Programmaplan Preventie Spoorsuïcide



Vergelijkbare documenten
Verminderen van suïcidaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Onderhoud verlichting. Rapportage van de voortgang en plan van aanpak voor de toekomst

Rapport Fatale Woningbranden 2011 en Rapport Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Veilig Managen van Ongevallen bij Projecten voor opdrachtnemers

Zuidoost-Brabant zonder zelfmoord

Veilig Managen van Ongevallen bij Projecten voor opdrachtnemers

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP

Energiemanagement Actieplan 1.A.1-1.A.2-1.A.3 2.A.1-2.A.2-2.A.3 2.C.2 3.B.2

Raadsvoorstel Besluitvormend. Wij stellen voor: Integrale notitie 'Veiligheid stationsgebieden. de raad van de gemeente

Toelichting op het kernformulier - methodische onderbouwing

Energie Management ACTIE Plan

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Tweede Kamer der Staten-Generaal

B en W. nr d.d

CONVENANT 'JOIN THE CLUB VEILIGE PUBLIEKE TAAK' TILBURG

WERKKAMER UITWERKEN REGELGEVING. Resultaten 2015 & Jaarplan 2016

Onderhoud verlichting. Rapportage van de voortgang en plan van aanpak voor de toekomst

Lijst van vragen - totaal

Energiemanagement actieplan. Baggerbedrijf West Friesland

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

24-Uurs rapportage bijna trein trein botsing na STS-passage van sein 1288 op spoor 13 te Utrecht CS d.d

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG DGP/SPO/U Geachte voorzitter,

Sector en keteninitiatieven

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Energiemanagement Actieplan

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking

[MELDCODE HG/KM MINTERS] december 2016

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Samenwerking aanpak verzekeringsfraude en gerelateerde criminaliteit

Energiemanagement actieplan

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Plan van aanpak ter verbetering van het voorschottenbeheer

handleiding Veiligheidsplanner voorwoord inleiding De stappen van de Lokale stap 01 profiel stap 02 wat is het probleem? stap 03 wat doen wij al?

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

3.B.2 Energie Management Actieplan

Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP)

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste helft 2017 Takke Groep

Onderwerp en positionering van de beleidsdoorlichtingen In de beleidsdoorlichtingen van de ADR staan de volgende beleidsdoelstellingen centraal:

Bijlage: Aanpak aanscherping Meldcode

Mbo-instelling.. te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door, hierna te noemen: de instelling.

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak

Plan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. GGD/ Ambulances. in de Regio Haaglanden

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 28 juni 2010 Onderwerp Derde Kadernota Railveiligheid

Energie management Actieplan

Energie Management ACTIE Plan

Contact en vragen via

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV

Sector- en keteninitiatieven

Sector- en keteninitiatieven

Werkwijze Cogo abcdefgh. Cogo publicatienr Ad Graafland Paul Schepers. 3 maart Rijkswaterstaat

Roy Verstegen. Managementenergie Actieplan

Raadsvragenuan het raadslid de heer E. Cols over goederentreinen rijden

Projectvoorstellen maken

Datum 22 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de uitzending Ongelukkige Spoed

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT

Wat gebeurt er met de conclusies en aanbevelingen van ongevallenonderzoek. Hans van Ruler 14 oktober 2013

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Inspectierapport Gastouderbureau CoCo (GOB) van Harenstraat BZ St.-Annaparochie Registratienummer

Loon- en maaibedrijf De Struunhoeve BV

gemeente Eindhoven 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018

Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2017

Rapportage Transportcriminaliteit 3 e kwartaal 2015

Raadsvergadering, 2 februari Voorstel aan de Raad. Onderwerp: Economisch Actie Programma

CO 2 -Prestatieladder

Thema 2: aanschaf en gebruik van e-healthtoepassingen

Gelet op de uitkomsten van de evaluatie van het op 13 februari 2013 ondertekende convenant;

