Beroepscollege Opleidingswijzer

Transcriptie

1 Beroepscollege Opleidingswijzer

2 1. Welkom! Welkom op het Beroepscollege van het Calvijn College in Amsterdam. Je hebt gekozen voor een bijzondere school. Je krijgt daar de kans om op een manier die bij jou past via het VMBO meteen het MBO niveau 2 diploma te halen. Je kunt op je eigen tempo de opleiding volgen en dus ook versnellen. Er zijn verschillende uitstroommomenten in het laatste jaar en daarna kun je verder in een doorlopende leerlijn naar het MBO niveau 3 of 4 op een ROC. Wij geloven als school in dit concept omdat het meer op maat is gemaakt en het geeft jou de kans om zelf regie te nemen over je leerproces. Heel veel succes en ik zie je graag tijdens de diplomering! Jolanda Hogewind Directeur Calvijn college School: Calvijn College Niveau: niveau 2 Kwalificatie Dossier: Administratief Medewerker, Junior Kapper, Junior Verkoper, Helpende Zorg en Welzijn Leerweg: BOL

3 Inhoudsopgave pagina 1. Welkom 2 2. Even voorstellen 4 3. Onderwijs 5 4. Examinering 7 5. Begeleiding 8 6. Beroepspraktijkvorming (BPV) 9 7. Praktische zaken Wo(o)rd Wijzer Beroepsrichtingen nader bekeken 14

4 2. Even voorstellen Van harte welkom op het Beroepscollege van het Calvijn College. In deze opleidingswijzer vind je informatie over het onderwijs, de examinering en de begeleiding op ons Beroepscollege. Je hebt in de eerste twee jaren op het Calvijn een keuze gemaakt voor een richting waarin je verder wilt leren of je hebt, als je van een andere school komt, voor het MBO gekozen op het Beroepscollege van het Calvijn. Gewoonlijk halen leerlingen een MBO 2 diploma in 6 jaar: 4 jaar VMBO plus 2 jaar MBO. Op het Beroepscollege doorloop je het programma in je eigen tempo. Dit kan betekenen dat je binnen 4 jaar je startkwalificatie kunt halen en ook dat je langer over de opleiding kunt doen. Gemiddeld doe je 5 jaar over het behalen van een MBO 2 diploma. Op dit moment bieden we dus de volgende vier MBO opleidingen aan: Opleiding Niveau Leerweg Gemiddelde duur Junior Kapper 2 BOL 3 jaar (afhankelijk van praktijkervaring) Helpende Zorg en Welzijn 2 BOL 3 jaar Junior Verkoper 2 BOL 3 jaar Administratief Medewerker 2 BOL 3 jaar

