Kader Primair. thema _ De school als onderneming



Vergelijkbare documenten
KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Samen. stevige. ambities. werken aan.

Flitsende en bruisende dienstverlening

Workshop AVS-congres 15 maart Jos Siemerink en Carine Hulscher-Slot

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Competenties directeur Nije Gaast

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Wat gaan we doen? Colofon. Almeerse Scholen Groep. Koersplan maart 2015

Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden

Voorbeeldig onderwijs

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

CNV Onderwijs gaat voor behoud van expertise

Uw wensen voor de verkiezingsprogramma's Ledenpeiling 26 april t/m 19 mei Korte rapportage

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

259 mensen hebben de enquête volledig ingevuld. Dat is bijna een kwart van alle schoolbesturen (22%).

Allereerst wil ik de organisatoren van deze dag, de Stichting Lezen en Schrijven

Onderzoek Passend Onderwijs

Ellen van Wijk - Ruim baan voor creatief talent B 3. Survey commitment van medewerkers

Managers en REC-vorming GEEN VOORUITGANG ZONDER VOORTREKKERS

Bekwaamheidsdossier. februari 2006 O. OC0602_p8_12 Personeelsbeleid2.i :29:26

Piet Voorbeeld MIJN PROFIEL. Voornaam. Achternaam. Dienst. Schaal Tot schaal 8. Piet. Voorbeeld. Stadswerken

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Planmatig samenwerken met ouders

Onderwijs met een hart. Strategische agenda

PE,PEPP en Samen Werken

Medewerkerbetrokkenheid. 1. Werk aan medewerkertevredenheid. Betrokkenheid uit jezelf. Waarom zou iemand het maximale inzetten voor een werkgever?

Nieuwsbrief. Voorwoord. Geslaagde Tour met de Raad van Toezicht. Positieve resultaten teldatum. Interne nieuwsbrief november 2017

Organisatiestructuur

Compentieprofiel Adjunct-directeur AB

Timemanagement Kerngebieden onderscheiden

Passend Leiderschap. Workshop AVS congres. Pieter Dekkers. 16 maart 2012

Visie op ouderbetrokkenheid

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

MET DEZE 6 KEUZES WORDT DUURZAME INZETBAARHEID WÉL EEN SUCCES

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Enquête regeldruk in het Amsterdamse Onderwijs. D66 Amsterdam Januari 2014

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

Nieuwsbrief passend onderwijs

Voor wie is de Week van passend onderwijs bedoeld?

COLUMN VERBINDEND EN ONDERWIJSKUNDIG LEIDERSCHAP NATIONAAL ONDERWIJSDEBAT 9 OKTOBER 2008 HARRIE AARDEMA, CONCEPT

Continurooster ja of nee?

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011

KINDEREN LATEN LEREN Strategisch beleidsplan SKO Flevoland en Veluwe. Ontwerpers van onderwijs voor de 21ste eeuw

De feiten over stille bezuinigingen in het primair onderwijs

IBN ALS SOCIALE ONDERNEMING VOOR EEN BREDERE GROEP

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

1. Naar gelijke schooltijden maakt een pas op de plaats

Meerjarenprogramma begroting en 2 e concernbericht 2013.

Sportief. Hoogeveen. Sport JIJ ook? Wij zeggen: Het beste sportinitiatief van Nederland !

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

FAQ Startende leraren

Praat niet over maar met elkaar

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW Geacht schoolbestuur,

Menukaart Loopbaanevents. Investeer in jouw talent

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Gluren bij de buren Den Haag

Investeren in vertrouwen. Samenvatting Meerjarenbeleidsplan

Onderwijskundig ondernemerschap

Starters-enquête. 9 september Een initiatief van AOb-Groene Golf en het NCRV-programma Altijd Wat

Leergang Leiderschap voor Professionals

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Opbrengstgericht werken (OGW)

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

4 Beleid en Organisatie Externe Communicatie Datum 8 januari 2014 Versie 4 Blad 1 van 6. EXTERNE COMMUNICATIE PWH Versie januari 2014

JAARMONITOR 2015 JANUARI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Meting september 2013

Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

Leidinggeven aan kwaliteitszorg

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

Onderwijs aan vluchtelingenkinderen: waar knelt het en wat gaat al goed?

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

PROFIEL Directeur Samenwerkingsverband Passend Onderwijs de Kempen PO 30-09

Samen voor onderwijs in Apeldoorn

STICHTING PRIMAIR ONDERWIJS ZUNDERT. 4/11/2018 Vacature Bestuurder SPOZ

Beleidsprogramma A+O fondsen gemeenten, provincies en waterschappen KEUZE VOOR SPEERPUNTEN OVERHEID IN BEWEGING EN MEESTER IN JE WERK

Werkplaats Speciaal Basisonderwijs Samen werken aan de kwaliteitsverbetering van een nieuwe onderwijssoort

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

ROFFELTJE. Hij ziet het niet

*SINT JOSEPH* BASISSCHOOL

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Functieprofiel. VOORZITTER EN LID RAAD VAN TOEZICHT Fidarda - SKOD

Succesvol Veranderingen Realiseren

Bijlage 1 Interviewleidraad voor het interview met locatiemanagers

Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid

Passie 2.0. Teamgeest helpt bij scoren. Inkt door de aderen. Concurrenten op afstand

Doe mee met de Onderwijscoöperatie

Digitaal Panel Energiebesparing en betaalbaarheid

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Doorwerken na 65 jaar

Steeds minder startersleningen beschikbaar

Reflectiegesprekken met kinderen

Transcriptie:

jaargang 16 _ nummer 3 _ november 2010 3 Kader Primair vakblad voor leidinggevenden in het primair onderwijs thema _ De school als onderneming Ondernemerschap en school kunnen niet zonder elkaar _ Een school run je deels als bedrijf, af en toe moet je een risico nemen _ Marketing loont _ Drie gaten in de markt: over het grijpen van kansen actueel _ Helft basisscholen kampt nu al met krimp achtergrond _ De strijd om bevoegde gymleerkrachten