1. Doel. 2. Toepassingsgebied/Definities. 2.1 Toepassingsgebied. Procedure Incidenten

Inspectierapport Kidslution (GOB) Eijkenderweg DG NUTH Registratienummer

SERVICECODE AMSTERDAM

Energiemanagement actieplan. Koninklijke Bammens

Versie /6

Beleidsplan Suïcidepreventie

Zelfmoordpreventie bij kind en jeugd. 30 oktober 2018 Judith de Heus Manager hulpverlening

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 23 Onderwijs

HANDBOEK A.O. STICHTING EVE

Nota gezondheidsbeleid Eemnes Aandachtpunten en/of mogelijkheden bij uitvoering van prioriteiten

Onderwerp : Evaluatie kadernota minimabeleid en kadernota minimabeleid

WvGGZ - Situatie per 1 januari Inleiding Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg

VOORTGANGSRAPPORT SECTOR INITIATIEVEN

Raadsvoorstel. 1. Aanleiding

Voorwoord. deel i: begrippen, cijfers en verklaringen 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gebroeders van der Poel B.V. CO₂ - Reductiebeleid

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Openbare basisschool De Driemaster

6.3 Hoofdstuk 4 en de bijlage van het verbeterplan

Jaarplan 2012 gemeente Velsen

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland

Invoering Omgevingswet

Projectplan Duurzaam Inkopen

Initiatieven en participaties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 oktober 2016 Antwoorden Kamervragen 2016Z15941

Suïcidecijfers 2012 Vlaanderen

Definities. Suïcide. Suïcidepoging/automutilatie

Transcriptie:

Programmaplan Preventie Spoorsuïcide ProRail Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 2010-2015 Van ProRail Kenmerk EDMS 2359269 Versie 0.4 Datum 30 maart 2010 Bestand EDMS-#2359269-v4-Programmaplan_Preventie_Spoorsuïcide_2010_-_2015 Status Definitief

Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Stand van zaken spoorsuïcide tot 2010 4 3 Aanpak Programma Preventie Spoorsuïcide 7 3.1 Monitoren en analyseren van maatregelen en trends 7 3.2 Fysieke maatregelen 7 3.3 Kennisontwikkeling 8 3.4 Toezicht 9 3.5 Afhandeling 9 3.6 Communicatie 9 4 Effectiviteit van maatregelen 10 5 Kosten 11 5.1 Kosten Programmaplan Spoorsuïcide 11 5.2 Kosten regulier programma in het kader van derdenstoringen 11 6 Programmaplanning 12 7 Programma Organisatie 14 7.1 Intern 14 7.2 Extern 14 8 Evaluatie en rapportage 14 8.1 Periodieke evaluatie 14 8.2 Rapportage 14 Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 2/15

