Nota Universiteitsraad

Transcriptie

1 Nota Universiteitsraad UR nummer Corsanummer Aan : Universiteitsraad Van : College van Bestuur Opsteller : M.A. Bootsma Onderwerp : Concept-begroting 2015 Status : ter advisering Behandeling in : commissie OOS commissie SPO commissie FHI d.d. d.d. d.d. 1 december december december 2014 Kern van de inhoud Voor u ligt, ter bespreking, de concept begroting 2015 van de universiteit Utrecht. Verzoek aan de universiteitsraad Het College van Bestuur vraagt advies aan de U-raad ten aanzien van de universitaire concept-begroting Blad 1 van 1

2 Concept-begroting 2015 Universiteit Utrecht Concept-begroting 2015 FCA

3 Concept-begroting 2015 Universiteit Utrecht 20 november 2014 Concept-begroting 2015 FCA

4 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding... 1 Hoofdstuk 2 Inzet financiële ruimte... 3 Hoofdstuk 3 Bestuursagenda van het College van Bestuur Hoofdstuk 4 Exploitatiebegroting... 7 Hoofdstuk 5 Investeringsbegroting Hoofdstuk 6 Balansontwikkeling Bijlage exploitatiebegrotingen en bestuursagenda's faculteiten en diensten: Faculteit Geesteswetenschappen Faculteit Rechtsgeleerdheid, Economie, Bestuur en Organisatie Faculteit Sociale Wetenschappen Faculteit Geowetenschappen Faculteit Bètawetenschappen Faculteit Geneeskunde Faculteit Diergeneeskunde Biomedische Wetenschappen University College Utrecht Universitaire Bestuursdienst Afschrijvingsbudget ICT Investeringen Universiteitsbibliotheek Nederlands Interuniversitair Kunsthistorisch Instituut Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium Vastgoed & Campus Grondexploitatie Concern UU holding BV Stichting Incubator Totaaloverzicht UU Concept-begroting 2015 FCA

5 Hoofdstuk 1 Inleiding Het jaar 2013 werd voor de universiteit afgesloten met een uitzonderlijk hoog positief exploitatieresultaat van 45 miljoen euro. Weliswaar werd een groot deel van dit resultaat verklaard door incidentele meevallers, maar tegelijkertijd kon het College van Bestuur ook vaststellen dat UU-breed inmiddels sprake is van een goede begrotingsdiscipline. Bezien vanuit een historisch meerjarenperspectief, waarin er ook jaren met grote financiële tekorten waren, is dit een gewenste ontwikkeling. Verwacht werd dat in 2014 het financieel resultaat belangrijk lager zou uitvallen, temeer omdat ook ruimte werd gegeven voor het aanwenden van uit eerdere jaren gevormde bestemmingsreserves. Daardoor werd het mogelijk incidenteel extra uitgaven te doen boven de regulier vastgestelde jaarbudgetten. Inmiddels tekent zich echter het beeld af dat ook in 2014 een fors overschot zal ontstaan in ordegrootte vergelijkbaar met de uitkomst van Alhoewel ook in 2014 sprake is van stevige incidentele meevallers valt ook op dat diverse faculteiten rapporteren dat sprake is van vertraagde invulling van soms ook moeilijk vervulbare vacatures. Tevens wordt gerapporteerd dat ook onzekerheidsmarges worden aangehouden omdat een deel van de middelen een tijdelijk karakter heeft. Hier tegenover kunnen geen structurele verplichtingen worden aangegaan. In de bilaterale bestuurlijke overleggen van het College van Bestuur met decanen, vice decanen en directies van faculteiten is dit onderwerp van bespreking. De overschotten maken het mogelijk eenmalige additionele investeringen te doen ter bevordering van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Inmiddels is door het College in goed overleg met decanen de richting hiervoor bepaald. In hoofdstuk 2 van deze begroting is het resultaat hiervan weergegeven. Naast de eenmalige financiële ruimte is er ook een structurele meerjarige ruimte ten behoeve ter grootte van 11,3 miljoen euro, waarvan M 5,4 in de kaderbrief reeds is verdeeld. In goed overleg met de decanen heeft het College besloten om de resterende ruimte van 5,9 miljoen volledig in te zetten voor UU brede realisatie van kleinschalig intensief onderwijs voor bachelorstudenten. In hoofdstuk 2 wordt dit nader toegelicht. Bij de opstelling van de begroting is rekening gehouden met de meest actuele inzichten in de ontwikkeling van rijksbijdrage bekostiging (1e geldstroom) en de ontwikkeling van 2e en 3e geldstroom. De inzichten hierover zijn niet belangrijk veranderd ten opzichte van de kaderbrief (juni). Net als bij de opstelling van de kaderbrief is er ook bij de opstelling van deze begroting nog geen duidelijkheid over de inhoud van de nieuwe CAO. Er is derhalve nog geen rekening gehouden met de financiële effecten hiervan noch aan de lastenkant, noch aan de batenkant. Bij dit laatste past de toelichting dat bij de laatste miljoenennota van het rijk is aangekondigd dat met ingang van 2015 de nullijn voor salarissen van ambtenaren wordt losgelaten. Dat betekent dat het rijk voor het eerst sinds meerdere jaren ook een compensatie beschikbaar zal stellen voor salarisontwikkelingen. Overige aangekondigde beleidsontwikkelingen vanuit het Ministerie van OCW, met name de invoering van een sociaal leenstelsel voor studenten en de komst van een nieuwe wetenschapsvisie, zijn landelijk nog onvoldoende uitgewerkt om die financieel te kunnen vertalen naar de universiteit. Derhalve is daarmee vooralsnog geen rekening gehouden bij de opstelling van deze begroting. De begroting 2015 is opgesteld mede op basis van de door faculteiten en diensten opgestelde begrotingen en bijbehorende bestuursagenda s, welke afzonderlijk in goed overleg zijn vastgesteld in de bestuurlijke bilaterale najaarsoverleggen van het College van Bestuur met faculteiten en diensten. Het financieel kader voor deze begrotingen was eerder bepaald door middel van de kaderbrief voor 2015 e.v. en de daaraan gekoppelde begrotingsrichtlijnen. Vervolgens zijn de hierboven beschreven ontwikkelingen toegevoegd. Het resultaat is een sluitende UU-begroting, rekening houdend met de aanwending van specifieke bestemmingsreserves. De begroting wordt ter advisering voorgelegd aan de universiteitsraad en ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht. Concept- begroting FCA

