Stand van zaken CAO-afspraak over voorzieningen t.b.v. eerder stoppen met werken (vervanging Afup)



Vergelijkbare documenten
A4 Informatie om te delen

Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING. 20 april 2017

ACP POLITIEVAKORGANISATIE. Uitgebreide informatie. Levensloop. Uitgebreide informatie Levensloopregeling. augustus met elkaar - voor elkaar

Uitleg Salarisspecificatie. Algemene Ledenvergadering Landelijke Raad ACP Politieacademie 20 november 2008

evaluatie knelpunten kinderopvang medewerking bij voornoemde evaluatie afspraak agenda-overleg CGOP, 13 september 2001 n.v.t. n.v.t. n.v.t.

MARZ/CvA/U Lbr.06/92 LOGA 06/20

Besluit beschikbaarstelling politieambtenaren ten behoeve van vredesmissies

Doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar. Bekendmaken van beleid

Wijziging van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12d, vierde en vijfde lid, van het Besluit bezoldiging politie;

Ouderschapsverlof voor meerlingen. informatief. geen. circulaire van 26 november 1997(EA97/U4257) circulaire van 6 november 1998 (EA98/U55017)

Wijziging Barp en Brvp 10 maart 2006

Evaluatie Regeling detachering politie

evaluatie flexbepalingen Barp en Bbp medewerking bij voornoemde evaluatie Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Stand van zaken en voortgang inzake diverse onderwerpen uit het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie

regelgeving brutering overhevelingstoeslag informatief EA2000/U van 14 december 2000 EA2000/U van 21 december 2000 Datum 11 januari 2001

Conversietabel. Informatief. Geen. Niet van toepassing. Heden. niet van toepassing. Datum 1 februari Kenmerk

Afspraken inzake arbeidsongeschikten met een arbeidsongeschiktheidspercentage lager dan 35% Bekendmaking beleid

Aanpassing pensioenregelingen n.a.v. nieuwe wetgeving rond VUT, prepensioen en levensloopregeling

Gelezen de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden d.d. 22 november 2018, nr. TAZ/U

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk verstrekken van informatie. 2 maart 2006, nr nadere berichtgeving

informatie over aanpassing normvergoeding

Vraag A1 In de mail over de CAO 2008 wordt gesproken over differentiatie naar groepen medewerkers. Onder welke groep val ik?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(070) Wijziging salarisbedragen, eindejaarsuitkering en levensloop Lbr. 08/31 CvA/LOGA 08/ maart 2008

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 22 november 2018 U Lbr. 18/073 LOGA 18/06

De Levensloopregeling

Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk verstrekken van informatie. 2 maart 2006, nr nadere berichtgeving

grondslag Relatie met : EA98/U1740 van 28 september 1998 andere circulaires EA98/U van 2 oktober 1998 Ingangsdatum : 1 april 1997

Gemeente s-gravenhage

Wijziging Besluit geneeskundige verzorging politie 1994 en Regeling geneeskundige verzorging politie 2003

Een nieuwe baan. De belangrijkste zaken op een rij

PWLITI E. De korpsbeheerder van de Politieregio Amsterdam- Amsteliand. Gelet op:

Nadenken over pensioen

regelgeving AFUP informatief 1 januari 2001 Datum 11 januari 2001 Kenmerk EA2001/U50809 Onderdeel directie Politie

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

Aanpassing van de CAO Energie als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

uw kenmerk ons kenmerk ECWGO/U Lbr. 14/093 CvA/LOGA 14/06

Met deze brief wordt u geïnformeerd over de nieuwe ronde van aanleveren van werkgevers- en werknemersgegevens van voorjaar 2011.

