BIOMASSA UIT LANDSCHAP BUSINESSCASE NOORDOOST TWENTE



Vergelijkbare documenten
BIOMASSA UIT LANDSCHAP EEN SYSTEEMAANPAK

Verkenning biomassaketens Moubeek- Vloethemveld

Houtige biomassaketen

Overheadkosten agrarisch collectief i.r.t. taken en omzet

Beschikbaarheid houtige biomassa uit bos en landschap

PROJECTPLAN ENERGIE UIT HOUT FASE 2 IMPLEMENTATIE EN UITROL

Inhoud presentatie. Waarom groene diensten in Overijssel? Hoe werkt het systeem? Resultaten in de uitvoering. De toekomst...

Projectformat Agenda van Twente, jaarschijf 2010 Aanvrager: gemeente Almelo Project : Transitiestrategie Noordflank Bijlagen:

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

Bijlage 11a; Controle-/ Schouwprotocol ELAN Agrarische Natuurverenigingen Droge Dooradering

Hoeveel houtige biomassa komt er (in potentie) uit bos, landschap en de bebouwde omgeving?

In het ANLb is het uitgangspunt dat het collectief bij landschapsbeheer alleen betaald krijgt voor daadwerkelijk uitgevoerde activiteiten.

ENERGIE UIT HET LANDSCHAP

Casco beoordeling. Aanvraag casco gemeente Dinkelland. Auteur: Annemarie Kamerling, Martin Degen. Casco Noordoost Twente - 1 -

GESPREKSNOTITIE OVER VERSTERKING VAN HET SALLANDSE LANDSCHAP DOOR AANLEG, HERSTEL EN BEHEER VAN LANDSCHAPSELEMENTEN. in de periode

Biomassapotentieel en de rol van lokale ketens. 1 december 2016 David Borgman

Houtige biomassa in Nederland: markt, logistiek en potenties. Jan Oldenburger, Probos

Akkoord Bespreken Naam Datum

Het werken met groene vrijwilligers in Zeeland. Joan van der Velden Stichting Landschapsbeheer Zeeland

Uitgangspunten berekening tarieven en beheer vergoedingen ANLb

Subsidie natuurbeheer voor kleine particuliere beheerders

TOELICHTING TARIEVEN BEHEERPAKKETTEN LANDSCHAP ANLB 2016 (VERSIE 21 MEI 2015)

Registratienummer: GF Datum: 11 januari 2011 Agendapunt: 8

Landschap levert energie!

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen

Landschap en Ruimtelijke Kwaliteit

Management samenvatting

Een kijkje in de SNL-keuken

Enquête kennis- en leertraject Monumentale Energietransitie

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

Slotbijeenkomst. Leader-project Energiek gebruik van resthout uit landschapsonderhoud

Biomassa: Hoeveel? Hoe? Gevolgen?

Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016

Een kijkje in de SNL-keuken

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond

een groene start als basis

Collectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel

Tijdelijke duurzame energie

1. Aankoop grond in Reukens

Subsidieregeling NOT 2.0. Programmateam Gebiedsontwikkeling NOT

Toelichting op de waardevolle elementenkaart van Enschede-Noord

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa

GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van collectieven

MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting

Samenwerking in de biomassaketen. 1 november 2016 David Borgman

Innovatieagenda Melkveehouderij

GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van ANV s

Gebiedsprogramma Dit document geeft schematisch de hoofdlijnen weer van het Gebiedsprogramma

Betreffende beantwoording schriftelijke vragen van de heer Maxim van Luttikhuizen (SP) inzake Deregulering in het fysieke domein.

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2


Marktconsultatie 'Vormgeving', Kenmerk d.d. 3 maart 2016

Datum: 5 november 2013 Portefeuillehouder: De Graaf

Schetsschuit Energielandschap Reestdal

WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

SCAN. Organisatiemodellen agrarisch collectief. Beschrijving van de mogelijke partijen

Beleidsplan Stichting Groene en Blauwe Diensten

Directie Inwoners Ingekomen stuk D28 (PA 30 maart 2011) Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling. Datum uw brief

Betaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven. Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden

SAMENVATTING VOORGESCHIEDENIS

5 Opstellen businesscase

SCAN. Notitie voorbereiding beheercontracten. 1. Overzicht te doorlopen stappen STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen

Programma van Eisen kwaliteitshandboek Natuurbeheer

Uitleg flexibiliteit beheer ANLb

Missie en visie Landschap Overijssel

Samenwerking overheid en bedrijfsleven

Alternatief voor Regeerakkoord Regie in eigen hand door persoonsgebonden en persoonsvolgende bekostiging

Pagina 2 van 5. Financiële toelichting Lasten / baten Dekking in. Plan van aanpak Groene Energie in de Schappen

Eindrapportage rietmaaiproject 2017

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie ( )

Advies van de Stuurgroep Centrumgebied Groene Peelvallei voor de op te stellen structuurvisie

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie

FORMAT BUSINESSCASE Inkoop Dagbesteding (licht)

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader Uitvoeringsprogramma Brabantse Delta e.o.

Inhoud 1. Inleiding Gemeentelijke doelen

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel

Biomassaverbruik en beschikbaarheid in Nederland

Scan Bos & Hout Noord-Brabant

HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS

Kostenefficiënte en verantwoorde oogst van tak- en tophout

Participatie. Deelname aan initiatieven in de sector

Offerte Transitie en bijhouding BGT. Bronhouder

Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. Rabobank met betrekking tot het Revolverend

Kwaliteiten huidige- en plansituatie t.o.v. streefwaarden. Schaal

Concept Startnotitie gedeelde verantwoordelijkheid tennis en voetbal

Samen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi!

Bodem, landschap en watersysteem bepalend voor functie-toedeling

De te verwachten lokale revenuen van het windpark De Kookepan zijn weergeven in de tabel op de volgende pagina.