5 3. Onderwijs Algemeen Onderwijs is een leerproces. Jouw leerproces vindt deels plaats in de echte beroepspraktijk. Zo ga je je ontwikkelen tot een competente vakman of vakvrouw. Je hebt bepaalde competenties nodig om de werkzaamheden die horen bij het vak dat je gaat leren goed uit te kunnen voeren. We gaan ervan uit dat je alles wat je al kunt niet opnieuw hoeft te leren. Daarom krijg je vanaf de start van je opleiding testen en opdrachten waarmee bepaald wordt wat je moet leren. Een voorbeeld van een test is de rekentest. Een voorbeeld van een opdracht is het vinden van een stageplaats De tijd die je nodig hebt om je diploma te halen wordt door drie factoren bepaald: 1. Hoe snel ontwikkel je de benodigde competenties? 2. Hoe snel toon je op school aan dat je over vakkennis beschikt? 3. Hoe snel bewijs je dat je in de beroepspraktijk de werkprocessen voldoende beheerst? Om een competentie te kunnen meten en beoordelen, heeft het Calvijn College voor iedere competentie een overzicht ontwikkeld. Dat overzicht noemen we een leerlijn. Met behulp van de leerlijnen kan duidelijk aangegeven worden op welk niveau je zit omdat je kunt zien hoe goed je de competenties beheerst aan de hand van jouw cijfers en beoordelingen. Een leerlijn kent drie niveaus: beginner, gevorderde en expert. Aan het eind van jouw opleiding heb je het niveau expert op mbo 2 niveau bereikt. Voorbereiden, uitvoeren en nabespreken/beoordelen van opdrachten Het meten van je kwaliteiten gebeurt altijd aan de hand van een opdracht. Die opdracht kun je op school krijgen of van je praktijkopleider (op je stage). Sommige opdrachten krijgen alle leerlingen. Er zijn ook opdrachten die jij krijgt en je klasgenoot niet. Dan gaat het om een opdracht die jou verder helpt in de ontwikkeling van die competentie(s). Als bij een eerder uitgevoerde opdracht bleek dat je bv bij de competentie samenwerken en overleggen nog op beginnersniveau zit, dan kun je in overleg met je begeleider afspreken dat je een opdracht gaat maken die je verder helpt bij het ontwikkelen van die competentie. Iedere activiteit van jou wordt beoordeeld. Om ervoor te zorgen dat jij en je begeleiders overzicht houden over alle afspraken en activiteiten, houd je een logboek bij. De basis voor de beoordeling zijn de competenties die bij de kerntaken en werkprocessen van de opleiding horen. Deze zijn door de school voorzien van beoordelingscriteria. Voorbereiden Voordat je start met je opdracht, bereid je deze goed voor. Je stelt jezelf de vragen: Welke opdracht ga ik uitvoeren? Waarom voer ik die opdracht uit? Welke competentie wil ik ontwikkelen en meten? Hoe ga ik bewijzen dat ik aan deze competentie gewerkt heb? Welk bewijsmateriaal moet ik bewaren in mijn portfolio (examenmap)? De antwoorden op deze vragen noteer je in je logboek. In jouw logboek komt altijd het volgende aan bod: de voorbereiding van de opdracht, de uitvoering (wat heb je gedaan, wat moest je doen of wat werd er van je verwacht, wanneer heb je het gedaan, wie heeft je geholpen, wat ging goed, waar had je hulp bij nodig) een reflectie op jouw competenties en de beoordeling van de opdracht.

6 Uitvoeren De uitvoering van opdrachten kan op veel verschillende manieren plaatsvinden: Je doet de opdracht alleen of samen met anderen, Je gebruikt steeds hulp van begeleiders of je doet het helemaal zelfstandig, Je doet het op school of thuis, bij je stage of elders buiten school, Je doet het binnen een dag, een week of je neemt nog meer tijd, Je voert de opdracht in één keer uit of je bent er regelmatig kortere of langere tijd mee bezig. Welke manier je kiest, hangt van veel factoren af: van de soort opdracht, wat je wilt leren, je manier van leren, op welk niveau je zit, enzovoort. Nabespreken/beoordelen Na het uitvoeren van een opdracht, wordt deze altijd door jou en je begeleider nabesproken en beoordeeld. Dat nabespreken noemen we reflecteren. Dat is een mooi woord voor terug- en vooruitkijken. Bij die reflectie kunnen de volgende vragen gesteld worden: Wat heb ik met mezelf en mijn begeleider afgesproken om mijn niveau te verbeteren? Heb ik me gehouden aan mijn afspraken? Op welk niveau zit ik nu? Hoe kan ik mijn niveau verbeteren? Ook kun je gewoon een toets krijgen waarvoor je van de vakdocent een cijfer krijgt. De vakdocent/ praktijkopleider of SLB-er vertelt je welk bewijs je aan het einde van de opdracht moet bewaren in jouw portfolio. Een portfolio is een map waarin je beschrijft wat je kan en waarin je de benodigde bewijzen verzamelt waarmee je kunt aantonen dat je aan alle eisen om aan het examen deel te nemen voldoet. Je bouwt gedurende jouw hele opleiding aan je portfolio. In de SLB-lessen zal hieraan veel aandacht besteed worden. Jij bent verantwoordelijk voor jouw manier en tempo van leren. Het is jouw verantwoordelijkheid om dat zo goed mogelijk te doen. De begeleiders hebben de taak je daarbij te helpen. Het hangt van jou af hoeveel hulp je nodig hebt. De begeleiders dragen er ook zorg voor dat je niet onnodig veel studietijd verliest. Zij kunnen je dus aanspreken op je resultaten. Dat kan ook leiden tot het advies om te stoppen met je opleiding. Jouw taken in het leerproces zijn: voorbereiden van opdrachten, uitvoeren van opdrachten en het doen van testen, bijhouden van je logboek, invullen van beoordelingskaarten, voeren van een reflectiegesprek, invullen van reflectieformulieren, verzamelen van bewijsmateriaal en het bewaren van bewijsmateriaal. Voor de vakken Nederlands, rekenen, Engels en LB (burgerschap) wordt in een overzicht bijgehouden welke onderdelen voldoende afgerond moeten zijn om aan het examen te kunnen deelnemen. In de studiewijzer, die je krijgt van de vakdocent, staat welke oefenstof tot welke toets leidt en wat voor competenties je moet bezitten om toegelaten te worden tot het examen. De gegevens van de toetsen en competenties worden opgeslagen in Magister. In het beroepscollege stellen we eisen aan het inleveren van opdrachten elke opdracht (een verslag, logboek verslagen, projectopdrachten enz.) : wordt op tijd ingeleverd (check studiewijzer) wordt op de PC gemaakt is in correct Nederlands is voorzien van titel van de opdracht, je naam, je klas, uitstroomrichting en de naam van je SLB-er Lettertype Arial, 12 pnt, standaard. Dus niet vet, cursief of onderstreept.