MARZ/CvA/U Lbr 06/86

FLO-overgangsregeling Ambulancezorg

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

LOGA. Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden. T.a.v. het college en de raad. 22 november TAZ/U Lbr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 88a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Contact: HR Services ( optie 2 /

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT. Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012

1 Loyalis. Uw waarde, ons werk 2. Persoonlijk aanbod levensloop van Loyalis en ABP. Postbus JL Heerlen

ECCVA/U CvA/LOGA 10/17 Lbr. 10/086

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor het levensmiddelenbedrijf

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT

LOGA. Landelijk Overleg Gemeentelijke Arb eids vo orwaarden. College voor Arbeidszaken/VNG ABVAKABO FNV CNV Publieke /aak

A 4 Informatie om te delen

: Politiewet 1993, artikel 44; Besluit financiën regionale politiekorpsen Relatie met andere circulaires EA96/U331

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren.

Op 23 november 2005 is tussen de minister van Binnenlandse Zaken en de Politievak-organisaties een nieuw

uw kenmerk Lbr

AV/PB/04/ Datum 3 mei 2004

ons kenmerk MARZ/CvA/U Lbr. 06/35 CvA/LOGA 06/06

GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN IN

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t :

Gemeente Emmen. V V> 'Ij V* ECCVA/U CvA/LOGA 10/02 Lbr. 10/005

Elke dag een uur voor uzelf

Nota van B&W. onderwerp Nagekomen aanpassingen CAR/UWO als gevolg van IKB. Portefeuilehouder Adam Elzakalai

De Korpschef van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland,

In artikel 3:16 lid 2 worden de woorden hoofdstuk 9a, 9b, 9d of 9e vervangen door: hoofdstuk 9a, 9b, 9e of 9f.

Levensloopregeling. De levensloopregeling kan worden gebruikt voor elke vorm van verlof, zoals:

ECCVA/U Lbr. 08/190 CVA/LOGA 08/39

ECCVA/U Lbr. 08/028 CvA/LOGA 08/09

ECGWO/U Lbr. 14/009

Inhoud presentatie. Informatiebijeenkomst Uitwerking Akkoord Reparatie FLOovergangsrecht. Inzet Levenslooptegoed 2019 tot 2022

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Hamervoordracht voor de collegevergadering van

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 18 december 2017 U Lbr. 17/080 CvA/LOGA 17/16 (070)

informatief Datum 4 September 2002 Kenmerk EA2002/85996 Onderdeel directie Politie Inlichtingen B.J.L de Leeuw T (070) F (070)

Onderhandelingsakkoord CAO RDW Oktober 2007

Kwartiermaker Nieuwe Samenwerkingsverband 28.08

ECWGO/U Lbr. 15/057 CVA/ LOGA 15/11

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Pensioenreglement wijzigingen Stichting Pensioenfonds ABP

Uitwerking akkoord Reparatie FLO-overgangsrecht voor brandweerpersoneel gemeente Heerde

Spaarloonwijzer spaarloon en uw levensverzekering

Ministerie van Veiligheid en Justitie. Korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen College van Bestuur Politieacademie

Een aanvulling op uw pensioen. Het is zo geregeld. Wij zijn uw bank.

Een aanvulling op uw pensioen. Het is zo geregeld. Wij zijn uw bank Brochure_banksparen_2015_4.indd :09

Datum 5 augustus 2015 Onderwerp Reactie op uw brief van 30 juli 2015 over de loonruimteovereenkomst

IKB. Het Individueel Keuzebudget in de Drechtsteden

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 5 juni 2009 registratienummer: B/

Principeakkoord cao-pensioenregeling Q&A Intern

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan: decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, heer,

... Betreft beoordeling CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro op fiscale aspecten

1. Wanneer komt een personeelslid in aanmerking voor BAPO? Hoeveel uren BAPO-verlof kan een personeelslid krijgen?...2

Grafimedia fondsen in t kort

uw kenmerk 09 juli 2012 overgangsrecht en arbeidsongeschiktheid Lbr. 12/062 CvA/LOGA 12/11

LOGA. Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden. College voor Arbeidszaken/VNG. FNV Overheid. CNV Overheid

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling

MARZ/CVA/U Lbr. 06/40 CVA/LOGA 06/08

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

4. Dit hoofdstuk is alleen van toepassing indien en voor zover er geen afwijkende bepaling uit hoofdstuk 9f van toepassing is.