Plan van aanpak. Kigo project: CoP Valorisatie Biomassa uit Natuur & Landschap

Samen sterk in het sociaal domein

Nota van uitgangspunten herijken subsidiesystematiek

Benut de voorraad energie van het platteland. Ruimtelijke uitwerking - paper voor het Topteam Energie

Marktdialoog Energie uit oppervlaktewater binnen het Hoogheemraadschap van Delfland

Format Kwaliteitshandboek natuurcollectief, , versie 2.0

Transcriptie:

BIOMASSA UIT LANDSCHAP BUSINESSCASE NOORDOOST TWENTE i

BIOMASSA UIT LANDSCHAP BUSINESSCASE NOORDOOST TWENTE Uitgebracht aan: Agentschap NL Mevrouw J.M. van der Meij-Kranendonk Postbus 8242 3503 RE Utrecht Uitgebracht door: Aequator Groen & Ruimte bv De Drieslag 25 8251 JZ Dronten Welhuis Landschapsadvies & Onderhoudsbedrijf Everlostraat 24 7596 MR Rossum Contactpersoon: Wouter Rozendaal Aequator Groen & Ruimte 06-26518693 Neeltje Bults - Welhuis 06-57435326 Auteur(s): Wouter Rozendaal Aequator Groen & Ruimte Michiel van Amersfoort Aequator Groen & Ruimte Neeltje Bults Welhuis Versie: Definitief Datum: 5 maart 2013 ii

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 1 1.1 Achtergronden 1 1.2 Systeemaanpak: Biomassa uit landschap 2 2 VERKENNING EN MARKTVRAAG 3 2.1 Speelveld 3 2.2 Marktpotentie 4 2.3 Houtpotentie en biomassavraag 5 3 ORGANISATIEVORM 6 3.1 Een intermediair 6 3.2 Invulling intermediair in Noordoost Twente 6 3.3 Rechtsvorm 7 4 SYSTEEMAANPAK IN NOORDOOST TWENTE 8 4.1 Inleiding 8 4.2 Portefeuille opbouw 9 4.3 Collectieve aanbesteding 10 4.4 Vermarkting product 12 4.5 Keuze portefeuillebeheer- en planningsysteem 12 4.6 Verrekenwijze kosten en baten per eigenaar 13 5 KOSTEN EN BATEN 14 5.1 Rekenmodel kosten systeemaanpak 14 5.2 Groeimodel voor Noordoost Twente 15 BIJLAGEN 17 I. BEREKENING BIOMASSAPOTENTIEEL NOORDOOST TWENTE II. OPGEBOUWDE PORTEFEUILLE CASESTUDY DUURZAME ENERGIEWINNING UIT HET NATIONAAL LANDSCHAP NOORDOOST TWENTE iii

1 INLEIDING 1.1 Achtergronden De zoektocht naar duurzame energiebronnen is in volle gang. De eindigheid van de beschikbaarheid van fossiele brandstoffen en een maatschappelijke trend naar verduurzaming versterken de interesse voor nieuwe energiebronnen. Daarnaast wordt in steeds meer gebieden gestreefd naar een regionalisering van de energieproductie en het sluiten van de koolstofkringloop. Eén van de bronnen voor energie waar de aandacht in deze context naar uitgaat is biomassa. Biomassa kent vele vormen, zoals maaisel, hout, mest, energiegewassen, etc. Uit deze biomassa kan op verschillende manieren duurzame energie worden geproduceerd, bijvoorbeeld door verbranding, vergassing of vergisting. Het organiseren van een keten voor het verzamelen van biomassa is een grote uitdaging om het benutten van deze grondstof te optimaliseren. Voor verschillende vormen van biomassa is een (nieuwe) keten reeds zichtbaar. Zo wordt frituurvet apart ingezameld, maar wordt ook op grote schaal plantaardig materiaal naar biovergisters gebracht. Een andere vorm van biomassa is houtige biomassa uit bos- en landschapsonderhoud. Voor biomassa vrijkomend uit landschapsonderhoud in het cultuurlandschap is de keten nog onvoldoende zichtbaar en ontwikkeld. De ruimtelijke kwaliteit die wordt opgehangen aan landschapselementen speelt een bijzondere factor bij het benutten van deze categorie biomassa. De aanwezige landschapselementen zoals (geriefhout)bosjes, houtwallen, -singels en agrarische erfbeplanting, dragen in belangrijke mate bij aan de kernkwaliteiten en de waardering van een gebied als aantrekkelijke woon-, werken recreatieomgeving. De winning van energie en bouwstoffen uit het landschap was van oudsher echter een belangrijke gebruikswaarde van landschapselementen voor een groot aantal van de beheerders van het cultuurlandschap: de agrarische sector. Met het gebruik van alternatieve bouwstoffen en fossiele brandstoffen is de gebruikswaarde van de aanwezige landschapselementen daarmee grotendeels verdwenen. Dit heeft geresulteerd in verschraling, verrommeling en een achteruitgang in kwaliteit van het landschap. De instandhouding staat daarmee onder druk. 1

1.2 Systeemaanpak: Biomassa uit landschap Binnen het project Duurzame energiewinning uit het Nationaal Landschap Noordoost Twente is een systeemaanpak Biomassa uit landschap ontwikkeld. Het project is uitgevoerd binnen het subsidieprogramma Mooi Nederland en heeft een overdraagbare aanpak opgeleverd om tot een gebied specifieke aanpak te komen om biomassa uit landschapselementen, welke in eigendom zijn bij een grote groep grondeigenaren, landschappelijk verantwoord te oogsten en gebundeld op de biomassamarkt te brengen. Onderhavige businesscase is gebaseerd op de systeemaanpak Biomassa uit landschap en omvat de gebied specifieke invulling voor Noordoost Twente. Voor een gedetailleerde beschrijving van de aanpak en de keuzemogelijkheden wordt verwezen naar het rapport Biomassa uit landschap; een systeemaanpak. 2

