Interactief plannen met ecologische netwerken. Kansen voor duurzame ecologische netwerken in het reconstructiegebied Gelderse Vallei / Utrecht-Oost

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Interactief plannen met ecologische netwerken. Kansen voor duurzame ecologische netwerken in het reconstructiegebied Gelderse Vallei / Utrecht-Oost"

Transcriptie

1 Interactief plannen met ecologische netwerken. Kansen voor duurzame ecologische netwerken in het reconstructiegebied Gelderse Vallei / Utrecht-Oost Eveliene Steingröver, Sabine van Rooij en Paul Opdam 12 November

2 2003 Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte, Postbus 47, NL-6700 AA Wageningen. Tel.: (0317) ; fax: (0317) ; Alterra rapport nr 850 2

3 Inhoud 1 INLEIDING 4 2 OVER DE METHODE 4 3 WERKWIJZE Stap D: Bepaling ambitieniveau in ha Stap E: Vaststellen (doel)ecoprofielen Stap F & G: Begrenzen en beoordelen huidige netwerken Stap H: Oplossingsrichtingen ontwerpen voor duurzame netwerken Stap I & J: Integratie van ecosysteemtypes: prioritering van netwerken 16 4 EINDBEELD: VERSTERKING RUIMTELIJKE SAMENHANG Wat laat het eindbeeld zien? Drie strategische principes Beschrijving van de ecologische structuur van de Gelderse Vallei Netwerken van droge, plaatselijk vochtige bossen Netwerken van natte heide Netwerken van beken en beekdalen Netwerken van kwelafhankelijke natuur Conclusies netwerken ecosystemen Relatie met geplande verbindingszones Mogelijkheden van agrarisch medegebruik. 29 BEGRIPPENLIJST 30 REFERENTIES 31 3

4 1 Inleiding In het gebied de Gelderse Vallei / Utrecht-Oost loopt een reconstructieproces. In het kader daarvan moeten nog ruim 5000 hectare nieuwe natuur worden aangelegd en maatregelen worden genomen om de milieucondities in het gebied aanzienlijk te verbeteren. De vraag is welke delen van het gebied de meest kansen bieden voor de ontwikkeling van de natuur tot ecologische duurzame netwerken van ecosystemen waarin planten- en diersoorten op de lange termijn kunnen overleven. In een aantal workshops is interactief met gebiedsdeskundigen een analyse gemaakt van de belangrijke ecosystemen in de huidige situatie. Verkend is, met de huidige kennis van zaken, waar en op welke wijze hectares nieuwe natuur het meeste rendement op leveren voor ecologisch duurzame netwerken van de geselecteerde ecosystemen. De ecosystemen die in beschouwing zijn genomen zijn kwelafhankelijke schraallanden, natte heides, beken en beekdalen, en droge en vochtige bossen. 2 Over de methode In een versnipperd land als Nederland is het bereiken van de gewenste natuurkwaliteit alleen mogelijk met behulp van ecologische netwerken. Dit zijn stelsels van ecosystemen van hetzelfde type, die door ruimtelijke ecologische processen onderling samenhangen. Deze ruimtelijke samenhang heeft als resultaat dat op zichzelf te kleine deelgebieden samen een robuuster geheel kunnen vormen, met als resultaat een hogere natuurkwaliteit. Lokale risico s worden gespreid over en opgevangen door het gehele netwerk. Anders gezegd: hoewel de afzonderlijke gebieden te klein zijn om de planten- en diersoorten duurzaam te herbergen die er op grond van de milieu-omstandigheden kunnen voorkomen, vinden deze soorten in het ecologisch netwerk wel duurzame omstandigheden (Opdam et al. 2003b). De ruimtelijke samenhang (Opdam et al. 2003b) is daarom een graadmeter voor ecologische duurzaamheid van een landschap. Voor hoeveel soorten ecologische duurzaamheid kan worden bereikt, hangt af van de mate van samenhang die in de ecologische netwerken van dat landschap wordt bereikt. Bij een bepaalde gewenste natuurkwaliteit hoort dus een bepaalde ruimtelijke samenhang. Dit principe is het uitgangspunt van de EHS (ecologische hoofdstruktuur), maar wordt daarbuiten nog weinig toegepast. Dit betekent ondermeer dat het toekomstige landschap niet in evenwicht is met het nagestreefde natuurdoel, en dus ecologisch niet duurzaam is. Daarnaast zien we vaak dat er oplossingen (bijv. een verbindingszone) worden gekozen, zonder eerst het probleem te analyseren, en zonder zich af te vragen of de gekozen oplossing wel de beste oplossing op de juiste plaats is. Er ligt dus een opgave voor het ontwikkelen van een werkwijze met de daarbij horende ecologische kennis die regionale actoren in staat stelt besluiten te nemen over doelen en de daarbij passende ruimtelijke structuren voor natuur. De methodiek moet hen ook in staat stellen hun gebiedskennis in te brengen, zodat keuzes die leiden tot een ecologisch duurzaam landschap tevens aansluiten bij de regionale context en maximaal gebruik maken van de kansen en potenties in het gebied. 4

5 Waarom zijn juist ecologische netwerken als ruimtelijk concept voor natuur hiervoor zo geschikt? Ecologische netwerken zorgen voor ruimtelijke samenhang op grotere schaal. Bovendien overbruggen ze de kloof tussen bescherming en ontwikkeling, omdat het ruimtelijk patroon van ecologische netwerken kan veranderenen zonder dat ze hun potentie als duurzaam netwerk hoeven te verliezen. Ook blijken ze een uitstekend hulpmiddel om besluitvorming over natuur in interactieve planvorming te sturen (Opdam et al. 2004). Alterra heeft in 2002 een methode ontwikkeld om interactieve planvorming met stakeholders op basis van ecologische netwerken te faciliteren. De methode is gebaseerd op kennis ontwikkeld op Alterra en op kennis uit veel internationale literatuur. De methode is daarna met succes in Cheshire (UK) (Van Rooij et al. 2003a) en Bologna (Van Rooij et al. 2003b) toegepast in een planproces met regionale deskundigen en stakeholders. Door gebiedsdeskundigen aangeleverd materiaal werd vertaald in keuzes die door betrokkenen als logisch en inzichtelijk worden ervaren, waardoor de besluitvorming over doelen en ruimtelijke oplossingen wordt bespoedigd en gestroomlijnd. Deze methode is toegepast in het reconstructiegebied Gelderse Vallei / Utrecht-Oost met Alterra in de rol van proces-facilitator. Figuur 1 Verschillende vormen van stakeholderparticipatie Kennisoverdracht: verschillende vormen Alterra - diagnose + ontwerp - diagnose - proces - niets Stakeholders - check + besluiten - ontwerp + besluiten - diagnose, ontwerp + besluiten - alles Toename stakeholder involvement 5

6 3 Werkwijze De generieke methode wordt beschreven in Steingröver et al. (in voorbereiding). In dit rapport vindt u de werkwijze zoals die is toegespitst op de context van de vraag in het reconstructiegebied Gelderse Vallei / Utrecht-Oost. Het projectteam dat heeft meegewerkt bestaat uit medewerkers van het programmabureau Stichting Verbetering Gelderse Vallei en van Alterra (Tabel 1). Een overzicht van de stappen die in het proces zijn doorlopen is weergegeven in Tabel 2. De werkwijze bij en resultaten van de belangrijkste stappen worden hierna toegelicht. Tabel 1 Samenstelling ontwerp team Naam Organisatie Rol Inhoudelijke inbreng Peter Smits Programmabureau SVGV Ecologie Henk Boom Programmabureau SVGV / Ecologie Hans Hubers Ton van Dortmont Provincie Utrecht Programmabureau SVGV / Waterschap Vallei & Eem Programmabureau SVGV Projectleider reconstructie Waterbeheer Landelijk gebied Eveliene Steingröver Alterra Projectleider, procesfacilitator Ecologie Gert Jan Noij Alterra Milieu Edo Gies Alterra Milieu Sabine van Rooij Alterra Procesuitvoering Ecologie Paul Opdam Alterra Inhoudelijke ondersteuning Ecologie Tabel 2 De stappen in het ontwerpproces Stappen in het ontwerpproces 1 2 A Checken van en reflectie op beschikbaar kaartmateriaal B Indien nodig, actuele ecosysteemkaart maken C Inschattig huidige situatie D Bepaling ambitie niveau in ha (min. + max.) E Vaststellen (doel)ecoprofielen F Per ecoprofiel: begrenzen huidige netwerken G Per ecoprofiel: diagnose duurzaamheid netwerken H Ruime scenario : per ecoprofiel oplossingen ontwerpen m.b.v. beslisboom I Ruime scenario : Natuurscore rangschikken en integreren J Ruime scenario : Milieu score rangschikken H EHS : Consequenties voor oplossingen beslisboom I EHS : Welke opties vallen af? Volgorde? Welke opties kunnen toegevoegd? J EHS : Milieu score K Reflectie: - randvoorwaarden - Milieu - Ambitieniveau - interactie met andere ecosystemen 6

7 3.1 Stap D: Bepaling ambitieniveau in ha In Tabel 3 staan de gekozen ecosysteemtypen met bijbehorend ambitieniveau. Voor het ontwerpen zijn steeds per ecosysteemtype 1 drie ecoprofielen 2 geselecteerd met respectievelijk een kleine, een middelgrote en een grote oppervlakte behoefte. De ecosysteemtypes uiterwaarden en veenweidegebieden zijn niet in beschouwing genomen, omdat de zoekruimte min of meer vast lag. De ecosysteemtypen droge graslanden en natuurgerichte akkers binnen agrarisch gebied zijn niet in beschouwing genomen, omdat het doorgaans gaat om verspreid in het gebied liggende losse percelen en randen en omdat het minder prioritaire ecosystemen zijn voor het reconstructiegebied. Tabel 3 Doel ecosysteem Kwelafhankelijke natuur Vochtige graslanden Ecosysteemtypen met bijbehorend ambitieniveau en ecoprofielen Ambitieniveau in ha 900 Trilvenen 210 Ecoprofielen (klein-mid-groot) Moerasparelvlinder Heikikker Ringslang/watersnip Beken en beekdalen Elsebroeksingels Grasoevers met poelen 150 km met oevers van 20 m breed = 600 Weidebeekjuffer Kamsalamander IJsvogel Natte heide natte heide 175 Droge en vochtige bossen RV 150 Boscomplexen 200 (opp min 25, max 75) Gentiaanblauwtje Heikikker Adder Bosplanten Hazelworm Boommarter Totaal 2235 ha 3.2 Stap E: Vaststellen (doel)ecoprofielen Natuur wordt niet voor een enkele soort ontworpen, en anderzijds is ontwerpen voor veel soorten tegelijk te complex. Ecoprofielen zijn ontwikkeld om tussen die twee uitersten een tussenweg te vinden. Het werken met gegeneraliseerde soortprofielen sluit bovendien aan bij de inherente onzekerheid van het planproces. Het ecoprofielensysteem is in ontwikkeling en wordt steeds verder uitgebreid (Vos et al. 2001, Pouwels 2002). 1 Ecosysteemtype: groep van verwante natuurdoeltypen. Zie voor definitie: Broekmeyer & Steingröver Ecoprofiel: groep van versnipperingsgevoelige soorten die karakteristiek zijn voor een ecosysteem en een vergelijkbaar dispersievermogen en oppervlaktebehoefte hebben. 7