7 4. Examinering Algemeen Om examen te kunnen afleggen, moet je bewijzen verzameld hebben waaruit blijkt dat je klaar bent voor het examen. Met een bewijs laat je zien dat je een competentie op een bepaald niveau beheerst. Bij het Calvijn College kennen we de volgende bewijzen: Een bewijs waaruit blijkt dat je een opdracht of werkzaamheden hebt uitgevoerd. Bijvoorbeeld: - een testuitslag of toets cijfer, - een schriftelijke beoordeling van je docent of praktijkopleider, - de uitwerking van een opdracht (zoals een gemaakte affiche, brief, begroting), - een foto- of videoverslag. Als jouw vakdocenten jou een voldoende of goede beoordeling hebben gegeven voor het beroepsgerichte vak mag je examen doen. Met een examen sluit je je onderwijsleerproces af en bewijs je of je competent bent voor je vak en voor de maatschappij. Je mag deelnemen aan het examen als je het onderwijsprogramma met voldoende gevolg hebt voltooid. Bij het examen beoordelen wij of je klaar bent als beginnend vakman of vakvrouw. Het examenreglement staat op Alle MBO 2 opleidingen vallen onder de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Het Calvijn werkt intensief samen met ROC TOP. Je krijgt als je je examen behaalt een officieel MBO 2 diploma van het ROC TOP. Met dit diploma kun je meteen aan de slag of doorstromen naar een vervolgopleiding op een hoger mbo-niveau. Zak- en slaagregeling Je bent geslaagd en ontvangt een diploma als: 1. de beroepsgerichte examens (theorie, praktijk en proeves van bekwaamheid)met een voldoende zijn beoordeeld; 2. je voldaan hebt aan de landelijk vastgestelde eisen voor Nederlands, Engels en rekenen: deze kunnen per jaar verschillen; 3. je het programma Loopbaan en Burgerschap met goed gevolg hebt doorlopen; 4. je voldoende stage uren hebt gelopen bij een erkend leerbedrijf. Examencommissie Calvijn College werkt onder de verantwoordelijkheid van de Examencommissie van ROC TOP, deze is verantwoordelijk voor de examinering van alle scholen binnen ROC TOP. Op het moment dat je examen gaat doen ontvang je hierover aanvullende informatie. Kwaliteitshandboek examinering Het algemeen kwaliteitshandboek examinering is voor alle opleidingen van ROC TOP de richtlijn voor de organisatie van examens. Herkansingen Je mag elk examen één keer herkansen. Als je meer examenmomenten/herkansingen nodig hebt voor hetzelfde examen, dan beslist de examencommissie of dat mogelijk is.