1 Inleiding Spoorsuïcide staat politiek-maatschappelijk sterk in de belangstelling. De Minister van VWS heeft een Beleidsagenda Suïcidepreventie opgesteld. Deze Beleidsagenda Suïcidepreventie heeft als doelstelling een verdere reductie van het aantal suïcides en andere vormen van suïcidaliteit door de preventie en behandeling van psychische stoornissen en het voorkomen van risicofactoren. Daarin krijgt ook preventie van spoorsuïcide aandacht. In 2010 wordt de Derde Kadernota Railveiligheid vastgesteld. De Derde Kadernota Railveiligheid behandelt de veiligheid van het spoor. Spoorsuïcide is hierin als apart onderwerp opgenomen. Ook in het buitenland krijgt de reductie van spoorsuïcide steeds meer aandacht. Binnen de European Railway Agency (ERA) is een voorstel in ontwikkeling voor internationaal onderzoek naar achterliggende oorzaken van, en mogelijke mitigerende maatregelen tegen spoorsuïcide. De meeste dodelijke slachtoffers in het railvervoer vallen door spoorsuïcide. Suïcide op het spoor in Nederland t.o.v. de ons omringende landen maakt een relatief groot deel uit van het totaal aantal suïcides (zie hieronder bij Enkele cijfers ). Suïcides op het spoor hebben een grote impact. Spoorsuïcide veroorzaakt leed bij nabestaanden en direct betrokkenen (machinisten en conducteurs) en veroorzaakt een ernstige verstoring van de reguliere treinenloop. Een baanvak is na een suïcide gemiddeld 145 minuten gestremd. Spoorsuïcide wordt mede daarom door ProRail als toprisico gezien. Gegeven de politieke prioriteit 1 is door V&W aan ProRail gevraagd een programmaplan voor de preventie van spoorsuïcide op te stellen. Dit past ook bij de hoge ambities van ProRail zelf ten aanzien van veiligheid, klantwaardering en beschikbaarheid. Het voorliggende programmaplan bevat niet uitsluitend nieuwe activiteiten. Binnen het kader van het programma derdenstoringen 2 zijn al de nodige maatregelen uitgevoerd, die ook bijdragen aan suïcidepreventie. Beoogd wordt echter door verbijzondering van het onderwerp, waarbij alle afzonderlijke activiteiten worden gebundeld in één programma, spoorsuïcide gerichter en meer in onderlinge samenhang aan te pakken. Nagestreefd wordt het geheel meer dan de som der delen te laten zijn. Met dit Programmaplan Preventie Spoorsuïcide beschrijft ProRail de aanpak voor de preventie van spoorsuïcide voor de periode 2010-2015. 1 Zie o.a. Het Beleidsadvies Verminderen van suïcidaliteit van het Trimbosinstituut (2007), Kaderdocument Nationaal Actieplan Suïcidepreventie van de Ivonne van de Ven Stichting (2007), notitie De noodkreet gehoord van de CU (2007), desbetreffende Kamermotie Voordewind, Standpunt Minister van VWS op deze adviezen en motie, mede namens Ministers van Jeugd en Gezin en Justitie (2008), in het AO van 10 sept. 2009 heeft de Minister toegezegd de Tweede Kamer te zullen informeren over mogelijke additionele maatregelen ter vermindering van het aantal zelfmoorden op het spoor. 2 Binnen dit aandachtsgebied vallen storingen door weersomstandigheden, spoorlopers en vee op de spoorbaan, vandalisme en andere exogene factoren. Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 3/15

ProRail heeft met het programmaplan 2010-2015 de volgende doelstellingen (zie ook hoofdstuk 4): Terugdringen van het aandeel spoorsuïcides in het totaal aantal suïcides in Nederland; ProRail vervult een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van activiteiten en maatregelen in het kader van preventie spoorsuïcide; Reductie van maatschappelijke schade veroorzaakt door spoorsuïcide. Leeswijzer: In Hoofdstuk 2 vindt u de stand van zaken spoorsuïcide tot 2010. Hoofdstuk 3 beschrijft de aanpak en structuur van het Programmaplan. Hoofdstuk 4 schetst een voorbehoud t.a.v. de effectiviteit van maatregelen in relatie tot de realiteit van de ambitie Hoofdstuk 5 geeft een kostenoverzicht voor het Programmaplan. In hoofdstuk 6 wordt de programmaplanning behandeld. De programma organisatie is schematisch weergegeven in hoofdstuk 7. Ten slotte wordt in hoofdstuk 8 de evaluatie en rapportage besproken. 2 Stand van zaken spoorsuïcide tot 2010 Het aantal spoorsuïcides is in de periode 2000-2009 nagenoeg constant gebleven. Zie onderstaande tabel. Overzicht spoorsuïcides 2000-2009 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Suïcide overweg - geslaagd 56 53 38 43 35 46 Suïcide perron/station - geslaagd 31 37 41 29 18 31 Suïcide vrije baan - geslaagd 83 94 112 122 111 123 Totaal zelfdodingen geslaagd 184 198 179 175 170 184 191 194 164 200 Totaal pogingen mislukt 17 18 29 25 17 19 (bron: ProRail) Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 4/15