6 Leeswijzer In hoofdstuk 2 zal een beeld worden geschetst van de financiële ontwikkeling voor de UU als geheel, in het bijzonder voor wat betreft het jaar Vervolgens is in hoofdstuk 3 de bestuursagenda 2015 van het College van Bestuur weergegeven. Hoofdstuk 4 geeft inzicht in de exploitatiebegroting, de baten en lasten en de begrote resultaten, per onderdeel. Hoofdstuk 5 bevat de investeringsbegroting en in de hoofdstuk 6 wordt tenslotte ingegaan op de balansontwikkeling van de UU, waaronder de reserves en liquiditeitsontwikkeling. Concept- begroting FCA

7 Hoofdstuk 2 Inzet financiële ruimte Zoals bij de inleiding reeds is aangegeven zal naar verwachting over 2014 een substantieel exploitatieoverschot ontstaan. Dit overschot heeft een eenmalig karakter en zal worden toegevoegd aan daartoe nader te bepalen bestemmingsreserves, waaruit met ingang van 2015 meerjarige uitgaven kunnen worden bekostigd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen faculteiten, waarbij de spelregels van het reservebeleid van toepassing zijn en reserves op het concernniveau van de UU. De inzet van de reserves op concernniveau zijn gericht op universiteitsbrede doelen ter facilitering van het onderwijs en onderzoek. De besluitvorming hierover is aan de orde na afsluiting van het boekjaar 2014, wanneer de definitieve resultaten van dat jaar bekend zijn. Onder voorbehoud van de vaststelling van de definitieve resultaten heeft het College in overleg met de decanen van de faculteiten de volgende doelbestemmingen aangegeven ter grootte van in totaal M 27: Een fonds waaruit een premie kan worden verstrekt bij het binnenhalen van EUonderzoeksubsidies (M 5); Een fonds waaruit de werving van toponderzoekers kan worden gefaciliteerd (M 10); De bekostiging van extra inspanningen om de reputatie van de UU te versterken en te kunnen investeren in netwerken met topuniversiteiten (M 5); Een reservering ten behoeve van additionele scholing van UU medewerkers (M 1); De bekostiging van een noodzakelijke inhaalslag m.b.t. ICT investeringen (M 5); Overige voorzieningen, met name tijdelijke huisvestingskosten Israëlslaan en de inrichting van een international servicesdesk (afgerond M 1). Naast deze incidentele ruimte is ook meerjarig een structurele financiële ruimte aanwezig. Bij de kaderbrief 2015 is reeds aangegeven dat vanwege een te verwachten positieve bijstelling in de rijksbijdrage ruimte zou ontstaan. Vooruitlopend op de definitieve vaststelling is bij de kaderbrief in verband hiermee reeds een bedrag van M 5,4 generieke verdeeld via de werking van het Universitair Verdeel Model (UVM), waarvan M 4 voor faculteiten. Inmiddels is er zekerheid over de omvang van de rijksbijdrage-bijstelling, waardoor op basis van de huidige inzichten ervan uit kan worden gegaan dat structureel een vrije ruimte van gemiddeld M 5,9 beschikbaar is. Het College van Bestuur heeft in afstemming met de decanen ervoor gekozen deze structurele financiële ruimte van 5,9 miljoen euro volledig in te zetten voor het realiseren van kleinschalig intensief onderwijs bij alle faculteiten. Bij de laagbekostigde studentrijke opleidingen zal dit een grotere investering vergen zijn dan bij de hoog- en topbekostigde opleidingen. De hoog- en topbekostigde opleidingen zijn met de bestaande bekostigingsregels immers reeds in staat gesteld een meer intensieve studentbegeleiding tot stand te brengen dan de laagbekostigde opleidingen. Met deze investering zal voor de UU als geheel een verbeterde student staf ratio tot stand worden gebracht. Deze extra middelen komen boven op de reeds bij de kaderbrief aan faculteiten toegedeelde additionele structurele ruimte van 4 miljoen euro, waarmee in totaliteit afgerond 10 miljoen euro additioneel inzetbaar is voor zowel kleinschalig intensief onderwijs en andere aan het onderwijs gerelateerde bestedingen. Het College zal met elke faculteit afzonderlijk nadere afspraken maken over de aan deze middelen verbonden prestatiedoelstellingen. De verdeelsleutel voor de 5,9 miljoen euro is afgeleid van de bekostigingsgewichten in het universitair verdeelmodel, waarbij deze gewichten in dit geval tegengesteld worden toegepast om daarmee de noodzakelijke investeringsruimte voor met name laagbekostigde opleidingen mogelijk te maken. De bekostigingsgewichten voor deze verdeling zijn derhalve 3,0 voor laagbekostigde opleidingen (i.p.v. regulier 1,0); 1,5 voor hoogbekostigde opleidingen (regulier eveneens 1,5) en 1,0 voor topbekostigde opleidingen (i.p.v. regulier 3,0). Met deze verdeelsystematiek ontvangen de laagbekostigde opleidingen dus een relatief groter deel en de topbekostigde opleidingen een Concept- begroting FCA