Transcriptie:

- de korpschefs van de regionale politiekorpsen - de korpschef van het KPLD - de voorzitter van de raad van toezicht van het LSOP - de directeur van de IT-organisatie - de directeur van de Rijksrecherche Inlichtingen G. Hovius T 070 426 6747 F 070 426 7440 Uw kenmerk Onderwerp Stand van zaken CAO-afspraak over voorzieningen t.b.v. eerder stoppen met werken (vervanging Afup) 1 van 6 Aantal bijlagen 0 Bezoekadres Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag In deze brief ga ik in op de meest recente stand van zaken over de nieuwe voorziening om eerder te stoppen met werken ter vervanging van de Afup. Hiervoor heb ik twee redenen. Ten eerste kan ik nu melding maken van de ondersteuning die het ABP de korpsen zal bieden en het tijdpad van de uitvoeringswerkzaamheden en de voorlichting. Ten tweede stellen de drie politievakorganisaties die het Akkoord ondertekend hebben (NPB, ACP en VMHP) enkele afspraken over eerder stoppen met werken ter discussie. Om te voorkomen dat er misverstanden ontstaan over de status van de afspraken uit het Akkoord ga ik daar in deze brief ook op in. Postadres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Internetadres www.minbzk.nl 1. Algemeen Bij de uitvoeringscirculaire d.d. 21 december 2005 over het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2005-2007 (verder: het Akkoord) bent u geïnformeerd over het vervangen van de Afup door een nieuwe voorziening waardoor eerder stoppen met werken mogelijk blijft. Kort gesteld bestaat deze nieuwe voorziening uit vier elementen: - extra opbouw voor nabestaandenpensioen, degewenst aan te wenden om eerder te kunnen uittreden voor al het personeel; - een algemene levensloopbijdrage voor al het personeel; - een Toelage bezwarende functie (TBF) voor het executieve personeel tot en met schaal 11; - een inhaaltoelage bezwarende functie (itbf) en extra inkoop van pensioen voor al het personeel aan wie destijds Afup-garantiejaren zijn toegekend, ongeacht wijzigingen in schaal of status nadien. Hiermee wordt in de structurele situatie gerealiseerd dat voor het executieve personeel tot en met schaal 11 (en de aangewezen ATH-functies) een aansprakenniveau van 76% van het middelloon op 60-jarige leeftijd wordt gerealiseerd. Voor de overige ambtenaren is het aansprakenniveau 66,5% van het middelloon op 61 jarige leeftijd. Deze aansprakenniveau s worden uiteraard

alleen gerealiseerd bij deelname aan de levensloopregeling en inleg van de levensloopbijdrage, de TBF en itbf. Voor personeel met uitzicht op polisvoorwaarden FLO verandert er niets, zij behouden hun aanspraken en de nieuwe afspraken hebben op hen geen betrekking. 2 van 6 2. Stand van zaken uitvoering In de uitvoeringscirculaire werd gesteld dat in het voorjaar 2006 gestart zou worden met een voorlichtingsbijeenkomst die vermoedelijk eind maart 2006 zou plaatsvinden en dat de uitkering van levensloopbijdrage, TBF en itbf naar verwaching vanaf mei 2006 uitbetaald zou gaan worden met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006. Dit tijdpad is te ambitieus gebleken. Het nieuwe tijdpad (zie onderstaand) is afgestemd op maximale ondersteuning door het ABP bij het vaststellen van de itbf. a. Vaststellen itbf Om de itbf vast te stellen is het nodig om van de ambtenaar te weten of en hoeveel garantiejaren voor Afup-algemeen en Afup-specifiek zijn vastgesteld. Deze garantiejaren zijn destijds door korpsen vastgesteld in 2000, voorafgaand aan de introductie van de Afup per 1 januari 2001. De toen vastgelegde garantiejaren zijn aangeleverd aan het ABP die ze heeft geregistreerd. Daarmee is een centrale databank ontstaan van vastgelegde Afup-garantiejaren, beheerd door het ABP. Ten behoeve van het vaststellen van de itbf zal het ABP een rekentool aanleveren en een bestand van het personeel dat nu bij de korpsen in dienst is. Het bestand bevat de gegevens die de rekentool nodig heeft om de hoogte van de itbf vast te stellen: de geboortedatum, het aantal garantiejaren voor Afupalgemeen en de garantiejaren voor Afup-specifiek. Door de rekentool te koppelen aan het bestand worden automatisch brieven aangemaakt per individueel personeelslid met diens situatie, inclusief de hoogte van de eventuele itbf. Het beschikbaar komen van de rekentool met bestand staat gepland voor de week van 24 april a.s. doch uiterlijk 1 mei a.s. Korpsen moeten er dus rekening mee houden dat direct na het beschikbaar komen van de rekentool de nodige werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. De omvang van die werkzaamheden komt gedeeltelijk overeen met de werkzaamheden die destijds in 2000 zijn uitgevoerd ten behoeve van het vaststellen van de Afup-garanties. Ook nu dient immers ieder personeelslid een brief te ontvangen waarop de mogelijkheid van bezwaar en beroep geldt. De voorbereiding van de rekentool wordt opgepakt in samenwerking met het platform van salarisadministrateurs: het LOSA.

