Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing"

Transcriptie

1 Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing Invoeringsactiviteiten en effecten SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

2 Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing Invoeringsactiviteiten en effecten April 2014

3 Verantwoording 2014 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming van de uitgever deze uitgave geheel of gedeeltelijk te kopiëren en/of verspreiden en om afgeleid materiaal te maken dat op deze uitgave is gebaseerd. Auteurs: Lucia Bruning, Elvira Folmer, Wout Ottevanger, Wilmad Kuiper Informatie SLO Afdeling: O&A Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon (053) Internet: AN:

4 Inhoud Inleiding Aanleiding en context Vraagstelling Respons Leeswijzer 8 2. Organisaties, verantwoordelijkheden en samenwerking Taakgebieden Pijlers Activiteiten Toekomstige activiteiten Samenwerking Verwachte effectiviteit van invoeringsactiviteiten Effecten in de onderwijspraktijk Verwachte effectopbrengst van betrokken organisaties Positieve ervaringen en knelpunten Positieve ervaringen Knelpunten Conclusies en aanbevelingen Organisaties en samenwerking Taakgebieden en activiteiten 34 Literatuur 39 Bijlagen 41 Bijlage A Interviewleidraad organisaties 43 Bijlage B Informatiebehoefte en tevredenheid onder docenten 47

5

6 Inleiding 1.1 Aanleiding en context In de periode hebben vakvernieuwingscommissies voor biologie, scheikunde en natuurkunde nieuwe conceptexamenprogramma's ontwikkeld en beproefd in examenpilots. Maatschappelijke ontwikkelingen en knelpunten in het bètaonderwijs vormden aanleiding voor deze bètavernieuwing. Deze vernieuwing van het bètaonderwijs in de tweede fase havo en vwo is geëvalueerd in een onafhankelijk meerjarige curriculumevaluatie onder verantwoordelijkheid van SLO (Kuiper, Folmer, Ottevanger, & Bruning, 2010). De nieuwe examenprogramma's voor biologie, natuurkunde, en scheikunde zijn in schooljaar ingevoerd in klas 4 van havo en vwo. Ter voorbereiding op de invoering van nieuwe examenprogramma's is een invoeringsplan geschreven (Michels, 2010). Evaluatie van de invoering is één van de taakgebieden die in het invoeringsplan worden beschreven. De evaluatie heeft zowel een formatief als een summatief karakter. Tijdens het proces van invoering leveren evaluatieresultaten een bijdrage aan het bijstellen en verbeteren van invoeringsactiviteiten. Daarnaast geeft de evaluatie antwoord op de vraag in hoeverre scholen en docenten er in slagen vorm te geven aan de beoogde vernieuwing. Dit rapport doet verslag van een deel van deze evaluatie (zie paragraaf 1.2). 1.2 Vraagstelling De hoofdvraag van de evaluatie luidt als volgt: In hoeverre wordt de beoogde bètavakvernieuwing geïmplementeerd en gerealiseerd in de onderwijspraktijk (deel A), en op welke manier leveren de activiteiten binnen de taakgebieden in het invoeringsplan daar een bijdrage aan (deel B)? Dit rapport doet verslag van deel B van het onderzoek. De hoofdvraag valt voor wat betreft deel B uiteen in de volgende deelvragen: 1. In hoeverre worden de (al dan niet voorgenomen) activiteiten ondernomen binnen de verschillende taakgebieden van het invoeringsplan? 2. Welke effecten hebben deze activiteiten op de invoering van de beoogde vernieuwing? Het invoeringsplan (Michels, 2010) onderscheidt verschillende taakgebieden en geeft een overzicht van bij de invoering betrokken organisaties, zie hiervoor tabel 1.1 en 1.2. Tabel 1.1 In het invoeringsplan onderscheiden taakgebieden Taakgebieden 1. Informatievoorziening 2. Examens 3. Leermiddelen 4. Vakontwikkeling 5. Docentontwikkeling 6. Schoolontwikkeling 7. Monitoring- en Evaluatie 8. Coördinatie 5

7 Tabel 1.2 Bij de invoering betrokken organisaties Betrokken organisaties 1. OCW 2. SLO 3. Scholen: pilotscholen en volgscholen 4. Onderwijsorganisaties: a. CvE b. Cito c. LPC d. Uitgevers, GEU e. VO-raad f. Kennisnet g. Lerarenopleidingen (1 e graad) en expertisecentra (ECENT) 5. Bètastakeholders: a. Regionale steunpunten b. Platform Bèta Techniek (PBT) c. Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen (NVON) d. Stichting IOBT (Innovatie van het Onderwijs in Bèta en Techniek, opgericht namens beroepsverenigingen: KNCV, NIBI, NNV, NVON, ook toegetreden: KWG en NVvW) Hiernaast is, in het kader van de invoering, een klankbordgroep invoering bèta, onder voorzitterschap van SLO, in het leven geroepen waarin de volgende groepen/organisaties zijn vertegenwoordigd: pilotscholen, volgscholen, regionale steunpunten, NVON, IOBT, PBT, GEU, VO-Raad, OCW, APS, Cito, ECENT/1 e graadslerarenopleiding, projectgroep verankering NLT, en ctwo. Per deelvraag zal dit deel van het onderzoek zich richten op een aantal variabelen, zie tabel 1.3. Tabel 1.3 Onderzoeksvariabelen per deelvraag Deelvraag 1. In hoeverre worden de (al dan niet voorgenomen) activiteiten ondernomen binnen de verschillende taakgebieden van het invoeringsplan? 2. Welke effecten hebben deze activiteiten op de invoering van de beoogde vernieuwing? Variabelen Betrokken organisaties (Door betrokken organisatie) geplande activiteiten (Daadwerkelijk) ondernomen activiteiten (door betrokken organisaties) Onderlinge afstemming activiteiten / samenwerking organisaties (coördinatie) (Effect op ) Bekendheid met vernieuwing Interpretatie (beeldvorming) vernieuwing Invoering vernieuwing op schoolniveau Invoering vernieuwing in de klas Voor wat betreft de betrokken organisaties ligt de primaire focus op de organisaties zoals onderscheiden in het invoeringsplan. Dit betekent echter niet, dat andere organisaties die ook activiteiten ondernemen die van invloed zijn op de invoering van de vernieuwde examenprogramma's buiten beschouwing worden gelaten. Daar waar relevant, zullen ook dergelijke organisaties met hun activiteiten worden betrokken bij het onderzoek. Onderzoeksdeel B bestaat uit (telefonische) interviews van bij de invoering betrokken organisaties. Hiertoe is een interviewleidraad ontwikkeld (zie Bijlage A). Daarnaast is gebruik 6

8 gemaakt van een docentvragenlijst om in kaart te kunnen brengen wat het (ingeschatte) effect is van ondernomen activiteiten op de bekendheid met de vernieuwing, de interpretatie van de vernieuwing (beeldvorming), en de invoering van de vernieuwing op school en in de klas. 1.3 Respons Vragenlijstonderzoek De werving voor deelname aan het vragenlijstonderzoek is gestart in september 2012 en bestond uit een open uitnodiging op de website van SLO en een werving via een externe organisatie. Daarnaast zijn alle scholen die hebben deelgenomen aan de examenpilots biologie, natuurkunde, en scheikunde benaderd voor deelname aan de evaluatie. Uiteindelijk hebben docenten van 96 scholen zich aangemeld voor deelname aan de evaluatie. Hieronder waren 29 pilotscholen en 67 niet-pilotscholen. Al deze scholen hebben in oktober of november 2012 per post de vragenlijst ontvangen. In totaal hebben 207 docenten de vragenlijst ingevuld. In Tabel 1.4 is weergegeven hoe de docenten zijn verdeeld over de pilot- en niet-pilotscholen. Tabel 1.4 Responsoverzicht docentvragenlijsten pilot niet-pilot onbekend totaal biologie natuurkunde scheikunde totaal De vragenlijsten zijn anoniem verwerkt. De gegevens zijn ingevoerd, opgeschoond en vervolgens geanalyseerd met behulp van SPSS. Hierbij is voornamelijk gebruik gemaakt van beschrijvende analyses zoals frequentietabellen en gemiddelden. Interviews Via is aan alle bij de invoering betrokken organisaties (zie tabel 1.2) gevraagd deel te nemen aan de telefonische interviews. Als bijlagen bij het bericht werden ook de eerder genoemde interviewleidraad, de onderzoeksopzet, en het invoeringsplan Van pilot naar praktijk toegestuurd. Vervolgens zijn in de periode oktober 2012 februari telefonische interviews afgenomen met vertegenwoordigers van de bij de bètavakvernieuwing betrokken organisaties of groepen. Tabel 1.5 geeft een overzicht. Het bleek met name lastig om pilotdocenten en bij de steunpunten betrokken personen bereid te vinden om aan het interview deel te nemen. Daarnaast zijn OCW en Kennisnet wel benaderd voor een interview, maar er heeft geen gesprek plaatsgevonden. Volgens het invoeringsplan draagt OCW de eindverantwoordelijkheid voor de invoering, verleent daartoe opdrachten aan andere organisaties, stelt financiële middelen ter beschikking en geeft beleidsmatig koers aan de invoering. OCW is echter niet zelf betrokken als het gaat om coördinatie of uitvoering, een interview werd daarom op het moment van afname als niet relevant beschouwd. Kennisnet heeft zelf aangegeven niet betrokken te zijn bij de invoering van de bètavernieuwing. 7

9 Tabel 1.5 Responsoverzicht interviews Bij de invoering betrokken organisaties Respons Onderwijsorganisaties 1 8 Bètastakeholders 2 6 (Pilot)Scholen 2 SLO Leeswijzer Hoofdstuk 2 doet, op basis van de interviews, verslag van de resultaten betreffende de eerste deelvraag (in hoeverre worden de (al dan niet voorgenomen) activiteiten ondernomen binnen de verschillende taakgebieden van het invoeringsplan?). Hoofdstuk 3 gaat in op de resultaten betreffende de tweede deelvraag (welke effecten hebben deze activiteiten op de invoering van de beoogde vernieuwing?). In dit hoofdstuk worden zowel resultaten betreffende interviews als de vragenlijsten gepresenteerd. Hoofdstuk 4 beschrijft positieve ervaringen en knelpunten. In het laatste hoofdstuk (5) worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. 1 CvE, Cito, LPC, Uitgevers, VO-raad en Kennisnet 2 Regionale steunpunten, Platform Bèta Techniek, NVON/NIBI, Stichting IOBT 8