8 relatief kleiner deel, waarmee met name de laagbekostigde opleidingen in staat worden gesteld de staf student ratio sterk te verbeteren. Om in de tweede helft van 2015 een start te kunnen maken met het kleinschalig intensief onderwijs zal in 2015 de helft van dit bedrag worden toegekend bij deze begroting. Bij de kaderbrief 2016 zal de verdeling van het volledige bedrag via inpassing in de UVM-systematiek worden verwerkt in de structurele budgettaire kaders van de faculteiten door introductie van een basisbekostiging voor het onderwijs (ook in het landelijk bekostigingsmodel is sprake van een vaste voet voor het onderwijs; de technische uitwerking hiervan volgt bij de kaderbrief 2016). De cijfermatige uitkomst van de hierboven beschreven verdeelsystematiek is als volgt: Aantal bachelorstudenten verdeling KIO-Budget Bachelor tarieven LAAG HOOG TOP Totaal LAAG HOOG TOP Totaal verdeling BG15 GW REBO SW GEO BETA GNK DGK BMW UCU Eindtotaal Ter informatie: reeds bij de kaderbrief toegekend additioneel budget: Additionele toewijzing in KB 2015 GW REBO SW GEO BETA GNK DGK BMW UCU Eindtotaal De resterende ruimte ad M 2,9 voor 2015 zal worden ingezet voor de volgende bestemmingen, welke ook bij de kaderbrief 2016 structureel zullen worden ingepast in de meerjarenkaderstelling: Extra afschrijvingskosten in verband met de realisatie van standaard faciliteiten in alle onderwijsruimten UU-breed (M 0,8); Beheerskosten online communicatie platform (M 0,6); UU-aandeel kosten Instantie voor Dierenwelzijn (M 0,2). Restant aanhouden voor evt. aanvulling eenmalige bestemmingen (M 1,3 zie hierboven). Concept- begroting FCA

9 Hoofdstuk 3 Bestuursagenda van het College van Bestuur 2015 Hoofddoelstelling Strategisch Plan Beoogde resultaten in 2015 Hoofdlijnenakkoord/Prestatieafspraken UU-OCW Onderzoek Midterm review Strategisch Plan/Prestatieafspraken afgerond De uitbouw van de vier strategische thema's Life Sciences, Institutions, Sustainability, Youth & Identity Midterm evaluatie strategische thema s opgestart Tweede ronde toekenningen fonds onderzoeksfaciliteiten afgerond Representatives per strategisch thema aangewezen om vertegenwoordiging in Brussel te versterken Plan van aanpak internationale branding UU vastgesteld, uitvoering in gang Strategische samenwerking, nationaal/internationaal in kaart gebracht en verzilverd Selectie van nationale en internationale strategische partners afgerond, cq. samenwerking uitgebreid. Voorbeelden zijn TU/e en NIOZ. Internationaal toptalentprogramma Tenure track programma ontwikkeld en in uitvoering. Onderwijs Verder uitbouwen en bestendigen Utrechts Onderwijsmodel Plan van aanpak internationalisering vastgesteld en in uitvoering Programma onderwijs en it (EducateIT) in uitvoering Career service ingericht Onderwijs- en studiecentra gereed: economie, rechtsgeleerdheid (inclusief colleges) en bèta/geo onderwijscentrum Nieuw practicumcentrum life Sciences opleidingen gereed Interne beoordeling internationaliseringsstrategie uitgevoerd op basis van NVAO kader Verder differentiatie onderwijs en waarderen studenten met extra uitdaging De universiteit investeert in carrièreperspectieven en professionele ontwikkeling van docenten Aantrekkelijk, doelmatig onderwijsaanbod Valorisatie Visie kleinschalig intensief onderwijs vertaald in plan van aanpak dat in uitvoering is. Voor drie opleidingen keurmerk kleinschalig en intensief onderwijs door NVAO verleend. Planvorming verbetering masteronderwijs afgerond; certificering masterprogramma s afgerond Verduurzaming programma Young Innovators gerealiseerd Career track voor talent in onderwijs ontwikkeld en in uitvoering Herziening masteronderwijs leidt tot aanzienlijke reductie in aantal aangeboden masters Behouden post-initieel onderwijs en versterken outreach activiteiten Visie ontwikkeling post-initieel onderwijs opgesteld inclusief plan van aanpak Regierol in kennisketens in Nederland en Europa Zwaartekracht consortia succesvol gestart Financiële stimulering penvoerderschappen EU programma s in uitvoering Krachtige ontwikkeling Utrecht Science Park en Utrechts Valorisatieprogramma 2e Life Science Incubator in bedrijf genomen Verduurzaming Utrecht Inc. gerealiseerd Overdracht bouwrijpe grond t.b.v. nieuwbouw RIVM Concept- begroting FCA

10 Optimale ondersteuning voor onderzoekers en studenten bij valorisatie Kennis Transfer Office in bedrijf, financieringsstructuur vastgesteld Resultaten project versterking Research Support Offices in uitvoering Implementatie rapportage financiële transparantie gesubsidieerde onderzoekprojecten gerealiseerd Méér studenten volgen ondernemerschapsonderwijs Ondersteuning UtrechtCE ingebed in de faculteit REBO; plan van aanpak in uitvoering Verhouding overhead/omzet blijft gelijk Programma professionalisering en leiderschap in ondersteuning gestart Visie HR vastgesteld, werkprogramma HR in uitvoering inclusief talentbeleid Focus op primaire taken Evaluatie UVM afgerond, wijzigingen opgenomen in kaderbrief 2016 Actieplan medewerkersmonitor m.b.t. aanpak B&O gesprekken (n.a.v. evaluatie), werkdruk en ontsluiten ontwikkelingsmogelijkheden in uitvoering Duurzame bedrijfsvoering Green Office Utrecht geëvalueerd, follow up in uitvoering Programma duurzaamheid Universiteit Utrecht in uitvoering Planvorming housing computerapparatuur gereed, uitvoering gestart Vervanging 2 heetwaterketels gerealiseerd Concept- begroting FCA

