Ontwerpbesluit op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren



Vergelijkbare documenten
Ontwerpbesluit op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Besluit op grond van de wet verontreiniging oppervlaktewateren

Besluit op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerp-besluit. Nummer: 07-17

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:

Ontwerp Watervergunning

Ontwerp Watervergunning

De vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

De vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

1. Vergunningssituatie

Nummer : 17UTP00975 Barcode : *17UTP00975* Ontwerpbeschikking. Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta;

Activiteitenbesluit milieubeheer

Beschikking. Nummer aanvraag: 06-11

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

6. Het bedrijf valt onder de type C inrichtingen van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Gelet hierop is het bedrijf vergunningsplichtig.

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen. Veranderingsvergunning (nr ) op grond van de Waterwet

ISG De heer P. Carton Oostpolder XT EEMSHAVEN. Gedoogbeschikking. Geachte heer Carton,

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam.

Activiteitenbesluit milieubeheer

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

Besluit lozing afvalwater huishoudens

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

Watervergunning II. De aanvraag met bijlagen deel uit te laten maken van de vergunning; : WV

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Ontwerp Watervergunning

Besluit lozing afvalwater huishoudens

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

Besluit lozen buiten inrichtingen

Besluit lozen buiten inrichtingen

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

Activiteitenbesluit milieubeheer

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Activiteitenbesluit Milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer

De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387.

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:

Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest besluit op het verzoek tot gedogen van de heer A. Vergeer, Electraweg 3, 9883 TB Oldehove.

Omgevingsvergunning activiteiten, bouwen, tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan, en milieuneutraal veranderen

De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen:

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017

Besluit lozen buiten inrichtingen

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN

Watervergunning. Inhoudsopgave

2 3 FEB, Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Activiteitenbesluit milieubeheer

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en MiÏieu

Luimes VOF De heer R. Luimes Bomenweg PH MARKNESSE. Geachte heer Luimes,

Afwegingen bij Afvalwaterzuivering

Besluit lozen buiten inrichtingen

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE EMMEN

Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP. Definitieve wijzigingsbeschikking. Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta;

Besluit lozen buiten inrichtingen

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

DEFINITIEVE BESCHIKKING WET VERONTREINIGING OPPER VLAKTEWATEREN

^Ömgevingsd/msŕį Midden- en We»t-Brabant

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef

Besluit lozing afvalwater huishoudens

WATERVERGUNNING. Voor het lozen van afvalwater van Land Development Aviation Valley Maastricht N.V. op een zuiveringtechnisch werk

Watervergunning. Inhoudsopgave

Beschikking. ten behoeve van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. te Putten d.d.28 november 2005 (nummer 84849)

Watervergunning. 1. Aanhef

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

1 2AUG ilundi T.a.v. de heer R. Kreefft Herenstraat CB BERKEL EN RODENRIJS. Ons kenmerk Uw kenmerk Datum

Activiteitenbesluit milieubeheer

Watervergunning. Inhoudsopgave

Omgevingsvergunning activiteit milieu-neutraal veranderen. Recyclingmaatschappij Vijfhoek Flevoland B.V. Pontonweg 10 Almere

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking maatwerkvoorschriften

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

Toelichting op de Aansluitverordening Rijn en IJssel

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

OMGEVINGSVERGUNNING. BioMCN

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Activiteitenbesluit: Lozingen

BP Raffinaderij Rotterdam B.V.; wijziging van de vergunning krachtens de Waterwet. Zaaknummer RWSZ

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig

tömgevingsdí enst ļfi Midden- co West-Br»b«nt

Omgevingsvergunning Milieuneutrale verandering Westermeerwind BV

1 4 SEP Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

Transcriptie:

Ontwerpbesluit op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Beschikking nummer: 2008-04 Aanvraag Het dagelijks bestuur van het waterschap Velt en Vecht te Coevorden, hierna te noemen "het dagelijks bestuur", heeft op 19 augustus 2008 een aanvraag ontvangen van Area reiniging N.V., Columbusstraat 25, 7825 VP te Emmen (Area) voor een vergunning op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). De vergunning is aangevraagd voor het Afvalbrengstation Coevorden, Morseweg 2 te Coevorden voor het lozen van: - hemelwater afkomstig van opslagplaatsen en containers van afvalstoffen; - hemelwater afkomstig van verharde terreindelen; - huishoudelijk afvalwater op respectievelijk het vuilwaterriool (vwr) van de gemeente Coevorden. Het vwr is aangesloten op de rioolwaterzuiveringsinstallatie Coevorden (rwzi Coevorden). Het effluent van de rwzi Coevorden wordt geloosd op oppervlaktewater, te weten het Afwateringskanaal. Procedure De procedure is overeenkomstig de bepalingen in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en hoofdstuk 13 van de Wet milieubeheer (Wm) uitgevoerd. Op 9 oktober 2008 zijn aanvullende gegevens binnengekomen bij de provincie Drenthe. Deze aanvullende gegevens zijn bij het waterschap ontvangen op 21 oktober 2008. De aanvraag, inclusief de aanvullingen, maken onderdeel uit van deze vergunning. Coördinatie Wet milieubeheer Wvo Uit overleg met de provincie Drenthe als bevoegd gezag in het kader van de Wet milieubeheer (Wm) is gebleken, dat dit gezag een aanvraag voor een Wm-

vergunning ontvangen heeft. Op grond van artikel 8.30 en 8.31 van de Wm en artikel 7b, tweede lid, van de Wvo dient een gecoördineerde behandeling van de aanvragen Wm en Wvo plaats te vinden. Beide aanvragen worden gecoördineerd behandeld. De aanvraag is door de provincie op 18 augustus 2008 toegezonden aan de wettelijke adviseurs, te weten: Rijkswaterstaat Waterdienst te Lelystad; VROM Inspectie Regio Noord te Groningen; Burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden. De aanvullende gegevens zijn op 20 oktober 2008 toegezonden naar de hierboven genoemde adviseurs. Naar aanleiding van de aanvraag zijn geen adviezen ontvangen. Wettelijk kader Op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wvo zijn indirecte lozingen niet vergunningplichtig, tenzij de activiteiten waardoor er lozingen optreden bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen. De betreffende indirecte lozingen zijn vergunningplichtig, omdat de lozingen een risico kunnen zijn voor het ontvangende oppervlaktewater of voor de zuivering zelf en daarom specifiek aandacht vragen. Het vergunningplichtig maken van dergelijke lozingen is gebaseerd op de Overeenkomst over de bescherming van de Rijn tegen chemische verontreiniging en de EG-richtlijn over verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd. Bij besluit van 4 november 1983, houdende aanwijzing van soorten van inrichtingen, voor het laatst gewijzigd bij besluit van 26 november 1990, is aangegeven dat bedrijven die afvalstoffen opslaan, behandelen of verwerken aangewezen zijn als soort van inrichtingen in de zin van de artikelen 1, tweede lid en 31, vierde lid van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Afvalbrengstation Coevorden valt onder deze categorie. Op grond hiervan is voor de indirecte lozing van afvalwater via een werk dat op een ander werk is aangesloten (in casu via de gemeentelijke riolering op de rioolwaterzuiveringsinstallatie) een Wvo-vergunning vereist. 2

In artikel 8.17, tweede lid, van de Wm is aangegeven dat vergunningen voor onder andere inrichtingen, waarin afvalstoffen die van buiten de inrichting afkomstig zijn worden verwijderd, slechts voor een beperkte duur mogen worden verleend. Artikel 7b., vijfde lid, van de Wvo geeft aan dat, wanneer gecoördineerde behandeling van de Wm en de Wvo-vergunning plaatsvindt, artikel 8.17, Wm van overeenkomstige toepassing is. Daarom wordt de Wvo-vergunning verleend voor een periode van 10 jaar. Op dit besluit zijn de bepalingen van de Wvo, de Wm, de Awb, de Waterschapswet en het Reglement voor het waterschap Velt en Vecht van toepassing. Activiteitenbesluit Met ingang van 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (het Activiteitenbesluit) in werking getreden. Dit geldt ook voor de bijbehorende ministeriële Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (de Regeling). Dit Activiteitenbesluit en bijbehorende Regeling bevatten algemene regels voor een aantal specifieke activiteiten en installaties. Type A- en type B-bedrijven vallen geheel onder de algemene regels en hebben geen vergunning (meer) nodig. De onderhavige inrichting is een type C-bedrijf, waarvoor de vergunningplicht blijft bestaan. Daarnaast kunnen echter ook nog algemene regels van toepassing zijn op deze inrichting. Bij de totstandkoming van deze vergunning is hier waar mogelijk rekening mee gehouden. Dit betekent dat in deze vergunning geen voorschriften zijn opgenomen in geval er regels van het Activiteitenbesluit en de Regeling van toepassing zijn. De activiteiten: Lozen van huishoudelijk afvalwater en Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening zijn in dit geval activiteiten die vallen onder het Activiteitenbesluit ( 3.1.3. en 3.1.4.). Hiervoor zijn dan ook geen voorschriften opgenomen in deze beschikking. Voor de lozing van de overige afvalwaterstromen zijn in deze beschikking wel voorschriften opgenomen. Beleid 3