10

11

12 2. Organisaties, verantwoordelijkheden en samenwerking Dit hoofdstuk schetst op basis van de interviews de resultaten met betrekking tot de eerste deelvraag van het onderzoek: in hoeverre worden de (al dan niet voorgenomen) activiteiten ondernomen binnen de verschillende taakgebieden van het invoeringsplan? Aan alle respondenten is gevraagd welke organisaties volgens hen een belangrijke rol spelen bij de invoering van de nieuwe bèta-examenprogramma's. SLO wordt door de respondenten het vaakst genoemd. Dit is conform de verwachting aangezien SLO de invoering van de bètavakvernieuwing coördineert. Andere organisaties die veel genoemd worden zijn de regionale steunpunten, CvE, uitgevers, vakverenigingen (zoals NVON en NIBI), en Cito. Lerarenopleidingen, universiteiten, bedrijven, schoolmanagement, VO-raad, IOBT en de pilotscholen worden een enkele keer genoemd. De pedagogische centra worden niet genoemd. 2.1 Taakgebieden In het invoeringsplan zijn activiteiten die nodig zijn voor het verwezenlijken van de invoering gegroepeerd in de volgende taakgebieden: 1. informatievoorziening; 2. examens; 3. leermiddelen; 4. vakontwikkeling; 5. docentontwikkeling; 6. schoolontwikkeling; 7. monitoring & evaluatie; 8. coördinatie. Bijna alle betrokkenen ervaren een (mede)verantwoordelijkheid ten aanzien van de informatievoorziening. Dit taakgebied wordt door bijna alle betrokkenen als eerste genoemd. Vak- en docentontwikkeling worden door ongeveer de helft van de betrokkenen genoemd. Informatievoorziening De geplande activiteiten op het gebied van de informatievoorziening worden conform het invoeringsplan uitgevoerd. Veel organisaties en instanties geven aan dat zij zich richten op algemene informatievoorziening, daarbij ervaren de betrokkenen een goede onderlinge afstemming. Informeren vindt plaats via de eigen website of doorverwijzing naar andere bronnen vanaf de eigen website. Veel organisaties maken daarnaast gebruik van reguliere conferenties en bijeenkomsten om docenten te informeren. Ook verschijnen er verschillende nieuwsbrieven (bijvoorbeeld betanova.nl) en worden er mailings gestuurd. Sommige organisaties organiseren een eigen conferentie, veel organisaties participeren in bijeenkomsten of (bestaande) conferenties van anderen. ECENT richt zich daarnaast op het, via hun website, toegankelijk maken van zowel oude als nieuwe proefschriften en artikelen, vooral op didactisch vlak. ECENT wil op die manier een brug slaan tussen de wetenschap en docenten (in opleiding). Een van de steunpunten geeft aan dat de fase met algemene invoeringsinformatieve 11

13 bijeenkomsten intussen al voorbij is. Het tijdschrift NVOX publiceert regelmatig artikelen over onderwerpen die aansluiten bij de vakvernieuwing. Het PBT richt zich vooral op informatievoorziening via de programma's met scholen. Destijds was dat het Universumprogramma, op dit moment het programma 'School aan zet'. Het huidige programma 'School aan zet' omvat echter veel meer thema's dan alleen bèta/techniek. De uitgevers organiseren veel informatiebijeenkomsten over leermiddelen en zijn daarnaast aanwezig op regionale bijeenkomsten en op alle grote conferenties. De aansluiting vo-ho is één van de pijlers onder de bètavakvernieuwing. Als het gaat om de informatievoorziening richting hoger onderwijs, blijkt dat het ho via de regionale steunpunten betrokken is bij de bètavakvernieuwing. Examens NIBI geeft aan dat er aan het begin van de examenpilot biologie zorgen waren over de uitwerking van het nieuwe programma in de examens. Gedurende de pilotfase is de ontwikkeling volgens haar de goede kant op gegaan. CvE geeft aan dat de geplande activiteiten met betrekking tot het taakgebied examens volgens plan verlopen. CvE is verantwoordelijk voor het bewaken van het centraal examen en geeft Cito de opdracht om centrale examens te ontwikkelen bij de examenprogramma s. Binnen CITO heeft, naast het ontwikkelen van centrale examens, een project plaatsgevonden waarbinnen voorbeeldopgaven voor het schoolexamen zijn ontwikkeld. SLO heeft, in samenwerking met pilotscholen, volgscholen, regionale steunpunten (RSP's), inspectie, VO-raad en NVON, een coördinerende rol op het gebied van de schoolexamens. Geen van de geïnterviewden noemt het schoolexamen expliciet. SLO is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van handreikingen bij de nieuwe examenprogramma's. Daarnaast begeleidt SLO volgscholen. Volgscholen kunnen zich concreet voorbereiden op de nieuwe programma's door al in het schoolexamen ervaring op te doen met nieuwe domeinen en materialen (zie activiteit 21 van het invoeringsplan). Het is op basis van de interviews niet duidelijk wat volgscholen in dit verband concreet doen en wat hun ervaringen zijn. SLO en de RSP's zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de kwaliteitszorg schoolexamens, inclusief voorbeeldtoetsing. Leermiddelen Binnen de bètapilots is er veel voorbeeldlesmateriaal ontwikkeld. Dit lesmateriaal is toegankelijk gemaakt en beschikbaar gesteld aan derden. De uitgeverijen ontwikkelen leermiddelen bij de nieuwe examenprogramma s. De leerlingenboeken voor 4 havo/vwo zijn (op het moment waarop de interviews afgenomen werden) beschikbaar. Uitgevers spitten daarbij de syllabi minutieus uit en discussiëren daarover soms op kommaniveau. De docent neemt daar niet de moeite en tijd voor, maar vertrouwt volgens de GEU op de methode. Als het gaat om de pijlers 3 is het van belang om aan te sluiten bij de wensen van een bepaalde doelgroep. Volgens de GEU is het niet zo moeilijk om in te schatten welke voorkeuren docenten hebben. Het is daarentegen veel moeilijker om bepaalde ideeën goed uit te werken in een methode. In het invoeringsplan is aangegeven dat Kennisnet een uitvoerende rol heeft als het gaat om het digitaliseren van materialen. De directe betrokkenheid bij de invoering van de bètavakvernieuwing is echter gering. Via Jet-Net is het PBT betrokken bij de ontwikkeling van leermiddelen. Daarnaast zijn sommige pilotdocenten op eigen initiatief betrokken bij het herzien van pilotlesmateriaal. In het invoeringsplan staat echter dat het niet de bedoeling is om voorbeeldmaterialen aan te passen, maar dat wel de gevolgen van nieuwe programma's voor 3 De doelen achter de vernieuwing zijn samen te vatten in de volgende vier pijlers onder de vernieuwing (Michels, 2010): (Wetenschappelijke) actualiteit en relevantie, werken met contexten en concepten, afstemming en samenhang tussen bètavakken, en aansluiting met hoger onderwijs 12

14 het gebruik van voorbeeldmaterialen inzichtelijk worden gemaakt (zie activiteit 24 van het invoeringsplan). Het is niet duidelijk in hoeverre RSP's modules rond actuele thema s (door)ontwikkelen (zie activiteit 28 van het invoeringsplan), en in hoeverre de NVON gestart is met het ontwikkelen van vakoverstijgende materialen in het kader van het stimuleren van samenhang (zie activiteit 30 van het invoeringsplan). Vakontwikkeling NIBI geeft aan dat het, terugkijkend op de pilotfase van de bètavakvernieuwing, lastig was een keus te maken uit een groot aantal inhoudelijke concepten. Volgens deze organisatie heeft het proces lang geduurd, maar ligt er nu een degelijk programma. De bètavakvernieuwing heeft volgens één van de respondenten meer dan 10 jaar 4 in beslag genomen. Desondanks geven verschillende respondenten aan dat de vernieuwing onvoldoende tijd heeft gehad om uit te kristalliseren. Uit de interviews blijkt dat Cito en de GEU van mening zijn dat het idee van een permanente vernieuwingscyclus onderzocht moet worden. Als voorbeeld wordt de 5- of 7-jarige cyclus van de vernieuwing van de programma's in bijvoorbeeld Finland of het internationale onderwijs genoemd. Er is dan minder druk om nieuwe ideeën toe te voegen, als die nog niet rijp zijn. Ze kunnen dan in de volgende ronde meegenomen worden. Volgens de GEU kunnen uitgevers op een verantwoorde manier in een cyclus van 5 jaar nieuwe methodes ontwikkelen. NVON wil vakontwikkeling stimuleren, maar daarbij zelf geen inhoudelijke keuzes maken. Pilotdocenten zijn vaak op hun eigen school, of met een groep van scholen bezig met vakontwikkeling. Zij werken bijvoorbeeld aan een leerlijn onderzoeksvaardigheden. De GEU geeft aan terughoudend te zijn als het gaat om vakontwikkeling en dat de discussies binnen de vakvernieuwingscommissies verhit waren. Voor de uitgevers is het van belang om de discussies en ontwikkelingen te volgen. SLO is bezig met de ontwikkeling van een vakoverstijgende handreiking. Uit de interviews werd niet duidelijk of NVON gestart is met het ontwikkelen van vakoverstijgend materiaal (zie activiteit 30 uit het invoeringsplan). Docentontwikkeling Docentontwikkeling krijgt vooral vorm tijdens conferenties, cursussen, workshops en in zogenaamde docentontwikkelteams (DOT's). In een docentontwikkelteam werken docenten actief samen aan hun eigen professionalisering, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van lesactiviteiten. DOT's zijn meestal verbonden aan instellingen voor hoger onderwijs. De regionale steunpunten spelen hierin een belangrijke rol en richten zich op een driehoek waarin docentontwikkeling, vakontwikkeling en aansluiting vo-ho elkaar versterken. Op moment van schrijven zijn er tien regionale steunpunten, een elfde steunpunt (in Limburg) is in oprichting. In het aanbod van de regionale steunpunten blijken verschillende onderwijsorganisaties (zoals de uitgeverijen) een rol te spelen en met elkaar samen te werken. Het IOBT richt zich volgens eigen zeggen vooral op de professionalisering van docenten, omdat de vernieuwing direct afhankelijk is van de kwaliteit van docenten. De vakverenigingen NVON en NIBI zijn ook actief als het gaat om docentontwikkeling. NVON wil de ontwikkeling van 'Getting Practical' in het Nederlandse onderwijs ondersteunen. NVON organiseert een scholingsaanbod in samenwerking met regionale steunpunten, zowel voor de eigen leden als ook voor niet-leden. NIBI heeft in een vroeg stadium een eigen scholingsprogramma opgezet voor biologie. De lerarenopleiding ELAN richt zich vooral op docentprofessionalisering door de lerarenopleiders binnen de eigen opleiding. Uitgevers zien 4 Tussen 2002 en 2005 zijn door de minister van OCW commissies geïnstalleerd voor de vernieuwing van de examenprogramma s havo en vwo voor scheikunde, biologie en natuurkunde. Vanaf september 2007 hebben pilotscholen zich voorbereid op de (eerste) experimentele examens in 2009 voor havo en in 2010 voor havo en vwo. De nieuwe examenprogramma's zijn met ingang van 1 augustus 2013 ingevoerd in 4 havo en vwo. 13