11 Hoofdstuk 4 Exploitatiebegroting 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de ontwikkeling van de universitaire exploitatiebegroting. De exploitatiebegroting is de optelsom van alle begrotingen van de faculteiten, diensten, en overige onderdelen van de universiteit. Deze decentrale begrotingen zijn eerder door de desbetreffende besturen en directies opgesteld en ter vaststelling aan het College van Bestuur aangeboden. In de bijlage van dit document zijn de afzonderlijke decentrale begrotingen weergegeven. De universitaire exploitatiebegroting kan als volgt worden samengevat (zie tabel 4.2.1) 4.2 Samenvatting exploitatiebegroting UU Tabel Exploitatierekening UU totaal na consolidatie Universiteit Utrecht Realisatie Prognose Begroting Prognose Prognose bedragen x 1000 euro 2013 Q Baten Rijksbijdrage Collegegelden Overdrachten Restitutie BTW Subtotaal centrale baten Baten werk i.o.v. derden ovb. zwaartekracht middelen / kaskorting OCW Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Overige materiële lasten Huisvestingslasten Afschrijvingslasten Totaal lasten Saldo Financiële baten en lasten Exploitatiesaldo Dotatie / onttrekking reserves Saldo na dotatie / onttrekking reserves De kolom Realisatie boekjaar 2013 geeft het exploitatieresultaat weer van het boekjaar 2013 en is afkomstig uit het jaarverslag In de kolom Prognose 2014 is het geconsolideerde exploitatieresultaat uit de Q3 kwartaalrapportage opgenomen. Uit de exploitatiebegroting blijkt dat voor het jaar 2015 een tekort wordt geraamd van -k In de navolgende paragrafen worden de begrotingsposten van bovenstaande tabel (in dezelfde volgorde) nader toegelicht. In paragraaf 4.5 staat een overzicht van de begrote exploitatieresultaten per faculteit/dienst/instituut. Concept- begroting FCA

12 4.3 Toelichting baten Ontwikkeling centrale baten In tabel wordt de ontwikkeling van de centrale baten weergegeven zoals geraamd in de Kaderbrief Tabel geeft de raming weer van de centrale baten gebaseerd op de meest actuele informatie uit de OCW-begroting 2015 die op Prinsjesdag 2014 bij de miljoenennota is gepresenteerd. Tabel Ontwikkeling centrale baten in Kaderbrief 2015 x BG 14 Kaderbrief Beschikbaar voor interne verdeling Overdrachten Totaal centrale baten Tabel Ontwikkeling centrale baten in begroting 2015 x BG 14 Begroting Beschikbaar voor interne verdeling Overdrachten Totaal centrale baten Voor het financiële beleid van de UU is het van belang inzicht te hebben in de ontwikkeling van de middelen die voor de interne verdeling beschikbaar zijn. D.w.z. dat het gaat om de rijksbijdrage geschoond voor de overdrachten aan het UMC Utrecht, de Roosevelt Academy en het Seminarie Oud-Katholieken Toelichting omvang middelen voor interne verdeling Tabel toont de opbouw en samenstelling van de centrale baten die voor interne verdeling beschikbaar zijn, zoals berekend in de Kaderbrief Tabel geeft de raming weer van de centrale baten op basis van de meest actuele informatie uit de OCW-begroting In de Kaderbrief was al een voorschot genomen van 5,4 miljoen euro op het UU-aandeel in een aangekondigde verhoging van het macrokader als gevolg van een bijstelling van de referentieraming (in de loop van 2014 bleek dat er zich meer studenten hebben ingeschreven in het WO dan eerder door OCW was geraamd). In de miljoenennota 2015 is het macrokader voor het WO daarbovenop ook aangepast in verband met het toekennen van een prijscompensatie 2014 en een loonbijstelling voor gestegen werkgeverslasten. Er is ten tijde van het opstellen van deze begroting geen aanleiding om de raming van de componenten Collegegelden en Restitutie BTW bij te stellen. Tabel laat zien dat ten opzichte van de Kaderbrief de rijksbijdrage van de UU door de verschillende aanpassingen van het macrokader in ,4 miljoen hoger is geworden. Daarvan is 6,0 miljoen niet geoormerkt en dus vrij inzetbaar. Voor 2016 en 2017 is de extra vrije ruimte resp. 7,2 en 4,4 miljoen euro. Concept- begroting FCA

13 Tabel Middelen voor interne verdeling cf. Kaderbrief 2015 x BG 14 Kaderbrief Lumpsum voor interne verdeling - Rijksbijdrage lumpsum-deel Collegegelden Restitutie BTW Vrij besteedbaar deel Rijksbijdrage overdrachten/oormerkingen Totaal middelenkader Tabel Middelen voor interne verdeling cf Begroting 2015 x BG 14 Begroting Lumpsum voor interne verdeling - Rijksbijdrage lumpsum-deel Collegegelden Restitutie BTW Vrij besteedbaar deel Rijksbijdrage overdrachten/oormerkingen Totaal middelenkader Tabel Mutaties t.o.v. de Kaderbrief 2015 x Lumpsum voor interne verdeling - Rijksbijdrage lumpsum-deel Collegegelden Restitutie BTW Vrij besteedbaar deel Rijksbijdrage overdrachten/oormerkingen Totaal middelenkader Voor wat betreft de aanwending van het vrij besteedbare deel wordt verwezen naar hoofdstuk Toelichting raming rijksbijdrage Tabel geeft een nadere specificatie van de ontwikkeling van het aandeel van de UU in het meerjarige macrokader voor de universiteiten zoals opgenomen in de miljoenennota 2015 die op 16 september 2014 door het kabinet Rutte 2 is gepresenteerd. Tabel Ontwikkeling aandeel UU in macrokader cf miljoenennota 2015 Macrokader Rijksbijdrage UU x k x k cf OCW - Raming Raming begroting 2015 Onderwijsdeel - Lumpsum ,8 13,8% 210,0 13,6% 207,6 13,5% - Geoormerkte bedragen ,6 9,0% 5,3 7,0% 4,7 7,0% - Prestatiebekostiging ,0 17,1% 24,2 17,1% 20,0 13,5% ,3 13,8% 239,5 13,6% 232,2 13,2% Onderzoekdeel - Lumpsum ,0 12,7% 207,9 12,7% 207,7 12,7% - Geoormerkte bedragen ,4 20,9% 16,5 19,8% 11,3 13,7% ,4 13,0% 224,4 13,0% 218,9 12,7% Werkpl GNK ,7 13,1% 80,8 13,1% 80,9 13,1% Totaal ,4 13,4% 544,6 13,3% 532,1 13,0% Concept- begroting FCA

