Uitgangspunten kostenberekeningen maatregelen luchtkwaliteit Amsterdam

Transcriptie

1 Uitgangspunten kostenberekeningen maatregelen luchtkwaliteit Amsterdam Inhoud Blz. 1 Inleiding 1 2 Versnelde verschoning wagenpark 3 3 Restrictief bronbeleid 27 4 Volumebeleid 31 Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Amsterdam, Programmabureau luchtkwaliteit Buck Consultants International Nijmegen, 14 april 2011

2 1 Inleiding Naar verwachting wordt de gemeente Amsterdam in 2015 nog geconfronteerd met overschrijdingen van de normen voor luchtkwaliteit. Deze overschrijdingen zijn aanleiding voor het herijken van het huidige pakket van maatregelen luchtkwaliteit. Inzet is, mede gelet op de financiële situatie van de gemeente, het beschikbare budget zo kostenefficiënt mogelijk in te zetten. Voor een afweging tussen de verschillende luchtkwaliteitmaatregelen, maakt de gemeente Amsterdam gebruik van een Cost Abatement Curve. Met dit instrument wordt de effectiviteit van de maatregel (uitgedrukt in reductie van de emissie van NO x in microgram) afgezet tegen de noodzakelijke investeringen door de gemeente Amsterdam en de invloed van de maatregel op de jaarlijkse kosten van maatschappelijke partijen. Ter voorbereiding op deze afweging, heeft Buck Consultants International onderzoek gedaan naar de kosten van de verschillende maatregelen, zowel voor de gemeente als voor de maatschappelijke partijen. In deze notitie zijn de resultaten van dit onderzoek weergegeven. Hierbij is onderscheid gemaakt naar drie typen maatregelen, te weten: 1 Versnelde verschoning van het wagenpark 2 Aanvullende bronmaatregelen 3 Volumebeleid In de volgende hoofdstukken zijn de kostenberekeningen en de gehanteerde achtergronden van deze drie maatregelenpakketten weergegeven. Voor de versnelde verschoning van het wagenpark is ingegaan op de verschillen in kosten tussen de referentievoertuigen (zoals nu in gebruik bij de doelgroepen van de maatregel) en de schonere voertuigen die deze referentievoertuigen vervangen. In het volgende hoofdstuk zijn per kostencategorie de bijbehorende uitgangspunten weergegeven en zijn per voertuigpaar de verschillen in kosten in beeld gebracht. Aanvullende bronmaatregelen kunnen ingezet worden om bepaalde typen vervuilende voertuigen sneller te weren van het grondgebied van Amsterdam, en zijn daarmee een meer generieke maatregel. In hoofdstuk 3 is per maatregel ingegaan op de hieruit voortvloeiende kosten voor de betrokken doelgroepen en voor de gemeente. Tenslotte schetst hoofdstuk 4 de kosten van volumebeleid, waarmee het aantal voertuigkilometers op Amsterdams grondgebied teruggebracht kan worden. Buck Consultants International 1

3 Gehanteerde uitgangspunten In de volgende hoofdstukken zijn voor de verschillende maatregelen de specifieke uitgangspunten weergegeven. Daarnaast is een aantal algemene uitgangspunten gehanteerd, die hieronder kort zijn samengevat. 1 Maatregelen kunnen tot kosten en baten in verschillende jaren leiden. In de uitwerking zijn de jaren gelijk getrokken door: a Uit te gaan van het prijspeil 2011 (ijkdatum 1 februari 2011). b Kosten te berekenen voor het moment dat de maatregel daadwerkelijk is toegepast. Dit betekent dat het volume van de maatregel gebaseerd is op het aantal voertuigen of bedrijven dat na implementatie door de maatregel wordt beïnvloed. 2 Voor het in kaart brengen van de kosten wordt wel rekening gehouden met landelijke fiscale maatregelen (zoals BPM-vrijstelling voor elektrische personenauto s). Eventuele effecten van lokale fiscale maatregelen zijn niet in de berekeningen verwerkt. 3 Voor een aantal maatregelen beïnvloedt de gemeente rechtstreeks het aantal voertuigen dat onder de maatregel valt. Voor deze aantallen is uitgegaan van de opgave van de gemeente. 4 Andere maatregelen hebben een meer generiek karakter (met name de volumemaatregelen en de aanscherping van het bronbeleid). Voor het bepalen van de kosteneffecten is waar mogelijk uitgegaan van reële inschattingen van aantallen voertuigen en mogelijke besparingen. Waar deze werkwijze is toegepast is dit in de toelichting apart vermeld. Buck Consultants International 2

4 2 Versnelde verschoning wagenpark In dit hoofdstuk zijn de achtergronden van de kostenvergelijkingen tussen het nulalternatief en een schonere variant opgenomen. Het gaat om de volgende paren: A Personenauto s Randvoorwaardelijk beleid (laadinfrastructuur etc.) Verschoning personenauto s diesel naar diesel Euro 6 (gemiddelde rijders) Verschoning bedrijfspersonenauto s diesel naar elektrisch (veelrijders) Verschoning bedrijfspersonenauto s diesel naar diesel Euro 6 (veelrijders) B Taxi s Verschoning taxi s diesel naar elektrisch Verschoning taxi s diesel naar diesel Euro 6 C Bestelauto s Verschoning kleine bestelauto s diesel naar elektrisch Verschoning kleine bestelauto s diesel naar diesel Euro 6 Verschoning grote bestelauto s diesel naar elektrisch Verschoning grote bestelauto s diesel naar diesel Euro 6 D Vrachtwagens Verschoning middelzware vrachtwagens diesel naar diesel Euro VI (gemiddelde rijders) Verschoning middelzware vrachtwagens diesel naar elektrisch Verschoning middelzware vrachtwagens diesel naar diesel Euro VI (veelrijders) Verschoning zware vrachtwagens diesel naar Euro VI tot 2014 (gemiddelde rijders) Verschoning zware vrachtwagens naar Euro VI vanaf 2014 (gemiddelde rijders) E Bussen Verschoning bussen van diesel EEV naar diesel EEV+ Verschoning bussen diesel EEV+ naar elektrisch Buck Consultants International 3