Kader Primair Kader Primair is een uitgave van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS), dé vereniging voor alle leiding gevenden in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Kader Primair verschijnt tien of elf keer per jaar. Oplage: 6.000. Overname van artikelen na overleg met de hoofd redacteur. ISSN 1384-1165 Redactie Tineke Snel (hoofdredactie), Vanja de Groot, Joëlle Poortvliet (bureau- en eindredactie), Hans van den Berg, Jos Hagens, Carine Hulscher-Slot, Tom Roetert. Redactieadres: AVS Medewerkers deze maand Jaan van Aken, Femke Bakkeren, Lisette Blankestijn, Jeannet Bruins, Jos Collignon, Roger Dohmen/Hollandse Hoogte, Ton Duif, Will Geurds, Wendy de Geus (Oberon), Jan de Groen, Eugène Hansen, Gerard Helt, Irene Hemels, Monica van der Hoff-Israël (gastredacteur), Winnie Lafeber, Rick Matser, Marijke Nijboer, Bert Nijveld, Bob Ravelli, Hans Roggen, Manja Smits, Harry van Soest, Jaap Spieker, Karen Titulaer, Michiel Wigman (gastredacteur) Abonnementen AVS-leden ontvangen Kader Primair en Kadernieuws gratis. Abonnementprijs voor niet-leden: t 113 (excl. 6% BTW). Administratie: AVS-secretariaat Grafische vormgeving en druk Thoben Offset Nijmegen Telefoon: 024-3220287 Advertenties Recent, Ray Aronds, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam Telefoon: 020-3308998, fax: 020-4204005 E-mail: info@recent.nl www.recent.nl Ledenservice AVS Postbus 1003, 3500 BA Utrecht Telefoon: 030-2361010, fax: 030-2361036 E-mail: info@avs.nl www.avs.nl Helpdesk Voor adviezen over wet- en regelgeving, functiewaardering, de individuele rechtspositie en arbeidsvoorwaarden. maandag t/m vrijdag: 09.00 17.00 uur telefoon: 030-2361010 Bestuur Ton Duif (voorzitter), Jan Morsink (secretaris), Petra van Haren (penningmeester), Hans Pennings Ledenraad E-mail: ledenraad@avs.nl Decentraal Georganiseerd Overleg De AVS overlegt namens het Ambtenarencentrum. Secretariaat: Winlan Man, w.man@avs.nl, tel. 030-2361010 Lidmaatschap Lidmaatschap schooljaar 2010/2011 Persoonlijk deel: t 136,50 Managementdeel: t 197 t 288, afhankelijk van het aantal leerlingen (1 x per school) Postactief lid: t 103 (FPU, pensioen) Aspirant lid: v.a. t 30 (u bent (nog) geen (adjunct-)schoolleider) Buitengewoon lid: t 103 Kijk voor het huidige actieaanbod en de lidmaatschapsvoorwaarden op www.avs.nl/lidworden. De mening van in Kader Primair geïnterviewde personen is niet noodzakelijkerwijs de mening van de AVS. Ook duidt adverteren in dit blad niet op samenwerking of goedkeuring van de AVS met of voor de betreffende organisatie, behoudens de AVS Voordeelpartners. Kader Primair wordt gedrukt op papier dat het FSC-keurmerk draagt. Uitgelicht thema _ De bedrijfsvoering van de schoolleider zelf Bij sommige schoolleiders zit ondernemerschap ingebakken in de beroepshouding. Ze investeren in zichzelf, leren van kritiek, doen onverwachte stappen en steken hun nek om anderen ook te laten bloeien. Prestatiebeloning is daarbij niet per se een middel. Drie portretten. pagina 12 achtergrond _ Een draak van een regeling De subsidieregeling energiebesparing en binnenmilieu, die voortkwam uit crisisgelden, blijkt voor veel scholen lastig uitvoerbaar, onder meer door onvoorziene extra kosten. Waar stuiten deze scholen op en hoe kun je als schoolleider wél je voordeel doen met de subsidie? pagina 34 actueel thema _ Hoezo onderneming? De school is onder andere een omgeving waar kennis wordt overgedragen, toch geen onderneming? Waarom onderwijs met de verantwoording over publieke middelen en ondernemerschap helemaal niet zover uit elkaar liggen, legt AVS-directeur Michiel Wigman uit. pagina 8 achtergrond _ Feminisering en teamsfeer Mannen voor de klas zijn, in tegenstelling tot leidinggevenden, met een lampje te zoeken. Dat dat niet ideaal is voor het kind is bekend, maar wat zijn de gevolgen voor het team? Is specifiek beleid noodzakelijk om de instroom van mannelijke leerkrachten te bevorderen, zoals de recente mannenklas in Rotterdam? pagina 32 2 Helft basisscholen nu al te maken met krimp Verwachte leerlingenkrimp van 7 procent tussen 2010 en 2015 2 Petitie tegen bezuinigingen Passend onderwijs Overhandiging op 9 november aan Tweede Kamer 3 Kamervragen over volle scholen Speciaal onderwijs in Drenthe puilt uit Foto omslag: Directeur Paul Dekter met leerlingen van basisschool De Fontein in Houten. Foto: Will Geurds

Inhoud november Kaderspel _ door ton duif thema _ De school als onderneming 8 De school kan niet meer zonder ondernemerschap En de maatschappij niet zonder ondernemende school 12 Schoolleider laat anderen bloeien Bezieling overbrengen en voorwaarden scheppen 16 Kwaliteit for sale! Hoe krimp leidt tot marketing 20 Buiten de gebaande paden Gat in de markt in het primair onderwijs verder in dit nummer 30 Een gezonde mix is het ideaal Effecten feminisering op team en sfeer 34 Een grote ontnuchtering Subsidieregeling energiebesparing en binnenklimaat 38 Worstelen met gym Scholen nemen het risico aansprakelijk te worden gesteld bij ongelukken iedere maand 7 Illustratie Jos Collignon 10 Uw mening telt _ peiling 25 Zo kan het ook! _ Good practice 1 + 1 = 3: bso-medewerkers voor de klas 27 Eindverantwoordelijk management Gevolgen wet OKE voor basisonderwijs 29 Speciaal (basis)onderwijs Samen doelgericht werken aan regionale expertise 43 Politieke column Manja Smits (SP) 44 Van de AVS 46 AVS School for Leadership 48 Voor u geselecteerd 49 Boekbespreking Van gewoon goed naar geweldig Passend onderwijs Een van de meest opvallende voorstellen van het nieuwe kabinet is de bezuiniging van 300 miljoen op Passend onderwijs. Hoewel het eigenlijk de gewoonste zaak van de wereld zou moeten zijn dat scholen in alle gevallen Passend onderwijs voor elk kind kunnen aanbieden, is de werkelijkheid erg gecompliceerd. Aan de ene kant stellen we met z n allen steeds meer eisen aan de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen en van de school in het bijzonder. Aan de andere kant hebben scholen te maken met de gevolgen van de gecompliceerde samenleving waarin we leven. Konden scholen het vroeger nog maken slecht presterende kinderen op de achterste bank te plaatsen, in onze op perfectie gerichte samenleving kan dit terecht niet meer. Er zijn ook bijna geen banen meer voor ongeschoolde medewerkers. Daarnaast neemt het aantal kinderen met ontwikkelings- en/of gedragsstoornissen zorgwekkend toe. Daarom is er in het verleden extra geld toegezegd om scholen te helpen hun specifieke kwaliteit te verhogen en in kaart te brengen hoe andere scholen dat doen, om zo elk kind een passende onderwijsloopbaan te kunnen bieden. Juist op dit proces wordt bezuinigd. Terecht dat alle onderwijsorganisaties daartegen protesteren op 9 november in Den Haag, vlak voor de behandeling van de Onderwijsbegroting (zie pagina 2). Protesteert u gerust mee! Het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) voorspelt verder in haar nieuwste rapport Krimp als kans een forse daling van de leerlingenaantallen in grote delen van het land, vooral buiten de Randstad en de grote steden (zie ook pagina 2). Dit zal de komende jaren het uiterste gaan vergen van besturen, schoolleiders en gemeenten om het aanbod van kwalitatief goed onderwijs in stand te houden. Terugloop betekent voor veel scholen een verarming van het aanbod en minder middelen om het werk goed te doen. Dat vraagt veel van schoolleiders. Het thema van deze Kader Primair is ondernemerschap. Dat zullen we de komende jaren hard nodig hebben. _ kader primair november 2010 1