14 De cijfers laten zien dat het macrokader in de periode grosso modo stabiel is maar dat de (geraamde) rijksbijdrage van de UU met 19,3 miljoen terugloopt: van 551,4 miljoen in 2015 naar 532,1 miljoen in De teruggang van de rijksbijdrage in deze omvang was voor een groot deel al voorzien in de Kaderbrief en kan als volgt worden verklaard: a) Er wordt in de raming van de rijksbijdrage rekening gehouden met een licht teruglopend marktaandeel van de UU in de studentafhankelijke bekostiging omdat andere universiteiten een grotere toename van hun studentenpopulatie kennen dan de UU. b) Bij de raming van de rijksbijdrage wordt er vanuit gegaan dat het marktaandeel van de UU in de onderzoekbekostiging (lumpsumdeel) de komende jaar stabiel blijft. Omdat het macrobudget voor onderzoek echter wat terugloopt loopt ook het onderzoeksdoel in de rijksbijdrage van de UU terug. c) De middelen voor het sectorplan Natuur en Scheikunde lopen in 2016 af. Er wordt vooralsnog vanuit gegaan dat die toewijzing niet, of niet op deze wijze wordt gecontinueerd. d) Er wordt vanuit gegaan dat de landelijke middelen voor de Duurzame Geesteswetenschappen na 2015 niet langer meer bij de UU worden gestald. e) De toewijzingen voor zwaartekrachtprogramma s kennen in de periode aflopende budgetreeksen. f) Er wordt vanuit gegaan dat de UU de bonus in de prestatiebekostiging na 2016 kwijtraakt omdat de kans groot is dat de andere universiteiten hun achterstand voor wat betreft kwaliteit en efficiency van het onderwijs, op de UU zullen inlopen. g) Omdat de landelijke reeks prestatiebekostiging een oploop kent is de werkelijk teruggang minder groot dan het hierboven genoemde verlies van de bonus in de prestatiebekostiging h) De nieuwe geoormerkte toewijzing Aflossing kaskorting kent een toename van 171K i) Het budget voor de werkplaatsfunctie Geneeskunde kent een toename van 183K Een cijfermatige samenvatting van bovenstaande is weergegeven in tabel Tabel Verklaring terugloop rijksbijdrage UU a) Verlies marktaandeel in studentafhankelijke bekostiging b) Aandeel UU in terugloop macrobudget onderzoek c) Afloop Sectorplan natuur/scheikunde d) Landelijke middelen Duurz GW niet meer gestald bij UU e) Aflopende budgetreeksen Zwaartekrachtprogramma's f) Verlies bonus in prestatiebekostiging g) Aandeel in oploop prestatiebekostiging 494 h) Oploop in kaskorting 171 i) Oploop budget werkplaatsfunctie Geneeskunde 183 Totaal Een deel van de geoormerkte toewijzingen zijn niet als aparte bedragen in de rijksbijdrage van de UU gespecificeerd maar zijn onderdeel van het lumpsumdeel van de rijksbijdrage. Het betreft de Bonus in de prestatiebekostiging, de studentafhankelijke bekostiging van de Roosevelt Academy, Groen Onderwijs en de bijdrage aan SURF. In tabel worden deze toewijzingen aan het lumpsumdeel van de rijkbijdrage onttrokken. De gecorrigeerde reeks sluit daarmee aan op de reeks in tabel Concept- begroting FCA

15 Tabel Eliminatie geoormerkte toewijzingen in lumpsumdeel Rijksbijdrage x Lumpsum deel in Rijksbijdrage UU - Onderwijs Onderzoek Prestatiebekostigng Af: geoormerkte toewijzigen in lumpsumdeel - Bonus in prestatiebekostiging Roosevelt Academy Groen onderwijs Surf Gecorrigeerd Lumpsum deel in Rijksbijdrage UU Tabel geeft een specificatie van de geoormerkte bedragen die aansluit op de reeks in tabel Tabel Specificatie geoormerkte toewijzingen in Rijksbijdrage UU x KB15 BG15 cf milj.nota Verschil Sectorplan natuur/scheikunde Duurzame Geesteswetenschappen - Facuteit Utrecht Meer goedopgeleide leraren schooltalen Apparaat landelijk regieorgaan Landelijk middelen Zwaartekrachtprogramma's - Cancer Genomics Individual development children Multiscale Catalytic Energy Conv Earth System Science Centre Overige geoormerkte bedragen - Netherland Asia Honour summerschool Ophoging capaciteit GNK Groen onderwijs Bonus in prestatiebekostiging Promodoc Aflossing kaskorting SURF Overige geoormerkte bedragen Totaal Concept- begroting FCA

16 4.3.4 Toelichting collegegelden Bij de collegegelden worden drie categorieën onderscheiden: Wettelijk collegegeld (regulier en gedifferentieerd) Studenten die afkomstig zijn uit een EER land en die niet eerder een graad hebben behaald betalen het wettelijke collegegeld. De overgrote meerderheid van de studenten betaald dit wettelijke collegegeld. In de Kaderbrief 2015 is met betrekking tot opbrengst van de wettelijke collegegelden een nieuwe systematiek geïntroduceerd. Tot en met 2014 werden deze geraamd obv de bekostigingsstatus van een student in de laatst bekende 1 oktobertelling van DUO. Dit leidde in de praktijk stelselmatig tot een onderschatting van de collegegeldinkomsten. Vanaf 2015 is de raming van de collegegeldopbrengsten gebaseerd op de meest recente realisatiecijfers. Deze nieuwe aanpak heeft als consequentie dat de collegegeldopbrengsten vanaf 2015 in de begroting op een hoger niveau zijn komen te liggen dan in de jaren daarvoor. De definitief vastgestelde opbrengsten collegegelden per faculteit na afloop van het jaar 2013, i.c. begin 2014, vormen de grondslag voor het toegekende budgetdeel onderwijs voor het jaar De vaststelling hiervan vond plaats bij de kaderbrief 2015 (juni 2015). Bij het University College wordt de International Profile Fee voor studenten afgebouwd en vervangen door een verhoogd collegegeld dat is ingesteld in het kader van de wettelijke mogelijkheden tot collegegelddifferentiatie.. Instellingscollegegeld. Studenten die afkomstig zijn uit een niet-eer land of al een graad hebben behaald moeten het zgn instellingscollegegeld betalen. Evenals bij de wettelijke collegegelden zijn de gerealiseerde opbrengsten de grondslag voor de budgettoekenning. Voor instellingscollegegelden is een centrale inhouding van 20% van toepassing. Vergoeding pre-mastertrajecten Voor de HBO-bachelors die via een door universiteiten aangeboden schakelprogramma door willen stromen naar een WO-master geldt een aparte regeling. Vanaf studiejaar zijn de tarieven voor pre-mastertrajecten door een aanpassing van de WHW gemaximeerd. Daarbij zijn pre-master trajecten met een omvang van 45 ec gekoppeld aan het tarief van het wettelijke collegegeld. Er is geen aanleiding om de raming van de collegegeldopbrengsten zoals opgenomen in de Kaderbrief aan te passen. Tabel geeft een overzicht van de collegegeldtarieven. Concept- begroting FCA

