Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland
|
|
- Greta Vermeiren
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland Paper voor de NAD: de Nederlandse Arbeidsmarkt Dag October 2011, CBS, Den Haag/Voorburg Ben Dankmeyer, CBS Kea Tijdens, University of Amsterdam / AIAS Ben Dankmeyer is werkzaam als statistisch onderzoeker bij de taakgroep Analyse Werkgelegenheid en Lonen van het CBS in Den Haag Kea Tijdens is onderzoekscoordinator bij de Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS), wetenschappelijk coördinator van de WageIndicator/Loonwijzer web-survey en hoogleraar Arbeid, Organisatie en Emancipatie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Samenvatting In Nederland verschilt de loonkloof tussen mannen en vrouwen tussen sectoren aanzienlijk. De subsector vervoer door de lucht kent een loonkloof van bijna 39%, terwijl deze bij de subsector milieudiensverlening zich beperkt tot 0,1%. Verklaringen hiervoor zijn nog weinig getest: is louter de sexe-samenstelling van de sector van belang of zijn ook de sectorale compositie leeftijdsklassen of bedrijfsgroottes van belang, alsmede de aandelen in de vrouwelijke respectievelijk mannelijke beroepsbevolking? Met andere woorden, houden structurele kenmerken van sectoren de loonkloof in stand? Deze vragen worden in dit paper onderzocht met behulp van data uit de Statistiek Werkgelegenheid en Lonen (SWL) 2009 van het CBS. Op basis van 2-digit SBI-indeling van de Nederlandse arbeidsmarkt zijn deze kenmerken geaggregeerd en vervolgens is hun invloed op de gemiddelde loonkloof in de sector onderzocht met behulp van regressie analyses. 1 Inleiding De afgelopen jaren is het verschil in loon tussen mannen en vrouwen kleiner geworden. Het tempo waarin dit gebeurt, is echter laag. In de periode is het verschil afgenomen met 0,4 procent op jaarbasis (Dankmeyer, 2010). Het loonverschil is uit te drukken als het gemiddelde bruto-uurloon van vrouwen als percentage van het gemiddelde uurloon van mannen (de zogeheten Gender Pay Gap (GPG ) ). Zo was in 2008 voor vrouwen van 15 tot 65 jaar het gemiddelde bruto-uurloon 81 procent van dat van mannen. Bij jongeren is de GPG aanzienlijk kleiner dan onder ouderen. Bij 15- tot 35-jarige vrouwen was het 90 procent, tussen 35 en 45 jaar 80 procent, terwijl vrouwen boven de 45 jaar minder dan 70 procent van het bruto-uurloon van mannen in deze leeftijdsgroep kregen. Het loonverschil wordt het ongecorrigeerde verschil genoemd. Het loonverschil kan worden gecorrigeerd voor verschillen in achtergrondkenmerken, bijvoorbeeld leeftijd, arbeidsduur, beroeps- of functieniveau en sector, waarna het verschil uiteraard aanzienlijk daalt. In een overzichtsstudie beschrijven Plantenga en Sjoerdsma (2002) drie groepen factoren die meestal gebruikt worden in de analyses: persoonlijke kenmerken (leeftijd/werkervaring, opleiding, ethnische groep), baankenmerken (baanniveau, beroep, Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland 1 05/10/2011
2 arbeidsduur) en overige kenmerken zoals sector en bedrijfsgrootte. Uit het rapport blijkt dat veel analyses uitgaan van de zogenaamde human capital - variabelen. Dit paper richt zich op een van de andere verklarende groepen, namelijk de sector. Zoals in het begin van dit paper al aangegeven, varieren de loonverschillen tussen sectoren aanzienlijk. Bij de financiële instellingen bedragen de gemiddelde loonverschillen tussen mannen en vrouwen in 2008 meer dan 30 procent, terwijl deze in het onderwijs maar net boven de 15 procent uitkomen. Bij de 15- tot 25-jarigen verdienen de vrouwen in beide bedrijfstakken iets meer dan hun mannelijke collega s, maar in hogere leeftijdsgroepen lopen de vrouwen snel een achterstand op. Bij de financiële instellingen verdienen vrouwen van 55 tot 65 jaar ruim 40 procent minder. In het onderwijs loopt het verschil op tot bijna 20 procent. Internationaal blijkt de financiële dienstverlening allerwege een grote loonkloof te vertonen, terwijl de collectieve sector in het algemeen een wat lagere kloof laat zien dan de marktsector (Plantenga en Remery, 2006). Het onderzoek naar beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen tussen sectoren past in een onderzoekstraditie waarin niet de kenmerken van werknemers maar de werking van de markt centraal staat. Gannon et al (2007) bijvoorbeeld analyseren de GPG in zes Europese landen op basis van loonverschillen binnen en tussen sectoren met behulp van de European Structure of Earnings Survey uit In deze zes landen bestaan er voor beide geslachten aanzienlijke loonverschillen tussen sectoren, maar de loonverdeling daarbinnen is zeer vergelijkbaar voor mannen en vrouwen, zij het dat in landen met gedecentraliseerde arbeidsverhoudingen de spreiding aanzienlijk groter is. Sector is, net als bijvoorbeeld beroep, een multidimensioneel begrip. Studies die een effect vinden van sector op loonverschillen, kunnen vaak niet aangeven welke dimensie van sector verantwoordelijk is voor het geveonden effect. Daarmee wordt sector eigenlijk een proxy voor een aantal verklarende dimensies. Veel gebruikt is een sterk geaggregeerde variabele op 1-digit niveau tussen publieke en private sector. De bestanden van het