In 2005 is binnen het kader van een samenwerkingsverband met de Ivonne van de Ven Stichting, de NS, de VU Amsterdam en de GGZ Eindhoven, een pilot Suïcidepreventie op het spoor gestart. In deze pilot zijn op enkele risicolocaties specifieke maatregelen toegepast. Het genoemde samenwerkingsverband is als zodanig niet meer actief. Voorbeeld Locatie Eindhoven, Groote Beek/ Anthony Fokkerweg Maatregelen: kaalslag, afscherming. afsluiten overweg en overleg met instelling geestelijke gezondheidszorg Voorheen 1-6 doden per jaar gemiddeld 3.6 per jaar, reductie naar 0, 6 Verschuiving naar Eindhoven, Beukenlaan van 0,55 per jaar Uit dit voorbeeld komt naar voren dat ondanks dat een verschuiving plaats vindt, er toch een reductie kan worden bereikt. Uiteraard is de relatie tussen de acties en het resultaat nog niet hard: vele factoren hebben immers invloed op spoorsuïcide. Iedere risicolocatie kent specifieke kenmerken waardoor dit resultaat niet zonder meer doorvertaald kan worden naar andere risicolocaties. Overwegen zijn bijvoorbeeld moeilijk af te sluiten en blijven dan toegang tot de baan verschaffen. Deze pilot heeft aangetoond dat met een gerichte aanpak resultaten zijn te behalen. Na 2007 zijn op een dertigtal locaties, door ProRail, in het kader van het programma Derdenstoringen, hekwerken geplaatst. Daarnaast zijn op een beperkt aantal locaties camera s en verlichting aangebracht. Een uitvoerige evaluatie van de effecten van deze maatregelen op de preventie van spoorsuïcide, is nog niet afgerond. Nog enkele cijfers Het jaarlijks aantal suïcides op het spoor in Nederland schommelt rond de 185. In 2009 is het hoogste aantal suïcides sinds jaren bereikt: 200 Het totaal aantal suïcides neemt in Nederland af. Dit maakt dat het aandeel spoorsuïcide procentueel (nu ca. 12%) daarvan juist toeneemt. Dit percentage is relatief hoog in vergelijking met andere landen: Duitsland 0,8%, Engeland 2,8%, Zweden 6,2%, Japan 6,3%. Risicolocaties worden geduid aan de hand van de volgende definitie; meerdere voorvallen binnen 500 meter binnen 3 jaar. Van het totale aantal suïcides op het spoor vindt 48 % plaats binnen 100 meter van een overweg, 25 % binnen 100 meter van een perron en 11 % binnen 100 meter van een viaduct over het spoor. Jaarlijks leidt spoorsuïcide tot 500 uur niet-beschikbaarheid bij een gemiddelde hersteltijd van 145 minuten. Complicerende factor is dat spoorsuïcide een wijdverspreid probleem is. De voorspelbaarheid van spoorsuïcide is beperkt. Daarbij komt dat bij suïcide menselijke factoren en gedrag een belangrijke rol spelen. Het verkrijgen van meer inzicht d.m.v. kennisontwikkeling, kennisdeling, het uitvoeren van pilots, evaluaties en analyses in samenwerking met verschillende partijen vormt dan ook een belangrijk onderdeel van voorliggend programmaplan. Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 5/15

Conclusies stand van zaken Het jaarlijks aantal spoorsuïcides is de laatste jaren min of meer stabiel terwijl het aantal suïcides in Nederland is afgenomen. De generieke maatregelen die ProRail de afgelopen jaren heeft getroffen in het kader van het programma derdenstoringen genereren vooralsnog te weinig zichtbaar effect. Het terugdringen van het aantal spoorsuïcides c.q. aandeel van het aantal spoorsuïcides in het totaal aantal suïcides in Nederland vergt derhalve een extra inspanning. De resultaten van in het verleden uitgevoerde pilotprojecten geven aanknopingspunten om te veronderstellen dat met locatiespecifieke inzet van fysieke maatregelen veiligheidswinst geboekt kan worden. De focus van het onderzoek en implementatie van (fysieke) maatregelen dient te liggen op het voorkomen van suïcides nabij overwegen, stations en kruisende viaducten. Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 6/15