8 5. Begeleiding Begeleiding in je leerproces loopt als een rode draad door de opleiding. Uitgangspunt hierbij is een succesvolle schoolloopbaan van jou als leerling. Op het Beroepscollege leer je wat je nodig hebt om te starten in het beroep van je keuze: wat je moet weten, wat je moet kunnen en welke beroepshouding je nodig hebt. Wat we je leren, in welke volgorde en in welk tempo dat gebeurt, stemmen we zo goed mogelijk af op jouw wensen en mogelijkheden. Tijdens studieloopbaangesprekken bespreekt je SLB-er regelmatig met je hoe het gaat en welke volgende stappen je kunt zetten. Op het Beroepscollege krijg je goede begeleiding die ervoor zorgt dat je de keuzes maakt die voor jou het beste zijn. Wie doet wat? De Studieloopbaanbegeleider Met de SLB-er heb je regelmatig voortgangsgesprekken. Hij/zij geeft begeleiding aan de groep/klas waarin je zit. Dit zijn de groepsgesprekken. Je hebt ook individuele gesprekken over je eigen opleidingstraject. Je SLB-er doet ook de stage begeleiding. De Vakdocent Hij/zij is de expert en begeleidt je bij het aanleren van specialistische vakinhoudelijke kennis en vaardigheden. De Onderwijsassistent Hij/zij ondersteunt op verschillende terreinen, bijvoorbeeld bij het OLC. De Praktijkopleider Hij/zij is de begeleider tijdens leeractiviteiten in de BPV vanuit het bedrijf.

9 6. Beroepspraktijkvorming (BPV), de stage Algemeen De beste manier om kennis te maken met je toekomstige beroep is werken of stage lopen in een bedrijf. We noemen dat beroepspraktijkvorming (BPV of gewoon stage): je leert in de praktijk en past de theorie die je op school geleerd hebt toe. In het beroepscollege ga je stage lopen: in leerjaar drie 1 dag in de week, in leerjaar vier en vijf 2 dagen in de week. Aan het eind van de opleiding kan het zijn dat je meer dan twee dagen stage loopt, je hebt alle vakken afgerond en zit dan in de TOP-klas. Op je stageplek ga je de richting die je hebt gekozen beter leren kennen. Naast vakinhoudelijke kennis werk je aan je competenties. Bij ieder beroep hoort een beroepshouding met de daarbij behorende vaardigheden. De competenties moet je op expertniveau afsluiten. Naast de stage werkzaamheden die je praktijkopleider aan je opdraagt maak je stage opdrachten vanuit de opleiding. Je gaat werken met een stage-logboek en een praktijkwerkboek. De stage opdrachten zijn een belangrijk onderdeel van de opleiding en komen op het schoolrapport. Bij geen stage vertraag je het moment van diplomering. Je loopt het gehele jaar stage. Een stage plek moet je behouden. Alleen in zeer bijzondere gevallen mag er tussentijds van stageplek veranderd worden. Dit gaat altijd in overleg met je SLB-er, BPV-consulent en het stagebureau. Doe je dit op eigen initiatief zonder overleg, dan zijn de consequenties voor jou. Eisen aan het BPV bedrijf: Jouw stage bedrijf moet erkend zijn door het kenniscentrum. Deze erkenning is belangrijk. Alleen erkende leerbedrijven kunnen waarborgen dat jij de kerntaken en werkprocessen goed leert en dat je goed begeleid wordt. Naast de erkenning geldt op het Calvijn ook de regel dat je niet bij een familiebedrijf of een bekend bedrijf van vrienden je BPV mag lopen. De erkende stage-bedrijven zijn gecertificeerd door verschillende kenniscentra: Kenniscentrum Kwalificatiedossier Calibris Helpende Zorg en Welzijn, niveau 2 KC Handel Verkoper, niveau 2 Ecabo Administratief medewerker, niveau 2 KOC Junior Kapper, niveau 2 Op vind je erkende bedrijven. Het is erg belangrijk dat je op tijd een stageplek vindt omdat 40% (in leerjaar 4 en 5) van de schooltijd op de stage moet worden besteed. De SLB er begeleidt je hierin. Je start de stageperiode op het moment dat alle administratieve zaken zijn geregeld en de praktijkovereenkomst is ondertekend en ingeleverd op het stagebureau. Als de praktijkovereenkomst nog niet binnen is bij het stagebureau mag je geen stage lopen, je bent dan namelijk niet verzekerd en uren worden niet formeel geregistreerd. De stageplek is ook bepalend voor je afstuderen omdat je daar aan het einde van je opleiding een examen op stage gaat doen, de zogenaamde proeve van bekwaamheid (PvB). Begeleiding van de stage Tijdens de stage word je natuurlijk begeleid. Dat is in de eerste plaats de praktijkopleider van het bedrijf. Daarnaast heb je een begeleider vanuit de school, je SLB-er. In het BPV reglement is vastgelegd hoe de taken en verantwoordelijkheden precies zijn verdeeld.