15 voor zichzelf wel een rol weggelegd als het gaat om docentontwikkeling. Vanuit de uitgeverijen worden er verschillende bijeenkomsten voor docenten georganiseerd. Deze bijeenkomsten zijn met name bedoeld om docenten te informeren over leermiddelen. Cito merkt op dat docenten nog vooral bezig zijn met de praktische invulling van de vernieuwing en nog niet met toetsing en examinering. Schoolontwikkeling Het PBT ondersteunt scholen bij het formuleren van hun ambities. Bij de uitvoering van de ambities van scholen kunnen RSP's, APS en ECENT ondersteunen. Verder staat in het invoeringsplan dat de NVON een onderzoek wil uitvoeren naar succesfactoren bij het vormgeven van geïntegreerde bètasecties (zie activiteit 40 van het invoeringsplan). Het is op basis van de interviews niet duidelijk of deze activiteit al is gestart. Volgens de VO-raad en de GEU speelt de bètavakvernieuwing zich vooral af op het niveau van het examenprogramma en daarmee op het niveau van de docent. De bètavakvernieuwing is daarmee volgens uitgevers niet zozeer een schoolontwikkeling. Schoolontwikkeling is voor de VO-raad één van de inhoudelijke thema s. Tot nu toe bleef de VO-raad op de achtergrond omdat in de pilotfase de nadruk lag op vakontwikkeling. Nu er sprake is van landelijke invoering voor een groot aantal vakken waarbij schoolontwikkeling van belang wordt geacht, heroverweegt de VO-raad haar standpunt. Pedagogische centra bieden maatwerkprogramma s met betrekking tot schoolontwikkeling. Van de pedagogische centra richt alleen het APS zich specifiek op de bètavakken. Er is echter geen specifiek programma dat zich richt op de bètavernieuwing. Het APS begeleidt wel een aantal groepen bètadocenten in maatwerktrajecten. Het gaat dan in het algemeen over de vraag Waar wil je heen met je bètaonderwijs?. Van daaruit wordt de link met de bètavakvernieuwing in de tweede fase gelegd. Een begeleidingstraject bestaat uit twee tot vier bijeenkomsten. Tijdens bijeenkomsten van regionale steunpunten wordt de mogelijkheid van zo n begeleidingstraject ook onder de aandacht gebracht. Ervaringen van APS laten zien dat als er een concrete vraag van bètadocenten ligt, de schoolleiding bereid is te betalen. Monitoring & evaluatie Het taakgebied monitoring & evaluatie heeft een ander karakter dan de andere taakgebieden (zie tabel 1.1). De afdeling Onderzoek en Advies van SLO voert in opdracht van OCW het monitorings- en evaluatieonderzoek uit. Eén van de betrokken organisaties merkt op dat dit de indruk zou kunnen wekken dat de slager zijn eigen vlees keurt'. SLO vindt het een goede zaak om kritisch eigen activiteiten te monitoren en te evalueren. Beide activiteiten vallen evenals het evaluatieonderzoek van de bètapilots, onder verschillende afdelingen binnen SLO. Het IOBT vraagt om tussentijdse verspreiding van resultaten zodat verschillende betrokkenen er al wat mee kunnen doen. Coördinatie SLO voert in opdracht van OCW de regie over de invoering van de bètavernieuwing. SLO heeft binnen alle taakgebieden een rol; een uitvoerende en/of coördinerende rol of draagt (mede)verantwoordelijkheid. Het gaat dan vooral om het uitzetten van een koers en het voeren van regie door betrokkenen, vanuit een visie, te inspireren. Het PBT ervaart vooral een verantwoordelijkheid als het gaat om het verbinden van verschillende partners in de wereld van onderwijs en bèta/techniek. 14

16 2.2 Pijlers In het invoeringsplan worden de volgende pijlers onder de bètavakvernieuwing onderscheiden: (wetenschappelijke) actualiteit en relevantie, werken met contexten en concepten, afstemming en samenhang tussen bètavakken, en aansluiting met hoger onderwijs. De meeste organisaties richten zich in meer of mindere mate op alle vier de pijlers. Het werken met concepten en contexten wordt het meest genoemd, gevolgd door afstemming en samenhang en (wetenschappelijke) actualiteit en relevantie. Aansluiting met het hoger onderwijs wordt het minst genoemd. Cito geeft aan geen eigen visie te hebben ten aanzien van wat scholen met de pijlers onder de vakvernieuwing zouden moeten doen. Ook het IOBT laat het werken met concepten en contexten over aan de scholen, omdat dit vooral op het terrein van de didactiek ligt. Als het gaat om de pijlers onder de bètavakvernieuwing richt ECENT zich vooral vanuit vakdidactische perspectief op de pijlers (wetenschappelijke) actualiteit en relevantie en het werken met contexten en concepten. NIBI richt zich niet zozeer op de samenhang tussen de verschillende bètavakken, als wel op de samenhang binnen de biologie. Dat is in overeenstemming met de visie van de vakvernieuwingscommissie biologie. De NVON geeft aan dat het werken met concepten en contexten geen heilige graal is, maar wil wel laten zien dat je dat kunt doen. De pilotdocenten geven aan dat in het lesmateriaal van uitgevers minder vernieuwing zit dan zij gehoopt hadden. Volgens de GEU komt dit wellicht doordat uitgeverijen, afhankelijk van hun doelgroep, de eigen leermiddelen meer of minder zullen verrijken vanuit de vier pijlers. Het gaat er daarbij om de doelgroep te behouden en/of de groep docenten die tevreden is met een bepaalde methode te vergroten. (Wetenschappelijke) actualiteit en relevantie Bij de ontwikkeling van centrale examens speelt (wetenschappelijke) actualiteit en relevantie een rol. Desondanks blijkt het lastig om echt op de actualiteit in te springen gezien de lange ontwikkeltijd van centrale examens (meerdere jaren). Schoolexamens bieden volgens Cito wat dat betreft meer vrijheid. Het PBT geeft aan dat een bijdrage wordt geleverd aan (wetenschappelijke) actualiteit en relevantie via de samenwerking met bedrijven, bijvoorbeeld via Jet-Net en via programma's voor meisjes en techniek (VHTO). Werken met concepten en contexten Volgens CvE zijn de contexten in de nieuwe examens niet heel anders dan in de reguliere examens. In het werken met contexten in examenopgaven is volgens het College al heel lang veel energie gestoken. Het gaat om realistische contexten, waar de vragen op aansluiten. Volgens CvE zitten de goede vragen daarvan vaak ook in de reguliere examens. Bij biologie gaat het daarnaast om zogenaamde 'contexten met deelnemers'. Ook Cito geeft aan dat zij al voor de bètavakvernieuwing bezig waren met contexten in examenopgaven. Het gaat dan om het toepassen van kennis en inzicht in specifieke situaties. Maar door de bètavakvernieuwing is er volgens Cito wel sprake van een ontwikkeling als het gaat om de manier waarop contexten worden aangeboden in de examens. Er is op dit gebied een kwaliteitsslag gemaakt. Door de discussies wordt er met een kritische blik gekeken naar wat realistische contexten zijn en welke contexten er 'met de haren bijgesleept zijn'. In het havo-examen biologie kwam bijvoorbeeld de beroepspraktijk terug als context in examenopgaven. Afstemming en samenhang tussen de bètavakken Zowel bij de totstandkoming van syllabi als centrale examens, is er intern binnen CvE veel energie gestoken in het versterken van afstemming en samenhang tussen de bètavakken. Desondanks bleek het moeilijk om tot afstemming te komen. Als het gaat om afstemming van de syllabi is er sprake van een gemeenschappelijke structuur en indien mogelijk afstemming 15

17 van begrippen en inhouden. In de centrale examens heeft afstemming geresulteerd in het zoveel mogelijk afstemmen van de betekenis van gebruikte werkwoorden in de examens. Volgens CvE is dit het maximaal haalbare zolang er sprake is van afzonderlijke examens per vak. Dit komt doordat de verschillende vakken ieder een eigen taal spreken en een eigen wereld hebben. Ook van de kant van de pilotdocenten komt het signaal dat het realiseren van afstemming en samenhang lastig zal blijven zolang er examens per vak zijn. De GEU geeft aan dat er weliswaar een roep was om meer samenhang, maar dat daar onder vakdocenten niet veel behoefte aan is. De inschatting van één van de uitgevers is dat het nauwelijks van invloed zal zijn op de uitwerking van de vernieuwing. Het IOBT benadrukt dat afstemming en samenhang een onderwerp is van lange adem en dat zij zich op dit moment vooral richt op de afstemming en samenhang tussen wiskunde en natuurkunde. Aansluiting met het hoger onderwijs Syllabuscommissies ontwikkelen syllabi bij de examenprogramma s. Het is volgens CvE niet expliciet de opdracht om bij te dragen aan de aansluiting met het hoger onderwijs. Er zit echter wel een vertegenwoordiger vanuit het hoger onderwijs in de syllabuscommissies. De regionale steunpunten en de netwerken vo-ho leveren volgens het PBT een bijdrage aan de aansluiting vo-ho. Het Platform constateert dat de instroom in de bètaprofielen duidelijk is toegenomen, maar dat de instroom daarvan in de bètaopleidingen in het hoger onderwijs achterblijft (instroom is 25%). De doorstroom naar het hoger onderwijs is daarom volgens het Platform een aandachtspunt. Van de kant van de pilotdocenten wordt aangegeven dat, als het gaat om de aansluiting vo-ho, het vooral van belang is dat de examenprogramma's in het hoger onderwijs bekend zijn (zie het taakgebied informatievoorziening). 2.3 Activiteiten Communicatie, organisatie en netwerken Het taakgebied informatievoorziening richt zich op de communicatie tussen de verschillende partners, en op het communiceren van relevante informatie. Het gaat om het onderhouden van contacten en netwerken, en het onderhouden van websites zoals betanova.nl en betasteunpunten.nl. Verschillende partners organiseren workshops, leveren bijdragen aan conferenties, schrijven tijdschriftartikelen voor verschillende doelgroepen, en versturen nieuwsbrieven en mailings. SLO geeft aan dat de organisatieontwikkeling van de regionale steunpunten een belangrijk speerpunt is. De financiële overheidsmiddelen voor regionale steunpunten en aansluitingsnetwerken komen voor een groot deel via het PBT. De financiële middelen voor scholen komen ter beschikking via de prestatiebox. Door de financiering van deze samenwerkingsverbanden kosten volgens het Platform activiteiten en bijeenkomsten voor docenten weinig of zelfs geen geld. Cursussen en conferenties De regionale steunpunten organiseren docentenbijeenkomsten. Naast algemene informatie gaat het om wetenschappelijke actualiteit, vakinhouden en vakdidactiek. Sommige pilotdocenten zijn betrokken bij het geven van nascholing gericht op het gebruik van het pilotlesmateriaal, bijvoorbeeld tijdens vakconferenties. De NVON richt zich met haar activiteiten niet alleen op de eigen kringen, maar werkt in haar scholingsaanbod samen met regionale steunpunten. In het scholingsaanbod gaat het over de vernieuwing, de vertaling ervan naar de eigen onderwijspraktijk, het kiezen van een methode, toetsing en PTA. Het NVON heeft twee mensen aangesteld (ieder 0,2 fte), om docenten te 16