Arbeidsvoorzieningenonderzoek (AVO) bevatten met negen bedrijfssectoren meer detail. In hun overzicht van 20 onderzoeken naar loonverschillen in Nederland hebben Tijdens en Van Klaveren (2011) geen studies aangetroffen waarin de invloed van sector op een meer gedesaggregeerd niveau is onderzocht. Een analyse of en in welke mate de loonverschillen zijn toe te schrijven aan kenmerken van de sectoren veronderstelt een gedetailleerd aggregatie niveau van de sector en vereist daarmee grote databestanden. In dit paper staat daarom de analyse van de loonverschillen in 57 sectoren centraal, geaggregeerd uit de 8 miljoen observaties in de Statistiek Werkgelegenheid en Lonen (SWL) 2009 van het CBS. Alvorens hierop in te gaan exploreren we welke dimensies van sector mogelijk van belang zijn voor de loonverschillen tussen mannen en vrouwen. Een eerste veronderstelling is dat de variatie in de GPG tussen sectoren te maken heeft met de compositie van het werknemersbestand in de sector naar geslacht, al dan niet in combinatie met leeftijd, arbeidsduur, of bedrijfsgrootte. Volgens Van Klaveren et al (2007) echter is bivariaat voor de geselecteerde zeven sectoren in hun onderzoek geen duidelijk patroon te ontdekken of in de sectoren waar relatief veel vrouwen werken de GPG groter dan in sectoren die door mannen worden gedomineerd. Opvallend is verder dat de patronen tussen 1995 en 2005 nauwelijks zijn veranderd. Bedrijfsgrootte is van invloed op het uurloon: werknemers in grote bedrijven verdienen per uur gemiddeld meer dan werknemers in kleine bedrijven. Volgens AVO-2002 is het effect van werken in een groot bedrijf in het bedrijfsleven voor mannen iets groter dan voor vrouwen, terwijl dit voor AVO-2004 net andersom is (Hoeben en Venema, 2004; Erdem et al, 2006). Een tweede veronderstelling is dat de variatie in de GPG tussen sectoren te maken heeft met sexespecifieke verschillen in functies, CAO-dekking, avv, of doorstromingscultuur. Onderzoek op basis van de AVO-data laat zien dat er geen beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen zijn toe te schrijven aan het al dan niet onder een CAO vallen, maar wel is het nadeliger voor vrouwen om onder een ge-avv de CAO te vallen (Hoeben en Venema, 2004; Erdem et al, 2006). Vrouwen werken vaker dan mannen in bedrijven waar een beloningssysteem met salarisschalen wordt toegepast (67% versus 51%). Afzonderlijk voor vrouwen en mannen geanalyseerd blijkt uit AVO-2002 dat de toepassing van salarisschalen voor mannen een loondrukkende werking heeft, maar dat dit voor vrouwen juist financieel profijtelijk is (Hoeben en Venema, 2004, 176). Echter, volgens AVO-2004 ondervinden zowel mannen als vrouwen een significant negatief effect van de toepassing van salarisschalen (Erdem et al, 2006, 178). Aanwijzingen voor een sexe-specifieke verschillen in doorstromingscultuur is gevonden bij de financiële instellingen, waar de Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland 2 05/10/2011
3 variatie in functies veel meer uiteen, waarbij mannen oververtegenwoordigd zijn in de beter betaalde banen; in het onderwijs is de variatie veel kleiner. (Dankmeyer, 2010). 2 Hypotheses, data and methods In dit paper staat een analyse van de GPG in 57 sectoren centraal, geaggregeerd uit de 8 miljoen observaties van de banen in de beroepsbevolking jaar in de Statistiek Werkgelegenheid en Lonen (SWL) 2009 van het CBS. Centraal staat de vraag welke dimensies van sectoren van invloed op de loonverschillen tussen mannen en vrouwen. Hiervoor zijn de volgende vragen en hypotheses onderzocht: 1. Is er een relatie tussen de sexe-compositie van sectoren en de GPG? HYP_1: Naarmate het aandeel vrouwelijke werknemers in een sector hoger is, (a) is de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter; (b) zijn de lonen van vrouwen lager; (c) zijn de lonen van mannen hoger. 2. Is er een relatie tussen de leeftijds-compositie van sectoren en de GPG? HYP_2: Naarmate het aandeel oudere werknemers in een sector hoger is, (a) is de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter; (b) zijn de lonen van vrouwen lager; (c) zijn de lonen van mannen hoger. 3. Is er een relatie tussen de bedrijfsgrootte-compositie van sectoren en de GPG? HYP_3: Naarmate het aandeel grote bedrijven in een sector hoger is, (a) is de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter; (b) zijn de lonen van vrouwen lager; (c) zijn de lonen van mannen hoger. 4. Werken vrouwen bovenmatig in sectoren met lage lonen en verdienen mannen in die sectoren hogere lonen? HYP_4: Naarmate het aandeel van de sectorale vrouwenbanen in de totale vrouwelijke werkgelegeheid hoger is, is (a) de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter; (b) zijn de lonen van de vrouwen lager; (c) zijn de lonen van mannen hoger. 