Sporten met een GGZ achtergrond Een analyse van een enquête m.b.t. sport en bewegen afgenomen bij cliënten van de RIBW

Transcriptie

1 Sporten met een GGZ achtergrond Een analyse van een enquête m.b.t. sport en bewegen afgenomen bij cliënten van de RIBW

2 INHOUD 1. Inleiding 3 2. Analyse enquête 4 3. Aanbevelingen 12 2

3 1. INLEIDING Vanuit de RIBW is er de vraag gekomen om een onderzoek te doen naar de wensen en behoeften op het gebied van sport en bewegen, van mensen met een GGZ achtergrond. Met als doel een platform opstarten voor deze doelgroep. In overleg met een begeleider van de RIBW, Bea Weggemans, is er een enquête opgesteld. Deze enquête is in februari 2015 uitgezet binnen de RIBW via Bea Weggemans. De enquête is verstuurd naar plusminus 750 cliënten binnen de RIBW. De cliënten konden kiezen uit een papieren of een digitale versie van de enquête. Er zijn in totaal 81 reacties binnen gekomen, hiervan zijn er tien digitaal ingevuld en 71 op papier. 3

4 1. ANALYSE ENQUÊTE Van de 81 cliënten die de enquête hebben ingevuld, is er 59% man en 41% vrouw (figuur 1). Figuur 1: Verhouding man/vrouw onder de respondenten De leeftijden van de respondenten liggen tussen de 16 en de 70 jaar. Voor de analyse zijn de respondenten verdeeld in groepen. De grootste groep van de respondenten heeft een leeftijd tussen de 40 en 54 jaar. In figuur 2 is de verdeling van alle groepen weergegeven. Figuur 2: Leeftijden respondenten 4

5 In figuur 3 is de verdeling weergegeven van het aantal respondenten wat op dit moment al aan sport doet en het aantal dat momenteel niet sport. Hieruit blijkt dat 44% van de respondenten op dit moment sport en 56% sport op dit moment niet. Figuur 3: Verdeling sporten/niet sporten onder de respondenten Bij de respondenten die op dit moment aan sport doet, is er gevraagd met welke regelmaat zij sporten. 39% Van de sporters, sport twee keer per week en 37% van de sporters sport een keer per week. Daarnaast zijn er nog enkele sporters die drie of meerdere keren per week sporten. In figuur 4 zijn deze gegevens weer gegeven in een cirkeldiagram. Figuur 4: Regelmaat van het aantal sporten van de sporters onder de respondenten 5

6 Sportvereniging, fitnesscentra of eigensportclub De sporters onder de respondenten sporten bij een sportvereniging, een fitnesscentrum, bij een eigen sportclubje of zelfstandig. Er is een kleine meerderheid dat sport in een fitnesscentrum, de verhoudingen zijn weergegeven in figuur 5. Figuur 5: Verhouding sport omgeving van de sporters onder de respondenten Naast de gegeven opties zijn er ook enkele respondenten die bij overige een reactie hebben ingevuld. Dit zijn de volgende reacties: school (1), buurthuis(1), fysiotherapie(1), senioren gym (1), RIBW (3), Zorgpunt Zuid (1), niet aangegeven (1) en zwemmen, fietsen & wandelen (1). De sportverenigingen en fitnesscentra waar gesport wordt onder de respondenten zijn: Deltion College, AA huis, Fit for Free, Fitland Zwolle, Welness, CSV 28, Dutch Streep Cup, Profit gym, Gymzaal van de Sluis, RIBW, Body life plan, Biljartvereniging de Pol in Zwolle-Zuid, Welness Centrum, Fysiotherapie, RIBW Sportgroep, Zumba Fitness, Tafeltennis Zwolle, SPG t Hoefijzer en Fitplaza Health and Racketclub Op de vraag hoe de sporters bij de desbetreffende sportvereniging of fitnesscentra zijn gekomen, zijn er veel verschillende antwoorden gekomen. Van de 23 reacties, zijn er acht via vrienden of familie bij de sportclub terecht gekomen. Vijf personen hebben de sportclub/fitnesscentra gevonden via de website van de sportvereniging, één persoon via 4-steps-to-sport, drie via de begeleider van de RIBW, twee via vrijwilligerswerk, één na een advertentie in een dagblad, één via het Deltion College, één via een project van het Windesheim en één via het internet. 6

7 Motieven Aan alle respondenten is gevraagd wat een motief kan zijn om te gaan sporten. Naast de vier gegeven keuzeantwoorden, was er ook een mogelijkheid om een overig motief op te geven. Tevens waren meerdere antwoorden mogelijk. In figuur 6 zijn de verschillende motieven weergegeven aan de hand van percentages. Figuur 6: Motieven om te gaan sporten van de respondenten De overige motieven die er zijn onder de respondenten om te gaan sporten zijn: geen (4), een ander die me er heen sleurt (1), gevoel na het sporten (1), om van de natuur te genieten (1), om af te vallen (5), om weer te beginnen (1) en omdat ik het leuk vind (1). Voorkeur voor sport en sportomgeving Naast de motieven om te gaan sporten, is er ook aan iedereen gevraagd welke sport zij graag willen doen. Ook bij deze vraag waren er meerdere antwoorden mogelijk. De meest populaire sporten onder de respondenten zijn, wandelen, zwemmen en fitness. In figuur 7 is een weergave te zien van alle sporten in relatie met de interesse van de respondenten. Figuur 7: Voorkeur van sporten onder de respondenten 7