3 Aanpak Programma Preventie Spoorsuïcide Binnen een verbijzonderde en geïntensiveerde aanpak van preventie van spoorsuïcide voorziet ProRail binnen het Programmaplan een zestal deelprojecten. Deze deelprojecten staan hieronder uitgewerkt. 3.1 Monitoren en analyseren van maatregelen en trends ProRail wil meer inzicht verkrijgen, door middel van het monitoren en analyseren, in trends, oorzaken, risicolocaties en omgevingsfactoren van spoorsuïcides. Bij de uitvoer van activiteiten en preventieve maatregelen kunnen op basis daarvan de meest passende activiteiten en maatregelen worden getroffen. Deze activiteiten en maatregelen moeten worden beoordeeld op effectiviteit. ProRail gaat ook meer pilots uitvoeren met innovatieve maatregelen, zoals camera s, schrikverlichting op risicolocaties en praatpalen op perrons. Op basis daarvan wordt de effectiviteit van de maatregelen gemeten. Betrokken partijen: Activiteiten: ProRail, vervoerders, KLPD, IVW, kennisinstituten Spoorsuïcide of poging daartoe opnemen in dashboard veiligheid Verbeteren registratie Afspraken maken over uitwisseling van gegevens met betrokken partijen (met NSR en IVW zijn inmiddels afspraken gemaakt over uitwisseling van gegevens) Analyse suïcidegegevens Analyse pilotprojecten 3.2 Fysieke maatregelen ProRail gaat de huidige inspanningen, ter voorkoming van spoorsuïcide door het aanbrengen van fysieke maatregelen, intensiveren en optimaliseren. ProRail gaat daarmee de plaatsing van hekwerken, verlichting en camera s op risicolocaties, gericht uitbreiden en de instandhouding aanhalen. Onderzoek en beproeving innovatieve maatregelen ProRail gaat, zoals genoemd, ook innovatieve maatregelen treffen. Bij de uitvoering van deze pilotprojecten zal nauw worden samengewerkt met kennispartijen zoals 113-online. Wanneer blijkt dat deze innovatieve maatregelen effect sorteren worden deze vervolgens landelijke uitgerold. Identificatie en aanpak risicolocaties De inventarisatie van maatregelen op als zodanig aan te merken risicolocaties gaat binnen het programma versneld plaatsvinden. Voor één van de vier ProRail regio s heeft een dergelijke inventarisatie reeds plaatsgevonden. Voor de overige regio s is deze inventarisatie gaande. Uitvoering van maatregelen op dergelijke locaties wordt binnen het programmaplan uitgevoerd. ProRail wil acuut maatregelen treffen op locaties waar een veiligheidsprobleem ontstaat. Op sommige locaties doen zich binnen een jaar enkele dodelijke ongevallen voor. Hiervoor is versneld actie nodig. Spoorsuïcide krijgt hiervoor de juiste prioriteit binnen de prioriteitenmatrix van ProRail. Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 7/15