5 Algemene uitgangspunten voertuigparen A Jaarkilometrage Bij het jaarkilometrage van voertuigen wordt onderscheid gemaakt tussen de gemiddelde rijders en de veelrijders. Voor het vaststellen van het toepasbare jaarkilometrage is gebruik gemaakt van CBS-gegevens. Het jaarkilometrage van de gemiddelde rijder is gebaseerd op het gemiddelde jaarkilometrage van voertuigen t/m 4 jaar oud. Veelrijders rijden per jaar het dubbele aantal kilometers. Tabel 1 Vaststelling jaarkilometrages Jaarkilometrage gemiddelde rijder Jaarkilometrage veelrijder Personenvoertuig Diesel Benzine Bestelvoertuig Diesel Benzine Vrachtwagens Diesel Bussen Diesel NVT B Aanschafprijzen Per voertuigkoppel is een vergelijking gemaakt tussen voertuigen die op dit moment daadwerkelijk op de markt verkrijgbaar zijn. De gepubliceerde catalogusprijs is bepalend voor de aanschafprijs van het voertuig. Personenauto s voor bedrijven: catalogusprijs inclusief BPM en exclusief BTW. Personenauto s voor taxi s: catalogusprijs exclusief BPM en BTW. Overige bedrijfsauto s: catalogusprijs exclusief BPM en BTW. Voor elektrische voertuigen is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van catalogusprijzen en opgaven/offertes van leveranciers. Voor zwaardere bestelauto s en vrachtauto s is gebruik gemaakt van een berekening op basis van een basisvoertuig plus accupakket. De waarde is inclusief het accupakket en exclusief BTW. Elektrische voertuigen zijn niet BPM plichtig. (zie nadere toelichting onderdeel I). C Afschrijvingstermijn De afschrijving en de restwaarde te bepalen, is uitgegaan van een vaste gebruiksduur van de voertuigen. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen de gemiddelde rijder en de veelrijder. De gebruiksduur van de veelrijder is korter in verband met de hoge kilometrages waardoor het voertuig ook eerder door een nieuwe auto wordt vervangen. In onderstaande tabel zijn de gehanteerde gebruiksduur en daarmee de afschrijvingstermijn weergegeven. Buck Consultants International 4

6 Tabel 2 Gebruiksduur personenauto en bestelauto Gebruiksduur gemiddelde rijder Gebruiksduur veelrijder Personenvoertuig Diesel 6 4 Benzine 6 4 Bestelvoertuig Diesel 6 4 Benzine 6 4 Deze termijnen zijn voor alle typen gebruikers (particulieren en bedrijven) op dezelfde wijze toegepast. Voor de vrachtauto en de bus gaan wij uit van een gebruiksduur van 8 jaar, zoals ook gehanteerd in de kostprijsberekeningen van EVO (vrachtauto) en KPVV (bus). D Restwaarde De restwaarde is zoveel mogelijk bepaald op basis van de werkelijke restwaardes van de voertuigen waarvoor de kosten zijn berekend. Voor de personenauto s is de restwaarde vastgesteld met de rekenhulp op de website De gebruiksduur (leeftijd) en het jaarkilometrage van de auto s zijn daarbij als variabele ingevoerd. De restwaarde is lager naarmate de auto ouder is en/of meer kilometers heeft afgelegd. De restwaarde van euro 6 dieselvoertuigen is nu nog niet op deze wijze vast te stellen, omdat deze voertuigen niet in de database van autozine zijn opgenomen. Daarom is voor deze restwaarde een aanname gemaakt, waarbij de restwaarde van een euro 6 voertuig gelijk is aan een euro 5 voertuig (de referentieauto). De restwaarde van taxi s is exclusief BTW en gecorrigeerd voor BPM, ervan uitgaande dat bij verkoop alsnog BPM moet worden betaald. Voor de vrachtauto en de bussen is eveneens uitgegaan van een restwaarde van 20%, dit na een gebruiksduur van 8 jaar. Deze restwaarde is gebaseerd op standaard kostencalculaties voor deze voertuigen. Uit een rondvraag onder bestelautodealers is gebleken dat deze restwaarde sterk afhankelijk is van het gebruik van de auto. Gelet op de ervaringen voor de vrachtauto is daarom voor de bestelauto s eveneens uitgegaan van een restwaarde van 20% van de aanschafprijs. In de praktijk is hierdoor een grote bandbreedte in restwaardes te constateren. Bij veelrijders is deze waarde na vier jaar bereikt, voor de gemiddelde rijder na 6 gebruiksjaren. De restwaarde van de elektrische voertuigen is gebaseerd op een restwaarde van 20% ten opzichte van de aanschafprijs wat relatief laag is ten opzichte van diesel of benzinevoertuigen bij een gegeven gebruiksduur en kilometers. De restwaarde van elektrische voertuigen is echter onzeker, met name vanwege onduidelijkheden rondom de levensduur en kostenontwikkeling van de accupakketten (zie onderdeel I) Buck Consultants International 5

7 E Netto aanschafprijzen De netto aanschafprijs komt tot stand door de aanschafprijs van de auto exclusief btw (en BPM indien van toepassing) te verminderen met landelijke subsidies. De berekeningen zijn gebaseerd op aftrek voor Milieu-investeringsaftrek (MIA)/Willekeurige afschrijving milieuinvesteringen (VAMIL) die als volgt tot stand is gekomen: Ondernemers kunnen gebruik maken van de MIA en VAMIL regeling om investeringen in schonere transportmiddelen deels af te trekken van de te betalen Vennootschapsbelasting. De werkwijze voor het bepalen van de investeringsaftrek is toegelicht in figuur 1. Indien de MIA van toepassing is, mag de ondernemer een bepaald percentage van de investering in het schone vervoermiddel in het jaar van aanschaf in mindering brengen op de bedrijfswinst, waardoor er minder belasting betaald moet worden. Toepassing van de VAMIL regeling leidt tot een financieringsvoordeel, doordat de investering al in het eerste jaar volledig kan worden afgeschreven. Uit berekeningen van de rekenkamer komt een financieringsvoordeel van 3,8% over de investering naar voren, dat in de berekeningen is gehanteerd. Na aftrek van MIA en VAMIL resteert een netto investering in het voertuig. Figuur 1 Toelichting op toepassing MIA en VAMIL Buck Consultants International 6

