Voorstel - Kennis nemen van de managementsamenvatting van de businesscase van PwC.



Vergelijkbare documenten
Gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding Samenvatting Concept besluit De businesscase

V.V: 30 november 2011 Datum 27 oktober 2011 Agendapuntnr. B.4 Bijlagen - besluit - bijlage 1 managementsamenvatting

Concept gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding

In aansluiting op de eerder gezonden planning. Wil ik je vragen bijgaande memo ter informatie mee te willen nemen naar de komende collegevergadering.

Parafering besluit PFO Bom D&H Conform Geparafeerd door: Heijloo, R.W.N.

[Geef tekst op] [Geef tekst op] bijlage B

Sociaal Plan. Onderhandelingsakkoord, bereikt in het BGO op 5 juni 2012

Oplegger. Vooraf. Personele gevolgen

Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten

ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet vertegenwoordigd door hun voorzitter;

Samenwerking en bestrijding

In D&H: Steller: Marjan van Meelis BMZ Telefoonnummer: (030) SKK Afdeling: MRB In AB: Portefeuillehouder: Poelmann

iei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap Adres

Partijen, Hierna gezamenlijk te noemen: de waterschappen,

Onderwerp: Overdracht MRB, samenwerkingsverband waterschappen Nummer:

Muskusrattenbeheer samenwerkingsverband waterschappen Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe, Hollandse Delta en Rivierenland. Beleidsnota

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH

Vergaderstuk Algemeen bestuur

lei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap

6. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, verder te noemen: waterschap sub 6;

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014

Overeenkomst van kosten voor gemene rekening muskusrattenbestrijding

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Initiatiefvoorstel Aanpassing reglementen waterschappen Rijnland, Delfland, Schieland en de Krimpenerwaard en Hollandse Delta"

Inleiding pag. 1. Ontwerp-besluit pag. 3. Toelichting pag 5. Bijlage(n): 1 Verzoekbrieven OLM

Ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet rechtsgeldig vertegenwoordigd door hun voorzitter

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

Onderwerp Gezamenlijk besluit tot wijziging van het Reglement van Waterschap Vallei en Veluwe

Datum : 16 maart 2004 Nummer : PS2004WEM01 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM

BESTUURSOVEREENKOMST Uitvoeringsregeling POP-3 subsidies Zuid-Holland

Kwijtscheldingsbeleid Drents Overijsselse Delta

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen

MUSKUSRATTEN- EN BEVERRATTENBESTRIJDING PROVINCIE GRONINGEN JAARPLAN 2008

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MUSKUSRATTENBESTRIJDING NOORD- BRABANT

Openbaar. Bijzonder georganiseerd Overleg MGR. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Contra-expertise lastenontwikkeling door Project Gebonden Aandeel waterschappen aan het Hoogwater Beschermingsprogramma

Gevraagd besluit Verenigde Vergadering Kennis te nemen van de concept Gemeenschappelijke Regeling laboratoriumdiensten.

1. Huidige aandelenverhouding en verliesbijdrage

: Huisvesting muskusrattenbestrijding medewerkers

Quickscan Muskusrattenbeheer West- en Midden Nederland en overige verbonden partijen

Besluit tot vaststelling ontwerpbesluit tot wijziging Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2008

Evaluatie overeenkomst Muskusrattenbeheer West en Midden Nederland. Eindrapportage November 2014 Jan Gronouwe

Inventarisatie verkiezingen tot 1 januari Herindelingsverkiezingen

ALGEMEEN BESTUUR. Omdat ook een aantal tekstuele aanpassingen moesten worden verricht is een geheel nieuwe (gewijzigde) begroting opgesteld.

PROVINCIAAL BLAD. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 18 september 2018, met het besluitnummer ;

Statenvoorstel. Vaststellen wijziging reglement Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44

M E M O. Reg.nr.: Aan: Commissie BOD, 12 september Cc: Stand van zaken vaarweg- en nautisch beheer. Datum: 21 augustus 2012

Ontwerpbesluit Wijziging Reglement waterschap Vallei en Veluwe pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage Nota van toelichting bij ontwerpbesluit pag.