2 VERKENNING EN MARKTVRAAG 2.1 Speelveld In de keten voor landschappelijk verantwoorde oogst, vermarkting en verwerking van biomassa vrijkomend uit landschapsonderhoud bevinden zich diverse spelers met ieder zijn eigen belangen die van invloed zijn op wijze waarop de ketenbenadering wordt vormgegeven. In hoofdlijnen zijn dit: Vragers van biomassa (afnemers/verwerkers) Grondeigenaren als eigenaar/aanbieder van biomassa Overheid met eisen en wensen op het vlak van kwalitatief en verantwoord landschapsonderhoud Groenaannemers die het onderhoudswerk uitvoeren Vragers van biomassa: Continue en voldoende aanlevering van biomassa van de juiste kwaliteit op het juiste moment tegen een vaste lage prijs Grondeigenaren: Een aantrekkelijk landschap waarbinnen de ruimte voor het uitoefenen van een agrarisch bedrijf geoptimaliseerd is. Ze bepalen zelf het liefst wie er op welk moment onderhoud pleegt aan hun elementen en geven daarbij de voorkeur aan lokale aannemers. Overheid (maatschappij): Een aantrekkelijk waardevol landschap (esthetisch, biodiversiteit etc.) beheerd zonder structurele overheidsfinanciering. Het initiatief voor biomassa uit landschap ligt idealiter bij marktpartijen. Aannemers: Zicht op uit te voeren werkzaamheden voorafgaand aan zaagseizoen en uitvoeren van werkzaamheden gedurende dit seizoen zonder teveel administratief werk Uit de verkenningen blijkt dat overheden en marktpartijen, zowel vragers van biomassa, aannemers, als partijen welke contacten onderhouden met de aanbieders, dezelfde doelen (duurzaamheid, landschap) voor ogen hebben. De weg om deze te bereiken zien zij alleen anders. Dit komt tot uiting in wederzijdse verwachtingen welke ze van elkaar hebben om biomassa als duurzame energiebron op uitgebreide schaal toegankelijk te maken en te benutten. Marktpartijen verwachten van de overheid een actieve rol, overheden leggen de bal veelal bij marktpartijen. Doordat er vooral naar elkaar wordt gekeken komt biomassagebruik als duurzame energiebron (nog) niet in een stroomversnelling. Beide zien wel een meerwaarde van een collectief organiseren van het biomassa-aanbod. 3

Vragers Overheid Maatschappij randvoorwaarden uitvoering Aannemers Aanbieders 2.2 Marktpotentie Er is zowel behoefte aan verduurzaming van de energieproductie enerzijds als aan een aanvullend instrument waardoor meer en goedkoper, maar wel landschappelijk en ecologisch verantwoord, landschapsbeheer plaats kan vinden anderzijds. Bij het uitvoeren van landschapsbeheer komt biomassa vrij welke benut kan worden als bron voor duurzame energie. Deze bron is in eigendom bij een zeer grote groep grondeigenaren. Grote grondeigenaren met veel houtopstanden zoals overheden, terrein beherende organisaties en grote landgoederen en kleinere grondeigenaren. Deze laatste groep is individueel eigenaar van een relatief klein grondoppervlak en hebben de beschikking over een beperkte hoeveelheid biomassa in een niet continue aanvoer (er vindt niet jaarlijks een oogst/kap plaats). Een individu is hierdoor geen interessante speler op de biomassamarkt. Verenigd in een collectief kunnen aanbieders wel een interessante aanbieder zijn op de biomassamarkt. Hier is ook vraag naar, blijkt uit een verkenning. Met een juiste ketenbenadering waarin de aanbodzijde van houtige biomassa bij de grote groep relatief kleine grondeigenaren georganiseerd wordt kan een positie op de biomassamarkt verworven worden waardoor landschapselementen een (her)nieuw(d)e gebruikswaarde krijgen en biomassa een positieve prikkel wordt voor meer en voordeliger landschapsonderhoud. Samenwerking kan daarbij gezocht worden met grote grondeigenaren. Het namens relatief kleine aanbieders van houtige biomassa invullen van een intermediaire positie tussen vragers en deze aanbieders. Hierbij wordt het gefragmenteerde aanbod (honderden grondeigenaren) georganiseerd en gebundeld waarmee een onderhandelingspositie verworven wordt op de biomassamarkt. Versterking en maatschappelijk verantwoord beheer van het landschap is hierbij een belangrijk resultaat. 4

2.3 Houtpotentie en biomassavraag Inzicht in de houtpotentie in een gebied is een eerste stap bij het verkennen van de marktpotentie. Hoeveel landschapselementen zijn er in het gebied aanwezig en hoeveel biomassa levert dit op? Grofweg kan het totale potentieel voor een gebied worden berekend volgens onderstaande formule: Oppervlakte elementen x dichtheid x m3 / hectare = totaal potentieel Variabelen die hierbij als input dienen zijn: 1. Oppervlakte landschapselementen met potentieel houtige biomassa (gebied specifiek) 2. Gemiddelde geslotenheid landschapselementen (gebied specifiek) 3. Opbrengst biomassa uit houtwal 4. Kapcyclus (gebied specifiek) 5. Conversiefactoren (m 3 snippers/ton en droge stof gehalte) Voor de berekening kunnen aannames/kengetallen gehanteerd worden voor de biomassaopbrengst uit landschapsonderhoud en de conversiefactoren. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen bosbouwnormen (voor elementen > 5 hectare) en landschapsnormen (elementen < 5 hectare). In deze rapportage zijn onderstaande aannames/kengetallen gehanteerd welke mede op basis van praktijkonderzoek, uitgevoerd binnen het project Duurzame energiewinning uit het Nationaal Landschap Noordoost Twente, zijn samengesteld. Landschapsnorm Bosbouwnorm Eenheid Kapcyclus 20 20 Jaar Biomassa opbrengst bij onderhoud 1700 200 M 3 / ha / kapcyclus Soortelijk gewicht 2,6 2,6 M 3 / ton In Noordoost Twente is op basis van bovenstaande normen en berekenwijze een analyse van de potentiële hoeveelheid biomassa uit landschapselementen uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er jaarlijks circa 85.000 ton natte houtsnippers per jaar potentieel te oogsten is. Afhankelijk van werkelijk uitgevoerd landschapsonderhoud zal de daadwerkelijk beschikbare biomassa lager zijn dan het potentieel. De volledige analyse is opgenomen als bijlage I bij deze rapportage. Eind 2012 zijn er in Noordoost Twente een beperkt aantal biomassa-installaties (zes stuks) die gezamenlijk circa 2300 ton snoeihout (natte snippers) verwerken. Het aantal warmtevragers waar potentieel gebruik gemaakt kan worden van houtige biomassa als energiebron is echter groot (bron: energieatlas Overijssel). 5