18 ondersteunen bij de invoering van de bètavernieuwing. NIBI organiseert eigen trainingen en conferenties en richt zich hiermee vooral op de vernieuwing van het biologieonderwijs en docenten. Begin 2013 hebben 600 docenten deelgenomen aan de cursus Kennismaken met vernieuwde biologie. Syllabi en handreikingen CvE heeft syllabi ontwikkeld bij de nieuwe examenprogramma's. De communicatie over de vernieuwing in de examens heeft volgens CvE haar beslag gekregen in de syllabi. Eén van twee geïnterviewde pilotdocenten is niet positief over de inbreng van de pilotscholen tijdens het examenexperiment. Er is kritiek op de wijze waarop de syllabus voor het examenexperiment scheikunde en de daaropvolgende definitieve syllabus tot stand zijn gekomen. Deze pilotdocent vindt dat het commentaar op de syllabus te weinig is uitgediscussieerd en dat er weinig mee gedaan is. Ook stelt de pilotdocent dat het nieuwe examenprogramma scheikunde en het bijbehorende (aangepaste) pilotlesmateriaal eigenlijk niet getest zijn. Van de kant van Cito komt het geluid dat er veel verschillende spelers zijn en dat elke groep een eigen visie en eigen wensen heeft, maar dat die wensen soms haaks op elkaar staan. Ook de discussies in de syllabuscommissies lieten zien dat er verschillende visies en wensen leefden die uiteindelijk tot één geheel gesmeed moesten worden. Als voorbeeld noemt Cito de verschillende leerlijnen bij scheikunde. Bij elk vak bleken er onderdelen te zijn die volgens Cito als 'zand in de molen' werkten bij de ontwikkeling van centrale examens. De GEU stelt dat er terugkijkend een periode in de vernieuwing was, waarin volgens hen nauwelijks vooruitgang geboekt werd. Het was goed geweest als examenprogramma s en syllabi sneller zouden zijn vastgesteld. SLO heeft handreikingen ontwikkeld bij de nieuwe examenprogramma's. Deze handreikingen richten zich op dat deel van het examenprogramma, dat in het schoolexamen getoetst wordt. Examens en toetsen Naast het ontwikkelen van syllabi is CvE verantwoordelijk voor de centrale examens. Voor de ontwikkeling van centrale examens is er voor zowel de reguliere scholen als de pilotscholen, een vergelijkbare cyclus van evaluatie & ontwikkeling. Bij de pilotexamens is er extra aandacht geweest voor deze cyclus. Tot en met het schooljaar 2011 waren er evaluatiebijeenkomsten. Verder is er in de schooljaren 2011 en 2012 een mailing geweest waarin de pilotdocenten om feedback werd gevraagd. Een reguliere activiteit van CvE is de Examenlijn. Docenten kunnen hier terecht met opmerkingen over zowel de pilotexamens als de reguliere examens. Kort samengevat kan volgens CvE gesteld worden dat er voor biologie en natuurkunde geen sprake is geweest van inhoudelijke reacties op de pilotexamens en dat er geen aanleiding is geweest om opgaven te veranderen. Voor scheikunde is de situatie anders. Er is veel feedback van docenten. CvE stelt dat scheikunde nog sterk in ontwikkeling is. Voor Cito is het ontwikkelen van centrale examens de belangrijkste activiteit. Daarnaast maakt Cito op verzoek van CvE voorbeeldexamens bij de definitieve syllabi voor natuurkunde en biologie. Dat heeft te maken met het gegeven dat sommige delen nieuw zijn en niet getoetst zijn in de pilot. In de natuurkunde-syllabi zijn er daarnaast ook voorbeeldopgaven voor het centraal examen beschikbaar. Bij biologie en scheikunde was daar geen behoefte aan. Cito geeft aan dat pilotscholen al in 2014 examens biologie en natuurkunde voor havo (en in 2015 voor vwo) zouden kunnen afnemen die aansluiten bij de definitieve syllabus behorende bij het nieuwe examenprogramma Maar dat kan volgens Cito alleen als de pilotdocenten het daar ook mee eens zijn. De pilotdocenten biologie hebben hiermee ingestemd, de pilotdocenten natuurkunde niet. Bij scheikunde ligt de situatie anders, omdat één en ander nog in ontwikkeling is. 17

19 In 2012 heeft Cito in een afzonderlijk project voorbeeldopgaven voor het schoolexamen ontwikkeld. Het gaat om praktische toetsen, computeropgaven en simulatieopgaven. Het materiaal is op een cd-rom verkrijgbaar. Cito geeft aan dat er geen vervolg op dit project gepland is. Een van de pilotdocenten geeft aan dat, als het gaat om het bijstellen van het pilotlesmateriaal, de focus nu ligt op toetsing. Er is volgens hem echter geen afstemming of samenwerking met CvE, Cito of een andere organisatie. Ontwikkelen van lesmateriaal Uitgevers zijn bezig met het ontwikkelen van lesmaterialen ten behoeve van de nieuwe examenprogramma's. Het gaat om boeken, complete digitale methoden of een combinatie van beide. NIBI stelt dat de specificatie van de inhoud in de syllabus door uitgevers goed uitgewerkt is in de biologiemethodes. Didactische keuzes worden volgens deze vakvereniging aan de docent overgelaten. Sinds eind 2012 is het lesmateriaal voor klas 4 beschikbaar. Voor klas 5 en 6 is over het algemeen geen lesmateriaal beschikbaar, sommige uitgevers stellen wel de inhoudsopgaven voor de leerjaren beschikbaar. Het pilotlesmateriaal is vrij beschikbaar, maar moet volgens pilotdocenten wel aangepast worden aan de definitieve versies van de syllabi. Sommige pilotdocenten zijn hier bij betrokken. In het invoeringsplan is echter aangegeven dat het niet de bedoeling is om voorbeeldlesmateriaal aan te passen. Good practices, reflectie, monitoring en evaluatie Het PBT speelt een rol in het taakgebied monitoring en evaluatie. Het platform spreekt zelf over monitoring en reflectie. Vanuit de positie van relatieve buitenstaander gaat het Platform het gesprek aan en deelt ervaringen van andere partners. Het gaat dan vooral om de vraag: 'Doe je de goede dingen en doe je die dingen goed.' Het Platform deelt daarnaast goede voorbeelden tussen verschillende instellingen. Dit sluit aan bij de doelstellingen van het Platform om mensen en instellingen met elkaar te verbinden: 'Het Platform is het motortje als het gaat om het delen van kennis en inhoud', aldus PBT. 2.4 Toekomstige activiteiten Veel organisaties willen op de ingeslagen weg verder gaan. Er worden weinig nieuwe activiteiten voorgenomen. NIBI is van plan om samen met lerarenopleidingen en universiteiten cursussen aan te bieden om voorbeeldlesmateriaal te ontwikkelen en een docentontwikkelteam (DOT) op te starten. ECENT wil vakportalen opzetten en samenwerken met SLO en regionale steunpunten. ELAN is al eerder gestart met pilots voor ontwikkelteams voor TOA's. De TOA's spelen een belangrijke rol in het versterken van samenhang op school omdat TOA's op scholen meer en meer voor verschillende vakken ingezet worden. ELAN is van plan om het ontwikkelteam voor TOA's verder uit te breiden, omdat de verwachting is dat de behoefte onder TOA's zal toenemen. CvE is van plan om een mailing naar scholen te sturen. Zij gaat er van uit dat nog niet iedereen op de hoogte is van de veranderingen omdat bij de invoering van het nieuwe examenprogramma economie bleek dat enkele scholen toch nog met het oude programma hadden gewerkt. Verder geeft CvE aan dat zij van plan is om OCW het advies te geven dat er eigenlijk nog een slag gemaakt zou moeten worden in de afstemming tussen de bètavakken en wiskunde. Deels door tijdsdruk is het daar nog te weinig van gekomen. Cito wil doorgaan op de manier waarop het nu werkt en heeft geen nieuwe activiteiten gepland. Dit komt overeen met de afspraken die binnen het invoeringsplan gemaakt zijn. Het PBT geeft aan de communicatie te willen richten op de invoering van de examenprogramma's. 18