10 Activiteit Zoeken van een stage (cv/motivatiebrief) SLB er Stagelogboek (Opdracht 1, 2, 3 en 4) x x SLB-uur op school (stage) Stagebezoeken (kennismakingsgesprek, voortgangsgesprek en eindgesprek) Competentiekaarten aftekenen x x Urenregistratie op stage Het trekken van conclusies of helpen stellen van leervragen (algemene coaching/begeleiding) Praktijkopdrachten vanuit het afdelingsvak Stagelogboek en beoordeling op schoolrapport x x x x x Praktijkopleider Vakdocent x x x x x Beoordeling van de stage De praktijkopleider van het leerbedrijf beoordeelt jouw prestaties tijdens de stage. De school levert daarvoor de beoordelingscriteria en een aantal punten waarop speciaal moet worden gelet. De totale beroepspraktijkvorming is zo belangrijk, dat de school altijd adviseert om nog geen examen te doen zolang de beoordeling in de praktijk onvoldoende is. De stageperiode is een zeer leerzame en boeiende tijd waarin je een eerste stap zet in de echte wereld. Deze periode leert je ook nadenken over welke vervolgopleiding je daadwerkelijk wilt gaan doen. Ook kun je er interessante contacten aan over houden die je later verder kunnen helpen in je maatschappelijke carrière.

11 7. Praktische zaken Contacten school en thuis Wij vinden het belangrijk ook contact te hebben met je ouders. Je ouders of verzorgers spelen een belangrijke rol in jouw leven en dus ook in jouw opleiding. Het Calvijn neemt om die reden regelmatig contact met jou en je ouders op over je studievoortgang. Eigen verantwoordelijkheid. Als je nog geen 18 jaar bent móet je in Nederland onderwijs volgen totdat je minimaal een diploma op MBO niveau 2, havo of vwo hebt gehaald. In de Onderwijsovereenkomst staan o.a. je rechten en plichten wat betreft je aan- en afwezigheid en verzuim: wat moet je doen als je ziek bent, extra verlof wilt en wat er gebeurt als je ongeoorloofd afwezig bent. Op school word je door je SLB-er hierover geïnformeerd en in de algemene studiegids staan alle rechten en plichten beschreven. In het Beroepscollege gebruiken we Magister - een digitale leeromgeving waarin alles wat met je studie te maken heeft, wordt bijgehouden: je prestaties, je presentie, de gesprekken met je studieloopbaanbegeleider, je portfolio, je stage en vele andere zaken. Studiefinanciering Als je 18 bent en een BOL-opleiding volgt, heb je recht op Studiefinanciering of Tegemoetkoming Studiekosten. Voorwaarde is dat je op jouw BOL-opleiding minimaal 850 begeleide onderwijsuren per jaar realiseert. Begeleide onderwijsuren zijn bijvoorbeeld onderwijsuren, begeleidingsuren, beroepspraktijkvorming-uren en excursie-uren. In de praktijk vraagt je opleiding meer tijd dan alleen de begeleide onderwijsuren, omdat je bijvoorbeeld ook tijd besteedt aan huiswerk. Dat totaal noemen we studiebelastingsuren (SBU s). De opleidingen bestaan uit minimaal 1600 en maximaal 6400 SBU s. Doe je een mbo-opleiding op niveau 1 of 2, dan is je studiefinanciering een gift. Na je opleiding betaal je alleen een eventuele lening terug. Iedereen die recht heeft op studiefinanciering, krijgt een basisbeurs. Naast de basisbeurs kun je een aanvullende beurs aanvragen. Voor de meeste leerlingen is de basisbeurs (en ook de aanvullende beurs) een onderdeel van de prestatiebeurs.

