Schriftelijke vragen. Inleiding door vragenstelster:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schriftelijke vragen. Inleiding door vragenstelster:"

Transcriptie

1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Schriftelijke vragen R Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 385 akkoord 19 mei 2014 Publicatiedatum 21 mei 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari- Jansen van 7 mei 2014 inzake de forse financiële risico's van de keuze voor een nieuw landelijk verdeelmodel voor het bijstandsbudget. Aan de gemeenteraad Inleiding door vragenstelster: Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werkt al enige tijd aan de invoering van een nieuw landelijk verdeelmodel voor het inkomensdeel van het participatiebudget (het bijstandsbudget) voor 2015 en verder. Op 5 maart 2014 vond hierover een bestuurlijke conferentie plaats, waarbij vier modellen werden gepresenteerd: 1. APE heeft het huidige objectieve WWB-model (WWB = Wet werk en bijstand) verbeterd door een aantal verdeelmaatstaven toe te voegen en door, bij één van de twee voorkeursmodellen, historie toe te voegen; 2. Cebeon (= Centrum Beleidsadviserend Onderzoek) heeft een model ontwikkeld dat is afgestemd op bekende kostendrijvers en is gebaseerd op kostenverschillen de methode die in het gemeentefonds wordt toegepast; 3. SCP (= Sociaal en Cultureel Planbureau) heeft een multiniveau verdeelmodel opgezet een objectief model gebaseerd op de kans op bijstand op verschillende niveaus (huishouden, wijk, gemeente en regio); 4. SEO heeft het trendmodel ontwikkeld een model dat is gebaseerd op historische kosten met daar bovenop een objectieve trend. i De methodiek die wordt gebruikt om dit budget vast te stellen, heeft mogelijk grote financiële consequenties voor gemeenten. Op 22 april 2014 bracht de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een nieuwsbericht uit, waaruit bleek dat er nog geen overeenstemming bestond: het ministerie leek te willen kiezen voor het SCP-model, terwijl de VNG pleitte voor het APE-model. Het VNG-bericht meldde: Dit SCP-model leidt tot grote herverdelingseffecten. Een stad als Amsterdam gaat er bijvoorbeeld 97 miljoen op achteruit. ii Op blz. 14 en 15 van de Nota Begrotingsruimte ten behoeve van de coalitiebesprekingen (van 14 maart 2014) wordt het risico dat voortvloeit uit een nieuw verdeelmodel benoemt: ( ) Door de wijziging van het verdeelmodel kan het tekort op de uitkeringslasten voor de gemeente oplopen van 3 miljoen naar 35 miljoen. Van de effecten van de participatiewet is nog onvoldoende bekend, maar naar verwachting zal er door de uitbreiding. Vanwege deze onzekerheid is in het meerjarenbeeld het meerjarige tekort niet met de volledige 43 miljoen, maar met 38 miljoen naar beneden bijgesteld. Er resteert dan nog jaarlijks 5 miljoen voor dekking van tekorten op de 1

2 Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer mei 2014 Gemeente Amsterdam Gemeenteblad Schriftelijke vragen, woensdag 7 mei 2014 R uitkeringslasten. Als het jaarlijks tekort inderdaad 3 miljoen is, hoeft de Egalisatiereserve Inkomensdeel en Conjunctuur niet aangesproken te worden. Nader onderzoek is echter nodig om te bepalen of de huidige egalisatiereserve voldoende is om de bovengenoemde risico's te dekken. Bij een zeer ongunstig effect van het verdeelmodel wordt het nieuwe bestuur in overweging gegeven om in miljoen toe te voegen aan de Egalisatiereserve Inkomensdeel en Conjunctuur om het risico van het verdeelmodel op te vangen en in de meerjarenbegroting van de gemeente financiële ruimte te maken voor de gevolgen van de participatiewet. De Nota Begrotingsruimte stelt dat de verwachte stand van de egalisatiereserve Inkomensdeel en Conjunctuur ultimo ,3 miljoen is. Het bericht van de VNG rept echter van een mogelijke korting op het Amsterdamse budget van 97 miljoen. Over de vier jaar van de volgende collegeperiode zou dit dus een tekort betekenen van maar liefst 388 miljoen. Terwijl in de Nota Begrotingsruimte slechts rekening wordt gehouden met een tekort van 5 miljoen en een eenmalige dotatie aan de egalisatiereserve van 20 miljoen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 7 mei 2014, namens de fractie van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het financiële risico dat de gemeente loopt inzake de landelijk wijziging van het verdeelmodel voor het bijstandsbudget? Hoeveel wordt het bijstandsbudget van de gemeente gekort als gekozen wordt voor de voor Amsterdam minst gunstige verdeelmethode, en wat zijn de gevolgen van een keuze voor de andere methoden? Graag een toelichting met schattingen van de mogelijke effecten. Antwoord: Het Rijk heeft geen doorrekening van de verschillende verdeelmodellen per gemeente gepubliceerd. Dat betekent dat alle informatie daarover berust op schattingen op basis van de uit de begeleidingscommissie verkregen informatie. Inmiddels heeft het ministerie op bekendgemaakt dat de staatssecretaris heeft gekozen voor het SCP model (zie bijgevoegd de brief van de Staatssecretaris van Sociale Zaken). Bovendien zal een ingroeimodel worden gehanteerd waarbij de eerste twee jaar het herverdeeleffect wordt beperkt door 50 procent van het budget op historisch gronden te verdelen. Na evaluatie zal dat percentage in het derde jaar omlaag worden gebracht tot 25 procent. Over een vangnet zal nog overleg plaatsvinden met de VNG. Inmiddels heeft het ministerie desgevraagd mondeling bevestigd dat de gekozen variant voor de gemeente Amsterdam een verlaging van het budget van structureel ongeveer 54 miljoen bedraagt. Dit bedrag wordt waarschijnlijk vanwege het ingroeimodel in de eerste twee jaren beperkt tot de helft en in het derde jaar tot drie kwart. Dit is dus de minst ernstige variant van de vier varianten die het college in de brief aan de raad heeft gepresenteerd. De G4 hebben het initiatief genomen om VU hoogleraar Bas van der Klauw te vragen om een verklaring te zoeken voor de vooralsnog onverklaarbaar grote herverdeeleffecten. Mogelijk kunnen daarmee nog verbeteringen worden voorgesteld in het gehanteerde model. 2

3 Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer mei 2014 Gemeente Amsterdam Gemeenteblad Schriftelijke vragen, woensdag 7 mei 2014 R Voorafgaand aan de bekendmaking van de gemeentelijke budgetten voor 2015 (uiterlijk 1 oktober van dit jaar) zal in overleg met VNG, gemeenten en SCP nog bezien worden welke optimalisatiemogelijkheden in het model aangebracht kunnen worden. Ook zal het model de komende jaren worden gemonitord en geactualiseerd, en waar opportuun zullen verbeteringen worden doorgevoerd. Daarnaast zal met nauwe betrokkenheid van de VNG en gemeenten een vangnetregeling worden uitgewerkt. 2. In hoeverre is de uitkomst van de bestuurlijke conferentie op 5 maart 2014, waarin de verschillende methoden werden gepresenteerd, meegenomen bij het opstellen van de Nota Begrotingsruimte? In hoeverre zijn de in de Nota Begrotingsruimte genoemde bedragen toereikend om dit financiële risico op te vangen, gezien het feit dat gesproken wordt over mogelijke kortingen van 97 miljoen? Welk effect heeft dat op de totale begrotingsruimte voor de volgende bestuursperiode? Graag een toelichting. Antwoord: Bij het opstellen van de Nota Begrotingsruimte is gebruik gemaakt van de notitie Begrotingsruimte Inkomensdeel WWB, die begin februari 2014 ter kennisname is verstuurd aan het college van B&W. In deze notitie wordt in het hoofdstuk meerjarig beeld resultaat Inkomensdeel kort ingegaan op de vier modellen. Hierbij wordt aangegeven dat er als gevolg van de modellen sprake kan zijn van aanzienlijke herverdeeleffecten. Aanvullende informatie over de voorkeur van het ministerie voor het SCP model en het mogelijk nadelige effect van het SCP model is begin maart beschikbaar gekomen, te laat om opgenomen te kunnen worden in de Nota Begrotingsruimte. In de Nota Begrotingsruimte wordt ingegaan op de toekomstige financiële risico s zoals die op het moment van opstellen bekend waren. In de Nota Begrotingsruimte is opgenomen dat nader onderzoek nodig is, om te bepalen of de al bestaande egalisatiereserve I-deel voldoende is om de genoemde risico s te dekken. Hier wordt specifiek ingegaan op een mogelijk zeer ongunstig effect van het toekomstige verdeelmodel en de overweging om aan deze reserve meer middelen toe te voegen. Naast de in de Nota Begrotingsruimte opgenomen bedragen, is het risico op een negatief herverdeeleffect benoemd als een zogenoemd resterend risico voor de gemeente waarvoor indien nodig een beroep kan worden gedaan op de Algemene Risico Reserve (ARR). Op basis van de nieuwe informatie ten aanzien van het SCP model is de maximale schade van het risico verhoogd en als zodanig verwerkt in de onderbouwing van het weerstandsvermogen in de Jaarrekening De kansen en schadebedragen worden meegenomen in de berekening van het weerstandsvermogen en zijn niet separaat in de jaarrekening 2013 weergegeven. Wel zal hier in de aanbiedingsbrief van de jaarrekening aandacht aan worden besteed. In het programma WEI van de jaarrekening 2013 is het risico van de aanpassing van het verdeelmodel ook onderkend en opgenomen. 3