b. Voorlichting Zoals afgesproken tijdens de tweedaagse CAO-conferentie op 30 november en 1 december 2005 zal de voorlichting aan het personeel landelijk worden geregeld. Gezien de verschillende aanspraken zal deze voorlichting gericht worden op de verschillende doelgroepen. Voorafgaand aan de personeelsvoorlichting zal worden voorzien in een verdiepingsslag in de kennisoverdracht aan P&O-medewerkers. Dit zal plaatsvinden vóór 8 mei a.s. waarbij tevens voorlichtingsmateriaal beschikbaar wordt gesteld om binnen de eigen organisatie verder te werken aan kennisoverdracht aan P&O-medewerkers. Het voorlichtingsmateriaal voor het personeel zal uiterlijk op 15 mei a.s. beschikbaar zijn. Gezien de omvang van de materie waarover de voorlichting moet plaatsvinden wordt gekozen voor een modulaire opbouw van het voorlichtingsmateriaal. Dat wil zeggen: in mei een meer globale voorlichting die zich in aanvang ook expliciet richt op de keuzes die gemaakt moeten worden, gevolgd door nadere verdieping over pensioen en levensloop in een wat later stadium. Hiermee wordt voorkomen dat er een informatie-overload ontstaat. 3 van 6 c. Aanbesteding voorkeurinstelling levensloopsparen De levensloopregeling is een belangrijk aspect van de nieuwe voorziening om eerder stoppen met werken mogelijk te maken. Om deze reden is in het Akkoord de Regeling levensloop politie afgesproken, die in de loop van dit jaar in werking zal treden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2006. Op grond van deze regeling kan de ambtenaar door middel van het inzetten van arbeidsvoorwaardelijke bronnen -waaronder de levensloopbijdrage, de TBF en itbf- geld sparen ten behoeve van een inkomen tijdens een periode van onbezoldigd verlof. De ambtenaar is vrij in zijn keuze bij welke financiële instelling gespaard wordt. In het Akkoord is de afspraak opgenomen om voor de uitvoering van de Regeling levensloop politie een voorkeursinstelling ( preferred provider ) aan te wijzen zodat de werkgever gericht advies kan en mag geven waar het personeel het beste voor levensloop kan sparen. Voor het aanwijzen van een voorkeursinstelling is een Europese aanbesteding nodig. Deze Europese aanbesteding is op 21 maart jl. formeel gestart met de aankondiging in het Publicatieblad van de Europese Unie. De planning is erop gericht om op 15 mei a.s. de voorlopige gunning toe te kennen aan één van de instellingen die hebben ingeschreven voor de opdracht. Zodra deze beslissing is genomen zal een overeenkomst worden gesloten met de betreffende instelling onder de opschortende voorwaarde dat binnen een termijn van vijftien kalenderdagen door andere belanghebbenden geen rechtsmiddelen tegen de gunningsbeslissing worden ingesteld. Dat betekent dat, indien de planning haalbaar is, begin juni 2006 de Europese aanbestedingsprocedure is afgerond en de definitieve voorkeurinstelling bekend zal worden gemaakt.

