voeding? Aanbevelingen & tips voor kinderen 9 t/m 18 jaar

Wat is goede voeding? Aanbevelingen & tips voor kinderen 9 t/m 18 jaar Wat is goede voeding? Aanbevelingen & tips voor kinderen 9 t/m 18 jaar Gezonde leefstijl Ben jij benieuwd hoe je gezond kunt eten? Daar kan de Schijf van Vijf je bij helpen. Door iedere dag producten uit

Nadere informatie

Geschat effect van lagere suikergehalten in voedingsmiddelen

Geschat effect van lagere suikergehalten in voedingsmiddelen Geschat effect van lagere suikergehalten in voedingsmiddelen op de dagelijkse suikerinname in Nederland In het Akkoord Verbetering Productsamenstelling (AVP) hebben verschillende partijen afgesproken het

Nadere informatie

VOEDING OP DE BUURDERIJ

VOEDING OP DE BUURDERIJ VOEDING OP DE BUURDERIJ De voeding op de Buurderij voldoet aan de richtlijnen Gezonde Voeding van het Voedingscentrum. Per 1 januari 2018 is er gemiddeld 6,60 beschikbaar per bewoner per dag voor het eten.

Nadere informatie

Rapport Gezondheids-APK

Rapport Gezondheids-APK Rapport Gezondheids-APK Glucose Cholesterol Bloeddruk BMI Uw Gezondheids-APK We zijn steeds meer bezig met onze gezondheid, maar wat is het effect van onze leefstijl? Door bewust om te gaan met ons lichaam

Nadere informatie

1. Voedingsadvies 1.1 Inleiding

1. Voedingsadvies 1.1 Inleiding 1. Voedingsadvies 1.1 Inleiding Op de pabo opleiding leren de studenten hoe ze kinderen de vaardigheden kunnen bijbrengen die ze nodig hebben om een succesvolle en evenwichtige volwassene te worden. In

Nadere informatie

Goede voeding. Hans van Kuijk sportarts

Goede voeding. Hans van Kuijk sportarts Goede voeding Hans van Kuijk sportarts Goede voeding Hans van Kuijk sportarts Chronische aandoeningen Hart- en vaatziekten Hoge bloeddruk Diabetes 2 Overgewicht? Relatie met voeding & bewegen? DM2; dramatische

Nadere informatie

Voedingsadvies bij Diabetes Mellitus. Bij gebruik van GLP-1-analoog

Voedingsadvies bij Diabetes Mellitus. Bij gebruik van GLP-1-analoog Voedingsadvies bij Diabetes Mellitus Bij gebruik van GLP-1-analoog Aangezien u lijdt aan Diabetes mellitus, type 2 (oftewel ouderdomsdiabetes) én overgewicht hebt, heeft de arts u een behandeling met zogenaamd

Nadere informatie

Voedingsbeleid Kinderdagverblijf Kiekeboe 2015

Voedingsbeleid Kinderdagverblijf Kiekeboe 2015 Ons voedingsbeleid Inleiding Gezond zijn en blijven begint onder andere met voeding. Gezond eten betekent: gevarieerd en niet te veel. Een gezond voedingspatroon is een voedingspatroon waarmee problemen

Nadere informatie

VOEDING OP DE BUURDERIJ

VOEDING OP DE BUURDERIJ VOEDING OP DE BUURDERIJ De voeding op de Buurderij voldoet aan de richtlijnen Gezonde Voeding van het Voedingscentrum. Per 1 januari 2018 is er gemiddeld 6,60 beschikbaar per bewoner per dag voor het eten.

Nadere informatie

gezond zijn, gezond blijven met vitamines en mineralen

gezond zijn, gezond blijven met vitamines en mineralen gezond zijn, gezond blijven met vitamines en mineralen Vitamines en mineralen: we kunnen geen dag zonder We weten dat we ze elke dag nodig hebben. Maar wat zijn het nu eigenlijk? Vitamines en mineralen

Nadere informatie

niveau 2, 3, 4 thema 5.5

niveau 2, 3, 4 thema 5.5 niveau 2, 3, 4 thema 5.5 Gezonde voeding Inleiding Wanneer eet je gezond? Hoeveel moet ik dagelijks eten? Wat is een goed lichaamsgewicht? Onder- en overgewicht Inleiding Goede voeding levert de dagelijks

