DCIndustrie. Opleiding JSOFT BVBA. Hugo Verrieststr. 8 Tel: 051/ Meulebeke Fax: 051/

Transcriptie

1 DCIndustrie Opleiding JSOFT BVBA Hugo Verrieststr. 8 Tel: 051/ Meulebeke Fax: 051/ jerry@jsoft.be JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 0

2 1. Inleiding 1.1 DesignCAD instellen voor Industrie-tekenen Na het starten van DesignCAD bekomen we onderstaand scherm: Selecteer in de menu bovenaan het scherm de optie View. Kies in het rolmenu Show/Hide Zo bekomt u het Options-View-venster: Let erop dat bij de keuzevakjes Command Button beide opties Use Color Icon en Use Large Icon geactiveerd worden. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 1

3 Zo bekomt u menubalken met gekleurde (Color) en grote (Large) knoppen. Het lijstje onder Show/Hide toont de beschikbare menubalken. De selectievakjes laten toe een keuze te maken welke menubalken u al of niet op het scherm wenst te zien. Klik alle vakjes uit, behalve bij Status Bar en Scroll Bar, zoals hieronder aangegeven. Om de instellingen te activeren klikt u op de toets Toepassen en vervolgens op OK. Om te starten met DC-Industrie roepen we de menubalk DCINDUSTRIE op. We doen dit door te klikken bij de menuoptie Industrie: Hier vinden we alle hulpmiddelen die specifiek met het Industrieel-tekenen te maken hebben. Door te klikken bij Menubalk DCINDUSTRIE verschijnt een nieuwe menubalk. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 2

4 1.2 Menubalk (Toolbar) DCINDUSTRIE Inlezen van de menubalk Indien we voor het eerst DCIndustrie gebruiken, dan moeten we de menubalk DCINDUSTRIE eerst inlezen. Dit doen we als volgt: Kies Options - Options - Toolbox Klik bij Load Toolbox kies DCINDUSTRIE.dct en druk Openen Klik Toepassen en OK Verplaatsen van de menubalk We kunnen nu dit menu verplaatsen op het scherm met de functie DRAG en DROP van Windows. Klik hiertoe met de linkermuisknop op de rand van het menu (niet op een van de toetsen) en houdt de muisknop ingedrukt. Verplaats nu het menu door met de muis te bewegen. Verschuif het menu naar de bovenkant van het scherm. U merkt dat de breedte van de rechthoek die de plaats van het menu voorstelt versmalt, als u het tekengebied verlaat. Op dat moment kunt u de muisknop loslaten en ligt de nieuwe positie van het menu vast. Mocht deze nieuwe positie niet naar wens zijn, dan kunt u deze stappen herhalen, tot het gewenste resultaat is bereikt Elementen van de menubalk De balk bevat de volgende elementen: Voor het inladen van de hoofdmenubalken Roept de grondschema-menubalk op Roept de hoofdstroomkring-menubalk op Roept de stuurkring-menubalk op Roept de aansluitschema-menubalk op Voorziening voor een layout-menubalk Schakelt attributen aan of uit Verwijdert de menubalk van het scherm JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 3

5 1.3 Starten van een nieuw dossier Titelparameters instellen Kies in het menu: <Industrie> - <Titelparameters> De volgende fiche verschijnt op het scherm: In elk van de vakken vullen we de correcte gegevens in en klikken na afloop op de toets OK om te bevestigen. De vakken Xpos en Ypos laten toe de positie van elk vak in de titelhoek van ons blad te bepalen. Tgrootte bepaalt de tekstgrootte van het gegeven. Deze parameters zijn vrij instelbaar. Let er wel op dat de X- en Y- positie berekend worden vanaf het nulpunt dat op het kaderblad (A4form.dcd) is ingesteld. Voor de gegevens van de klanten is een databank met klantgegevens toegevoegd. Door op de pijltjes naast Lijst te klikken kunt u een andere klant selecteren. Door op de toets Kies te klikken, neemt u de gegevens van de gekozen klant over in de titelparameters. Een nieuwe klant toevoegen kan door op de toets Nieuw te klikken. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 4

6 1.3.2 Menubalken inlezen Bij het voor de eerste keer tekenen met DC-Industrie moeten de verschillende menubalken nog in het geheugen worden geladen. Hiervoor klikken we op de eerste icoon van de menubalk. We zien de menubalken even op het scherm verschijnen. Dat mag maar één keer gebeuren. Indien u twijfelt of u dat reeds eerder deed, dan kan u dat controleren door met de rechtermuisknop te klikken op één van de zichtbare iconen. Al naargelang het soort schema U wenst te tekenen, klikt U in de menubalk bij de betreffende icoon. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 5