8 In Cheshire (Van Rooij et al. 2003a) is voorafgaande aan de ontwerpfase een ruimtelijke analyse uitgevoerd met het model LARCH voor een reeks van ecoprofielen, waardoor duidelijk werd welke ecoprofielen en huidige netwerken al duurzaam waren, en voor welke ecoprofielen en netwerken er binnen het gekozen ambitieniveau niet mogelijk was duurzaamheid te realiseren. De resterende ecoprofielen werden vervolgens gebruikt als gids-soorten bij planning en ontwerp, en worden daarom doelecoprofielen genoemd. In de Gelderse vallei / Utrecht-Oost is de keuze voor doelecoprofielen in overleg met gebiedsdeskundigen gemaakt. Per ecosysteemtype zijn drie ecoprofielen gekozen, die bij verschillende schaalniveaus horen (Tabel 4). 8

9 Tabel 4 Ruimtelijke dimensies van de ecoprofielen passend bij de gekozen ecosysteemtypes en ambitieniveaus (grijs gearceerde ecoprofielen zijn om praktische redenen niet gebruikt tijdens het ontwerpproces) Ecoprofiel Ecosysteem Dispersie afstand (km) Omvang sleutel Gebied (SG) Opp. Netwerk met SG Opp. Netwerk zonder SG Barriere (min aantal voertuigen per dag) Opmerkingen Weidebeekjuffer Beekdal km 25 km 25 km - Beekgebonden Kamsalamander Beekdal ha 15 ha 25 ha 3000 Hele beekdal Ijsvogel Beekdal km Hele beekdal Gentiaanblauwtje Natte heide 0,5 5 12,5 12, Heikikker Natte heide Adder Natte heide Moerasparelmoer vlinder Kwelafh. natuur Heikikker Kwelafh. natuur Ringslang/ Watersnip Bosplanten Hazelworm Boommarter Kwelafh. natuur Droge en vochtige bossen Droge en vochtige bossen Droge en vochtige bossen 0,5 5?? Duurzaam bij aaneengesloten gebied van 450 ha Gewerkt met min. opp. Leefgebied voor een reproductieve eenheid (vrouwtje) Uitgegaan van 150 ha loof en gemengd bos 9

10 3.3 Stap F & G: Begrenzen en beoordelen huidige netwerken Het begrenzen en beoordelen van huidige netwerken gebeurt voor ieder ecoprofiel waarmee wordt ontworpen: Uitgangspunt is de kaart met ecosystemen Met de dispersie-afstand is bepaald welke locaties tot het zelfde netwerk behoren Vervolgens is per netwerk bekeken of een van de deelgebieden groot genoeg is voor een sleutelpopulatie, een robuuste deelpopulatie die relatief veel bijdraagt aan de stabiliteit van het netwerk Vervolgens is vastgesteld of het totale oppervlak van alle deelgebieden in het zelfde netwerk voldoende is voor een duurzaam voortbestaan Duurzaamheid is gedefinieerd als een kans op uitsterven binnen 100 jaar van maximaal 5% (de normen zijn berekend met simulatiemodellen, gebaseerd op empirische studies, Verboom et al. 2001) Vervolgens zijn de geselecteerde netwerken ruimtelijk gecombineerd 10

11 Figuur 2 is een illustratie van de habitatnetwerken voor soorten als de kamsalamander in de huidige situatieen. Duurzame netwerken zijn groen omrand, niet duurzame netwerken zijn rood omcirkeld. De oranje kleur markeert gebieden die nu al een sleutelpopulatie kunnen huisvesten. Gebieden die in potentie een habitatnetwerk kunnen bevatten zijn rood-onderbroken omcirkeld. De gebieden zijn genummerd ze in het verder ontwerpproces te kunnen benoemen (K1 t/m K11). Zie de begrippenlijst achter in dit verslag voor een verklaring van de gebruikte begrippen. 3.4 Stap H: Oplossingsrichtingen ontwerpen voor duurzame netwerken Voor netwerken die de duurzaamheidsnorm niet halen, wordt vervolgens gekeken met welke maatregelen deze norm kan worden bereikt. De keuze bestaat uit vier strategieën (Opdam et al. 2003a, Opdam et al. 2003b): vergroten van het netwerk (door uitbreiden van deelgebieden of verbinden met andere netwerken), verbeteren van de kwaliteit van (delen van) het netwerk, verdichten van het netwerk, verbindingen aanleggen tussen (delen van ) het netwerk. Dit levert diverse opties op per netwerk. Deze opties kunnen verschillen in: de mogelijkheid en de kosten om de vereiste abiotische condities in te stellen, de mogelijkheid en de kosten nodig om de vereiste milieukwaliteit te ontwikkelen, de benodigde oppervlakte en dus de kosten voor grondverwerving, de kosten voor (herstel)beheer, het politiek of maatschappelijk draagvlak, de potentiële bijdrage aan andere functies, zoals recreatie. 11

12 Figuur 2 Het afgrenzen en beoordelen van de huidige netwerken van het ecoprofiel Kamsalamander voor het ecosysteemtype beken en beekdalen Uitgaande van de diagnose van de huidige situatie en gebruik makend van een beslissingsboom (Figuur 3) worden potentiele oplossingsrichtingen ontworpen en gerangschikt naar ecologische duurzaamheid. In deze studie zijn de ecologische opties ook beoordeeld en gerangschikt op grond van twee criteria, te verwerven oppervlakte en te ontwikkelen vereiste milieukwaliteit (ammoniak emissie en fosfaatbelasting in grond- en oppervlaktewater). De volgende stap is het in elkaar schuiven van de oplossingsrichtingen van de verschillende ecoprofielen tot een ruimtelijk beeld voor het hele ecosysteemtype (voorbeelden van tussenproducten in Figuur 4 en Figuur 5). 12

13 Ecological profit yes Create habitat for viable population around key area yes Potential for creating habitat for viable population around key area? no Create key area or smaller stepping stones between key area and stronghold stronghold present? yes no key area close to stronghold? Is a key area present? no no yes Potential for creating habitat for viable population around key area? no Potential for creating habitat for viable population around key area? yes yes yes Create habitat for viable population around key area Create habitat for viable population around key area Create key area or smaller stepping stones between key area and other habitat network no yes Potential for creating key area present? no Is potential for creating extra habitat up to viable network possible? yes create extra habitat up to viable network Viable populations for species of target ecoprofile not possible Figuur 3 Beslisboom voor het ontwerpen van duurzame netwerken 13

14 Figuur 4 Ontwerpen van oplossingsrichtingen voor het ecoprofiel kamsalamander voor het ecosysteemtype beken en beekdalen 14

15 Figuur 5 De geprioriteerde netwerken voor het ecosysteemtype beken en beekdalen(kaart) 15

16 3.5 Stap I & J: Integratie van ecosysteemtypes: prioritering van netwerken In Tabel 5 t/m Tabel 8 zijn de resultaten voor de verschillende ecosystemen, zoals bijvoorbeeld zijn weergegeven in Figuur 4 en Figuur 5, overzichtelijk samengebracht. Ze geven een overzicht van de voor ieder ecosysteemtype geprioriteerde netwerken met bijbehorende maatregelen die hiervoor moeten worden uitgevoerd. De nummers corresponderen met de netwerken die opgenomen zijn in de integratiekaart van het studiegebied (Figuur ). De opties in de tabellen zijn gerangschikt op de prioriteit vanuit het criterium natuur: opp. & ruimtelijke samenhang. Na elke tabel worden enkele algemene maar ook specifieke opmerkingen gemaakt over de effecten van de milieukwaliteit op de natuurkwaliteit. Deze resultaten zijn nog een keer besproken en gecontroleerd door het projecteam. Besloten werd of gebieden werden opgenomen in de uiteindelijke integratiekaart. De gebieden waar de vereiste milieukwaliteit niet haalbaar is binnen afzienbare tijd zijn hierbij afgevallen (alleeen gebied 2 van het ecosysteem beken en beekdalen (Tabel 5)). Oplossingen die voor een van de doelecop[rofielen een duurzaam leefgebied tot gevolg hebben zijn wel opgenomen in de integratiekaart. Ook zijn gebieden toegevoegd, die niet uit de analyses naar voren zijn gekomen vanuit het oogpunt 'ruimtelijke samenhang', maar die vanuit het oogpunt van 'ruimtelijke natuurkwaliteit' wel door het team wenselijk werden geacht te ontwikkelen. Dit om huidige bijzonde natuurkwaliteiten op deze plekken zo lang mogelijk te behouden. Alleen bij het ecosysteem 'Kwelafhankelijke natuur' is een gebied om deze reden toegevoegd (gebied 6, Tabel 6). De motivatie om een gebied op te nemen in de integratiekaart is af te lezen in de onderstaande tabellen. Uiteindelijk zijn de geselecteerde gebieden opgenomen in een integratiekaart. Het proces waarop dit gebeurde wordt beschreven in Figuur. 16