3 ORGANISATIEVORM 3.1 Een intermediair Centraal in de systeemaanpak staat een intermediair. De intermediair is een persoon of organisatie die als spil functioneert tussen aanbieders van biomassa (eigenaren van landschapselementen), professionele uitvoerders van landschapsonderhoud (groenaannemers) en vragers van biomassa. De intermediair moet zijn eigen meerwaarde creëren bij eigenaren van landschapselementen, zodat de deelnamebereidheid aan collectieve aanbesteding groeit. Deze Figuur 3.1 Positie intermediair meerwaarde wordt gecreëerd door de eigenaren activiteiten en/of verantwoordelijkheden hiervoor uit handen te nemen waar deze onvoldoende tijd, aandacht of kennis voor heeft. Daarbij kan gedacht worden aan: aanvraag(begeleiding) van een beheersubsidie, aanvragen kapvergunning, contacten met aannemer, kwaliteitsborging uitvoering werkzaamheden etc. Het belangrijkste is dat een intermediair vertrouwen geniet van alle spelers in de keten. Aanbieders van biomassa moeten vertrouwen hebben dat hun belangen (goed onderhouden elementen tegen zo laag mogelijke kosten) behartigd worden. Vragers willen een levering van biomassa die voldoet aan hun wensen. Aannemers willen een vaste relatie met een opdrachtgever die kennis van zaken heeft. De overheid (maatschappij) wil een kwalitatief goed onderhouden landschap. 3.2 Invulling intermediair in Noordoost Twente Binnen Noordoost Twente zijn op het gebied van landschapsbeheer een aantal partijen actief, zoals (lokale) aannemers, Landschap Overijssel, Stichting Groene en Blauwe Diensten Overijssel en de lokale overheden faciliteren een gebiedsmakelaar. Met name de aanwezigheid van laatstgenoemde drie partijen zijn aanleiding om niet nog een extra intermediair voor de ketenorganisatie van biomassa uit landschapsonderhoud te introduceren in Noordoost Twente. Landschap Overijssel en de gebiedsmakelaar zien mogelijkheden om in samenwerking tot een passende invulling van de intermediairspositie te komen. De invulling van de taak- en rolverdeling binnen de samenwerking, denk hierbij aan inzet als veldmedewerker, begeleiding van de aannemer in het veld, aanbestedingstraject, administratie etc., zal daarbij ingegeven worden vanuit de kennis, ervaring en kwaliteiten van beide organisaties. Het ligt daarbij voor de hand dat de gebiedsmakelaar de contacten in het veld, met eigenaren en aannemers, verzorgt en dat Landschap Overijssel hierin ondersteunt met administratieve kracht, kennis van aanbesteding en specialistische landschappelijke kennis. 6

3.3 Rechtsvorm De beoogde intermediaire organisatie zal als partner van eigenaren van landschapselementen deze eigenaren ontzorgen ten aanzien van het beheer van landschapselementen. Concreet houdt dit in dat deze overeenkomsten afsluit met grondeigenaren, zorg draagt dat de landschapselementen van de deelnemende grondeigenaren worden beheerd en de handel voert in de vrijgekomen biomassa. De vraag of er strikt genomen een (nieuwe) rechtspersoonlijkheid nodig is of dat de activiteiten van de intermediair onder de vlag van de rechtsvorm van (één van de participerende) initiatiefnemer(s) kan plaatsvinden, zal nog door de initiatiefnemers voor de intermediair onderzocht moeten worden. Daarbij is het van belang helder te hebben waar verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden liggen (bij elk van de onderliggende organisaties/deelnemers of bij de intermediair zelf). Een ander belangrijk aandachtspunt is in afstemming met de belastingdienst/adviseur te bepalen of de intermediair een BTW belaste prestatie verricht. Het antwoord op deze vraag kan de keuze voor één van beide partijen of een rechtsvorm sterk bepalen. 7

4 SYSTEEMAANPAK IN NOORDOOST TWENTE 4.1 Inleiding Met de systeemaanpak wordt zicht verkregen op het landschapsonderhoud dat landschappelijk verantwoord uitgevoerd kan worden. Het biedt een mogelijkheid om toegang te krijgen tot de potentiële biomassastroom die daarbij vrijkomt. De aanpak is een groeimodel waarbij na verloop van tijd een systeem ontstaat waarin contracten voor de levering van biomassa, enerzijds door grondeigenaren aan een intermediair en anderzijds door een intermediair aan een verwerker, worden gesloten. In de aanpak wordt dan ook een groei voorzien in efficiëntie. De systeemaanpak kan worden samengevat als: Collectieve aanbesteding van landschapsonderhoud door een intermediair vanuit een portefeuille met landschapselementen. Het groeimodel van de systeemaanpak is in onderstaande figuur weergegeven voor de gebied specifiek gekozen situatie in Noordoost Twente. Dit houdt een wijziging in weergave (kleur) ten opzichte van de weergave in het rapport Biomassa uit landschap; een systeemaanpak. In navolgende paragrafen worden de keuzes per onderdeel toegelicht. Portefeuille Aanbesteding Bestaande gegevensbronnen (GBD, SNL) Bundeling van individuele werken: semicollectieve aanbesteding Aanvullende portefeuilleopbouw Intermediair Eenjarige overeenkomst: Collectieve aanbesteding Meerjarige contracten, of bruikleen overeenkomst: Collectieve aanbesteding Afzet en verwaarding biomassa Opwaardering product Koppeling aan lokale initiatieven Detailhandel Meerjarige contracten Figuur 4.1 Schematische weergave systeemaanpak organisatie biomassa uit landschapsonderhoud 8