4 Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer mei 2014 Gemeente Amsterdam Gemeenteblad Schriftelijke vragen, woensdag 7 mei 2014 R 3. Wanneer was het college van plan om de raad in te lichten over deze mogelijk aanzienlijke financiële risico s, mede gezien het feit dat op dit moment coalitieonderhandelingen gaande zijn op basis van de Nota Begrotingsruimte, waarbinnen het vorengenoemde risico zeer waarschijnlijk toch echt onvoldoende is geadresseerd? Antwoord: Zoals gebruikelijk wordt de raad, en op dit moment ook de partijen die onderhandelen over een nieuwe coalitie, vanzelfsprekend over belangrijke ontwikkelingen voor Amsterdam geïnformeerd. De VNG heeft namens de gemeenten overleg gevoerd met het ministerie over het nieuwe verdeelmodel. De gemeente Rotterdam vertegenwoordigt de G4 in dit proces. Het definitief model is dan wel op door het ministerie bekendgemaakt, de precieze gevolgen voor de gemeente Amsterdam worden pas uiterlijk 1 oktober 2014 bekend gemaakt. Op 29 april 2014 is een brief opgesteld met een nieuwe inschatting van de mogelijke effecten op basis van de gesprekken met het ministerie. De brief is behandeld in het college van dinsdag 6 mei Na behandeling in het college is de raad op 8 mei 2014 geïnformeerd. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester i domein/participatiewet/nieuws/gemeenten-reageren-op-verdeelmodellen-inkomensdeel- participatiewet ii 4

5 > Retouradres Postbus LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T F Betreft Verdeelmodel inkomensdeel en participatiebudget vanaf 2015 Zoals toegezegd in mijn brief van 16 oktober 2013 (Kamerstukken TK , , nr. 132) informeer ik u hierbij over mijn keuze ten aanzien van de vanaf 2015 toe te passen verdeelmodellen voor het inkomensdeel en het participatiebudget van de Participatiewet. 0. Inleiding Met de komst van de Wet werk en bijstand (WWB) in 2004 werden gemeenten volledig financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de bijstand. Gemeenten ontvangen voor deze taak twee budgetten: een inkomensdeel voor de bekostiging van bijstandsuitkeringen en een participatiebudget voor de bekostiging van re-integratieactiviteiten. Door voor de bekostiging van bijstandsuitkeringen een budget te verstrekken, hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om bij effectieve uitvoering de winst te behouden en worden zij bij optredende tekorten gestimuleerd tot verbetering. In de jaren na invoering van de WWB hebben gemeenten aangetoond verschil te kunnen maken bij de uitvoering van de bijstand door werkzoekenden te stimuleren en te begeleiden naar een baan. Zij hebben laten zien dat met effectief beleid en een effectieve uitvoering de bijstandsuitgaven teruggebracht kunnen worden. Dit blijkt ook uit verschillende onderzoeken die in de afgelopen jaren zijn uitgevoerd naar de effecten van de WWB. 1 Gemeenten hebben dus invloed op de hoogte van de bijstandsuitgaven. Tegen deze achtergrond is de financieringssystematiek van de Participatiewet ingericht. Deze borduurt voort op het financieringsmodel van de WWB. Inkomensdeel Het Rijk draagt zorg voor een landelijk toereikend macrobudget voor de kosten van inkomensvoorzieningen. Hiertoe behoren zowel de bijstandsuitkeringen als de met de Participatiewet te introduceren loonkostensubsidies. Een gemeente betaalt deze uit het inkomensdeel. Het Rijk vindt het van belang dat bij de verdeling van deze middelen over gemeenten rekening wordt gehouden met lokale en regionale verschillen. Daarnaast vindt het Rijk dat gemeenten die bovengemiddelde prestaties leveren daar meerjarig voordeel van moeten hebben. Tijdens het debat over de Participatiewet is hiervoor ook vanuit uw Kamer aandacht gevraagd via de motie van het lid Schouten c.s. (Kamerstukken TK , , nr. 177). In paragraaf 2.2 zal ik daar nader op ingaan. Naast het uitgangspunt dat 1 Onder andere: F. van Es. Invloed WWB op gebruik bijstand. CPB, s-gravenhage, H. Bosselaar e.a.. Werkt de WWB? Meccano Kennis voor beleid, Utrecht, Pagina 1 van 12

6 bovengemiddeld goed presterende gemeenten voordeel moeten hebben, moeten gemeenten die achterblijven zich aangespoord voelen om hun prestaties te verbeteren en moeten ook zij de effecten van verbetering terug zien. Participatiebudget Naast het inkomensdeel ontvangen gemeenten middelen voor de bekostiging van re-integratieactiviteiten. Door een effectieve inzet van deze middelen kunnen gemeenten personen uit de uitkering aan de slag krijgen en voordeel behalen op het inkomensdeel. Met de Participatiewet worden de middelen voor de Wsw (zittend bestand) en de re-integratiemiddelen voor de doelgroep van de Participatiewet gebundeld in het participatiebudget. Dit maakt een nieuw verdeelmodel voor het participatiebudget noodzakelijk. Het is van belang dat daarbij rekening wordt gehouden met relevante verschillen tussen gemeenten om zoveel mogelijk recht te doen aan de lokale situatie. Een belangrijke overweging bij de keuze van het verdeelmodel zijn de herverdeeleffecten bij de verdeling van de middelen en de uitkomsten voor gemeenten in zwakke regio s, waar ook vanuit uw Kamer aandacht voor is gevraagd (motie Kerstens c.s.). 1. Keuze verdeelmodellen Met het oog op de komst van de Participatiewet zijn in de afgelopen periode zowel voor het inkomensdeel als voor het re-integratiebudget in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) onderzoeken uitgevoerd om te komen tot verdeelmodellen voor 2015 en verder. Deze onderzoeken zijn begeleid door begeleidingscommissies waarin, naast mijn eigen ministerie, enkele gemeenten, de VNG, de Rfv en de departementen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Financiën waren vertegenwoordigd. Bij het onderzoek naar het verdeelmodel voor het inkomensdeel waren bovendien ook Divosa en het ministerie van Economische Zaken vertegenwoordigd in de begeleidingscommissie. Bij het onderzoek voor het participatiebudget waren ook gemeenten uit zwakke regio s vertegenwoordigd. Inkomensdeel Ik ben, mede op basis van de ingewonnen adviezen van onafhankelijke deskundigen, tot de conclusie gekomen dat voor het inkomensdeel het door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) ontwikkelde multiniveau-model het best geëigend is voor de verdeling van de budgetten over gemeenten. Dit model biedt volgens de experts de meest zuivere benadering van de noodzakelijke bijstandskosten die een gemeente moet maken gegeven de specifieke omstandigheden van die gemeente, zoals de samenstelling van de bevolking en de lokale arbeidsmarkt. Om de herverdeeleffecten die gepaard gaan met de overgang naar een nieuw model te beperken en de financiële gevolgen voor gemeenten beheersbaar te houden, heb ik na overleg met de VNG besloten tot een overgangsregeling voor de eerste drie jaren, waarbij het landelijk beschikbare budget gedeeltelijk op basis van het model en gedeeltelijk op basis van de uitgaven in het verleden wordt verdeeld (zie ook paragraaf 2.1.3). Na twee jaar zal er een evaluatiemoment zijn. Afhankelijk van de uitkomst van de evaluatie zou gekozen kunnen worden voor het langer behouden van een historische component. Voorafgaand aan de bekendmaking van de gemeentelijke budgetten voor 2015 (uiterlijk 1 oktober van dit jaar) zal in overleg met VNG, gemeenten en SCP nog bezien worden welke optimalisatiemogelijkheden in het model aangebracht kunnen worden. Ook zal het model de komende jaren worden gemonitord en Pagina 2 van 12