17 Tabel 5 Overzicht van de geprioriteerde netwerken voor het ecosysteemtype 'Beken en beekdalen' (ecoprofielen weidebeekjuffer en kamsalamder; ambitieniveau 150 km beek en 70 ha beekdal). Nummering gebieden als in Figuur. Rood: niet haalbare of niet duurzame oplossingsrichtingen voor beide ecoprofielen. = kans, = niet haalbaar Nr. Integratiekaart Maatregel Toelichting Ben. opp. / lengte Natuur: opp. & Ruimtelijke samenhang Milieu Natuur: huidige waarden Opgenomen in uiteinderlijke integratiekaart? a b Op kwaliteit brengen voor kamsalamder (poelen, dode armen) Waterkwaliteit herstellen en vergroten tot 25 km 15 km natuurlijk beekdal en 3.8 ha extra erbij voor de kamsalamander Op kwaliteit brengen voor kamsalamder (poelen, dode armen) 10 km natuurlijk beekdal erbij. Op kwaliteit brengen voor kamsalamander (poelen, dode armen) 4 17 km natuurlijk beekdal erbij Waterkwaliteit herstellen niet haalbaar voor 2015 Door aansluiten van nattegatsloot op oude lunterse beek mogelijk om waterkwaliteit te verbeteren Duurzaam voor weidebeekjuffer, sleutelgebied voor kamsalamander Alleen sg voor kamsalamder 0 15 km 63.8 ha 10 km 40 ha 17 km 68 ha haalbaar Het gebied ligt benedenstrooms in het stroomgebied van de Veluwse beken, die worden gekenmerkt door intensieve landbouw bovenstrooms. Locatiekeuze voor toepassing van maatregelen voor natuur afhankelijk stellen van de locatiekeuze voor herstel van één of meerdere deelstroomgebieden voor de waterkwaliteit Dit gebiedje bevat bovenstroomse Veluwse beken met ook landbouw. Huidige kwaliteit onvoldoende, maar verbetering kaliteit hier eerder haalbaar dan bij a a b Milieukwaliteit in beken en beekdalen De kwaliteit van de beken wordt vooral door fosfaat en stikstof bepaald. Voor het grootste deel is dat uit- en afspoeling vanaf landbouwgrond. Afname van de bemesting of uit productie nemen van landbouwgrond leidt tot een snelle afname van de stikstofuitspoeling, maar zonder aanvullende maatregelen nauwelijks tot afname van de fosfaatuitspoeling. Daarnaast zijn ook de puntbronnen van belang. In sommige deelstroomgebieden overtreffen grote puntbronnen (effluent RWZI) de diffuse belasting vanuit de landbouw. Behalve de nutrienten zijn ook contaminanten belangrijk. Vanuit de landbouw betreft het vooral diffuse piekbelastingen met bestrijdingsmiddelen. Daarnaast zijn het vooral de puntbronnen. 17

18 Tabel 6 Overzicht van de geprioriteerde netwerken voor het ecosysteemtype 'Kwelafhankelijke natuur' (ecoprofielen heikikker en ringslang; ambitieniveau 600 ha). Nummering gebieden als in Figuur. Rood: niet haalbare of niet duurzame oplossingsrichtingen voor beide ecoprofielen. = kans = niet haalbaar. Nr. Integratiekaart Maatregel Toelichting Ben. opp. / lengte Natuur: opp. & Ruimtelijke samenhang Milieu Natuur: huidige waarden Opgenomen in uiteinderlijke integratiekaart? c Vergroten van 3 geisoleerde netwerken, onderling verbinden via uiterwaard buiten studiegebied, opheffen barrieres Op kwaliteit brengen en inrichting met kleine waterelementen Opheffen van barrieres, verdichten van waterelementen en gebied uitbreiden naar het noorden 4 Uitbreiden en vernatten 5 6 Opnemen in robuuste verbinding, stapstenen tussen gebied 1 en 3 Vergroten tot 3 sleutelgebieden Spaanse ruiter; deze onderling 110 ha ha Min. 325 ha 10 ha verbindingen Deelgebieden 2 en 3 vallen grotendeels samen met deelgebieden 1, 3 en 4 van beken en beekdalen. Ook kwelafhankelijke soorten hebben baat bij goede oppervlaktewaterkwaliteit. Maatregelen voor beken en beekdalen versterken dus ook kwelafhankelijke natuur. Omgekeerd geldt dat uitbreiding van kwelafhankelijke natuur een gunstig effect heeft op de waterkwaliteit van beken. c c Milieukwaliteit in kwelafhankelijke natuur De gewenste kwelflux (kwantiteit) wordt bepaald door de grondwaterpeilen in de hoger gelegen brongebieden. De kwaliteit van de kwel hangt eveneens af van de oorsprong van de stroombanen. Het kwaliteit van het water dat van grote diepte en van ver komt wordt daarbij niet door maatregelen beïnvloed, voor de zogenaamde korte kwel geldt dat wel. Als de kwel in het natuurgebied dus vooral gevoed wordt van dichtbij heeft het zin om rond het gebied maatrgelen te treffen gericht op verbetering van de kwaliteit van het grondwater. Om die reden is het dus ook gunstig als er natuur ligt in de brongebieden van de kwel. Een voorbeelden daarvan is deelgebieden natte hei 2 en bos 3 voor kwel 5. Als er voldoende kwel is van voldoende kwaliteit, dan zal de natuur nauwelijks beperkt worden door stikstofdepositie vanuit de lucht, maar naarmate dat minder het geval is neemt het belang van afnemende depositie toe. 18

19 Tabel 7 Overzicht van de geprioriteerde netwerken voor het ecosysteemtype 'Natte heide' (ecoprofielen heikikker en gentiaanblauwtje; ambitieniveau 175 ha). Nummering gebieden als in Figuur. Rood: niet haalbare of niet duurzame oplossingsrichtingen voor beide ecoprofielen. = kans = niet haalbaar Nr. Integratiekaart Maatregel Toelichting Ben. opp. / lengte Natuur: opp. & Ruimtelijke samenhang Milieu Natuur: huidige waarden Opgenomen in uiteinderlijke integratiekaart? Vergroten tot sleutelgebied heikikker Vergroten tot sleutelgebied sleutelgebied heikikker Verbinden van gebied 1 en 2 door aanleg ecoducten en stapstenen Vergroten tot sleutelgebied gentiaanblauwtje en verbinden van gebied met gebied 1 door aanleg ecoduct Vergroten van twee geisoleerde habitatplekken tot twee sleutelgebieden en onderling verbinden Vergroten van 2 geisoleerde habitatplekken tot 2 sleutelgebieden voor Gentiaanblauwtje Oplossing alleen duurzaam in combinatie met 2 en 3 Oplossing alleen duurzaam in combinatie met 1 en 3 Oplossing alleen duurzaam in combinatie met 1 en 2 Nb deze oplossing alleen duurzaam indien in combinatie met 1, 2 en 3 50 ha (circa eenderde kan door omvorming) 50 ha (circa eenderde kan door omvorming) 7 Vergroten van 1 geisoleerde habitatplek tot sleutelgebied 6 van Gentiaanblauwtje d zie c: deelgebieden 1 en 4 vallen grotendeels samen met kwel 2 en 3 en beek 1,3,4 Milieukwaliteit in natte heide Algemeen: omdat natte hei geen kwel heeft, maar door regenwater gevoed wordt, worden de potenties vooral door stikstofdepositie bepaald. 12 d 19

20 Tabel 8 Overzicht van de geprioriteerde netwerken voor het ecosysteemtype 'Droge en vohtige bossen' (ecoprofielen hazelworm en boommarter (dit ecoprofiel is gebruikt om te streven naar individuele territoria, niet om te streven naar duurzame netwerken); ambitieniveau 400 ha, excl. de Robuuste Verbindingszone). Nummering gebieden als in Figuur. In rood: niet haalbare of niet duurzame oplossingsrichtingen voor beide ecoprofielen = kans = niet haalbaar Nr. Integratiekaart Maatregel Toelichting Ben. opp. / lengte Natuur: opp. & Ruimtelijke samenhang Milieu Natuur: huidige waarden Opgenomen in uiteinderlijke integratiekaart? 1 Niets doen, consolideren In westelijk deel habitatplekken vergroten en verbinden tot territorium 1 boommarter Habitatplekken vergroten en verbinden tot territorium 1 boommarter Verbinden van veluwe en utrechtste heuvelrug via gebied 1, 3 en 2 d.m.v. robuuste verbinding en ecopassages Habitatplekken vergroten tot territorium 1 boommarter en verbinden met gebied 1 Habitatplekken vergroten tot territorium 1 boommarter Habitatplekken vergroten tot territorium 1 boommarter Vergroten tot sleutelgebied hazelworm Vergroten tot sleutelgebied hazelworm Strategisch gelegen in potentiele verbindingszone tussen Veluwe en gebied 2 60 ha 45 nieuw 35 ha omvormen van naaldnaar loofbos Zie verkenning Robuuste verbindingszone 50 ha 20 ha omvormen 50 ha nieuw 20 ha omvormen 50 ha nieuw 10 ha omvormen 10 ha nieuw 30 ha nieuw 10 Vergroten tot sleutelgebied hazelworm 30 ha nieuw Milieukwaliteit in droge en vochtige bossen Algemeen: omdat droge bossen geen kwel hebben, maar door regenwater gevoed worden, worden de potenties vooral door de stikstofdepositie bepaald 20

21 Figuur 6 Het integratieproces 21

22 4 Eindbeeld: versterking ruimtelijke samenhang 4.1 Wat laat het eindbeeld zien? Het resultaat van dit plannings- en ontwerpproces is een kaart met de gebieden waar en hoe bestaande ecologische netwerken het beste versterkt kunnen worden, gegeven de gekozen natuurdoelen (Figuur ). De eindkaart laat dat zien voor vier typen ecologische netwerken: droge en vochtige bossen, natte heide, kwelafhankelijke natuur, en beken en beekdalen, ecosysteemtypen die volgens de gebiedsdeskundigen een hoge prioriteit verdienen, en waarvoor tevens nog zoveel speelruimte was om van deze exercitie meerwaarde te verwachten. Er is uitgegaan van bestaande netwerken, hetgeen de kaart een zeker conservatisme verleent. Anderzijds is de ontwikkeling van de natuurkwaliteit er bij gebaat dat wordt aangesloten bij nog bestaande populaties planten en dieren. 22