7 1.4 Instellen van het kaderblad A4Form Het kaderblad A4Form.dcd kan naar eigen keuze aangepast worden Drawn by: JSOFT 051/ Ref.: Date: Latest version: Page / # De breedte van het blad moet wel gerespecteerd worden. Deze is 280 eenheden. De titelhoek op dit blad kan en mag volledig worden gewijzigd. De positie van de velden die moeten ingevuld worden moet dan wel worden aangepast in de titelparameters-fiche. Kies in het menu: <Industrie> - <Titelparameters> De volgende fiche verschijnt op het scherm: De vakken Xpos en Ypos laten toe de positie van elk vak in de titelhoek van ons blad te bepalen. Tgrootte bepaalt de tekstgrootte van het gegeven. Om de waarden van deze parameters te kunnen wijzigen moet op de toets X-Y geklikt worden. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 6

8 Ook de namen van de velden kunnen worden aangepast. Gezien dit normaliter slechts bij het opstarten gebeurd, moet hiervoor een tekstbestand worden veranderd. In de map van DesignCAD vinden we het tekstbestand titelnm.txt dat met kladblok kan aangepast worden. We raden echter aan de naam van de eerste velden niet te wijzigen. Deze velden worden namelijk ook gebruikt om de naam van de bestanden (tekeningen) aan te geven. Oefening: Voeg een kader toe in de rechterbovenhoek van het blad en plaats daar de omschrijving van de tekening. (veld 4 van de titelparameters-fiche) JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 7

9 2. Grondschema. 2.1 Tekenen van een grondschema We laden het menu Grondschema. Het grondschemamenu bevat de volgende onderdelen: Voor het laden van de grondschemamenus Voor het starten van een nieuwe grondschematekening Voor het oproepen van de menubalk motoren en lijnen Symbolen met 4 geleiders Symbolen met 3 geleiders Symbolen met 2 geleiders Voor het plaatsen van kabelaanduidingen Om de menubalk van het scherm te verwijderen Bij het voor de eerste keer tekenen van een grondschema moeten de verschillende menubalken nog in het geheugen worden geladen. Hiervoor klikken we op de eerste icoon van de grondschemabalk. Of we kiezen in het menu: Industrie Menubalken(Toolbars) Inlezen menubalken grondschema (De verschillende menubalken verschijnen kort op het scherm.) Nu is het programma klaar om een grondschema te beginnen. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 8

10 2.2 Menubalken grondschema 2.3 Starten met een nieuw grondschema. Om het tekenen van een grondschema te starten klikken we op de icoon: Een leeg blad met kader wordt op het scherm gebracht. Een venster verschijnt waar gevraagd wordt naar de naam van het dossier, het bladnummer en de netomschrijving. (Ook gegevens omtrent de aansluitklemmen, doch deze zijn niet van belang bij het grondschema.) Vul hier de nodige gegevens in en klik op de toets OK. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 9

11 Drawn by: J-SOFT: DC-Industrie Een railstelsel wordt op het blad getekend met daarbij de gegevens van het net en de titelgegevens worden ingevuld x400V+N JSOFT 051/ JSoft Hugo Verrieststraat Meulebeke 051/ / jerry@jsoft.be Ref.: Date: 06/12/04 JSoft Latest version: Oefening naam /06/16 CENELEC Page / # 1 8 Deze tekening heeft automatisch de naam Oefening1 gekregen. De naam van de huidige tekening is zichtbaar in de linkerbovenhoek: DesignCAD Express 17 [Oefening1: main] Toevoegen verbruikers We roepen de menubalk op voor het tekenen van verbruikers: (Motoren en Lijnen) Plaatsen van een (enkelrichting-)motor. We klikken op de icoon Het symbool verschijnt op het scherm met het ankerpunt aan de muis. Zo kunnen we het symbool over het scherm verschuiven om het op de gewenste plaats te positioneren. (Het positioneren gebeurt door met de muis een punt te plaatsen op de gewenste plaats.) JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 10

12 Drawn by: J-SOFT: DC-Industrie Het programma stelt een code voor. De voorgestelde code is afhankelijk van wat er laatst werd getekend. Bij ons eerste symbool zullen we dus de code moeten opgeven die we wensen te gebruiken. (Tik 1 gevolgd door <Enter>) Vervolgens worden de motorgegevens opgevraagd. Vul hier telkens de gepaste waarden in, aanvaard de voorgestelde waarden door op OK te klikken, of kies reeds eerder ingegeven motorgegevens door op de toets Kies te klikken x400V+N 3 M -M1 18.5kW 230/400V 64A Zuigmotor afgeschermd JSOFT 051/ JSoft Hugo Verrieststraat Meulebeke 051/ / jerry@jsoft.be Ref.: Date: 06/12/04 JSoft Latest version: Oefening naam /06/16 CENELEC Page / # Plaatsen van kringbeveiligingen. We klikken op de icoon Voor het oproepen van de beveiligingen voor een drie-ader-systeem. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 11