ANNOTATIE AB1724. Algemeen: Vergadering: AB Datum vergadering: 22 september Agendapunt: 3 Onderwerp: Toekomst APV taken en bijzondere wetten

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER EIGENAAR. 23 mei april 2018 P&A Maarten van Helden

Sociaal Plan. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus - Tricijn. Fase I (concept onderhandelingsakkoord)

Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Provinciale waterregelgeving. 1 Ontwerpbesluit. Provinciale Staten van Zuid-Holland,

agendapunt H.05 Aan Verenigde Vergadering

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Dienstverlening Bedrijfsvoering (Overeenkomst Gemene rekening)

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum:

Parafering besluit PFO Mid B - Geparafeerd door: Boer, G. de D&H Geparafeerd door: Boer, G. de

Jaaroverzicht 2012 Inhoud

INGEKfìMFN ne NOV.?0Î5. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier T.a.v. Algemeen bestuur Postbus AG HEERHUGOWAARD

Statenvoorstel. Vaststellen wijziging reglement van bestuur Hoogheemraadschap van Delfland. Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Evaluatie business case muskusrattenbestrijding

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

DB-vergadering Agendapunt 9. Onderwerp Aanpassing Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis (Gr HWH)

Eindrapportage toekomstbestendigheid DBFO-contract. 23 mei Vergaderdatum. Kenmerk VV : B.06. Agendapunt

B&W-Aanbiedingsformulier

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging van de Verordening ruimte 2014, provincie Noord-Holland

Positionering Jeugdbeschermingstafel. Holland Rijnland

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 31 oktober 2006;

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan vast te stellen.

Jaarrapportage vangstontwikkeling 2013 Muskusrattenbeheer waterschappen Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe, Hollandse Delta en Rivierenland

Totale kosten VR NHN (structureel) Af: Totale structurele baten VR NHN (exclusief. Uitkomst nieuwe gemeentelijke bijdrage

V0232/H maart 2015 PARTIJEN

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

Voorstel voor de Raad

In de kolom "SWS" ziet u of stemmen in een willekeurig stemlokaal (SWS) van toepassing is in de betreffende gemeente.

Voorstel aan algemeen bestuur

SOCIAAL PLAN regelende de plaatsing van ambtenaren van gemeente Haarlem en Provincie Noord-Holland bij de Milieudienst IJmond.

Distributie. Centrale. Laag

: Nieuw belastingstelsel

B. Verkleinen takenpakket Provincie Zuid-Holland

Nota Relatie provincie Utrecht met de waterschappen. Deel 3: Provinciaal toezichtkader

Lastenontwikkeling als gevolg van de bijdrage door waterschappen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma

In D&H: Steller: M. Oppenhuizen BMZ Telefoonnummer: 5883 SKK Afdeling: Overig In AB: Portefeuillehouder: Miltenburg

Rijkswaterstaat. Eindrapportage Onderzoek Financieel Business Plan Nationale Bewegwijzeringsdienst

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 6 mei 2015

Business case Slim Samenwerken

Onderwerp Tweede wijzigingsverordening Reglement voor het Waterschap De Dommel 2008

Besluit tot vaststelling ontwerpbesluit tot wijziging Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht 2008

Provinciaal blad 2012, 44

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

DB-vergadering Agendapunt 11

De bodem daalt sneller dan de zeespiegel stijgt. Tijd voor een innovatieve en integrale aanpak van bodemdaling!

Aanbiedingsformulier voor AB

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Transcriptie:

Gezamenlijk bestuursvoorstel/oplegnotitie Overdracht van de muskus- en beverrattenbestrijding van de waterschappen in Noorden Zuid-Holland naar de bestaande bestrijdingsorganisaties van het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en Waterschap Rivierenland. Samenvatting De muskus- en beverrattenbestrijdingbestrijding (verder te noemen: MBR) is op dit moment een provinciale taak. De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft op 17 mei 2011 het voorstel tot wijziging van de Waterwet en de Waterschapswet (Spoedwet) aangenomen. Door deze wetswijzigingen wordt vastgelegd dat de MBR een verantwoordelijkheid wordt van de waterschappen. De provinciale muskusrattenbestrijders komen per 1 juli 2011 in dienst van het waterschap waar zij hun werkzaamheden verrichten. Als de waterschappen geen nadere afspraken maken over samenwerking, moeten de waterschappen de taak individueel gaan uitvoeren. In de Memorie van toelichting is echter opgenomen dat geen versnippering van de bestrijdingsorganisatie mag plaatsvinden en dat daar waar mogelijk aangekoerst dient te worden op schaalvergroting. Tussen de in Noord- en Zuid-Holland gelegen waterschappen is in december 2010/januari 2011 bestuurlijk commitment bereikt over het plaatsen van de MBR bij de bestaande bestrijdingsorganisaties Rivierenland en de Stichtse Rijnlanden. Dit is gedaan onder de voorwaarde dat in de uitgeschreven businesscase dit voor partijen tot een aanvaardbaar resultaat leidt. Bij de overdracht van de MBR van de provincies naar de waterschappen worden twee sporen onderscheiden, te weten: - Spoor 1. De periode tussen de inwerkingtreding van de Spoedwet en effectuering van het samenwerkingsmodel van de waterschappen. - Spoor 2: De definitieve situatie: de periode na de effectuering van de samenwerking van de waterschappen. Spoor 2 richt zich op de definitieve situatie. Er ontstaan dan twee bestrijdingsorganisaties bestaande uit de volgende waterschappen: 1. Rivierenland (inclusief gebied Alblasserwaard/Vijfheerenlanden), Rijn en IJssel, Veluwe, Vallei & Eem en Hollandse Delta. 2. De Stichtse Rijnlanden, Schieland en de Krimpenerwaard, Delfland, Rijnland, Hollands Noorderkwartier en Amstel, Gooi & Vecht. Inmiddels is het proces in spoor 2 zover gevorderd dat de planfase wordt afgerond. Dit betekent dat aan de besturen van de onderhavige waterschappen dit voorstel wordt voorgelegd, waarin ingegaan wordt op de volgende onderwerpen: - De businesscase - Kosten en kostenverdeling - Bestuurlijke vormgeving - Rechtspositie van de over te dragen muskus- en beverrattenbestrijders. Concept besluit - Kennis nemen van de managementsamenvatting businesscase van PricewaterhouseCoopers (PwC). [besluitvorming door dagelijks bestuur]. - Instemmen met de kostenverdeelsleutel tabel 3 van bijlage 2[besluitvorming door dagelijks bestuur] - Instemmen met het hanteren van een overheadpercentage van 16 % voor beide ontvangende organisaties. [besluitvorming door dagelijks bestuur] - Instemmen met het voorstel dat Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Waterschap Rivierenland de MBR met ingang van 1 januari 2012 van de in Zuid- en Noord-Holland gelegen waterschappen overnemen. [besluitvorming door algemeen bestuur] - De bestuurlijke samenwerkingsvorm baseren op een overeenkomst van kosten voor gemene rekening en instemmen met de conceptovereenkomst. [besluitvorming door algemeen bestuur] - Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Waterschap Rivierenland mandaat verlenen om mede namens de latende waterschappen het overleg over het sociaal plan met de vakbonden te voeren. [besluitvorming door dagelijks bestuur] 1