2.1 Data en methode Voor de analyse is de Statistiek Wergelegenheid en Lonen (SWL) gebruikt voor het jaar De SWL is een integraal bestand, gebaseerd op de Polisadministratie. Bedrijven met personeel in loondienst doen periodiek, meestal per maand of vier weken, loonaangifte bij de Belastingdienst. De loonheffing en premies werknemersverzekeringen worden per bedrijf geïnd door de Belastingdienst. Het CBS ontvangt van de Belastingdienst op bedrijfsniveau integraal informatie over de premiegrondslagen en bijbehorende heffingen en premies. De Belastingdienst levert de informatie over de beloning per baan aan het UWV, dat daarmee de zogenoemde Polisadministratie opbouwt. Hierin wordt het arbeidsverleden van alle werknemers geregistreerd. Deze data worden op baanniveau integraal door het UWV geleverd aan het CBS. Banen van werknemers per bedrijf worden bepaald uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV. De Polisadministratie bevat de gehele doelpopulatie. In 2009 betrof dit ruim 500 duizend bedrijven die samen circa 8 miljoen banen tellen. Voor de analyses is geen gebruik gemaakt van de data op micro-niveau, maar is uit de SWL micro-data een nieuw databestand gegenereerd, bestaande uit op sector niveau geaggregeerde gegevens. De sector is hier gedefinieerd als de 2-digit code van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). In totaal gaat het om 57 sectoren. Eén sector telde minder dan 1,000 banen en is daarom buiten beschouwing gelaten (SBI 10: Turfwinning), waardoor de analyses betrekking hebben op 56 sectoren. Voor deze 56 sectoren zijn uitsplitsingen gemaakt naar 10 leeftijdsgroepen en 3 bedrijfsgrootte groepen. Daarna zijn de volgende kenmerken toegevoegd aan het bestand: Aantallen werknemers naar geslacht en totaal per leeftijdsgroep en bedrijfsgrootte Gemiddelde uurlonen van werknemers naar geslacht en totaal per leeftijdsgroep en per bedrijfsgrootte groep. Hierbij zijn 10 leeftijdsgroepen en 3 bedrijfsgrootte groepen onderscheiden. 1 De schrijvers willen Ruud Drankier bedanken voor gereedmaken van het onderzoeksbestand. Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland 3 05/10/2011
4 3 Resultaten Hypothese 1 veronderstelt een relatie tussen de sexe-compositie van sectoren en de GPG: naarmate het aandeel vrouwelijke werknemers in een sector hoger is, (a) is de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter; (b) zijn de lonen van vrouwen lager; (c) zijn de lonen van mannen hoger. De analyses laten zien dat als het aandeel vrouwen in de banen in de sector gecorreleerd wordt met het relatieve loonverschil tussen mannen en vrouwen, de correlatie significant negatief (R_pearson = -.391) is. De grafiek laat geen duidelijke resultaten zien. Als het aandeel vrouwen in de banen in de sector gecorreleerd wordt met de uurlonen van de vrouwen in die sector, dan is de correlatie zoals verwacht negatief (R_pearson = -.176), maar niet significant. De grafiek laat geen duidelijke resultaten zien. Als het aandeel vrouwen in de banen in de sector gecorreleerd wordt met de uurlonen van de mannen in die sector, dan is de correlatie negatief (R_pearson = -.062), maar opnieuw niet significant. De grafiek laat geen duidelijke resultaten zien. Hypothese 2 veronderstelt een relatie tussen de leeftijds-compositie van sectoren en de GPG: naarmate het aandeel van oudere werknemers in een sector hoger is, (a) is de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter; (b) zijn de lonen van mannen hoger; (c) zijn de lonen van vrouwen lager. Oudere werknemers zijn hier gedefinieerd als werknemers van jaar. De analyses laten zien dat als het aandeel van de werkgelegenheid van oudere werknemers in de sector gecorreleerd wordt met het loonverschil tussen mannen en vrouwen, de correlatie niet onaanzienlijk is, maar niet significant (R_pearson = -.243). De grafiek laat enigszins zien dat de loonverhouding verslechterd als het aandeel ouderen groter is. Als het aandeel oudere werknemers in de sector gecorreleerd wordt met de uurlonen van de vrouwen in die sector, dan is de correlatie zoals verwacht negatief (R_pearson =-.293) en significant. De grafiek laat zien dat het uurloon van de vrouwen in de sector lager wordt als het aandeel oudere werknemers in de sector groter is. Als het aandeel oudere werknemers in de sector gecorreleerd wordt met de uurlonen van de mannen in die sector, dan is de correlatie, anders dan verwacht, negatief (R_pearson =-.139) maar niet significant. De grafiek laat geen duidelijk patroon zien. Voor de GPG is de leeftijds-compositie van sectoren dus vooral van betekenis omdat de uurlonen van vrouwen lager worden naarmate het aandeel ouderen groter is in een sector. Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland 4 05/10/2011
5 Hypothese 3 veronderstelt een relatie tussen de bedrijfsgrootte-compositie van sectoren en de GPG: naarmate het aandeel grote bedrijven in een sector hoger is, (a) is de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter; (b) zijn de lonen van vrouwen lager; (c) zijn de lonen van mannen hoger. De analyses laten zien dat als het aandeel van de werkgelegenheid in de grote bedrijven in de sector gecorreleerd wordt met het loonverschil tussen mannen en vrouwen, de correlatie laag en niet significant is (R_pearson = -.153). De grafiek laat evenmin duidelijke resultaten zien. Als het aandeel grote bedrijven in de sector gecorreleerd wordt met de uurlonen van de vrouwen in die sector, dan is de correlatie anders dan verwacht positief (R_pearson =.610) en significant. De grafiek laat zien dat het uurloon van de vrouwen in de sector stijgt als het aandeel grote bedrijven in de sector groter is. Als het aandeel grote bedrijven in de sector gecorreleerd wordt met de uurlonen van de mannen in die sector, dan is de correlatie eveneens, zoals verwacht positief (R_pearson =.535) en significant. De grafiek laat zien dat het uurloon van de mannen in de sector stijgt als het aandeel grote bedrijven in de sector groter is, maar in iets mindere mate dan de stijging van de uurlonen van de vrouwen. Voor de GPG is de bedrijfsgrootte-compositie van sectoren per saldo nauwelijks van betekenis. Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland 5 05/10/2011