13 Voor de beveiliging van de motoren klikken we de knop: Voor de codering geven we respektievelijk in: Code: Q1 Stroomwaarde: A 2.4 Bewaren van de tekening. Kies in het menu: <File> - <Save...> Zo bewaren we de tekening met de naam die ze bij het begin heeft gekregen. (Oefening1) 2.5 Volgend blad grondschema. Om het tekenen van een volgend blad te starten klikken we opnieuw de icoon: Een leeg blad met kader wordt op het scherm gebracht. Op het venster verschijnt waar gevraagd wordt naar de naam van het dossier is het bladnummer nu met 1 verhoogd. Het vakje volgend blad wordt bij grondschema niet in aanmerking genomen. De basisbalk die boven het blad komt is altijd voorzien van een lijn waar de spanning toekomt. Indien we bij het volgend blad enkel een doorlopende balk wensen, moet deze lijn uitgeveegd worden Uitvegen van een lijn Om entiteiten te verwijderen moeten ze eerst geselecteerd worden. Eens de selectie gebeurd, kunt u de entiteiten wissen door op de toets <Delete> te drukken. U kunt ook klikken op de schaar in de opdrachtbalk (knippen), of in het commando-menu klikken bij Edit en hier Cut (knippen) te selecteren. Merk hier op dat de verkorte toetsopdracht Ctrl+X ook bestaat. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 12

14 Indien bij het selecteren van een lijn ook andere elementen gaan oplichten (van kleur veranderen), dan betekent dit dat deze als groep of als symbool bij elkaar horen. Om enkel de bedoelde lijn te selecteren moet u dan eerst het symbool of de groep laten uiteenvallen Symbool laten uiteenvallen Om een symbool te laten uiteenvallen moet u eerst het symbool selecteren en daarna kiezen voor Edit Edit Selection - Explode ( of Edit Selection - Explode) Groep laten uiteenvallen Om een groep te laten uiteenvallen moet u eerst de groep selecteren en daarna kiezen voor Tools Group Explode E 2.6 Wijzigingen aanbrengen op tekeningen. Het komt vaak voor dat tekeningen moeten aangepast worden. Ook tijdens het tekenen worden af en toe fouten gemaakt en moeten deze worden hersteld Een symbool wijzigen. Om een verkeerd symbool door een ander te vervangen gaat u als volgt te werk: 1. Veeg het geplaatste symbool uit. (Eerst selecteren en daarna op Delete klikken.) 2. Herstel eventueel de lijnen waarop u het symbool hebt geplaatst, indien het nieuwe symbool kleiner van formaat zou zijn. 3. Plaats nu het nieuwe symbool Een tekstgegeven aanpassen. Om een tekstgegeven aan te passen gaat u als volgt te werk: 1. Selecteer de te wijzigen tekst. 2. Roep de Info-Box op met View Info Box (Ctrl+I) 3. Verander de tekst of kies een ander lettertype of ander tekstformaat. Deze functie is een handig hulpmiddel bij tal van veranderingen die we aan tekeningen willen aanbrengen. Zo kunt u ook gemakkelijk de kleur van entiteiten veranderen, of de dikte van lijnen, enz Oefening: Vertrekkende van onze huidige tekening (linkerkant) maken we de aanpassingen zoals aangegeven op de rechter tekening. M 3 M 3 JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 13

15 3. Hoofdstroomkringschema. 3.1 Tekenen van een hoofdstroomkringschema. Bij het voor de eerste keer tekenen van een hoofdstroomschema moeten de verschillende menubalken nog in het geheugen worden geladen. Hiervoor klikken we op de eerste icoon van de hoofdstroomschemabalk. Of we kiezen in het menu: Industrie Menubalken(Toolbars) Inlezen menubalken hoofdstroomkring (De verschillende menubalken verschijnen kort op het scherm.) Nu is het programma klaar om een hoofdstroomschema te beginnen. 3.2 Menubalken hoofdstroomschema. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 14

16 Drawn by: J-SOFT: DC-Industrie 3.3 Starten hoofdstroomkringschema. Om het tekenen van een hoofdstroomkringschema te starten klikken we op de icoon: Een leeg blad met kader wordt op het scherm gebracht. Een venster verschijnt waar gevraagd wordt naar de naam van het dossier, het bladnummer, de netomschrijving en de gegevens omtrent de aansluitklemmen. De verschillende gegevens worden zonodig aangepast, en na controle klikt u op de knop OK. Nu is onze titelhoek volledig ingevuld en staan de voedingslijnen boven aan het blad (al of niet met aansluitklemmen). Ook het soort net wordt aangegeven in de linkerbovenhoek van het blad. Deze tekening heeft automatisch de naam Oefening2 gekregen. De naam van de huidige tekening is zichtbaar in de linkerbovenhoek: DesignCAD Express 17 [Oefening2: main] -X1 L1 L2 L3 N PE x400V+N 40A 1 JSOFT 051/ JSoft Hugo Verrieststraat Meulebeke 051/ / jerry@jsoft.be Ref.: Date: 06/12/04 JSoft Latest version: Oefening naam /06/16 CENELEC Page / # Toevoegen verbruikers We roepen de menubalk op voor het tekenen van verbruikers: (Motoren en Lijnen) JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 15