7 geactualiseerd, en waar opportuun zullen verbeteringen worden doorgevoerd. Daarnaast zal met nauwe betrokkenheid van de VNG en gemeenten een vangnetregeling worden uitgewerkt. Participatiebudget Met de VNG is overeenstemming bereikt over het toekomstige verdeelmodel voor het participatiebudget dat een zo goed mogelijke aansluiting geeft bij de opgave waar gemeenten voor staan. Het model zal bestaan uit drie onderdelen met afzonderlijke verdeelfactoren. De onderdelen zijn de middelen zittend bestand Wsw, de middelen nieuwe doelgroep en de middelen voor de klassieke doelgroep. De uitkomsten hiervan worden per gemeente samengevoegd tot één budget en toegevoegd aan het sociaal deelfonds. Als uitgangspunt voor de berekening van de budgetten voor de Wsw zal de realisatie van het aantal arbeidsplaatsen bij de start van de Participatiewet dienen met als maximum de taakstelling De verdeling van de middelen voor de nieuwe doelgroep zal in de jaren 2015 t/m 2017 plaatsvinden op basis van de instroom vanaf 2010 in de wachtlijst Wsw en in de werkregeling Wajong. De verdeling van de middelen voor de klassieke doelgroep vindt vooral plaats op basis van de factoren bijstandsontvangers, lager opgeleiden en bereikbare banen. Er is bij het model gekozen voor een ingroeiperiode van drie jaar. Zoals voornoemd zijn de uitkomsten voor gemeenten in zwakke regio s bij de keuze van dit verdeelmodel een belangrijk criterium geweest. Het ligt in het voornemen om zo spoedig mogelijk na de behandeling van deze brief in de Tweede Kamer, de (indicatieve) budgetten voor het jaar 2015 aan de gemeenten bekend te maken. 2. Nadere toelichting In het vervolg van deze brief zal ik nader ingaan op de verschillende modellen die zijn ontwikkeld en de totstandkoming van mijn keuze. 2.1 Inkomensdeel Vier modellen uitgewerkt In 2012 is mijn voorganger, staatssecretaris De Krom, een project gestart om te komen tot een nieuw verdeelmodel voor het inkomensdeel. Het project is gestart met een brede verkenning naar verbeteringen van de systematiek en mogelijke modellen. Over de uitkomsten van deze fase bent u geïnformeerd op 2 november 2012 (Kamerstukken TK , , nr. 116). In deze brief richt ik me op de uitwerking van de verschillende verdeelmodellen en mijn keuze hieruit. Op basis van de uitgevoerde verkenning is een viertal varianten uitgewerkt door verschillende onderzoeksbureaus. Het betreft verbeteringen aan het bestaande model, een model op basis van verschillenanalyse, een model op basis van multiniveau-analyse en een trendmodel. Gemeenten hebben onder meer tijdens een daartoe georganiseerde bestuurlijke conferentie hun mening kunnen geven over de verschillende modellen. Ook via de VNG heb ik inbreng ontvangen ten aanzien van de wensen en meningen van gemeenten. Hieronder vindt u een beknopte toelichting op de vier modellen die in het kader van dit onderzoek zijn uitgewerkt. Een uitgebreidere samenvatting van de modellen is te vinden in bijlage 8. Daarnaast zijn de rapporten van de onderzoeksbureaus bijgevoegd als bijlagen 1 tot en met 4. Pagina 3 van 12

8 Verbetering huidig model (APE) Bij dit model is gezocht naar de combinatie van objectieve (niet door de gemeente beïnvloedbare) factoren die gezamenlijk de bijstandsuitgaven van gemeenten zo goed mogelijk verklaren. Op basis hiervan wordt voor elke gemeente een inschatting gemaakt van de noodzakelijke bijstandsuitgaven, waarbij rekening wordt gehouden met alle relevante objectieve factoren (zoals het aantal laag opgeleiden of eenouderhuishoudens in de gemeente of de regionale arbeidsmarktsituatie). In een van de twee varianten van het model is (ter vervanging van de vangnetten) een historische component opgenomen. Multiniveau-model (SCP) Niet elk huishouden heeft evenveel kans om in de bijstand te komen. Het SCP heeft onderzocht welke factoren bepalend zijn voor de kans dat een huishouden een bijstandsuitkering ontvangt en hoe sterk de invloed van de verschillende factoren is. Hierbij is rekening gehouden met de kenmerken van het huishouden (bijvoorbeeld leefvorm, leeftijd, wel/geen koopwoning, nietwesterse achtergrond en opleiding), maar ook met de kenmerken van de wijk, gemeente en regio waarin het betreffende huishouden woont (bijvoorbeeld gemiddelde woningwaarde en netto arbeidsparticipatie). Op basis van het aantal huishoudens van de verschillende typen in een gemeente wordt berekend welk bedrag een gemeente nodig heeft. Verschillenanalyse (Cebeon) Verschillenanalyse is gebaseerd op kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar de oorzaken achter verschillen tussen gemeenten. Bij een steekproef van ruim 60 gemeenten heeft een verdiepingsslag plaatsgevonden. Door verschillen tussen (groepen) gemeenten te analyseren, heeft Cebeon onderzocht welke factoren van invloed zijn op de bijstandsuitgaven. Cebeon heeft hierbij zowel gekeken naar niet-beïnvloedbare factoren als naar beïnvloedbare factoren (beleid en uitvoering). Trendmodel (SEO) Het trendmodel combineert historische uitgaven met objectieve factoren. Het model neemt de werkelijke uitgaven van gemeenten in een basisjaar als uitgangspunt en telt daar de verwachte ontwikkeling van de bijstandsuitgaven op basis van een drietal objectieve factoren (huishoudens met een laag inkomen, arbeidsongeschikten en WW-uitkeringen) bij op Beoordeling van de modellen Tijdens de verkenningsfase van het project is een aantal criteria geformuleerd waaraan het verdeelmodel (zoveel mogelijk) moet voldoen. Deze zijn in het bestuurlijk overleg met de VNG aan het einde van de verkenningsfase besproken. De beoordelingscriteria zijn: prikkelwerking, financiële beheersbaarheid, uitlegbaarheid, rechtvaardigheid, betrouwbaarheid, voorspelbaarheid en praktische toepasbaarheid. Bijlage 9 bevat een toelichting op elk van deze criteria. Berenschot heeft de vier modellen met elkaar vergeleken en beoordeeld op basis van bovenstaande criteria, prof. dr. Allers (hoogleraar Economie van decentrale overheden aan de Rijksuniversiteit Groningen en directeur van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden [COELO]) heeft een technische toets uitgevoerd op de econometrische kwaliteit van de uitgewerkte modellen, en ook de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) heeft een oordeel gegeven over de modellen. Onderstaand ga ik in op de belangrijkste voor- en nadelen die zijn benoemd (meer voor- en nadelen zijn opgenomen bij de Pagina 4 van 12

9 modelbeschrijving in bijlage 8). Deze beoordeling heeft betrekking op de modellen en nadrukkelijk niet op de kwaliteit van (de uitvoering door) de onderzoeksbureaus. De verbeterde versie van het huidige model is een verbetering van het bestaande en dus bekende verdeelmodel. Enerzijds is dit een voordeel, anderzijds zijn gemeenten de afgelopen jaren ook kritisch over dit model geweest. Andere voordelen van dit model zijn dat de berekening van het budget goed uitlegbaar is en dat er al een rekentool beschikbaar is. Belangrijkste nadeel is dat bij de modelschattingen niet wordt gecorrigeerd voor beleid en uitvoering. De belangrijkste voordelen van het multiniveau-model zijn dat het wetenschappelijk het beste verklaringsmodel is en dat het model, in tegenstelling tot de andere modellen, niet gebaseerd is op de bijstandsuitgaven van gemeenten, maar op de bijstandskansen van huishoudens. Groot voordeel van het multiniveau-model is dat gecorrigeerd wordt voor verschillen in gemeentelijk beleid en uitvoering, waardoor het saldo op het inkomensdeel beter overeen zal komen met de gemeentelijke prestaties (tekort bij slecht beleid, overschot bij goed beleid). Het belangrijkste voordeel van verschillenanalyse is dat het model mede gebaseerd is op daadwerkelijk contact met gemeenten en dat bij de totstandkoming van het model zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens zijn gebruikt. Een belangrijk nadeel is de geringe prikkelwerking die van dit model uitgaat. Gerealiseerde besparingen worden al na een jaar voor een groot deel afgeroomd. Daarnaast zijn de onderzoeksmethodiek en de wijze waarop het model en de conclusies over de werking ervan tot stand zijn gekomen, niet transparant en reproduceerbaar. Tot slot is als voordeel van het trendmodel benoemd dat dit model rekening houdt met gemeentelijk beleid en uitvoering voor zover deze constant zijn. Belangrijke nadelen zijn dat er geen inzicht is in de stabiliteit van het model, hetgeen tot grote onzekerheid voor gemeenten leidt, en dat het objectieve model slechts drie maatstaven bevat om de verwachte ontwikkeling van de bijstandsuitgaven te voorspellen. Advies Berenschot Berenschot komt tot de conclusie dat de verbeterde versie van het huidig model en het multiniveau-model het best voldoen aan de gestelde criteria. Daarbij merkt Berenschot op dat het multiniveau-model op een aantal punten beter scoort dan de verbeterde versie van het huidig model, zoals prikkelwerking, betrouwbaarheid, stabiliteit en voorspelbaarheid. De verschillenanalyse en het trendmodel voldoen in onvoldoende mate aan de gestelde criteria. Berenschot vindt deze niet geschikt voor de verdeling van het inkomensdeel. Het rapport van Berenschot is als bijlage 5 bij deze brief opgenomen. Advies prof. dr. Allers Prof. dr. Allers is van mening dat wetenschappelijk gezien het multiniveau-model het beste verklaringsmodel van de bijstandsafhankelijkheid oplevert. Het multiniveau-model maakt in tegenstelling tot de andere modellen gebruik van gegevens over afzonderlijke huishoudens. In de tijd dat het huidige verdeelmodel werd ontwikkeld was de beschikbaarheid van gegevens op huishoudensniveau nog onvoldoende. Tegenwoordig zijn veel van dergelijke microgegevens wel beschikbaar en dat zal in de nabije toekomst nog beter worden. Tot slot merkt hij Pagina 5 van 12

