Thema-magazine gemeente Voorst. jaar cultuurhistorisch beleid 11/06



Vergelijkbare documenten
Thema-magazine gemeente Voorst. jaar cultuurhistorisch beleid 11/06

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Eerste druk, september Tiny Rutten

Tineke Boudewijns VERSTAG

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE

Gelselaar Beschermd Dorpsgezicht Wat betekent dat?

STARTPAKKET RURAAL ERFGOED

Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat?

Johanna Kruit. Gedichten, geïnspireerd door bomen. Geheimen

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten

Bert staat op een ladder. En trekt aan de planten die groeien in de dakgoot. Hij verstopt de luidspreker en het stopcontact achter de planten.

Opgave en. toekomstperspectief EEN NIEUWE TOEKOMST

WIJ WENSEN U FIJNE FEESTDAGEN EN EEN JAAR VOL SCHOONHEID! Marina Laméris Roel van Norel

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

Interview met de Spaanse arts Betty Cerda de Palou, 63 jaar oud en sinds 32 jaar in Maastricht

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

Handreiking herbestemming cultureel erfgoed

IN EEN HUIS IN GEMENGDE HOEVESTIJL

Verhaal: Jozef en Maria

De bouw Conceptueel bouwen. Klinkt ingewikkeld,

Overzicht verkiezingsprogramma s over cultuur/erfgoed/monumenten

Verandering bedreigend? Niet als je het concreet maakt

Met gegrauw en gesnauw bereik je niks

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Elk seizoen een nieuw interieur

Cultuurhistorisch Erfgoed Beleid in Heerenveen. Cultuurhistorisch Erfgoed in Heerenveen. Paulien van der Lely. Cultuurhistorisch Erfgoed in Heerenveen

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

B1 Hoofddorp pagina 1

FLIPPEN. Naam: Ruben van Dijk Datum van inlevering: 28/11/06 Klas: M1C Tutorgroep: 2

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

BELEIDSREGEL CULTUURHISTORIE EN PLATTELANDSVERNIEUWING TERWOLDSE BANDIJK

De gereserveerde 15 miljoen euro voor Maastricht Culturele Hoofdstad wordt over de hele provincie ingezet voor culturele doeleinden.

GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

OVER VITALITEIT; WAAROM PAMPEREN FIJN LIJKT MAAR MACHTELOOS MAAKT

Opvang na uw uitzending. Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk

Erfgoed en de Omgevingswet 18 april Martin van Bleek

Ik ben de Klomp. Europees landbouwbeleid groep 5-6. De Klomp is een boer. Wel een hele aardige boer. Maar wel met een boer n accent.

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Hans van Rooij VERSTAG

Verslag van de werkzaamheden van de Erfgoedcommissie van de Gemeente Epe in het jaar 2016.

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

landelijk, licht EN eclectisch interieur

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Irma Steenbeek VERSTAG

Neus correctie Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen

Een goed leven voor.

Canonvensters Michiel de Ruyter


September 2008 Door: Charlotte Storm van s Gravesande. Bijbehorende foto's: zie onderaan de tekst. Hallo mede dierenvrienden,

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Gemeente Dronten geeft je de ruimte

Verdieping Fotobond afdeling Utrecht- t Gooi

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Eindverslag SLB module 12

Dubbelspel. Alan Durant

Protestantse Gemeente Biddinghuizen. Gezinsdienst. Thema: Ja is ja

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Beste lezers van De Geldfabriek,

Reflectiegesprekken met kinderen

2014/2015. Voorst Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Voorst! Jaarverslag 2014/2015. Zorg voor een mooi

Lisa Van Damme. Ik hou ervan om het juiste moment af te wachten!

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

TIJDELIJKE KUNST IN NIJMEGEN IIUSEUMZONE: 'UlTKUKKOiMiJM' FLORENTIJN HOFMAN BIJLAGE

Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden. Datum 2 mei 2011

Kortom, informatie en advies die vindbaar, begrijpelijk en herkenbaar is. Ik zal u aangeven waarom ik dit zo belangrijk vind.

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

Rotterdams Restauratiefonds 2006

Wees niet jaloers! Intro. Wat is jaloersheid? blok E - nivo 1 - avond 6

Opening Dijkhuis Jaarsveld op 8 september 2012

Speech Voorzitter bij het afscheid van Jan de Wit op 1 april 2014

Jaarverslag Monumentencommissie Gemeente Drimmelen

Boek en workshop over het verlies van een broer of zus. Een broertje dood. Door Corine van Zuthem

Maaike Rodenburg. 1. Resultaten blz Conclusie blz Antwoorden blz. 4

HER-BE-STEM-MEN. Vertrouwen in elke stap. Fotoverslag bijeenkomst 16 oktober 2014

Ontmoetingskerk Laren NH 1 mei Johannes 14

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn


De punt op de i van de restauratie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Het echte geluk is voor mensen die verdriet hebben. Want God zal hen troosten.

Monumenten. onze zorg. gemeente Oude IJsselstreek 1

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

PERSBERICHT. Groot draagvlak voor welstand. Amsterdam, 7 april 2006

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt

INTRO LOES THIERRY MARK

Investeer in mooi Nederland De schaarse ruimte in ons land is te kostbaar om te bouwen voor leegstand

V Vergadering van de Eerste Kamer op dinsdag 5 maart Toespraak van de Voorzitter van de Eerste Kamer, Mr. G.J. de Graaf

Onderzoek Gemeenteambtenaren 2013

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN

Apostolische rondzendbrief

Transcriptie:

Voorst Thema-magazine gemeente Voorst Speciale jubileum-uitgave t.b.v. het afscheid van burgemeester mr. j.h.j. van Blommestein 25 jaar cultuurhistorisch beleid 11/06

Kaart van de Veluwe door Christiaan Sgrooten (1557)

Voorst Colofon Themamagazine gemeente Voorst 25 jaar cultuurhistorisch beleid November 2006 Uitgave/Productie Uitgeverij Educom BV R.P.H. Diederiks, uitgever Postbus 25296, 3001 HG Rotterdam Mathenesserlaan 347 3023 GB Rotterdam Telefoon 010 425 65 44 Telefax 010 425 72 25 E-mail info@uitgeverijeducom.nl Website www.uitgeverijeducom.nl Hoofd- en eindredactie Miriam Schneiders Bertus Harmsen Redactie Jos van der Burg Roelien Gorter Mark Loderichs Harry Hol Vormgeving Robert Schouten (DLMA) Fotografie Fleur Kooiman Archieven (bij foto s aangegeven) Copyrights november 2006 Gemeente Voorst/Uitgeverij Educom BV Inhoudsopgave 4 Herman Pleij (hoogleraar historische Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam) Nederland is een land zonder helden 8 Provincie Gelderland: Provinciaal cultuurhistorisch beleid en gemeenten Voorst staat cultuurhistorisch aan de top 14 Oudheidkundige Kring Voorst: Ie heb toch geliek ehad! Monumentencommissie kijkt terug op dertig jaar behoud 17 Gelders Genootschap: Dorpen moeten geen openluchtmusea worden 20 Waterschap Veluwe: Dijkgraaf Gert Verwolf over ruimte voor de rivier 23 Commissie Monumenten en Cultuurhistorie: We zijn geen ivoren toren 27 Archeologisch adviesbureau RAAP: Historische kernen en hun voorgangers zijn dragers van de identiteit Ondergronds archeologisch erfgoed herbergt historische ziel Voorst 31 Jan Huidink, ex-directeur Landschapsbeheer Gelderland, Pauline Dekker, beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening en Ben Roeterd, landschapscoördinator gemeente Voorst Voorst heeft rijke voedingsbodem voor cultuurhistorie 34 Landgoedeigenaren Lusten maar ook lasten 40 Restauratie van monumentale panden Voorst loopt voorop in samenspel met bouwbedrijven en architecten Ervaring, gevoel en interesse bepalen succes van restauratie 47 Bügel Hajema Meer zoals het was Cultuurhistorie aan de basis van beleid 50 Miriam Schneiders en Bertus Harmsen Beleidsmedewerkers monumentenzorg en cultuurhistorie gemeente Voorst