23 Figuur 7 De integratiekaart van het studiegebied Gelderse Vallei / Utrecht Oost 23

24 4.2 Drie strategische principes Bij de keuzes die tot dit eindbeeld hebben geleid, hebben naast het doel om duurzame netwerken te realiseren voor de gekozen doelecoprofielen, drie strategische principes een rol gespeeld. Deze worden eerst besproken. Ondersteuning vanuit de Veluwe en Utrechtse Heuvelrug. Voor de bossen geldt dat de natuurkwaliteit profiteert van de nabijgelegen grote boscomplexen. Dit betekent dat soorten met een grote oppervlaktebehoefte in het reconstructiegebied Gelderse Vallei / Utrecht-Oost duurzaam kunnen voorkomen dankzij de nabijheid van stabiele sleutelpopulaties. Dit geldt bijvoorbeeld voor de boommarter, die zonder de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug in de vallei geen duurzame omstandigheden zou aantreffen. Dat betekent dat voor deze soorten (en bijvoorbeeld ook voor das en zwarte specht) lokale maatregelen die er op gericht zijn voldoende leefgebied voor een enkel paartje of leefgroep te creëren, effectief zijn. Voor soorten met kleinere oppervlaktebehoefte, maar tevens een geringere dispersiecapaciteit, is de rol van de boscomplexen in verhouding kleiner. Voor deze soorten kan duurzaam voorkomen alleen worden gerealiseerd met ecologische netwerken binnen het reconstructiegebied. Steun vanuit de Gelderse Vallei voor de Veluwe en Utrechtse heuvelrug. Omgekeerd kan het reconstructiegebied Gelderse Vallei / Utrecht-Oost een rol spelen als sleutelgebied in een netwerk, dat de schaal van het reconstructiegebied zelf overstijgt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de beken en beekdalen, een ecosysteemtype dat binnen de Vallei veel meer voorkomt dan in de omgeving. Voor het ecoprofiel met de grootste schaal, de ijsvogel, overstijgt het netwerk de schaal van de Vallei. In dit geval kiezen we voor de strategie van het realiseren van voldoende samenhangend oppervlakte voor een sleutelpopulatie. Die vormt een robuuste kern in het netwerk dat zich uitstrekt naar de Veluwe en de noordelijke, zuidelijke en westelijke flanken van de Utrechtse heuvelrug. Het resultaat is dat het voorkomen in geschikt leefgebied daar in frequentie en dichtheid zal toenemen. Een tweede principe in deze categorie is het ontwikkelen van een robuuste verbinding op het niveau van ecosystemen tussen de beide zandplateaus (Opdam et al. 2003, Reijnen et al. 2003). Risicobeperking. Voor netwerken geldt dat het lokaal voorkomen van populaties in delen van het netwerk afhankelijk is van de mate waarin lokale risico s van uitsterven worden opgevangen op het niveau van het netwerk. Aan deze medaille zit een keerzijde: ook indien het gehele netwerk duurzaamheid biedt, is een soort in deelgebieden van het netwerk soms tijdelijk afwezig. Dit nadeel kan worden verkleind door ruim boven de minimumgrens te gaan zitten, dus door meer oppervlakte toe te voegen dan volgens de minimumnorm nodig is. Een dergelijke risicobeperking geldt ook op netwerkniveau. Naarmate netwerken kleiner worden, neemt de kans toe dat de soort uit het netwerk verdwijnt. Bovendien hanteren we in onze modellen een grens van 5% kans op uitsterven in 100 jaar (Verboom et al. 2001). Een strategie om deze nadelen te minimaliseren is het aan elkaar schakelen van netwerken. Tenslotte is de te verwachten klimaatsverandering een argument om deze strategie toe te passen. Deze strategie was met name een leidend principe bij de bossen, maar in andere ecosystemen niet altijd uitvoerbaar wegens te weinig netwerken of te grote onderlinge afstand. 24

25 4.3 Beschrijving van de ecologische structuur van de Gelderse Vallei De Gelderse Vallei is een relatief nat, door veel waterlopen doorsneden gebied tussen twee droge zandplateaus. Dankzij de zandplateaus komt in de Vallei op tal van plaatsen grondwater van goede kwaliteit aan de oppervlakte. Terwijl de zandplateaus met droge bossen en veelal droge heide zijn bedekt, is de vallei een bonte mozaïek van gradiënten, van bos, (natte) hei, beekdalen en kwel-afhankelijke natuur. Door het midden van de Vallei loopt een zone met een noordoost/zuidwest oriëntatie waar een grote dichtheid van ecologische netwerken voorkomt die duurzaam gemaakt kunnen worden voor de gekozen ecoprofielen binnen het gekozen ambitieniveau. Deze zone wordt aan de westkant en aan de oostkant begrenst door zones die zich steeds verder aaneensluiten tot urbane landschappen: het gebied Leusden-Amersfoort-Nijkerk, en het gebied Ede- Lunteren-Barneveld. Het zuidelijke compartiment van de Vallei is afgesloten van de rest door de agglomeratie Ede-Veenendaal, plus de A12. Hieronder beschrijven we de belangrijkste ruimtelijke aspecten van de vier gekozen ecosystemen, maar eerst belichten we enkele algemene uitgangspunten Netwerken van droge, plaatselijk vochtige bossen. Door het midden van de Vallei loopt een band van drie netwerken waarvan er al een duurzaam is. De twee andere kunnen door uitbreiding met 100 ha duurzaam gemaakt worden voor de gekozen ecoprofielen. Deze beide netwerken verschillen niet wezenlijk in actuele milieukwaliteit, en evenmin in de omvang van de te nemen maatregelen. Door de drie netwerken met elkaar en met de grote boscomplexen op de beide zandplateaus te verbinden, ontstaat voor de ecoprofielen een robuuste as van ecologische netwerken voor soorten van droge bossen. Tevens ontstaat een robuuste verbindingszone tussen de beide boscomplexen. Om effectief te zijn voor soorten met een zeer geringe dispersie zal de verbinding echter nog geïntensiveerd moeten worden. Aan deze robuuste as kunnen enkele geïsoleerde gebieden worden gehaakt. Dat geldt voor de gebieden 5, 6, en 7, die voor soorten zoals de boommarter elk een investering vragen van 50 ha uitbreiding plus (met uitzondering van 5) omvorming van 20 ha bestaand naaldbos naar loof/gemengd bos. Met deze investering maken deze gebieden dus onderdeel uit van een duurzaam netwerk voor dit ecoprofiel. De overige geïsoleerde bossen (8-10) zijn binnen het ambitieniveau dat in de Gelderse Vallei wordt aangehouden wel duurzaam te maken voor hazelworm, maar niet voor een soort als de boommarter, door een investering met totaal 70 ha uitbreiding plus 10 ha omvorming van bestaand bos. Met de investeringen in de eerste 7 netwerken is 255 ha gemoeid, met die in 8-10 nog eens 70 ha. Dit is exclusief de robuuste verbindingszone. Belangrijk is te benadrukken dat bij deze oppervlaktes uitgegaan wordt van ecosystemen van hoge kwaliteit. Indien deze kwaliteit niet haalbaar is, kan dit worden gecompenseerd met grotere oppervlaktes. Voor het inzetten van de dan nog resterende hectares kan een keuze worden gemaakt uit 1) risicoverkleining van netwerken, bijvoorbeeld in (robuuste) verbindingszones, 2) investeren als heide en in de heidenetwerken inzetten, 3) bestemmen als natuur met recreatief medegebruik. 25

26 4.3.2 Netwerken van natte heide Natte heide, veelal als complex met droge heide, bevindt zich vooral in het noordoostelijke deel van de Gelderse Vallei. Hier bevinden zich drie netwerken (1-3) die op zichzelf niet duurzaam te krijgen zijn, en alleen onderling geschakeld met behulp van verbindingszones voor soorten als het gentiaanblauwtje en heikikker duurzaamheid kunnen bieden. Voor soorten als de adder is duurzaamheid niet haalbaar binnen het ambitieniveau van 175 ha. Netwerk vier kan bij dit complex worden aangehaakt door middel van een verbinding (25 m breed, 2 km lang, stapstenen van 5 ha om de?? m, inclusief passages in de infrastructuur). Netwerk 5 kan alleen duurzaam worden gemaakt voor soorten als het gentiaanblauwtje door vergroten van beide snippers natte heide tot sleutelgebied (minimaal 5 ha elk) en verbinden. We stellen hiervoor dat 20 ha natte heide moet worden ontwikkeld. De beide gebieden 6 en gebied 7 zijn sterk geïsoleerd, het best haalbare lijkt vergoten tot sleutelgebied voor het ecoprofiel gentiaanblauwtje. Gebied 7 kan worden opgenomen in een robuuste verbindingszone en geschakeld met netwerk 2. We verwijzen naar de verkenning robuuste verbindingen voor de haalbaarheid hiervan. Hiermee is gemoeid een ontwikkeling van 158 ha natte heide, waarvan ca. 35 ha door omvorming kan worden gerealiseerd. Opnieuw moet worden benadrukt dat het hierbij gaat om kwalitatief hoogwaardige heide. We verwachten dat voor het ontwikkelen hiervan meer hectares nodig zijn, bijvoorbeeld als drogere buffer om de natte kern. We concluderen dat het ambitieniveau van 175 ha daartoe niet toereikend is, en gaan uit van een stelpost ter grootte van de dubbele oppervlakte van 316 ha, waarvan 70 ha door omvorming Netwerken van beken en beekdalen. Beekdalen in de Gelderse Vallei zijn smal. De gebiedsdeskundigen kiezen voor een strook van 20 m aan weerszijden van de beek met beekbegeleidende vegetatie, bestaande uit vochtige graslanden, waterelementen (zoals poelen) en moerasjes, elzensingels. Er is gewerkt met een ecoprofiel (weidebeekjuffer) dat karakteristiek is voor de beek zelf, en met twee profielen (kamsalamander en ijsvogel) die staan voor het beekdal. In de gekozen trajecten wordt de waterkwaliteit op niveau gebracht, en het beekdal ingericht en beheerd zodat het aan de omschrijving voldoet. De doelstelling voor soorten als de ijsvogel (met een grote dispersieafstand) is beperkt tot het realiseren van voldoende lengte aan kwalitatief goed beekdalecosysteem voor een sleutelgebied in de Gelderse Vallei. Gebied 1 in het noordoosten is een samenhangend complex beken met overwegend goede actuele waarden en goede waterkwaliteit, dat door inrichting van de oeverzone met waterelementen, natte bosjes en elzensingels voor alle ecoprofielen duurzaamheid kan opleveren. In gebied 2 is de waterkwaliteit moeilijk op het vereiste niveau te krijgen, althans voor Voor gebied 3 is extra beeklengte met aangrenzende oeverzone en herstel van de waterkwaliteit noodzakelijk. Daar is ruim 60 ha mee gemoeid. De gebieden 4 en 5 zijn of voor soorten als de kamsalamander of weidebeekjuffer duurzaam te maken. Voor soorten als de ijsvogel is ca. 160 km beekdal noodzakelijk voor een duurzaam netwerk, dan wel 120 km indien er een sleutelgebied in aanwezig is. Er zijn twee opties om die eis te halen. Gebied 1 en 4 samen leveren 45 km beek, zodat het samenvoegen van deze gebieden met 35 km goede beek extra een sleutelgebied kan opleveren. Door de ontwikkeling van de netwerken 3 en 5 elders in de vallei wordt de norm van 26