Emissiebeleid Bij de beoordeling van deze aanvraag is rekening gehouden met de hoofdlijnen van het emissiebeleid. Dit emissiebeleid is terug te vinden in de Vierde Nota waterhuishouding en het Waterbeheerplan 2006-2009 van het waterschap Velt en Vecht. De rwzi Coevorden is in beheer bij het waterschap Velt en Vecht te Coevorden. Voor de lozing van het effluent van de rwzi Coevorden op oppervlaktewater, te weten het Afwateringskanaal, is op 23 september 2003 door het dagelijks bestuur een vergunning op grond van de Wvo verleend (nummer: 3-14). De lozing van afvalwaterstromen kan onder voorwaarden, bepaald in de vergunning worden toegestaan. Hierbij is ook rekening gehouden met de omvang van het ontvangende oppervlaktewater en de beschikbare capaciteit van de rwzi Coevorden. Het bedrijf betreft geen IPPC-inrichting zoals aangegeven in de Europese IPPCregelgeving. Het bedrijf beschikt niet over een bedrijfsmilieuplan of een milieuzorgsysteem. Relevante feiten Bij besluit van 7 oktober 1993, is door het dagelijks bestuur van het Zuiveringsschap Drenthe een vergunning verleend met het nummer 93-22. Omdat er aanzienlijke veranderingen gaan plaatsvinden is een geheel nieuwe Wvo-vergunning aangevraagd. De wetgever heeft in de Wm duidelijk de voorkeur voor doelvoorschriften aangegeven omdat zoveel mogelijk wordt uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van de vergunninghouder. In deze vergunning zijn daarom hoofdzakelijk doelvoorschriften aangegeven. De bedrijfssituatie en lozingssituatie Het Afvalbrengstation Coevorden wordt opnieuw ingericht. Naar verwachting zal deze herinrichting in het najaar van 2009 gerealiseerd zijn. Het Afvalbrengstation Coevorden wordt omringd door een hekwerk, met aan de oostzijde van de locatie een afsluitbare ingang en aan het zuidoosten van de locatie een afsluitbare uitgang. Aan de noordzijde komt een ingang voor transporteurs. 4

Het klein gevaarlijk afval (KGA) depot, een opslagberging en de opslagtank voor afgewerkte olie, worden nabij de ingang gesitueerd. Op het middenterrein wordt de containerkuil gesitueerd, waar diverse open afvalcontainers worden opgesteld. Deze ondergrond zal bestaan uit straatstenen en/of asfaltverharding (vloeistofkerende verharding). Aan de zuidzijde van het terrein worden diverse losse opslagplaatsen gesitueerd. Deze ondergrond zal bestaan uit een vloeistofdichte betonverharding. Ook worden er op het terrein tussen de containerkuil en de losse opslagplaatsen nog een aantal containers voor specifieke afvalstoffen opgesteld. Bezoekers van het afvalbrengstation worden opgevangen door de stortplaatsbeheerder. De stortplaatsbeheerder draagt zorg voor een visuele inspectie van het aangeboden afval, en een juiste scheiding van het afval. Vervolgens kan het afval worden gestort, waarbij personeel van het afvalbrengstation controle uitoefent op een juiste storting van het afval. Lozingsituatie ie Binnen de inrichting is een gemengd rioolstelsel aanwezig. Op het vuilwaterriool zijn de volgende terreindelen aangesloten: containerkuil en de hier opgestelde open afvalcontainers en de (losse) opslagplaats voor snoeihout, tuin- en plantsoenafval ((grof) tuinafval); losse opslagplaatsen voor de afvalstoffen spoorbielzen, bitumen, dakleer en veegvuil, riool- en kolkenslib in een vloeistofdichte bezinkbak; sanitaire voorzieningen in het KGA gebouw en het naastgelegen toilet. Het hemelwater en het percolaatwater afkomstig van de containerkuil en de opslaglocatie voor (grof) tuinafval wordt middels een vrijvervalleiding naar de inspectieput (punt A) afgevoerd. Het hemelwater afkomstig van de hoger gelegen delen van de containerkuil komt via straatkolken in deze inspectieput terecht. Het afvalwater vanuit de inspectieput (punt A) wordt rechtstreeks op de vuilwaterriolering van de gemeente Coevorden geloosd middels lozingspunt 1 (LP 1). Het hemelwater afkomstig van de losse opslagplaatsen voor bitumen en dakleer, spoorbielzen en veegvuil, riool- en kolkenslib wordt via straatkolken en/of via een molgoot naar inspectieput (punt B) gevoerd. 5