Herman Pleij Nederland is een land zonder helden Herman Pleij is hoogleraar historische Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, maar veel mensen kennen hem van zijn televisieoptredens. Pleij heeft het vermogen cultuurhistorische kennis op aangename wijze over te dragen. Een gesprek over het historisch besef in Nederland. Een samenleving die zich niet afvraagt waar we vandaan komen is onverstandig bezig. Een vis in het water vraagt zich nooit af wat water is. Hij accepteert zijn omgeving als vanzelfsprekend. Mensen doen dat ook, maar soms staat iemand op die niets vanzelfsprekend vindt. Over gewone dingen stellen zij zich vragen. Herman Pleij is een van die mensen. Als wij weer eens klagen over Nederland, klaagt hij niet mee, maar duikt het verleden in. Heeft Nederland misschien een traditie in klagen? Houden we van klagen? Pleij is geïnteresseerd in wat vroeger volksaard heette, maar dat sinds het misbruik van dat woord door de nazi s collectieve mentaliteit wordt genoemd. De in de Middeleeuwse Nederlandse letterkunde gespecialiseerde hoogleraar houdt zich ruim twintig jaar bezig met de vraag wat ons onderscheidt van andere volken. Denken en gedragen wij ons anders dan bijvoorbeeld Duitsers of Engelsen? Zo ja, waarin zit het verschil? Wat maakt ons tot Nederlanders? Tot tien jaar geleden waren dat geen populaire vragen, zegt Pleij in zijn werkkamer in de universiteit. In de jaren tachtig keek men hem vreemd aan toen hij historische essays begon te schrijven over de Nederlandse collectieve mentaliteit. Men stond onverschillig tegenover het eigen verleden. Vaderlandse geschiedenis werd geassocieerd met nationalistische zaken als militaire parades. De Tweede Wereldoorlog had daarvan de gevolgen laten zien. De associatie was onzin. Het is goed dat Nederlanders wars zijn van nationalistisch vertoon - laten we het vooral zo houden - maar het is kortzichtig om ons verleden niet te willen bestuderen. Het is nu moeilijk voor te stellen, maar Pleij werd in bepaalde kringen zelfs een dubieuze figuur. Linkse politieke vrienden en collega s begrepen niets van mijn interesse. Vaderlandse geschiedenis en nationale symbolen werden met politiek rechts geassocieerd. Ik werd gezien als een halve neo-fascistoïde nationalist. Ik had er geen last van, maar het verwonderde me wel. Oranjegevoel Zijn eerste serie essays publiceerde Pleij in 1991 onder de titel Het Nederlandse onbehagen. Dat onbehagen sloeg op het gebrek aan belangstelling voor ons verleden. In de jaren erna keerde het tij, zegt Pleij. Mensen begonnen steeds meer het houvast en de rituelen te missen, waarvan men zich in de jaren zestig en zeventig had bevrijd. Verdwenen tradities waren niet vervangen door nieuwe collectieve rituelen. Men kreeg het gevoel dat het kind met het badwater was weggegooid. Men voelde zich in een vacuüm. Tot de jaren zestig was Nederland een verzuilde samenleving geweest, waarin de behoefte aan houvast en rituelen perfect was geregeld. Je was katholiek, protestant, socialist, communist, humanist of niks. Ook dat laatste was een soort zuil. Binnen de zuilen barstte het van tradities. Dat systeem heeft eeuwenlang stand gehouden. Er werd nooit over normen en waarden gesproken. Dat was niet nodig, want er heerste grote sociale controle binnen de zuilen. Vanaf de jaren zestig verdween dat stelsel vrij snel. Het resultaat is dat mensen nu weer om houvast en rituelen verlegen zitten. Het gevoel van ontheemding wordt versterkt door de immigratie, meent Pleij. Moslims, maar niet alleen zij, hebben een krachtige ideologie, maar autochtone Nederlanders hebben niks meer. Dat probleem speelt overal in het Westen. Terwijl mensen op de ene helft van de aardbol ideologisch steeds sterker worden, tast de andere helft in het duister. Het verklaart de zucht naar houvast, die zich onder meer uit in een lichte restauratie van de religie. Opmerkelijk is dat men niet terug gaat naar kerken, maar het in vage spiritualiteit zoekt. Pleij ziet meer zaken waarbij men houvast zoekt. Neem het oranjegevoel. Dat heeft niets te maken met de verering van ons vorstenhuis, maar met zich uitdossen in oranje bij sportgebeurtenissen. Het van het koningshuis geleende oranje drukt saamhorigheidsgevoelens uit. Het laat 4 Thema-magazine gemeente Voorst Tekst: Jos van der Burg

Foto: Fleur Kooiman Herman Pleij Thema-magazine gemeente Voorst 5

zien dat we bij elkaar horen. Zelfs de vakbond refereert tegenwoordig aan het oranjegevoel, want sinds twee jaar zijn petjes en hesjes niet rood meer maar oranje. Ik vind het opmerkelijk, want rood stond altijd voor de klassenstrijd. Klaagcultuur Er is veel veranderd in Nederland, maar in de collectieve mentaliteit ziet Pleij historische continuïteit. Wij zijn een bijna plat gedemocratiseerd land, dat het altijd zonder helden heeft kunnen stellen. Daarom hebben wij een povere standbeeldencultuur. We hebben liever beelden van gewone mensen als Johnny Jordaan en Manke Nelis dan van nationale helden. Dat is een opmerkelijk verschil met andere landen. Het heeft te maken met onze afkeer van nationalistisch vertoon. Pleij ziet nog een constante in de Nederlandse mentaliteit. We hebben een klaagcultuur. Ook die is gedemocratiseerd, want iedereen doet eraan mee. Daarom is de klacht onzinnig dat burgers te weinig betrokken zijn bij het bestuur. Als er één samenleving is waarin iedereen zijn mond opentrekt is het de onze. Vooral het centrale bestuur moet het ontgelden. Haagse politici zijn altijd een stelletje idioten die niets kunnen. Toch blijkt uit onderzoek dat ruim tachtig procent van de Nederlanders zeer tevreden is over hun persoonlijke situatie. Deze tegenstrijdigheid kun je een buitenlander niet uitleggen, maar ik begrijp hem wel. Als Nederlanders niet meer kankeren, moeten we ons zorgen maken. Pleij heeft niets tegen klagen, maar vindt het vervelend dat we er soms in blijven steken. We moeten beseffen dat we in een van de welvarendste landen ter wereld leven. Nederland is geen ellendig land, maar een zeer aantrekkelijke samenleving, waarin je je vrij kunt uiten. Ook Ayaan Hirsch Ali had het hier uitstekend naar haar zin. Dat ze vond dat er niks deugde, bewees dat ze goed was geïntegreerd. Een voorbeeld van stompzinnig geklaag vindt Pleij de kritiek op het poldermodel. In mijn boek Erasmus en het poldermodel betoog ik dat we het poldermodel juist moeten koesteren. Het is een unieke Nederlandse manier om tegenstellingen te overbruggen. In Nederland beginnen we altijd met het uitwisselen van extreme meningen, maar na een tijdje kijken we elkaar aan, omdat we toch met elkaar verder moeten. Dan doen we een beroep op onze eeuwenlange consensustraining, die het mogelijk maakt dat we verschillen overbruggen en pragmatische besluiten nemen. Nostalgie Terug naar het hedendaagse gemis aan houvast en rituelen. Pleij ziet geen grote bindende ideologie naderen, die weer een collectieve identiteit zal verschaffen. Men zoekt het nu in noodoplossingen. Een opmerkelijk houvast is geschiedenis. Niet de grote geschiedenis, maar het eigen verleden, vanuit jezelf vertelt. Geschiedenis zoals Geert Mak het bedrijft in Hoe God verdween uit Jorwert en De eeuw van mijn vader. Zulke geschiedenis is populair. Archieven zitten vol gepensioneerden die hun stamboom uitpluizen. Ook de regionale en stadsgeschiedenis zijn in trek. Alle grote Nederlandse steden hebben inmiddels meerdelige studies over hun verleden. Een halve eeuw geleden werden zulke boeken geschreven door locale archivarissen en amateurhistorici, maar nu door professionele historici. Pleij is blij met de kentering in de belangstelling voor het verleden. Ik begon met schrijven, omdat ik het idioot vond dat men de positieve kant van het bestuderen Voorsterbeek te Voorst van de eigen geschiedenis niet zag. Een samenleving die zich niet afvraagt waar we vandaan komen is onverstandig bezig. Alleen door het verleden te bestuderen kun je misbruik van de geschiedenis aantonen. Dat is belangrijk. Denk aan nationalisten, die in de geschiedenis hun gelijk proberen te halen. De recente oorlogen op de Balkan hebben laten zien tot welke gruwelijkheden dat kan leiden. Pleij vindt het niet erg dat nostalgie een grote rol speelt in de toegenomen belangstelling voor het eigen verleden. Er is niets mis met nostalgie. Als iemand droomt over het tuinpad van zijn vader en er alles over wil weten, moet ik dan zeggen dat het verkeerd is? Er zijn mensen die het beschermen van dorpsgezichten nostalgische onzin vinden. Hoe halen ze het in hun hoofd? Als je door Voorst fietst, geniet je toch? Ik fiets veel en het gebied rond Voorst is mij zeer lief. De combinatie van weiland, bouwland, bos met als extra attractie de IJssel vind ik schitterend. Laten we het beschermen, want er is al zoveel vernietigd in Nederland. Ken je het Zwin? Een deel van dit zanderige gebied ligt in Zeeuws-Vlaanderen en een ander deel in Vlaanderen. In het Nederlandse deel is in de periode van de wederopbouw alles verkaveld en zijn oude boerderijen afgebroken. In het Vlaamse deel zie je verwilderde boomgaarden en prachtige Foto: Archief Bügel Hajema/Roger Raat Thema-magazine gemeente Voorst