10 op dat de variant van het multiniveau-model die rekening houdt met regiospecifieke effecten interessant is. Zijn notitie is als bijlage 6 bij deze brief opgenomen. Advies Raad voor de financiële verhoudingen De Raad spreekt in zijn advies (zie bijlage 7) zijn waardering uit voor de gekozen aanpak waarbij met behulp van verschillende onderzoeksmethodes getracht is de bijstandskosten van gemeenten op een objectieve manier te benaderen. De Raad onderschrijft het belang van de prikkelwerking bij de verdeling van het inkomensdeel van de WWB/Participatiewet. De prikkelwerking dient wel gerechtvaardigd te zijn. Een verdeelmodel dient daarom de effecten van gemeentelijk beleid en uitvoering zo veel mogelijk uit te sluiten. De multiniveauanalyse van het SCP biedt in dat opzicht volgens de Raad de meest zuivere benadering van de bijstandskosten van een gemeente. De multiniveau-analyse geniet niet alleen op theoretische gronden de voorkeur, maar het SCP is er volgens de Raad ook praktisch gezien in geslaagd een model te presenteren dat de bijstandskosten van gemeenten op een acceptabele manier benadert. Daarbij geeft de Raad de voorkeur aan het multiniveau-model dat ook rekening houdt met de regionale omstandigheden die de kans op bijstand verklaren. Het SCP kiest daarvoor de Corop-regio. Andere regionale indelingen zoals arbeidsmarktregio s sluiten inhoudelijk wellicht beter aan. De Raad adviseert te bezien in hoeverre door een analyse van de verschillen tussen de modeluitkomsten en de werkelijke uitgaven verdere aanpassingen en verfijningen mogelijk zijn Keuze voor het multiniveau-model Op basis van de beoordeling door Berenschot, de technische toets door prof. dr. Maarten Allers en het advies van de Rfv, heb ik gekozen voor het multiniveaumodel, en wel de variant waarbij rekening wordt gehouden met regiospecifieke effecten. Dit model biedt de meest zuivere benadering van de noodzakelijke bijstandskosten die een gemeente moet maken gegeven de specifieke omstandigheden van die gemeente (samenstelling bevolking en lokale arbeidsmarkt). Mede naar aanleiding van het verzoek van uw Kamer is er aandacht geweest voor de mogelijkheden om het objectief model ook voor kleinere gemeenten toe te passen. De uitkomst hiervan is dat er sprake kan zijn van een verbreding van gemeenten waarvoor het objectief model gebruikt kan worden. Het model kan volledig worden toegepast voor gemeenten met meer dan inwoners. Gemeenten met inwoners worden met een glijdende schaal deels historisch en deels objectief gebudgetteerd. Daarmee komen, in vergelijking met de huidige praktijk, ook gemeenten met een inwonertal tussen en onder de werking van het objectief verdeelmodel. Voor gemeenten met minder dan inwoners is toepassing van een objectief model niet goed mogelijk. Voor hen blijft de historische budgettering van kracht. Door deze aanpassing halveert het aantal gemeenten waarbij het objectief verdeelmodel niet van toepassing is. De volledig historische budgettering geldt nog slechts voor ongeveer 85 gemeenten. Ik heb de keuze voor het model voorgelegd aan de VNG. De VNG heeft in de bestuurlijke commissies Werk en Inkomen en Gemeentefinanciën kennis genomen van mijn keuze en ik heb goede notie genomen van de aandachtspunten van de VNG. Ik heb in dat licht besloten tot een aantal aanvullende maatregelen om het Pagina 6 van 12

11 nieuwe model in de overgang en structureel te ondersteunen. Ik licht dit hieronder nader toe. De VNG heeft aangegeven veel belang te hechten aan financiële beheersbaarheid, stabiliteit en voorspelbaarheid. De VNG wijst hierbij ook op de drie decentralisaties (Jeugdzorg, WMO en Participatiewet) die de komende jaren op gemeenten afkomen en die leiden tot een toename van financiële risico s. VNG en gemeenten vragen aandacht voor de realiteit van de prikkelwerking, omdat zij met hun beleid en uitvoering hun bijstandsuitgaven slechts ten dele kunnen beïnvloeden. De VNG hecht daarom aan het opnemen van een historische component in het verdeelmodel. Daarnaast heeft de VNG aangegeven de inrichting van een vangnet noodzakelijk te vinden. Tot slot is gevraagd of het model verder verfijnd kan worden met een aantal factoren die in de optiek van gemeenten tot een verbetering van de verdeling kunnen leiden. Ik vind het van groot belang dat financiële risico s voor gemeenten beheersbaar zijn. Ik wijs in dat verband allereerst op het feit dat het macrobudget voor het inkomensdeel ook in de toekomst toereikend zal worden vastgesteld, waarbij onder andere rekening wordt gehouden met conjunctuur en effecten van Rijksbeleid. Dat betekent dat de risico s voor gemeenten samen sterk beheerst worden. Hoewel in de verdeling tussen gemeenten het multiniveau-model aan de voorkant tot herverdeeleffecten zal leiden, verwacht ik dat in dit model de saldi op het inkomensdeel goed zullen aansluiten bij de prestaties van gemeenten (tekort bij slecht beleid en overschot bij goed beleid). Hierdoor zullen gemeenten die goed beleid voeren of die de uitvoering significant hebben verbeterd daarvan de financiële effecten zien. Dit is ook waar uw Kamer via de motie Schouten c.s. (Kamerstukken, TK, , , nr. 177) om heeft gevraagd: Een positieve prikkel voor gemeenten als mensen uitstromen naar werk. Uiteraard ben ik mij ervan bewust dat een aantal gemeenten zich door de overgang naar een nieuw model voor een nieuwe stevige uitdaging ziet gesteld. Ik wijs er daarbij ook op dat het model een evenwichtige balans laat zien tussen gemeenten die voor- en nadeel kunnen hebben van het nieuwe model. Om de herverdeeleffecten die gepaard gaan met de overgang naar het nieuw model te beperken en de financiële gevolgen voor gemeenten beheersbaar te houden heb ik na overleg met de VNG tot een overgangsregime besloten voor de eerste drie jaren. Gemeenten kunnen zo op een verantwoorde wijze hun beleid en uitvoering aan het nieuwe model aanpassen. In de eerste twee jaren worden de gemeentelijke budgetten voor 50% op basis van het model vastgesteld en voor 50% op basis van de uitgaven in het verleden. In het derde jaar wordt 75% van het gemeentelijk budget op basis van het model berekend, en voor 25% op basis van de uitgaven in het verleden. Vanaf het vierde jaar wordt het budget geheel op basis van het model berekend. Na twee jaar zal er een evaluatiemoment zijn. Afhankelijk van de uitkomst van de evaluatie zou gekozen kunnen worden voor het langer behouden van een historische component. In de komende periode zal nog een optimalisatie plaatsvinden van het multiniveau-model en actualisatie op basis van de meest recente gegevens. Bij de verfijning zijn de VNG, de G4 en andere gemeenten betrokken. Daarnaast is het mijn bedoeling het model periodiek te onderhouden. In de eerste jaren zal er extra aandacht zijn voor monitoring van het model en zullen, waar nodig en mogelijk, aanpassingen die leiden tot verbeteringen worden doorgevoerd. Pagina 7 van 12