Vanuit de inspectieput (punt B) wordt de gezamenlijke afvalwaterstroom via een olie/benzineafscheider met controlevoorziening (MPT 1) geleid, alvorens te worden geloosd op het gemeentelijk riool. De olie/benzineafscheider is gelegen op het naastgelegen terrein van de gemeente Coevorden (Fort Verlaat 2). Vanuit deze controlevoorziening (MPT 1) kan onder vrij verval deze afvalwaterstroom worden bemonsterd. Huishoudelijk afvalwater afkomstig van het KGA gebouw en het toilet takt in op de uitgaande leiding van de inspectieput (punt A) naar de vuilwaterriolering via lozingspunt 1 (LP 1). Overwegingen Toetsing van de situatie van het Afvalbrengstation Coevorden aan het waterkwaliteitsbeleid. Voor deze vergunning is het van belang te bepalen in hoeverre de lozing een nadelige invloed heeft op de doelmatige werking van de rwzi Coevorden of op het ontvangende oppervlaktewater. Onderstaand worden de verschillende aspecten die hierbij een rol spelen besproken. Losse Opslagplaatsen Op de losse opslagplaatsen, voorzien van een vloeistofdichte betonvloer, worden diverse afvalstoffen opgeslagen: a) Bitumen en dakleer, autobanden, veegvuil / riool- en kolkenslib; b) Snoeihout, tuin- en plantsoenafval (opgeslagen op een vloeistofkerende voorziening); c) Wit- en bruingoed, drukhouders, en C-hout. Ad a: Deze afvalstoffen kunnen minerale oliën bevatten. Dit heeft met name betrekking op dakleer, omdat hierin teer is verwerkt, waarin minerale oliën voorkomen. In bitumen komt minerale olie in veel mindere mate voor. Hemelwater dat op deze opslagplaats terecht komt, raakt verontreinigd met minerale olie. Het afvalwater afkomstig van het veegvuil, riool- en kolkenslib wordt, na bezinking, geloosd op de gemeentelijke riolering. Dit afvalwater kan eveneens verontreinigd zijn met minerale oliën en onopgeloste bestanddelen. Minerale olie dient op basis van de best uitvoerbare technieken (BUT) verwijderd te worden. De huidige zuiveringstechnische voorziening betreft een bezinkput met olie/benzineafscheider. Voor minerale olie wordt een lozingseis van 200 mg/l 6

opgelegd. Voor onopgeloste bestanddelen wordt een lozingseis van 50 mg/l opgenomen. Ad b: Hemelwater dat in contact is geweest met het snoeihout en het tuin- en plantsoenafval ((grof) tuinafval) bezit een hoge organische belasting en kan goed door de RWZI worden gezuiverd. Hier worden dan ook geen lozingseisen voor gesteld. Ad c: Aan deze afvalwaterstroom worden ter bescherming van de rwzi Coevorden geen specifieke nadere eisen gesteld omdat dit niet van toepassing is. Hemelwater afkomstig van de containerkuil c en rondom opgestelde open containers op de niet vloeistofdichte verharding,, exclusief de opslaglocatie van (grof) tuinafval Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening (in dit geval: hemelwater afkomstig van de daken en hemelwater afkomstig van de containerkuil en de hier opgestelde containers, exclusief de opslaglocatie van (grof) tuinafval) is in dit geval een activiteit die valt onder het Activiteitenbesluit ( 3.1.3.). Hiervoor zijn in deze beschikking dan ook geen voorschriften opgenomen. 7