8 Naast MIA en VAMIL hanteert het Rijk ook nog een aantal andere stimuleringsregelingen die de aanschafprijs van schonere voertuigen verlagen. Daar is in de berekeningen als volgt mee omgegaan: Er is afgezien van de toepassing van MRB-vrijstellingen voor personenauto s met een lage CO 2 uitstoot. Uitgangpunt voor de referentievoertuigen zijn auto s waarvoor het normale BPM-tarief van toepassing is. Daarnaast is er per 1 januari 2011 een korting op de BPM van toepassing op personenvoertuigen die voldoen aan de euro 6 norm en die BPM plichtig zijn. Voor alle overige voertuigen geldt deze korting niet. De korting bedraagt in ,- en neemt af naar 1.000,- in 2012 en 500,- in Daarna vervalt de korting, omdat alle nieuwe auto s dan aan de euro 6 norm moeten voldoen. Agentschap NL werkt aan een regeling voor vrachtvervoer met euro VI diesel motoren, maar de inhoud van deze regeling is nog niet duidelijk, omdat deze voertuigen nog in ontwikkeling zijn. Er is in deze studie geen rekening gehouden met de invoering van een dergelijke regeling. Vrijstelling/kortingen in de bijtelling voor lease-auto s zijn niet meegenomen. F Berekening afschrijvingskosten De afschrijvingskosten zijn het resultaat van de netto aanschafprijs, de restwaarde en het aantal gebruiksjaren voor de gebruiker. G Berekening rentekosten Om de rentekosten vast te kunnen stellen, is inzicht nodig in de netto investering (zie onderdeel E) en de rekenrente. Voor deze laatste post is uitgegaan van 6% rekenrente. De jaarlijkse rentekosten zijn gebaseerd op de gemiddelde investering gedurende de gebruiksduur van het voertuig. H Berekening brandstofkosten Voor de berekening van de brandstofkosten zijn de volgende uitgangspunten gebruikt: Praktijkverbruik (km/liter) voor personenauto s op basis van het gerapporteerde verbruik van leaseauto s via de website van Travelcard ( voor de bestelauto s op basis van het gerapporteerde praktijkverbruik in de testen van bestelauto.nl; voor de vrachtauto s de brandstofkosten per kilometer volgens de EVO km-kostprijs berekening; voor bussen op basis van de KPVV-publicatie schone bussen. Buck Consultants International 7

9 De brandstofprijzen zijn gebaseerd op de CBS-waarnemingen per 31 januari 2011 (bron CBS Consumentenprijzen; pompprijzen motorbrandstoffen, per dag). Voor ondernemers zijn de kosten exclusief BTW berekend (BTW = 16% brandstofprijs, bron: United Consumers maart 2009). De brandstofkosten van de elektrische alternatieven bij personenauto s zijn gebaseerd op de opgave van de gemeente Amsterdam, die voor de verschillende varianten kostprijsberekeningen heeft aangeleverd. Voor het vaststellen van de brandstofkosten voor de overige voertuigcategorieën is aangenomen dat deze grosso modo volgens dezelfde verhouding als tussen de personenauto nulalternatief/personenauto elektrisch kunnen worden vastgesteld. I Berekening kosten accupakket en gevolgen voor restwaarde Uitgangspunten berekeningen De kosten voor een accupakket bij elektrische voertuigen vormen een substantieel deel van de totale aanschafwaarde. In deze studie is ervoor gekozen om de aanschafwaarde van elektrische voertuigen inclusief het accupakket op te nemen, omdat de wijze van subsidieverstrekking gebaseerd is op de aanschafwaarde van voertuigen. De aanschafwaarde inclusief accupakket is op twee manieren bepaald. Voor personenauto s, taxi s en licht bestelvervoer is de aanschafprijs gebaseerd op de reële prijs die op dit moment in de markt wordt betaald (cataloguswaarde). Daarbij wordt opgemerkt dat de huidige marktprijs van elektrische voertuigen die producenten hanteren lager is dan de daadwerkelijke totale productiekosten. Producenten nemen niet de volledige productiekosten van accupakketten op in de marktprijs om concurrerend te zijn met andere (niet elektrische) voertuigen. (Bron: interviews met dealerorganisaties). Voor zwaar bestelvervoer en middelzware vrachtauto s is de aanschafwaarde bepaald door de productiekosten van een accupakket te berekenen per voertuigtype. Deze kosten worden dan opgeteld bij de kosten voor een standaard platform 1. Reden hiervoor is dat er op dit moment geen affabriek elektrische voertuigen beschikbaar zijn die kunnen dienen als vergelijkingswaarde ten opzichte van andere (niet elektrische) voertuigen. Elektrische bestelbussen en vrachtauto s die op dit moment in Nederland worden aangeschaft zijn ombouwvoertuigen, voertuigen waarbij de verbrandingsmotor vervangen is door elektromotor en een accupakket. De prijs van een accupakket is bepaald op basis van beschikbare prijzen voor accu s per KWh. In de markt worden voor personenauto s op basis van een leaseprijs pakketten aangeboden voor 400,- per KWh, terwijl studies van McKinsey, Boston Consultancy Group en Deutsche Bank uitwijzen dat de huidige prijs eerder naar de per KWh gaat. Voor deze studie zijn de reële kosten van een KWh bepaald op Met platform wordt hier bedoeld een standaard chassis zonder verbrandingsmotor. Buck Consultants International 8

10 Verder is als uitgangspunt genomen dat de levensduur van accupakketten voldoende is om mee te gaan tijdens de gebruiksduur van de voertuigen zoals die eerder is beschreven. Kortom, aangenomen is dat tussentijdse vervanging van het accupakket niet nodig is en dat vervanging van het accupakket voor een tweede gebruiker niet direct noodzakelijk is. De verwachting is dat de reële prijs van accupakketten de komende jaren sterk zal afnemen. De eerder genoemde studies komen uit op een daling van 30% - 52% per KWh tussen 2011 en In deze studie is aangenomen dat de prijs voor een accupakket in % onder de prijs van 2011 ligt en in 2015 is een prijs bereikt die 40% onder de huidige prijs ligt. Hieronder is een overzicht opgenomen van de opbouw van de gehanteerde aanschafwaarden van de verschillende voertuigtypen. Tabel 3 Opbouw aanschafwaarde elektrische voertuigen Aanschafwaarde (exclusief BTW) Cataloguswaarde Voertuig (incl. accupakket) ( ) Accupakket ( ) Platform ( ) Totaal ( ) Personenauto Taxi Bestelauto licht Bestelauto zwaar Vrachtauto middelzwaar Gebaseerd op cataloguswaarde Nissan Leaf 2 Gebaseerd op cataloguswaarde / prijsopgave Renault Kangoo De restwaarde is bepaald volgens de aanpak beschreven in onderdeel D. Gevoeligheden In de berekeningen voor elektrische auto s zitten enkele onzekerheden met betrekking tot de accukosten. Deze onzekerheden zijn: Toekomstige ontwikkeling van de prijs van accupakketten. Op basis van analyses van de Universiteit Utrecht (2010) en Boston Consulting Group (2010) wordt ingeschat dat de kosten voor productie van 1 KWh accucapaciteit met 60% zullen dalen tot Studies van McKinsey, Deutsche Bank en Roland Berger laten een prijsafname tussen de 30-51% zien in 2015 ten opzichte van Studies laten dus verschillende prijsontwikkelingen zien, vandaar dat de prijsdaling voor voertuigen in 2013 en 2015 zoals hiervoor aangegeven met respectievelijk 20% en 40% conservatief zijn ingeschat. Voor personenauto s geldt dat er bij de aanschaf van een tweedehands auto meespeelt wat de verwachtte investering op korte termijn is. Particulieren zijn minder snel geneigd om een elektrisch voertuig aan te schaffen waarvan ze verwachten dat het accupakket Buck Consultants International 9