Activiteiten: Betrokken partijen: Bepalen van maatregelen op risicolocaties Aanbrengen fysieke maatregelen op risicolocaties Onderzoek effectiviteit innovatieve toepassingen zoals lichttoepassing, geluidtoepassing, detectie Uitvoering en evaluatie van pilotprojecten Versnelde toepassing van maatregelen op acute risicolocaties, zoals kaalslag, hekken, camera s en licht. Versnelde uitrol van innovatieve toepassingen voor zover effectiviteit is gebleken Gerichte surveillance door BOA s en beveiligingsdiensten Contact met locale GGZ instellingen ProRail, vervoerders, KLPD, GGZ instellingen 3.3 Kennisontwikkeling ProRail wil in het kader van kennisontwikkeling een centrale, stimulerende en dienstverlenende rol spelen. Er wordt hierbij aangesloten bij de al bestaande en lopende initiatieven. ProRail neemt daarbij ook het voortouw voor nieuwe initiatieven. Nationaal Betrokken partijen: Activiteiten: Internationaal Betrokken partijen: Activiteiten: ProRail, NS, Ministerie VWS, Ministerie V&W, Trimbos instituut, GGZ, Wetenschap, Ivonne van der Ven Stichting Faciliteren wetenschappelijk onderzoek ProRail stelt database beschikbaar voor onderzoek Aansluiting bij 113-online Bevorderen kennisuitwisseling (bijdragen aan kenniscongres) European Railway Agency (ERA), internationale vervoerders en spoorbeheerders, samenwerkingsverband met een al bestaand internationaal onderzoekteam Aansluiten bij Europees onderzoek Samenwerken met een reeds bestaand internationaal onderzoekteam Bevorderen kennisuitwisseling o.m. door mede organiseren internationaal kenniscongres Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 8/15

3.4 Toezicht ProRail wil de kans om onopgemerkt het spoor te betreden, ook door middel van toezicht, verkleinen. Dit toezicht wordt uitgevoerd door BOA s, lokale politie, KLPD en perronpersoneel. ProRail heeft 50 BOA s in dienst. Deze BOA s zijn getraind in het herkennen van suïcidaal gedrag en hebben een handhavende taak. Betrokken partijen: Activiteiten: ProRail, NS, KLPD, kennisinstituten Voortzetten van de opleiding en training van personeel voor het herkennen van suïcidaal gedrag Uitbreiden van opleiding en training voor personeel betrokken partijen, bijvoorbeeld NS 3.5 Afhandeling Spoorsuïcide, is ondanks het nemen van preventieve maatregelen niet uit te sluiten. Wanneer een verstoring optreedt, is het zaak dat het treinverkeer hier zo min mogelijk last van ondervindt. ProRail, de vervoerders en de overheidshulpdiensten bereiden zich daarom voor op veiligheidsincidenten. Bij de afhandeling van incidenten spelen de overheidhulpdiensten een belangrijke rol. De samenwerking van ProRail, vervoerders en de overheidshulpdiensten bij het treffen van repressieve maatregelen is geborgd in het Calamiteiten Plan Rail en de Trein Incident Managementplannen (TIM). ProRail wil, in samenwerking met betrokken partijen, de afhandeling van een incident en daarmee het weer beschikbaar krijgen van het spoor versnellen. Betrokken partijen: Activiteiten: KLPD, Openbaar Ministerie, hulpdiensten, IVW, ProRail, vervoerders en begrafenisondernemers. Nadere afspraken maken met betrokken partijen over afhandeling spoorsuïcide 3.6 Communicatie Ontwikkelen van een communicatiestrategie, nog nader uit te werken. Betrokken partijen: Activiteiten: GGZ Nederland, 113 online, NS, vervoerders, NVVE (Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde) Nog nader uit te werken Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 9/15