17 3.4.1 Plaatsen van een (enkelrichting-)motor. We klikken op de icoon Het symbool verschijnt op het scherm met het ankerpunt aan de muis. Zo kunnen we het symbool over het scherm verschuiven om het op de gewenste plaats te positioneren. (Het positioneren gebeurt door met de muis een punt te plaatsen op de gewenste plaats.) Het programma stelt een code voor. De voorgestelde code is afhankelijk van wat er laatst werd getekend. Bij ons eerste symbool zullen we dus de code moeten opgeven die we wensen te gebruiken. (Tik 1 gevolgd door <Enter>) Vervolgens worden de motorgegevens opgevraagd. Vul hier telkens de gepaste waarden in. Vermogen (W): 375 Spanning (V): 220/380 Stroomwaarde (A): 2.1 Info: pomp Plaatsen van kringbeveiliging. We klikken op de icoon Voor het oproepen van de symbolen voor in een verticaal drie-lijnen-systeem. Hier klikken we op Voor de beveiliging van onze motor. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 16

18 Door de muis te bewegen positioneren we het symbool op de gewenste plaats. De code wordt voorgesteld en aangepast zoals gewenst. (Volgnummer intikken en <Enter> drukken.) Q1 Daarop wordt gevraagd naar de stroomwaarde (A): Plaatsen van contactoren. We klikken in de menubalk op de icoon Voor het inplanten van contactoren. Het symbool van de contactor verschijnt met het ankerpunt aan de muis op het scherm. Door met de muis te bewegen verplaatsen we de contactor naar de gewenste plaats en klikken met de linkermuisknop om hem te positioneren. Het programma stelt een codering voor. We tikken op 1 gevolgd door <Enter> om de codering K1 op te geven. (Indien meerdere contactoren moeten geplaatst worden kan met een klik van de muisknop een volgend symbool worden gevraagd. Vervolgens positioneert u ook dit symbool door met de muis te bewegen naar de gewenste plaats en te klikken. Deze handelingen kunnen herhaald worden tot alle contactoren geplaatst zijn.) We klikken op <Enter> om de routine te beëindigen. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 17

19 3.6 Toevoegen van de lijnnummeringen. We klikken in de menubalk op de icoon om de menubalk op te roepen voor het nummeren van lijnen en klemmen. Met de toets kunnen we de lijnnummers op de tekening toevoegen. Er verschijnt een venster waarin we het lijnnummer kunnen ingeven: Vervolgens klikken we op de bovenste (of meest linkse) draad van het dradenstel dat we willen nummeren. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 18

20 Het programma berekent de oriëntatie van het dradenstel en plaatst de lijnnummering op de aangeduide positie. Resultaat van de lijnnummering: Na de onderbreking door de beveiliging moeten de lijnen opnieuw genummerd worden. We klikken hier bij de linkse draad en het resultaat ziet er als volgt uit: 3.7 Bewaren van de tekening. Kies in het menu: <File> - <Save...> Zo bewaren we de tekening met de naam die ze bij het begin heeft gekregen. (Oefening2) JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 19

21 4. Stuurstroomkring. 4.1 Tekenen van een stuurstroomkringschema. Bij het voor de eerste keer tekenen van een stuurstroomschema moeten de verschillende menubalken nog in het geheugen worden geladen. Hiervoor klikken we op de eerste icoon van de stuurstroomschemabalk. Of we kiezen in het menu: Industrie Menubalken(Toolbars) Inlezen menubalken stuurstroomschema (De verschillende menubalken verschijnen kort op het scherm.) Nu is het programma klaar om een stuurstroomschema te beginnen. 4.2 Menubalken stuurstroomkringschema JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 20

22 4.3 Starten stuurstroomkringschema. We gaan hier op analoge wijze tewerk als bij het tekenen van een hoofdstroomkringtekening. Ook hier zijn de verschillende componenten die nodig zijn in de stuurstroomkringtekeningen terug te vinden in de bijhorende menubalken. We roepen een leegblad op door te klikken op de startmodule links (of boven) in de menubalk. Er verschijnt een venster met de vraag: Na het scherm met de dossiergegevens (zoals bij grondschema en hoofdstroomkring) verschijnt het kaderblad voor de tekening en het volgende venster: Het symbool S4lijn is het standaard startsymbool. Indien gewenst kunt u hier andere symbolen gebruiken. Zo bekomen we een tekening, met ingevulde titelhoek en het basislijnenstel voor stuurkringschema. Deze tekening heeft automatisch de naam Oefening3 gekregen. De naam van de huidige tekening is zichtbaar in de linkerbovenhoek: DesignCAD Express 17 [Oefening3: main] JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 21