4.2 Portefeuille opbouw Onder portefeuille-opbouw wordt verstaan het verzamelen van gegevens over landschapselementen (zoals de geografische ligging, staat van onderhoud, verwacht jaar (periode) van oogst, en eventueel verwachte biomassaopbrengst). Het beschikbaar hebben van deze informatie op elementniveau is noodzakelijk om op zo (kosten)efficiënt mogelijke wijze landschappelijk verantwoord biomassa uit landschapselementen te kunnen oogsten over een periode van meerdere jaren (kapcyclus). Daarnaast is het wenselijk de informatie over eigenaren van deze elementen te hebben, bijvoorbeeld over de houding ten aanzien van landschapsbeheer, de uitvoering van onderhoud en collectieve aanbesteding. Bestaande gegevensbronnen (SNL, GBD) Aanvullende portefeuille opbouw conform systeemaanpak Figuur 4.2 Portefeuilleopbouw in Noordoost Twente In Noordoost Twente zijn per 1 juli 2012 319 contracten groene diensten tussen grondeigenaren en de Stichting Groene en Blauwe Diensten Overijssel (St. GBDO) afgesloten. In deze contracten zijn gezamenlijk circa 1200 houtige elementen opgenomen. Om geen elementen te inventariseren die reeds in de GBD portefeuille zitten en om in Noordoost Twente een vloeiende start te maken is het wenselijk de GBD portefeuille te verbinden aan de te vormen intermediair voor collectieve aanbesteding in Noordoost Twente. In 2012 is in Noordoost Twente een casestudy portefeuilleopbouw uitgevoerd. Daarbij zijn 300 eigenaren van landschapselementen benaderd voor vrijwillige en vrijblijvende opname van de elementen in een portefeuille voor biomassawinning/landschapsonderhoud. In deze groep waren geen personen opgenomen dit reeds een contract voor groene diensten met de St. GBDO hadden afgesloten. De casestudy heeft in totaal 56 eigenaren opgeleverd waarvan in totaal 334 elementen geïnventariseerd zijn in het veld en in een geodatabase verwerkt zijn. Een weergave op kaart en de achterliggende gegevens zijn als bijlage bij dit rapport gevoegd. Beide databestanden, de informatie uit de contracten groene diensten en de casestudy vormen gezamenlijk de portefeuille voor Noordoost Twente. De portefeuille kan aangevuld worden door actieve portefeuilleopbouw zoals beschreven in het rapport Biomassa uit landschap; een systeemaanpak. Er wordt uitgegaan van een verdere actieve portefeuilleopbouw waarbij eenmalig 300 eigenaren zonder contract groene diensten worden benaderd. Op basis van de casestudy is de verwachting dat 19% van de benaderde eigenaren opgenomen wil worden in de portefeuille. 9

4.3 Collectieve aanbesteding Vanuit de opgebouwde portefeuille vindt een collectieve aanbesteding van de uit te voeren werkzaamheden plaats. Onder collectieve aanbesteding van landschapselementen wordt verstaan: Het in één pakket aanbieden van beheerwerkzaamheden aan landschapselementen van meerdere grondeigenaren waarbij de regie ligt bij een intermediair. De eigenaren van de elementen worden door de intermediair benaderd voor deelname aan collectieve aanbesteding van de uit te voeren werkzaamheden voor het beheer van de landschapselementen (de oogst van biomassa). Met betrekking tot de collectieve aanbesteding is er het spanningsveld tussen het door de grondeigenaar gewenste zeggenschap (welke aannemer, jaar van uitvoeren, wijze van uitvoeren etc.) en de meest efficiënte vorm waarbij de intermediair volledig onafhankelijk kan werken. Uitgangspunt voor de businesscase Noordoost Twente is de midden variant welke is weergegeven met de groene blokken. Daarbij heeft de intermediair een contract met de eigenaar waarin de intermediair handelingsvrijheid krijgt voor één jaar voor die elementen Figuur 4.3 Onderdeel collectieve aanbesteding in systeemaanpak die geselecteerd zijn om dat betreffende jaar onderhoud (eindkap) uit te voeren. Het blauwe blok is een wenselijke aanvulling en doorgroeimogelijkheid. Het rode blok als invulling van het onderdeel collectieve aanbesteding is een optie, waarbij de handelingsbevoegdheid volledig bij de eigenaar blijft liggen, waarmee in de opstartfase gewerkt wordt om te investeren in het draagvlak, vertrouwen en medewerking van grondgebruikers. Streven is om binnen 4 jaar volledig te kunnen werken op basis van de midden variant. Hier zal naar toe worden gewerkt waarbij ieder jaar een groei plaatsvindt van het relatieve aantal eigenaren in deze categorie zoals weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 4.1 Jaarlijkse groei naar variant met eenjarige overeenkomst Jaar 1 2 3 4 Overeenkomst eigenaar - aannemer 50% 30% 10% 0% Eenjarige overeenkomst eigenaar - intermediair 50% 70% 90% 100% Meerjarige overeenkomst eigenaar - intermediair 0% 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 100% Vanuit het principe van volledige ontzorging wordt aanbevolen om contractueel de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de werkzaamheden en de kwaliteit daarvan bij de intermediair neer te leggen. Het gaat daarbij om verantwoordelijkheid in relatie tot wet- en regelgeving (Boswet, Flora- en 10

Faunawet, APV) en verantwoordelijkheid ten aanzien van een mogelijk afgesloten beheerovereenkomst tussen grondeigenaar en een derde instantie (overheid, derden). Aanbesteding De kaprijpe elementen van alle eigenaren die toezegging hebben gedaan voor deelname aan collectieve aanbesteding in het betreffende jaar vormen de basis voor de collectieve aanbesteding. Per eigenaar worden afspraken gemaakt over eventuele door de eigenaar zelf uit te voeren voorbereidende of nazorg werkzaamheden zoals rasters verwijderen, bramen maaien, rasters terugplaatsen en schoonmaken van het perceel (laatste fijne takken) etc. Aanbesteding van de uit te voeren werkzaamheden zal plaatsvinden op basis van een kwaliteitskader. In de eerste jaren zal echter extra geïnvesteerd moeten worden in de relatie tussen intermediair en de diverse lokale aannemers. Doel van deze investering is dat intermediair en aannemers hetzelfde beeld hebben bij de beoogde kwaliteit. Dit houdt in dat er nog meer regie nodig zal zijn dan in de beoogde eindsituatie. Lokale/regionale aannemers Voor het succesvol laten zijn van collectieve aanbesteding wordt geadviseerd om in Noordoost Twente alleen een beroep te doen op aannemers uit de regio. Deze groep aannemers geniet over het algemeen vertrouwen van de grondeigenaar en heeft gebiedskennis, zowel geografisch als met betrekking tot de regionale cultuur. Daarnaast dragen de korte transportafstanden van mensen en machines bij aan de duurzaamheid van de biomassaketen en worden de regionale economie en werkgelegenheid gestimuleerd. Alle aannemers dienen te voldoen aan veiligheidsvoorschriften en de kwaliteit te leveren die in het gebied nagestreefd wordt. Met deze aannemers kan een goede relatie en eenduidige visie opgebouwd worden zodat er tussen intermediair en aannemers eenzelfde beoogd kwaliteitsbeeld ontstaat. Dit maakt het werken met een beeldbestek/kwaliteitskader eenvoudiger. Bijkomend voordeel is de kwaliteitsborging door middel van de mechanismen sociale controle en marktregulering. Lokale aannemers zijn veelal genegen kwalitatief goed werk te leveren en een goede naam in het gebied op te bouwen of te behouden. Zij kunnen het zich met het oog op toekomstige opdrachten niet veroorloven kwalitatief slecht werk af te leveren. Wanneer zij dit wel doen, zullen zij dit direct terugzien in het aantal verzoeken voor uit te voeren werkzaamheden de komende seizoenen. 11