d. Voorbereiding door korpsen Er moet in de korpsen een grote klus worden geklaard, omdat van het personeel moet worden vastgesteld of er aanspraak is op een itbf en hoe hoog deze is. U kunt zich nu reeds gedeeltelijk voorbereiden op deze werkzaamheden. Dit kan door hiervoor in de planning vast rekening mee te houden. Uw personeel kunt u in algemene zin informeren over het aangepaste tijdpad en wat zij kunnen verwachten. Daarbij kunt u bij voorkeur gebruik maken van de het standaardbericht dat via het NPI wordt toegezonden aan de voorlichters van de korpsen. Daarnaast kunt u vast de vorig jaar door het ABP aangeleverde Afupbestanden controleren op juistheid voor wat betreft de vastgelegde Afupgarantiejaren, mocht u dat nog niet hebben gedaan. Tevens kunt u vast de doelgroep in kaart brengen die nadat u de rekentool van het ABP heeft ontvangen met spoed moet worden benaderd. Dit betreft alle executieven die omdat zij zijn geboren na 1 januari 1951- géén aanspraak hebben op polisvoorwaarden FLO en die gebruik maken van de spaarloonregeling. Voor hen moet immers voor 1 juli a.s. geregeld zijn dat ze desgewenst nog kunnen kiezen om over te gaan op levensloopsparen en dus moeten stoppen met spaarloon. Daarbij moet ook het ingelegde spaarloon voor 1 juli a.s. zijn teruggestort. Om de keuze tussen levensloop en spaarloon goed te kunnen maken moet deze specifieke doelgoep snel inzicht krijgen in de hoogte van hun itbf naast de algemene informatie over de hoogte van de TBF en algemene levensloopbijdrage. 4 van 6 3. Discussiepunten politievakorganisaties De drie politievakorganisaties die het Akkoord hebben ondertekend stellen enkele afspraken over de vervanging van de Afup ter discussie. Dit doen zij op twee punten: de maximale fiscale grenzen en een speciale uitleg aan de afspraak over de 35 jaar inleg van de levensloopbijdrage. Onderstaand geef ik het standpunt van de werkgeversdelegatie hierop en de wijze waarop ik daarmee zal omgaan. a. maximale fiscale grenzen In het voorjaar van 2005 gaf het ABP in een rapportage voor het CGOP-overleg aan dat bepaalde leeftijdsgroepen naar verwachting niet voldoende levensloopsaldo konden bereiken om een volledig saldo te kunnen sparen (en daarmee 80% op zestigjarige leeftijd te halen). Voor de drie politiebonden was het gebruik van de maximale fiscale grenzen de enige reden een verlaging van het aansprakenniveau te accepteren. Het in het Akkoord afgesproken aansprakenniveau van 76% middelloon op leeftijd 60 is daarmee door de politiebonden als het fiscaal maximaal haalbare gehandteerd. In februari jl. is door het ABP aangegeven dat het in veel gevallen toch mogelijk is een percentage van meer dan 76% te bereiken. De politievakorganisaties hebben op basis van deze inzichten gevraagd om de gemaakte afspraken te herzien.