27 duurzaamheid gehaald. Het alternatief is 65 km goede beek te ontwikkelen boven op de voorgestelde netwerken 1-5. Hiermee is van de ambitie van 150 km beek minimaal 70, maximaal 120 km ingezet (afhankelijk van de gekozen oplossing voor het ecoprofiel ijsvogel), terwijl de ambitie 70 ha door netwerk 3 alleen bijna wordt gevuld. Met netwerk 4 en 5 erbij gaan we over de 170 ha. Er is dus minder beeklengte en meer beekoever nodig dan volgens de ambitie Netwerken van kwelafhankelijke natuur. Kwelafhankelijke natuur ligt vaak in een gradiënt aan de flanken van een van de stuwwallen. Aan de zuidflank van de Utrechtse heuvelrug liggen binnen het studiegebied twee uiterwaardzones die van elkaar gescheiden zijn door uiterwaard buiten het studiegebied. De verwachting is dat voor de ecoprofielen ringslang/watersnip en heikikker deze gebieden duurzaam kunnen worden gemaakt door toevoeging van 110 ha. die deze gebieden tot een ecologisch netwerk aaneensluit (netwerk 1). In het noordoosten van de Gelderse vallei ligt nu al een groot netwerk van dit ecosysteemtype, dat duurzaam kan worden gemaakt wanneer de graslanden op kwaliteit worden gebracht en wanneer waterelementen worden toegevoegd. Daarvoor is geen extra oppervlakte nodig. Gebied 3, aan de oostflank van de Utrechtse heuvelrug, kan door uitbreiding met 110 ha kwelafhankelijke natuur duurzaam worden. Daarvoor is nodig dat barrières doorlaatbaar worden en het reeds bestaande gebied wordt vergroot naar het noorden (zie ook bij beken) en op kwaliteit gebracht met waterelementen. Gebied 4 ligt relatief geïsoleerd tussen infrastructuur en stedelijke kernen, en moet daarom grotendeels op eigen benen staan. We adviseren hier voor een aaneengesloten gebied dat groot genoeg is voor een zelfstandig duurzame populatie. Voor het ecoprofiel watersnip/ringslang betekent dit een oppervlakte van 450 ha. vochtige graslanden, dat is 325 ha meer dan nu. Gebied 5 bestaat uit 3 kleine snippers die op zich geen duurzaamheid kunnen realiseren, maar wellicht in de geplande robuuste verbinding kunnen worden opgenomen en aaneengeschakeld. Gebied 6 (Meeuwenkampje en Allemanskampje) bestaat eveneens uit twee kleine kernen, die echter zeer geïsoleerd liggen ten opzichte van elk ander netwerk. Deze gebieden leveren in combinatie alleen duurzaamheid voor soorten met een klein oppervlaktebeslag, zoals planten (die niet als doelecoprofiel zijn gekozen). Vanuit het oogpunt van risicospreiding is de beste strategie vergroten en verbinden van beide snippers. Totaal omvat dit voorstel de ontwikkeling van 555 ha kwelafhankelijke natuur. Dat is ca. De helft van het ambitieniveau, maar dit omvat ook veenweidegebied. Het ligt voor de hand de resterende ha. in veenweidegebied in te zetten, dan wel indien nodig in de robuuste verbindingszone. 4.4 Conclusies netwerken ecosystemen In het reconstructiegebied Gelderse Vallei / Utrecht-Oost kunnen de geformuleerde doelen voor natuurkwaliteit met de minste investeringen duurzaam worden gerealiseerd in de centrale zone die van noordoost naar zuidwest verloopt, tussen drie verstedelijkende agglomeraties. De nieuwe natuur kan goed worden ingebet als onderdeel van de geplande EHS. Het resultaat van dit ontwerpende onderzoek ondersteunt de keuze voor het concentreren van extensiveringsgebieden in deze centrale 27

28 zone. De hier geplande robuuste verbindingszone kan behalve het verbinden van Veluwe en Utrechtse Heuvelrug een toegevoegde waarde hebben doordat de meest profijtelijke ecologische netwerken binnen de Vallei onderling worden verbonden. Dit houdt in dat investeringen in netwerken buiten deze zone, bijvoorbeeld aan de oostkant van de lijn Barneveld-Lunteren, veel minder ecologisch rendement zullen opleveren, tenzij deze gebieden zeer groot zijn of worden. Dit belang van voldoende grootte vinden we bijvoorbeeld terug in de sterke oppervlakte-uitbreiding van het gebied met kwelafhankelijke natuur in het Binnenveld. Uit onderstaande Tabel 9 blijkt dat ten opzichte van de oorspronkelijke er minder bos wordt voorgesteld en meer natte heide en beekoeverzone. Tabel 9 Oorspronkelijke ambitie en aanbevolen inzet voor de beschouwde ecosystemen Ecosysteem Oorspronkelijke ambitie (ha) Aanbevolen Droge en vochtige bossen ha (excl. robuuste verbinding) Natte heide ha Kwelafhankelijke natuur ha (excl. veenweidegebied en robuuste verbinding) Beken en beekdalen Totaal 70 ha oeverzone km beek 1245 ha km beek 170 ha oeverzone, km beek km beek Relatie met geplande verbindingszones In het kader van de ontwikkeling van de EHS, nog voor de herijking die in Natuur voor mensen is geformuleerd, zijn ecologische verbindingszones gepland in de Gelderse Vallei. Hoe dragen deze zones bij aan de hier geschetste ruimtelijke ecologische structuur? Wij hebben als uitgangspunt gehanteerd het voorontwerp Reconstructieplan Van wet naar Werkelijkheid, met als nadeel dat daaruit niet valt af te leiden welke motieven geleid hebben tot de keuze van de ecologische verbindingen. De geplande droge verbindingen zijn geconcentreerd in de zuidoostelijke helft van de Gelderse Vallei. De zones langs de oude spoorlijn Amersfoort-Veenendaal en langs de A12 sluiten niet aan bij het hier ontwikkelde stelsel van duurzame netwerken: ze verbinden (ogenschijnlijk) geen onderdelen van netwerken of netwerken onderling. Dat geldt ook voor de noordwaartse aftakkingen hiervan ten noorden van Veenendaal en de 28

29 zuidelijke aftakking ten oosten van Veenendaal. Voor zover het de bedoeling is kwelafhankelijke natuur zoals het Meeuwenkampje in een groter geheel te schakelen, moet ervan worden uitgegaan dat (gezien de lengte van de verbinding) de dimensies van de verbindingszone overeen komen met de in het Handboek Robuuste Verbindingen aanbevolen maten. Het gaat dan om brede stroken schrale graslanden. De passage door de agglomeratie Ede-Veenendaal levert dan veel problemen op. De locatie van de geplande robuuste zone in het noorden van de Vallei komt overeen met de voorkeurslocatie uit deze ontwerpstudie. Op de grondplaat in het rapport Van Wet naar Werkelijkheid is bovendien een aanzet te vinden voor een directe verbinding van de Veluwe naar het bosnetwerk nr. 2, tussen Lunteren en Barneveld door. Deze verbinding draagt bij aan de ruimtelijke samenhang van de voorgestelde ecologische structuur. Het ontwerp zou kunnen worden afgestemd op de hier gehanteerde ecoprofielen, dus voor boommarter en hazelworm. De natte verbindingen zijn identiek met de aanwezige beken. Een deel van de voorgestelde verbindingen valt binnen de zoekgebieden voor ecologische netwerken in de voorgestelde ecologische structuur, maar veel valt er ook buiten. De hoofdrichting is veelal oost-west. De hier voorgestelde netwerken van beekdalen worden daarom meestal niet onderling verbonden. De effectiviteit van deze verbindingen zou nog een tegen het licht kunnen worden gehouden van de hier voorgestelde ecologische structuur Mogelijkheden van agrarisch medegebruik. Beekdalen bestaan uit een mozaïek van elzensingels, natte graslanden, kleine bosjes en waterelementen, zoals poelen en zijgeulen. Het is mogelijk deze natuurtypen te koppelen met extensieve vormen van veeteelt. Dat geldt niet of veel minder voor de andere ecosystemen (Tabel 10). Wel kunnen extensieve agrarische beheersvormen worden ingezet in de randzone rondom deze natuurgebieden. De milieukwaliteit zal hierdoor stijgen. Indien deze vormen van agrarisch gebruik wordt gecombineerd met groenblauwe dooradering die qua type en ligging aansluit op de natuurelementen, wordt de potentie voor biodiversiteit voor zowel natuurelement als agrarische zone verhoogt. Tabel 10 Mogelijkheden om vereiste natuurkwaliteit met agrarisch medegebruik te bereiken of met een natuurbestemming Type ecosysteem Natuurbestemming Agrarisch medegebruik Bos Natte heide Beken-beekdalen Kwelafhankelijke natuur 29

30 Begrippenlijst Dispersie afstand / Netwerk afstand Afstand die het merendeel (80 %) van de individuen van een soort bij de ongerichte beweging naar een (mogelijke) vestigingsplaats kan afleggen. Duurzaam netwerk Een samenhangend stelsel van habitatplekken waarbij de uitsterfkans van de netwerkpopulatie kleiner is dan 5% in 100 jaar. Ecoprofiel Groep van versnipperingsgevoelige soorten die karakteristiek zijn voor een ecosysteem met vergelijkbaar dispersievermogen en oppervlaktebehoefte. Homerange afstand De afstand die soorten kunnen overbruggen gedurende dagelijkse bewegingen in hun leefgebied. Hiermee worden lokale populaties afgegrensd. Lokale populatie Een ruimtelijk af te grenzen populatie waarbinnen 'random mating' plaatsvindt. Netwerk Verzameling habitatplekken waarbinnen één metapopulatie van een soort kan functioneren. Dat houdt in dat alle plekken voor individuen van de soort bereikbaar zijn, maar laat onverlet dat een deel in de praktijk onbezet kan zijn. Netwerkpopulatie / Metapopulatie Ruimtelijk gestructureerde populatie, verdeeld in lokale populaties die in verspreid liggende habitatplekken voorkomen, die met elkaar via dispersie een netwerk vormen. Sleutelpopulatie Lokale populatie van een zodanige omvang dat de kans op lokale extinctie relatief klein is, en er netto een dispersiestroom is in de richting van de overige delen van het habitatnetwerk. 30