12 Geen enkel model is perfect. Vanuit het oogpunt van financiële beheersbaarheid is het daarom wenselijk ook bij het multiniveau-model een vangnet in te stellen. Ik zal met de VNG de inrichting van het vangnet nader uitwerken. Hierbij zullen ook de Raad voor de financiële verhoudingen en Divosa worden betrokken. Uiteraard zal ik uw Kamer op de hoogte houden van de voortgang. Onlangs heeft de Rfv mij haar bevindingen over de uitvoering van de bestaande meerjarige aanvullende uitkering (MAU) over 2013 gestuurd. Ik maak van de gelegenheid gebruik om u deze bevindingen en mijn reactie te sturen (als bijlagen 10 en 11). 2.2 Participatiebudget Bundeling budgetten Wsw (zittend bestand), nieuwe en klassieke doelgroep Zoals in de inleiding van deze brief reeds genoemd worden met de Participatiewet de middelen voor de Wsw (zittend bestand) en de re-integratiemiddelen voor de doelgroep van de Participatiewet gebundeld in het participatiebudget. Een nieuw verdeelmodel is noodzakelijk. Een belangrijke overweging bij de keuze van het verdeelmodel zijn de herverdeeleffecten bij de verdeling van de middelen en de uitkomsten voor gemeenten in zwakke regio s. Er is onderzoek gedaan naar een nieuw verdeelmodel. Het onderzoeksrapport over het verdeelmodel is gereed en bied ik u met deze brief aan. De resultaten van het onderzoek zijn getoetst aan een aantal beoordelingscriteria zoals objectiviteit, transparantie, kostenoriëntatie en voorkeur voor een beperkt aantal maatstaven. Het onderzoek naar het verdeelmodel participatiebudget is uitgevoerd door SEO. Tevens bied ik u het verkennende onderzoek door Berenschot aan, dat aan het SEO-onderzoek naar een nieuw verdeelmodel participatiebudget is voorafgegaan. Met de VNG is overeenstemming bereikt over het toekomstige verdeelmodel voor het participatiebudget dat zal bestaan uit drie onderdelen en een ingroeiperiode van drie jaar om een zo goed mogelijke aansluiting te realiseren bij de opgave waar gemeenten voor staan. Dit wordt mede bereikt door te kiezen voor afzonderlijke verdeelfactoren voor de middelen Wsw, voor de middelen nieuwe doelgroep en voor de middelen voor de klassieke doelgroep. De uitkomsten hiervan worden per gemeente samengevoegd tot één budget en toegevoegd aan het sociaal deelfonds. Het ligt in het voornemen om zo spoedig mogelijk na de behandeling van deze brief in de Tweede Kamer, de (indicatieve) budgetten voor het jaar 2015 aan de gemeenten bekend te maken Motie Kerstens c.s. Er is bij de keuze van de verdeling van middelen rekening gehouden met de Motie Kerstens cs. (TK nr 179.) waarin wordt gevraagd om het opnamevermogen van de regionale arbeidsmarkt, naast het aantal mensen met een arbeidsbeperking, substantieel mee te wegen bij het vaststellen van de verdeelmodellen van de financiële middelen die met de Participatiewet aan de gemeenten toekomen. Dit wordt bereikt doordat het grootste deel van de totaal beschikbare middelen wordt verdeeld op basis van het verwacht aantal arbeidsplaatsen voor mensen met een arbeidsbeperking, te weten de mensen in de Wsw. Daarnaast wordt de verdeelmaatstaf bereikbare banen opgenomen in het verdeelmodel. Dit is een goede indicator van het aantal beschikbare banen in de betreffende regio. Verder worden de aan het participatiebudget toegevoegde middelen voor de nieuwe doelgroep verdeeld op basis van de instroom in de wachtlijst Wsw en in de werkregeling Wajong in het verleden. Daarmee is aangesloten bij de verwachting dat ook in de toekomst relatief veel mensen met een arbeidsbeperking zich in deze gemeenten zullen aandienen voor Pagina 8 van 12

13 ondersteuning. Deze wijze van verdelen is gunstig voor gemeenten met veel instroom in deze regelingen in het recente verleden. Met de bovenstaande invulling van het verdeelmodel participatiebudget wordt recht gedaan aan de positie van de gemeenten in zwakke regio s. Onder gemeenten in zwakke regio s wordt hier verstaan de dertig gemeenten met de hoogste instroom in de Wsw en Wajong en behorend tot de 25% van de gemeenten met de slechtste regionale arbeidsmarkt. Hieronder wordt nader ingegaan op de vormgeving van het verdeelmodel voor het participatiebudget. Een belangrijke overweging voor de keuze van dit model boven andere mogelijke modellen zijn de kleinere herverdeeleffecten bij de verdeling van de middelen en de uitkomsten voor gemeenten in zwakke regio s Onderdelen participatiebudget Zoals genoemd is het participatiebudget opgebouwd uit verschillende verdeelmodellen voor het zittend bestand van de Wsw, de middelen voor de nieuwe doelgroep van de Participatiewet, en voor de klassieke reintegratiemiddelen voor de bestaande doelgroep. Wsw zittend bestand Bij de verdeling van deze middelen wordt nauw aangesloten bij de feitelijke situatie in de gemeenten. Met de Participatiewet wordt de Wsw afgesloten voor nieuwe instroom, maar de bestaande rechten en plichten voor de zittende werknemers blijven gehandhaafd. Het zittende bestand stroomt op basis van natuurlijk verloop in de loop van de tijd geleidelijk uit. Het verdeelmodel voor het onderdeel Wsw volgt per gemeente zo goed mogelijk deze daling in het aantal Wsw-arbeidsplaatsen. Uitgangpunt bij de verdeling in de komende jaren is het macrobedrag dat in de meerjarenraming voor het Wsw-onderdeel beschikbaar is. De verdeling van de Wsw middelen zal plaats vinden op basis van een per gemeente geschatte daling van het aantal arbeidsplaatsen op basis van historische uitstroomgegevens (actuarieel model) van de betreffende gemeente. Deze geschatte daling zal jaarlijks worden geactualiseerd op basis van de meest recente gegevens over de samenstelling van het zittend bestand Wsw in de betreffende gemeente. Er zal daarnaast een dempingmechanisme worden toepast voor gemeenten met een taakstelling in 2014 kleiner of gelijk aan 100 Sw-arbeidsplaatsen uitgedrukt in standaardeenheden. Voor deze gemeenten zal de voorspelde afbouw van het aantal Sw-arbeidsplaatsen met een jaar vertraging doorwerken in de verdeling van de middelen. Als uitgangspunt voor de berekening van de budgetten voor dit onderdeel zal de realisatie van het aantal arbeidsplaatsen uitgedrukt in standaardeenheden bij de start van de Participatiewet dienen. Hierbij zal als maximum de taakstelling 2014 gelden. Middelen nieuwe doelgroep De nieuwe doelgroep bestaat uit personen die voorheen in de Wsw of Wajong zouden zijn ingestroomd, maar vanaf 2015 onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten gaan vallen. Voor deze nieuwe doelgroep zijn op grond van de Participatiewet middelen aan het participatiebudget toegevoegd. De verdeling van de middelen voor de nieuwe doelgroep zal in de jaren 2015 t/m 2017 plaatsvinden op basis van de instroom vanaf 2010 in de wachtlijst Wsw en in de werkregeling Wajong. Deze keuze is verhoudingsgewijs gunstig voor de gemeenten met veel instroom in de wachtlijst Wsw en in de werkregeling Wajong in de afgelopen jaren. De verwachting is dat ook in de toekomst er relatief veel Pagina 9 van 12

14 mensen met een arbeidsbeperking zich bij deze gemeenten voor ondersteuning zullen aanmelden. Re-integratiemiddelen klassieke doelgroep Dit betreft de huidige re-integratiemiddelen uit het participatiebudget waarmee personen met een afstand tot de arbeidsmarkt worden ondersteund om regulier werk te verkrijgen. De verdeling van deze middelen vindt vooral plaats op basis van de factoren bijstandsontvangers, lager opgeleiden en bereikbare banen (aantal banen binnen acceptabele reistijd als aandeel van de beroepsbevolking). De andere twee factoren zijn gemiddelde re-integratie-uitgaven per inwoner en de totale doelgroep. De verdeelfactor bereikbare banen is relatief gunstig voor de gemeenten met een zwakke regionale arbeidsmarkt. Voor dit deel van de middelen zal een zgn. ingroeiperiode van drie jaar gelden, om de herverdeeleffecten van de invoering van het nieuwe verdeelmodel te beperken. Hiervoor zal als uitgangspunt dienen, het eerder toegekende re-integratiebudget Verdeling van deze middelen is gebaseerd op een regressiemodel. Deze wijze van verdelen werkt als volgt. Iedere gemeente krijgt allereerst een bedrag dat gelijk is aan de gemiddelde re-integratie-uitgaven per inwoner van 15 tot en met 64 jaar. Vervolgens wordt per verdeelmaatstaf bepaald of de gemeente positief of negatief afwijkt van de gemiddelde score op die maatstaf. Als een gemeente bijvoorbeeld meer bijstandsgerechtigden of minder bereikbare banen heeft dan gemiddeld, dan ontvangt deze gemeente extra middelen. Als de gemeente juist minder bijstandsgerechtigden of meer bereikbare banen heeft dan gemiddeld, dan gaat er wat van de middelen af. Dit geeft het budgetaandeel per gemeente. Door dit aandeel te vermenigvuldigen met het macrobudget wordt het gemeentelijk budget bepaald. Het model bevat de volgende maatstaven: Gemiddelde re-integratie-uitgaven per inwoner Omvang totale doelgroep (inwoners jaar werkenden WW/AOuitkering studenten) Bijstandsontvangers (vertraagd t-2, peilmoment 1 januari) Lageropgeleiden (t/m lager beroepsonderwijs) Bereikbare banen (aantal banen binnen acceptabele reistijd, gedeeld door beroepsbevolking). Het gekozen model voor de onderdelen klassieke doelgroep en nieuwe doelgroep is gunstig voor de 30 gemeenten met de hoogste instroom in de wachtlijst Wsw en werkregeling Wajong en met een beperkte opname capaciteit van de regionale arbeidsmarkt. De verdeling van de middelen voor de klassieke doelgroep leidt voor deze categorie gemeenten als geheel verhoudingsgewijs tot een verbetering ten opzichte van het bestaande verdeelmodel. Het aandeel van deze gemeenten dat zij ontvangen, stijgt van 13,1% in het bestaande model naar 13,6% in het nieuwe model voor de klassiek doelgroep. Ook de verdeling van de middelen voor de nieuwe doelgroep op basis van de historische instroom wachtlijst Wsw en werkregeling Wajong is verhoudingsgewijs gunstig voor deze gemeenten. De gemeenten kunnen naast het ontvangen participatiebudget ook een beroep doen op verschillende ondersteuningsmaatregelen die de regio s ter beschikking staan. In het kader van de sectorplannen 2 zijn er middelen 3 beschikbaar voor gerichte en aanvullende arbeidsmarktmaatregelen in de regio zoals opgenomen in 2 Conform de regeling sectorplannen 3 Tweede tranche 1 april 2014 tot 31 mei Pagina 10 van 12