Wellicht ten overvloede; de vergunninghouder dient ten aanzien van deze afvalwaterstroom te voldoen aan de voorschriften die in het Activiteitenbesluit over het lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening, zijn verwoord. Huishoudelijk afvalwater Lozen van huishoudelijk afvalwater is in dit geval een activiteit die valt onder het Activiteitenbesluit ( 3.1.4.). Hiervoor zijn in deze beschikking dan ook geen voorschriften opgenomen. Wellicht ten overvloede; de vergunninghouder dient ten aanzien van deze afvalwaterstroom te voldoen aan de voorschriften die in het Activiteitenbesluit over het lozen van huishoudelijk afvalwater zijn verwoord. Overige opslag Asbest wordt opgeslagen in een container met bigbags. Deze container is aan de bovenkant open en voor de rest vloeistofdicht uitgevoerd. Vanuit deze container komt geen afvalwater vrij wat in contact is geweest met asbest. De opslag van metalen vindt eveneens plaats in een vloeistofdichte container. Vanuit deze vloeistofdichte container komt geen afvalwater vrij wat in contact is geweest met metalen. Metalen kunnen daarnaast worden opgeslagen in een container welke niet vloeistofdicht is, maar wel beschermd is tegen hemelwater. Deze containers worden dan opgeslagen op de vloeistofdichte verharding. Het KGA wordt opgeslagen in een depot. Hierdoor kan het KGA niet in aanraking komen met hemelwater. Ten aanzien van de opslag van deze stoffen worden hier dan ook geen lozingsnormen voor opgenomen. Meten en controleren Het afvalwater dat op de bezinkput met olie/benzineafscheider is aangesloten, loost via het terrein van de gemeente Coevorden (Fort Verlaat 2), op de vuilwaterriolering van de gemeente Coevorden. Ter controle van de lozingsnormen dient na de olie/benzineafscheider een controlevoorziening aanwezig te zijn (MPT 1). In deze vergunning is een meet- en bemonsteringsverplichting opgenomen. 8

Besluit I. Bij besluit van 7 oktober 1993 is aan de gemeente Coevorden een vergunning verleend voor het lozen van diverse afvalwaterstromen op het vuilwaterriool van de gemeente Coevorden. Deze vergunning met nummer 93-22 wordt ingetrokken op de datum waarop de onder II bedoelde vergunning van kracht wordt. II. Aan N.V. Area Reiniging, Columbusstraat 25 te Emmen, hierna te noemen vergunninghouder, wordt vergunning verleend op grond van artikel 1, tweede lid van de Wvo, voor een aaneengesloten periode van 10 jaar, ingaande op de datum waarop de vergunning van kracht wordt, voor het lozen van hemelwater afkomstig van verontreinigde terreindelen (vloeistofdichte verharding) op de vuilwaterriolering van de gemeente Coevorden. Het afvalwater is afkomstig van de locatie N.V. Area Reiniging, Morseweg 2 te Coevorden. Eén en ander dient in overeenstemming te zijn met de gewaarmerkte aanvraag d.d 19 augustus 2008 met nummer 3753 en de gewaarmerkte aanvulling op de aanvraag d.d. 21 oktober 2008 met nummer 4864. De gewaarmerkte aanvraag, inclusief aanvulling, maken onderdeel uit van de vergunning. III. Aan deze vergunning zijn de volgende voorschriften verbonden. Voorschrift 1 (begripsbepalingen) Controlevoorziening: Steekmonster: voorziening waarmee onder vrij verval een steekmonster van het afvalwater kan worden genomen. éénmalig willekeurig genomen monster van het afvalwater van geringe omvang. Voorschrift 2 (afvalwaterstromen op de riolering) Het afvalwater, dat op de gemeentelijke riolering wordt gebracht, mag alleen bestaan uit het afvalwater zoals aangegeven in bijlage 1 onder A. 9