20 Uitgeverijen sluiten zoveel mogelijk aan bij de grote landelijke conferenties. Eén van de uitgevers overweegt een eigen landelijke conferentie te organiseren. Op dit moment lijkt het er echter op dat alle docenten bereikt worden, dus is het de vraag of zo n conferentie nog nodig is. Volgens SLO is nu een belangrijke rol weggelegd voor de regionale steunpunten. Hun doorontwikkeling is een speerpunt in de invoering geworden. Verder is het plan om, in samenwerking met RSP's, een interactief digitaal platform te ontwikkelen waarop docenten kunnen meewerken aan vakontwikkeling. Het gaat onder andere om de doorontwikkeling van de huidige handreikingen bij de schoolexamens voor de verschillende bètavakken. Ook het leggen van contacten met schoolleiders is een speerpunt voor de komende tijd. Dit in verband met het belang van school- en docentontwikkeling. Vanuit het veld komen er signalen dat er behoefte is aan een checklist leermiddelen Samenwerking Terugblikkend op de ontwikkelfase gedurende de pilot concludeert ECENT dat er verschillen zijn in de mate waarin instituten betrokken zijn geweest bij de bètavernieuwing. Over het algemeen zijn de individuele organisaties tevreden over de onderlinge samenwerking gedurende de huidige invoering. De samenwerking en het overleg binnen de stuurgroep is goed. Dat er een invoeringsplan is, wordt als positief ervaren: iedereen kan lezen wat er volgens het plan moet gebeuren en door wie. Cito is ook positief maar heeft behoefte aan een sterkere coördinatie door een partij die buiten alle partijen staat. Als positief wordt ervaren dat de voorzitter van de stuurgroep 'helemaal beschikbaar' is voor de invoering. Ondanks deze positieve ervaringen blijkt afstemmen tijd te kosten en lastig te zijn. Dat heeft vooral te maken met de eigen cultuur en werkwijze van de verschillende organisaties. Sommige betrokkenen wensen een intensiever overleg, bijvoorbeeld in subgroepen. Tijdens de interviews komt naar voren dat CvE zich prominenter zou kunnen profileren. De informatievoorziening over de examenontwikkeling en over de mogelijkheden van docenten om daarop te reageren, zou beter over het voetlicht gebracht kunnen worden. CvE geeft zelf ook aan dat zij in tegenstelling tot de CEVO een meer zichtbare organisatie probeert te zijn. Dit heeft echter niet rechtstreeks te maken met de bètavakvernieuwing, maar met het algemene beleid van CvE. Cito heeft behoefte om de samenwerking met SLO uit te bouwen als het gaat om de doorontwikkeling van handreikingen voor het schoolexamen. Een deel van de respondenten geeft aan van NVON, APS, IOBT en VO-raad een sterkere en grotere rol bij de invoering verwacht te hebben dan tot nu toe het geval is geweest. Wel is men enthousiast over het feit dat de NVON twee coördinatoren in deeltijd heeft aangesteld. Het IOBT blijkt niet zo zichtbaar maar als het bijvoorbeeld gaat om de ontwikkeling van methodes, zijn er tussen uitgevers en mensen uit vakvernieuwingscommissies wel rechtstreekse contacten geweest. Ook is er onduidelijkheid over wat het IOBT is. IOBT wordt veelal gezien als de hoeder van "de geest van de vernieuwing" nadat de vakvernieuwingscommissies ontbonden werden. Tijdens één van de interviews kwam echter de vraag naar voren of het IOBT een vertegenwoordiging van vakorganisaties is of een vertegenwoordiging van de vakvernieuwingscommissies. Sommige geïnterviewden vinden het een gemiste kans dat er geen gezamenlijk aanbod aan scholen is vanuit alle bij de invoering betrokken organisaties. De meesten zijn echter wel tevreden als het gaat om de samenwerking met regionale steunpunten. Bij de uitvoering van activiteiten vanuit de regionale steunpunten hebben verschillende organisaties een rol. 5 Intussen zijn deze checklists voor de verschillende vakken ontwikkeld en beschikbaar gesteld. 19

21

22 3. Verwachte effectiviteit van invoeringsactiviteiten Dit hoofdstuk gaat in op de resultaten betreffende de tweede deelvraag: welke effecten hebben de activiteiten op de invoering van de beoogde vernieuwing? In dit hoofdstuk worden zowel resultaten betreffende de vragenlijsten (paragraaf 3.1) als de interviews (paragraaf 3.2) gepresenteerd. 3.1 Effecten in de onderwijspraktijk Informatiebehoefte betreffende de vernieuwing De website betanova.nl is bij bijna de helft van de bètadocenten niet bekend. Meer dan 80% van de biologiedocenten is niet bekend met een regionaal steunpunt. Meer dan de helft van de bètadocenten maakt gebruik van uitgevers (sk/bio), NVON/NIBI en NVOX/Bionieuws als informatiekanaal over de vernieuwing. De niet-pilotdocenten is de vraag voorgelegd via welke kanalen zij zichzelf op de hoogte houden van de vernieuwing voor hun vak. De resultaten voor de verschillende vakken zijn opgenomen in Bijlage B. Meer dan de helft van de biologiedocenten geeft aan dat zij regelmatig gebruik maken van uitgevers (54%), NVOX/Bionieuws (70%) en NVON/NIBI (70%) als informatiekanalen betreffende de vernieuwing. Ongeveer twee derde van de biologiedocenten geeft aan dat zij bekend zijn met APS, SLO en de website bètasteunpunten.nl, maar dat ze deze kanalen weinig gebruiken. De regionale steunpunten (84%) en de website betanova.nl (53%) zijn bij een meerderheid van de biologiedocenten onbekend. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het aanbod van regionale steunpunten voor biologie gering was. Een meerderheid van de scheikundedocenten geeft aan regelmatig gebruik te maken van uitgevers (57%), NVOX/NIBI (57%), en NVON/NIBI (54%). APS (69%), CvE (52%) en de website betasteunpunten.nl (69%) zijn bij een meerderheid van deze docenten wel bekend, maar worden weinig gebruikt. Bijna de helft van de scheikundedocenten is niet bekend met de regionale steunpunten of de website betanova.nl. Ongeveer de helft van de natuurkundedocenten (51%) maakt regelmatig gebruik van NVON als informatiekanaal. Een meerderheid van de natuurkundedocenten is wel bekend met, maar maakt weinig gebruik van informatie van uitgevers (50%), APS (62%), SLO (69%), CvE (54%) en de website betasteunpunten.nl (62%). Bijna de helft van de natuurkundedocenten (43%) is niet bekend met de website betanova.nl. Tevredenheid betreffende de informatie Meer dan de helft van de docenten biologie, scheikunde en natuurkunde is tevreden met de informatie die zij via verschillende kanalen verkrijgen. De niet-pilotdocenten is de vraag voorgelegd in hoeverre zij tevreden zijn met de informatie die zij verkrijgen via de verschillende kanalen. De resultaten voor de verschillende vakken zijn opgenomen in Bijlage B. Meer dan de helft van de docenten biologie, scheikunde en natuurkunde is over alle kanalen tevreden met de informatie die zij verkrijgen. Biologiedocenten zijn met name (zeer) tevreden over de informatie via NVOX/Bionieuws, NVON/NIBI, CvE en de website betasteunpunten.nl. Over de informatie via de regionale steunpunten is 60% van de 21

23 biologiedocenten (zeer) tevreden, 40% van hen is ontevreden. 60% van de scheikundedocenten is (zeer) tevreden over het APS, 40 % van hen is ontevreden. Het meest tevreden zijn natuurkundedocenten met de informatie van de regionale steunpunten. 93% van hen geeft aan (zeer) tevreden te zijn. Nascholing Een ruime meerderheid van de bètadocenten heeft nog geen nascholing gevolgd met het oog op de invoering van het nieuwe programma. Een ruime meerderheid van de bètadocenten heeft nog geen nascholing gevolgd met het oog op de invoering van het nieuwe programma (Figuur 3.1). Voor meer dan een derde van de scheikunde- en biologiedocenten is dat wel het geval. Ruim een kwart van de natuurkundedocenten heeft nascholing gevolgd. Docenten noemen uitgevers en instellingen voor hoger onderwijs als organisaties waar zij nascholing gevolgd hebben. NIBI wordt door de biologiedocenten regelmatig genoemd als nascholingsinstituut. Op de vraag aan welke specifieke nascholing docenten behoefte hebben, volgen veel verschillende antwoorden. Bij biologiedocenten is er vooral behoefte aan nascholing op het gebied van de didactische uitwerking van het programma, concept-context en contexten, en het onderwerp toetsing. Natuurkundedocenten noemen de nieuwe inhoudelijke domeinen als onderwerpen voor nascholing. Scheikundedocenten hebben vooral behoefte aan nascholing op het gebied van het onderwerp 'nieuwe scheikunde', waaronder 'groene chemie' en micro-macro. 100,0 Heeft u al nascholing gevolgd met oog op nieuwe programma? (in%) 80,0 60,0 40,0 20,0 Nee Ja missing 0,0 Biologie Natuurkunde Scheikunde Figuur 3.1. Gevolgde nascholing door docenten Bijeenkomsten 60% van de scheikundedocenten heeft bijeenkomsten bijgewoond, gericht op de invoering van het nieuwe programma. Voor biologie en natuurkunde geldt dat voor respectievelijk 40% en 32% van de docenten. Voor de inhoudelijke invulling van dergelijke bijeenkomsten is de behoefte onder docenten verschillend. 60% van de scheikundedocenten heeft informatiebijeenkomsten of vakconferenties bijgewoond met het oog op de invoering van het nieuwe programma (figuur 3.2). Voor natuurkunde geldt dat voor 40% van de docenten, voor biologie voor bijna een derde van de docenten. Biologiedocenten noemen uitgevers, instellingen voor hoger onderwijs en NIBI als organisaties waarvan zij bijeenkomsten hebben gevolgd. De uitwerking van het nieuwe biologieprogramma in methodes werd als onderwerp het meest genoemd. Scheikundedocenten verwijzen naar de 22

24 Woudschotenconferentie scheikunde of bijeenkomsten over 'Nieuwe scheikunde'. Natuurkundedocenten noemen in dit verband vooral de Woudschotenconferentie natuurkunde en de onderwerpen Nieuwe Natuurkunde en kwantumfysica. Op de vraag aan welke informatiebijeenkomsten docenten behoefte hebben reageren docenten verschillend. Biologiedocenten hebben behoefte aan informatie over methodes, praktische uitwerkingen voor in de klas en algemene informatie over het nieuwe programma. Scheikundedocenten noemen als onderwerpen concept-context, de nieuwe vakinhoudelijke onderwerpen en de verschillen tussen het oude en het nieuwe programma. Natuurkundedocenten noemen informatiebijeenkomsten over methodes en de nieuwe vakinhoudelijk onderwerpen. Figuur 3.2. Gevolgde nascholing door docenten Bezig zijn met vernieuwing Een grote meerderheid van de bètadocenten is bezig met de aankomende vernieuwing van hun vak. Meer dan drie kwart van de docenten biologie, scheikunde en natuurkunde is het enigszins of helemaal eens met de stelling bezig te zijn met de vernieuwing (Figuur 3.3). 35% van de natuurkundedocenten geeft aan het helemaal eens te zijn met de betreffende stelling. Dit geldt voor 30% van de biologie- en voor 25% van de scheikundedocenten. 23

25 100,0 Ik ben bezig met de vernieuwing (in%) 80,0 60,0 40,0 20,0 helemaal mee oneens enigszins mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens weet niet missing 0,0 Biologie Natuurkunde Scheikunde Figuur 3.3. Bezig zijn met vernieuwing Overleg over invoering op school Meer dan de helft van de bètadocenten geeft aan dat er op school overleg plaatsvindt over de invoering van de nieuwe programma's. Ruim twee derde van de biologiedocenten is het enigszins of helemaal eens met de stelling dat er op school overleg is over de invoering van het nieuwe biologieprogramma. Onder natuurkundedocenten is dat 57% en onder scheikundedocenten 55% (Figuur 3.4). Het percentage docenten dat het met deze stelling helemaal eens is, is 16% onder scheikundedocenten, 28% onder biologiedocenten en 30% onder natuurkundedocenten. Het lage percentage scheikundedocenten dat aangeeft dat er op school overleg is, heeft wellicht te maken met het gegeven dat op veel scholen voor scheikunde sprake is van een zogenaamde éénpitter: een vaksectie bestaande uit één vakdocent. 100,0 Er is overleg over de invoering van het nieuwe programma (in%) 80,0 60,0 40,0 20,0 0,0 helemaal mee oneens enigszins mee oneens enigszins mee eens helemaal mee eens weet niet missing Biologie Natuurkunde Scheikunde 24