15 de brief die uw Kamer op 17 maart jl. heeft ontvangen 4. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid cofinanciert de sectorplannen, afhankelijk van de maatregel kan cofinanciering oplopen tot 50 procent per plan. Voor de periode is tevens 287 miljoen subsidie beschikbaar uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) voor re-integratie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit bedrag wordt in drie subsidierondes (2014, 2016 en 2018) op aanvraag ter beschikking gesteld aan de 35 arbeidsmarktregio s Bekendmaking budgetten 2015 Het kabinet beoogt de Wet participatiebudget per 1 januari 2015 in te trekken bij invoering van de Tijdelijke Wet sociaal deelfonds. Gemeenten zullen in 2015 dus geen budget meer ontvangen op grond van de Wet participatiebudget, zodat de vaststelling van het budget 2015 op grond van deze wet in september 2014 achterwege kan en zal blijven. In 2014 zullen gemeenten uiterlijk in juni vernemen welk (indicatief) budget zij in 2015 zullen ontvangen uit het sociaal deelfonds. 5 Dit bedrag is dan gebaseerd op het nieuwe verdeelmodel, zoals dat voor het jaar 2015 is ontwikkeld en wijkt daarmee af van de bestaande regelgeving die in 2014 formeel nog van kracht is. In het licht van de beoogde inwerkingtreding van de Tijdelijke Wet sociaal deelfonds en de decentralisaties per 2015, ligt deze werkwijze voor de hand. 3. Tot slot Ik realiseer me dat de budgetten die gemeenten voor het inkomensdeel en participatiebudget ontvangen van groot belang zijn voor de gemeenten. Er wordt veel van hen gevraagd. Natuurlijk is de overgang naar nieuwe verdeelmodellen spannend. Ik ben er echter van overtuigd dat we zijn gekomen tot een verdeling van middelen, die zowel voor het inkomensdeel als het participatiebudget goed aansluit bij de opgave waarvoor gemeenten nu staan. Uiteraard zal ik de werking van de financieringssystematiek nauwgezet blijven volgen en waar nodig in samenspraak met VNG en gemeenten bezien of verdere verbeteringen van de verdeelsystematiek opportuun zijn. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Jetta Klijnsma 4 Vergaderjaar , Kamerstuk nr Kamerstukken II , VII, nr. 9 Pagina 11 van 12

16 Bijlagen: 1. Rapport APE model inkomensdeel a. Tabellenboek 0-variant b. Tabellenboek 1-variant 2. Rapport SCP model inkomensdeel 3. Rapport Cebeon model inkomensdeel 4. Rapport SEO model inkomensdeel 5. Rapport Berenschot modellen inkomensdeel 6. Notitie Allers modellen inkomensdeel 7. Advies Rfv verdeling inkomensdeel 8. Beknopte toelichting modellen inkomensdeel 9. Beknopte toelichting beoordelingscriteria inkomensdeel 10. Advies Rfv betreffende MAU Reactie Staatssecretaris op advies Rfv betreffende MAU Rapport Berenschot verkenning verdeelsystematiek participatiebudget 13. Rapport SEO verdeling participatiebudget Pagina 12 van 12

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet? Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet? Gemeenten ontvangen via het re-integratiebudget middelen voor ondersteuning en begeleiding van de doelgroep Participatiewet. Er zijn

Nadere informatie

Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. Utrecht, 19 mei 2015

Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. Utrecht, 19 mei 2015 Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet Utrecht, 19 mei 2015 Inhoud 1. Financieringssystematiek Participatiewet 2. Keuze voor nieuwe model 3. Hoe werkt het multiniveau-model? 4. Proces

Nadere informatie

5-11-2014. Inhoud. Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 2015

5-11-2014. Inhoud. Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 2015 Inhoud Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet Platform Sociaal en Financieel Domein, VNG Overijssel 1. Hoe werkt de financieringssystematiek? 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 3. Hoe werkt het multiniveau-model?

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 344 Besluit van 26 september 2014 tot wijziging van het Besluit WWB 2007 in verband met de invoering van een nieuw verdeel model 0 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

BAWI/U200801717 Lbr. 08/170

BAWI/U200801717 Lbr. 08/170 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Meerjarig aanvullende Uitkering I-deel WWB uw kenmerk ons kenmerk BAWI/U200801717 Lbr. 08/170 bijlage(n) datum

Nadere informatie

Financieringssystematiek Wet werk en bijstand

Financieringssystematiek Wet werk en bijstand De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet Nr. 72 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Geachte mevrouw Klijnsma,

Geachte mevrouw Klijnsma, > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mevrouw drs. J. Klijnsma Postbus 90801 2509 LV Den Haag Raad voor de financiële verhoudingen Korte

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28337 9 oktober 2014 Advies Raad van State betreffende het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit WWB 2007 in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 545 Uitvoering Wet Werk en Bijstand Nr. 191 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag

Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag 1 Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag Bijlagen -- Inlichtingen bij Uw kenmerk Dossier/volgnummer 55808-054 Mr. G.A. van Nijendaal

Nadere informatie

Verdeling inkomensdeel WWB/Participatiewet Beoordeling van vier verdeelmodellen in opdracht van het Ministerie van SZW

Verdeling inkomensdeel WWB/Participatiewet Beoordeling van vier verdeelmodellen in opdracht van het Ministerie van SZW Verdeling inkomensdeel WWB/Participatiewet Beoordeling van vier verdeelmodellen in opdracht van het Ministerie van SZW Martin Heekelaar Paul Schenderling Maart 2014 46820/mnh Verdeling inkomensdeel WWB/Participatiewet

Nadere informatie

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016 No.: Portefeuillehouder: Wethouder F.J.A. Hommel Afdeling: Samenleving Behandelaar: C.L. Aarnoudse De raad van de gemeente Tholen Tholen, 25 oktober 2016 Onderwerp: Voorstel om uw opvattingen kenbaar te

Nadere informatie

ons kenmerk ECFE/U201500002 Lbr. 15/005

ons kenmerk ECFE/U201500002 Lbr. 15/005 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Verdeling budgetten sociaal domein uw kenmerk ons kenmerk ECFE/U201500002 Lbr. 15/005 bijlage(n) datum 5 februari

Nadere informatie

Financiering Participatiewet

Financiering Participatiewet Financiering Participatiewet Tim Mulder Bastiaan Ouwehand financieringparticipatiewet@minszw.nl Onderwerpen 1. Financieringssytematiek Participatiewet 2. Macrobudget Gebundelde Uitkering ( BUIG ) 3. Verdeelmodel

Nadere informatie

Financiële effecten van de Participatiewet

Financiële effecten van de Participatiewet Financiële effecten van de Participatiewet Utrecht, 5 december 2012 Martin Heekelaar E: m.heekelaar@berenschot.nl M: 06-23152767 1 Wet werken naar vermogen wordt Participatiewet Invoering op 1 januari

Nadere informatie

Financiering Bijstand. Bastiaan Ouwehand Tim Mulder

Financiering Bijstand. Bastiaan Ouwehand Tim Mulder Financiering Bijstand Bastiaan Ouwehand Tim Mulder Onderwerpen 1. Verdeelmodel Gebundelde Uitkering hoe werkt de verdeling van middelen voor de bijstand? wijzigingen verdeelmodel 2019 2. Macrobudget: verhoogde

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF 12R R.00167

RAADSINFORMATIEBRIEF 12R R.00167 RAADSINFORMATIEBRIEF 12R.00167 gemeente WOERDEN Van College van Burgemeester en Wethouders Datum 8 mei 2012 Portefeuillehouders) : L.Ypma Portefeuille(s) : Sociale Zaken Contactpersoon : C. Drabik Tel.nr.

Nadere informatie

Uw kenmerk W&B/SFI/04/32586 Dossier/volgnummer 55808-046

Uw kenmerk W&B/SFI/04/32586 Dossier/volgnummer 55808-046 Aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de heer drs. M. Rutte Postbus 90801 2509 LV Den Haag Bijlagen -- Inlichtingen bij Uw kenmerk W&B/SFI/04/32586 Dossier/volgnummer 55808-046 mr.