6 Hypothese 4 veronderstelt dat vrouwen bovenmatig werken in sectoren met lage lonen en dat mannen in die sectoren hogere lonen verdienen. Naarmate het aandeel van de sectorale vrouwenbanen in de totale vrouwelijke werkgelegeheid hoger is, is (a) de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter; (b) zijn de lonen van de vrouwen lager; (c) zijn de lonen van mannen hoger. Hypothese 4a wordt niet bevestigd. De correlatie tussen het aandeel in de vrouwenbanen en het loonverschil tussen mannen en vrouwen is klein en niet significant (R_pearson =.090). Hypothese 4b wordt evenmin bevestigd. De correlatie tussen het aandeel in de vrouwenbanen en het uurloon van vrouwen is zoals verwacht negatief, maar klein en niet significant (R_pearson = -.107). Hypothese 4c wordt evenmin bevestigd. De correlatie tussen het aandeel in de vrouwenbanen en het uurloon van mannen is anders dan verwacht negatief, maar klein en niet significant (R_pearson = -.056). Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland 6 05/10/2011
7 Op basis van de in de bivariate gebruikte variabelen is er ook een multivarate analyse uitgevoerd.: Model Unstandardized Coefficients Standardized Coefficients t Sig. B Std. Error Beta (Constant),787,040 19,676,000 Aandeel vrouwen in sector -1,195,251-2,606-4,753,000 aandeel vrouwen in leeftijdscategorie boven de 1,135,280 2,435 4,055, aandeel van banen bij bedrijven met meer dan 100,191,060,554 3,202,003 werknemers Aandeel in vrouwenwerkgelegenheid -,460,306 -,311-1,504,143 a Dependent Variable: Verhouding vrouwenloon/mannenloon in sector De verhouding vrouwenloon/mannenloon wordt negatief beinvloed als het aandeel van de vrouwen in de sector toeneemt. Een toename in het aantal vrouwen doet het relatieve verschil in uurloon tussen man en vrouw vergroten. Als het aandeel vrouwen in de de hogere leeftijdscategorie toeneemt, daalt het relatieve loonsverschil tussen mannen en vrouwen in de sector. De verhouding vrouwenloon/mannenloon neemt toe in bedrijven met meer dan 100 werknemers doet het relatieve loonsverschil tussen mannen en vrouwen toenemen. Naarmate het aandeel van de sectorale vrouwenbanen in de totale vrouwelijke werkgelegeheid hoger is, wordt de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter. Dit is in de regressie echter niet significant 4 Conclusies In dit artikel hebben we onderzocht in hoeverre loonverschillen tussen mannen en vrouwen verklaard kunnen worden uit een aantal sectorspecifieke kenmerken. Het blijkt dat wanneer het aandeel vrouwen in de hogere leeftijdscategorien toeneemt het relatieve loonsverschil tussen manen en vrouwen afneemt. Daarentegen neemt deze toe als het totale aantal vrouwen in een sector ten opzichte van het totale aantal mannen toeneemt. Ook de bedrijfsgrootte is van invloed op de relatieve loonsverschillen, deze neemt toe bij grotere bedrijfen. Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland 7 05/10/2011
8 5 Referenties Dankmeyer, B. (2010). Loonverschil tussen mannen en vrouwen neemt langzaam af. In: cbswebmagazine, 27september 2010, CBS. Erdem, O., Bos, M.A. & Hoeben, J. (2006) De arbeidsmarktpositie van werknemers in Den Haag: Arbeidsinspectie Gannon, B., Plasman, R., Rycx, F. & Tojerow, I. (2007) Inter-industry Wage Differentials and the Gender Wage Gap: Evidence from European Countries, Economic and Social Review, 38, Hoeben, J. & Venema, P.M. (2004) De arbeidsmarktpositie van werknemers in Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen groepen werknemers. Den Haag: Arbeidsinspectie Plantenga, J. & Remery, C. (2006) The Gender Pay Gap Origins and policy responses. A comparative review of 30 European countries. Brussels: European Commission Plantenga, J., & S.-W. Sjoerdsma (2002) National Reports on the Unadjusted and Adjusted Gender Pay Gap Netherlands. Utrecht, Economic Institute Rienstra, M. & Hagoort, K. (2006) Beloningsverschillen verklaard? Verschillen in uurloon bij de overheid, Voorburg/Heerlen: CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek Tijdens, K.G. & Van Klaveren, M. (2011) De loonkloof tussen mannen en vrouwen Een review van het onderzoek in Nederland. Amsterdam University of Amsterdam, AIAS Working Paper Van Klaveren, M., Sprenger, W. & Tijdens, K. (2007). Dicht de loonkloof! Verslag van het CLOSE (Correctie LOonkloof in SEctoren) onderzoek voor de FNV, ABVAKABO FNV en FNV Bondgenoten. Eindhoven, STZ advies & onderzoek/amsterdam, Universiteit van Amsterdam/AIAS Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland 8 05/10/2011
Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland *
CBS-BERICHTEN Sectorale verschillen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland * Ben Dankmeyer & Kea Tijdens ** Inleiding De afgelopen jaren is het verschil in loon tussen mannen en vrouwen
Nadere informatieBAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS
BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40
Nadere informatieLonen van niet-westers allochtone vrouwen bij de overheid
Lonen van niet-westers bij de overheid Karin Hagoort en Maartje Rienstra Over het algemeen verdienen minder dan en niet-westerse n minder dan autochtonen. Bij de overheid hebben autochtone gemiddeld het
Nadere informatieNegende voortgangsrapportage gelijke beloning
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33
Nadere informatieSCHOLING IN CAO-AFSPRAKEN
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM SCHOLING IN CAO-AFSPRAKEN Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren, STZ
Nadere informatieFlexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract
Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)
Nadere informatieSCHOLING IN CAO-AFSPRAKEN
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM SCHOLING IN CAO-AFSPRAKEN Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren, STZ
Nadere informatieDOORWERKEN TOT 65 JAAR OF LANGER: WENSEN EN VERWACHTINGEN?
DOORWERKEN TOT 65 JAAR OF LANGER: WENSEN EN VERWACHTINGEN? Rapport van ILC Zorg voor, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)
Nadere informatieOuderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers
Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS) Inhoudsopgave
Nadere informatieDe loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011
De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Samenvatting rapport 2011 Hoe groot is de loonkloof? Daalt de loonkloof? De totale loonkloof Deeltijds werk Segregatie op de arbeidsmarkt Leeftijd Opleidingsniveau
Nadere informatieDe arbeidsmarktpositie van werknemers in 2002
Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Directie Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2002 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen
Nadere informatieDe arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004
Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Directie Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen
Nadere informatieLEVENSLOOP EN POP. Onderzoek op basis van de Loonwijzer AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM LEVENSLOOP EN POP Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren, STZ advies
Nadere informatieOUDEREN OP DE ARBEIDSMARKT
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM OUDEREN OP DE ARBEIDSMARKT Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren, STZ
Nadere informatieJong en oud op de arbeidsmarkt,
Jong en oud op de arbeidsmarkt, 2007-2011 Gerda Gringhuis en Ben Dankmeyer 1. Inleiding De gemiddelde leeftijd van de bevolking neemt toe. De vergrijzing zorg er voor dat meer mensen aanspraak maken op
Nadere informatieNederland: Loonverschillen m/v
WITA GPG project (With innovative tools against gender pay gap) Nederland: Loonverschillen m/v dr. Szilvia Borbély Boedapest, Maart 2016 Inhoud Trends Gemiddelde loonkloof m/v in Nederland benadert het
Nadere informatieKortetermijnontwikkeling
Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van
Nadere informatieIS DE COMBINATIE VAN ARBEID EN ZORG
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM IS DE COMBINATIE VAN ARBEID EN ZORG ZWAAR VOOR VROUWEN MET KINDEREN? Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit
Nadere informatieDiversiteit binnen de loonverdeling
Diversiteit binnen de loonverdeling Osman Baydar en Karin Hagoort Doordat meer vrouwen en niet-westerse werken, wordt de arbeidsmarkt diverser. In de loonverdeling is deze diversiteit vooral terug te zien
Nadere informatieGeen tekort aan technisch opgeleiden
Geen tekort aan technisch opgeleiden Auteur(s): Groot, W. (auteur) Maassen van den Brink, H. (auteur) Plug, E. (auteur) De auteurs zijn allen verbonden aan 'Scholar', Faculteit der Economische Wetenschappen
Nadere informatieUitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking
Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze
Nadere informatieCBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren
CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren Het aantal mensen met een baan is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 6 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren hadden vaker werk. De beroepsbevolking
Nadere informatieTotaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent
Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures
Nadere informatieDe arbeidsmarktpositie van werknemers in 2006
Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2006 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen groepen werknemers
Nadere informatieWERKNEMERS IN DE VOEDINGSINDUSTRIE
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES (AIAS) UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM WERKNEMERS IN DE VOEDINGSINDUSTRIE Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten
Nadere informatieArbeidsmarkt in vogelvlucht