1 Context, vraagstelling en opzet

1 Context, vraagstelling en opzet 1 Context, vraagstelling en opzet 1.1 Aanleiding en context In de periode 2002 2010 hebben vakvernieuwingscommissies voor biologie, scheikunde en natuurkunde nieuwe conceptexamenprogramma's ontwikkeld

Nadere informatie

Curriculumevaluatie bètavakvernieuwing:

Curriculumevaluatie bètavakvernieuwing: Curriculumevaluatie bètavakvernieuwing: Nieuwe programma's bi, sk, na, nlt in leerjaar 5 havo/vwo Lucia Bruning, Wilmad Kuiper, Elvira Folmer & Wout Ottevanger ECENT 4 juni 2010 e-mail: w.kuiper@slo.nl

Nadere informatie

4 juni conferentie vakvernieuwingen

4 juni conferentie vakvernieuwingen 4 juni 2010 conferentie vakvernieuwingen doelen van de vernieuwing Maatschappelijke ontwikkelingen aandacht en ruimte voor actuele ontwikkelingen in wetenschap en technologie toename instroom in bèta-

Nadere informatie

Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing

Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing Tussenmeting docenten 2014-2015 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing Tussenmeting docenten

Nadere informatie

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B havo

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B havo Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B havo Eindmeting docenten en leerlingen 2016-17 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B havo Eindmeting

Nadere informatie

Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing

Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing Eindmeting docenten en leerlingen 2016-2017 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing Eindmeting

Nadere informatie

Woudschoten Chemie Conferentie 7 november 2008 Chemie tussen context en concept. Nieuwe Scheikunde in het schoolexamen

Woudschoten Chemie Conferentie 7 november 2008 Chemie tussen context en concept. Nieuwe Scheikunde in het schoolexamen Woudschoten Chemie Conferentie 7 november 2008 Nieuwe Scheikunde in het schoolexamen Tijdlijn Nieuwe Scheikunde 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Klassieke programma (1998) Aangepaste klassieke

Nadere informatie

Van pilotexamen tot p-waarde. Cito-2015

Van pilotexamen tot p-waarde. Cito-2015 Van pilotexamen tot p-waarde Cito-2015 Nieuwe programma s herstructurering van alle bètavakken nieuwe programma s voor biologie, natuurkunde en scheikunde vanaf 2013 nieuwe programma s wiskunde vanaf 2015

Nadere informatie

Van pilotexamen tot p-waarde. Ger Limpens, Cito, Arnhem 28 januari 2015

Van pilotexamen tot p-waarde. Ger Limpens, Cito, Arnhem 28 januari 2015 Van pilotexamen tot p-waarde Ger Limpens, Cito, Arnhem 28 januari 2015 Nieuwe programma s herstructurering van alle bètavakken nieuwe programma s voor biologie, natuurkunde en scheikunde vanaf 2013 nieuwe

Nadere informatie

1 Context, vraagstelling en opzet

1 Context, vraagstelling en opzet 1 Context, vraagstelling en opzet 1.1 Aanleiding en context In de periode 2002 2010 hebben vakvernieuwingscommissies voor biologie, scheikunde en natuurkunde nieuwe conceptexamenprogramma's ontwikkeld

Nadere informatie

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B havo

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B havo Titel: Ondertitel: Resultaten vragenlijstonderz Auteurs: Elvira Folmer en Wout Ottevan Titel: Monitoring invoering vernieuwde w Ondertitel: Resultaten vragenlijstonderz Auteurs: Elvira Folmer en Wout Ottevan

Nadere informatie

Presentatie Nieuwe Natuurkunde

Presentatie Nieuwe Natuurkunde Presentatie Nieuwe Natuurkunde C. van Weert (vz. cie. NiNa), P. Barthel (lid cie. NiNa), E. Groenen (vz. syllabuscommissie), M. Pieters (projectleider NiNa) & P. Siersma (NiNa-docent) Natuurkunde is wat

Nadere informatie

Voortgangsverslag Multipilots schooljaar

Voortgangsverslag Multipilots schooljaar Voortgangsverslag Multipilots schooljaar 2008-2009 oktober 2009 Voortgangsverslag Multipilots schooljaar 2008-2009 Iris van Gulik SLO (projectleiding) i.vangulik@slo.nl Rupert Genseberger Rupert Genseberger

Nadere informatie

Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing

Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing Nulmeting docenten en leerlingen 2012-2013 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Monitoring en evaluatie invoering bètavernieuwing Nulmeting

Nadere informatie

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A havo

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A havo Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A havo Eindmeting docenten en leerlingen 2016-17 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A havo Eindmeting

Nadere informatie

Van pilot naar praktijk

Van pilot naar praktijk Van pilot naar praktijk Invoeringsplan nieuwe bèta-examenprogramma s SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Van pilot naar praktijk Invoeringsplan nieuwe bèta-examenprogramma's December 2010

Nadere informatie

Aligning science curriculum renewal efforts and assessment practices

Aligning science curriculum renewal efforts and assessment practices Aligning science curriculum renewal efforts and assessment practices Symposium Onderwijskunde en science educatie: Perspectieven en verbindingen TUE/ESoE, 26 oktober 2011 Wilmad Kuiper, SLO en UU Curriculumvernieuwing

Nadere informatie

Monitoring invoering Chinese taal en cultuur

Monitoring invoering Chinese taal en cultuur Monitoring invoering Chinese taal en cultuur Eerste inventarisatie onder schoolleiders en docenten SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Monitoring invoering Chinese taal en cultuur Eerste

Nadere informatie

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B vwo

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B vwo Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B vwo Eindmeting docenten en leerlingen 2017-18 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B vwo Eindmeting docenten

Nadere informatie

Vernieuwing examenprogramma s bètavakken havo/vwo

Vernieuwing examenprogramma s bètavakken havo/vwo Vernieuwing examenprogramma s bètavakken havo/vwo brochure voor docenten biologie, natuurkunde, NLT en scheikunde, en schoolleiders juni 2012 Op weg naar de invoering Voor de bètavakken worden nieuwe examenprogramma's

Nadere informatie

natuurkundeprogramma s vanaf 2013

natuurkundeprogramma s vanaf 2013 natuurkundeprogramma s vanaf 2013 Regionaal Steunpunt Zuid-Holland Delft, 16 januari 2013 Maarten Pieters uitgangspunten vernieuwingen bètavakken www.betanova.nl/documentatie/achtergrond (wetenschappelijke)

Nadere informatie

Informatie over VO-content

Informatie over VO-content Informatie over VO-content Het artikel dat u op de volgende pagina s vindt is door Chris van Weert (voorzitter Stichting IOBT) gepubliceerd in de Kwestie VO-content, Sterk door Samenwerking. Uitgave van

Nadere informatie

Ervaringen in en uit de Multipilot scholen

Ervaringen in en uit de Multipilot scholen Ervaringen in en uit de Multipilot scholen ECENT 4 juni 2010 Rupert Genseberger Opbouw workshop Inleiding en overzicht Wat zijn multipilots? Hoe gestart Ervaringen eerste jaar Aan het werk: Eigen verwachtingen

Nadere informatie

Wanneer staat uw volgende ß-teamoverleg gepland? Concept-context op de agenda van uw ß-team!

Wanneer staat uw volgende ß-teamoverleg gepland? Concept-context op de agenda van uw ß-team! Wanneer staat uw volgende ß-teamoverleg gepland? Concept-context op de agenda van uw ß-team! L. Bruning en B. Michels SLO, Enschede ß-teamoverleg Het is hard werken, maar dat hebben we er graag voor over!

Nadere informatie

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A vwo

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A vwo Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A vwo Eindmeting docenten en leerlingen 2017-18 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A vwo Eindmeting docenten

Nadere informatie

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A vwo

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A vwo Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A vwo Resultaten vragenlijstonderzoek docenten 2015-2016 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A vwo Resultaten

Nadere informatie

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B vwo

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B vwo Monitoring invoering vernieuwde wiskunde B vwo Titel: Monitoring invoering vernieuwde Ondertitel: Resultaten vragenlijstonderz Auteurs: Elvira Folmer en Wout Otteva Titel: Monitoring invoering vernieuwde

Nadere informatie

VELDRAADPLEGING CONCEPTSYLLABI BEDRIJFSECONOMIE, ONDERNEMERSCHAP EN FINANCIELE ZELFREDZAAMHEID

VELDRAADPLEGING CONCEPTSYLLABI BEDRIJFSECONOMIE, ONDERNEMERSCHAP EN FINANCIELE ZELFREDZAAMHEID VELDRAADPLEGING CONCEPTSYLLABI BEDRIJFSECONOMIE, ONDERNEMERSCHAP EN FINANCIELE ZELFREDZAAMHEID CE 2020 (HAVO) EN 2021 (VWO) SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN pagina 2 van 10 Inhoud 1 Digitale veldraadpleging

Nadere informatie

Utrecht, 14 december Betreft: Correctie Centrale Examens Geachte heer Slob,

Utrecht, 14 december Betreft: Correctie Centrale Examens Geachte heer Slob, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap t.a.v. de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media Drs. A. Slob Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Utrecht, 14 december Betreft: Correctie Centrale

Nadere informatie

Evalueren van de kwaliteit van onderzoek

Evalueren van de kwaliteit van onderzoek Evalueren van de kwaliteit van onderzoek Een aanpak voor zelfevaluatie van nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en validiteit door vwo-leerlingen bij onderzoek in de bètavakken Promotieonderzoek in kader van

Nadere informatie

Bijlage 2 Vergelijking pilot vs. niet-pilotresultaten natuurkunde

Bijlage 2 Vergelijking pilot vs. niet-pilotresultaten natuurkunde Bijlage 2 Vergelijking pilot vs. niet-pilotresultaten natuurkunde Docenten Gearceerde vragen: significant verschil tussen pilot en niet-pilotresultaten (p < 0,05). Donkere arcering: pilotresultaat < niet-pilotresultaat;

Nadere informatie

Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase Samenvattend eindrapport SLO nationaal expertisecentrum