11 op korte termijn aan vervanging toe is. Dat heeft mogelijk een negatieve invloed op de restwaarde van elektrische voertuigen. Afhankelijk van de verwachting of er na de eerste gebruiker een nieuw accupakket moet worden aangeschaft zal ertoe kunnen leiden dat elektrische voertuigen afgeschreven moeten worden. Levensduur van accupakketten. In de berekening is aangenomen, mede op basis van inschatting fabrikanten, dat de levensduur van accupakketten voldoende is voor de gekozen afschrijvingstermijnen (gebruiksduur). Het accupakket zal na eerste gebruik niet direct aan vervanging toe zijn, aangenomen is dat een tweede gebruiker het accupakket nog zal kunnen gebruiken. Het is echter onzeker dat dit ook daadwerkelijk het geval is. De levensduur van een accu wordt bepaald door het aantal laadcycli dat mogelijk is. Deze is sterk afhankelijk van de effectieve gebruik van het accupakket. Bij een intensieve belasting van 95% effectief gebruik is de levensduur 1000 tot 2500 laadcycli. Bij laadcycli komt de levensduur van de accu overeen met kilometer voor een personenauto. Bij laadcycli komt de levensduur overeen met bijna kilometer (Bron, inschatting TNO/BCI, 2011). Deze levensduur kan toenemen tot wel 7000 laadcycli bij 80% effectief gebruik van de accu (voor personenauto s neemt dan de levensduur toe tot meer dan kilometer. Het is de vraag hoe producenten het gebruik van accupakketten in de markt gaan zetten. Door gebruik toe te staan van tegen de 100% effectief gebruik wordt de prijs van pakketten lager, maar is het risico dat de levensduur beperkt is groter. Het eventueel vervangen van een accupakket tijdens de afschrijvingsperiode heeft uiteraard een significant effect op de berekeningen die in deze studie zijn gemaakt. De restwaarde zou dan immers verminderd moeten worden met de aanschafprijs van een nieuw accupakket. Deze kosten zijn anno 2011 zo hoog dat de auto zal worden afgeschreven. Als de accupakketten de komende jaren goedkoper worden dan hoeft dit niet direct te gebeuren. Producenten van zwaardere bestelauto s en vrachtauto s kunnen ervoor kiezen affabriek voertuigen die zij de komende jaren ontwikkelen onder de productieprijs in de markt te zetten. Deze strategie is te zien bij elektrische personenauto s op dit moment. In de berekeningen voor de zwaardere bestelauto s en vrachtauto s is hier niet van uitgegaan, omdat deze markt sterk verschilt met de markt voor personenauto s. De markt bestaat uit een veel geringer aantal afnemers en aantal voertuigen, dus de korting per voertuig zou erg hoog moeten zijn. Als deze strategie echter wel wordt toegepast dan kan dit behoorlijke consequenties hebben voor de aanschafwaarde van deze voertuigen (vergelijkbaar met standaard dieselvoertuigen). Het subsidiebedrag kan daarop worden aangepast. Deze gevoeligheden leiden ertoe dat er veel onzekerheden zijn omtrent de ontwikkeling van de aanschafwaarde van voertuigen, met name bij de zwaardere bestelauto s en vrachtauto s. Daarom moet het subsidiebedrag in 2013 worden geëvalueerd en waar nodig worden aangepast. Buck Consultants International 10

12 Gevolgen voor de berekeningen Zoals hiervoor aangegeven, zijn er de nodige onzekerheden rond de levensduur van de accu s en hierdoor ook voor de restwaarde van de elektrische voertuigen na de gebruiksduur. Uit de literatuur komt naar voren dat het maximum aantal laadcycli van moderne accu s sterk is toegenomen. Daarom verwachten wij dat de accu s van de onderzochte elektrische voertuigen aan het einde van de gehanteerde afschrijvingstermijnen nog voldoende restcapaciteit hebben voor gebruik door een volgende eigenaar. Op basis van de thans beschikbare kennis hoeven de accu s bij verkoop aan het eind van de afschrijvingstermijn dus nog niet vervangen te worden. Dit heeft een positief effect op de te hanteren restwaarde voor de elektrische voertuigen. Gelet op de onzekerheden over de technische staat aan het einde van de afschrijvingstermijn, hanteren wij voor de elektrische voertuigen een relatief hoge afschrijving van 80% over de gebruiksduur, waardoor een restwaarde resteert van 20%. Een tweede gebruiker zal dus geen nieuw accupakket aanschaffen, als dat wel het geval is dan gaat de restwaarde naar 0 (afschrijving van het hele voertuig). Wij adviseren om komende jaren scherp te kijken naar de technische ontwikkelingen van de accupakketten en de gevolgen hiervan voor de restwaarde. J Berekening onderhoudskosten De onderhoudskosten van de voertuigen zijn op verschillende bronnen gebaseerd: Personenauto s en lichte bestelauto s op basis van de kostenberekeningen die zijn aangeleverd door de gemeente Amsterdam, zowel voor de benzine, diesel als elektrische variant. Voor zware bestelauto s zijn de kosten gebaseerd op een calculatie van de ANWB (onderdeel kostenvergelijking Anders Betalen voor Mobiliteit). Voor lichte vrachtauto s en middelzware vrachtauto s zijn de kosten gebaseerd op de EVO publicatie kilometerkosten K MRB De werkelijk te betalen MRB voor de verschillende voertuigen is gebaseerd op de huidige MRB-tabellen voor personenauto s, bestelauto s (bij zakelijk gebruik) en vrachtauto. De nulvariant is een auto waar geen MRB korting of MRB-vrijstelling op van toepassing is (vol tarief). Kosten zijn gebaseerd op tabellen voor ondernemers. Enkele bijzonderheden per voertuigtype Personenauto s betalen MRB volgens de tabel Noord-Holland Lichte bestelauto s gebaseerd op eigen gewicht referentieauto Zware bestelauto idem Vrachtauto MRB inclusief kosten Eurovignet Buck Consultants International 11