31 Referenties Noot: Er is niet gestreefd naar wetenschappelijke verantwoording, maar naar doorverwijzing naar bronnen waarin deze verantwoording te vinden is. Daarom worden alleen publicaties van de eigen onderzoekgroep vermeld. Broekmeyer, M.E.A. & E. G. Steingröver Handboek Robuuste Verbindingen; ecologische randvoorwaarden. Wageningen, Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte. Opdam, P.F.M., M.J.S.M. Reijnen & C.C. Vos 2003a. Robuuste verbindingen: nieuwe wegen naar natuurkwaliteit. Landschap 20: Opdam, P.F.M., J. Verboom & R. Pouwels 2003b. Landscape cohesion: an index for the conservation potential of landscapes for biodiversity. Landscape ecology 18: Opdam, P.F.M., E.G. Steingröver & S.A.M. van Rooij Ecological networks: a spatial concept for multi-actor planning of sustainable landscapes. Landscape and Urban Planning (submitted). Pouwels, R., M.J.S.M. Reijnen, J.T.R. Kalkhoven & J. Dirksen Ecoprofielen voor soortanalyses van ruimtelijke samenhang met LARCH. Alterra rapport 493. Reconstructieteam Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, Voorontwerpreconstructieplan / Milieueffectrapport 1, Gelderse Vallei Utrecht Oost. Achtergronddocument bij VOP/MER. Reijnen, M.J.S.M., C.C. Vos & P.F.M. Opdam Realisatie van robuuste verbindingen, van kennis naar praktijk. De Levende Natuur (in druk). Rooij, S.A.M. van, E.G. Steingröver & P.F.M. Opdam 2003a. Networks for LIFE. Scenario development of an ecological network for Cheshire County. Alterra rapport 699. Rooij, S.A.M. van, T. Van der Sluis & E.G. Steingröver 2003b. Networks for LIFE. Development of an ecological network for Persiceto (Emilia-Romagna, Italy). Alterra rapport 729. Steingröver, E.G., S.A.M. van Rooij & P.F.M. Opdam A tool for interactive planning of ecological networks with stakeholders and regional experts (in preparation). Verboom, J., R. Foppen, P. Chardon, P.F.M. Opdam & P. Luttikhuizen Introducing the key patch approach for habitat networks with persistent populations: an example for marshland bird. Biological Conservation 100: Vos, C.C., J. Verboom, P.F.M. Opdam & C.J.F. Ter Braak Towards ecologically scaled landscape indices. American Naturalist 157:

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

MASTERCLASS Participatief plannen van groenblauwe netwerken voor ecosysteemdiensten

MASTERCLASS Participatief plannen van groenblauwe netwerken voor ecosysteemdiensten MASTERCLASS Participatief plannen van groenblauwe netwerken voor ecosysteemdiensten Radio Kootwijk, 7 september 2011 Sabine van Rooij, Ingrid Coninx, Gilbert Maas, Eveliene Steingröver (Alterra) Judith

Nadere informatie

Congres Ruimte voor Biodiversiteit

Congres Ruimte voor Biodiversiteit Congres Ruimte voor Biodiversiteit Biodiversiteit en Ontwikkeling van de Ruimte Paul Opdam & Astrid van Teeffelen Alterra Centrum Landschap & lsg Landgebruiksplanning Rode draad 1. Netwerken van ecosystemen

Nadere informatie

Robuuste verbindingen, nieuwe wegen naar natuurkwaliteit

Robuuste verbindingen, nieuwe wegen naar natuurkwaliteit Robuuste verbindingen, nieuwe wegen naar natuurkwaliteit Forum Het probleem van de versnippering wordt in het Natuurbeleidsplan 1990 opgelost volgens een strategie van ecologische netwerken, de Ecologische

Nadere informatie

Harderbos en Harderbroek verbonden

Harderbos en Harderbroek verbonden Harderbos en Harderbroek verbonden De Ganzenweg is een verbinding voor mensen, maar een barrière voor dieren. Er ligt al een faunapassage onderdoor. De route daar naar toe is voor dieren nog niet ideaal.

Nadere informatie

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009 Levende Beerze Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009 Vanavond: Den Bosch De Levende Beerze structuurvisie planmer Esche Stroom en De Levende Beerze Procedure Bergeijk Waarom aan de slag? Nota Ruimte:

Nadere informatie

Natuurverkenning 2030

Natuurverkenning 2030 Natuurverkenning 2030 Aanpak Terrestrische verkenning Scenario s Verlies en versnippering van leefgebied Vermesting Klimaatverandering Aquatische verkenning Scenario s Verontreiniging Versnippering van

Nadere informatie

Effectiviteit KRW maatregelen. Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen?

Effectiviteit KRW maatregelen. Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen? Effectiviteit KRW maatregelen Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen? 1 Maatregelen Kaderrichtlijn Water Kwaliteit Doelstelling Beleidstekort Maatregelen 2 Welke maatregelen worden

Nadere informatie

Kwaliteiten huidige- en plansituatie t.o.v. streefwaarden. Schaal

Kwaliteiten huidige- en plansituatie t.o.v. streefwaarden. Schaal 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Kwaliteiten huidige- en plansituatie t.o.v. streefwaarden identiteit Toegang verleden Schaal natuur Verbinding Duurzaam huidig 18.56 8.63 7.1 46.82 10.18 0 - plan 19.94 8.63 8.16

Nadere informatie

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN De Holendrechter- en Bullewijkerpolder als ontbrekende schakel

Nadere informatie

Natuur weer verbinden met de mens: kansen creëren voor biodiversiteit in Zuid Holland. Paul Opdam. Wageningen Universiteit en Alterra

Natuur weer verbinden met de mens: kansen creëren voor biodiversiteit in Zuid Holland. Paul Opdam. Wageningen Universiteit en Alterra Natuur weer verbinden met de mens: kansen creëren voor biodiversiteit in Zuid Holland Paul Opdam Wageningen Universiteit en Alterra paul.opdam@wur.nl 3 kernpunten EHS: verzekering voor biodiversiteit Klimaatverandering

Nadere informatie

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5.1 Inleiding Vanuit de praktijk komen veel vragen over de optimale breedte en structuur

Nadere informatie

Provincie Vlaams Brabant

Provincie Vlaams Brabant 156 Provincie Vlaams Brabant OPEN RUIMTE Open ruimte is de zuurstof van onze ruimte. Het is dus een kostbaar goed, dat we moeten beschermen. Voor de Visienota Ruimte betekent dit dat we de verdere inname

Nadere informatie

Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting

Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting Wij hopen dat het rapport "Biodiversiteit in Zundert" en deze korte samenvatting u zullen inspireren tot het nemen van maatregelen om de biodiversiteit in Zundert

Nadere informatie

Bewonersvereniging Noordwest

Bewonersvereniging Noordwest Bewonersvereniging Noordwest Centrum Publieksparticipatie Natura 2000 T.a.v. 65 Postbus 30316 2500 GH Den Haag Betreft: Zienswijze van de Bewonersvereniging Noordwest (Wageningen) op aanwijzing van Het

Nadere informatie

Randlengte en ruimtelijke samenhang van natuur in de Ecologische Hoofdstructuur

Randlengte en ruimtelijke samenhang van natuur in de Ecologische Hoofdstructuur Planbureau-werk in uitvoering Randlengte en ruimtelijke samenhang van natuur in de Ecologische Hoofdstructuur Een eerste verkenning M.J.S.M. Reijnen W. Loonen R. Pouwels G.W. Lammers Werkdocument 24/7

Nadere informatie

Samenvatting 203 Klimaatverandering leidt volgens de voorspellingen tot een toename van de mondiale temperatuur en tot veranderingen in de mondiale waterkringloop. Deze veranderingen in de waterkringloop

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Conclusie Er zijn veel ontwikkelingen in het natuurbeleid sinds 2010 Er zijn aanpassingen doorgevoerd of noodzakelijk Natuurbeleid in

Nadere informatie

Click to edit Master title style

Click to edit Master title style Klimaatverandering en EHS Kansen voor adaptatie Claire Vos, Jana Verboom e.v.a. Alterra, Wageningen UR, VlinderStichting, SOVON, FLORON, e.a. 1 Inhoud Klimaatverandering heeft zichtbare gevolgen klimaatverandering

Nadere informatie

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top, De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus 8029 6710 AA Ede Geldermalsen, 28 oktober 2015 betreft: project: referentie: behandeld door: bijlage(n): Toetsing herinrichting aan NNN en Natura-2000

Nadere informatie

1. Uitbreiding EHS met 73 ha door particuliere natuurrealisatie

1. Uitbreiding EHS met 73 ha door particuliere natuurrealisatie Versie 25/08 Voor de voorselectie dient te worden voldaan aan de volgende criteria 1. Uitbreiding EHS met 73 ha door particuliere natuurrealisatie - u dient eigenaar of erfpachter van de gronden in de

Nadere informatie

Programma. Beheerplan Elperstroomgebied

Programma. Beheerplan Elperstroomgebied Beheerplan Elperstroomgebied Alie Alserda Pietop t Hof Christina Schipper Rienko van der Schuur 1 Elperstroomgebied Natura 2000 14 mei 2013 Programma Inleiding Doelen Knelpunten Activiteiten Aanvullend

Nadere informatie

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant,

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant, Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant, hoe doen we dat en werkt het? Wiel Poelmans Programma Natuur Provincie Noord-Brabant Wat komt er aan de orde? Positie biodiversiteit in natuurbeleid Waarom, wat,

Nadere informatie

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer BIJLAGE BO-1 Beleidskader omslag van minder verwerving naar meer beheer 1. Inleiding Het kabinet heeft vastgesteld dat realisatie van de nog aan te leggen nieuwe natuurgebieden in de EHS voor een groter

Nadere informatie

Realisatie van robuuste verbindingen, Rien Reijnen, ^^^ keuuis uaat praktijk Paul Opdam & Claire Vos -t /