Nadere informatie

Friese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011

Friese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011 Friese taal en cultuur HAVO Syllabus centraal examen 2011 september 2009 2009 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag

Nadere informatie

Bijlage 1 Vergelijking pilot vs. niet-pilotresultaten biologie

Bijlage 1 Vergelijking pilot vs. niet-pilotresultaten biologie Bijlage 1 Vergelijking pilot vs. niet-pilotresultaten biologie Docenten Gearceerde vragen: significant verschil tussen pilot en niet-pilotresultaten (p < 0,05). Donkere arcering: pilotresultaat < niet-pilotresultaat;

Nadere informatie

Het nieuwe programma wiskunde A/C. Nieuwe programma s

Het nieuwe programma wiskunde A/C. Nieuwe programma s Wiskundedialoog 14 mei 2012 Het nieuwe programma wiskunde A/C Saskia van Boven ILS RU Nieuwe programma s Herstructurering van alle bètavakken Nieuwe programma s voor biologie, natuurkunde en scheikunde

Nadere informatie

Bijlage 3 Vergelijking pilot vs. niet-pilotresultaten scheikunde

Bijlage 3 Vergelijking pilot vs. niet-pilotresultaten scheikunde Bijlage 3 Vergelijking pilot vs. niet-pilotresultaten scheikunde Docenten Gearceerde vragen: significant verschil tussen pilot en niet-pilotresultaten (p < 0,05). Donkere arcering: pilotresultaat < niet-pilotresultaat;

Nadere informatie

De VO - vakvernieuwing komt eraan

De VO - vakvernieuwing komt eraan De VO - vakvernieuwing komt eraan Keuzes maken! Marijn Meijer Wat gaan we doen? wat verandert er? beheersingsniveaus samenhang inrichting CE/SE en PTA keuzes maken: methodes of... en we houden het praktisch,

Nadere informatie

Agenda. Het programma ziet er als volgt uit:

Agenda. Het programma ziet er als volgt uit: Nummer 25 l september 2013 Het Bètasteunpunt Utrecht wil een bijdrage leveren aan het enthousiasmeren van zowel docenten als scholieren voor bètatechnisch onderwijs. Het Bètasteunpunt Utrecht organiseert

Nadere informatie

Analyse van lesmateriaal

Analyse van lesmateriaal Analyse van lesmateriaal ECENT conferentie 15 mei 2013 Maarten Pieters twee rondes checklists concept-contextvenster checklists gemeenschappelijke uitgangspunten in opdrachten aan vernieuwingscommissies

Nadere informatie

Raamwerk multipilots. 1 Inleiding. 2 Achtergrond en kader

Raamwerk multipilots. 1 Inleiding. 2 Achtergrond en kader Raamwerk multipilots SLO, B. Michels en I. van Gulik, 4 april 2008 in samenwerking met R. Genseberger, J. Gommers en L. Blom (PBT) 1 Inleiding Dit raamwerk multipilots beschrijft de wijze waarop in het

Nadere informatie

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A havo

Monitoring invoering vernieuwde wiskunde A havo Titel: Ondertitel: Resultaten vragenlijstonderz Auteurs: Elvira Folmer en Wout Ottevan Titel: Monitoring invoering vernieuwde w Ondertitel: Resultaten vragenlijstonderz Auteurs: Elvira Folmer en Wout Ottevan

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019

TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019 TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019 pagina 3 van 12 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Opbouw van de syllabus 6 3 Het examen 8 4 De vraagstelling 9 5 Toepassing van het correctievoorschrift

Nadere informatie

DAS Conferentie Applied Science

DAS Conferentie Applied Science DAS Conferentie Applied Science SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Emiel de Kleijn Curriculumontwikkelaar natuurwetenschappen Nieuwe Scheikunde /NiNa/CVBO Plannen voor een vernieuwd, vernieuwend

Nadere informatie

Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Jan van Hilten Vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo Structuur Kern-, Profiel-, Keuzeprogramma

Nadere informatie

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING. Syllabus Nederlands 2014 havo

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING. Syllabus Nederlands 2014 havo SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING Syllabus Nederlands 2014 havo Juni 2012 2 Inhoud Inleiding 4 1. Resultaten digitale veldraadpleging 5 2. Samenvatting en conclusie syllabuscommissie 7 Bijlage 1: Vragenlijst

Nadere informatie

Nieuwe Syllabus Scheikunde

Nieuwe Syllabus Scheikunde Nieuwe Syllabus Scheikunde Waar heeft docent behoefte aan? Cris Bertona (ICLON, voorzitter syllabus commissie) Karsten Kaspers (Hogeschool Leiden) Regionaal Steunpunt Leiden 26 januari 2012 Historie -

Nadere informatie

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 Inhoud Voorwoord 6 1 Examenstof van centraal examen en schoolexamen 7 2 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 8 Domein A: Leesvaardigheid

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Beginmeting 2014 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, september

Nadere informatie

Beeldende vakken HAVO

Beeldende vakken HAVO Beeldende vakken HAVO Syllabus centraal examen 2011 September 2009-1 - Verantwoording: 2009 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze

Nadere informatie

LEERGEMEENSCHAPPEN NIEUWE SCHEIKUNDE

LEERGEMEENSCHAPPEN NIEUWE SCHEIKUNDE LEERGEMEENSCHAPPEN NIEUWE SCHEIKUNDE 1. Welkom en voorstellen 2. Human Capital Chemie en Actielijn 2 3. Wat is er tot nu toe gedaan? 4. Relatie met Vaksteunpunten Natuur- en Scheikunde 5. Wat is coaching

Nadere informatie

najaar 2010 Bijeenkomst steunpunt taalenrekenenvo Freudenthal Instituut

najaar 2010 Bijeenkomst steunpunt taalenrekenenvo Freudenthal Instituut najaar 2010 Bijeenkomst steunpunt taalenrekenenvo Freudenthal Instituut Waarom? de aanleiding Wie gaat wat doen? wiskunde of schoolbreed Rol van de docent Wat ga je inzetten? materialen, ook ict Doelgroepen,

Nadere informatie

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO. Syllabus centraal examen 2015

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO. Syllabus centraal examen 2015 FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO Syllabus centraal examen 2015 April 2013 2013 College voor Examens, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010 Friese taal en cultuur VWO Syllabus centraal examen 2010 oktober 2008 2008 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING CONCEPTSYLLABUS NEDERLANDS VWO 2015

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING CONCEPTSYLLABUS NEDERLANDS VWO 2015 SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING CONCEPTSYLLABUS NEDERLANDS VWO 2015 pagina 2 van 10 Inhoud Inleiding 5 1 Resultaten digitale veldraadpleging 6 2 Samenvatting en verwerking resultaten veldraadpleging

Nadere informatie

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden Checklist vakdidactisch Kennisbasis Biologie Voor het begin van de 3 e jaars stage vullen de studenten deze checklist in. De studenten formuleren leerdoelen die aansluiten op de uitkomst van deze list.

Nadere informatie

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NASK 1 VMBO EERSTE TIJDVAK 2013

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NASK 1 VMBO EERSTE TIJDVAK 2013 TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NASK 1 VMBO EERSTE TIJDVAK 2013 Inleiding Quickscan Via WOLF (Windows Optisch Leesbaar Formulier) geven examinatoren per vraag de scores van hun kandidaten voor het centraal examen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9161 26 mei 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 april 2011, nr. VO/289008, houdende

Nadere informatie

Masterplan Bètapartners 2012-2013 School aan Bèta Zet

Masterplan Bètapartners 2012-2013 School aan Bèta Zet Masterplan Bètapartners 2012-2013 School aan Bèta Zet Versie 5.0 Agnes Kemperman Jeroen Maréchal Datum: 19 april 2012 1 Aanleiding en motivatie De nieuwe beleidsagenda Bètapartners en de Its Academy wordt

Nadere informatie

Datum 24 september 2014 Gevolgen van de referentieniveaus taal voor de normering van de centrale examens Nederlands 2015

Datum 24 september 2014 Gevolgen van de referentieniveaus taal voor de normering van de centrale examens Nederlands 2015 > Retouradres Postbus 35 3500 AH Utrecht De scholen voor voortgezet onderwijs, t.a.v. de directeur, de examensecretaris en de docenten Nederlands Bureau van het CvTE Muntstraat 7 352 ET Utrecht Postbus

Nadere informatie

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer Domein B1.1 Biologie leren Begripsontwikkeling en jargon Leren van biologische vaardigheden Verschillen

Nadere informatie

Brede Regionale Steunpunten. Programma. Brede regionale steunpunten. Jan Apotheker

Brede Regionale Steunpunten. Programma. Brede regionale steunpunten. Jan Apotheker Brede Regionale Steunpunten Jan Apotheker Programma Beschrijving BRSP( minuten) Wat kunt u in een BRSP ( 10 minuten) Voorbeeld sessie (0 minuten) Wat wilt u in een BRSP ( 10 minuten) Brede regionale steunpunten

Nadere informatie

Curriculumevaluatie Bètaonderwijs Tweede Fase. Examenpilot nieuwe natuurkunde havo/vwo

Curriculumevaluatie Bètaonderwijs Tweede Fase. Examenpilot nieuwe natuurkunde havo/vwo Curriculumevaluatie Bètaonderwijs Tweede Fase Examenpilot nieuwe natuurkunde havo/vwo 2007-2010 Lucia Bruning, Elvira Folmer, Wout Ottevanger & Wilmad Kuiper Januari 2011 1 Inhoud 1. Context, vraagstelling

Nadere informatie

Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo

Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo Titel in de rug vermelden Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo SLO heeft als nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling een publieke taakstelling in de driehoek beleid, praktijk

Nadere informatie

Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase

Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase Examenpilot Nieuwe scheikunde havo/vwo 2007-2010 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase Examenpilot

Nadere informatie

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019 Beschikbaar gesteld door Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Beschikbaar gesteld door Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). 2017 College

Nadere informatie

Hoe denken leerlingen in de tweede fase over het vak geschiedenis? SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Hoe denken leerlingen in de tweede fase over het vak geschiedenis? SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Hoe denken leerlingen in de tweede fase over het vak geschiedenis? SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Hoe denken leerlingen in de tweede fase over het vak geschiedenis? November 2014

Nadere informatie

2. CEVO/CvE 3. Coe voor niveau 4 4. Niveau 1, 2 en 3 5. Verkenning vanuit voorbeelden vmbo

2. CEVO/CvE 3. Coe voor niveau 4 4. Niveau 1, 2 en 3 5. Verkenning vanuit voorbeelden vmbo Taal en rekenen in het mbo Op weg naar centraal ontwikkelde examens GDW kennisdelingsconferentie 16 april 2009 Jan Paul de Vries/Mia van Boxel Centraal ontwikkelde examens taal & rekenen mbo 1. Coe t&r