actueel verwachte leerlingenterugloop van 7 procent tussen 2010 en 2015 Helft basisscholen kampt nu al met krimp Tussen 2010 en 2015 krimpt in Groningen, Friesland, Drenthe, Gelderland en Limburg het aantal leerlingen van basisscholen naar verwachting met 12 procent. Landelijk ligt het gemiddelde waarschijnlijk op 7 procent. De helft van alle basisscholen heeft nu al te maken met krimp en vanaf heden gaat het bijna overal spelen. Dat blijkt uit de prognoseanalyse Krimp als kans. Leerlingendaling in het primair en voortgezet onderwijs van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO). Waar vijf provincies al te maken hebben met een leerlingenkrimp, kennen Utrecht en Flevoland nu nog een groei. Dat geldt ook voor de grote steden, terwijl in de omliggende gemeenten en op het platteland het leerlingenaantal daalt. Vanaf 2015 krijgt ook het voortgezet onderwijs met een sterke krimp te maken, maar ook daar met overhandiging op 9 november aan tweede kamer Petitie tegen bezuinigingen Passend onderwijs De AVS wil, samen met de PO-Raad, CMHF, AOb en CNV Onderwijs, op 9 november aanstaande een petitie aanbieden aan de Vaste Kamercommissie Onderwijs tegen de bezuinigingen op Passend onderwijs. De overhandiging vindt plaats vlak voor de behandeling van de Onderwijsbegroting in de Tweede Kamer. Werkgevers en werknemers slaan de handen ineen omdat een bezuiniging van 300 miljoen euro op Passend onderwijs te veel consequenties heeft voor zorgleerlingen en alle mensen die met deze regionale en lokale verschillen. Daarom zullen scholen op regionaal niveau naar oplossingen op maat moeten (blijven) zoeken. Veel scholen springen al op deze ontwikkelingen in. Met kennis over de verwachte daling van leerlingenaantallen kunnen scholen gerichter inspelen op toekomstige verwachte personele en leerlingen te maken hebben in het onderwijs, dus ook hun medeleerlingen. Voorafgaand aan de overhandiging van de petitie vindt in Nieuwspoort een debat plaats over Passend onderwijs met politici, mensen uit het onderwijs en vertegenwoordigers van de verschillende vakorganisaties. _ materiële problemen. Op de vraag welke oplossingen scholen hanteren en/of zien voor de problemen door leerlingenkrimp, noemen zij vooral samenwerking en samengaan met andere scholen. Andere oplossingen zijn: verhuur van leslokalen, mobiliteit en uitstroom van personeel bevorderen en het personeelsbeleid beter afstemmen op toekomstscenario s en op de onderwijsvisie. Dit laatste biedt ook weer kansen op kwaliteitsverbetering binnen scholen. Verder zien individuele scholen een sterkere profilering als oplossing om zoveel mogelijk leerlingen te werven. Gevolgen Dalingen van het leerlingenaantal zorgen voor toenemende problemen voor scholen. Omdat de rijksbijdrage afneemt, leidt het nu al tot bijvoorbeeld het vormen van combinatiegroepen, het snijden in remedial teaching en het opheffen van kleine basisscholen. Hiermee komt de onderwijskwaliteit onder druk te staan. SBO-directeur Freddy Weima: Samen met de lopende en komende bezuinigingen op onderwijs, wordt het een hard gelag voor scholen, die zo waarschijnlijk ook moeilijk voldoende leerkrachten vast kunnen houden voor de vele vacatures die door de vergrijzing over twee, drie jaar weer gaan ontstaan. Zeeland Onder de titel Onderwijs ons goed Afnemende leerlingenaantallen in Zeeland, hebben onderzoeksbureau Scoop en adviesbureau RPCZ in opdracht van het Platform Primair Onderwijs Zeeland eind oktober ook een rapport uitgebracht over de gevolgen van de terugloop van het aantal (schoolgaande) kinderen in Zeeland. Hieruit blijkt dat er over tien jaar in Zeeland 5.000 minder leerlingen in het basisonderwijs zijn. In 2020 zullen 24 Zeeuwse dorpen het daarom zonder basisschool moeten doen, vanwege het teruglopende leerlingenaantal. Ook zullen aparte openbare en christelijke basisscholen door de verwachte bevolkingskrimp in een aantal gemeenten niet meer houdbaar zijn. De AVS heeft, samen met de andere bonden en de PO- Raad, al een aantal keren overleg gevoerd met het ministerie van OCW over de gevolgen van de krimp, en dringt aan op passende maatregelen door het ministerie. _ De prognoseanalyse van het SBO is te vinden op www.onderwijsarbeids markt.nl. Het rapport over de situatie in Zeeland staat op www.scoopzld.nl en www.rpcz.nl. 2

actueel actueel speciaal onderwijs in drenthe puilt uit Kamervragen over volle scholen De SP heeft onlangs Kamervragen gesteld over de overvolle scholen voor speciaal onderwijs. Het Regionaal Expertisecentrum Noord-Nederland, RENN 4, luidde recentelijk de noodklok. Acht weken na begin van het nieuwe schooljaar zat een groot aantal scholen al helemaal vol, zodat nieuwe leerlingen op een school ver van huis geplaatst moeten worden. In Drenthe gaat het om tien locaties. De oorzaak van de capaciteitsproblemen zit volgens de bestuursvoorzitter in de bezuiniging op de ambulante begeleiding, waardoor het reguliere onderwijs sneller doorverwijst naar het speciaal onderwijs. Bovendien krijgt het speciaal basisonderwijs minder geld voor de opvang van cluster 4-leerlingen. De voorspellingen in Drenthe zijn dat als het zo doorgaat richting Kerst nee moet worden verkocht aan nieuwe leerlingen en dat men wachtlijsten moet hanteren. RENN 4 verwacht dat de problemen door de aangekondigde bezuinigingen op Passend onderwijs de komende jaren alleen maar erger zullen worden en dat op den duur leerlingen voor wie extra zorg nodig is, thuis moeten blijven. _ Nieuwsuur besteedde eind oktober aandacht aan deze (landelijke) problematiek, zie http://nieuwsuur.nl/ onderwerp/193625-passendonderwijs-in-gevaar.html. standaardregels Spelregels OCW-subsidies gepubliceerd Voormalig demissionair minister Rouvoet van OCW heeft de spelregels met betrekking tot de onderwijssubsidies gepubliceerd. Deze regeling geeft de algemene standaardregels die van toepassing zijn op de subsidieverstrekking op basis van de Wet Overige OCW-subsidies (WOOS) en op de verstrekking van aanvullende middelen op grond van bepaalde onderwijswetten. De standaardregels betreffen bijvoorbeeld de eis om bij een subsidieaanvraag een activiteitenplan en een begroting te overleggen, de administratieplicht, de meldingsplicht, de betaling, de in acht te nemen termijnen en de manier van verantwoording. _ De regels zijn te vinden op www.avs.nl/dossiers/ financien/subsidieregeling. bestuursbokaal uitgereikt Salto uit Eindhoven maakt beste bestuursverslag Uit tientallen inzendingen werd onlangs het Eindhovense schoolbestuur Salto gekozen als de maker van het beste bestuursverslag van Nederland in het primair onderwijs over het jaar 2009. Wim Touw, voorzitter van de Werkgroep Nieuwe Richtlijnen Jaarverslaggeving Onderwijs, reikte de bijbehorende Bestuursbokaal uit aan een afvaardiging van Salto. De prijs is een initiatief van onderwijsdienstverlener Dyade. De jury spreekt over een prachtig vormgegeven, handzaam boekwerkje in A5-formaat, uitgevoerd in de kleuren felgroen en blauw. Salto geeft haar 24 scholen een primaire plaats in het bestuursverslag. De jury: Uit het zeer duidelijk leesbaar en kwalitatief correct, bondig en to-the-point bestuursverslag spreekt grote betrokkenheid van alle geledingen. De communicatie naar de stakeholders is zeer open. De tweede prijs ging naar Penta Primair in Grootegast en de derde prijs naar INOS uit Breda. Drie eervolle vermeldingen waren er voor Stichting Katholiek Onderwijs te Hoofddorp, VVOGG in Krimpen aan den IJssel en Gearhing, primair onderwijs Zuidwest Friesland. In de Werkgroep Nieuwe Richtlijnen Jaarverslaggeving Onderwijs zijn onder andere de PO-Raad, het ministerie van OCW, de NIVRA en ouderorganisaties vertegenwoordigd. _ kader primair november 2010 3