Arbeidsmarkt in vogelvlucht In het eerste kwartaal van 2011 is het aantal banen van werknemers, in vergelijking met het vierde kwartaal van 2010, licht gedaald. Dit is het eerste kwartaal met banenkrimp
Nadere informatieFactsheet Gelijke beloning
Factsheet Gelijke beloning AANLEIDING Uit onderzoek van het CBS blijkt dat er nog steeds beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen bestaan (CBS, 2010). Het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen
Nadere informatieArtikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils
Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in 23 Ingrid Beckers en Birgit van Gils In 23 vonden ruim 9 duizend mensen een nieuwe baan. Dat is 13 procent van de werkzame beroepsbevolking. Het aandeel
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-196 26 september 2002 9.30 uur Werkgelegenheid commerciële sector daalt Voor het eerst sinds 1994 is het aantal banen van werknemers in commerciële bedrijven
Nadere informatieWonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen
Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei loopt op tot 110 duizend. Kwartaalgroei banen versnelt tot 38 duizend
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-118 21 december 2006 9.30 uur Banengroei loopt op tot 110 duizend In het derde kwartaal van 2006 waren er 110 duizend banen van werknemers meer dan in
Nadere informatieAchterblijvers in de bijstand
Achterblijvers in de Paula van der Brug, Mathilda Copinga en Maartje Rienstra Van de mensen die in 2001 in de kwamen, was 37 procent eind 2003 nog steeds afhankelijk van een suitkering. De helft van deze
Nadere informatieAIAS. De loonkloof tussen mannen en vrouwen. Amsterdam Institute for Advanced labour Studies. Kea G. Tijdens & Maarten van Klaveren.
AIAS Amsterdam Institute for Advanced labour Studies De loonkloof tussen mannen en vrouwen Kea G. Tijdens & Maarten van Klaveren Working Paper 114 December 2011 AIAS University of Amsterdam Acknowledgement
Nadere informatieOuderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann
Ouderschapsverlof Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ruim een kwart van de werknemers in Nederland die in 24 recht hadden op ouderschapsverlof, hebben daarvan gebruik gemaakt. nemen veel vaker ouderschapsverlof
Nadere informatieMicrodata Services. Documentatie Minimumloonklasse van banen van werknemers (MLKLASSEBUS)
Documentatie Minimumloonklasse van banen van werknemers (MLKLASSEBUS) Datum: 24 oktober 2018 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling of de opdrachtgever op eigen
Nadere informatieAandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement
Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen in de volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Inleiding In ons recent onderzoek betreffende de gerechtigden op wacht- en
Nadere informatieVergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk
M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt
Nadere informatie(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar
Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.
Nadere informatieOUDEREN. Onderzoek op basis van de Loonwijzer AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM OUDEREN Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren, STZ advies & onderzoek,
Nadere informatieBELONINGSVERSCHILLEN (M/V)
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM BELONINGSVERSCHILLEN (M/V) Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren, STZ
Nadere informatieGemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar
Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen Ton Ferber In de jaren 1992 2001 was de gemiddelde looptijd van een WWuitkering elf maanden. Van de 4,3 miljoen beëindigde uitkeringen was de gemiddelde
Nadere informatieKamervragen van de leden Karabulut en Jansen
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33
Nadere informatieGelijk loon voor gelijk werk?
Gelijk loon voor gelijk werk? Banen en lonen bij de overheid en bedrijfsleven, 12 17-11-14 gepubliceerd op cbs.nl CBS 14 Scientific Paper 1 Leeswijzer Het Centrum voor Beleidsstatistiek van het Centraal
Nadere informatieVrouwen op de arbeidsmarkt
op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna
Nadere informatieVeranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008
Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008 Niels Schenk en Pearl Dykstra Erasmus Universiteit Rotterdam Mei 2013 INTRODUCTIE Onderzoek naar
Nadere informatieJONGE MOEDERS EN HUN WERK
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES (AIAS) UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM JONGE MOEDERS EN HUN WERK Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren,
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieMicrodataservices. Documentatierapport Minimumloonklasse van banen van werknemers (MLKLASSEBUS)
Documentatierapport Minimumloonklasse van banen van werknemers (MLKLASSEBUS) Datum:3 februari 2017 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling of de opdrachtgever op
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-113 30 september 2005 9.30 uur Banenverlies tot staan gekomen In het tweede kwartaal van 2005 waren er vrijwel evenveel banen als in het eerste kwartaal.