oude boerderijen. Er spreken twee mentaliteiten uit. Geweldexplosies Pleij vindt het onbegrijpelijk dat politici het belang van de geschiedenis nog steeds niet voldoende onderkennen. Je bent erg onhandig bezig als je ergens naar toe wilt, maar niet weet vanwaar je bent vertrokken. Als voorbeeld noemt hij het integratiebeleid. Ik heb meermalen mijn sterke verbazing erover uitgesproken dat wij niet een krachtig instituut voor integratiewetenschap hebben. Als er één land is in de oude wereld dat ervaring met immigratie heeft, zijn wij het. We hebben in het verleden alles meegemaakt, van rijke tot arme immigranten. Ook hebben we ervaring met immigranten die integreerden en immigranten die dat zoals de Chinezen niet deden. Waarom bestuderen wij deze ervaringen niet zorgvuldig? Daar kunnen wij en anderen veel van leren. Historische kennis heeft altijd een relativerende werking, stelt hij Van het verleden kunnen we bijvoorbeeld leren dat de huidige immigratieperikelen niet uniek zijn. Dat geldt ook voor het geweld in onze samenleving. Veel mensen denken dat met de moord op Fortuyn en Van Gogh Nederland voor het eerst met politiek en religieus geweld te maken kreeg. Zij weten niet dat onze staatkundige geschiedenis begon met een politieke moord. In 1584 liepen vijf katholieken rond in Delft, die ieder Willen van Oranje wilde vermoorden. Ze waren ervan overtuigd dat ze na de moord meteen in de hemel zouden komen. Ons land heeft een verleden van geweldexplosies. Neem de moord op de gebroeders De Witt in 1672. De zeventiende eeuw kennen we als een eeuw waarin geld werd verdiend en kunst en wetenschap bloeiden. Toch werden in die eeuw de gebroeders De Witt gelyncht. Ze werden ondersteboven opgehangen en hun lichamen uit elkaar gerukt. Hun ledematen werden per opbod verkocht. Dat gebeurde niet door terroristen, maar door boeren en vissers, die erna weer aan het werk gingen. Wat mankeerden die mensen ineens? Pleij wil er maar mee zeggen dat we ons niet moeten blindstaren op de huidige tijd. Weet je dat de kans om in Nederland vermoord te worden nu duizend keer kleiner is dan in de Middeleeuwen? Meisje in de wind. Kunst op de dijk met uitzicht op Wilp. De hoogleraar eindigt met een advies aan cultuurhistorische beleidsmakers. Redt wat nog te redden valt. Koester het cultuurhistorische erfgoed. Markeer plekken waar zich gedenkwaardige gebeurtenissen hebben afgespeeld. Er is behoefte aan lieux de mémoire, herinneringsplaatsen. Ik herinner me een tentoonstelling in het landschap van Voorst, waar de Canadezen in de Tweede Wereldoorlog slag hebben geleverd met de Duitsers. Het was indrukwekkend. Een goede manier om het verleden levend te houden. Posterenk Foto: Archief Bügel Hajema/Roger Raat Foto: Archief Waterschap Veluwe Thema-magazine gemeente Voorst 7

Provinciaal cultuurhistorisch beleid en gemeenten Voorst staat cultuurhistorisch aan de top Foto: Fleur Kooiman Bij het Gelderse provinciebestuur staat cultuurhistorie sinds het begin van de jaren tachtig hoog op de agenda. De samenwerking met gemeenten bepaalt het succes van het cultuurhistorische beleid. Gedeputeerde Theo Peters heeft over Voorst geen klagen. Burgemeester Van Blommestein is op het terrein van de cultuurhistorie een voorloper en een boegbeeld. Ontwikkelingen kunnen snel gaan. Het woord cultuurhistorie hoorden we tien jaar geleden zelden uit de mond van bestuurders. Er was wel aandacht voor cultuurhistorie, maar het vormde geen zwaar beleidsterrein. Dat veranderde in 1999 met de Nota Belvedere van de rijksoverheid. Het stuk is gebaseerd op de gedachte dat cultuurhistorie een integraal onderdeel moet zijn van het ruimtelijke beleid. Cultuurhistorie moet er beleidsmatig niet bij hangen, maar ingebed zijn in de ruimtelijke ontwikkeling. Het doel is een respectvolle omgang met cultuurhistorische waarden. Respectvol wil niet zeggen: statisch. Steltenberg na restauratie Juist niet, vindt de nota. Wie het cultuurhistorische erfgoed wil behouden, moet open staan voor veranderingen, want alleen zo kan het worden behouden. Voorbeeld? Als een oude monumentale fabriek niet meer gebruikt wordt, moet hij om te kunnen worden behouden een andere functie krijgen. Als dat niet gebeurt, raakt het pand in verval en zal het uiteindelijk verdwijnen. In de Gelderse provinciale cultuurhistorische nota Belvoir (2000) wordt deze benadering 8 Thema-magazine gemeente Voorst Tekst: Jos van der Burg