4.4 Vermarkting product Uitgangspunt van de systeemaanpak is dat de intermediair de handel heeft in de biomassa en hieruit zijn eigen kosten dekt. Het vertrekpunt is het hout, in de vorm van houtsnippers, uit landschapsonderhoud. Eén van de belangrijkste factoren in de handel en prijsbepaling is het transport. Lokale afzetmogelijkheden en een korte keten genieten, mede vanuit het duurzaamheidsprincipe, ook in Noordoost Twente de voorkeur mits deze vragers een concurrerende prijs betalen. Om zelf waardevermeerdering aan de snippers toe te kennen wordt geadviseerd (op termijn) de snippers op een of enkele centrale locaties in het gebied de natte snippers op natuurlijke wijze te laten drogen. Dit kan bijvoorbeeld op enkele lege kuilplaten. Na het drogen op natuurlijke wijze, de zomerdag, kunnen de gedroogde snippers tegen een hogere opbrengst het volgende seizoen verhandeld worden 1. Voor de vermarkting van het product uit Noordoost Twente in de nabije omgeving kan goed aangesloten worden bij bestaande structuren en (tussen)handelaren 2. Leverings-/afnamecontracten met een aantal van de aanwezige relatief kleine biomassaverbrandingsinstallaties kunnen gesloten worden zonder dat daarbij ondraaglijke risico s mee gepaard gaan. Voor grotere hoeveelheden afzet kan gedacht worden aan samenwerking of leverings-/afnamecontracten met bijvoorbeeld Twence of de te bouwen pelleteerfabriek van Jalo biopellets in Almelo. 4.5 Keuze portefeuillebeheer- en planningsysteem Indien beide beschikbare portefeuilles, de contracten groene diensten en de binnen het project Duurzame energiewinning uit het Nationaal Landschap Noordoost Twente opgebouwde portefeuille worden ingebracht is er voldoende omvang om te investeren in een maatwerk softwaresysteem. Landschap Overijssel, één van de mogelijke initiatiefnemers voor de intermediair in Noordoost Twente investeert in een systeem dat mogelijk geschikt is voor portefeuillebeheer, het cmsi. Bij de implementatie van de systeemaanpak zal bekeken moeten worden of dit systeem inderdaad voldoet aan de eisen die aan een maatwerk softwaresysteem worden gesteld. De verschillende functies zoals portefeuillebeheer, planning op gebiedsniveau met spreiding in ruimte en tijd, output van aanbestedingsdocumenten en monitoring van opbrengsten zullen al dan niet met aanpassingen van het systeem ingevuld moeten zijn voor een efficiënte werkwijze. 1 Aandachtspunt is de voorfinanciering. De kosten voor het beheer gaan een aantal maanden voor de baten uit. In het contract met de eigenaren kan derhalve opgenomen worden dat pas aan het einde van ieder kalenderjaar de biomassabaten uitbetaald worden. De oogstkosten worden wel direct na het uitvoeren van de werkzaamheden in rekening gebracht. Voor de intermediairskosten zal in de beginjaren voorfinanciering gezocht moeten worden. 2 Veel genoemd door grondeigenaren is Bert Groothuis landschapsonderhoud in Reutum. 12

4.6 Verrekenwijze kosten en baten per eigenaar Bij de aanbesteding wordt als voorwaarde opgenomen dat de aannemer wordt gevraagd de kosten per eigenaar inzichtelijk te maken. Daarin zijn alle door de aannemer uit te voeren werkzaamheden, aan alle in de aanbesteding meegenomen elementen van de betreffende eigenaar, opgenomen. Tijdens de uitvoeringsfase worden de houtopbrengsten in m 3 biomassa per eigenaar bijgehouden. Hierdoor zijn zowel de kosten als de baten per eigenaar inzichtelijk. Geadviseerd wordt de kosten voor de intermediair te financieren uit de biomassaopbrengsten. De meeropbrengst van de biomassa vloeit naar rato geoogste biomassa per eigenaar terug naar het gebied. Daarbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen eigenaren die wel en die geen beheervergoeding ontvangen. Eigenaren zonder beheerovereenkomst ontvangen 100% van de meeropbrengsten (naar rato). Om ook een prikkel voor deelname bij eigenaren met een beheerovereenkomst te houden wordt geadviseerd 50% van de meeropbrengsten (naar rato) naar de eigenaren terug te laten vloeien en 50% in het gebiedsfonds Noordoost Twente. In Tabel 4.2 is een rekenvoorbeeld opgenomen waarbij als uitgangspunten de gegevens uit scenario 3 uit het rapport Biomassa uit landschap; een systeemaanpak (paragraaf 5.2.3) als input en output (kosten intermediair) zijn gehanteerd. Vrijgekomen snippers 13.566 m 3 Kosten intermediair 30.000,- (= 2,21 / m 3 ) Opbrengsten snippers 20,- / ton (= 20 / 2,6-7,70 / m 3 ) Netto opbrengst snippers 7,70-2,21 = 5,49 / m 3 Verdeling baten bij beheerovereenkomst: 50% eigenaar en 50% gebiedsfonds Tabel 4.2 Voorbeeldberekening toedeling kosten en baten naar eigenaar Kosten M3 snippers Netto opbrengst snippers / m3 Baten Beheerovereenkomst Opbrengst biomassa t.b.v. gebiedsfonds Opbrengst biomassa t.b.v. eigenaar Netto kosten eigenaar Eigenaar A 1.175 100 5,49 550 Ja 275 275 900 Eigenaar B 2.000 170 5,49 934 Ja 467 467 1.533 Eigenaar C 3.880 330 5,49 1.812 Nee - 1.812 2.068 Eigenaar D 4.705 400 5,49 2.196 Nee 2.196 2.509 Totaal 11.760 1000 5.490 742 4.750 7.010 13