actueel binnen onderwijs minder verschil dan bij financiële instellingen Loonverschil mannen en vrouwen neemt langzaam af De afgelopen jaren is het verschil in loon tussen mannen en vrouwen kleiner geworden, blijkt uit cijfers van het CBS. Het tempo waarin dit gebeurt is echter laag. Bij financiële instellingen bedroegen de gemiddelde uurloonverschillen tussen mannen en vrouwen in 2008 meer dan 30 procent, terwijl deze in het onderwijs onder de 20 procent bleven. Onder jonge werknemers is een minder groot verschil waar te nemen dan in hogere leeftijdsgroepen. De grote verschillen tussen financiële instellingen en het onderwijs hebben te maken met hoeveel variatie er bestaat in functies en beloningen. Bij de financiële instellingen lopen deze veel meer uiteen, waarbij mannen oververtegenwoordigd zijn in de beter betaalde banen. In het onderwijs is de variatie veel kleiner. Het loonverschil is uit te drukken als het gemiddelde bruto-uurloon van vrouwen als percentage van het gemiddelde uurloon van mannen. Zo was in 2008 voor vrouwen van 15 tot 65 jaar het gemiddelde brutouurloon 81 procent van dat van mannen. Bij jongeren is het verschil in bruto-uurloon tussen mannen en vrouwen ongeveer 10 procent. Voor de 45-plussers kan het oplopen tot 35 procent. Bij financiële instellingen verdienden vrouwen van 55 tot 65 jaar ruim 40 procent minder. In het onderwijs liep het verschil op tot bijna 20 procent. Bij de 15- tot 25-jarigen verdienden de vrouwen in beide bedrijfstakken iets meer dan hun mannelijke collega s, maar in hogere leeftijdsgroepen lopen de vrouwen snel een achterstand op. _ einde verzuimmeester per 1 januari 2013 Ziekteverzuimbeheerssysteem Vervangingsfonds verdwijnt De afgelopen jaren zijn er enkele nieuwe salarisverwerkers bijgekomen. De grootste daarvan hebben aangegeven een koppeling met de VerzuimMeester van het Vervangingsfonds niet meer te willen ondersteunen, omdat zij de voorkeur geven aan hun eigen (ziekte)verzuimsysteem. Uitgangspunt van het Vervangingsfonds is dat de Verzuim Meester beschikbaar moet zijn voor álle schoolbesturen in het primair onderwijs. Omdat dat niet langer het geval is, vindt het fonds het niet meer verantwoord kosten te blijven maken om de VerzuimMeester in de lucht te houden. Voorheen werkte het hele primair onderwijs met het CASOsalarissysteem. Personeels- en verzuimgegevens en de wijzigingen daarin, werden dagelijks geautomatiseerd ingelezen in de VerzuimMeester. CASO is echter overgenomen door RAET. RAET is voornemens uiterlijk 1 januari 2014 te stoppen met CASO. De VerzuimMeester zal dan aan geen enkel salarissysteem meer gekoppeld zijn. Ondanks de beëindiging van de VerzuimMeester onderstreept het Vervangingsfonds het belang van een goed functionerend (ziekte) verzuimbeheerssysteem bij het inzichtelijk en volgbaar maken van het (ziekte)verzuim. Het biedt ook belangrijke input voor het arbo- en personeelsbeleid en ondersteunt bij het terugdringen en voorkomen van (ziekte)verzuim. De gebruikers van de Verzuim Meester zijn inmiddels geïnformeerd, zodat zij voldoende tijd hebben voor het zoeken naar en implementeren van een alternatief (ziekte)verzuimsysteem. _ Meer informatie: Vervangingsfonds, tel. 045 5798107 of VerzuimMeester@vfpf.nl 4

actueel actueel bezittingen stijgen, maar lage rente gooit roet in eten Dekkingsgraad ABP schommelt hevig in derde kwartaal In het derde kwartaal schommelt ABP boven en onder het herstelpad. Volgens het herstelplan moet het pensioenfonds eind van het jaar een dekkingsgraad van 96 procent hebben. Als dat niet het geval is zal het bestuur begin 2011 moeten bekijken welke aanvullende maatregelen het moet nemen bovenop de maatregelen uit het herstelplan. Dat zou kunnen betekenen dat de premie tijdelijk verder omhoog gaat of als uiterst redmiddel dat pensioenrechten verminderd worden. Aan het eind van het derde kwartaal 2010 staat de dekkingsgraad van ABP op 94 procent; een afname van één procentpunt ten opzichte van het tweede kwartaal. Eind juli bedroeg de dekkingsgraad nog 98 procent. In augustus ging daar 10%-punt af, om in september weer een herstel van 6%-punt te laten zien. De heftige schommelingen in de dekkingsgraad in het derde kwartaal worden veroorzaakt door de veranderingen in de rentestand. Met de dagelijks wisselende rente moet ABP de verplichtingen berekenen die het fonds voor nu en de lange termijn heeft. Die rente heeft daardoor een grote invloed op de dekkingsgraad. De bezittingen van ABP stijgen flink, maar het rendement kan het effect dat de lage rente op de waardering van de verplichtingen heeft niet compenseren. _ Meer informatie: www.abp.nl vooralsnog geen harde conclusies beschikbaar Gevolgen variatie in schooltijden nog nauwelijks onderzocht Uit een internationale literatuurstudie van Its, naar de effecten van verschillende invullingen van de schooldag, de schoolweek en het schooljaar, blijkt dat adequaat onderzoek naar effecten nog nauwelijks is verricht, en dat er vooralsnog geen harde conclusies getrokken kunnen worden over effecten van variatie in de inrichting van tijd. Er is vooral dringende behoefte aan goed opgezet effectenonderzoek. Voor zover er wel onderzoek is gedaan, heeft het hoofdzakelijk betrekking op de Verenigde Staten. Dergelijk onderzoek concentreert zich meestal op effecten op de taalen rekenprestaties bij leerlingen; niet-cognitieve aspecten zoals attitudes en gedrag hebben beduidend minder aandacht gekregen. Gevolgen voor ouders, scholen en instellingen voor opvang, sport of cultuur zijn nauwelijks dan wel in het geheel niet onderzocht. Met de nodige terughoudend heid zou, wanneer het specifiek gaat om het verbeteren van de leerprestaties van de kinderen, wellicht kunnen worden geconcludeerd dat de mate van succes van de uiteenlopende varianten afhankelijk is van verschillende factoren. Niet alleen is substantieel meer tijd nodig, maar ook moet er bij de invulling daarvan voldoende samenhang zijn met het reguliere onderwijsprogramma, dienen de begeleiders hoog gekwalificeerd te zijn (bij voorkeur de eigen leerkrachten) en lijkt een meer individuele benadering effectiever. De toegenomen aandacht voor de gevolgen van verschillende invullingen van de tijd wordt veroorzaakt door allerlei recente maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen, zoals de toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen, de veranderde wet- en regelgeving, het gestegen gebruik van buitenschoolse opvang, experimenten met de verlengde schooldag en de toename van het aantal brede scholen. In de studie van ITS is een aantal onderwerpen uitvoerig onder de loep genomen. Het gaat om: naschoolse programma s; brede scholen; het bioritme; de (lange) duur van de zomervakantie; de invulling van een meer evenwichtige schoolkalender; uitbreiding van het aantal schooldagen; het op jongere leeftijd starten in groep 1; schakelklassen. Een aantal van deze onderwerpen wordt overigens ook betrokken bij het overleg over de nieuwe CAO-PO. _ kader primair november 2010 5