Foto: Archief gemeente Voorst Luchtfoto van kasteel Nijenbeek (oude situatie) behoud door ontwikkeling genoemd. Gedeputeerde Theo Peters, die de portefeuille Ruimtelijke Ordening, Wonen en Cultuurhistorie beheert, is de verantwoordelijke man achter de nota. Peters is een makkelijke prater, die niet alleen uit hoofde van zijn functie geïnteresseerd is in het cultuurhistorische erfgoed. Lachend vertelt hij in een vrolijke terzijde hoe de nota aan de titel Belvoir kwam. Het Rijk had Belvedere en mijn ambtenaren zochten een even pakkende naam. Veel titels passeerden de revue, maar een echt goeie zat er niet bij. De ambtenaren vroegen ook mij erover na te denken. Ik woon in Nijmegen en als je er vanuit Arnhem naar toe rijdt, kom je langs een restaurant dat Belvedere heet. Aan de overkant staat een hotel met de naam Belvoir. Toen ik dat zag, had ik de titel. Cultuurhistorische DNA Belvoir formuleerde voor het eerst een samenhangend, integraal cultuurhistorisch beleid. Peters: Voor 2000 leverde de provincie een bijdrage aan het onderhoud en de restauratie van gemeentelijke monumenten. Gemeenten dienden een subsidieverzoek in, waarna wij geld gaven. Dat was in hoofdlijnen het beleid. Ik chargeer een beetje, maar veel meer was er niet. Dat moest veranderen, vond het provinciebestuur. Wij wilden een eigen standaard cultuurhistorisch beleid ontwikkelen. Het uitgangspunt was dat cultuurhistorie een vaste plek moest krijgen in de ruimtelijke ontwikkeling. Het cultuurhistorisch besef moest tussen de oren van iedereen komen te zitten. Het resultaat was Belvoir. Om inzicht te krijgen in het Gelderse cultuurhistorische erfgoed kondigde de nota een cultuurhistorische waardenkaart aan. Die was nodig om te weten waarover we het hebben, zegt Peters. In Gelderland staan 3500 rijksen 9000 gemeentelijke monumenten. Daarnaast zijn er 120 beschermde buitenplaatsen en een groot aantal beschermde dorps- en stadsgezichten. Het was nuttig om dat allemaal eens te inventariseren. Belvoir was een eerste stap, maar Peters wilde nog een slag maken. Het resultaat is de vorig jaar aangenomen Nota Belvoir 2. Daarin zetten we twee extra stappen. De eerste is een regionale benadering. Zaken als de woningmarkt, bedrijventerreinen, toerisme, maar ook cultuurhistorie, spelen zich niet op gemeentelijk, maar op regionaal niveau af. Gemeenten moeten elkaar niet beconcurreren, maar aanvullen. Ze moeten niet allemaal hetzelfde themapark willen ontwikkelen, Omslag boek Hooibergen in de gemeente Voorst Mooiste plek in Voorst? Kasteel Nijenbeek aan de IJssel. Het maakt deel uit van het landgoed met de buitenplaats De Poll, waarop meer dan veertig boerderijen en opstallen staan. Het gaat niet alleen om het kasteel, maar ook om het gebied erom heen. Dat is kwetsbare, hoogwaardige natuur in de uiterwaarden van de IJssel. Het kasteel moet niet verder vervallen, ook al valt het niet mee er een passende functie voor te vinden. Het kasteel hoort hier. Het gaat om meer dan de monumentale waarde. Er zitten historische verhalen achter. Dat maakt het kasteel belangrijk. maar samenwerken. Met andere woorden: cultuurhistorische waarden moeten we op regionaal schaalniveau behouden en ontwikkelen. De tweede extra stap is de indeling van Gelderland in cultuurhistorische identiteiten. We hebben in Gelderland zes regio s, maar de cultuurhistorie trekt zich niets aan van de geografische indeling. Daarom hebben we tien cultuurhistorische identiteitsgebieden vastgesteld. We noemen dat de cultuurhistorische beleidskaart. De tien gebieden zijn het cultuurhistorische DNA van Gelderland. Ze overlappen elkaar, maar de indeling werkt verhelderend. In deze gebieden liggen belangrijke kansen en ontwikkelingen. We gebruiken ons cultuurhistorisch budget - we hebben jaarlijks vier á vijf miljoen euro te besteden - om deze identiteiten te versterken. Veranderde tijdgeest Peters geeft een voorbeeld hoe de cultuurhistorische beleidskaart in de praktijk werkt. Een van de identiteiten Thema-magazine gemeente Voorst 9

is het Veluwemassief. Sprengen en beken zijn er één van de kenmerken, maar defensie heeft ook altijd een grote rol gespeeld op de Veluwe. Dat is aan het veranderen, zodat veel militaire complexen vrijkomen. Voor deze gebouwen moeten nieuwe functies worden bedacht, zodat het cultuurhistorische DNA in stand blijft. Peters wil er niet mee zeggen dat het cultuurhistorische belang altijd de doorslag geeft. Cultuurhistorie kan het niet altijd winnen. Soms moeten stedelijke ontwikkelingen voorrang krijgen. Maar wat we in elk geval hebben bereikt, is dat cultuurhistorie bij elk plan in de afweging wordt betrokken. Het moet voorkomen dat veel fraais verloren gaat doordat het cultuurhistorisch belang over het hoofd wordt gezien. Het bijna achteloos vernietigen van cultuurhistorisch erfgoed, zoals in het verleden nog al eens gebeurde, mag niet meer gebeuren. Peters wijst op de veranderde tijdgeest. Ik kom uit Nijmegen, waar in de jaren zeventig in de benedenstad een enorme behoefte aan woningen was. Vele monumentale panden zijn toen gesloopt. Achteraf is het makkelijk om te zeggen dat veel meer behouden had moeten blijven, maar toen stond alles in het teken van woningbouw. Op de plek van één oud pand konden minstens vijf woningen worden gebouwd. Dat vond men toen belangrijker. Je moet alles in de context van de tijd zien. In de huidige tijd heeft de cultuurhistorie de wind mee, constateert Peters. De De Schuur- en steltenbergen aan de Quabbenburgerweg 23, Terwolde tijdens de restauratie. historische interesse is veel groter geworden en daarmee ook het draagvlak voor cultuurhistorische maatregelen. Kijk maar naar de populariteit van een boek als De eeuw van mijn vader van Geert Mak. Dichter bij huis is er het boek Nog in morgens gemeten van Koos van Zomeren over het dorpje Herwijnen. Het heeft niet alleen met nostalgie te maken, maar ook met identiteit. Waarom willen mensen in woningen uit de jaren dertig wonen? Bezoek maar eens een Vinex-wijk met honderden huizen die er hetzelfde uitzien. Mensen willen zichzelf kunnen herkennen in hun huis en omgeving. Steltenbergen We keren terug naar het provinciale cultuurhistorische beleid, waarvan het succes afhankelijk is van gemeenten. Peters is door de bank genomen tevreden over het cultuurhistorische besef bij gemeenten, maar lovend is hij over Voorst. De gemeente staat cultuurhistorisch aan de top. Het gebied leent zich er ook voor, want ze heeft enorm veel cultuurhistorisch erfgoed. Daarbij heeft ze veel te danken aan burgemeester Van Blommestein. Men zegt wel eens dat politiek mij in de vezels zit, maar bij Van Blommestein is dat cultuurhistorie. Hoe die man over het cultuurhistorische erfgoed kan praten! Dat is fantastisch. Hij is een voorloper en een boegbeeld. Peters bezweert dat het geen plichtmatige maar gemeende lof is. Voorst was in Foto: fam. Van der Horst Project Terwoldse Bandijk Het cultuurhistorische pronkstuk in Voorst is de Terwoldse Bandijk. Het betreft een kilometers lang dijklint met monumentale panden en boerderijen. Ze vormen een harmonieus geheel met het spectaculaire IJssellandschap. Naast de uiterwaarden trekken de fraaie oude erfbeplantingen en boomgaarden met hoogstamfruit de aandacht. Om het karakter van dit unieke gebied te bewaren, en waar mogelijk te versterken, is het pilotproject Bandijk gestart. In goed overleg met de bewoners wordt het uitgevoerd. De gemeente Voorst is de stimulator van het door de provincie ondersteunde project. Peters noemt het een goed voorbeeld van het samengaan van cultuurhistorische waarden en het creëeren van nieuwe gebiedskansen. Oude boerderijen worden opgeknapt en krijgen nieuwe functies. Het gaat om een integrale gebiedsgerichte aanpak, waarbij landschap, cultuurhistorie, economische bedrijvigheid en toerisme samen aan bod komen. Het motto behoud door ontwikkeling zie je hier in de praktijk uitgevoerd worden. De gedeputeerde wordt bijna poëtisch. Ik ben wel eens op de Bandijk geweest bij een blauwe hemel. Dat was fantastisch. Maar bij druilerig, miezerig weer is het nog mooier. Die grijstinten zijn schitterend. 10 Thema-magazine gemeente Voorst