Nadere informatie

Multiniveau-verdeelmodel WWB/participatiewet

Multiniveau-verdeelmodel WWB/participatiewet Multiniveau-verdeelmodel WWB/participatiewet Bestuurlijke conferentie 5 maart 2014 Arjan Soede en Maroesjka Versantvoort Sociaal en Cultureel Planbureau 5 maart 2014 1 Kans op bijstand? Rianne Alleenstaand

Nadere informatie

Openbaar. Verdeelmodel BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Onderwerp

Openbaar. Verdeelmodel BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Onderwerp Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Verdeelmodel BUIG Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Met bijgevoegde brief informeren wij de raad over de stand van zaken

Nadere informatie

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening Gemeenten worden geconfronteerd met hoge kosten voor onder andere de SW- populatie, een dalend subsidiebedrag

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Verdeling van de bijstandsmiddelen in 2019

Verdeling van de bijstandsmiddelen in 2019 Advies Over het voorstel voor de Verdeling van de bijstandsmiddelen in 2019 Opgesteld voor het ministerie van SZW Prof. Dr. M.A. Allers 8 juni 2018 COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere

Nadere informatie

Uitkomsten budgetverdeling Participatiewet. Utrecht, 8 december 2015

Uitkomsten budgetverdeling Participatiewet. Utrecht, 8 december 2015 Uitkomsten budgetverdeling 2016 Participatiewet Utrecht, 8 december 2015 Inhoud 1. Wijzigingen tov model 2015 2. Uitkomsten budgetverdeling 3. Hoe is het budget berekend? 4. Wijzigingen in het vangnet

Nadere informatie

ons kenmerk ECFE/U

ons kenmerk ECFE/U Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid(SZW) Mw. drs. J. Klijnsma Postbus 90801 2509 LV 'S-GRAVENHAGE doorkiesnummer (070) 373 8681 betreft Aanpassing verdeelsystematiek bijstand 2016 uw kenmerk

Nadere informatie

Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG)

Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG) Divosa-monitor: Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG) Publicatie datum: 05-12-2017 Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG) Samenvatting 1 Bijstandsbudget aantoonbaar te laag 2 Saldo bijstandsbudget 2016

Nadere informatie

Financieel kader Brielle voor de Participatiewet Deelnota XIII Uitvoeringsprogramma Participatiewet

Financieel kader Brielle voor de Participatiewet Deelnota XIII Uitvoeringsprogramma Participatiewet Financieel kader Brielle voor de Participatiewet 2014 Deelnota XIII Uitvoeringsprogramma Participatiewet Afkortingenlijst Ioaw Ioaz SCP SE SZW Wet Wajong Wsw Wwb Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Ons kenmerk Rfv/ Doorkiesnummer

Ons kenmerk Rfv/ Doorkiesnummer De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de staatssecretaris van Financiën Bijlagen Geen Inlichtingen bij S. Vroonhof Onderwerp Advies Uitlichting FWI Uw kenmerk FO2000/U69450 Ons kenmerk

Nadere informatie

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mevrouw drs. J. Klijnsma Postbus 90801 2509 LV Den Haag

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mevrouw drs. J. Klijnsma Postbus 90801 2509 LV Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mevrouw drs. J. Klijnsma Postbus 90801 2509 LV Den Haag Raad voor de financiële verhoudingen Korte

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Septembercirculaire 2014 algemene uitkering

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Septembercirculaire 2014 algemene uitkering Raadsinformatiebrief Onderwerp Septembercirculaire 2014 algemene uitkering Inleiding/Aanleiding Gemeenten ontvangen jaarlijks een algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Deze algemene uitkering is een

Nadere informatie

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 14 oktober 2010 registratienummer: I/

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 14 oktober 2010 registratienummer: I/ NOTA dienst: Dienst Inwoners datum: 14 oktober 2010 registratienummer: I/1012711 afdelingsnaam: DI/SoZa steller: mevr. A. de Wit paraaf chef: kopie aan: onderwerp: Begrotingswijziging Inkomensdeel WWB

Nadere informatie

In deze brief presenteer ik de resultaten van deze onderzoeken. Ook stuur ik de onderzoeksrapporten mee.

In deze brief presenteer ik de resultaten van deze onderzoeken. Ook stuur ik de onderzoeksrapporten mee. > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 206 207 33 98 Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met een heffing bij het niet voldoen aan de quotumdoelstelling (Wet banenafspraak

Nadere informatie

Financieel kader Brielle voor de Participatiewet 2014. Deelnota XIII Uitvoeringsprogramma Participatiewet

Financieel kader Brielle voor de Participatiewet 2014. Deelnota XIII Uitvoeringsprogramma Participatiewet Financieel kader Brielle voor de Participatiewet 2014 Deelnota XIII Uitvoeringsprogramma Participatiewet Afkortingenlijst Ioaw Ioaz SCP SE SZW Wet Wajong Wsw Wwb Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014 ONDERWERP Beleidskadernota Participatiewet 2015 SAMENVATTING Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen. Het voorstel ligt nu bij de Eerste Kamer en als deze

Nadere informatie

Incidenteel Aanvullende Uitkering. Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, uur

Incidenteel Aanvullende Uitkering. Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, uur Incidenteel Aanvullende Uitkering Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, 19.30 uur 1 Presentatie Achtergronden Wet Werk & Bijstand Budgetvaststelling en verdeling Aanvullende uitkeringen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad,

Aan de Gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad, Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum 15 september 2015 Ons kenmerk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 februari 2017 Onderzoek financiën sociaal domein

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 februari 2017 Onderzoek financiën sociaal domein > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG DGBW Postbus 20011 2500 EA Den Haag Nederland www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

On-line versie IROKO Rekenmodel Participatiebudget: maak uw eigen Wat als analyses

On-line versie IROKO Rekenmodel Participatiebudget: maak uw eigen Wat als analyses On-line versie IROKO Rekenmodel Participatiebudget: maak uw eigen Wat als analyses 1. Inleiding De WWB, (een gedeelte van) de Wajong en de Wsw zijn opgegaan in de Participatiewet. De gemeenten zijn daarmee

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Raadsvoorstel. Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 165140 Behandeld door: J. van Dijk Agendapunt: 27 juni 2017 Onderwerp: Voorlopige voorkeur uitvoeringsvariant Participatiewet Geachte raad, Samenvatting: In opdracht van het algemeen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Participatiewet. 9 september 2014. raadscommissie EM - 1 -

Participatiewet. 9 september 2014. raadscommissie EM - 1 - Participatiewet raadscommissie EM 9 september 2014-1 - Inhoud achtergrond wijzigingen sociale zekerheid hoofdlijnen Participatiewet 1 januari 2015 financiering Rijk wetswijzigingen WWB 1 januari 2015 voorbereidingen

Nadere informatie

De gemeente Beuningen verzoekt door middel van deze brief in aanmerking te komen voor een Incidenteel aanvullende uitkering (IAU) over 2014.

De gemeente Beuningen verzoekt door middel van deze brief in aanmerking te komen voor een Incidenteel aanvullende uitkering (IAU) over 2014. GEMEENTE r&śĺé* BEUNINGEN Toetsingscommissie WWB Postbus 91.546 2509 EC DEN HAAG Datum Kenmerk Kenmerkcode Uw contact Telefoon Onderwerp 21 JUL 2015 UI15.06161 llll Sarah Albers 14 024 Aanvraag IAU 20144

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 575 521 Agendapunt: 8 ONDERWERP

Doorkiesnummer : (0495) 575 521 Agendapunt: 8 ONDERWERP Wijnen, Peter FIN S3 RAD: RAD131106 2013-11-06T00:00:00+01:00 BW: BW131001 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 6 november 2013 Portefeuillehouder : J.M. Cardinaal Behandelend ambtenaar

Nadere informatie

Datum 13 juli 2016 Betreft Kamervragen van het lid Nijkerken-De Haan (VVD) over het bericht dat kanslozen niet hoeven te solliciteren

Datum 13 juli 2016 Betreft Kamervragen van het lid Nijkerken-De Haan (VVD) over het bericht dat kanslozen niet hoeven te solliciteren > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet Nr. 60 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Algemene uitkering

Algemene uitkering Onderwerp Decembercirculaire 2010 van het Gemeentefonds. Beslispunten 1. De Decembercirculaire 2010 voor kennisgeving aan te nemen; 2. Op basis van de uitkomsten van de Decembercirculaire 2010 de begroting

Nadere informatie

De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt

De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt Als er in een gemeente iemand uit de bijstand stroomt, hoeft de gemeente één bijstandsuitkering minder te betalen. Gemeenten gaan er

Nadere informatie

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar Evaluatie Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief 2015 2018 periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 Gemeente Wassenaar Oktober 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 03 1.1 Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief

Nadere informatie

Datum 25 januari 2013 Betreft MAU 2013-2015. Geacht college,

Datum 25 januari 2013 Betreft MAU 2013-2015. Geacht college, > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Aan Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44 44 F 070 333 40 33 www.rijksoverheid.nl Contact Betreft MAU 2013-2015 Geacht college,

Nadere informatie

Collegebesluit. Onderwerp: Decembercirculaire 2014 Reg. Nummer: 2015/ Inleiding

Collegebesluit. Onderwerp: Decembercirculaire 2014 Reg. Nummer: 2015/ Inleiding Collegebesluit Onderwerp: Decembercirculaire 2014 Reg. Nummer: 2015/ 17799 1. Inleiding De decembercirculaire 2014 is de derde circulaire die in 2014 is verschenen over de ontwikkeling van het Gemeentefonds.