8 Naast de gegeven sporten, was er ook een mogelijkheid om een andere sport op te geven. Hieruit zijn de volgende sporten naar voren gekomen: darten (1), biljarten (1), klimmen (1), Fietsen op de hometrainer (1), yoga (2), conditietraining (1), fietsen (3) en basketbal (1). De respondenten zijn ook gevraagd in welk verband ze graag sporten. Bij deze vraag waren er vier opties gegeven, waarbij er meerdere antwoorden mogelijk waren. Daarbij was er ook een mogelijkheid om een ander antwoord te geven. Er zijn kleine verschillen in de resultaten te zien. Fitnesscentra en zelfstandige sportclubjes zijn onder de respondenten de omgeving waarin zij het meest graag sporten, al zijn de verschillen met sportverenigingen en zelfstandig sporten klein. In figuur 8 is de verhouding weer gegeven in welk verband de respondenten graag sporten. Figuur 8: Voorkeur voor sportomgeving De overige antwoorden op de vraag in welk verband ze graag willen sporten zijn: sporten met begeleiding (1), met bekenden (1), weet ik niet (1), niet (1), vrienden (1), groepsverband (1), goed zo (1), doe ik al (1), sportvereniging is vaak te duur (1), met een goede begeleider de goed kan uitleggen en de juiste taal spreekt (1). 8

9 Knelpunten Om te achterhalen wat mensen met een GGZ achtergrond nodig hebben om prettig te kunnen sporten, is er een open vraag gesteld. De antwoorden op deze vraag zijn heel gevarieerd, van sportkleding tot gezelligheid en van goede begeleiding tot motivatie. De reacties zijn onderverdeeld in motivatie, begeleiding, materiaal, gezelligheid en overige. In figuur 9 zijn de reacties weergegeven in een overzicht. Figuur 9: Overzicht van factoren wat mensen met en GGZ nodig zijn om prettig te kunnen sporten In de enquête is ook een vraag gesteld om te achterhalen of men eventueel knelpunten ervaart bij het vinden van een geschikte sport/sportvereniging. Er waren meerdere antwoorden mogelijk en er was tevens een mogelijkheid om een ander antwoord te geven. In figuur 10 is te zien dat bijna de helft geen knelpunten ervaart bij het vinden van een geschikte sportvereniging. Figuur 10: Overzicht knelpunten bij het vinden van een geschikte sport/sportvereniging 9

10 De reacties bij overige zijn: te veel druk ervaring (1), niet actief op zoek (2), motivatie (1), mijn fysieke en psychische gezondheid (1), te druk, onveilig gevoel (1), niet goed weten en waar (1), gebrek aan tijd, geld en energie (1), geen zin om te sporten, geen behoefte (1), geld (7), sociale angst (1), contacten maken (1), het is moeilijk om antwoorden op je vragen te krijgen (1), drempels (1), geen behoefte om naar een sportvereniging te gaan (1), angst om me aan te moeten sluiten bij een bestaande groep, bang dat ik niet mee kan komen (1), ik denk anders dan anderen en heb dus een andere benadering nodig (1). Beweegtuinen Er zijn in Zwolle op dit moment vier beweegtuinen. Dit is een laagdrempelige en zeer toegankelijke plek om te sporten. Vanuit de buurtsportcoaches kwam de vraag of de doelgroep mensen met een GGZ achtergrond open staan om te sporten in een beweegtuin. Er zijn enkele respondenten die er voor open staan, een aantal die het niet weten, maar de het merendeel staat er niet voor open. In figuur 11 zijn deze resultaten weergegeven. Figuur 11: Interesse in beweegtuin Informatie over sport en bewegen De respondenten gaan op dit moment met vragen over sport en bewegen vooral naar de begeleider van de RIBW of gebruiken het internet. In figuur 11 zijn deze gegevens in een overzicht weergegeven. Figuur 12: Overzicht van de gebruikte informatiepunten voor vragen met betrekking tot sport en bewegen 10

11 De overige antwoorden zijn: niet (4), fitnesscentrum (1), de sport (1), fysiotherapeut (1), geen vragen (3), medebewoners (1), vrienden (1), Joop van Ommen (1), niet van toepassing (2), als ik wil sporten zoek ik wel hulp met iemand (1), zussen (1), trainer (1), Naast de vraag waar ze op dit moment heen gaan met vragen over sport en bewegen, is er ook gevraagd hoe ze het liefst geïnformeerd willen worden. Hieruit blijkt dat 46% van de respondenten graag geïnformeerd wil worden met een folder. Gevolgd door een website, een informatieavond en een loket voor een persoonlijk advies. De getallen zijn weergegeven in figuur 12. Figuur 13: Overzicht van voorkeur hoe de respondenten geïnformeerd willen worden over sport en bewegen Er was bij deze vraag ook de mogelijkheid om een open antwoord te geven. Dit zijn de reacties die zijn toegevoegd: geen behoefte aan (5), via de RIBW (3), Een loket waar u persoonlijk wordt geholpen (2), website (2), mondeling (1), folder (1), informatieavond (1), iemand die bij je thuis komt of met je op stap gaat (1) en medisch (1). 11

12 2. CONCLUSIE Een positief punt uit de analyse is het feit dat 44% van de respondenten op dit moment al aan sport doen. Hiervan sport 63% twee keer in de week of meer. Een ander positief punt is dat er bij bijna de helft van de respondenten geen knelpunten worden ervaren bij het vinden van een geschikte sport/sportvereniging. De motieven om (eventueel) te gaan sporten zijn grotendeels (62%) voor de gezondheid. Dit doen zij het liefst in een fitnesscentrum of in een klein zelfstandig sportclubje. Een aanbeveling is om de cliënten van de RIBW te informeren over sport en bewegen in het kader van gezondheid, aan de hand van een folder. Aangezien cliënten van de RIBW met vragen over sport en bewegen, vaak naar een begeleider van de RIBW stappen, is het verstandig om de folder via de RIBW te laten verspreiden. 12