De businesscase Om een goed beeld te verkrijgen van de meerwaarde van de samenwerking tussen de waterschappen, is aan PwC opdracht gegeven een businesscase op te stellen. De managementsamenvatting treft u hierbij als bijlage aan. De businesscase gaat in op de meerwaarde van de samenwerking, het toekomstperspectief ten aanzien van doelmatigheid en de voorwaarden voor doelmatigheid. De meerwaarde van de samenwerking, ten opzichte van de situatie waarin waterschappen de bestrijding zelf uitvoeren, ligt op verschillende terreinen maar met name op het vlak van efficiency. Kortheidshalve wordt verwezen naar de inhoud van de managementsamenvatting van PwC (bijlage 1). - Kennis nemen van de managementsamenvatting van de businesscase van PwC. Kosten en kostenverdeling De kosten van de bestrijding worden grotendeels bepaald door de kosten die gerelateerd zijn aan de formatie. En de formatie is sterk gekoppeld aan de vangstresultaten (populatieomvang). Als uitgangspunt voor de kostenverdeling vanaf 2012 is uitgegaan van de begrotingen van de provincies Noord- en Zuid-Holland en de begrotingscijfers van de bestrijdingsorganisaties HDSR en WSRL. Onderstaand wordt nader ingegaan op de overhead en kostenverdeling. Voor de volledigheid wordt er op gewezen dat de gehanteerde begrotingscijfers alleen zijn gebruikt voor het maken van de kostenverdeling en dat dit niet het begrotingscijfer voor 2012 is. Kostenverdeelsleutel Door de wijziging van de Waterwet is een nieuwe situatie ontstaan (bestrijders zijn toegewezen aan de waterschappen waar ze werkzaam zijn) en wordt de kostenverdeling gebaseerd op het aantal fte. Deze verdeling gaat echter volledig voorbij aan solidariteit. Samenwerken bij de MBR en daarbij een passende kostenverdeling bepalen is vanzelfsprekend. Immers de muskusrat stopt niet bij (waterschapsgrenzen) en het kan noodzakelijk zijn dat in het ene gebied intensiever moet worden bestreden om andere gebieden schoon te houden. Het gezamenlijk dragen van de kosten voor die extra inzet is in belang van elk waterschap. Om tot een rechtvaardige en uitlegbare kostenverdeling van de muskusrattenbestrijding te komen zijn verschillende varianten onderzocht. Uit het onderzoek komt als beste variant een verdeelsleutel naar voren die uitgaat van twee aspecten: een element van basisinzet en een element van inzet op basis van flexibiliteit (inzet boven de basisinzet). Deze denklijn is verder uitgewerkt. De nieuwe kostenverdeling is gebaseerd op duurzaamheid (bestendigheid) en sluit voor wat betreft de flexibele inzet aan op het model dat is bedacht voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De verdeling ziet er schematisch als volgt uit: Basisinzet Norm KM-watergang Kostenverdeelsleutel Flexibele inzet WOZ-waarde Ingezetenen Het hanteren van één norm voor de gehele bestrijdingsorganisatie, bijvoorbeeld 0,20 vangsten per kilometer watergang, doet geen recht aan de feitelijke situatie of de situatie die op korte termijn bereikt kan worden bij de verschillende waterschappen. In het ene gebied zitten immers meer dieren dan in het andere. In gebieden met meer vangsten per kilometer watergang (v/km-wtg) is dus meer inzet van personeel noodzakelijk. Om die reden is gekeken 2

