1 Inlezen van een plan (van diskette, cd of via mail).

Transcriptie

1 1 Inlezen van een plan (van diskette, cd of via mail). Indien de architect de grondplannen reeds op PC heeft getekend, kunnen deze worden ingelezen vanaf diskette met de opdracht File Import. Hiertoe dient een formaat gebruikt te worden dat door DesignCAD kan begrepen worden. Hiervoor kunt u een keuze maken uit: DWG, DXF, IGES, WMF, HPGL, XYZ De meest aangewezen keuze is het DXF-formaat. Dit formaat is het meest gestandaardiseerd en kan door de meeste programma s als export-formaat gekozen worden. 1.1 Importeren van een plan. Start DesignCAD. Importeer de tekening in via File-Import. En selecteer in het venster de gewenste tekening. Met de toets Setup kunt u een aantal opties aanstippen. Alles aanstippen levert het snelste resultaat. Stip zeker Explode Blocks aan! Bewaar de tekening in de map van DesignCAD (File-Save As )!!! JSoft bladzijde 1

2 1.2 Bewerken van een geïmporteerd plan Informatie over de tekening opvragen. Met Help-Drawing info kunt u zien wat (soort entiteiten) er op de tekening aanwezig is. (hatch=arcering, pointmark, ) Opkuisen van de tekening Door selecteren en wissen. U kunt stukken van de tekening selecteren en verwijderen door op Delete te drukken. Stukken van entiteiten kunt u verwijderen met Edit Section Edit Section Delete of D Gebruik het beheer van de lagen. Een element dat u wilt verwijderen kunt u dubbelklikken om via info-box de gebruikte laag te kennen. Open laagopties (L). Selecteer de laag, druk op Select Layer en OK druk Delete om te wissen. Indien er lagen onzichtbaar werden ingesteld, dan kunt u deze ook beter selecteren en verwijderen (met Delete ) Klik daarna op de toetsen Show All en Unlock All om de rest te zien en te kunnen bewerken. Ook Color reset om zelf de kleuren te kunnen bepalen Via Selection Filter. U kunt hier selecteren op kleur, entiteittype en op laag. JSoft bladzijde 2

3 1.2.3 Verschuiven van lagen en wijzigen van kleur Verschuiven van lagen. Wat overblijft van de tekening verplaatst u nu naar de laag 1,2 of 3. Alles selecteren (Ctrl+A of kader er rond trekken) Met info-box het laagnummer veranderen Wijzigen van kleur. U kunt nu ook de kleur van het overblijvende gedeelte wijzigen in een grijstint. Selecteer de tekening Kies de gewenste kleur in de kleurbalk en druk op de A om toe te passen. Met info-box kunt u ook het laagnummer veranderen Controleren / aanpassen van de schaal. Vooraleer het inplanten van circuits te starten moet de schaal van de tekening aangepast worden aan de schaal van de symbolen. De symbolen zijn getekend om te gebruiken op een tekening waar voor de afstand van een meter 100 eenheden gebruikt worden. Aanpassen van de schaal kan gebeuren met de opdracht Dimension Units. U plaatst twee punten op een gekende afstand en u kunt vervolgens het aantal gewenste eenheden opgeven. (Eventueel snap-grid uitschakelen door op G te drukken) Controleer ook bij Options-Units of Measurement dat de eenheden zijn ingesteld op Millimeters of op Unitless. Om aan te geven dat u inplant op een plan dat niet met DesignCAD werd getekend moet u ook de optie OptieGeïmporteerPlan aanstippen alvorens met het inplanten van elektrische circuits te starten. JSoft bladzijde 3

4 1.3 Optie Elektro OptieGeïmporteerPlan Kies hiervoor Elektro OptieGeïmporteerPlan. Het volgende venster verschijnt: Klik het vakje actief aan en klik daarna op OK. Als u opnieuw op een zelf getekend plan wilt elektrische circuits toevoegen moet u de optie weer uitschakelen. U kiest daarvoor opnieuw Elektro OptieGeïmporteerPlan en klikt op OK zonder het optievakje aan te stippen. JSoft bladzijde 4

5 2 Verwijderen van alle entiteiten in een laag. Met de opdracht Options Layer L kunnen de laagopties worden opgeroepen. Zo bekomt u het volgende scherm: Dit scherm toont de status van elke beschikbare laag. Indien voor het laagnummer een sterretje staat, betekent dit dat er entiteiten in deze laag aanwezig zijn. Met de opties rechts van dit kader kunnen we de entiteiten in de geselecteerde laag onzichtbaar of onveranderlijk maken. (visible editable) Onder het statusvenster zijn toetsen voorzien voor het manipuleren van de lagen. Met deze toetsen kunnen we volgende acties uitvoeren: Hide All: Alle lagen onzichtbaar maken Show All: Alle lagen zichtbaar maken Lock All: Alle lagen onveranderbaar instellen Unlock All: Alle lagen veranderbaar instellen Delete Layer: Alle entiteiten van een laag uitwissen. Save Layer: Alles van een bepaalde laag afzonderlijk bewaren. Set Color: De kleur van de entiteiten in een laag veranderen. Copy Layer: Kopieert een laag naar een andere. Move Layer: De entiteiten van een laag verplaatsen naar een andere laag. Select Layer: Alle entiteiten van een laag selecteren. Make Current: De actieve laag instellen. (kan ook door het potloodje te verplaatsen) Separate: Verdeelt de entiteiten van de tekening per kleur in een laag. JSoft bladzijde 5