13 Kostenvergelijking per voertuigpaar A Verschoning personenauto s Tabel 4 Randvoorwaardelijk beleid (laadinfrastructuur etc.) Nulalternatief Schone variant Diesel naar elektrisch Diesel Euro 5 ( ) Elektrisch ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs (ex. BTW) , , ,09 Restwaarde 7.434, ,22 (1.888,24) Afschrijvingstermijn 6 6 Euro 6 regeling - - VAMIL ,42 Gemeentesubsidie - - Netto aankoopprijs , ,67 Jaarlijkse kosten - Afschrijvingskosten 2.436, ,08 752,48 Rentekosten 884,65 906,81 22,15 MRB 1.096,00 - (1.096,00) Verzekering 900,00 900,00 - Kosten per kilometer - Brandstofkosten 0,07 0,03 (0,03) Onderhoudskosten 0,03 0,02 (0,00) Resultaat Jaarkosten gem rijder 8.133, ,63 (1.486,76) Nulalternatief Schone variant Benzine naar elektrisch Benzine Euro 5 ( ) Elektrisch ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs , , ,09 Restwaarde 5.222, ,22 323,53 Afschrijvingstermijn 6 6 Euro 6 regeling - - VAMIL ,42 Gemeentesubsidie - - Netto aankoopprijs , ,67 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 1.967, , ,02 Rentekosten 667,43 906,81 239,38 MRB 432,00 - (432,00) Verzekering 700,00 900,00 200,00 Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,10 0,03 (0,07) Onderhoudskosten 0,03 0,02 (0,00) Resultaat Jaarkosten gem rijder 5.642, ,01 125,45 Buck Consultants International 12

14 Tabel 5 Personenauto s diesel naar diesel Euro 6 (gemiddelde rijders) Nulalternatief Schone variant Diesel Euro 5 ( ) Diesel Euro 6 ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs (ex. BTW) , , ,17 Restwaarde 7.434, ,45 - Afschrijvingstermijn 6 6 Euro 6 regeling ,00 VAMIL - - Gemeentesubsidie - - Netto aankoopprijs , ,17 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 2.436, ,62 160,03 Rentekosten 884,65 913,46 28,81 MRB 1.096, ,00 - Verzekering 900,00 900,00 - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,07 0,07 - Onderhoudskosten 0,03 0,03 - Resultaat Jaarkosten gem rijder 8.133, ,22 188,83 Buck Consultants International 13

15 Tabel 6 Bedrijfspersonenauto s diesel naar elektrisch (veelrijders) Nulalternatief Schone variant Diesel Euro 5 ( ) Elektrisch ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs , , ,09 Restwaarde 8.073, ,22 (2.527,73) Afschrijvingstermijn 4 4 Euro 6 regeling - - VAMIL ,42 Gemeente subsidie - - Netto aankoopprijs , ,67 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 3.495, , ,60 Rentekosten 903,84 906,81 2,97 MRB 1.096,00 - (1.096,00) Verzekering 900,00 900,00 - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,07 0,03 (0,03) Onderhoudskosten 0,03 0,03 (0,00) Resultaat Jaarkosten veelrijder , ,17 (2.204,97) Buck Consultants International 14

16 Tabel 7 Bedrijfspersonenauto s diesel naar diesel Euro 6 (veelrijders) Nulalternatief Schone variant Diesel Euro 5 ( ) Diesel Euro 6 ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs , , ,17 Restwaarde 8.073, ,95 - Afschrijvingstermijn 4 4 Euro 6 regeling ,00 VAMIL - - Gemeente subsidie - - Netto aankoopprijs , ,17 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 3.495, ,06 240,04 Rentekosten 903,84 932,64 28,81 MRB 1.096, ,00 - Verzekering 900,00 900,00 - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,07 0,07 - Onderhoudskosten 0,03 0,03 - Resultaat Jaarkosten veelrijder , ,99 268,85 Buck Consultants International 15

17 B Verschoning taxi s Tabel 8 Taxi s diesel naar elektrisch Nulalternatief Schone variant Diesel Euro 5 ( ) Elektrisch ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs, ex BTW en ex BPM , , ,09 Restwaarde, ex BTW en ex BPM 5.674, ,22 (128,17) Afschrijvingstermijn 4 4 Euro 6 regeling - - VAMIL ,42 Gemeente subsidie - - Netto aankoopprijs , ,67 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 2.706, , ,21 Rentekosten 665,23 906,81 241,58 MRB Verzekering 900,00 900,00 - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,07 0,03 (0,03) Onderhoudskosten 0,05 0,04 (0,01) Resultaat Jaarkosten veelrijder , ,42 (244,51) Buck Consultants International 16

18 Tabel 9 Diesel naar diesel Euro 6 Nulalternatief Schone variant Diesel Euro 5 ( ) Diesel Euro 6 ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs, ex BTW en ex BPM , , ,00 Restwaarde, ex BTW en ex BPM , ,00 - Afschrijvingstermijn 4 4 Euro 6 regeling - - VAMIL - - Gemeente subsidie - - Netto aankoopprijs , ,00 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 4.241, , ,25 Rentekosten 1.789, ,26 158,67 MRB Verzekering 2.090, ,00 110,00 Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,08 0,08 - Onderhoudskosten 0,05 0,05 - Resultaat Jaarkosten veelrijder , , ,92 Buck Consultants International 17

19 C Verschoning bestelauto s Tabel 10 Kleine bestelauto s diesel naar elektrisch (gemiddelde rijder) Nulalternatief Schone variant Diesel Euro 5 ( ) Elektrisch ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs excl btw 1.190, , ,00 Restwaarde (ex btw) 2.438, , ,00 Afschrijvingstermijn 6 6 Euro 6 regeling - - MIA/VAMIL ,00 Gemeentesubsidie - - Netto aankoopprijs , ,00 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 1.625, , ,67 Rentekosten 438,84 850,20 411,36 MRB 268,00 - (268,00) Verzekering 900,00 900,00 - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,08 0,04 (0,04) Onderhoudskosten veelrijder 0,03 0,02 (0,01) Resultaat Jaarkosten veelrijder 5.647, ,62 447,09 Buck Consultants International 18

20 Tabel 11 Kleine bestelauto s diesel naar diesel Euro 6 (gemiddelde rijder) Nulalternatief Schone variant Diesel Euro 5 ( ) Diesel Euro 6 ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs excl btw en BPM , , ,00 Restwaarde (ex btw) 2.438, ,00 - Afschrijvingstermijn 6 6 Euro 6 regeling - - MIA/VAMIL - - Gemeentesubsidie - - Netto aankoopprijs , ,00 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 1.625, ,33 500,00 Rentekosten 438,84 528,84 90,00 MRB 268,00 268,00 - Verzekering 900,00 900,00 - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,08 0,08 - Onderhoudskosten 0,03 0,03 - Resultaat Jaarkosten gem rijder 5.647, ,53 590,00 Buck Consultants International 19