wat de huidige vangsten per waterschapsgebied zijn. Die cijfers zijn gebruikt als uitgangspunt, bij het vaststellen van de norm voor de kostenverdeling. Er zijn waterschappen die al op een lagere norm zitten (bijvoorbeeld op 0,10 v/km-wtg) en waterschappen die nog aanzienlijk hoger zitten met het aantal vangsten. Om hiermee rekening te houden is besloten om per waterschap een norm vast te stellen voor het berekenen van de kostenverdeling. De staffel gaat van een norm A t/m E en ziet er als volgt uit: A. Bij norm van 0,07 vangsten per kilometer watergang is de benodigde inzet 0,8 uren per B. Bij norm van 0,10 vangsten per kilometer watergang is de benodigde inzet 1,2 uren per B*. Bij norm van 0,15 vangsten per kilometer watergang is de benodigde inzet 1,4 uren per C. Bij norm van 0,20 vangsten per kilometer watergang is de benodigde inzet 1,75 uren per D. Bij norm van 0,30 vangsten per kilometer watergang is de benodigde inzet 2,0 uren per E. Bij norm van 0,40 vangsten per kilometer watergang is de benodigde inzet 2,2 uren per Bestrijdingsorganisatie WSRL Bestrijdingsorganisatie HDSR Waterschap Norm voor de kostenverdeling Waterschap Norm voor de kostenverdeling Rivierenland C (0,20 v/km-wtg) De Stichtse Rijnlanden E (0,40 v/km-wtg) Rijn en IJssel B (0,10 v/km-wtg) Schieland C (0,20 v/km-wtg) Krimpenerwaard Veluwe B (0,10 v/km-wtg) Delfland B (0,10 v/km-wtg) Vallei en Eem B (0,10 v/km-wtg) Rijnland B* (0,15 v/km-wtg) Hollandse Delta D (0,30 v/km-wtg) Hollands Noorderkwartier A (0,07 v/km-wtg) Amstel, Gooi en Vecht C (0,20 v/km-wtg) Er is voor de extra B* variant gekozen omdat het gebied van Rijnland qua populatie in twee delen ingedeeld moet worden. Een gebied met een lage populatie waar weinig inzet nodig is en een gebied met een hogere inzet De berekening van de verdeelsleutel zou jaarlijks gemaakt kunnen worden. Echter, net als bij het hoogwaterbeschermingsprogramma, wordt omwille van de eenvoud en beperking van administratieve lasten gepleit ervoor te kiezen om telkens voor een aantal jaar een constante verdeelsleutel te gebruiken. Daarom wordt een peildatum gehanteerd, zodat de bijdrage niet elk jaar opnieuw berekend hoeft te worden. De kostenverdeling is als bijlage 2 bij de stukken gevoegd. In tabel één wordt de huidige kostenverdeling weergegeven, in tabel twee de verdeling op basis van de spoedwet (aantal fte bestrijders) en in tabel 3 de kostenverdeling 2012 (gebaseerd op de begroting 2011). De businesscase laat als toekomst perspectief zien dat op termijn de formatie kan krimpen bij beide bestrijdingsorganisaties. Overhead De ontvangende organisaties hebben, rekening houdend met de inzet van de ondersteunende diensten, nader berekend wat een reëel overheadpercentage is. Uit deze analyse blijkt dat 16% een reëel percentage is. Dit is lager dan dat de meeste waterschappen aan overheadpercentage hanteren. Deze ligt op 20% of meer. In bijlage 3 is te lezen welke componenten zijn meegenomen bij het berekenen van de hoogte van de overhead. Frictiekosten Bij de overdracht ontstaan incidentele frictiekosten. Dit zijn kosten welke ontstaan door afwijkende regelingen tussen de latende organisatie en de ontvangende organisatie. Gedacht hierbij wordt aan afwijkende rechtspositionele regelingen die in de nieuwe organisatie niet gelden zoals lunchvergoedingen, belastingvrije reiskosten, reistijd woon werk in diensttijd e.d. en de overdracht van gebouwen, materieel, materialen en daarmee verband houdende contracten. Ook eventuele kosten voor versnelde afschrijving van roerend-, en onroerend goed worden hiertoe gerekend. 3

De frictiekosten doen zich zowel voor op basis van de Spoedwet (overgang van de provincie naar de waterschappen) als bij de voorgestelde samenwerking. De hoogte van de frictiekosten is nog niet bekend; de kosten worden op een later moment verdeeld over de waterschappen. De verdeling van de frictiekosten tussen de waterschappen en de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden gebeurt op basis van het aantal fte, dat op grond van de Spoedwet aan de waterschappen is toebedeeld. - instemmen met de kostenverdeelsleutel in tabel 3 van bijlage 2. - Instemmen met het hanteren van een overheadpercentage van 16% voor beide ontvangende organisaties. - Instemmen met het voorstel dat Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Waterschap Rivierenland de MBR met ingang van 1 januari 2012 van de in Zuid- en Noord-Holland gelegen waterschappen overnemen. Bestuurlijke vormgeving Onderzocht is hoe de samenwerking bij de bestrijding tussen de diverse waterschappen het beste kan worden geregeld. Hiervoor is gekeken naar de bijzondere karakteristieken van de MBR en welke samenwerkingsvorm daarbij het beste aansluit. De MBR wordt gekarakteriseerd door: uitvoeringsgerichtheid; de werkzaamheden vinden over het algemeen plaats in het veld; minimale overhead (het grootste deel van de begroting bestaat uit personeelskosten); relatief weinig beleidsgevoelig (met uitzondering van de manier van vangen); consistent door de jaren heen. De keuze voor de samenwerkingsvormen hangt nauw samen met deze karakteristieken. Er worden drie mogelijke samenwerkingsvormen onderscheiden die in aanmerking komen: 1. de gemeenschappelijke regeling; 2. de overeenkomst van kosten voor gemene rekening; 3. de stichting. De voor- en nadelen tegen elkaar afwegend wordt voorgesteld te besluiten tot het aangaan van een overeenkomst van kosten voor gemene rekening. Opgemerkt wordt dat deze samenwerkingsvorm zich in de praktijk ook al heeft bewezen, bij bijvoorbeeld de bestrijdingsorganisaties van Waterschap Rivierenland en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. De model-overeenkomst treft u aan als bijlage 4. - De bestuurlijke samenwerkingsvorm baseren op een overeenkomst van kosten voor gemene rekening en instemmen met de conceptovereenkomst. Rechtspositie Via een amendement in de Spoedwet is opgenomen dat tegelijk met de inwerkingtreding van de Waterwet de provinciale muskus- en beverratbestrijders van rechtswege in dienst komen van de waterschappen, met dezelfde salarispositie en rechtstoestand als bij de provincies. Hieraan ontlenen de betrokken medewerkers maximale rechtsbescherming. Aangezien sprake is van overgang van rechtswege van de provinciale muskusrattenbestrijders naar de betrokken waterschappen met behoud van de provinciale rechtspositie hoeft in het kader van spoor 1 met de vakorganisaties geen sociaal plan tot stand gebracht te worden. De personele gevolgen van de overgang (werkgelegenheid en rechtspositie) zijn immers al geregeld. Er is hier dus ook geen rol weggelegd voor het GO van de beide provincies. In spoor 2, de definitieve situatie ligt dit anders. De overgang van de muskusrattenbestrijders van de waterschappen in Zuid- en Noord-Holland naar Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Waterschap Rivierenland heeft het karakter van een reorganisatie. Deze is gebaseerd op een eigen keus van de waterschapsbesturen c.q. vindt niet meer plaats op basis van de Spoedwet. Bij deze overgang worden ook de arbeidsvoorwaarden 4