12 8. Wo(o)rd Wijzer Onderstaand enkele woorden/termen uit deze opleidingswijzer die wellicht nieuw voor je zijn en waarvan we op het Beroepscollege veel gebruik maken. Het is belangrijk dat je je deze begrippen en afkortingen snel eigen maakt: SLB-er BPV Praktijkopleider POK Proeve CGO CGE Studieloopbaanbegeleider, eigenlijk de nieuwe term voor mentor. Je persoonlijke studiebegeleider. Beroepspraktijkvorming, de nieuwe term voor stage. Je begeleider en beoordelaar op je stageplaats. Praktijkovereenkomst, een formulier waarop de afspraken staan tussen jou, het Beroepscollege/school en je stage-bedrijf. Het dient door alle partijen ondertekend te worden en ingeleverd te worden op school. Pas als het binnen is op het stage-bureau kun je met je stage beginnen. Ook wel Proeve van Bekwaamheid genoemd, is het praktijkexamen op je stageplaats. Competentiegericht onderwijs, de nieuwe term voor beroepsgericht onderwijs. Competentiegericht examineren. Bij het competentiegerichte examen voer je de (kern)taken en werkprocessen uit die bij jouw toekomstige beroep horen. Het examen vindt plaats in een (bijna) echte praktijksituatie, waar alles wat je moet kennen en kunnen en de juiste beroepshouding samenkomen. Kwalificatiedossier Een overzicht waarin de beroepsvereisten staan voor een beginnend beroepsbeoefenaar. Deze beroepsbeschrijving bestaat uit kerntaken, werkprocessen en competenties. Voorbeeld: het kwalificatiedossier van Helpende Zorg en Welzijn. Kerntaken Werkprocessen Competenties Dit zijn taken die elke beroepskracht zelfstandig moet kunnen uitvoeren en die in dat beroep steeds weer terugkomen. Om het diploma te halen moet de leerling deze kerntaken een aantal keren in verschillende (praktijk-) situaties uitvoeren en laten beoordelen door de praktijkopleider. Voorbeeld: kerntaak 2: ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Dit zijn beroepsactiviteiten binnen een kerntaak; ze zijn kenmerkend voor de beroepspraktijk. Voorbeeld: werkproces 2.1 : ondersteunt een cliënt/zorgvrager op emotioneel gebied Het geheel van kennis, inzicht (wat weet je?), houding en vaardigheden (wat kun je?) die een leerling nodig heeft om een beroep in de beroepspraktijk en in de maatschappij uit te kunnen oefenen. Competenties moet je beheersen om werkprocessen succesvol uit te voeren. Voorbeeld: competenties bij werkproces 2.1 Aandacht en begrip tonen Interesse tonen Luisteren Inleven in andermans gevoelens Anderen steunen

13 Leerlijn Logboek Magister Portfolio Reflecteren Studiewijzer EVC AVO-vakken SBU Een overzicht aan de hand waarvan iedere competentie en de mate waarin je die beheerst gemeten en beoordeeld kan worden. Een leerlijn kent drie niveaus: beginner, gevorderde en expert. Aan het eind van jouw opleiding heb je het niveau expert op mbo 2 niveau bereikt. Een overzicht waarin jij al je afspraken en activiteiten bijhoudt. Al jouw gegevens van toetsen en competenties worden hierin opgeslagen. Examenmap waarin je beschrijft wat je kunt en waarin je de benodigde bewijzen verzamelt waarmee je kunt aantonen dat je aan alle eisen om aan het examen deel te nemen voldoet. Nabespreken Een overzicht waarin staat welke oefenstof tot welke toets leidt en wat voor competenties je moet bezitten om toegelaten te worden tot het examen. Erkenning van Verworven Competenties; competenties die je al hebt door (werk)ervaring of een andere studie waardoor je in aanmerking kunt komen voor vrijstelling. Via een erkende EVC-aanbieder kun je een ervaringscertificaat behalen. De examencommissie beslist dan of je (delen van) het examen alsnog moet afleggen of dat je een diploma krijgt. De algemeen vormende vakken. Op het beroepscollege o.a: Nederlands, Engels en rekenen. Studiebelastingsuur. De tijd die je aan je studie besteedt op school en tijdens je beroepspraktijkvorming. Opleidingen bestaan uit minimaal 1600 en maximaal 6400 SBU s.