21 Tabel 12 Grote bestelauto s diesel naar elektrisch (gemiddelde rijder) Nulalternatief Schone variant Diesel Euro 5 ( ) Elektrisch ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs excl btw en BPM , , ,00 Restwaarde 4.666, , ,00 Afschrijvingstermijn 6 6 Euro 6 regeling - - MIA/VAMIL ,10 Gemeente subsidie - - Netto aankoopprijs , ,90 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 3.110, , ,48 Rentekosten 839, ,83 958,95 MRB 396,00 - (396,00) Verzekering 1.373, ,00 - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,13 0,06 (0,07) Onderhoudskosten 0,11 0,09 (0,02) Resultaat Jaarkosten veelrijder , , ,41 Buck Consultants International 20

22 Tabel 13 Grote bestelauto s diesel naar diesel Euro VI (gemiddelde rijder) Nulalternatief Schone variant Diesel Euro 5 ( ) Diesel Euro VI ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs excl btw en BPM , , ,00 Restwaarde 4.666, ,00 600,00 Afschrijvingstermijn 6 6 Euro 6 regeling - - MIA/VAMIL - - Gemeente subsidie - - Netto aankoopprijs , ,00 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 3.110, ,67 400,00 Rentekosten 839,88 947,88 108,00 MRB 396,00 396,00 - Verzekering 1.373, ,00 - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,13 0,12 (0,00) Onderhoudskosten 0,11 0,11 - Resultaat Jaarkosten veelrijder , ,94 434,73 Buck Consultants International 21

23 D Verschoning vrachtwagens Tabel 14 Middelzware vrachtwagens diesel naar diesel Euro VI (gemiddelde rijders en veelrijders) Nulalternatief Schone variant Diesel Euro V ( ) Diesel Euro VI ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs , , ,00 Restwaarde 5.400, ,00 - Afschrijvingstermijn 8 8 Euro VI regeling - - MIA/VAMIL - - Gemeente subsidie - - Netto aankoopprijs , ,00 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 2.700, ,00 750,00 Rentekosten 972, ,00 180,00 MRB 276,00 276,00 - Verzekering 2.500, ,00 - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,11 0,11 - Onderhoudskosten 0,05 0,05 - Resultaat Jaarkosten gem rijder , ,00 930,00 Buck Consultants International 22

24 Tabel 15 Middelzware vrachtwagens diesel Euro V naar elektrisch (gemiddelde rijders) Nulalternatief Schone variant Diesel Euro V ( ) Elektrisch ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs , , ,00 Restwaarde 5.400, , ,00 Afschrijvingstermijn 8 8 Euro VI regeling - - MIA/VAMIL ,40 Gemeente subsidie - - Netto aankoopprijs , ,60 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 2.700, , ,58 Rentekosten 972, , ,94 MRB 276,00 - (276,00) Verzekering 2.500, ,00 - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,11 0,05 (0,06) Onderhoudskosten 0,05 0,05 - Resultaat Jaarkosten gem rijder , , ,92 Buck Consultants International 23

25 Tabel 16 Zware vrachtwagens diesel naar Euro VI (gemiddelde rijders) Nulalternatief Schone variant Diesel Euro V ( ) Diesel Euro VI ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs , , ,00 Restwaarde , , ,00 MIA/VAMIL Gemeente subsidie - - Netto aankoopprijs , ,00 Afschrijvingstermijn Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten 9.000, ,00 800,00 Rentekosten 2.700, ,00 240,00 MRB 1.032, ,00 - Verzekering - - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,22 0,22 - Onderhoudskosten 0,06 0,06 - Resultaat Jaarkosten gem rijder , , ,00 Buck Consultants International 24

26 E Bussen Tabel 17 Diesel EEV naar diesel EEV+ Nulalternatief Schone variant Diesel EEV ( ) Diesel EEV+ ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs , , ,00 Restwaarde , , ,00 MIA/VAMIL - - Euro VI regeling - - Gemeente subsidie - - Netto aankoopprijs , ,00 Afschrijvingstermijn 8 8 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten , , ,00 Rentekosten 7.200, ,40 878,40 MRB - Verzekering - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,38 0,38 - Onderhoudskosten 0,16 0,16 - Resultaat Jaarkosten gem rijder , , ,40 Buck Consultants International 25

27 Tabel 18 Diesel EEV+ naar elektrisch Nulalternatief Schone variant Diesel EEV+ ( ) Elektrisch ( ) Verschil ( ) Aankoopprijs , , ,00 Restwaarde , , ,00 MIA/VAMIL ,40 Euro VI regeling - - Gemeente subsidie - - Netto aankoopprijs , ,60 Afschrijvingstermijn 8 8 Jaarlijkse kosten Afschrijvingskosten , , ,00 Rentekosten 8.078, , ,70 MRB - Verzekering - Kosten per kilometer Brandstofkosten 0,38 0,19 0,19 Onderhoudskosten 0,16 0,08 0,08 Resultaat Jaarkosten gem rijder , , ,70 Buck Consultants International 26

28 3 Restrictief bronbeleid In dit hoofdstuk gaan wij dieper in op de kosten van de maatregelen die vallen onder de noemer restrictief bronbeleid. Het gaat om de volgende maatregelen die al opgenomen zijn in de doorrekening van luchtkwaliteiteffecten: 1 Milieuzone goederenvervoer (huidig beleid, minimaal euro IV) 2 Milieuzone goederenvervoer (strenger, minimaal euro V) 3 Milieuzone bestelverkeer (minimaal euro IV) 4 Milieuzone personenauto (euro III en lager) De kosten van alle maatregelen zijn gebaseerd op de uitvoering van de maatregel zoals beschreven in de TNO-studie actualisatie effecten van verkeersmaatregelen luchtkwaliteit voor de gemeente Amsterdam naar de effecten van de maatregelen op luchtkwaliteit. Andere uitgangspunten zijn: Eerder onderzoek BCI naar kosten van instelling van milieuzones voor vrachtverkeer en bestelauto s. Initiële investeringen door de gemeente zijn buiten de berekeningen gehouden. De overige kosten zijn gebaseerd op de jaarlijkse kosten voor de gemeente (exploitatie of beheer) en de jaarlijkse kosten voor derden (afschrijving, rente en exploitatiekosten. Er is afgezien van de invloed van subsidies. 1 Milieuzone goederenvervoer (huidig beleid, minimaal euro IV) In deze maatregel wordt de bestaande milieuzone voor het vrachtverkeer in Amsterdam na 2013 voortgezet, zonder aanpassingen in de normering. De gemeente hoeft hierdoor niet verder in de maatregel te investeren. Gemeente besteedt per jaar voor beheer van de zone. Daarnaast zijn er initiële kosten geraamd voor communicatie. Uit eerdere berekeningen is naar voren gekomen dat hierdoor 514 voertuigen niet langer voldoen aan de norm van de zone. Deze maatregel heeft daardoor tot gevolg dat ondernemers aanvullende maatregelen moeten nemen om te voldoen aan de aangescherpte eisen. Aangenomen is dat 25% van deze eigenaren investeert in een schone auto (vervroegde investering). Om de kosten van de vervroegde investering te berekenen, zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Per voertuig is de investering (aankoopprijs minus restwaarde) De totale investering voor (afgerond) 129 auto s is 9.4 miljoen Buck Consultants International 27