actueel haarlemse schooldirecteuren schrijven manifest over de no nonsens school Goed lesgeven weer centraal stellen Het moet op basisscholen maar eens voorbij zijn met de tijdrovende warmetruiendagen, voorleesontbijten met bekende Nederlanders en schoolreisjes die niet spectaculair genoeg kunnen zijn. Dat schrijven twee Haarlemse schooldirecteuren in hun manifest de No Nonsens School, bericht het Haarlems Dagblad. Het basisonderwijs is volgens de directeuren te ver afgedwaald van de kern: goed lesgeven. Andere voorbeelden zijn juffen- en meesterdagen, het maken van moederdagcadeautjes, schoolzwemmen, de sinterklaasviering, schooltuintjes, voorlichting over homoseksualiteit, de gevaren van drugs en verantwoord omgaan met geld. Hele vergaderingen worden er soms belegd over de aankomst van de Sint. Er zijn genoeg commerciële activiteiten die het kind in de juiste sinterklaasstemming brengen, aldus directeur en AVS-lid Reinier Bos van de Dr. A. Van Voorthuijsenschool voor (voortgezet) speciaal onderwijs in Haarlem en Hoofddorp. Samen met collega-directeur Frank Voskuilen van de openbare mytylschool De Regenboog in Haarlem wil hij met het manifest een discussie losmaken en het onderwijsveld kritisch in de spiegel laten kijken, in plaats van alleen maar te klagen over de invloed van de overheid, meldt het Haarlems Dagblad. _ Het manifest is te vinden op www.avs.nl/dossiers/ onderwijsenleerlingzorg/ kwaliteit. regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten Premie gedifferentieerde WGA licht gestegen UWV heeft de premies en parameters voor de berekening van de individuele gedifferentieerde premie WGA (Werkhervatting gedeeltelijk Arbeids geschikten) voor 2011 vastgesteld. Deze premie stijgt volgend jaar iets. De gedifferentieerde premie in het kader van de regeling WGA is opgebouwd uit een gemiddelde lastendekkende premie van 0,53 procent, die wordt opgehoogd met een vaste opslag van 0,09 procent, de zogenaamde rentehobbel. Hierdoor komt de premie uit op 0,62 procent. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2010 (0,59 procent). _ 2011 2014 Budgetten gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid bekend Op www.cfi.nl staat welke gemeenten tussen 2011 en 2014 in aanmerking komen voor een uitkering voor het onderwijsachterstandenbeleid. De gemeentelijke herindeling per 1 januari 2011 is in dit overzicht verwerkt. Duo maakt een voorbehoud op de verstrekte gegevens, omdat de begroting 2011 van OCW nog niet definitief is vastgesteld. Duo stuurt de beschikkingen begin januari 2011 naar de betrokken gemeenten. _ advertentie 6

illustratie _ jos collignon kader primair november 2010 7

thema _ de school als onderneming De kop van dit artikel lijkt een vrij boude stelling. Over het thema Als het gaat om ondernemerschap in relatie tot het primair onderwijs zijn nogal wat invalshoeken denkbaar. Voor dit thema gaat het om ondernemen binnen een maatschappelijk verantwoorde context. Rekening houdend met het feit dat de school nu eenmaal een door de maatschappij gefinancierd instituut is en een wezenlijke bijdrage levert aan diezelfde maatschappij. Maar dan nog is het fenomeen verder in te perken. Er bestaat namelijk zowel ondernemend denken en het stimuleren daarvan bij leerlingen, als het bevorderen van het ondernemend handelen bij leerkrachten, schoolleiders en besturen. Wat is vandaag de dag de rol van de directeur binnen de school en wat is de rol van die school? Daar gaat het inleidende betoog van AVS-directeur Michiel Wigman over. Vervolgens vertellen drie schoolleiders hoe zij ondernemerschap in hun eigen carrière vormgeven, komt de rol van marketing binnen het onderwijs aan de orde en worden drie scholen belicht die een gat in de markt zagen. De school is toch een omgeving waar kennis wordt overgedragen, of breder geformuleerd: waar vanuit maatschappelijke verantwoordelijkheid een bijdrage wordt geleverd aan het volwassen worden van kinderen? Toch geen onderneming? Onderwijsinstellingen hebben immers de verantwoording over publieke middelen. Ondernemerschap en school lijken ver uit elkaar te liggen, maar het tegendeel is waar, betoogt AVS-directeur Michiel Wigman. tekst michiel wigman De zonder Bijna vier jaar geleden hebben de ministeries van Onderwijs en Economische Zaken een poging gedaan om ondernemerschap in het primair onderwijs te stimuleren. Kansloos, omdat de doelgroep bestond uit leerlingen, terwijl men zou moeten beginnen bij stimuleren onder het management en de leerkrachten. Hoe kun je anders ondernemend denken en handelen laten groeien bij leerlingen? Sinds 2006 is echter veel veranderd. Door de invoering van de lumpsum, nauwere samenwerking met kinderopvang en door toenemende regionalisering werken scholen op allerlei terreinen meer samen met natuurlijke en minder natuurlijk partners in een regio. Of het nu gaat over een dekkend aanbod in het kader van Passend onderwijs, om het gezamenlijk gebruik van voorzieningen, of om bredere samenwerkingsvormen tussen besturen zonder dat er sprake is van een fusie. De ondernemende geest sluipt dankzij deze ontwikkelingen ook zonder stimuleringsprogramma s in het onderwijs en in de hoofden van schoolleiders. Variëteit in rollen Wel is er terecht keuze in hoe schoolleiders en besturen 8

school kan niet meer ondernemerschap en de maatschappij niet zonder ondernemende school Vier jaar geleden was ondernemerschap in het onderwijs hot. Men focuste zich op de leerling: die moest meer in aanraking komen met het onderwerp. Hier promoot Tim Draper, durfkapitalist, zijn simulatie Bizworld op de Dick Bruna School in Veldhoven. BizWorld bevordert kennis over het bedrijfsleven en stimuleert ondernemerschap bij kinderen. Foto: Roger Dohmen/Hollandse Hoogte ondernemerschap vormgeven. Een grote variëteit aan rollen die de school kan aannemen in de maatschappij is niet alleen denkbaar, maar ook gewenst. Deze lopen uiteen van een systeem waarbij het overdragen van kennis centraal staat in een relatief geïsoleerde omgeving, tot een heel brede taak die zelfs verder gaat dan mee opvoeden en de sociale of bindende rol in een dorp of wijk op zich neemt. Bevolkingskrimp kan hiertoe aanleiding zijn, maar ook de specifieke situatie in een stadsdeel. Mede gastredacteur van dit thema, Monica van der Hoff- Israël, was projectleider bij de invoering van de lumpsum en is directeur van Infinite Financieel bv. Zij maakt onderscheid tussen maatschappelijk ondernemerschap en onderwijskundig ondernemerschap: Bij het eerste gaat het om de visie van de school als onderdeel van de maatschappij; van de maatschappelijke keten die kinderen en jongvolwassenen tot volwassenheid, participatie en bloei brengt. Hoe incorporeren we onderwijs en opvoeding? Bij het tweede gaat het om de visie van de school op doelgroepen en op effectief onderwijs: gaan we als school bewust focussen op bepaalde doelgroepen en/of gaan we allianties aan met andere (onderwijs)aanbieders, zoeken we nieuwe onderwijswerkvormen? Maatschappelijk ondernemerschap en onderwijskundig ondernemerschap kunnen elkaar versterken, maar ze kunnen ook goed zonder elkaar. De school die alleen wil opleiden en vormen ten behoeve van onderwijs en studie kan prima onderwijskundig ondernemerschap neerzetten zonder zich te bekommeren om aanpalende organisaties. De school die zichzelf echter ziet als een onderdeel in de opvoedings- en ontwikkelingsschakel van het kind zal niet zonder externe partners kunnen. Ideologie, visie op onderwijs, maatschappelijke betrokkenheid, alles kan ten grondslag liggen aan de keuze die een school(bestuur) maakt. Gevolg is dat er steeds minder eenheid in aanbod zal zijn en dat de ene school steeds makkelijker van de andere te onderscheiden is. Deze differentiatie is al zichtbaar en wordt sterker. Ouders > kader primair november 2010 9