Nadere informatie

Onderwerp: Vangnetuitkering BUIG 2017

Onderwerp: Vangnetuitkering BUIG 2017 Vergadering gemeenteraad d.d. 19 juli 2018 Agenda nummer 6 Portefeuillehouder: wethouder de heer M. Joostens Onderwerp: Vangnetuitkering BUIG 2017 Korte inhoud: Personen die niet genoeg inkomen of vermogen

Nadere informatie

Uitwerking verdeelmodel WWB 2015 : trendmodel

Uitwerking verdeelmodel WWB 2015 : trendmodel Opdrachtgever SZW Uitwerking verdeelmodel WWB 2015 : trendmodel Opdrachtnemer SEO / C. Tempelman, M. Lammers Onderzoek Uitwerking verdeelmodel WWB 2015 : trendmodel Einddatum 1 februari 2014 Conclusie

Nadere informatie

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten Evaluatie Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief 2015 2018 periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 Gemeente Voorschoten September 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 03 1.1 Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief

Nadere informatie

Uw kenmerk W&B/SFI/06/30647

Uw kenmerk W&B/SFI/06/30647 Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag Datum 26 april 2006 Inlichtingen bij mr. G.A van Nijendaal Uw kenmerk W&B/SFI/06/30647 Doorkiesnummer

Nadere informatie

Onderwerp : Financiele verkenning bestuursakkoord met betrekking tot de Wet Werken Naar Vermogen

Onderwerp : Financiele verkenning bestuursakkoord met betrekking tot de Wet Werken Naar Vermogen MEMO Datum : 16 mei 2011 Aan : Gemeenteraad Van : college B&W Onderwerp : Financiele verkenning bestuursakkoord met betrekking tot de Wet Werken Naar Vermogen In de raadsvergadering van 28 april 2011 is

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Betreft Kamervragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) Postbus

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 389 Besluit van 10 oktober 2003 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de IOAW en IOAZ (Besluit uitkeringen

Nadere informatie

Verkenning verdeelmodel Inkomensdeel WWB 2014

Verkenning verdeelmodel Inkomensdeel WWB 2014 Verkenning verdeelmodel Inkomensdeel WWB 2014 Samenvatting van het rapport Martin Heekelaar m.heekelaar@berenschot.nl 06-23152767 November 2012 Samenvatting van het rapport Verkenning verdeelmodel Inkomensdeel

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Secretariaatsnotitie Commissie Financiën

Secretariaatsnotitie Commissie Financiën Datum vergadering: 14-15 januari 2015 (commissie 2-daagse) Onderwerp Beoordelingskader verdeelmodellen Opsteller Naam: Ton Jacobs Telefoon: 0622 383 942 Email: ton.jacobs@vng.nl Samenvatting Voor wat betreft

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

070-426 7258 Aanpassing verdeelmodel inkomensdeel Wet Werk en Bijstand

070-426 7258 Aanpassing verdeelmodel inkomensdeel Wet Werk en Bijstand Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk -- Inlichtingen bij Dossier/volgnummer Rfv2005056492 Doorkiesnummer

Nadere informatie

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan. Memo Aan: de Raad van de gemeente Oude IJsselstreek Cc: Van: College van burgemeester en wethouders Datum: 6 oktober 2015 Kenmerk: 15ini02499 Onderwerp: uitwerking septembercirculaire 2015 (Algemene uitkering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet Nr. 111 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Cluster : Samenleving Nummer : 8 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 14 december 2015

Cluster : Samenleving Nummer : 8 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 14 december 2015 Voorstel Cluster : Samenleving Nummer : 8 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 14 december 2015 Onderwerp : Vangnetregeling Participatiewet 2015 Inleiding Voor het verstrekken van

Nadere informatie

Raad voor de financilile verhoudingen

Raad voor de financilile verhoudingen Raad voor de financilile verhoudingen > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid drs.]. Klijnsma Korte Voorhout7 Postbus 90801 2511 CW Den Haag

Nadere informatie

Ons kenmerk Rfv/1999079288 Doorkiesnummer 070-3027232

Ons kenmerk Rfv/1999079288 Doorkiesnummer 070-3027232 De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Bijlagen Inlichtingen bij G.A. van Nijendaal Onderwerp Stimulering kinderopvang Uw kenmerk DJB/PJB-993207 Ons kenmerk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 545 Uitvoering Wet Werk en Bijstand Nr. 189 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

: dhr. J.L.M. Vlaar : M. van Dam

: dhr. J.L.M. Vlaar : M. van Dam RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 29 november 2016 Zaaknummer : 368266 Datum Raadsvergadering : 12 december 2016 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Datum Betreft Herverdeling onderdeel

Nadere informatie

De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015

De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015 De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015 Utrecht, 12 februari 2013 Martin Heekelaar, tel 06-23152767 Ad Baan, tel 06-55364740 1 Gemeenten kunnen (feitelijk: moeten) een MAU aanvragen als: Voldoen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA 7 februari 2018 Betreft Kamervragen van het lid Van Dijk

Nadere informatie

2014D34450 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D34450 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D34450 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben enkele fracties de behoefte enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2016 Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Nadere informatie

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter Aan Gemeenteraad Datum Betreft Contactpersoon 23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter Doorkiesnummer Email Bijlage(n) Ons kenmerk Uw kenmerk CC 1 592113 Hofhoek 5

Nadere informatie

Joan de Haan

Joan de Haan Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email Joan de Haan 06-10237370 Joan.deHaan@a2samenwerking.nl Agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 14raad00330 29 januari 2015 onderwerp Nota Heroverweging

Nadere informatie

Maatwerkrapport WWB in Uw Gemeente

Maatwerkrapport WWB in Uw Gemeente Aan Cc - Van Paul Schenderling; Martin Heekelaar Datum 16 juli 2013 Betreft Maatwerkrapport WWB in 1.1 Woord vooraf Dit document is een geanonimiseerd voorbeeld van een beknopt maatwerkrapport dat Berenschot

Nadere informatie

Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2018 van Werkplein Fivelingo.

Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2018 van Werkplein Fivelingo. Raadsvergadering 24 juni 2019 Nr.: 10/14 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2018 van Werkplein Fivelingo. Portefeuillehouder: Wethouder B. Schollema. Ter inzage liggende stukken:

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Betreft Rapportage thermometer Wsw en toezegging gedwongen opname ggz-instelling en algemene bijstand

Betreft Rapportage thermometer Wsw en toezegging gedwongen opname ggz-instelling en algemene bijstand > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Analyse mogelijke verbeteringen van het verdeelmodel voor het inkomensdeel van de Participatiewet

Analyse mogelijke verbeteringen van het verdeelmodel voor het inkomensdeel van de Participatiewet Analyse mogelijke verbeteringen van het verdeelmodel voor het inkomensdeel van de Participatiewet SCP Notitie Inlichtingen bij Arjan Soede a.soede@scp.nl Maroesjka Versantvoort m.versantvoort@scp.nl Aan:

Nadere informatie

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt: R A A D S I N F O R M A T I E B R I E F De leden van de raad Postbus 200 2920 AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL Datum: 16-6-2016 Zaaknummer: ZK16003379 Afdeling: Financiën en Control Contactpersoon: J.M.T. Koren

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Nadere achtergrondinformatie participatiewet

Nadere achtergrondinformatie participatiewet Nadere achtergrondinformatie participatiewet Invoering Participatiewet Op 1 januari 2014 wordt de Participatiewet ingevoerd. De nieuwe wet zal de huidige Wet werk en bijstand vervangen. Parallel aan de

Nadere informatie

AAN DE AGENDACOMMISSIE

AAN DE AGENDACOMMISSIE AAN DE AGENDACOMMISSIE Agenda: 8-6-2017 Franeker, 18-4-2017 Onderwerp Concept begroting 2018 Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân (Dienst) Portefeuillehouder Wethouder T. Twerda Doel

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Verkenning verdeelmodel inkomensdeel WWB 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Verkenning verdeelmodel inkomensdeel WWB 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Verkenning verdeelmodel inkomensdeel WWB 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Martin Heekelaar Ad Baan Tom van Herpen Astrid Wenneker 1 november

Nadere informatie

Advies aan B&W 6 november 2012

Advies aan B&W 6 november 2012 Advies aan B&W 6 november 2012 Dienst Gemeentebedrijven Ambtenaar, tel.nr. W van de Camp, 9929 Afdeling F&C Portefeuillehouder J van Loon Onderwerp: Effecten regeerakkoord op gemeentefonds en de specifieke

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 314 Besluit van 29 augustus 2007, houdende wijziging van het Besluit WWB 2007 en het Besluit uitkeringen gemeenten IOAW en IOAZ in verband met

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Oen Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer derstaten-generaal ľ 5 ľ M 9 Binnenhof 22 Anna van Hannoverstraat 4 2513AA

Nadere informatie