14 9. Beroepsrichtingen nader bekeken Onderstaand de vier belangrijkste beroepsrichtingen op het Calvijn College waarvoor je gediplomeerd kunt worden. Om een beter beeld te krijgen van het beroep van jouw keuze staan de kerntaken en bijbehorende werkprocessen vermeld. Helpende Zorg en Welzijn Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke verzorging/adl 1.4 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren 1.5 Handelt in onvoorziene situaties Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren 2.1 Ondersteunt een cliënt/zorgvrager op emotioneel gebied 2.2 Ondersteunt een cliënt/zorgvrager bij de zelfredzaamheid Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 3.1 Werkt aan de eigen deskundigheidsbevordering en professionalisering 3.2 Stemt de werkzaamheden af 3.3 Evalueert de werkzaamheden Administratief medewerker Kerntaak 1 Verricht ondersteunende secretariële werkzaamheden 1.1 Verzorgt correspondentie 1.2 Verzorgt inkomende en uitgaande post en neemt goederen in ontvangst 1.3 Beheert een agenda en een reserveringssysteem 1.4 Ontvangt bezoekers 1.5 Bedient de communicatiemiddelen en handelt telefoongesprekken af Kerntaak 2 Verricht ondersteunende (financieel) administratieve werkzaamheden 2.1 Ordent en controleert boekingsstukken 2.2 Voert administratieve gegevens in in een geautomatiseerd systeem 2.3 Vult eenvoudige formulieren in

15 Junior Verkoper detailhandel Kerntaak 1 Ontvangt en verwerkt goederen 1.1 Ontvangt goederen 1.2 Slaat goederen op 1.3 Vult vaste artikelpresentatie aan 1.4 Bouwt tijdelijke presentaties op 1.5 Verzorgt de winkel en/of de opslagruimte Kerntaak 2 Verkoopt en verleent service 2.1 Ontvangt en benadert klanten 2.2 Voert verkoopgesprek 2.3 Levert branchespecifiek maatwerk 2.4 Plaatst een bestelling voor een klant 2.5 Neemt klachten aan 2.6 Neemt klachten aan 2.7 Neemt deel aan werkoverleg Kerntaak 3 Handelt verkooptransacties af 3.1 Maakt afrekenpunt en systeem gebruiksklaar 3.2 Informeert de klant over de verkoopafhandeling 3.3 Bedient het afrekensysteem 3.4 Sluit het afrekensysteem af Junior Kapper Kerntaak 1 Knipt en/of snijdt het haar korter 1.1 Afspraak maken en de klant ontvangen 1.2 Analyse uitvoeren van haar en hoofdhuid 1.3 Behandelplan opstellen of bijstellen en behandeling voorbereiden 1.4 Verzorgen van het haar en de hoofdhuid 1.5 Knippen en/of snijden Kerntaak 2 Vormt het haar om 2.1 Analyse uitvoeren van haar en hoofdhuid 2.2 Behandelplan opstellen of bijstellen en behandeling voorbereiden 2.3 Kappen van lang haar 2.4 Föhnen en stylen 2.5 Tijdelijk omvormen 2.6 Blijvend omvormen 2.7 Producten en diensten verkopen en adviseren Kerntaak 3 (Ont)kleurt het haar 3.1 Analyse uitvoeren van haar en hoofdhuid 3.2 Behandelplan opstellen of bijstellen en behandeling voorbereiden 3.3 (Ont)kleuren 3.4 Behandeling afronden en administratie bijwerken

16 Calvijn College Schipluidenlaan HE Amsterdam