17 Tabel Ontwikkeling tarieven collegegelden in euro s a) Wettelijke collegegeld: regulier en gedifferentieerd Collegejaar Wettelijk regulier; voltijd Wettelijk regulier; deeltijd Wettelijk gedifferentieerd UCU b) Instellingscollegegelden naar fase en type opleiding Collegejaar fase type opleiding bachelor alfa / gamma beta medisch University College (excl IPF) master alfa / gamma beta medisch c) Premasterprogramma's Omvang studielast Collegejaar Ongeacht studielast het wettelijke tarief Vanaf collegejaar Omvang 15 EC Omvang 30 EC Omvang 45 EC Omvang 60 EC Overdrachten In tabel zijn alle budgetten voor instellingen buiten de UU die via de Rijksbijdrage van de UU lopen weergeven. Tabel Specificatie overdrachten. x k KB15 BG15 cf milj.nota Verschil Overdrachten - Roosevelt Academy Seminarie Oud Katholieken Werkplaatsfunctie UMCU Toelichting restitutie BTW Met de fiscus is voor een deel van de terug te vorderen BTW een zgn. pro-rato regeling afgesproken waarbij voor een deel van de UU-kosten, waarbij geen direct herleidbare BTWterugvordering mogelijk is, BTW indirect wordt teruggevorderd. Deze niet toewijsbare restitutie van BTW is onderdeel van de middelen die voor interne verdeling beschikbaar zijn. Concept- begroting FCA

18 4.3.7 Toelichting baten werk in opdracht van derden In onderstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van begrote baten die de Universiteit Utrecht genereert door samenwerking met externe partijen. Tabel ontwikkeling baten werk i.o.v. derden Universiteit Utrecht Realisatie Prognose Begroting Prognose Prognose bedragen x 1000 euro 2013 Q BETA DGK GEO GNK GW REBO SW Totaal faculteiten Overige onderdelen Totaal De begroting van de baten werk in opdracht van derden van de faculteiten laat voor het jaar 2015 een lichte afname van de externe baten zien. Op basis van de realisatie 2013 en prognose 2014 kan geconcludeerd worden dat de faculteiten de opbrengsten conservatief inschatten Toelichting zwaartekracht-middelen. De UU is penvoerder van twee zwaartekrachtprojecten en ontvangt hiervoor van OCW de zwaartekrachtmiddelen als onderdeel van de Rijksbijdrage. Echter deze middelen dienen als project verantwoord te worden en worden bij ontvangst d.m.v. een correctie administratief overgeboekt naar vooruitontvangen bedragen Toelichting overige baten. In de categorie overige baten worden o.a. de opbrengsten van detachering van personeel, de verhuur van onroerend goed & verkoop van materiaal gepresenteerd. Tabel ontwikkeling overige baten Universiteit Utrecht Realisatie Prognose Begroting Prognose Prognose bedragen x 1000 euro 2013 Q BETA DGK GEO GNK GW REBO SW UCU Totaal faculteiten Overige onderdelen Totaal In het jaar 2015 is er eenmalig een forse toename van de overige baten waar te nemen in de categorie overige onderdelen. Dit is het gevolg van de uitgifte in erfpacht van een perceel aan het RGD t.b.v. RIVM binnen de grondexploitatie (GREX). Concept- begroting FCA

19 4.4 Toelichting lasten Personeelslasten Deze lasten bestaan uit de door de onderdelen van de universiteit begrote personeelslasten zoals salarissen, sociale lasten, pensioenlasten, inhuur personeel en overige personele lasten. Ten opzichte van 2014 stijgen de personele lasten en dit is het gevolg van het feit dat de faculteiten in 2014 er niet in geslaagd zijn om alle begrote vacatures in te vullen. De verwachting is dat er meer personeel zal worden ingezet in 2015 om o.a. de werkzaamheden in de zwaartekrachtprogramma s en de strategische thema s uit te voeren. Overige materiële lasten De post overige materiële lasten bestaat o.a. uit directe lasten voor onderwijs en onderzoek (projecten) en de bedrijfsvoering. Huisvestingslasten De huisvestingslasten bestaan uit o.a. huur van gebouwen, energiekosten, dagelijks onderhoud en schoonmaakkosten voor de gebouwen van de Universiteit Utrecht. De stijging t.o.v is grotendeels toe te schrijven aan de kosten die gemaakt dienen te worden om de sloop van het Went-gebouw te realiseren. De sloopkosten worden gedekt door de opbrengst van de RGD (zie 4.3.8). Afschrijvingen De afschrijvingskosten bestaan voor circa ¾ uit afschrijvingskosten van gebouwen. Het overige deel bestaat uit afschrijvingen van ICT en investeringen in overige infrastructuur. M.i.v zijn ook de afschrijvingen van de UU-brede onderzoeksfaciliteiten opgenomen waar ultimo 2013 een bestemmingsreserve voor gevormd is. Financiële baten en lasten Het saldo van financiële baten en lasten omvat rentelasten van opgenomen middelen, rentebaten op geldmiddelen en valutaresultaten. De rentelasten behorende bij de financieringsbehoefte zijn structureel van aard en berekend op basis van de liquiditeitsprognose voor de komende jaren (zie Hoofdstuk 6). Daarnaast zijn de renteverplichtingen van de lopende leningen en leaseverplichtingen begrepen in de financiële baten en lasten. Concept- begroting FCA