kunnen en zullen bewuster kiezen en niet meer automatisch gaan voor de dichtstbijzijnde school, of eisen stellen aan de dichtstbijzijnde school die ingaat op hun behoeften. Ouders zullen zich ook steeds meer als klant opstellen en naast de geboden kwaliteit zaken als de maatschappelijke positie van de school gaan meewegen. Beleidsvoerend vermogen De vraag voor de AVS is vervolgens: langs welke lijnen wordt de rolverdeling ingericht? Kan een filosofie waarbij de directeur uitsluitend onderwijskundig leider is, leiden tot de gewenste ondernemende geest op een veelheid van terreinen? Kan een bestuur het ondernemend handelen volledig aan de directeuren laten? Beide leidt niet tot de gewenste symbiose in de natuurlijke samenwerking tussen directies en bestuur. Natuurlijk zijn er in de praktijk allerlei mengvormen. Waar het om gaat is dat de professional op welk niveau dan ook zich maximaal kan ontwikkelen en continue kan werken aan competenties die in de nieuwe rollen van leiderschap in en buiten de school noodzakelijk zijn. Zodra men de visie op de positie van de school in de maatschappelijke omgeving heeft vastgesteld, komt het namelijk aan op handelen. De invoering van de lumpsum is meer dan het veranderen van een spreadsheet voor het bijhouden van cijfers. Het betekent leren keuzes te maken. Of, ingewikkelder gezegd, het vergroten van het beleidsvoerend vermogen. Dat was en is de centrale vraag voor veel besturen en directeuren. En dat gevraagd aan een doelgroep die jaar na jaar gewend was om op basis van gele katernen vooral niet zelf na te denken! Binnen de keuze die gemaakt is en wordt omtrent de positie van de school, zullen bestuur en directeuren invulling geven aan partnerships. Zij gaan de relaties aan met mensen en instanties buiten de school, zij onderhandelen, doen aan intensief netwerken en vergroten daardoor de bewustwording rond klant-denken. Een veranderende rol die in volle gang is en zich zal doorzetten. Competenties Dit roept de vraag op of elk bestuur en elke directeur daartoe in staat is, of wil zijn. Ook roept het de vraag op wie binnen de governance welke verantwoordelijkheid heeft en over welke competenties men dan moet beschikken. Volgens het profiel van de Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA) zijn de competenties van een ondernemende directeur: Is ambitieus, ondernemend en betrokken bij het werk Handelt proactief vanuit zijn/haar maatschappelijke positie en verantwoordelijkheid Laat bestaande aannames los en staat open voor nieuwe ideeën uw mening telt _ peiling De afgelopen maand heeft u via www.avs.nl kunnen reageren op de stelling: Een ondernemende schoolleider moet voor binding in de buurt zorgen. 18% oneens 40% deels eens 42% eens De reacties zijn (ingekorte) weergaven, ingezonden via de website. Berry Hakkeling van cbs Overschie in Rotterdam: Eens. Zorg voor binding in de buurt maakt logischerwijs deel uit van je netwerk, (brede) schoolprogramma en schoolprofilering. Een effectieve buurtsamenwerking kan echter ook leiden tot een betere wijkcohesie, dus een verbetering in de leefomgeving van het kind, wat weer kan leiden tot positieve neveneffecten op sociaal-emotioneel vlak en op het gebied van leerresultaten. Kortom, een vast onderdeel van ondernemerschap. Walter Heijman (gepensioneerd schoolleider): Deels eens. Als de school een wijkfunctie vervult (brede school), kan ze niet achter blijven. De schoolleiding is meestal creatief genoeg om een stempel op bindende activiteiten te drukken en daarbij niet overmatig veel energie (lees: vrije tijd) te verspillen. Onder werktijd moet de schoolleider tijd investeren in de wijk door strategische contacten te onderhouden. Ik heb daar in het verleden veel aan gehad. Theo van Lankveld van de Hazesprong in Nijmegen: Deels eens. Het is van groot belang dat de schoolleider de buurt kent waarin de school staat. Een ondernemende 10

thema _ de school als onderneming h e t s t i m u l e r e n v a n ondernemerschap vergt een stijl v a n l e i d i n g g e v e n, g e r i c h t o p het faciliteren en ondersteunen van de professionals Onderscheidt kansen en bedreigingen voor de organisatie Gaat op verantwoorde wijze om met risico s Opereert in het krachtenveld van verschillende opvattingen en belangen Bevordert de positieve beeldvorming van de organisatie Bouwt netwerkrelaties op en onderhoudt deze Gaat effectief om met de media Geeft de samenwerking tussen school, gezin en gemeenschap (mede) vorm Organiseert inspraak en medezeggenschap Het Sectorbestuur Arbeidsmarkt (SBO) bracht in juni 2010 het rapport Ondernemerschap in het onderwijs uit. Daarin staat over de competenties van onder andere schoolleiders: Het realiseren van ondernemerschap vergt niet alleen veranderingen op het niveau van de relatie leraar-leerlingen, maar ook op het vlak van de relatie organisatie-leraar. Welke factoren bevorderen intern ondernemerschap en hoe kunnen die in een organisatie verder worden ontwikkeld? Beoogde resultaten geven inzicht in de noodzakelijke organisatievoorwaarden voor ondernemerschap van de professionals: de gewenste stijl van leidinggeven, de vorm van kenniscirculatie en een krachtenveldanalyse op het terrein van processen, procedures, systemen en structuur. De stijl van leidinggeven is belangrijk, omdat het stimuleren van ondernemerschap een stijl van leidinggeven vergt, gericht op het faciliteren en ondersteunen van de professionals. Meer coachend en resultaatgericht en minder gericht op throughput. Het wat staat centraal en niet zozeer het hoe. Regie op eigen positie Tot slot nog een element van ondernemerschap dat vaak onderbelicht blijft. Het managen van de eigen loopbaan of carrière. Als we dan uiteindelijk met alle benodigde competenties in staat zijn ondernemend te denken en te handelen voor de school en met de buitenwacht, zou het dan ook niet logisch zijn meer regie te kunnen nemen op onze eigen huidige en toekomstige positie? Moeten we dan ook niet een begin maken met het in ieder geval op managementniveau toestaan van onderscheid, en kwaliteit meetbaar maken? Prikkels en uitdaging, trots en een gevoel van rechtvaardigheid ten opzichte van geleverde prestaties! Nee, (nog) geen oproep tot prestatiebeloning onderwijsinstellingen blijven maatschappelijke ondernemingen maar dat is geen excuus om geen onderscheid te maken, om bewuster met je loopbaan bezig te zijn en om mogelijkheden te zien en te pakken. Dit zonder dat regelgeving verzandt in eenheidsworst die elk initiatief in de kiem smoort. Geef de directeur de ruimte en de verantwoordelijkheid om zijn of haar professionaliteit te ontwikkelen en te bewijzen. Laat hem of haar ten bate van de school, het bestuur en zichzelf de ruimte om ondernemender te denken en te handelen. Het zal het onderwijs ten goede komen. _ Michiel Wigman is AVS-directeur. Hij stuurt onderwijsadviseurs aan en geeft mede vorm aan het beleid van de AVS. schoolleider kent de buurt. Samen met andere instellingen en organisaties kan de (ondernemende) schoolleider voor meer cohesie in de buurt zorgen. Het gaat te ver om te zeggen dat de ondernemende schoolleider voor binding in de buurt móet zorgen. Samen met de gemeente, (school)maatschappelijk werk en welzijnsorganisaties is hij of zij wel medeverantwoordelijk voor de samenhang in de buurt. Nelly Roek-Bösecke van obs De Margriet in Leidschendam: Oneens. De school/ schoolleider heeft wel een band met de buurt, maar hoeft daar niet de voort trekkersrol in te nemen. Je kan participeren in de wijk/buurt wanneer er een link is met school. Maar laten we ons vooral richten op onderwijs en opvoeding. Peter de Graaf van osbs t Kruisrak in Bunschoten: Eens. Je kunt voor beter begrip zorgen om je heen door de buurtbewoners in je school te halen. Met behulp van allerlei activiteiten (zoals een open week, een kerstmarkt) en andere projecten laat je deze mensen een kijkje nemen in de keuken van je school. Voordeel kan zijn dat je op deze manier zaken als vandalisme buiten de deur kan houden. Door kennis te nemen van je school, reageren buurtbewoners sneller bij het melden van ongeregeldheden. Wij zijn op dit gebied ervaringsdeskundig. Nieuwe peiling De nieuwe stelling waarop u kunt reageren luidt: De school verwacht anno 2010 te veel inzet van ouders. Ga snel naar www.avs.nl en geeft uw mening! kader primair november 2010 11