23 Drawn by: J-SOFT: DC-Industrie Drawn by: JSOFT 051/ JSoft Hugo Verrieststraat Meulebeke 051/ / jerry@jsoft.be Ref.: Date: 06/12/04 JSoft Latest version: Oefening naam /06/16 CENELEC Page / # De eerste lijnen van het stuurstroomkringschema. Met de tekenopdracht <Draw> - <Lines > - <Line V> tekenen we eerst kortsluitingen. Op deze lijnen plaatsen we straks de nodige componenten. De modules van DCIndustrie knippen de nodige stukken uit deze kortsluitingen bij het inplanten van de componenten JSOFT 051/ JSoft Hugo Verrieststraat Meulebeke 051/ / jerry@jsoft.be Ref.: Date: 06/12/04 JSoft Latest version: Oefening naam /06/16 CENELEC Page / # 3 8 Ook hier zijn de verschillende componenten die nodig zijn in de stuurstroomkringtekeningen terug te vinden in de bijhorende menubalken. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 22

24 4.5 Plaatsen van drukknoppen. We beginnen met de drukknoppen S1 en S2. S1 is een normaal open drukknop (start), S2 is een normaal gesloten drukknop (stop). We bekomen de menubalk voor drukknoppen door te klikken op de icoon: We klikken op de icoon voor het oproepen van een normaal open drukknop: Zo plaatsen we de drukknop S1. De normaal gesloten schakelaar kunnen we plaatsen met de icoon: Zo plaatsen we de drukknop S2. Onze stuurstroomkringtekening ziet er nu als volgt uit: JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 23

25 Dossiernaam Klant Dossiernummer Datum Getekend Gezien Gewijzigd Bladnummer Norm 4.6 Plaatsen van contactorelementen. De contactor-elementen vinden we in de menubalk die we oproepen met de icoon: De menubalk ziet eruit als volgt: De contactorspoelen plaatsen we op de tekening met de icoon: We plaatsen K1. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 24

26 A1 A J-SOFT: DC-Industrie De normaal open hulpcontacten kunnen we plaatsen met: Hier moeten we oppassen dat we de juiste codes naast de contacten plaatsen. (K1, K2, ) De normaal gesloten hulpcontacten kunnen we plaatsen met: Ook hier weer opletten geblazen voor de juiste coderingen! Zo bekomen we onderstaande tekening: Dossiernaam Klant Dossiernummer Datum Getekend Gezien Gewijzigd Bladnummer Norm 4.7 Bewaren van de tekening. Kies in het menu: <File> - <Save...> Zo bewaren we de tekening met de naam die ze bij het begin heeft gekregen. (Oefening3) 4.8 Toevoegen van de kruisverwijzingen. Om nu de kruisverwijzingen van de contactoren toe te voegen, kiezen we: <Industrie> - <kruisverwijzingen toevoegen> Het programma haalt elk blad van het dossier op en verzamelt de informatie over de contactoren. De kruisverwijzingen worden vervolgens op de tekeningen toegevoegd. De aangepaste tekeningen worden niet automatisch door het programma opgeslagen! JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 25

27 4.9 Positie van de kruisverwijzingen. De kruisverwijzingen van de contactoren worden normaal onder de spoel in de stuurkring aangegeven. Sommige schema s gebruiken de ruimte naast de spoel om deze gegevens te plaatsen. Om aan deze keuze te kunnen voldoen is een parameterfiche toegevoegd waar de positie van de kruisverwijzingen kan opgegeven worden. Om deze instellingen te wijzigen klikt u: Tools Run Executabele en u selecteert ParametersIndustrie. Hier kunt u twee warden invullen: - Horizontale verplaatsing: Dit is de positie waar de verwijzing start ten opzichte van het ankerpunt van de spoel (12 punten naar links opgeschoven) - Verticale verplaatsing bepaalt de verticale positie. Dit is de plaats ten opzichte van de onderkant van de kader. Indien u de waarden eens een weinig aanpast, zal de functie ervan onmiddellijk duidelijk zijn Toevoegen van nummering. Kies in het menu stuurstroom de menubalk nummering en verbindingen : Met deze toets brengen we het volgende menu op het scherm. Met deze balk kunnen we alle nummering van klemmen en draden toevoegen, kabels nummeren en verbindingen invoegen Aanduiden van verbindingen De toets laat toe verbindingen duidelijk met een bolletje aan te duiden. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 26