Nadere informatieOpen Overheid & Open data
Open Overheid & Open data Afbeelding: City SDK Amsterdam Marieke Schenk Coördinator Leer- en Expertisepunt Open Overheid ICTU/Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ketencafé Loonaangifteketen
Nadere informatieCentrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services. Documentatierapport Minimumloonklasse van banen van werknemers (MLKLASSEBUS)
Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services Documentatierapport Minimumloonklasse van banen van werknemers (MLKLASSEBUS) Datum:26 november 2015 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-161 3 september 2003 9.30 uur Aantal banen in Nederland daalt Het aantal banen van werknemers in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 is 22 duizend
Nadere informatieVoorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005
08 07 Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005 Karin Hagoort, Kathleen Geertjes en Osman Baydar Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken
Nadere informatieWerkloosheid nauwelijks veranderd
Persbericht Pb14-084 18-12-2014 09.30 uur Werkloosheid nauwelijks veranderd - Werkloosheid blijft 8 procent - Meer mensen aan het werk in de afgelopen drie maanden - Aantal WW-uitkeringen met 6 duizend
Nadere informatieSalarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers
Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt
Nadere informatie1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling
Bijlage II Aanvullende analyses 1 Inleiding In aanvulling op de kwantitatieve informatie over de diverse arbeid-en-zorg thema s, is een aantal analyses verricht Aan deze analyses lagen de volgende onderzoeksvragen
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-013 21 februari 9.30 uur Sterke stijging werkloosheid Werkloosheid in januari opgelopen naar 7,5 procent Jeugdwerkloosheid gestegen tot 15 procent Aantal
Nadere informatieSamenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor. Metropoolregio Amsterdam. Oktober amsterdam economic board
Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor Metropoolregio Amsterdam Oktober 2016 amsterdam economic board Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor Metropoolregio Amsterdam (MRA) Oktober 2016
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei vergelijkbaar met tweede helft jaren negentig
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-083 30 november 2007 9:30 uur Forse banengroei In het tweede kwartaal van 2007 waren er 206 duizend banen van werknemers meer dan in hetzelfde kwartaal
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in augustus licht gestegen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-054 20 september 9.30 uur Werkloosheid in augustus licht gestegen Ruim een jaar stijgende lijn werkloosheid Vooral meer jongeren werkloos dan een jaar
Nadere informatieAlleenstaande moeders op de arbeidsmarkt
s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging
Nadere informatieMonitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016
1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren
Nadere informatieWie staan er in Amsterdam voor de klas?
Factsheet januari 2019 Om meer inzicht te krijgen in het lerarentekort brengt (OIS) in opdracht van directie Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) de situatie wat betreft Amsterdamse docenten in beeld. In deze
Nadere informatieInkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners
Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het
Nadere informatie4 Hoe aantrekkelijk zijn O&O functies als startersbaan?
4 Hoe aantrekkelijk zijn O&O functies als startersbaan? Arnaud Dupuy Al meer dan een decennium lang geven bedrijven die veel aan onderzoek en ontwikkeling (O&O) doen te kennen dat zij O&O vacatures maar
Nadere informatieLoonkloof. Factsheet. Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis
Factsheet november 2017 Op 3 november 2017 is het in Nederland Equal Pay Day en wordt er aandacht gevraagd voor de loonkloof: het gemiddelde beloningsverschil tussen mannen en vrouwen. In Nederland is
Nadere informatieKengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013
Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013
Nadere informatie9. Werknemers en bedrijfstakken
9. Werknemers en bedrijfstakken Niet-westerse allochtonen hebben minder vaak een baan als werknemer vergeleken met autochtonen. De positie van de tweede generatie is gunstiger dan die van de eerste generatie.