Nadere informatie

VOEDINGSDRIEHOEK: Gezond en duurzaam eten met de voedingsdriehoek

VOEDINGSDRIEHOEK: Gezond en duurzaam eten met de voedingsdriehoek VOEDINGSDRIEHOEK: Gezond en duurzaam eten met de voedingsdriehoek Gezond eten: wat is dat nu precies? In de media verschijnen zoveel tegenstrijdige berichten dat je op den duur het bos door de bomen niet

Nadere informatie

Verhoogd cholesterolgehalte. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Verhoogd cholesterolgehalte. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg Verhoogd cholesterolgehalte Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies Jouw gezondheid is onze zorg Inhoud Cholesterolgehalte 3 Cholesterol 3 Cholesterol in voeding 4 Verhoogd cholesterolgehalte

Nadere informatie

Cholesterol. Alles wat je ooit wilde weten

Cholesterol. Alles wat je ooit wilde weten Cholesterol Alles wat je ooit wilde weten Waar komt cholesterol vandaan? Het overgrote deel van de cholesterol in ons lichaam maakt ons lichaam zélf aan. Eén derde nemen we op via onze voeding. Cholesterol

Nadere informatie

Z O U T : TOP? ZOUT : STOP!

Z O U T : TOP? ZOUT : STOP! ZOUT : STOP! ZOUT : TOP? Zout, wat is dat nu eigenlijk? In feite is het zout dat we in onze voeding gebruiken natriumchloride of NaCl. Het element dat in deze formule voor problemen zorgt, is het natrium.

Nadere informatie

Nieuwe wegen naar gezonde voeding

Nieuwe wegen naar gezonde voeding Nieuwe wegen naar gezonde voeding 1 Wat eten we en wordt het beter? Matthijs van den Berg Hoofd van het Centrum Voeding, Preventie en Zorg bij het RIVM. 2 Wat eten we en wordt het beter? Matthijs van den

Nadere informatie

Hartrevalidatie HagaZiekenhuis

Hartrevalidatie HagaZiekenhuis GEZONDE VOEDING Hartrevalidatie HagaZiekenhuis Hieronder treft u de inhoud van de informatiemodule aan, voor het onderdeel van de diëtiek. Gezonde voeding in relatie tot de risicofactoren: Bepaalde risicofactoren

Nadere informatie

lyondellbasell.com Eet dit Dat niet Verbeter je gezondheid

lyondellbasell.com Eet dit Dat niet Verbeter je gezondheid Eet dit Dat niet Verbeter je gezondheid Verander je keuzes, verander je leven Deze presentatie heeft als doel om u betere beslissingen te laten nemen m.b.t. voeding om zo uw gezondheid te verbeteren. Belangrijke

Nadere informatie

Vitaminen en mineralen. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Vitaminen en mineralen. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg Vitaminen en mineralen Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies Jouw gezondheid is onze zorg Inhoud Vitaminen 3 Mineralen 4 Voeding 4 Dagelijkse behoefte 4 Wanneer extra vitaminen gebruiken

Nadere informatie

Gezonde Voeding Tips

Gezonde Voeding Tips Gezonde Voeding Tips Waarom is een gezond dieet zo belangrijk? A) Voorkom risico s op aandoeningen Weet je dat de meeste aandoeningen kunnen worden voorkomen? Voorbeelden hiervan zijn:» Hartaandoeningen»

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H7 Biologie Eten

Samenvatting Biologie H7 Biologie Eten Samenvatting Biologie H7 Biologie Eten Samenvatting door J. 1049 woorden 5 januari 2017 5,1 13 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 7.1 Eten Eet iedereen hetzelfde? Eetgewoontes hangen van verschillende

Nadere informatie

Wie ben ik? Naam: Maud van der Meer. Plaats: Eindhoven. Sport: wedstrijdzwemmen ( EK, WK en OS) Studie: (sport) voedingsdeskundige

Wie ben ik? Naam: Maud van der Meer. Plaats: Eindhoven. Sport: wedstrijdzwemmen ( EK, WK en OS) Studie: (sport) voedingsdeskundige Wie ben ik? Naam: Maud van der Meer Plaats: Eindhoven Sport: wedstrijdzwemmen ( EK, WK en OS) Studie: (sport) voedingsdeskundige Workshop voeding Doel Basisvoeding Van theorie naar praktijk Sportspecifieke

Nadere informatie

gezond zwanger met vitamines en mineralen

gezond zwanger met vitamines en mineralen gezond zwanger met vitamines en mineralen Vitamines en mineralen: we kunnen geen dag zonder We weten dat we ze elke dag nodig hebben. Maar wat zijn het nu eigenlijk? Vitamines en mineralen zijn voedingsstoffen