4 Effectiviteit van maatregelen Spoorsuïcide, is een moeilijk grijpbaar fenomeen. Opvallend is dat het aandeel spoorsuïcide binnen de totale problematiek van suïcide in Nederland een relatief groot aandeel uitmaakt in vergelijking met de ons omringende landen. Daarnaast kan worden opgemerkt dat het aantal suïcides in het algemeen afneemt, maar dat dat niet geldt voor spoorsuïcides. Voorts is in het voorgaande al aangegeven dat de generieke maatregelen die ProRail de afgelopen jaren heeft getroffen in het kader van het programma derdenstoringen vooralsnog te weinig zichtbaar effect lijken te genereren. De resultaten van in het verleden uitgevoerde pilotprojecten geven aanknopingspunten om te veronderstellen dat met locatiespecifieke inzet van specifieke maatregelen veiligheidswinst geboekt kan worden. Het is echter wenselijk op basis van nader onderzoek een beter inzicht te krijgen in de te verwachten effectiviteit van maatregelen. Het is daarom dat een tussentijds evaluatiemoment in het programma wordt voorzien per eind 2011. Dan dient te worden vastgesteld of voldoende inzicht bestaat in de factoren die van invloed zijn op spoorsuïcide en in de mate waarin die factoren zijn te beïnvloeden. Pas daarna zal worden besloten of de extra activiteiten (bovenop de lopende activiteiten in het kader van derdenstoringen ) zullen worden voortgezet dan wel of anderszins een bijstelling nodig is. In 2010 en 2011 zal dan ook met name ingezet worden op: Evaluatie en effectanalyse van eerdere maatregelen en pilot projecten Verbeteren registratie en monitoring Kennisontwikkeling en deling (nationaal en internationaal) Uitvoeren onderzoek Doel Er wordt vooralsnog geen hard, concreet kwantitatief doel gesteld. Eerder uitgevoerde specifiek toegesneden pilots hebben resultaten laten zien, maar in algemene zin is de aantoonbaarheid van de relatie tussen gepleegde inspanningen en resultaten nog te gering. Met het opstellen en uitvoeren van een programma wordt derhalve een inspanningsverplichting aangegaan. De Minister van VWS heeft het streven geformuleerd om de komende jaren een jaarlijkse reductie van het totaal aantal suïcides in Nederland van 5% te bereiken. In het interne ProRail Jaarplan Veiligheid & Milieu 2010 is dit streven overgenomen. Voor de reductie van het aantal suïcides op het spoor houdt dit een ambitie in van 180 in 2010 naar ca. 140 in 2014. Of die ambitie realistisch is zal gedurende de uitvoering van het programma getoetst worden. Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 10/15

5 Kosten 5.1 Kosten Programmaplan Spoorsuïcide Voor de uitvoering van de extra inspanningen ter preventie van spoorsuïcides zijn de volgende kosten voorzien. Voorbehoud t.a.v. de meerjarenreeks is daarbij dat afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie eind 2011 deze mogelijk moet worden bijgesteld. Omschrijving *) 2011 2012 2013 2014 2015 Programmaorganisatie 160 160 160 160 160 Fysieke maatregelen **) 3000 3000 3000 3000 Kennisontwikkeling 300 100 100 100 100 Toezicht 100 100 100 100 100 Communicatie 50 250 100 100 100 Versnelde aanpak + 200 200 200 200 200 pilots Totaal 810 3810 3660 3660 3660 (Bedragen x 1000,-) *) Zie voor activiteiten, vallend onder deze programma-onderdelen par. 3.1 t/m 3.6 **) Lopende en reeds geplande activiteiten; geen extra fysieke maatregelen. 5.2 Kosten regulier programma in het kader van derdenstoringen Naast het programma voor spoorsuïcide besteedt Prorail, aan grootschalig onderhoud en vernieuwing van hekwerken ter afscherming van de spoorbaan, ca. 8,0 mio 2010. Hieronder wordt verstaan: compleet vernieuwen afrastering, nieuw plaatsen en groot onderhoud aan afrastering. ProRail besteedt op jaarbasis aan klein onderhoud aan hekwerken ca. 1,3 mio. Hieronder valt: inspectie, kleinschalig herstel, instandhouding en onderhoud van afrastering. Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 11/15