thema _ de school als onderneming Schoolleider laat Bij sommige schoolleiders zit ondernemerschap ingebakken in de beroepshouding. Zij investeren in indien nodig hun nek uit. Drie voor Kader Primair geïnterviewde directeuren willen vooral Over de prestatiebeloning die het nieuwe kabinet Bezieling overbrengen en voorwaarden scheppen Annelies de Graaf (51) is sinds kort adjunct-directeur van de P.C. Hooftschool in Den Haag. Daarvoor was ze leerkracht op een andere school van De Haagse Scholen. Ik heb het high potential-traject gevolgd van ons bestuur, omdat ik het directeurschap ambieer. Momenteel heb ik de dagelijkse leiding omdat de directeur ziek is. Ik merk dat ik dit inderdaad een heel leuke baan vind. Na een tijdje op een nieuwe school ga je zien wat er nodig is. Ik ben pas toen ik 35 was naar de pabo gegaan. Daarvoor studeerde ik psychologie en had ik verschillende banen. Het onderwijs heeft mij echter altijd getrokken. Toen mijn eigen kinderen op de basisschool zaten, zag ik als bestuurslid van dichtbij hoe een school functioneert. Ideaalbeeld Ik was zes jaar leerkracht, twee jaar bouwcoördinator en vier jaar intern begeleider. Als directeur wil ik bezieling overbrengen en voorwaarden scheppen, zodat mijn collega s hun werk kunnen doen. Geen van onze leerlingen spreekt thuis Nederlands. Ik wil dat ze hier veilig zitten, goed Nederlands leren en leren samenleven. Dat ideaalbeeld drijft mij: een goed functionerende school die bagage meegeeft waar de kinderen de rest van hun leven wat aan hebben. Aan het eind van het high potential-traject werden wij beoordeeld op tien eigenschappen, waaronder ondernemerschap. Wij interviewden zelf directeuren over wat zíj belangrijke eigenschappen vonden voor een professional, maar niemand noemde ondernemerschap. Ten onrechte, denk ik: je runt een school deels als een bedrijf. Je moet ook af en toe een risico nemen. Ik heb een leerkracht aangetrokken voor een neveninstroomgroep zonder dat de financiering daarvoor rond was. Ik wil dat kinderen die vanuit het buitenland halverwege de basisschoolperiode instromen, goed worden opgevangen en Nederlands leren in een kleine groep. Soms moet je pro-actief handelen, vind ik. Foto: Jan de Groen een school run je deels als e e n b e d r i j f, a f e n to e m o e t j e een risico nemen Regie in de wijk Ik wil een ondernemende rol gaan spelen in onze wijk. Het bestuur wil dat onze scholen gaan samenwerken met de naschoolse opvang, het consultatiebureau en de jeugdzorg. Ik vind dat de regie het beste bij de school kan liggen, omdat wij de kinderen het beste kennen. Het prestatieloon zal voor veel onrust zorgen, maar we moeten wel die kant op. Mensen worden te weinig aangesproken op hun functioneren. Er is een vrij grote groep die doet wat ze al jaren doen. Het is goed om mensen die veel voor je organisatie betekenen, te belonen en duidelijk te maken dat je wilt dat ze blijven. 12

anderen bloeien hun professionele ontwikkeling, willen leren van kritiek, zetten soms onverwachte stappen en steken ook een klimaat scheppen waarin leerlingen én collega s zich optimaal kunnen ontplooien. wil invoeren zijn zij echter verdeeld. tekst marijke nijboer Ik heb enorm in mijn carrière geïnvesteerd Nancy de Graaff (45) is sinds twee jaar directeur van Jenaplanschool De Hoeve in Hoevelaken. Daarvoor was ze vijf jaar adjunct-directeur op dezelfde school. Het adjunct-directeurschap was een test: vind ik dit leuk? Het antwoord was: ja. Zo groeide mijn ambitie om directeur te worden. Toen de zittende directeur weer voor de groep wilde, was het zover. Ik wilde graag op De Hoeve blijven. Jenaplan spreekt mij erg aan. Bovendien is dit een heel warm team. Ook het eenpitter zijn bevalt mij goed. Het geld dat je anders kwijt zou zijn aan een bovenschools directeur, steken wij in andere dingen. We hebben laptops aangeschaft en ons plein helemaal opgeknapt. Ik heb enorm in mijn carrière geïnvesteerd. Ik ben begonnen als stamgroepleerkracht. Met de komst van mijn twee kinderen ben ik er anderhalf jaar uitgeweest. Ik volgde een opleiding tot remedial teacher en kwam als rt er op De Hoeve terecht. Toen er een intern begeleider nodig was op de school, heb ik ook die opleiding gevolgd. Uiteindelijk vond ik ib r zijn het leukste en heb ik die andere taak losgelaten. Coachen Ik ontdekte dat ik het coachen van collega s leuk vond en het goed kon. Wij zijn hier ook kritisch op elkaar. Alleen dan kun je een lerende school zijn. Door veel mee te praten over onderwijsinhoud en beleid groeide ik naar de directiefunctie toe. Als directeur wil ik allereerst onderwijskundig leider zijn en het team steunen. Je moet veel beslissingen nemen; soms in onzekerheid. Wij gaan bijvoorbeeld verbouwen, en ik heb geen ervaring met bouwprocessen. Maar ik zit de werkgroep verbouwing voor, moet de bouwtekening beoordelen en de uitvoering van het plan aansturen. Ik stel veel vragen en vraag mijn meevergaderend bestuurslid om goed mee te denken. Foto: Jeannet Bruins a l s j e w i lt g r o e i e n, m o e t j e je laten beoordelen Kritisch Als je wilt groeien, moet je je laten beoordelen. Ik houd enquêtes onder ouders, teamleden en bovenbouwleerlingen en heb een Jenaplanspecialist kritisch door onze school laten lopen. Met mijn bestuursvoorzitter bespreek ik waar ik tegenaan loop. Prestatiecontracten hebben iets kunstmatigs. Ik zoek het meer in betrokkenheid. Als ik zie dat het niet goed gaat met een leerkracht, spreek ik hem of haar daarop aan, of juist even niet. Iedereen wil graag goed functioneren. Mijn persoonlijke doel is zelfverwerkelijking. Vroeger was mijn vraag: wat kan ik? Nu is de vraag: wat kan ik teruggeven aan anderen? Daar hoort ontwikkeling bij; je kunt niet vastroesten terwijl je van de anderen ontwikkeling vraagt. > kader primair november 2010 13