geharmoniseerd. Om een uniforme rechtspositie voor alle muskusrattenbestrijders te bereiken wordt met de vakorganisaties een sociaal plan afgesproken. Hiervoor wordt een zogenaamd Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) ingesteld. Formeel participeren hierin alle acht waterschappen die in 2011 de provinciale muskusrattenbestrijders over krijgen. Een werkwijze kan zijn dat HDSR en WSRL als toekomstig werkgevers gemachtigd worden om het overleg mede namens de andere zes waterschappen te voeren en tot overeenstemming met de vakorganisaties te komen. Hierover komt nog een centrale brief naar de waterschappen. Daarnaast wordt er voor de bestrijders van de bestrijdingsorganisatie HDSR, die nu werken in het gebied van Vallei en Eem en overgaan naar de bestrijdingsorganisatie WSRL, een separate afspraak met de vakorganisaties gemaakt. De gedachte is om met de vakorganisaties voor een pragmatische oplossing te kiezen. Deze kan wellicht bestaan uit individuele afspraken met de betreffende medewerkers op basis van het vigerend sociaal plan van HDSR of WSRL. Medezeggenschap Het overleg en de advisering concentreert zich op de organisatorische en personele gevolgen van spoor 2. Het voornemen is om het overleg met de ondernemingsraden te starten nadat het sociaal plan tot stand gekomen is. Daarbij richt het overleg zich bij de latende waterschappen vooral op de wijze waarop de overdracht van de taak en de medewerkers wordt geregeld. Het overleg met de ondernemingsraden van HDSR resp. WSRL gaat vooral over de vraag op welke wijze de overkomende taak met bijbehorende medewerkers in de resp. bestaande organisaties worden ingepast. Het overleg gaat ook over de vraag hoe de verschuiving van de taak met bijbehorende medewerkers voor het gebied van waterschap Vallei en Eem tussen HDSR en WSRL geregeld wordt. Gezien het feit, dat de MBR s van HDSR en WSRL al bestaan en in stand blijven zijn de WOR-bestuurders en ondernemingsraden van deze waterschappen bevoegd en is er geen aanleiding om een Bijzondere of Tijdelijke Ondernemingraad vanuit alle betrokken waterschappen in te stellen. Overigens wordt opgemerkt dat de ondernemingsraden wel al mondeling op de hoogte zijn gebracht van de komende ontwikkelingen. - Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en waterschap Rivierenland mandaat verlenen om mede namens de latende waterschappen het overleg over het sociaal plan met de vakbonden te voeren. 5