Nadere informatieSamenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO
Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel
Nadere informatieOuders op de arbeidsmarkt
Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk
Nadere informatieMonitor loonverschillen mannen en vrouwen, 2016
Paper Monitor loonverschillen mannen en vrouwen, 2016 Linda Muller Jeanine Floris Katja Chkalova Ben Dankmeyer Maarten Bloem November 2018 CBS Paper, 1 Inhoud Leeswijzer 3 1. Beloningsverschillen tussen
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid opnieuw toegenomen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-048 18 juli 9.30 uur Werkloosheid opnieuw toegenomen Werkloosheid in juni gestegen tot 8,5 procent In een half jaar tijd ruim 100 duizend werklozen erbij
Nadere informatieUWV Kennisverslag
UWV Kennisverslag 2018-4 Ed Berendsen Coen Akkerman Frank Schreuder INKOMSTENVERREKENING IN DE WW Wat is er door de Wet werk en zekerheid veranderd? Kenniscentrum UWV Maart 2018 Het UWV Kennisverslag is
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid gestegen naar 7 procent
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-078 20 december 9.30 uur Werkloosheid gestegen naar 7 procent 100 duizend werklozen meer dan jaar geleden Aantal WW-uitkeringen met ruim 12 duizend toegenomen
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-252 10 december 2002 9.30 uur Werkgelegenheid groeit in de zorg en daalt in het bedrijfsleven In het derde kwartaal van 2002 is het aantal banen van
Nadere informatie27 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek
27 september 2012 Statistisch Bulletin 12 39 no. Jaargang 68 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder opgelopen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-042 19 juli 9.30 uur Werkloosheid verder opgelopen In juni 6,3 procent werkloos Een jaar lang stijgende lijn werkloosheid 291 duizend WW-uitkeringen
Nadere informatieVerdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen
1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen
Nadere informatieDuurzaamheid uitstroom uit een Abw- en WW-uitkering
Duurzaamheid uitstroom uit een Abw- en WW-uitkering verschillen tussen uitstroom naar Bedrijf en Loondienst Inspectie Werk en Inkomen (februari 2006) 1 Inhoud \ Managementsamenvatting 3 1 Inleiding 4 2
Nadere informatieOUDERE WERKNEMERS. Inhoudsopgave
OUDERE WERKNEMERS Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS) Inhoudsopgave De ILC vragen in de Loonwijzer
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV.
17 maart 2011 Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV Samenvatting Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en UWV publiceren maandelijks in een gezamenlijk
Nadere informatieZoek de verschillen Beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen
Zoek de verschillen Beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen Ashwinie Ramdat 315363 Sociologie Master Arbeid, Organisatie en Management Scriptie: Beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen Begeleidster:
Nadere informatieCBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen
CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.
Nadere informatieJeugdwerkloosheid Amsterdam
Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen
Nadere informatieMeerdere keren zonder werk
Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook
Nadere informatieCO2-monitor 2013 s-hertogenbosch
CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de
Nadere informatieZoek de verschillen Beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen
Zoek de verschillen Beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen Ashwinie Ramdat 315363 Sociologie Master Arbeid, Organisatie en Management Scriptie: Beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen Begeleidster:
Nadere informatieLangdurige werkloosheid in Nederland
Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.
Nadere informatieJeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017
Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse
Nadere informatieHoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen
Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen 1. Wat is het verschil tussen de pearson correlatie en de multipele correlatie R? 2. Voor twee modellen berekenen we de adjusted R2 : Model 1 heeft een adjusted
Nadere informatieBELONINGSVERSCHILLEN BIJ JONGEREN. - eindrapport - Drs. J. Mur Dr. C. van Rij. Amsterdam, december 2005 Regioplan publicatienr.
BELONINGSVERSCHILLEN BIJ JONGEREN - eindrapport - Drs. J. Mur Dr. C. van Rij Amsterdam, december 2005 Regioplan publicatienr. 1312 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam
Nadere informatieKwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2
Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename
Nadere informatieKATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN. Lageloonsectoren. Fernando Pauwels. Tom Vandenbrande. Franci Laondelle 08-12-2005. hoger instituut voor de arbeid
KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN Lageloonsectoren Fernando Pauwels Tom Vandenbrande Franci Laondelle 08-12-2005 hoger instituut voor de arbeid 1 LAGELOONSECTOREN 1. Wie zijn ze en waar werken ze? In welke
Nadere informatieWerkloosheid gedaald
Persbericht PB13-079 19 december 09.30 uur Werkloosheid gedaald Werkloze beroepsbevolking in november met 21 duizend afgenomen Aantal lopende WW-uitkeringen met 11 duizend gestegen Toename aantal WW-uitkeringen
Nadere informatieArbeidsmarktmobiliteit van ouderen
Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Jan-Willem Bruggink en Clemens Siermann Werkenden van 45 jaar of ouder zijn weinig mobiel op de arbeidsmarkt. Binnen deze groep neemt de mobiliteit af met het stijgen
Nadere informatieMeer ouderen langer werkzaam
Meer ouderen langer werkzaam Koos Arts (Centraal Bureau voor de Statistiek) Ferdy Otten (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vooral door de instroom van jongere generaties alsmaar meer werkende vrouwen
Nadere informatieGelijk loon voor gelijk werk?
Paper Gelijk loon voor gelijk werk? Banen en lonen bij de overheid en bedrijfsleven, 14 November 16 CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Gelijk loon voor gelijk werk?, 1 Inhoud Leeswijzer 3 1. Beloningsverschillen
Nadere informatieEindexamen maatschappijleer vwo 2006-I
Opgave 4 Mens en werk: veranderingen op de arbeidsmarkt tekst 9 5 10 15 20 25 30 35 Volgens de auteurs van het boek Weg van het overleg? komen de nationale overheid en de sociale partners steeds verder
Nadere informatieMaandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV
16 februari 2012 Maandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV Samenvatting Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en UWV publiceren
Nadere informatie