1999 de eerste Gelderse gemeente die haar cultuurhistorische kwaliteiten in kaart bracht. Dat was te danken aan Van Blommestein. Hij heeft echt veel gedaan. Het blijkt ook uit de vele aanvragen van Voorst bij de provincie voor fi nanciële ondersteuning van cultuurhistorische projecten. Het betrof veel restauraties, maar ook de herbestemming van twee steltenbergen. Peters zegt dat Voorst onder aanvoering van Van Blommestein alles uit de kast trok om dat laatste voor elkaar te krijgen. Er was een investering van 2,5 ton nodig, maar het is gelukt. Belvoir 2 loopt door tot en met 2008. Peters hoopt dat tegen die tijd de samenwerking op alle niveaus versterkt zal zijn. Niet elke gemeente kan een archeoloog bekostigen. Waarom komen er geen regionale archeologen, die in meer gemeenten werken? Het is maar één voorbeeld van mogelijke samenwerking. Cultuurhistorie is niet van de provincie en de gemeente, maar van veel partijen. Ik denk bijvoorbeeld aan de Monumentenwacht en het Gelders Genootschap. Het Belvoir-beleid kan goed worden uitgevoerd als alle partijen goed samenwerken Als dat bereikt is aan het einde van Belvoir 2, vind ik dat we veel hebben bereikt. KAART 4 Terwoldse Bandijk MONUMENTEN EN BEELDBEPALENDE OBJECTEN LEGENDA MONUMENTEN. rijksmonument A gemeentelijk monument BEELDBEPALENDE OBJECTEN C molen gemaal B buitenplaats steltenberg D woning A B C D E F E - Bandijk 20, Het Kleine Blokhuis Bandijk 23, Van der Feltzgemaal Bandijk 31, Het Grote Blokhuis Bandijk 27, Zorgvliet Bandijk 21, Pannen Blokhuis Bandijk 17, Het Swarte Peert G H I J K L - Bandijk 15, Ter Cera Bandijk 9 Bandijk 9, doorrijschuur Melkleenweg 2, Het Melkleen Bandijk 2, 't Diekhuus Bandijk 1, De Dijkstoel 11-11-2002 H 0 125 250 375m I F J G K L Cultuurhistorische identiteitsdragers Veluwemassief Veluwezoom IJsselvallei Gelderse vallei Randmeerkust Rivierengebied Wal van Nijmegen Achterondhoek rond het natte midden Winterwijks Plateau Ouder riviervlakte: Liemers Route-informatieborden (LIONS) Foto: Fleur Kooiman Thema-magazine gemeente Voorst Overzichtskaart van monumenten en beeldbepalende objecten aan de Terwoldse Bandijk. Uit: Ontwikkelingsvisie Terwoldse Bandijk, Bügel Hajema adviseurs / gemeente Voorst 2002. 11

Impressie Terwoldse Bandijk 12 Thema-magazine gemeente Voorst

Thema-magazine gemeente Voorst 13

Ie heb toch geliek ehad! Monumentencommissie kijkt terug op dertig jaar behoud Tegenwoordig zijn we een stuk zuiniger op onze mooie oude gebouwen. Maar dat is niet altijd zo geweest. Talloze bijzondere historische panden zijn in de loop der eeuwen voorgoed verloren gegaan. Ze vielen ten prooi aan kortzichtigheid en snel economisch gewin, of stonden gewoon in de weg. Dertig jaar geleden besloot de gemeente Voorst dat het de moeite waard is om het mooie te behouden. We spraken met Jan Lubberts, Margreet Lagerweij, Herman ten Hove en Livius Sevenster, cultuurbeschermers van het eerste uur. Foto: Fleur Kooiman Diaconiewoningen te Nijbroek 14 Thema-magazine gemeente Voorst Tekst: Harry Hol

Het behoud van de mooiste plekjes van Voorst begon met rieten daken. Halverwege de jaren tachtig was er een gemeentelijke subsidieregeling om deze unieke en typerende daken te behouden. Nu was er echter in de gemeentelijke verordening geen onderscheid tussen oude rieten daken en subsidie voor rieten daken op eigentijdse bouwwerken. Oud raadslid en later wethouder Margreet Lagerweij: De gemeente wilde een oplossing waarbij de subsidies op de juiste plek terecht kwamen. Ondertussen was de Oudheidkundige Kring Voorst actief. Deze club van liefhebbers van de gemeentelijke geschiedenis was tot dan toe vooral bezig met archiveren en verzamelen van interessante informatie over Voorst. De vereniging kwam via een lezing in contact met mijnheer Mooibroek.* Het is altijd mijnheer Mooibroek voor ons geweest, herinnert Herman ten Hove van de OKV zich. We leerden hem kennen via een lezing die hij gaf over het behoud van monumenten. Deze man zette zich toen al in voor het zorgvuldig omgaan met het cultuurhistorisch en architectonisch erfgoed. Jan Lubberts (OKV): Hij had in de gemeente Afferden geholpen met het opstellen van een verordening voor het beheer en de bescherming van gemeentelijke monumenten. Er was dus al veel voorwerk gedaan, en de visie van mijnheer Mooibroek sloot perfect aan op de richting die de gemeenteraad van Voorst wilde inslaan. Lagerweij: De verordening van Afferden vormde het uitgangspunt voor onze eigen verordening. Daarmee was de basis gelegd. Inventaris Nu er besloten was dat er een monumentenlijst moest komen kwam onvermijdelijk de vraag: wat zetten we daar op? Hiervoor werd in 1984 de Monumentencommissie opgericht met burgemeester van Blommenstein als voorzitter. Margreet Lagerweij werd als lid aangewezen namens de gemeenteraad. Herman ten Hove en Livius Sevenster namen daar zitting in namens de O.K.V. Jan Lubberts fungeerde als extern adviseur. Sevenster: Onze taak bestond uit het inventariseren van de historische panden binnen de gemeente. Daarvoor gingen Herman en ik met een camera op pad om alles wat we waardevol vonden te fotograferen. Hun criteria hiervoor waren Mr. J.H.J. van Blommestein, vml. burgemeester gemeente Voorst, bij de Sluis in Nijbroek Mooiste plek in Voorst? De Oudheidkundige Kring Voorst is unaniem in hun keuze van de meest markante plek van de gemeente Voorst. Voor hen is dat de Sluis in Nijbroek. Deze sluis, die recentelijk gehele is gerestaureerd, speelt al sinds 1370 een rol in de waterhuishouding van de polder. Het is ook een van de weinige objecten op de monumentenlijst van Voorst anders dan een gebouw. Een zeer bijzonder stukje cultuurhistorie van de gemeente. * Als ambassadeur van de provincie Gelderland heeft de heer Mooibroek er voor gezorgd dat naast rijksmonumenten meer objecten werden beschermd, die anders verloren dreigden te gaan. Deze zouden later vallen onder de gemeentelijke monumentenlijst. niet erg vast omschreven. Herman: Het was echt een kwestie van: wat vinden we mooi en typerend voor de gemeente? We begonnen redelijk blanco. In de loop van het proces leerden we natuurlijk steeds beter kijken, maar de basis was: vinden wij dit mooi genoeg om voor de komende eeuwen te conserveren? Kritisch Aan het einde van iedere maand kwamen Herman en Livius met stapels foto s terug. Deze werden kritisch bekeken door mijnheer Mooibroek, die op basis van zijn kennis en ervaring een schifting maakte. Niet alles was het waard om te conserveren, en niet alles was werkelijk zo oud als het leek. Het is eeuwenlang gebruikelijk geweest om nieuwe panden te bouwen met de materialen van gesloopte oude gebouwen. De materialen zijn dus niet altijd doorslaggevend. En ook de architectuur van sommige boerderijen is interessanter om te bewaren dan anderen. Het was erg veel werk, maar we hebben er ons met veel enthousiasme op geworpen, vertelt Lagerweij, Dit resulteerde uiteindelijk in ruim tweehonderd gemeentelijke monumenten. De groep is nog steeds trots op dit resultaat. Ambassadeurs Herman en Livius deden meer dan alleen fotograferen, zegt Lagerweij. Ze waren tegelijk de beste ambassadeurs voor het monumentenbeleid die de gemeente zich maar kon wensen. Bij elk huis en elke boerderij waar ze kwamen begonnen ze met een goed gesprek met de bewoners of eigenaars. Want de meeste bewoners hadden er geen idee van wat het voor hen zou betekenen als hun pand opeens gemeentelijk monument was. Wat kos mie det was de meest gestelde vraag die het duo te horen kreeg. Lubberts: Dat is logisch. Er waren veel vooroordelen. Foto: Ben Roeterd Thema-magazine gemeente Voorst 15