Nadere informatie

Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase

Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase Examenpilot experimentele biologieprogramma havo/vwo 2007-2010 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede

Nadere informatie

Vernieuwing examen programma s wiskunde havo/vwo

Vernieuwing examen programma s wiskunde havo/vwo Vernieuwing examen programma s wiskunde havo/vwo Brochure voor schoolleiders, sectieleiders en docenten wiskunde november 2014 Voor de wiskundevakken op havo en vwo worden nieuwe examenprogramma s ingevoerd.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 332 Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen Nr. 87 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 30 april 2018 De vaste commissie voor Onderwijs,

Nadere informatie

OSR-regeling peer review-light Pagina 1 van 5

OSR-regeling peer review-light Pagina 1 van 5 Kwaliteit en keurmerk Regeling Peer review-light Versie 4, vastgesteld 19 december 2012 Schooljaar 2012-2013 Inleiding De scholen voor voortgezet onderwijs die vertegenwoordigd zijn in de Stuurgroep OSR

Nadere informatie

Rapportage vragenlijstonderzoek invoering Wiskunde D

Rapportage vragenlijstonderzoek invoering Wiskunde D Rapportage vragenlijstonderzoek invoering Wiskunde D SLO Lucia Bruning, Elvira Folmer, Wout Ottevanger & Wilmad Kuiper juli 2010 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vragenlijst en respons... 3 3. Resultaten

Nadere informatie

maak kennis met Het College voor examens

maak kennis met Het College voor examens maak kennis met Het College voor examens College voor Examens 030 28 40 700, info@cve.nl Postbus 315, 3500 AH Utrecht www.cve.nl Het is enorm belangrijk dat de focus altijd gericht blijft op de leerling

Nadere informatie

Onderstaand treft u de resultaten aan van de vragenlijst over ondernemend onderwijs.

Onderstaand treft u de resultaten aan van de vragenlijst over ondernemend onderwijs. De behoefte aan het delen van kennis en ervaring is groot! Samenwerking door kennis te delen en ervaringen uit te wisselen is essentieel om de verdere implementatie van ondernemend onderwijs efficiënt

Nadere informatie

ITTL. Informatietechnologie voor de Theoretische Leerweg van het VMBO

ITTL. Informatietechnologie voor de Theoretische Leerweg van het VMBO ITTL. Informatietechnologie voor de Theoretische Leerweg van het VMBO Het vak Informatietechnologie voor de Theoretische Leerweg van het VMBO ITTL is een algemeen vormend vak dat zich richt op de beroepspraktijk

Nadere informatie

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING. Syllabus Nederlands 2014 vwo

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING. Syllabus Nederlands 2014 vwo SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING Syllabus Nederlands 2014 vwo Juni 2012 2 Inhoud Inleiding 4 1. Resultaten digitale veldraadpleging 5 2. Samenvatting en conclusie syllabuscommissie 7 Bijlage 1: Vragenlijst

Nadere informatie

PRO-U: PROFESSIONALISERING IN HET ONDERWIJS JAARPROGRAMMA

PRO-U: PROFESSIONALISERING IN HET ONDERWIJS JAARPROGRAMMA EEN SAMENWERKING TUSSEN VAKGROEP ELAN EN PRE-UNIVERSITY VAN DE UNIVERSITEIT TWENTE PRO-U: PROFESSIONALISERING IN HET ONDERWIJS JAARPROGRAMMA 2018-2019 PRO-U: PROFESSIONALISERING IN HET ONDERWIJS Over Pro-U

Nadere informatie

NVVW-conferentie Optimaal voorbereid naar het eindexamen Maandag 25 september Workshop: VWO Wiskunde A uur

NVVW-conferentie Optimaal voorbereid naar het eindexamen Maandag 25 september Workshop: VWO Wiskunde A uur NVVW-conferentie Optimaal voorbereid naar het eindexamen Maandag 25 september Workshop: VWO Wiskunde A 13.15 15.15 uur Opbouw workshop Introductie (13.15 uur 13.25 uur) Even voorstellen Aanleiding en doel

Nadere informatie

Samenwerkende Lerarenopleidingen. pabo, 2 e en 1 e graads

Samenwerkende Lerarenopleidingen. pabo, 2 e en 1 e graads wiskunde rekenen Beste collega s, Samenwerkende Lerarenopleidingen pabo, 2 e en 1 e graads natuurwetenschappen techniek Op 15 maart j.l. kwam een grote vertegenwoordiging van betrokken hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Ruud van Uffelen Vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo De structuur van de nieuwe examenprogramma's

Nadere informatie

DE COMPUTER BIJ CENTRALE EXAMENS EN REKENTOETS VO

DE COMPUTER BIJ CENTRALE EXAMENS EN REKENTOETS VO DE COMPUTER BIJ CENTRALE EXAMENS EN REKENTOETS VO 2015-2018 DUIDELIJK DIGITAAL 8 SEPTEMBER 2015 Centrale examens VO Inleiding In deze brochure wordt informatie gegeven over de inzet van Facet in de komende

Nadere informatie

Centrale examens als drager van de bètavakvernieuwing

Centrale examens als drager van de bètavakvernieuwing Centrale examens als drager van de bètavakvernieuwing Analyse van centrale examens biologie, natuurkunde en scheikunde voor havo/vwo op kenmerken van de beoogde vernieuwing SLO nationaal expertisecentrum

Nadere informatie

Begrijpend lezen met de Roode kikker. Kerndoelanalyse SLO

Begrijpend lezen met de Roode kikker. Kerndoelanalyse SLO Begrijpend lezen met de Roode kikker Kerndoelanalyse SLO juli 2012 Verantwoording 2012 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder

Nadere informatie

Curriculum in beweging

Curriculum in beweging Curriculum in beweging SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Strategische Agenda SLO 2017-2020 Curriculum in beweging De afgelopen twee jaar is een breed, landelijk debat gevoerd over een

Nadere informatie

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NATUURKUNDE VWO

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NATUURKUNDE VWO TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NATUURKUNDE VWO EERSTE TIJDVAK 2012 1 Inleiding 1. Quickscan Via WOLF (Windows Optisch Leesbaar Formulier) geven examinatoren per vraag de scores van hun kandidaten voor het centraal

Nadere informatie

Curriculumevaluatie Bètaonderwijs Tweede Fase. Examenpilot experimentele biologieprogramma havo/vwo

Curriculumevaluatie Bètaonderwijs Tweede Fase. Examenpilot experimentele biologieprogramma havo/vwo Curriculumevaluatie Bètaonderwijs Tweede Fase Examenpilot experimentele biologieprogramma havo/vwo 2007-2010 Wilmad Kuiper, Elvira Folmer, Wout Ottevanger & Lucia Bruning Februari 2011 1 Inhoud 1. Context,

Nadere informatie

Evaluatie multipilots

Evaluatie multipilots Evaluatie multipilots Rapportage over schooljaar 2009-2010 (tweede projectjaar) Wout Ottevanger, Elvira Folmer, Lucia Bruning & Wilmad Kuiper Wat je om je heen vindt en gebruikt in de klas heeft nu een

Nadere informatie

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN juni 2016 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In 2012 heeft de toenmalige minister van Onderwijs het predicaat Excellente School in het leven geroepen om goed presterende

Nadere informatie

Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase

Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase Ontwikkeling en invoering NLT 2007-2010 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Curriculumevalutatie bètaonderwijs tweede fase Ontwikkeling en

Nadere informatie

De scholen voor voortgezet onderwijs, t.a.v. de directeur, de examensecretaris en de docenten Nederlands

De scholen voor voortgezet onderwijs, t.a.v. de directeur, de examensecretaris en de docenten Nederlands > Retouradres Postbus 315 3500 AH Utrecht De scholen voor voortgezet onderwijs, t.a.v. de directeur, de examensecretaris en de docenten Nederlands Muntstraat 7 3512 ET Utrecht Postbus 315 3500 AH Utrecht

Nadere informatie

2007 Scheikunde in havo en vwo

2007 Scheikunde in havo en vwo Gesprekspunten 2007 Scheikunde in havo en vwo Ruimte voor scholen Uw vragen/wensen Veranderingen per 2007 (en 2010) Stof voor CE en SE Ruimte voor scholen Vorm SE en PTA Leerstoflijn Projecten naar keuze

Nadere informatie

Scholingsmiddag Consortium Beroepsonderwijs Jan van Hilten, 4 december 2014

Scholingsmiddag Consortium Beroepsonderwijs Jan van Hilten, 4 december 2014 Scholingsmiddag Consortium Beroepsonderwijs Jan van Hilten, 4 december 2014 Inhoud 1. Stand van zaken project 2. Wijzigingen in het examenprogramma en syllabus 3. Bespreekpunten met de pilotscholen PIE

Nadere informatie

De computer bij DE centrale

De computer bij DE centrale De computer bij DE centrale examens en DE REKENTOETS VO 2014-2016 Duidelijk Digitaal 6 september 2013 Centrale examens VO De computer bij centrale examens en REKENTOETS VO 2 Inleiding De flexibele en digitale

Nadere informatie

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING CONCEPTSYLLABUS BEELDENDE VAKKEN VWO 2017

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING CONCEPTSYLLABUS BEELDENDE VAKKEN VWO 2017 SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING CONCEPTSYLLABUS BEELDENDE VAKKEN VWO 2017 April 2015 2 Inhoud 1 Resultaten digitale veldraadpleging 5 1.1 Opzet 5 1.2 Respons 5 1.3 Resultaten per vraag 5 1.3.1 Vragenlijst

Nadere informatie

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten juli 2012 1 inleiding 1-1 aanleiding De rekenkamer voert onderzoeken uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het

Nadere informatie

Vernieuwing examen programma s wiskunde havo/vwo

Vernieuwing examen programma s wiskunde havo/vwo Vernieuwing examen programma s wiskunde havo/vwo Brochure voor schoolleiders, sectieleiders en docenten wiskunde juni 2014 Voor de wiskundevakken op havo en vwo worden nieuwe examenprogramma s ingevoerd.

Nadere informatie

2 maart Nieuwsbrief 22

2 maart Nieuwsbrief 22 2 maart Nieuwsbrief 22 Nota Bene Geef uw mening! Wet van kracht Definitieve examenprogra mma s Bijstelling syllabi Methodeontwikkeling Nota Bene door Rob Abbenhuis en Jacqueline Kerkhoffs, projectleiders

Nadere informatie

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 Inhoud Voorwoord 6 1 Examenstof van centraal examen en schoolexamen 7 2 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 8 Domein A: Leesvaardigheid

Nadere informatie