Het benutten van de maximale fiscale grenzen is voor de werkgeversdelegatie in het geheel geen uitgangspunt geweest. Kenbaar gemaakt uitgangspunt was het ontwerpen van een regeling die recht deed aan de eisen die het politiewerk stelt en die tevens betaalbaar was. Daarbij speelde een tweede fiscaal gestuurd element, te weten de termijn waarop de aanspraken door middel van een kapitaalsdekking verzekerd dienen te zijn. Dit vergde een vervroegde afstorting van zeer aanmerkelijke bedragen. De afspraken zoals die in het Akkoord zijn neergelegd gaan verder dan de oorspronkelijke financiële en inhoudelijke grenzen die het Kabinet had gesteld maar waren uiteindelijk toch acceptabel vanwege de 1% capaciteitsuitbreiding. Er is geen enkele reden de gemaakte afspraken te herzien. Daarvan zou alleen sprake kunnen zijn als het benutten van de maximale fiscale grenzen een gemeenschappelijk uitgangspunt was geweest van overlegpartijen, of indien de politievakorganisaties ten aanzien van de maximale fiscale grenzen een voorbehoud hadden laten opnemen in het Akkoord. Noch van het een noch van het ander is sprake. 5 van 6 b. 35 jaar inleg Vervolgens stellen de drie politievakorganisaties die het Akkoord hebben ondertekend één van de uitgangspunten ter discussie die het ABP heeft gehanteerd bij het berekenen van de hoogte van de premies. Eén van de uitgangspunten die het ABP bij de berekeningen heeft gehanteerd betreft de leeftijd van intreden op 22 jaar. Dit uitgangspunt is in de zomer van 2005 samen met diverse andere uitgangspunten in technisch overleg met het ABP en de politievakorganisaties besproken en gekozen. Een ander uitgangspunt is het gegeven dat er 35 jaar inleg nodig is voor levensloop. Het ABP heeft dit bij de berekeningen zodanig opgevat dat de 22 jarige 35 jaar inlegt en dat tot het moment dat de medewerker op zestigjarige leeftijd uittreedt er nog rente wordt ontvangen op deze inleg maar dat de inleg kan stoppen omdat het afgesproken aansprakenniveau dan is bereikt. De werkelijke situatie is overigens gunstiger omdat in de jaren dat de medewerker, zolang hij nog werkt, de werkgeversbijdrage voor levensloop gewoon blijft ontvangen. Ook als de medewerker er voor kiest om te blijven werken na het bereiken van de leeftijd van 60 of 61 jaar, blijft hij de werkgeversbijdrage voor levensloop ontvangen. De politievakorganisaties veronderstellen thans een directe relatie tussen de in het Akkoord genoemde 35 jaar inleg voor levensloop en het aantal jaren dat gewerkt moet worden. De relatie tussen het aantal jaren werken en sparen is minder direct van aard omdat er tal van uitgangspunten een rol spelen bij het vaststellen van de hoogte van de benodigde inleg voor levensloop. Al deze uitgangspunten zijn gebruikt bij de berekeningen die hebben geleid tot de benodigde percentages die in het Akkoord staan genoemd. Nu terugkomen op deze percentages is niet te verdedigen omdat er geen enkel voorbehoud hieromtrent is opgenomen ik het Akkoord.

c. Gevolgen discussie met politievakorganisaties De drie politievakorganisaties die het Akkoord ondertekend hebben, hebben de minister verzocht de gemaakte afspraken te herzien. Om bovenstaande redenen kan daar geen sprake van zijn. Van de ondertekende partijen mag daarbij worden verwacht dat zij staan voor wat zij tekenen. Bovendien doen de afgesproken aansprakenniveau s recht aan de eisen die het politiewerk stelt, de afspraken zijn daarmee adequaat. Dat op technische gronden de aanspraken nog ruimer kunnen worden vastgesteld is geen reden de afspraken ter discussie te stellen of te hierzien. Zou daartoe worden overgegaan dan kunnen alle overige afspraken van het Akkoord immers ook ter discussie worden gesteld. 6 van 6 Het is nog ongewis welke acties de drie politievakorganisaties nu zullen gaan ondernemen. Wel voorzie ik dat mogelijke berichtgeving door de politievakorganisaties onrust zal scheppen bij het personeel. Ik roep uw hulp in om dergelijke onrust zoveel als mogelijk te voorkomen en/of te beperken. Dat kan volgens mij het beste gebeuren door uniforme berichtgeving aan het personeel over de stand van zaken, waarbij wordt aangegeven dat de gemaakte afspraken in het Akkoord niet zullen worden aangepast. Een tekst daarvoor wordt via het NPI toegezonden aan de voorlichters van de korpsen. Het traject van invoering wordt ondanks de door de politievakorganisaties aangevangen discussie voortgezet, zodat geen extra vertraging ontstaat. Hoogachtend, DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, voor deze, de directeur Politie, J.C. Goet