5 KOSTEN EN BATEN Om de organisatie voor biomassawinning uit landschap efficiënt op te zetten zullen investeringen gedaan moeten worden. Dit is enerzijds een investering in een portefeuillebeheer- en planningsysteem, contracten, aanbestedingsdocumenten etc. Anderzijds is het een investering in het samenbrengen van de twee bestaande portefeuilles en het uitbreiden van deze portefeuille. Naast investeringen zijn er de exploitatiekosten voor de uitvoering van het onderdeel collectieve aanbesteding van de systeemaanpak. Tot de exploitatiekosten worden die kosten gerekend welke deel uitmaken van de organisatie en werkwijze zoals deze uiteindelijk beoogd wordt en beschreven is in hoofdstuk 4. Eventuele extra aanloopkosten voortkomend uit het groeimodel naar deze beoogde eindsituatie vormen tevens een investering. De verschillende typen kosten om te komen tot een werkbare aanpak voor biomassa uit landschapsonderhoud zijn in Figuur 5.1 weergegeven. Hier is uitgegaan van een implementatietraject van drie jaar voor Noordoost Twente. Figuur 5.1 Kostenopbouw implementatie systeemaanpak in Noordoost Twente 5.1 Rekenmodel kosten systeemaanpak Binnen het project Duurzame energiewinning uit het Nationaal Landschap Noordoost Twente is op basis van de uitgevoerde casestudy, de ontwikkelde aanpak en expert judgement uit de werkgroep (o.a. bestaande uit de twee organisaties die de intermediair in Noordoost Twente mogelijk vorm willen geven) een rekenmodel voor de organisatiekosten ontwikkeld. Met behulp van dit rekenmodel zijn de kosten voor portefeuilleopbouw, de exploitatiekosten van de beoogde aanpak en de extra aanloopkosten voor de organisatie berekend. De benodigde investeringen zijn nog niet in kaart gebracht. Dit 14

is ook grotendeels afhankelijk van het wel of niet in kunnen zetten van het systeem cmsi. Binnen het rekenmodel is rekening gehouden met drie functiegroepen: Projectleider ( 100,-): Eindverantwoordelijk voor het werken met de systeemaanpak, zowel portefeuilleopbouw als aanbesteding. Veldcoördinator ( 75,-): Frontoffice doet de contacten in het veld met de eigenaren van landschapselementen en de contacten met de aannemer na aanbesteding. De veldcoördinator is de landschapsdeskundige en bereidt de inhoud van de aanbesteding voor. Administratie 60,-): Backoffice, voert de administratie en verzorgt de administratieve afhandeling van de aanbesteding. 5.2 Groeimodel voor Noordoost Twente Het beoogde eindbeeld voor Noordoost Twente voor de organisatie en werkwijze is beschreven in hoofdstuk 4. Samengevat zijn de volgende keuzes gemaakt ten aanzien van de organisatie en werkwijze: In portefeuilleopbouw wordt geïnvesteerd door eenmalig 300 eigenaren te benaderen De portefeuille wordt beheerd in een maatwerk softwaresysteem. Het werk wordt collectief aanbesteedt vanuit eenjarige overeenkomsten. Aanbesteding vindt plaats op basis van een kwaliteitskader/beeldbestek. De intermediair wordt betaald uit de biomassaopbrengsten. Meeropbrengsten worden naar rato verrekend met deelnemers. Het streven is om binnen 4 jaar op het beoogde eindbeeld te zitten waarbij een groei wordt doorgemaakt als in Tabel 5.1 is weergegeven. Tabel 5.1 Jaarlijkse groei naar variant met eenjarige overeenkomst Jaar 1 2 3 4 Overeenkomst eigenaar - aannemer 50% 30% 10% 0% Eenjarige overeenkomst eigenaar - intermediair 50% 70% 90% 100% Meerjarige overeenkomst eigenaar - intermediair 0% 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 100% Investering portefeuilleopbouw Bij het berekenen van de kosten voor de portefeuilleopbouw wordt gebruik gemaakt van de resultaten van de casestudy uitgevoerd in Noordoost Twente. Door gebruik te maken van de cijfers uit de casestudy zullen de kosten hoger uitvallen dan reëel, aangezien er bij de casestudy alleen mensen benaderd zijn zonder beheerovereenkomst in het kader van groene diensten. De resultaten zijn: 300 eigenaren zijn schriftelijk benaderd 56 benaderde eigenaren (19%) zijn bereid tot vrijwillige opname in een portefeuille voor collectieve aanbesteding van landschapsbeheer van hun landschapselementen. 382 landschapselementen zijn geïnventariseerd bij de 56 bezochte eigenaren. De gemiddelde oppervlakte van de geïnventariseerde elementen is 1700 m 2. 15