Men was bang nooit meer iets te mogen verbouwen. Of dat het onderhoud opeens veel duurder zou worden. Op zich terechte zorgen, maar daar was het gemeentelijk beleid juist op voorbereid. Er werd een flink budget vrijgemaakt voor subsidies, die deze extra kosten teniet moesten doen. Maar vooral zorgden de persoonlijke gesprekken er voor dat mensen bewust werden van de historische waarde van hun gebouwen, zegt Lagerweij. En dat het uiteindelijk ook voor de eigen portemonnee beter was om de oude stijl te handhaven. Een plastic kozijn is misschien op korte termijn goedkoper, maar het gebruik van originele materialen maakt een huis alleen maar waardevoller. Presentaties Het was niet alleen de Monumentencommissie die missiewerk deed. Ook de gemeente zorgde voor goede voorlichting. Er werden diverse bijeenkomsten georganiseerd waarbij de gemeentelijke monumentenman Bertus Harmsen een belangrijke rol in speelde. Via presentaties werd getoond hoe mooi Voorst eigenlijk was, en hoe belangrijk het was om het karakter van de gemeente te beschermen. Dat heeft veel mensen overtuigd, zegt Lubberts. Toenmalige bewoners van de Armenhuisjes (diaconiewoningen) commissie en bij de betrokken specialisten van de gemeente in goede handen. De uitdaging is nu: hoe houden we het mooie in stand en monumentenzorg maakt nu deel uit van de bredere begrip cultuurhistorie. Ten Hove: Er wordt nu ook gekeken naar de architectuur van na 1900. Daaronder vallen ook objecten van na de Tweede Wereldoorlog, en de jongere bouwkunst zoals uit de zgn. Wederopbouwperiode. De leden van de Monumentencommissie zijn in elk geval blij dat ze hun bijdrage hebben kunnen leveren aan het behoud van de vele historisch waardevolle gebouwen in de gemeente Voorst. En van de bewoners krijgen ze nu ook nog steeds veel waardering. Ten Hove: Er komen nog wel eens mensen op me af die zeggen: ie heb toch geliek ehad! Geliek De Monumentencommissie is in deze samenstelling in 1999 ontbonden. Er is vervolgens een nieuwe gemeentelijke Monumentencommissie benoemd die vanaf 2005 Commissie Monumenten & Cultuurhistorie heet. Volgens de oud-leden is het werk bij de nieuwe Foto: Archief gemeente Voorst Rietdekker Pentekening van het sluisje te Nijbroek. Door: Bertus Harmsen 1 Thema-magazine gemeente Voorst

Gelders Genootschap Dorpen moeten geen openlucht musea worden Foto: Archief Gelders Genootschap Het Gelders Genootschap adviseert al ruim tachtig jaar Gelderse gemeenten over de kwaliteit van de openbare ruimte. Hoe houden we Gelderland mooi? Directeur Cees van Esch wijst naar Voorst. Men beseft daar uitstekend het belang van het cultuurhistorische erfgoed. Het is een werkplek om jaloers op te zijn. Het Gelders Genootschap zit in Arnhem gevestigd in de Oranjerie en het Koetshuis van kasteel Zypendaal. Met een beetje fantasie waant de bezoeker zich een paar eeuwen terug in de tijd. We zouden niet vreemd opkijken als een ridder te paard zou komen aanstuiven. Het rustieke in 1762 als buitenplaats gebouwde kasteel ligt in een idyllisch landschapspark. De Zypendaal-oranjerie natuur is hier de baas. De omgeving is een inspirerende plek voor de vijfenveertig medewerkers van het Gelders Genootschap. Zij werken aan het behoud en de bevordering van de schoonheid van stad en land. De tachtig jaar geleden geformuleerde doelstelling klinkt misschien een beetje ouderwets, maar Thema-magazine gemeente Voorst 17