Voorschrift 3 (lozingseisen) 1 Het afvalwater als bedoeld in voorschrift 2 mag alleen op de gemeentelijke riolering worden gebracht ter plaatse van het aansluitpunt zoals aangegeven in bijlage 1 onder B. 2 Het afvalwater als bedoeld in voorschrift 2, mag de in bijlage 1 onder D genoemde parameters de onder E genoemde waarden niet overschrijden onder de condities zoals aangegeven onder G en H. 1 0

Voorschrift 4 (verplichting tot meten, bemonsteren en analyseren) 1 Door of vanwege de vergunninghouder dient door bemonstering (steekmonster) en onderzoek de afvalwaterstroom te worden onderzocht, zoals aangegeven in bijlage 1 onder I tot en met L. 2 Als uit de onderzoeksresultaten blijkt dat met minder parameters en/of een lagere bemonsteringsfrequentie kan worden volstaan, kan het bevoegd gezag daartoe besluiten als de vergunninghouder daarom vraagt. 3 Alle analyses en de monstername dienen te worden uitgevoerd volgens de voorschriften in bijlage 2. 4 De onderzoeksresultaten dienen schriftelijk aan het bevoegd gezag overgelegd te zijn, zoals aangegeven in bijlage 1 onder M. De resultaten dienen binnen een maand na bemonstering en/of onderzoek aan het bevoegd gezag te worden overlegd. 5 De controlevoorziening zoals aangegeven in bijlage 1 onder C dient toegankelijk en bereikbaar te zijn. Voorschrift 5 (calamiteiten of dreigende calamiteiten) 1 Indien als gevolg van calamiteiten of andere uitzonderlijke omstandigheden niet aan de in deze vergunning gestelde voorschriften wordt voldaan of naar verwachting niet kan worden voldaan, moet de vergunninghouder hiervan direct telefonisch melding doen aan het bevoegde gezag en maatregelen treffen. De maatregelen moeten de nadelige invloed van de lozing op de riolering, de RWZI en het oppervlaktewater ongedaan maken of beperken. De door, of namens, het bevoegd gezag gegeven aanwijzingen dienen stipt te worden opgevolgd. 2 Indien het bevoegd gezag dit gewenst acht, zal de vergunninghouder van het voorval schriftelijk rapport uitbrengen. Daarbij dient te worden vermeld: de datum; o omschrijving van hetgeen is voorgevallen; o het tijdstip van aanvang en beëindiging van het voorval; o de oorzaak; o de gevolgen voor de riolering; o de gevolgen voor de RWZI; o de gevolgen voor het oppervlaktewater waarop de RWZI loost; o de genomen maatregelen; 1 1

o de te nemen maatregelen om herhaling te voorkomen. 1 2

Voorschrift 6 (melden van wijzigingen) Voorgenomen wijzigingen, die tot gevolg hebben dat de feitelijke situatie niet meer overeenkomt met de voor de vergunningverlening overgelegde gegevens of laatst bekende gegevens, dienen direct aan het bevoegd gezag te worden gemeld. Coevorden, 20 maart 2009. Namens het dagelijks bestuur van het waterschap Velt en Vecht, ing. R. Schuiling M.Sc., sectordirecteur Watersysteem & Waterzuivering 1 3

Bijlage 1: 2008-04 1 4

Bijlage 2: analysevoorschriften. 1 De in deze vergunning genoemde stoffen en/of parameters dienen te worden bepaald volgens de voorschriften vermeld in de laatst verschenen uitgave, op elk moment dat deze vergunning in werking is, van: a Methoden voor de analyse voor afvalwater, van het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN); of indien er geen NEN-voorschrift is of voor het onderhavige afvalwater deze niet toepasbaar is, volgens de voorschriften vermeld in: b Standard methods for de examination of Water and Wastewater, American Public Health Association inc. New York of; c Annual book of ASTM standards (part 31) of; d Deutsche Einheitsverfahren zur Wasser/Abwasser und Schlammuntersuchung, Weissheim Verlag Chemie. 2. Indien in afwijking van het eerste lid genoemde voorschriften analyses worden uitgevoerd, behoeven deze analyses de goedkeuring van het bevoegd gezag. 1 5

1 6