Nadere informatie

Vol verwachting is afgelopen

Vol verwachting is afgelopen Wat is er nieuw aan de Schijf van Vijf? Na een gedegen voorbereiding en hard werken presenteerde het Voedingscentrum op 22 maart de nieuwe Schijf van Vijf. Een belangrijke dag voor diëtisten en andere

Nadere informatie

Van Richtlijnen Goede Voeding naar de Schijf van Vijf en diëtistenpraktijk Andrea Werkman

Van Richtlijnen Goede Voeding naar de Schijf van Vijf en diëtistenpraktijk Andrea Werkman Van Richtlijnen Goede Voeding naar de Schijf van Vijf en diëtistenpraktijk Andrea Werkman Logischer voor diëtist? Is het logischer geworden door uit te gaan van voedingsmiddelen? De aandacht voor voedingsmiddelen

Nadere informatie

Oliën en vetten kies gezond en lekker

Oliën en vetten kies gezond en lekker Meer weten? Op www.vettefeiten.nl vind je nog veel meer informatie over de rol van oliën en vetten in ons dagelijks leven. Volg ons ook op twitter: @MVOvettefeiten Contact MVO - de ketenorganisatie voor

Nadere informatie

3.1 Inleiding 67 3.2 Suiker en suikers

3.1 Inleiding 67 3.2 Suiker en suikers INHOUD 13 17 1.1 Inleiding 17 1.2 Definitie van vet 18 1.2.1 Structuur van vet 18 1.2.2 Vetzuurgroepen 19 1.2.3 Oorsprong van vet 23 1.3 Aanwezigheid van vet in levensmiddelen 24 1.3.1 Onverzadigde vetzuren

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen In publiceerde de toenmalige oedingsraad de Nederlandse voedingsnormen. Deze waren hoofdzakelijk gericht op de preventie van deficiëntieverschijnselen. De laatste

Nadere informatie

8.5. Boekverslag door Stefan 3796 woorden 29 oktober keer beoordeeld. Wetenschapsoriëntatie

8.5. Boekverslag door Stefan 3796 woorden 29 oktober keer beoordeeld. Wetenschapsoriëntatie Boekverslag door Stefan 3796 woorden 29 oktober 2017 8.5 2 keer beoordeeld Vak Wetenschapsoriëntatie https://www.scholieren.com/verslag/111353 Pagina 1 van 12 Achtergrondinformatie De Schijf van Vijf geeft

Nadere informatie

KlasseLunch. Over gezond eten 1. Docentenhandleiding KlasseLunch 2008:

KlasseLunch. Over gezond eten 1. Docentenhandleiding KlasseLunch 2008: Over gezond eten 1 WAAROM IS GEZOND ETEN BELANGRIJK? Je bent nu in de groei. Je lichaam is nog lang niet klaar. Goed en gezond eten is daarom erg belangrijk. Want alleen dan krijg je voldoende voedingsstoffen

Nadere informatie

"Als je weet wat je eet kan je bewuster keuzes gaan maken en een gezondere lifestyle ontwikkelen."

Als je weet wat je eet kan je bewuster keuzes gaan maken en een gezondere lifestyle ontwikkelen. Dagelijkse voeding Als je wat meer op je voeding wilt gaan letten, dan sta je vast stil bij wat je allemaal op een dag eet. En je vraagt je vast af wat heb je nu direct nodig en wat niet? Wat voor effect

Nadere informatie

De voedingsdriehoek. Wat en hoe?

De voedingsdriehoek. Wat en hoe? De voedingsdriehoek Wat en hoe? Wat haal je uit de posters Vind je gezonde voeding belangrijk? Ben je op de hoogte van wat gezonde voeding wel en niet is? Vind je van jezelf dat je gezond eet? Gaat gezond

Nadere informatie

Het programma. De boodschappenkar. Even voorstellen: Door de bomen het bos niet meer zien? Feiten en fabels

Het programma. De boodschappenkar. Even voorstellen: Door de bomen het bos niet meer zien? Feiten en fabels De boodschappenkar Door: Anne Mesman-de Winter, Diëtist Het programma over goede voeding Informatie over de Richtlijnen goede voeding Hoe ziet volgens u een gezond boodschappenmandje eruit? Toelichting

Nadere informatie

24 mei 2011 Gezonde voeding voor senioren

24 mei 2011 Gezonde voeding voor senioren 24 mei 2011 Gezonde voeding voor senioren Annette Schormans, diëtist Lezing 26 januari 2015 KBO Boxtel Gezondheidsproblemen leefregels voor senioren goede keuze in voeding maken blijven bewegen hersenen