6 Programmaplanning Programmaonderdeel/ Betrokken partijen Activiteiten (onder voorbehoud; zie ook hoofdst. 4) Jaar aanvang Eind deelproject Programma Inrichten programmaorganisatie Q2 2010 Uitwerken deelplannen Q2/Q3 2010 Voorbereiden uitvoer Q3/Q4 2010 Registratie ProRail, IVW, KLPD, Uitbouwen database Q2 2010 vervoerders Afspraken maken met betrokken partijen Q2 2010 Monitoren en analyse ProRail Opzetten methode van analyse Q2/Q3 2010 trends Analyse eerdere pilotprojecten Treffen fysieke ProRail Inventariseren van maatregelen op risicolocaties Q2 2010 maatregelen Aanbrengen fysieke maatregelen op risicolocaties 2011 2014 Uitvoer van pilotprojecten 2011 2014 Kennisontwikkeling ProRail, Ministerie VWS, Faciliteren wetenschappelijk onderzoek 2010/2011 Nationaal Ministerie V&W, ProRail stelt database beschikbaar voor onderzoek 2010/2011 Trimbosinstituut, GGZ, Aansluiting bij 113-online 2010 Wetenschap, Yvonne van der Bevorderen kennisuitwisseling o.m. door mede organiseren kenniscongres 2010/2011 Ven Stichting Kennisontwikkeling ERA, int. Vervoerders en Faciliteren Europees onderzoek 2011 Internationaal beheerders Samenwerken met een reeds bestaand internationaal onderzoekteam 2011 Bevorderen kennisuitwisseling o.m. door mede organiseren internationaal kenniscongres Toezicht ProRail, vervoerders, KLPD Voortzetten van de opleiding en training van personeel voor het herkennen van 2011 2014 suïcidaal gedrag 2011 Uitbreiden van opleiding en training voor personeel betrokken partijen, bijvoorbeeld NS Afhandeling KLPD, Openbaar Ministerie, hulpdiensten, IVW, ProRail, vervoerders en begrafenisondernemers Nadere afspraken maken met betrokken partijen over afhandeling spoorsuïcide 2011 Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 12/15

Programmaonderdeel/ Betrokken partijen Activiteiten (onder voorbehoud) Jaar aanvang Eind deelproject Communicatie ProRail Ontwikkeling communicatie strategie Q2/Q3 2010 2011 Versnelde aanpak ProRail, NS, vervoerders, KLPD Versnelde toepassing van maatregelen op acute risicolocaties, zoals kaalslag, hekken, 2010 camera s en licht Versnelde uitrol van innovatieve toepassingen, zoals lichttoepassing, 2011 geluidtoepassing, detectie Onderzoek effectiviteit innovatieve toepassingen 2010/2011 Gerichte surveillance door BOA s en beveiligingsdiensten Contact met locale GGZ instellingen Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 13/15

7 Programma Organisatie Nog nader uit te werken na besluitvorming 7.1 Intern Na besluitvorming over de inhoud van het programmaplan en nadat duidelijkheid is verkregen over de beschikbaarheid van extra budget zal de programma organisatie intern ProRail worden ingericht. 7.2 Extern Na besluitvorming over de inhoud van het programmaplan en nadat duidelijkheid is verkregen over de beschikbaarheid van extra budget zal in overleg met V&W en VWS worden bezien welke externe overlegvormen en samenwerkingsverbanden wenselijk zijn. 8 Evaluatie en rapportage Nog nader uit te werken na besluitvorming 8.1 Periodieke evaluatie ProRail evalueert periodiek het resultaat van de programma activiteiten. Op basis daarvan zal zo nodig worden bijgestuurd in activiteiten en/of maatregelen. 8.2 Rapportage ProRail rapporteert jaarlijks over de voortgang van de uitvoer van maatregelen aan DGMo. De wijze waarop dit gebeurt zal in overleg met DGMo nader worden ingevuld. Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 14/15

Colofon Titel Programmaplan Preventie Spoorsuïcide Documentnummer EDMS 2359269 Versie/Datum 0.4 30 maart 2010 Status Definitief Van Auteur Projectleider Distributie Document ProRail Roel Amesz, Henk Geerlings Marcel Hendriks Boers EDMS-#2359269-v4-Programmaplan_Preventie_Spoorsuïcide_2010_-_2015 datum gewijzigd naar aanleiding van wijziging gewijzigd door paraaf Autorisatie Voorwoord Inleiding paraaf gecontroleerd prl datum projectleider Programmaplan Preventie Spoorsuïcide 15/15