Realisatie van robuuste verbindingen, Rien Reijnen, ^^^ keuuis uaat praktijk Paul Opdam & Claire Vos -t / Natuur 104de jaargang november 2003 nummer 6 254 Realisatie van robuuste verbindingen, Rien Reijnen, ^^^ keuuis uaat praktijk Paul Opdam & Claire Vos -t / De huidige beleidsinspanningen zijn onvoldoende

Nadere informatie

BIJLAGE 3: Toetsingskader

BIJLAGE 3: Toetsingskader BIJLAGE 3: Toetsingskader In dit toetsingskader geven partijen een nadere invulling en uitwerking aan de kaders die in de PKB Plus PMR met betrekking tot het deelproject 750 hectare natuur en recreatie

Nadere informatie

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen Ernst Bos en Theo Vogelzang (LEI) Opgave LEI: Beoordeel peilstrategieën Groene Hart op basis van Maatschappelijke Kosten en Baten Opbouw presentatie:

Nadere informatie

Bijlagen Plan-MER Robuuste verbinding Sallandse Heuvelrug- Drents Plateau in Drenthe (zuidelijk deel)

Bijlagen Plan-MER Robuuste verbinding Sallandse Heuvelrug- Drents Plateau in Drenthe (zuidelijk deel) Bijlagen Plan-MER Robuuste verbinding Sallandse Heuvelrug- Drents Plateau in Drenthe (zuidelijk deel) Grontmij Nederland bv Haren, 4 augustus 2008 R080049B, revisie Bijlage 1 Literatuurlijst R080049B,

Nadere informatie

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

Almere 2.0. studieopdracht 3e jaar T&L (in teamverband)

Almere 2.0. studieopdracht 3e jaar T&L (in teamverband) Almere 2.0 studieopdracht 3e jaar T&L (in teamverband) Voor de derdejaarsopdracht Ecologie van de opleiding TenL stond de woningopgave van Almere centraal. Almere is in korte tijd uitgegroeid tot een stad

Nadere informatie

Bijlagen Aanvulling Plan-MER

Bijlagen Aanvulling Plan-MER Bijlagen Aanvulling Plan-MER Robuuste verbinding Sallandse Heuvelrug-Drents Plateau in Drenthe (zuidelijk deel) Definitief Grontmij Nederland bv Assen, 24 november 2008 Pagina 1 van 15 Bijlage 1 Schema's

Nadere informatie

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: 14-4-2009 Huidige situatie De locatie maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied Heerenveen Noordoost; een langgerekt gebied tussen grofweg de

Nadere informatie

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Project: 16M8038 Onderwerp: Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Datum: 15 maart 2018 Auteur: Ing. D. van der Veen (ecoloog LievenseCSO) Bestemd

Nadere informatie

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl. Bijlage B, Nota van beantwoording zienswijzen van de heren Liebregts, van Dommelen, van Mierlo en ZLTO afdeling Kempen Zuidoost. Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d.

Nadere informatie

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 DEEL C Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 Deel C Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 Voor de belangrijkste tekstblokken uit het Omgevings plan Flevoland 2006 is hierna een voorstel gedaan voor

Nadere informatie

Bijlage 2a. Advies m.e.r.-plicht

Bijlage 2a. Advies m.e.r.-plicht Bijlage 2a Advies m.e.r.-plicht Notitie Contactpersoon Rob Evelein Datum 27 november 2012 Kenmerk N001-4793200REV-evp-V03-NL Advies m.e.r.-plicht bestemmingsplan glastuinbouwgebied Oostland-Pijnacker

Nadere informatie

Gebiedswijzer Wierdense Veld

Gebiedswijzer Wierdense Veld Programmatische Aanpak Stikstof Gebiedswijzer Wierdense Veld Nederland heeft ruim 160 natuurgebieden aangewezen als Natura 2000-gebied. Samen met de andere landen van de Europese Unie werkt Nederland zo

Nadere informatie

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL Gemeente Bladel Memo wijzigingen in Ruimtelijk Casco ten opzichte van DRS en Dorpenplan Medio 2004 heeft de gemeenteraad van Bladel de StructuurvisiePlus, bestaande uit

Nadere informatie

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal Inhoud presentatie Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal 1. Aanleiding 2. Het gebied 3. Doel van het project 4. Ontwerpproces en uitdagingen 5. Voorbeelden Frank Gerritsen, projectmanager

Nadere informatie

Het Natura 2000 beheerplan Drentsche Aa-gebied: wat houdt het in, wat gaat er gebeuren? Programma

Het Natura 2000 beheerplan Drentsche Aa-gebied: wat houdt het in, wat gaat er gebeuren? Programma Het Natura 2000 beheerplan Drentsche Aa-gebied: wat houdt het in, wat gaat er gebeuren? Informatieavond, 9 december 2014 De Aanleg, Deurze 1 Programma 1. Welkom (Hendrik Oosterveld) 2. Doel van de avond

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

Vraag en antwoord Ecologische Hoofdstructuur

Vraag en antwoord Ecologische Hoofdstructuur Vraag en antwoord Ecologische Hoofdstructuur Maart 2013 Wat is de ecologische hoofdstructuur (EHS)? De ecologische hoofdstructuur is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke

Nadere informatie

memo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst

memo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst memo aan: van: Gemeente Overbetuwe SAB: Johan van der Burg, Nicol Hesselink-Lodewick datum: 21 mei 2013 betreft: Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst project: 80917.18

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN Gemeente Someren Datum: 9 november 2001 Project: 119-4 Status: Definitief Opdrachtgever: Gemeente Someren VOORWOORD Door het college van Burgemeester & Wethouders

Nadere informatie

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies SPELREGELS EHS Spelregels voor ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies Ministeries van LNV en VROM en de provincies 2 De Ecologische Hoofdstructuur, ook

Nadere informatie

Centrumgebied Groene Peelvallei. Openbare informatiebijeenkomst over het planmer

Centrumgebied Groene Peelvallei. Openbare informatiebijeenkomst over het planmer Centrumgebied Groene Peelvallei Openbare informatiebijeenkomst over het planmer Programma Opening en korte toelichting project Presentatie PlanMER Vragen Hoe verder? (20.15 20.25 uur) (20.25 20.55 uur)

Nadere informatie

Neereind Middelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen. Kwaliteiten. grens onderzoeksgebied. agrarisch bedrijf.

Neereind Middelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen. Kwaliteiten. grens onderzoeksgebied. agrarisch bedrijf. LEGENDA grens onderzoeksgebied agrarisch bedrijf Ruimtelijke elementen Hoogdijk / Steenfortseweg Neereind bebouwing dorpsrand - hard opgaande beplanting - lijn opgaande beplanting - blok Kwaliteiten gave

Nadere informatie

Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied

Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied Met het vaststellen van het inpassingsplan wordt binnen OostvaardersWold ruimte gecreëerd voor natuur-, water- en recreatieopgaven. Binnen

Nadere informatie

ECOMPRIS. Hoe kan informatie over ecosysteemdiensten gebiedsprocessen beïnvloeden? : Paul Opdam, Eveliene Steingröver and Claire Vos

ECOMPRIS. Hoe kan informatie over ecosysteemdiensten gebiedsprocessen beïnvloeden? : Paul Opdam, Eveliene Steingröver and Claire Vos ECOMPRIS Hoe kan informatie over ecosysteemdiensten gebiedsprocessen beïnvloeden? : Ingrid Coninx, Art Dewulf, Merel van der Wal : Paul Opdam, Eveliene Steingröver and Claire Vos Maatschappelijke relevantie:

Nadere informatie

Nota inspraak en overleg

Nota inspraak en overleg Nota inspraak en overleg Voorontwerp bestemmingsplan KRW Modderbeek Maart 2015 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Status nota inspraak en overleg 1.3 Reacties vooroverleg 1.4 Ingekomen

Nadere informatie

Barrières en versnippering van de Ecologische Hoofdstructuur,

Barrières en versnippering van de Ecologische Hoofdstructuur, Barrières en versnippering van de Ecologische Hoofdstructuur, 2005-2011 Indicator 16 april 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Robuuste verbinding Holterberg - Haaksbergerveen

Robuuste verbinding Holterberg - Haaksbergerveen Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen

Nadere informatie

Verzoek wijziging bestemmingsplan

Verzoek wijziging bestemmingsplan Verzoek wijziging bestemmingsplan Percelen Rucphen O 225 en O 433 Ruimtelijke onderbouwing kwaliteitsverbetering omgeving Rozenven Inleiding Sinds 2011 is Vereniging Natuurmonumenten eigenaar van natuurgebied

Nadere informatie

Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016

Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016 Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016 Overzicht presentatie Overzicht presentatie: 1. Systeem & gebied 2. Wat speelt er

Nadere informatie

3.3 Gelderland: Ooijpolder-Groesbeek Het uitvoeringsplan

3.3 Gelderland: Ooijpolder-Groesbeek Het uitvoeringsplan 3.3 Gelderland: Ooijpolder-Groesbeek 3.3.1 Het uitvoeringsplan De Proeftuin Ooijpolder-Groesbeek wordt gekarakteriseerd door twee totaal verschillende landschappen. Het Bekken van Groesbeek op de stuwwal

Nadere informatie

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk Jan Stronks Stand van zaken huidig landschap Bos en natuur in de plus! Agrarisch cultuurlandschap sterk in de min: Natuurwaarde holt achteruit

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap. Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s

Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap. Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s Inleiding Decreet IWB, decreet natuurbehoud, SBZ, : vraag naar ecologisch herstel waterlopen

Nadere informatie

De beleidsopgave vanaf 1990

De beleidsopgave vanaf 1990 1 De beleidsopgave vanaf 1990 Kustzone Slufter in de duinenrij bij Bergen, bij (hoge) vloed kan zeewater in de eerste duinvallei binnenstromen. Dit biedt een geschikt milieu voor veel zeldzame (planten)soorten.