het Gelders Genootschap staat midden in de samenleving. Ons werk is het adviseren van gemeenten over ruimtelijke ontwikkelingen en bouwplannen, zegt directeur Cees van Esch. Dat doen we met elf welstandscommissies. Daarin zitten naast architecten deskundigen van allerlei pluimage. Wij hebben landschapsarchitecten, sociaal geografen, stedenbouwers en sinds kort ook een archeoloog. Het cultuurhistorische element is steeds belangrijker geworden, vervolgt hij. Wij denken na en adviseren over de omgang met de openbare ruimte. Dat kun je niet loszien van de geschiedenis van een gebied. Als je in een weiland een stadswijk wil maken, is het belangrijk om de geschiedenis ervan te kennen. Wat speelde zich er vroeger af? Wat zit er in de grond? Als het gebied historisch interessant is, hoeft dat niet per se te betekenen dat er niet gebouwd wordt, maar men weet dan in elk geval dat men op historisch waardevolle grond bouwt. Er is dan sprake van een bewuste keuze. Golfbewegingen De ervaren Van Esch kent alle hete hangijzers, voetangels en klemmen op het terrein van ruimtelijke ontwikkelingen. Geboren in Rotterdam studeerde hij in Delft architectuur. Na de studie werd hij in 1979 bij het Gelders Genootschap rayonarchitect van een van de welstandscommissies. De rayonarchitect is de secretaris. Hij bereidt het werk van de commissie voor. Ook neemt hij onder mandaat van de commissie beslissingen en werkt hij de commissieadviezen uit. Naast rayonarchitect was Van Esch vijftien jaar secretaris van de Landelijke Federatie Welstand. Toen hij er in het begin van de jaren tachtig mee begon viel hij met zijn neus in boter, zegt hij terugblikkend. Het was de tijd dat bij het kabinet Lubbers deregulering hoog op de politieke agenda stond. De welstandscommissies wilden het kabinet afschaffen. De Landelijke Federatie Welstand, maar ook de gemeenten, waren falikant tegen. Ik heb me toen intensief in de landelijke politieke discussie gestort. Dat was leuk, want ik hou ervan om me met politiek bezig te houden. In mijn studietijd twijfelde ik zelfs een tijdje tussen architectuur en politicologie. Tot groot genoegen van Van Esch - hij glundert bij de herinnering - eindigde de discussie in een nieuwe wettelijke regeling, die zelfs beter was dan de oude. Zijdelings politiek actief was Van Esch de laatste acht jaar als lid van de Arnhemse raadscommissies VROM en Stadsprojecten. Na een intermezzo van zeven jaar als directeur van de provinciale Utrechtse welstandscommissie, keerde Van Esch elf jaar geleden terug naar het Gelders Genootschap. Vanaf die tijd is hij er directeur. Om precies te zijn: een nuchtere directeur, die alles al een keer heeft meegemaakt. Van Esch ziet golfbewegingen in het denken over welstand. De huidige tijd doet denken aan het begin van de jaren tachtig. Ook nu roept men dat er minder regels moeten zijn. Men klaagt over de bemoeizucht van de overheid en er worden welstandsvrije gebieden gecreëerd. Toch zijn er al weer tekenen van een kentering. Er wordt geklaagd over lelijke gebouwen en plekken, waarvoor men de overheid verantwoordelijk stelt. Het is tegenstrijdig: burgers willen dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt, maar als ze optreedt is het ook niet goed. De overheid moet goed op de buren letten, maar mij met rust laten, vinden veel mensen. Zendelingen Van Esch vindt het prima dat over de rol van de overheid in de samenleving wordt nagedacht, maar sommige zaken staan voor hem vast. Gemeenten zijn verantwoordelijkheid voor wat er gebeurt De Adelaar te Voorst (vooraanzicht) in de openbare ruimte. Je kunt veel overlaten aan het particuliere initiatief, maar de gemeentelijke overheid moet het gezamenlijke belang behartigen. Zij moet de regie nemen en zaken niet op hun beloop laten. Ze moet sturend optreden en ruimtelijk beleid ontwikkelen, zodat de boel niet verrommelt. Particuliere initiatieven moeten passen in het gemeentelijke beleid. Kortgezegd: bij Van Esch is de overheid de baas. Dat moet zo blijven, maar de omgang met de burgers kan beter. Burgers zijn mondiger geworden en willen als gelijke worden benaderd. Daarin zijn wij bij het Gelders Genootschap veranderd. Tien jaar geleden traden we afstandelijk op. We zeiden wat er niet klopte aan een bouwplan en dat was het dan. Nu zoeken we samen naar oplossingen. We willen niet alleen maar stokken tussen de spaken steken. We staan nu meer naast dan tegenover mensen. Ook bemoeien we ons minder met details als tuinhuisjes en dakkapellen. Deze zaken worden nu bijna altijd afgehandeld door gemeenteambtenaren Ook het contact met gemeenten is veranderd, vervolgt Van Esch. Door het dualisme hebben we niet meer alleen contact met wethouders, maar ook met gemeenteraden. Ook inhoudelijk zijn er veranderingen. Ons werk verschuift naar de grote lijnen. We worden steeds vroeger ingeschakeld bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen. Het is onze taak om op de cultuurhistorische aspecten te wijzen. Wij zijn een beetje zendelingen. We Foto: Archief Gelders Genootschap 18 Thema-magazine gemeente Voorst Tekst: Jos van der Burg

zeggen tegen gemeentebestuurders: kijk eens goed rond. Kijk naar de cultuurhistorische zaken waarop je trots kunt zijn. Hoe meer informatie, hoe leuker men het vindt. Wie de geschiedenis van een gebied kent, gaat er zorgvuldiger mee om. Witte schimmel Van Esch benadrukt dat het Gelders Genootschap geen geitenwollen sokkenclub is van wie nooit een boom mag worden omgezaagd. Wij zijn er niet op uit om alleen maar te behouden. Wij begrijpen heel goed dat economische ontwikkeling nodig is. Er moet geleefd worden in het landschap. Dorpen moeten geen openlucht musea worden. Als mensen hun brood in de landbouw niet meer kunnen verdienen, moet er wel eens iets worden gesloopt. Of men zoekt een andere functie voor gebouwen. Dat laatste moet men zo proberen te doen, dat de geschiedenis voelbaar blijft. Onze rol is daarin meedenken. Dat in het nieuwe provinciale Gelderse streekplan de scheiding tussen rood en groen - bebouwing en natuur - niet meer strikt is gehandhaafd, baart Van Esch enige zorg. We moeten zorgen dat de ruimte niet verrommelt. Het stelt mij niet gerust als ik een minister hoor zeggen dat ze het landschap van slot heeft gehaald. Nogmaals: om dorpen vitaal te houden, is groei noodzakelijk. Het is prima dat het Gelderse streekplan meer ruimte biedt aan ontwikkelingen op het platteland, maar de groei moet organisch zijn. Je moet niet een gebied vol zand storten en er tweehonderd witte huizen op bouwen. Er is al genoeg witte schimmel. Overigens is Van Esch redelijk tevreden over de Gelderse gemeenten. In de jaren zeventig was welstand een bijwoord. Dat is veranderd. Het cultuurhistorisch belang en de aandacht voor kwaliteit zijn enorm toegenomen. Elke gemeente beseft tegenwoordig dat je niet maar wat kunt aanrommelen. Over bijna elk dorp is inmiddels een cultuurhistorische verkenning geschreven. Bijzonder gebied Naast gemeentebesturen hechten ook burgers steeds meer waarde aan cultuurhistorische aspecten van hun omgeving. Van Esch wijst op de belangstelling voor historische Voorst-Terwolde-Ossenkolkweg-17 verenigingen en oudheidkamers. Ook ziet hij veel nieuwe burgerinitiatieven. Het Gelders Genootschap werkt onder meer samen met de Vereniging voor Kleine Kernen. Die pleit voor een zorgvuldige omgang met dorpskernen. Wij worden soms gevraagd om de geschiedenis uit te zoeken. Dat is van belang bij de vraag hoe een dorp het beste kan groeien. In dorpshuizen praten we over onze bevindingen met burgers. Het leeft enorm. Er zit veel historische kennis bij dorpsbewoners. Er zijn ook andersoortige initiatieven, zegt Van Esch. Het Gelders Genootschap nam het initiatief tot de oprichting van de Stichting tot behoud van Boerderij en Erf, waarin een aantal organisaties samenwerken. Het aanwijzen van de boerderij van het jaar is een van de activiteiten. In 2003 werd boerderij De Adelaar in Voorst bekroond. Ze is een mooi voorbeeld van inspelen op veranderingen, want men heeft er een camping aan toegevoegd. De prijs heeft een gunstig neveneffect, meent Van Esch. Het genereert positieve publiciteit. Bij De Adelaar was honderd man aanwezig, waaronder veel pers. Het leverde veel positieve aandacht op. Als laatste (burger)initiatief noemt Van Esch het project IJsselhoeven. Het richt zich op boerderijen langs de IJssel, die hun karakteristieke kenmerken dreigen te verliezen, omdat ze hun boerenfuncties verliezen. Er zijn ook boerderijen in Voorst bij betrokken. Nu we het toch over Voorst hebben: Van Esch laat zich lovend uit over de gemeente. We hoeven haar bestuurders niet op het cultuurhistorische belang te wijzen. Men beseft in een bijzonder gebied te wonen. Het maakt samenwerken tot een prettige bezigheid. Mooiste plek in Voorst? De IJsselhoeven in Terwolde. Als je bij Deventer de IJsselbrug over gaat en dan in noordelijke richting rijdt naar Terwolde en Welsum, kom je in een prachtig overwallenlandschap. Daarin staan vele grote T-huisboerderijen met statige voorhuizen en vaak mooi aangelegde tuinen met monumentale bomen. Op dit soort pareltjes moeten we extra zuinig zijn. Dat gaat niet vanzelf maar vraagt veel inzet van burgers en overheid. Zeker in deze tijd waarin veel veranderingen in het buitengebied plaatsvinden en veel boerderijen hun oorspronkelijke agrarische functie niet langer kunnen behouden. Foto: Archief Gelders Genootschap Thema-magazine gemeente Voorst 19