De kosten voor het opbouwen van de portefeuille bedragen bij dit scenario en bovenstaande aannames 31.000,- Dit is gemiddeld 93,- per element en 0,05 per m2. Exploitatie collectieve aanbesteding Bij het berekenen van de kosten van collectieve aanbesteding en de baten uit biomassa zijn de volgende aannames gedaan. Aantal eigenaren in portefeuille: 431 (319 uit groene diensten, 56 uit casestudy Duurzame energiewinning uit het Nationaal Landschap NOT, 56 uit aanvullend op te bouwen portefeuille) Aantal elementen in portefeuille: 1940 (gemiddeld 4,5 per eigenaar) Gemiddeld oppervlak per element: 1.375 m2 (gewogen gemiddelde o.b.v. groene diensten (1200 m2 en casestudy (1700 m2)) Kapcyclus: 15 jaar (= 129 elementen/jaar in aanbesteding) Gemiddeld aantal eigenaren jaarlijks in collectieve aanbesteding 76 Vrijkomende biomassa: 0,17 m3 / m2 Gewicht biomassa: 380 kg / m3 (2,6 m3 / ton) Biomassaopbrengst: 20,- / ton ( 7,70 / m3) Beheerkosten (eindkap eens per kapcyclus): 2 / m2 De gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten voor het eindbeeld van de organisatie en werkwijze voor collectieve aanbesteding bedragen op basis van bovenstaande cijfers en aannames 39.893,- (Tabel 5.2). Gemiddeld per eigenaar is dit 525,-. In deze exploitatiekosten zijn geen beheerkosten voor de landschapselementen opgenomen. Door de aanlooptijd en aannames die daarvoor gedaan zijn in Tabel 5.1 bedragen de extra aanloopkosten over de eerste drie jaar 17.456,-. Tabel 5.2 Gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten collectieve aanbesteding Jaar 1 2 3 4 Overeenkomst eigenaar - aannemer 29.644 17.786 5.929 0 Eenjarige overeenkomst eigenaar - intermediair 19.946 27.925 35.904 39.893 Meerjarige overeenkomst eigenaar - intermediair 0 0 0 0 Totaal 49.590 45.711 41.832 39.893 Exploitatie beoogd eindbeeld (= jaar 4) 39.893 39.893 39.893 39.893 Extra aanloopkosten per jaar 9.698 5.819 1.940 0 Baten Tot de baten worden de opbrengsten uit de vrijkomende biomassa gerekend. De totale baten per jaar bedragen 231.952,- 1. Per eigenaar is dit 3.052,- per jaar. Saldo Het saldo, kosten voor de organisatie/exploitatie van de collectieve aanbesteding minus de baten uit de vrijkomende biomassa bedraagt 2.527,- per eigenaar per jaar. Deze baten vormen een besparing op de beheerkosten (eindkap). Welke op basis van de aanname per eigenaar 4.668,- per jaar bedragen 2. 1 ((129 elementen x 1375 m2 oppervlakte x 0,17 m3) / 2,6 m3 per ton) x 20,- = 231.952,-- 2 ((129 elementen x 1375 m2 oppervlakte x 2,- m2) / 76 eigenaren = 4.668,-- 16

BIJLAGEN 17

I. BEREKENING BIOMASSAPOTENTIEEL NOORDOOST TWENTE 1. Oppervlakte landschapselementen met potentieel houtige biomassa in NOT Uit de topografische kaart zijn die groepen geselecteerd waar zich houtige biomassa in bevindt. Dit zijn bomenrijen, gemengd bos, loofbos, naaldbos en heggen (door de objectdefinities in de TOP10NL zijn veel singels als heg geclassificeerd). Het gros van de meegenomen elementen bevindt zich in de categorieën gemengd bos en loofbos. In totaal is er, op basis van deze analyse, 4471 hectare aan landschapselementen en particuliere bosgebieden in Noordoost Twente aanwezig. Uit landschapsbeheer (hakhoutbeheer) en bosbeheer worden verschillende hoeveelheden biomassa gewonnen. Daarom is een onderscheid gemaakt binnen 4471 aanwezige hectares landschapselementen of particuliere bosgebieden. Van de 4471 hectare bestaat 533 hectare uit percelen groter dan 5 hectare. Op basis van afgesloten contracten groenblauwe diensten kan gezegd worden dat bij 80% van het totale oppervlak aan landschapselementen in Noordoost Twente hakhoutbeheer wordt toegepast. Hieruit is berekend dat voor (4471 533) * 0,80 = 3150 hectare de aanname gedaan kan worden dat hier hakhoutbeheer plaatsvindt. Voor de overige 1321 hectare vindt bosbeheer plaats. 2. Gemiddelde geslotenheid landschapselementen Voor het bepalen van de gemiddelde geslotenheid van de landschapselementen is de in 2008 voor de gemeenten Dinkelland en Oldenzaal uitgevoerde MKLE gebruikt. Bij het uitvoeren van de MKLE is tevens de geslotenheid van de landschapselementen geïnventariseerd. De uit de TOP10NL geselecteerde landschapselementen zijn ruimtelijk vergeleken met die in 2008. Van deze elementen is naar oppervlakte de gemiddelde geslotenheid bepaald. De gemiddelde geslotenheid bedraagt op basis van de analyse 90%. Door de werkgroep wordt dit aan de hoge kant gevonden. Daarom is gerekend met een waarde van 60% die gebaseerd is op expert judgement 3. Opbrengst biomassa uit houtwal De opbrengst van biomassa uit houtwallen is bepaald aan de hand van praktijktoetsen uitgevoerd in Noordoost Twente. Deze toetsen kwamen op een gemiddelde opbrengst van 1700 m3 / ha bij hakhoutbeheer. Deze norm is gehanteerd voor de eerder genoemde 3150 hectare. Voor de resterende 1321 hectare is een norm van 200 m 3 / ha aan biomassa opbrengst gehanteerd. 4. Kapcyclus Bij het bepalen van het potentieel per jaar is rekening gehouden met een kapcyclus van 15 jaar. 5. Conversiefactoren Het soortelijk gewicht van natte biomassa (snippers) bedraag 380 kg / m3. Dit levert als conversiefactor 2,6 m3 per ton biomassa. Houtige biomassa bevat circa 50% droge stof 18

Berekening met landschapsnormen oppervlakte in NOT (ha) 3.150 ha gemiddelde geslotenheid (Expert) 60% % biomassa uit houtwal 1.700 m3 / ha / per kapcyclus Kapcyclus 15 jaar potentieel 214227 m3 / jaar conversiefactor m3 / ton 2,6 m3 / ton snippers Potentieel ton natte snippers 81.406 ton natte snippers / jaar conversiefactor droge stof 0,5 ton ds / m3 potentieel droge stof 40.703 ton ds / jaar Berekening met bosbouwnormen oppervlakte in NOT (ha) 1.321 ha gemiddelde geslotenheid (Expert) 60% % biomassa uit (kleine) bosjes 200 m3 / ha / per kapcyclus Kapcyclus 15 jaar potentieel 10565 m3 / jaar conversiefactor m3 / ton 2,6 m3 / ton snippers Potentieel ton natte snippers 4.015 ton natte snippers / jaar conversiefactor droge stof 0,5 ton ds / m3 potentieel droge stof 2.007 ton ds / jaar Totaal oppervlakte landschapselement in NOT (ha) potentieel conversiefactor m3 / ton Potentieel ton natte snippers conversiefactor droge stof potentieel droge stof 4.471 ha 224792 m3 / jaar 2,6 m3 / ton snippers 85.421 ton natte snippers / jaar 0,5 ton ds / m3 42.710 ton ds / jaar 19

II. OPGEBOUWDE PORTEFEUILLE CASESTUDY DUURZAME ENERGIEWINNING UIT HET NATIONAAL LAND- SCHAP NOORDOOST TWENTE 20