29 De jaarkosten bij invoering van de milieuzone zijn vervolgens als volgt berekend extra waardeverlies van de vrachtauto door vervroegde inruil is 10% ( 0,93 miljoen) 6% rente over de vervroegde investering ( 0.56 miljoen) De overige voertuigen die niet meer voldoen wordt niet vervangen. De gebruiker komt minder vaak in de milieuzone en kan daardoor gebruik maken van een dagontheffing. In 2014 ligt het aantal dagontheffingen lager dan in 2010 als gevolg van autonome verschoning. Een daling van 10% per jaar leidt tot een vermindering van het aantal ontheffingen van 7800 in 2010 naar 5100 in Uitgangspunt is een gelijkblijvende prijs voor de dagontheffing ( 25). Dit leidt tot de volgende kosten. Tabel 19 Eenmalige investering + jaarlijkse kosten per doelgroep Investering ( ) Kosten 2013 ( ) Kosten 2014 ( ) Kosten 2015 ( ) Gemeente Derden Totaal Milieuzone goederenvervoer (strenger, minimaal euro V) Bij deze maatregel vindt een aanscherping van de normen voor de milieuzone plaats, waardoor uitsluitend nog vrachtauto s worden toegelaten die minimaal aan Euro V voldoen. Uit eerdere berekeningen is naar voren gekomen dat hierdoor 900 voertuigen niet langer voldoen aan de norm van de zone. Deze maatregel heeft daardoor tot gevolg dat ondernemers aanvullende maatregelen moeten nemen om te voldoen aan de aangescherpte eisen. Aangenomen is dat 25% van deze eigenaren investeert in een schone auto (vervroegde investering). Om de kosten van de vervroegde investering te berekenen, zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Per voertuig is de investering (aankoopprijs minus restwaarde) De totale investering voor 225 auto s is 16.4 miljoen De jaarkosten bij invoering van de milieuzone zijn vervolgens als volgt berekend extra waardeverlies van de vrachtauto door vervroegde inruil is 10% ( 1,64 miljoen) 6% rente over de vervroegde investering ( 0.98 miljoen) De overige 75% van de voertuigen die niet meer voldoen wordt niet vervangen. De gebruiker komt minder vaak in de milieuzone en kan daardoor gebruik maken van een dagontheffing. Voor het berekenen van deze kosten is van de volgende uitgangspunten uitgegaan: 675 voertuigen maken gebruik van dagontheffingen, gemiddeld 6 keer per jaar, daling van 10% per jaar bij gebruik dagontheffingen vanwege verschoning wagenpark, de prijs voor de dagontheffing is 25. Buck Consultants International 28

30 De gemeente Amsterdam besteedt per jaar voor beheer van de zone. Dit bedrag is gebaseerd op de huidige kosten voor beheer van de milieuzone (opgave van de gemeente Amsterdam). Voor de kostenvergelijking is deze investering dus 0,- omdat deze kosten al zijn gereserveerd voor de huidige milieuzone. Daarnaast zijn er initiële kosten geraamd voor communicatie. Tabel 20 Eenmalige investering + jaarlijkse kosten per doelgroep Investering ( ) Kosten 2013 ( ) Kosten 2014 ( ) Kosten 2015 ( ) Gemeente Derden Totaal Milieuzone bestelverkeer (minimaal euro IV) Bij deze maatregel wordt voor het gebied waarvoor nu een milieuzone voor het vrachtverkeer geldt ook een milieuzone voor bestelauto s ingevoerd. De normering in de zone is gebaseerd op de normen uit het landelijke (ontwerp)convenant milieuzone bestelauto s. In opdracht van de gemeente Amsterdam heeft Buck Consultants International een quickscan uitgevoerd naar de gevolgen van de invoering van deze milieuzone voor de benodigde investeringen door ondernemers in Amsterdam. Uit dit onderzoek komt naar voren dat 6374 voertuigen van ondernemers in Amsterdam niet in de milieuzone worden toegelaten. Omdat niet alle ondernemers binnen de beoogde zone zijn gevestigd, is het niet noodzakelijk dat alle ondernemers deze voertuigen ook daadwerkelijk zullen vervangen. In het onderzoek is er daarom van uitgegaan dat alle ondernemers die binnen de zone zijn gevestigd dit voertuig vervangen en dat 50% ondernemers buiten de zone het voertuig vervangt. Berekende investeringen voor de ondernemers uit deze quick scan zijn 20,8 miljoen (in de zone ) en 10.4 miljoen elders in Amsterdam. De hiervoor berekende jaarkosten bij invoering van de milieuzone zijn vervolgens als volgt tot stand gekomen: Extra waardeverlies van de bestelauto door vervroegde inruil is 10% ( 3,12 miljoen). 6% rente over de vervroegde investering ( 1.88 miljoen). Lagere kosten voor onderhoud en brandstof op basis van een besparing van 400 per jaar voor nieuwere voertuigen (over 4539 auto s). Naar verwachting wordt door deze ondernemers voor 1835 voertuigen gebruik gemaakt van dagontheffingen, gemiddeld 6 keer per jaar. Voor het voorbereiden van de invoering van deze milieuzone besteedt de gemeente Amsterdam in het eerste jaar De jaarlijkse kosten van de gemeente Amsterdam bedragen vervolgens voor beheer van de zone. Buck Consultants International 29