Dijkgraaf Gert Verwolf over ruimte voor de rivier Water speelt een belangrijke rol in Nederland, en dus ook rond Voorst. De rivier heeft op meerdere manieren het landschap vorm gegeven. De mens heeft daarop geprobeerd het water te temmen en naar eigen inzicht te voegen. Nu het klimaat verandert en er steeds meer water door ons land stroomt zijn er steeds meer projecten nodig om de schoonheid van het landschap én onze veiligheid waarborgen. Een gesprek met dijkgraaf Gert Verwolf. Foto: Archief Waterschap Veluwe Lauwerskolken (Wilpse Dijk) De waterschappen waren de eerste democratieën in Nederland, vertelt Verwolf. Zij ontstonden al in de 12e en 13e eeuw. Waterschappen zorgen voor de waterhuishouding van de waterlopen: ze zorgen dat het land optimaal wordt beschermd tegen het water maar ook dragen ze zorg voor het landschap en de mogelijkheid tot recreatie. Gert Verwolf is dijkgraaf. Zeg maar de voorzitter van het bestuur. Vanuit die functie is hij nauw betrokken bij de grote overheidsprojecten 20 Thema-magazine gemeente Voorst Tekst: Harry Hol

zoals Ruimte voor de Rivier. Dit project is het directe gevolg van de klimaatverandering die op dit moment op onze planeet bezig is. De Aarde wordt warmer. Ons land krijgt hierdoor hetere zomers en nattere winters. Ook komen extremen zoals hittegolven en zeer intense regenbuien vaker voor. Het gevolg hiervan is dat Nederland, in feite een rivierdelta, meer water te verwerken krijgt. Op dit moment is de loop van de IJssel er op ingesteld om 15000 m3 water per seconde bij Lobith te verwerken. In 2015 moet de rivier 16000 m3 water kunnen verwerken. Om dit mogelijk te maken bestaan verschillende scenario s, die allemaal te maken hebben met de loop van de rivier. Keurslijf Volgens Verwolf is de IJssel nu in een bepaald keurslijf geperst door de dijken. Bovendien is de loop van de rivier in de loop der jaren door de mens aangepast om de scheepvaart sneller te laten passeren. Door bochtafsnijdeningen stroomt het water veel sneller naar zee dan 200 jaar geleden. Een groot deel van de bochten zijn door de mens doorgeprikt. Het is vaak geen optie om deze meanders weer in het landschap terug te brengen. Maar wat wel kan is de dijken verplaatsen, zodat de rivier meer ruimte heeft. Dit scenario maakt veel discussie los. Niet alleen is het een kostbare operatie die ingrijpend is voor het landschap, maar ook zou het in de toekomst tekort kunnen schieten. Een andere mogelijkheid is het aanleggen van een bypass. Een extra geul waar het water door kan. Het nadeel van deze bypass is dat het een nog duurdere operatie is. Maar wel één die het verleggen van de dijken in één klap overbodig maakt. Wij vinden dat de opties goed moeten worden onderzocht. In eerste instantie kijken we naar dijkverlegging. Maar we moeten wel realistisch zijn en heel goed de lange termijn in het oog houden. De beslissing moet niet al te lang op zich laten wachten. Het rijk heeft bepaald dat in 2015 het hele plan (in wat voor vorm dan ook) uitgevoerd moet zijn. Wiel Behalve deze grote, gebiedsgeoriënteerde projecten, waarin het Waterschap samen Huis Ter Cera aan de Terwoldse Bandijk. Nieuwe situatie 2006: het wiel is teruggebracht. met het rijk en de lokale overheden samenwerkt, is er in Nederland gelukkig ook steeds meer oog voor de lokale cultuurhistorie. Een mooi voorbeeld hiervan is het Terwoldse Bandijkproject. Voor huis Ter Cera lag tot halverwege de 20ste eeuw een wiel. Een wiel is eigenlijk een lidteken van een dijkdoorbraak. Door de kracht van het spuitende water ontstaat een zeer diepe plas. Meestal blijven die bestaan, maar deze werd op een gegeven moment dichtgegooid. Nu wordt het erf van Ter Cera weer in de oude toestand terug gebracht door het uitgraven van het wiel. Een unieke operatie. Het voordeel hiervan is dat Foto: Ben Roeterd Foto: Ben Roeterd Thema-magazine gemeente Voorst 21

het landschap er mooier van wordt. Bovendien heeft het een zeer positief effect op de flora en fauna. Een van de doelen van het landschapsbeheer is namelijk een zo groot mogelijke biodiversiteit: een plek bieden waar zo veel mogelijk planten en dieren zich thuis voelen. Het waterschap treedt vooral ondersteunend op bij het Terwoldse Bandijkproject. Het is onze taak om er op toe te zien dat de veiligheid wordt gewaarborgd. Je kunt je voorstellen dat als er graafwerkzaamheden plaatsvinden in de buurt van de dijken, wij goed kijken of aan alle veiligheidseisen wordt voldaan. Dit wil overigens niet zeggen dat het Waterschap zich hiertoe beperkt. Een van onze huidige taken is er voor zorgen dat recreatie mogelijk is in onze gebieden. En als wij ingrijpen in het landschap doen we dat zorgvuldig, met oog voor de cultuurhistorie. Keuzes Cultuurhistorie is uiteraard niet het belangrijkste doel van deze projecten. Allerbelangrijkst is dat de bewoners droge voeten houden en dat de grond niet te droog wordt. Onze ingrepen in het landschap hebben als doel dat het water zo veel mogelijk zijn zin krijgt. We proberen een systeem te creëren en in stand te houden dat grotendeels zelfregulerend is. Dit alles met oog voor de natuurlijkheid van het landschap. Idee voor een bypass bij Zutphen. Uit: Het bypasslandschap STEDENDRIEHOEK 2030. Verkenning van bypass, natuur en wonen in het IJssellandschap bij Deventer en Zutphen. September 2004, Stuurgroep Fysieke Pijler Stedelijk netwerk Stedendriehoek. Foto: Archief Waterschap Veluwe Bomendijk ter hoogte van Terwolde: naast veiligheid is bij het dijkherstel nadrukkelijk rekening gehouden met de landschapskwaliteiten in het gebied. 22 Thema-magazine gemeente Voorst

Commissie Monumenten en Cultuurhistorie We zijn geen ivoren toren Hoe zorg je ervoor dat monumenten en cultuurhistorisch waardevolle plekken behouden blijven? De Commissie Monumenten en Cultuurhistorie van de gemeente Voorst zoekt het liever in overtuigingskracht dan in verboden. Een gesprek met de commissieleden over hun werk. Foto: Fleur Kooiman Centrum van Wilp Vroeger was niet alles eenvoudiger, maar de taakopvatting van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg wel. Kortweg kwam het erop neer dat de Rijksdienst, namens de minister, bepaalde wat wel en niet mocht of verantwoord was. Als men een monumentenpand wilde verbouwen, werd een verbouwingsplan ingediend, waarna men na enige tijd te horen kreeg of het plan mocht worden uitgevoerd. Als de Rijksdienst een njet uitsprak, kon opnieuw een plan worden ingediend, waarna het weer afwachten was. Martin van Bleek, een van de vier leden van Commissie Monumenten en Cultuurhistorie in Voorst, spreekt van een ivoren toren. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg bepaalde van bovenaf wat mocht. Het lag in de sfeer van: gij zult dit en dat niet doen. Het ging er hiërarchisch aan toe. Gezeten in een vergaderruimte in het gemeentehuis van Voorst beamen de drie andere commissieleden Thema-magazine gemeente Voorst Tekst: Jos van der Burg 23