20 4.5 Samenvatting exploitatiebegrotingen 2015 faculteiten en diensten In de onderstaande tabel wordt een samenvatting gegeven van de afzonderlijke exploitatiebegrotingen van de faculteiten en diensten voor In de bijlage bij deze begroting zijn de meer gedetailleerde begrotingen van de faculteiten en diensten weergegeven voor 2015 t/m 2017, vergeleken met de realisatie 2013 en de prognose Tabel 4.5 samenvatting exploitatiebegrotingen onderdelen 2015 Universiteit Utrecht bedragen x 1000 euro centrale baten overige baten Zwaartekracht middelen totaal personele lasten overige lasten totaal resultaat Geesteswetenschappen REBO Sociale Wetenschappen* Geowetenschappen* Betawetenschappen Geneeskunde Diergeneeskunde University College Totaal Faculteiten Biomedische Wetenschappen Universitaire Bestuursdienst Afschrijvingen ICT Investeringen Universiteitsbibliotheek NIKI Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium Vastgoed & Campus Grondexploitatie Totaal Diensten Concern* UU Holding B.V Stichting Incubator Totaal Overig Totaal incl. Interne verrekeningen Interne verrekeningen Totaal excl. interne verrekeningen * De negatieve exploitatiesaldi 2015 worden afgedekt door reeds gevormde reserves van het desbetreffende onderdeel. Concept- begroting FCA

21 4.6 Samenvatting exploitatieresultaten faculteiten en diensten In de onderstaande tabel zijn de exploitatieresultaten van de faculteiten en diensten gepresenteerd. Tabel 4.6 samenvatting meerjarig exploitatieresultaat per faculteit/dienst Universiteit Utrecht Realisatie Prognose Begroting Prognose Prognose bedragen x 1000 euro 2013 Q Geesteswetenschappen REBO Sociale Wetenschappen* Geowetenschappen* Betawetenschappen* Geneeskunde Diergeneeskunde University College Totaal Faculteiten Biomedische Wetenschappen Universitaire Bestuursdienst Afschrijvingen ICT Investeringen Universiteitsbibliotheek NIKI Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium Facilitair Service Centrum Vastgoed & Campus Grondexploitatie Totaal Diensten Concern UU Holding B.V Stichting Incubator JBI Totaal Overig Totaal * De negatieve exploitatiesaldi 2015 worden afgedekt door reeds gevormde reserves van het desbetreffende onderdeel. Concept- begroting FCA

22 Hoofdstuk 5 Investeringsbegroting In de onderstaande tabel worden naast de gerealiseerde investeringen in 2013 het geprognosticeerde investeringsvolume voor 2014 en de begrote investeringen voor 2015 t/m 2017 voor de universiteit gepresenteerd. Tabel 5.1 investeringsbegroting Universiteit Utrecht Realisatie Prognose Q3 Begroting Prognose Prognose bedragen x 1000 euro Investeringen vastgoed Investeringsuitgaven 57,2 78,4 82,5 70,0 70,0 Afschrijvingen huisvesting 46,1 43,5 47,7 49,6 51,5 Investeringen ICT (centraal) Investeringsuitgaven 6,0 9,9 7,3 6,1 6,1 Afschrijvingen ICT 2,0 3,6 4,5 5,2 6,1 Investeringen Overig Investeringsuitgaven 0,3 5,0 15,0 14,0 8,0 Afschrijvingen 4,5 8,6 10,1 11,8 11,2 Totaal investeringen afschrijvingen 10,9 37,5 42,5 23,5 15,3 Hieronder worden de geraamde investeringsuitgaven nader toegelicht. 5.1 Investeringen in vastgoed In onderstaande tabel zijn zowel de gerealiseerde en geprognosticeerde investeringsuitgaven per huisvestingsprogramma weergegeven. Deze cijfers zijn afgegeven door Vastgoed & Campus bij de oplevering van deze begroting. Tabel investeringen per vastgoedprogramma Universiteit Utrecht Prognose Einde Realisatie Prognose Begroting Prognose Prognose bedragen in M Werk t/m 2017 t/m Beta 117,8 24,9 29,6 26,6 20,3 5,5 Binnenstad 91,4 40,9 9,4 8,3 9,0 7,7 Centrumgebied 26,2 17,7 3,3 2,4 0,4 0,4 DGK 126,3 77,0 1,3 3,4 3,7 17,9 Geo 108,3 32,9 4,0 9,0 27,5 26,9 ICU 10,3 0,9 1,2 3,3 0,0 0,0 UU ontwikkeling 27,7 14,8 5,8 2,2 2,4 2,5 UU Overig 17,1 16,3 0,8 0,0 0,0 0,0 Grondexploitatie USP 51,8 25,7 9,5 8,8 5,3 2,5 Subtotaal programma investering 577,1 251,1 64,9 64,1 68,5 63,5 Planmatig onderhoud 65,7 6,8 9,8 17,7 18,1 13,4 Big 5 45,6 21,6 7,0 8,6 5,2 3,2 Life Science Incubator 16,6 0,7 3,4 12,5 Correcties Dempingscorrectie 59,0 6,7 20,3 21,8 10,1 Totaal 646,1 280,2 78,4 82,5 70,0 70,0 De afschrijvingskosten welke het gevolg zijn van de investering in de Life Science Incubator worden in rekening gebracht aan derden. Concept- begroting FCA