31 Tabel 21 Jaarlijkse kosten per doelgroep Investering ( ) Kosten 2013 ( ) Kosten 2014 ( ) Kosten 2015 ( ) Gemeente Derden Totaal Milieuzone personenauto (euro III en lager) In deze maatregel worden de normen van de beoogde milieuzone voor bestelauto s ook toegepast op personenauto s. Uit het onderzoek van TNO komt naar voren dat 5600 voertuigen binnen de zone niet in de milieuzone worden toegelaten. De gemiddelde vervangingswaarde van de personenvoertuigen is geschat op Dit leidt tot een totale benodigde investeringen van De jaarkosten bij invoering van de milieuzone zijn vervolgens als volgt berekend: Extra waardeverlies van de personenauto door vervroegde inruil is 10% ( 3.36 miljoen). 6% rente over de vervroegde investering ( ). Lagere kosten voor onderhoud en brandstof op basis van een besparing van 400 per jaar voor nieuwere voertuigen (over 5600 auto s). Voor het voorbereiden van de invoering van deze milieuzone besteedt de gemeente Amsterdam in het eerste jaar De jaarlijkse kosten van de gemeente Amsterdam bedragen vervolgens voor beheer van de zone. Tabel 22 Jaarlijkse kosten per doelgroep milieuzone personenauto s Investering ( ) Kosten 2013 ( ) Kosten 2014 ( ) Kosten 2015 ( ) Gemeente Derden / / / Totaal / / / Buck Consultants International 30

32 4 Volumebeleid 1 Voorkeursnet goederenvervoer De gemeente Amsterdam heeft in overleg met het bedrijfsleven het voorkeursnet goederenvervoer ingericht. Hierbij zijn maatregelen getroffen om de doorstroming van het (vracht)verkeer op deze routes te verbeteren. Uit de aannames van TNO komt naar voren dat hierdoor sprake zal zijn van een halvering van de stagnatie. Onbekend is hoeveel voertuigen hiervan de voordelen ondervinden. Voor het bepalen van de effecten is uitgegaan van het aantal unieke vrachtauto s dat dagelijks in de stad Amsterdam rijdt. Volgens de analyses voor de effectberekening van de milieuzone vrachtverkeer gaat het dagelijks om 4500 voertuigen. Daarnaast zijn de volgende aannames gemaakt om per voertuig de besparing van brandstof en uren te bepalen: 50 euro brandstof 400 euro rijtijdwinst per voertuig per jaar Totale bate is 4500 x 450 = (afgerond). De investering van de gemeente voor deze maatregel is begroot op Tabel 23 Investeringen, opbrengsten en kosten voorkeursnet goederenvervoer Investering ( ) Jaarlijkse opbrengsten ( ) Jaarlijkse kosten ( ) Gemeente Derden Totaal Bundelen goederenvervoer Efficiënter goederenvervoer naar de binnenstad van Amsterdam door een betere bundeling van ladingstromen leidt tot een reductie van het vrachtverkeer. In de TNO studie is hierbij uitgegaan van 2% minder vrachtautokilometers per jaar. Om de kosten en opbrengsten te bepalen is van de volgende uitgangspunten uitgegaan. Totale etmaalproductie vrachtverkeer Amsterdam (binnen Ring) is km. Per dag bespaart deze maatregel 2% = 3461 km. Buck Consultants International 31

33 Per jaar (365 dagen) is de besparing km (afgerond). Km kosten voor vrachtauto (inclusief chauffeur) is 1,30 per km (EVO Kostprijs). Berekende jaarlijkse besparing Voor bundelen moeten bedrijven extra kosten maken voor overslag en aanvullende werkzaamheden. Aanname is per jaar. De gemeente Amsterdam ondersteunt het proces tot bundeling in het eerste jaar. Investering hiervoor is Tabel 24 Investeringen, opbrengsten en kosten bundelen goederenvervoer Investering ( ) Jaarlijkse opbrengsten ( ) Jaarlijkse kosten ( ) Gemeente Derden Totaal Venstertijd In deze maatregel worden de venstertijden in de binnenstad van Amsterdam verruimd. Op basis van eerder onderzoek door DHV, heeft TNO aangegeven dat dit tot een vermindering van het aantal vrachtautokilometers met 2% per jaar leidt. Om de kosten en opbrengsten te bepalen is van de volgende uitgangspunten uitgegaan. Totale etmaalproductie vrachtverkeer Amsterdam (binnen Ring) is km. Per dag bespaart deze maatregel 2% = 3461 km. Per jaar (365 dagen) is de besparing km (afgerond). Km kosten voor vrachtauto (inclusief chauffeur) is 1,30 per km (EVO Kostprijs). Berekende besparing Door maatregel venstertijden ontstaan geen extra kosten maken voor bedrijven. De gemeente Amsterdam ondersteunt het proces venstertijden in het eerste jaar. Investering hiervoor is Tabel 25 Investeringen, opbrengsten en kosten Verruiming venstertijd Investering ( ) Jaarlijkse opbrengsten ( ) Jaarlijkse kosten ( ) Gemeente Derden Totaal Buck Consultants International 32

34 4 Milieudifferentiatie parkeertarieven De milieudifferentiatie van de parkeertarieven leidt niet tot aanvullende kosten en baten. Uitgangspunt voor de maatregel is het gegeven dat hogere tarieven voor vervuilende voertuigen en lagere tarieven voor schone voertuigen moet leiden tot een budgettair neutrale operatie. Wel is er een initiële investering van geraamd voor deze maatregel. Tabel 26 Investeringen, opbrengsten en kosten Verruiming venstertijd Investering ( ) Jaarlijkse opbrengsten ( ) Jaarlijkse kosten ( ) Gemeente Derden 0 0 Totaal Verschoning rondvaartboten Met deze maatregel worden de komende jaren de bestaande motoren vervangen door schonere motoren. Uitgangspunt is dat deze vervanging plaatsvindt bij het einde van de levensduur. Om de kosten te bepalen is daarom uitgegaan van de meerkosten van de reguliere motoren. Daarbij schaffen 100 rondvaartboten een CCR3 motor aan in plaats van CCR 2 motor. De meerkosten per boot bedragen , waardoor de totale extra investering uitkomt op Deze extra investering wordt in 15 jaar afgeschreven (= levensduur CCR3 motor). Per jaar De rentelasten voor de extra investering zijn berekend over de gemiddelde investering ( /2) tegen een rente van 6%. Per jaar ,-. De gemeente Amsterdam ondersteunt de verschoning. Investering hiervoor is Tabel 27 Investeringen, opbrengsten en kosten Verruiming venstertijd Investering ( ) Jaarlijkse opbrengsten ( ) Jaarlijkse kosten ( ) Gemeente Derden Totaal Buck Consultants International 33