28 Plaatsen van X-klemmen Met de toets kunnen we X-klemmen toevoegen aan onze tekening S K1 Na het indrukken van de toets verschijnt een venster waar we het volgnummer van de klem kunnen ingeven: Als het juiste nummer is opgegeven klikken we op OK om te bevestigen en plaatsen vervolgens de klem op onze tekening. Indien verschillend klemmen moeten geplaatst worden kunnen we blijven invoegen tot we de Enter -toets indrukken. Het volgnummer van de klemmen wordt automatisch telkens met 1 verhoogd. Het resultaat na invoegen van de klemmen voor onze startknop ziet er als volgt uit: -X X1.2 -S K1 Voor veeleisend gebruikers is een aangepaste module voor het invoeren van klemmen beschikbaar. Deze biedt o.a. de mogelijkheid om enkel klemmen te plaatsen en geen klemnummering toe te voegen of omgekeerd geen klemsymbool te plaatsen en wel een klemnummering toe te voegen. Zoals voor de codering van de symbolen kan ook voor de klemnummering gebruik gemaakt worden van een voor- of achtervoegsel. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 27

29 Toevoegen van draadnummering Met de toets en/of kunnen we draadnummers toevoegen aan onze tekening. Bij de eerste module kunnen we telkens het nummer aanpassen, de tweede module verhoogt automatisch het vorige draadnummer met 1. Na het indrukken van de toets verschijnt een venster waarin we het gewenste draadnummer kunnen ingeven. Het resultaat ziet er als volgt uit: -X W S K1 W3.2 -X Aanduiden van kabels De toets laat toe kabels te benoemen Na het indrukken van de toets verschijnt een venster waar we het kabelnummer kunnen ingeven: Na bevestigen verschijnt een venster om het draadnummer op te geven: Als we ook dit bevestigd hebben kunnen we op onze tekening op de lijn klikken die deze draad weergeeft en de codering wordt op onze tekening geplaatst. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 28

30 -X1.1 W W3.2 -X1.2 -S Toevoegen van verbindingen De toetsen,, en Zijn voorzien om verbindingen aan te geven. Na het indrukken van de toets verschijnt een venster waarin we de nodige codering kunnen ingeven (blad en zonenummer): Vervolgens klikken we op de tekening waar we de verbinding willen invoegen. Het resultaat ziet er als volgt in: -X W S K1 W3.2 -X1.2 5/3 102 JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 29

31 Toevoegen van stekkerverbindingen De toetsen en dienen voor het invoegen van stekkerverbindingen. Ze worden ingevoegd zoals gebruikelijk met de andere symbolen, er wordt echter geen volgnummer toegevoegd. Het resultaat in de tekening is als volgt: JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 30

32 5. Aansluitschema. 5.1 Tekenen van een aansluitschema. Bij het voor de eerste keer tekenen van een aansluitschema moeten de verschillende menubalken nog in het geheugen worden geladen. Hiervoor klikken we op de eerste icoon van de aansluitschemabalk. Of we kiezen in het menu: Industrie Menubalken(Toolbars) Inlezen menubalken aansluitschema (De verschillende menubalken verschijnen kort op het scherm.) Nu is het programma klaar om een aansluitschema te beginnen. 5.2 Menubalken aansluitschema JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 31

33 5.3 Starten aansluitschema. Om het tekenen van een aansluitschema te starten klikken we op de icoon: We gaan hier op analoge wijze tewerk als bij het tekenen van een hoofdstroomkringtekening. We roepen een leegblad op door te klikken op de startmodule links (of boven) in de menubalk. Ook hier zijn de verschillende componenten die nodig zijn terug te vinden in de bijhorende menubalken. We roepen een leegblad op door te klikken op de startmodule in de menubalk. Zo bekomen we het blad zoals hieronder aangegeven. We vinden hier opnieuw de ingevulde titelhoek, het volgende bladnummer, en bovenaan het blad is een blanco klemmenstrook aangebracht Dossiernaam Klant Dossiernummer Datum Getekend Gezien Gewijzigd Bladnummer Norm Ter herinnering: De gegevens in de titelhoek worden bepaald met de module titelparameters. Industrie Titelparameters JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 32