23 5.2 Investeringen in ICT De ruimte voor investeringsuitgaven voor ICT is bepaald op basis van de jaarlijkse ICTinvesteringsbegroting. Met ingang van 2014 is het afschrijvingsbudget ICT-afschrijvingen als aparte entiteit in de begroting opgenomen. Voorheen zaten de afschrijvingslasten verdisconteerd in de begroting van de UBD. 5.3 Overig (o.a. onderzoeksapparatuur) Onder investeringen overig worden onder andere begrepen de investeringen in onderzoeksapparatuur. Deze investeringen zijn mede afhankelijk van externe financiering. De overige investeringen laten een stijging zien vanaf stand prognose Dit is het gevolg van investeringen in de UU-brede onderzoeksfaciliteiten waar ultimo 2013 een gedeelte van het exploitatieresultaat voor is bestemd. Concept- begroting FCA

24 Hoofdstuk 6 Balansontwikkeling Op basis van de meerjarige exploitatiebegroting en de meerjarige investeringsbegroting is onderstaande balansprognose opgesteld. Tabel 6.1 balansontwikkeling Universiteit Utrecht Realisatie Prognose Begroting Prognose Prognose bedragen in M Vaste activa Gebouwen/apparatuur Overige vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquiditeiten Totaal vlottende activa Totaal activa Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva Solvabiliteitratio 48% 51% 51% 51% 51% Toelichting: Vaste activa In hoofdstuk 5 zijn de verwachte investeringen in vastgoed en ICT beschreven. Rekeninghoudend met deze investeringen leidt dit tot bovenstaande ontwikkeling in de vaste activa. Vlottende activa Onder vlottende activa zijn o.a. begrepen de voorraden, de te factureren kosten voor projecten, debiteuren en de liquide middelen. In de onderstaande tabel is de ontwikkeling van de liquide middelen weergegeven. Dit overzicht is gebaseerd op de verwachte exploitatieresultaten voor de jaren 2014 tot en met 2017 en de voor dezelfde jaren geprognosticeerde investeringsuitgaven. Concept- begroting FCA

25 Tabel 6.2 liquiditeitsprognose Universiteit Utrecht Realisatie Prognose Begroting Prognose Prognose bedragen in M Beginstand liquiditeiten (in balans) 161,8 149,0 134,1 71,7 18,2 Exploitatieresultaat 44,6 38,8 3,6 14,8 11,5 Investeringen onroerend goed 57,2 78,4 82,5 70,0 70,0 Investeringen overige activa (incl. ICT) 6,3 14,9 22,3 20,1 14,1 Afschrijvingen onroerend goed 46,1 43,5 47,7 49,6 51,5 Afschrijvingen overige activa (incl. ICT) 6,5 12,2 14,6 17,0 17,3 Mutaties voorzieningen, werkkapitaal 1,3 10,0 10,0 10,0 5,0 Netto financiering 45,2 6,2 6,2 5,3 5,3 Eindstand liquiditeiten (in balans) 149,0 134,1 71,7 18,2 18,9 Eigen vermogen Het eigen vermogen stijgt of daalt met de in deze begroting opgenomen geconsolideerde exploitatieresultaten voor de komende jaren. Ultimo 2017 bedraagt het eigen vermogen naar verwachting 51% van het balanstotaal. De reserves van faculteiten maken onderdeel uit van het eigen vermogen. In onderstaande tabel is het verloop in 2015 van de facultaire reserves opgenomen. Het overzicht is gebaseerd op het verwachte exploitatieresultaat van het jaar In de bijlage is tevens per faculteit een overzicht opgenomen waar inzichtelijk is gemaakt hoe de reserve is opgebouwd. Tabel 6.3 ontwikkeling reservepositie per faculteit Universiteit Utrecht Beginstand Prognose Q3 Geprognosticeerde prognose Geprognosticeerde % reserves bedragen x 1000 euro 1/1/2014 resultaat 2014 stand 1/1/2015 mutaties 2015 stand 13/12/2015 t.o.v. omzet Geesteswetenschappen % REBO % Sociale Wetenschappen % Geowetenschappen % Betawetenschappen % Geneeskunde % Diergeneeskunde % University College % Totaal faculteiten % Voorzieningen Onder voorzieningen worden de personele voorzieningen ten behoeve van reorganisaties en werkloosheidsuitkeringen, voorzieningen voor verlieslatende projecten, milieuverplichtingen en overige voorzieningen opgenomen. Langlopende schulden In deze post zijn de leningen opgenomen ten behoeve van de vastgoedinvesteringen In onderstaande tabel wordt het verloop van de post langlopende schulden weergegeven. Concept- begroting FCA

26 Tabel 6.4 financieringsbehoefte Universiteit Utrecht Realisatie Prognose Begroting Prognose Prognose bedragen in M Beginstand langlopende schulden 83,9 38,7 32,5 26,3 21,0 Aflossing bestaande leningen Ministerie van Financiën 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0 Aflossing bestaande leningen (overig) 40,2 0,0 0,0 0,0 0,0 Subtotaal 45,2 5,0 5,0 5,0 5,0 Overige mutaties Aflossing leaseverplichting/erfpacht 0,0 1,2 1,2 0,3 0,3 Subtotaal 0,0 1,2 1,2 0,3 0,3 Eindstand langlopende schulden 38,7 32,5 26,3 21,0 15,7 De eindstand langlopende schulden per jaar sluit aan op de langlopende schulden in de balansprognose. Voor de leningen is het recht van hypotheek verstrekt op gebouwen van de universiteit. Kortlopende schulden De kortlopende schulden bestaan uit verplichtingen betreffende crediteuren, vooruit gefactureerde en ontvangen termijnen voor contractresearch en subsidieonderzoek en fiscale verplichtingen. Solvabiliteitsratio De solvabiliteitsratio is het aandeel van het eigen vermogen in het totale vermogen en geeft aan in welke mate de organisatie in staat is haar schulden op langere termijn te kunnen blijven voldoen. Het College van Bestuur hanteert een minimum norm voor de solvabiliteit van 40%. In tabel 6.1 is zichtbaar dat de Universiteit de komende 3 jaar boven de gestelde solvabiliteitsnorm blijft. Concept- begroting FCA