Nadere informatie

ALLES OVER VOEDINGS- STOFFEN

ALLES OVER VOEDINGS- STOFFEN ALLES OVER VOEDINGS- STOFFEN VOORWOORD Lieve Fitsoluter, Wij hopen dat je veel plezier hebt met het lezen van ons E-book en er veel inspiratie uit kunt halen voor jouw gezonde lifestyle! We zijn ons er

Nadere informatie

Voedselconsumptie Vergeleken met de Richtlijnen goede voeding Belangrijkste bevindingen

Voedselconsumptie Vergeleken met de Richtlijnen goede voeding Belangrijkste bevindingen Voedselconsumptie 212-214 Vergeleken met de Richtlijnen goede voeding 215 Het RIVM onderzoekt de voedselconsumptie in Nederland. Deze factsheet geeft in het kort weer hoe volwassenen (19-79 jaar) in de

Nadere informatie

1 gram verteerbare koolhydraten levert 4 kcal (afkorting verteerbare koolhydraten =

1 gram verteerbare koolhydraten levert 4 kcal (afkorting verteerbare koolhydraten = Voedingsanalyse van 2 typische fastfoodmaaltijden : cijfers en feiten Doelstelling : Vanuit de voedingswaarde en met behulp van de cursus, de effecten van fastfood op de gezondheid kunnen afleiden. De

Nadere informatie

Voedingsrichtlijnen zwangerschap

Voedingsrichtlijnen zwangerschap Voedingsrichtlijnen zwangerschap Hoera! Je bent zwanger. Een nieuwe tijd breekt aan. Wat gaat deze zwangerschap brengen? Hoe zorg je dat je baby goed groeit? Hoe blijf je zelf fit tijdens je zwangerschap?

Nadere informatie

12-11-2012. De fysiologische basis van de melkproductie. De fysiologische basis van de melkproductie. Hormonen tijdens lactatie

12-11-2012. De fysiologische basis van de melkproductie. De fysiologische basis van de melkproductie. Hormonen tijdens lactatie De fysiologische basis van de melkproductie Anita Badart, diëtist / lactatiekundige IBCLC Moedermelk; Aandachtspunten hoe? hoeveel? samenstelling? De fysiologische basis van de melkproductie Lactose Vetten

Nadere informatie

5. Dagelijkse energie

5. Dagelijkse energie 5. Dagelijkse energie Elke beweging die je doet kost energie. Niet alleen bij het rennen, lopen, bukken en springen, maar ook slapen en zitten kosten dus energie. De energie die hiervoor nodig is, wordt

Nadere informatie

Gezonde voeding (voor ouderen)

Gezonde voeding (voor ouderen) Gezonde voeding (voor ouderen) We worden steeds ouder Europe 29% North America 25% Eastern Asia 21% LA & Caribbean 14% 1953 Schijf van vijf 2004 1981 voorjaar van 2016 1965 1991 Algemene voedingsadviezen

Nadere informatie

Gezonde voeding. voor Marokkaanse Nederlanders. Zorg goed voor uw hart

Gezonde voeding. voor Marokkaanse Nederlanders. Zorg goed voor uw hart Gezonde voeding voor Marokkaanse Nederlanders Zorg goed voor uw hart Wat is het belang van goede voeding? Risicofactoren We eten om in leven te blijven. Maar we eten ook omdat we het gezellig vinden. En

Nadere informatie

gezond zwanger met vitamines en mineralen

gezond zwanger met vitamines en mineralen gezond zwanger met vitamines en mineralen Vitamines en mineralen: we kunnen geen dag zonder We weten dat we ze elke dag nodig hebben. Maar wat zijn het nu eigenlijk? Vitamines en mineralen zijn voedingsstoffen

Nadere informatie

Inhoud. Samenvatting... 4 Inleiding... 9 Doel...11 Werkwijze...12 Resultaten...16 Conclusies...22 Bijlagen 1, 2 en

Inhoud. Samenvatting... 4 Inleiding... 9 Doel...11 Werkwijze...12 Resultaten...16 Conclusies...22 Bijlagen 1, 2 en Pagina 2 van 35 Monitoring van het verzadigd vet- en zoutgehalte in levensmiddelen waarvoor afspraken zijn gemaakt in het Akkoord Verbetering Productsamenstelling 2017 21 december 2017 Inhoud Samenvatting...

Nadere informatie

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen Samenvatting Er bestaan al jaren de zogeheten Richtlijnen voor goede voeding, die beschrijven wat een gezonde voeding inhoudt. Maar in hoeverre is een gezonde voeding ook duurzaam? Daarover gaat dit advies.