34 De naam van de tekening en het bladnummer worden bepaald met de module Parameters Industrie. Industrie Parameters Industrie 5.4 Tekenen voedingskabel. Voor het tekenen van een voedingskabel (energiekabel) klikken we op de toets Er verschijnt een nieuwe menubalk waar we het gewenste type kabel kunnen selecteren. Kies nu voor type 4G. In de statusregel verschijnt de melding: zet ankerpunt. We bewegen nu de cursor op het scherm naar de plaats waar we de kabel wensen te tekenen en klikken er met de linker muisknop. Volgende vragen moeten beantwoord worden: 1) kabelnr: 2) gaat naar : 3) kabelspecificaties Vervolgens tekenen we op dezelfde wijze de kabel naar motor M1. Hiervoor kiezen we het kabeltype M (motor). Vervolgens volgen we dezelfde werkwijze als bij de energiekabel die we zojuist tekenden. 5.5 Tekenen stuurkabel. Een stuurkabel wordt getekend met de toets Na het aanklikken van het icoon verschijnt in de statusbalk de melding Zet punt voor locatie. Zoals bij de voedingskabels plaatsen we een punt op de locatie waar we de kabel wensen te tekenen en moeten enkele vragen beantwoord worden. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 33

35 1) kabelnr: 2) gaat naar : 3) aantal draden 4) eerste klemnr. Het uiteindelijk resultaat ziet er als volgt uit: 3 JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 34

36 5.6 Tekenen stuurkast. Voor het oproepen van een stuurkast gaan we als volgt te werk: We klikken op de knop voor het oproepen van de menubalk voor stuurkasten. In deze menubalk klikken we het eerst op de toets met het vraagteken om een blad op het scherm te krijgen met de beschikbare types stuurkast. Uit de voorgestelde types stuurkast maken we een keuze. Hiertoe volstaat het nummer van de gewenste kast eventjes te onthouden. We sluiten de tekening af met de voorgestelde kasten en klikken vervolgens op het gewenste nummer in de menubalk van de kasten (links op het scherm). Zo verschijnt het gewenste type stuurkast als een groene rechthoek (symbool) aan de cursor verankerd. Met behulp van de muis positioneren we de kast op onze tekening en klikken een punt aan om ze te plaatsen. Het eindresultaat is als volgt: JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 35

37 6. Handigheden. 6.1 Een dubbele schakelaar plaatsen. We plaatsen een eerste schakelaar en vervolgens een hulpschakelaar zoals in onderstaande afbeelding aangegeven. Het stippellijntje van de tweede schakelaar, verlengen we nu met de opdracht verplaats punt (*), tot bij de eerste schakelaar. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 36

38 J-SOFT: DC-Industrie 6.2 Ruimte creëren om een symbool toe te voegen commando STRETCH. Het kan voorkomen dat in een bepaald schema een symbool moet toegevoegd worden, maar dat er te weinig plaats voorzien is om dit te doen. Het commando STRETCH kan hiervoor ee n oplossing bieden. Voorbeeld: In de eerste tekening (fig. 1) moet onder contactor K3 nog een extra contactor worden toegevoegd. U1 V1 W1 U1 V1 W1 U1 V1 W1 U1 V1 W Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 Fig. 4 Selecteer Edit Section Stretch. Geef met twee punten het gebied aan dat moet verplaatst worden. (fig. 2) Daarna plaatst u nog twee punten om de verplaatsing aan te geven (fig. 3) en druk enter om te bevestigen. Het resultaat is in fig. 4 weergegeven. Nu kunnen we de extra contactor invoegen. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 37

39 6.3 Ventiel in menu opnemen. 1. Symbool tekenen Het symbool kan afgeleid worden van een bestaand symbool (SK.dc) - Laad het symbool in (File Load Symbol) - Laat het symbool uiteenvallen (Edit Selection Explode en Tools Group Explode) - Wijzig het symbool (Let ook op de lijndiktes) Bewaar het nieuwe symbool - Selecteer het symbool - Voeg referentiepunten toe (Edit Selection Set Handles) - Bewaar het symbool in de map Symbol (File Save As met only selection) 2. Macro maken (om het symbool in te planten) Gebruik hiervoor: Tools Run Executable - Nieuwemodule - Vul de naam in voor de module: ventiel - Vul de naam in van het te lezen symbool: ventiel - Vul de waarden in voor de te knippen zone - Vul de te gebruiken codeertekst in: Y - Vul de waarden in voor de verschuiving van de code: Tx=10 Ty=-5 3. Toets toevoegen in menu Gebruik hiervoor: Options Options - Toolbox Selecteer de te wijzigen toolbox (menubalk) bij Custom Toolbox Klik bij de gewenste positie in Current Content Kies bij Categories : Macro Selecteer de gewenste macro uit Available Tools (Ventiel.bsc) Klik op de toets Add>>. In het venster Assign Button definiëren we het uitzicht van de toets Klik bij External Bitmap Selecteer de gewenste bitmap (ventiel.bmp) (Deze moet u wel vooraf tekenen in Paint.) Klik op OK om te bevestigen Klik Toepassen en OK om te eindigen. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 38