Nadere informatie

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha

Nadere informatie

WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS

WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS INLEIDING Als onderdeel van de interne kwaliteitsborging voert het collectief een ecologische toets uit op het beheerplan dat in voorbereiding op de gebiedsaanvraag

Nadere informatie

Erratum Hoofdstuk 5.6 Landschap en cultuurhistorie

Erratum Hoofdstuk 5.6 Landschap en cultuurhistorie Erratum Hoofdstuk 5.6 Landschap en cultuurhistorie 2 Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht-Oost Concept Nota van Beantwoording Versie 26 oktober 2004 Erratum Hoofdstuk 5.6 Landschap en cultuurhistorie

Nadere informatie

Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes

Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes Veldwerkplaats Herstel van vochtig schraalland 14 juli 2016 Fons Mandigers Natuurmonumenten Ecologische Hoofdstructuur (Natte

Nadere informatie

Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet

Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet (dd 12 mei 2014) Samenvatting Het plan N794 Heerderweg heeft als doel verhogen van de verkeersveiligheid van fietsers en automobilisten door de aanleg

Nadere informatie

1. Aankoop grond in Reukens

1. Aankoop grond in Reukens Advies van GNOP-commissie voor de uitvoering van een aantal projecten met betrekking tot de uitbouw en verbetering van een ecologisch netwerk binnen de gemeente Aartselaar. Het oprichten van een GNOP-commissie

Nadere informatie

Beplantingsplan/inrichtingsplan in het kader van Landschappelijke inpassing Klaverdijk 5 opdrachtgever: De heer J. Roes

Beplantingsplan/inrichtingsplan in het kader van Landschappelijke inpassing Klaverdijk 5 opdrachtgever: De heer J. Roes Beplantingsplan/inrichtingsplan in het kader van Landschappelijke inpassing Klaverdijk 5 opdrachtgever: De heer J. Roes Datum: 04-04-2016 Getekend door ing. J.Collou 1 Aanleiding De familie Roes heeft

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 1: Beekdal van de Kleine Aa

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 1: Beekdal van de Kleine Aa ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN Gemeente Someren Datum: 9 november 2001 Project: 119-4 Status: Definitief Opdrachtgever: Gemeente Someren VOORWOORD Door het college van Burgemeester & Wethouders

Nadere informatie

Flora van naaldbossen,

Flora van naaldbossen, Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel

Nadere informatie

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen Gebiedvisie op het buitengebied van de gemeente Drimmelen Door de ZLTO Afdeling Drimmelen Gebiedsvisie voor de gemeente Drimmelen Vanuit de ZLTO-afdeling Drimmelen is het idee gekomen om in navolging van

Nadere informatie

Introductie BRANCH Case Studies Kent en Limburg. Rob Bugter en Sabine van Rooij

Introductie BRANCH Case Studies Kent en Limburg. Rob Bugter en Sabine van Rooij Introductie BRANCH Case Studies Kent en Limburg Rob Bugter en Sabine van Rooij Funded by INTERREG IIIB North West Europe www.branchproject.org Doelen Beter inzicht krijgen in de eisen die de verandering

Nadere informatie

Aanvullende notitie. Toetsing ecologische hoofdstructuur gasthuisweg 1, Herwijnen

Aanvullende notitie. Toetsing ecologische hoofdstructuur gasthuisweg 1, Herwijnen Aanvullende notitie Toetsing ecologische hoofdstructuur gasthuisweg 1, Herwijnen Opdrachtgever: M. van Baalen Uitgevoerd door: Elsken Ecologie Edam, 04-03-2015 Colofon Tekst en fotografie: Ing. D. van

Nadere informatie

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Opsterland. Nr. 25469 16 februari 2017 AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND 1.INLEIDING ZONNE-ENERGIE IN OPKOMST Het

Nadere informatie

Tynaarlo. Bron:

Tynaarlo. Bron: Tynaarlo Bron: www.tynaarlobouwt.nl Introductie Tynaarlo is een klein dorp in de gelijknamige Drentse gemeente waarvan o.a. ook Eelde en Zuidlaren deel uitmaken. Er wonen ongeveer 1800 inwoners. In deze

Nadere informatie

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen. Was-Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2019 (versie 17 jan18) Was Wordt tabel tekstuele wijzigingen Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2019 Pagina Natuurbeheerplan 2018 Ontwerp Natuurbeheerplan 2019

Nadere informatie

zorg voor ons landschap

zorg voor ons landschap Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal www.landschapsbeheergelderland.nl zorg voor ons landschap Stichting Landschapsbeheer Gelderland (SLG): Stichting met ideële doelstelling. Missie: Zorg voor een vitaal, beleefbaar

Nadere informatie

1 Natuur in de Krimpenerwaard

1 Natuur in de Krimpenerwaard Zelfrealisatie 1 Natuur in de Krimpenerwaard Binnen natuurgebieden zijn een grote hoeveelheid aan dier- en plantensoorten te vinden. Hoe groter ( robuuster ) de natuurgebieden zijn, hoe beter de soorten

Nadere informatie

Gebiedswijzer De Bruuk

Gebiedswijzer De Bruuk Programmatische Aanpak Stikstof Gebiedswijzer De Bruuk Nederland heeft ruim 160 natuurgebieden aangewezen als Natura 2000-gebied. Samen met de andere landen van de Europese Unie werkt Nederland zo aan

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop 3 oktober 2002 1179-104 ISBN 90-421-1030-9 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR. analyse GGOR afweging en uitgangspunten Het GGOR voor Alm&Biesbosch richt zich op het realiseren van de gewenste peilen ten behoeve van de geambieerde natuurdoeltypen van de provincie Noord-Brabant voor

Nadere informatie

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen Samenvatting De gemeente Heumen wil in 2050 energie- en klimaatneutraal zijn. Om dit doel te bereiken is het noodzakelijk dat de gemeente en haar inwoners ook

Nadere informatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie Bijlage: beoordeling duurzame locatie Het bedrijf is gelegen in een verwevingsgebied. In een verwevingsgebied is een bouwblokvergroting voor intensieve veehouderijen toegestaan indien het bedrijf is gelegen

Nadere informatie

Een golfbaan natuurlijk!

Een golfbaan natuurlijk! Een golfbaan natuurlijk! Kansen van golfbanen voor natuur, landschap en recreatie Een golfbaan biedt kansen voor natuur en Steeds meer mensen spelen golf. Regelmatig worden initiatieven voor nieuwe golfbanen

Nadere informatie

KASSABON ENERGIEOPBRENGST ha zonneveld- 155 GWh/jaar. aantal huishoudens: LANDSCHAPPELIJKE INVESTERING. kosten aankoop/aanleg: LAAG

KASSABON ENERGIEOPBRENGST ha zonneveld- 155 GWh/jaar. aantal huishoudens: LANDSCHAPPELIJKE INVESTERING. kosten aankoop/aanleg: LAAG ENERGIE VOOROP Het scenario energie voorop gaat uit van een maximale energieopbrengst binnen de wettelijke kaders en bestaat uit winden zonne-energie. De gemeenteraad heeft expliciet gevraagd om zo n maximale

Nadere informatie

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie Groene randen Gezien de ligging van het zonneveld is gekozen voor een open uitstraling, de randen worden verzacht met een groen blauwe structuur. Royale watergangen

Nadere informatie

h.ebels(&gemeentelangediik.ni en (in cc.) s.appeiman(d~c~emeenteiangediik.nl

h.ebels(&gemeentelangediik.ni en (in cc.) s.appeiman(d~c~emeenteiangediik.nl gemeente Langedijk Urhahn Urban Design Tav. de heer S. Feenstra Laagte Kadijk 153 1O18ZD AMSTERDAM Datum 17 maart 2015 B P/PEZ/SA Afdeling/team Uw brief/nummer Inlichtingen bi1 Onderwerp Bijiage(r) De

Nadere informatie

Bedrijven & Biodiversiteit = 3!

Bedrijven & Biodiversiteit = 3! Bedrijven & Biodiversiteit... 1+ 1 = 3! Context, praktijk en kansen 6 Oktober 2016, Robbert Snep Verspreiding van bedrijventerreinen in Nederland Bedrijventerrein ?? ?? Infra-rood beeld: rood is bomen,

Nadere informatie

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan.

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan. Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan. Deze folder gaat over het herstellen van natte natuurparels in Noord-Brabant.

Nadere informatie

BIJENLANDSCHAP OP DE KAART. Koos Biesmeijer Naturalis Biodiversity Center

BIJENLANDSCHAP OP DE KAART. Koos Biesmeijer Naturalis Biodiversity Center BIJENLANDSCHAP OP DE KAART Koos Biesmeijer Naturalis Biodiversity Center Koos.biesmeijer@naturalis.nl BIJENLANDSCHAP OP DE KAART Bijen op de kaart figuurlijk letterlijk Bijenlandschap op de kaart BIJEN

Nadere informatie

Oplegnotitie Mitigatie en Compensatieplan

Oplegnotitie Mitigatie en Compensatieplan Oplegnotitie Mitigatie en Compensatieplan A27/A12 Ring Utrecht Deze oplegnotitie is tevens een bijlage bij de Nota van Wijziging bij het tracébesluit A27/A12 Ring Utrecht Datum december 2016 Status definitief

Nadere informatie

MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting

MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting Van zoekgebieden naar inrichting oktober 2004 Adecs Oost bv oktober 2004 MER Regionaal Bedrijventerrein

Nadere informatie

Life+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap

Life+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap Life+ Together for Nature samen werken aan herstel van heidelandschap Life+ Together for Nature samen werken aan herstel van heidelandschap TOGETHER? TOGETHER staat voor TO GET HEath Restored: we zetten

Nadere informatie

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016 FLEVOLAND R U I M T E VOOR OPLOSSINGEN ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016 ANTWOORDNOTA ONTWERP NATUURBEHEERPLAN FLEVOLAND 2016 Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben op 16 december

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS

Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS Betreft Actualisatie natuurcompensatieplan Waalre-Noord Fase 1 1 Algemeen De gemeente Waalre is voornemens woningbouw te realiseren

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen. Oktober Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie

NIEUWSBRIEF. Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen. Oktober Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie NIEUWSBRIEF Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen Oktober 2014 Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie Zuid-Holland gaan op een andere manier samenwerken aan de ontwikkeling

Nadere informatie

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht Nota van Beantwoording Zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Ruimte voor de Grecht DSPDF_1CB_31313139393036373432.doc Afdeling Ruimtelijke ontwikkeling vakgroep Ruimtelijke ordening Mei 2013 Gemeente Woerden,

Nadere informatie

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente 2e ontwerpatelier locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug 5 locatiesin beeld Proces Principes waterwinning Bestaande

Nadere informatie

WONEN, WERKEN & VOORZIENINGEN

WONEN, WERKEN & VOORZIENINGEN WONEN, WERKEN & VOORZIENINGEN Om een levendig gebied te creëren wordt als programma ingezet op een mix van wonen, werken en voorzieningen. Door deze functies op de begane grond te mengen ontstaat zowel

Nadere informatie