Nadere informatie

Gezonde voeding. voor Nederlanders. Zorg goed voor uw hart

Gezonde voeding. voor Nederlanders. Zorg goed voor uw hart Gezonde voeding voor Nederlanders Zorg goed voor uw hart Wat is het belang van goede voeding? Risicofactoren We eten om in leven te blijven. Maar we eten ook omdat we het gezellig vinden. En we willen

Nadere informatie

Leefregels voor. Gezond blijven. KBO Bernadette Helmond. 23 april 2014

Leefregels voor. Gezond blijven. KBO Bernadette Helmond. 23 april 2014 Leefregels voor Gezond blijven KBO Bernadette Helmond 23 april 2014 1 Senioren leven ongezonder dan 10 jaar geleden - Drinken meer - Roken (vrouwen) - Bewegen minder - Overgewicht - Eenzijdig eten 2 Leefregels

Nadere informatie

Gezonde voeding. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De betekenis van eten voor mensen. Gezonde voeding

Gezonde voeding. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De betekenis van eten voor mensen. Gezonde voeding Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over gezonde voeding. Nu vraag je je misschien af wat dit met de horeca te maken heeft. Gasten komen toch naar een horecabedrijf om lekker te eten en toch niet

Nadere informatie

Diabetes type 2. Het belang van gezonde voeding

Diabetes type 2. Het belang van gezonde voeding Diabetes type 2 Het belang van gezonde voeding Gezond eten is voor iedereen belangrijk, maar voor mensen met diabetes type 2 zijn er extra aandachtspunten. Onze voedingsadviezen helpen je. Wat gebeurt

Nadere informatie

Nutritionele kwaliteit kant-en-klaarmaaltijden (2)

Nutritionele kwaliteit kant-en-klaarmaaltijden (2) Nutritionele kwaliteit kant-en-klaarmaaltijden (2) Voedsel en Waren Autoriteit Thema Voeding & Gezondheid Augustus 2007 Samenvatting In 2006 heeft de VWA een rapport gepubliceerd over de nutritionele kwaliteit

Nadere informatie

Grafiek 1: Aanbeveling versus huidige inname. Gemiddelde aanbeveling per dag (ADH) voor volwassenen (19-59 jaar) 2 (uitgedrukt als 100 %)

Grafiek 1: Aanbeveling versus huidige inname. Gemiddelde aanbeveling per dag (ADH) voor volwassenen (19-59 jaar) 2 (uitgedrukt als 100 %) 1 2 Grafiek 1: Aanbeveling versus huidige inname 3 g groenten 2 stukken (of 25 g) fruit minstens 5 sneetjes (of 175 g) bruin brood of volkorenbrood 141 g of 47 % van de ADH (214 g incl. soepen en sappen)

Nadere informatie

GEZONDE VOEDING! Linda Verhaegh, diëtist De Zorggroep Groene Kruis Voeding en Dieet

GEZONDE VOEDING! Linda Verhaegh, diëtist De Zorggroep Groene Kruis Voeding en Dieet GEZONDE VOEDING! Linda Verhaegh, diëtist De Zorggroep Groene Kruis Voeding en Dieet Stelling 1 BMI is hetzelfde als vetpercentage BMI is hetzelfde als vetpercentage BMI meet je door gewicht (kg) / lengte²

Nadere informatie

Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken

Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken Wat zijn voedingsstoffen Voedingsstoffen zijn stoffen die je nodig hebt om te lopen, te denken enz. Er zijn 6 soorten voedingsstoffen. 1. eiwitten (vlees, peulvruchten.

Nadere informatie

Gezonde leefstijl, hoe pak je dit op?

Gezonde leefstijl, hoe pak je dit op? Gezonde leefstijl, hoe pak je dit op? Jolande van Teeffelen, diëtist Van de mensen met OSAS heeft 90% overgewicht Vetafzetting door overgewicht kan obstructie van de luchtweg veroorzaken. Maar de apneu

Nadere informatie

BEWEGING EN VOEDING VOOR OUDEREN

BEWEGING EN VOEDING VOOR OUDEREN BEWEGING EN VOEDING VOOR OUDEREN BELANG VAN BEWEGEN Lichamelijk inactief, gevolgen? Actieve geest Wat gebeurt er als je beweegt? HERSENEN INDELING HERSENEN GEHEUGEN EN EMOTIONELE LADING HERSENCELLEN WAT

Nadere informatie