40 7. Werken met afwijkende coderingen. Er zijn verschillende voorzieningen ingebouwd om de codering naar eigen wensen te kunnen aanpassen. We wensen hier wel te benadrukken dat voor het automatisch uitvoeren van acties (zoals toevoegen kruisverwijzingen) de kans bestaat dat de afwijkende codering de mogelijkheden beperkt, of zelfs volledig belet. Indien u een afwijkende codering wenst te gebruiken, raden we aan dit eerst eens met een kleine tekening te testen zodat de consequenties ervan gekend zijn alvorens het dossier te starten. 7.1 Voorvoegsel. Waar we standaard voor de codering van een symbool gebruik maken van een letter en een getal M1, S3, K12, kunnen we voor de letter nog een voorvoegsel plaatsen. Het voorvoegsel kunnen we instellen met de module Industrie Voorvoegsel. In het invoerveld kunt u het gewenste voorvoegsel ingeven. Indien u dit invoerveld blank laat wordt de volgende codering weer zonder voorvoegsel geplaatst. 7.2 Achtervoegsel. Er bestaat ook de mogelijkheid om een achtervoegsel in te geven. De werkwijze is identiek als met voorvoegsel. In het invoerveld kunt u het gewenste achtervoegsel ingeven. Indien u dit invoerveld blank laat wordt de volgende codering weer zonder achtervoegsel geplaatst. 7.3 Voorvoegsel en achtervoegsel. De codering kan ook met voor- en achtervoegsel samen worden ingegeven. Deze werkwijze laat toe een complexe codering te vormen. We waarschuwen hier wel voor de mogelijkheid op het maken van fouten. Het werken met voor- en achtervoegsel heeft als gevolg dat dubbele aandacht wordt vereist om de juiste voegsels op het gepaste moment aan te passen. 7.4 Zonecodering. Soms wordt voor het coderen van de componenten gebruik gemaakt van de positie die ze op de tekening kregen. Een dergelijke positie wordt bepaald door het nummer van het blad waarop de component voorkomt en het nummer van de zone op het blad waar de component zich bevindt. Ook deze werkwijze is voorzien in DCIndustrie. Kies hiervoor Industrie Opties Optie zonecode. Vink het optievakje aan en klik OK om te bevestigen. JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 39

41 8. Inhoudsopgave. 1. Inleiding DesignCAD instellen voor Industrie-tekenen Menubalk (Toolbar) DCINDUSTRIE Inlezen van de menubalk Verplaatsen van de menubalk Elementen van de menubalk Starten van een nieuw dossier Titelparameters instellen Menubalken inlezen Instellen van het kaderblad A4Form Grondschema Tekenen van een grondschema Menubalken grondschema Starten met een nieuw grondschema...9 Een leeg blad met kader wordt op het scherm gebracht....9 Vul hier de nodige gegevens in en klik op de toets OK Toevoegen verbruikers Plaatsen van een (enkelrichting-)motor Plaatsen van kringbeveiligingen Bewaren van de tekening Volgend blad grondschema...12 Een leeg blad met kader wordt op het scherm gebracht Uitvegen van een lijn Symbool laten uiteenvallen Groep laten uiteenvallen Wijzigingen aanbrengen op tekeningen Een symbool wijzigen Een tekstgegeven aanpassen Hoofdstroomkringschema Tekenen van een hoofdstroomkringschema Menubalken hoofdstroomschema Starten hoofdstroomkringschema Een leeg blad met kader wordt op het scherm gebracht Toevoegen verbruikers Plaatsen van een (enkelrichting-)motor Plaatsen van kringbeveiliging...16 Hier klikken we op...16 Voor de beveiliging van onze motor Plaatsen van contactoren...17 Voor het inplanten van contactoren Toevoegen van de lijnnummeringen Bewaren van de tekening Stuurstroomkring Tekenen van een stuurstroomkringschema Menubalken stuurstroomkringschema Starten stuurstroomkringschema De eerste lijnen van het stuurstroomkringschema Plaatsen van drukknoppen Plaatsen van contactorelementen Bewaren van de tekening Toevoegen van de kruisverwijzingen Positie van de kruisverwijzingen Toevoegen van nummering Aanduiden van verbindingen Plaatsen van X-klemmen Toevoegen van draadnummering Aanduiden van kabels Toevoegen van verbindingen Toevoegen van stekkerverbindingen Aansluitschema...31 JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 40

42 5.1 Tekenen van een aansluitschema Menubalken aansluitschema Starten aansluitschema Tekenen voedingskabel Tekenen stuurkabel Tekenen stuurkast Handigheden Een dubbele schakelaar plaatsen Ruimte creëren om een symbool toe te voegen commando STRETCH Ventiel in menu opnemen Werken met afwijkende coderingen Voorvoegsel Achtervoegsel Voorvoegsel en achtervoegsel Zonecodering Inhoudsopgave...40 JSoft Vanhollebeke Jerry Pagina 41