14

thema _ de school als onderneming Een klimaat scheppen waarin anderen ondernemend worden Wubbo Wever (50) was leerkracht, directeur, senior adviseur bij een onderwijsbureau, algemeen directeur, voorzitter College van Bestuur en managing director bij een organisatieadviesbureau. Sinds vorig jaar is hij algemeen directeur bij Gearhing, een groot po-bestuur in Zuidwest Friesland. Ik doe niet aan carrièreplanning, meestal loop ik tegen dingen aan. Onlangs werd ik nog geattendeerd op een managementfunctie in de zorg. Maar ik wil binnen de periferie van het onderwijs blijven; daar heb ik veel expertise en een goed netwerk opgebouwd. Ik ben een veranderaar en een bouwer. Je oogst en je borgt. Na vier, vijf jaar denk ik: welke uitdagingen zijn er nog? Wanneer je dingen voor de zoveelste keer hebt gedaan, ga je rondkijken naar iets nieuws. Veranderen Mijn ondernemendheid vloeit voort uit mijn drang om dingen te veranderen. Ik schep graag een klimaat waarin anderen ondernemend worden. Ik probeer discussie los te maken. Ik zeg bijvoorbeeld: Je denkt toch niet dat je over vier jaar nog klassikaal onderwijs kunt geven? Het gaat me niet om de uitkomst, maar dat er bewuste keuzes worden gemaakt. Ik heb in al mijn functies doelgerichte scholing gevolgd, maar ook netwerkbijeenkomsten en tweedaagsen bezocht. Ik heb buitenlandse reizen gemaakt en bezoek boardrooms, met bestuurders uit andere sectoren. Veel impact had een tweedaagse over het leidinggeven aan verandering. Daardoor ben ik minder plannen gaan schrijven en meer naar anderen gaan luisteren. Nu organiseer ik inspraakbijeenkomsten voor alle betrokkenen en vervolggesprekken met de GMR, directeuren en bestuur. Dat leidt tot een analyse: hoe kijken we tegen de wereld aan, wat is onze rol en wat zijn onze ambities? Niet SMART geformuleerd, maar als bron van inspiratie. Foto: Jaap Spieker i k w i l z e l f lo l i n m i j n w e r k h e b b e n e n h e t verschil maken Ideeën Ik bespreek in een leesclub met collega s inspirerende boeken. Steeds is de vraag: wat betekent dit voor je dagelijkse praktijk? Daar word je persoonlijk en professioneel beter van. Soms steek ik mijn nek uit. Een van onze scholen deed het niet goed en zou een nieuw pand krijgen. Ik zei: Ik wil iets nieuws zien, geen verzameling lokalen. De directeur stelde voor om te starten met natuurlijk leren. Inmiddels staat er een nieuwe school zónder lokalen. Met het prestatiecontract heb ik niets. Iemands functioneren moet niet afhangen van een financiële prikkel. Ik vraag mijn mensen waar ze over een aantal jaren willen zijn. Vervolgens kijken we hoe ze daar naar toe kunnen werken. Ik wil zelf lol in mijn werk hebben en het verschil maken, en dat gun ik mijn collega s ook. _ bekende ex-leerkrachten Deze inmiddels bekende, vaak ondernemende personen begonnen hun loopbaan in het onderwijs. Met sommige van hen zijn interviews te lezen op www.straksvoordeklas.nl: keeper Hans van Breukelen politicus Jan Marijnissen ex-minister Maria van der Hoeven cabaretier Peter Heerschop politicus Harry van Bommel cabaretier Viggo Waas Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet programmamaker Jack Spijkerman kader primair november 2010 15

thema _ de school als onderneming hoe krimp leidt tot marketing Steeds meer scholen richten zich op marketing en communicatie. Om nieuwe leerlingen aan te trekken, om bestaande relaties te verbeteren, om geschikte medewerkers te bereiken, maar ook om Kwa het onderwijs naar een hoger plan te tillen. Soms lastig, maar het loont. tekst femke bakkeren Er moest iets gebeuren bij basisschool de Scheper in het Noord-Hollandse Laren. De school zag met lede ogen het leerlingenaantal jaarlijks dalen in de sterk vergrijsde regio. En dat terwijl een naburige school met een vergelijkbaar onderwijsaanbod wel groei wist te realiseren. Het leek alsof de school over het hoofd werd gezien. Letterlijk. Het mooie gebouw, in het oude centrum van Laren, is moeilijk te zien vanaf de straat. Eind augustus van dit jaar organiseerde de school een dag rondom marketing en profilering. Het idee bestond dat we mogelijk een wat stoffig imago hebben, vertelt schoolleider Mathilde Muijs. We wilden uitzoeken waar we staan en hoe we ons kunnen profileren. Samen met een adviseur van de AVS ging het team op zoek naar de kracht van de school. Toen kwam onder andere naar voren dat de school een jong en enthousiast team in huis heeft en een scherp oog voor de individuele leerling. Tijdens de themadag zijn vervolgens tal van acties en plannen ter berde gebracht om de school (her)kenbaar te krijgen, overeenkomstig met het profiel. Muijs: Het is echter nog uitzoeken welke ideeën haalbaar en betaalbaar zijn, want ook het komende jaar leveren we weer leerlingen in. Het is roeien met de riemen die we hebben. Geen tijd Ze is geen uitzondering, weet Ankie Knijnenburg, adviseur bij VOS/ABB belangenbehartiger voor bestuur en management van het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs. Zij adviseert scholen op het gebied van marketing en communicatie. Veel directeuren hebben haast geen tijd voor het onderwerp. Terwijl marketing zo belangrijk is. Immers, met de lumpsum is er een directe relatie tussen inkomsten en het aantal leerlingen gekomen. Scholen die for s krimpen, komen in de knel. De relatie met potentieel nieuwe klanten wordt essentieel. Je moet letterlijk je verhaal de wereld insturen door bijvoorbeeld een springkussen op het schoolplein te zetten. Je moet zichtbaar en herkenbaar worden. In Laren zitten ze inderdaad aan zulke acties te denken, vertelt Muijs. Laten zien dat we bestaan. Denk aan een kerstwandeling in de buurt of het bezoeken van een bejaardenhuis. Daarnaast wil de Scheper haar kenmerkende punten beter voor het voetlicht gaan brengen. We willen bijvoorbeeld onze naschoolse opvang in het gebouw op de kaart zetten en ons team nadrukkelijk op de website voorstellen. Ook willen we ouders meer bij het onderwijs betrekken door bijvoorbeeld aan het begin van de ochtend een inloopkwartier te organiseren, waarbij ouders samen met hun kind opdrachten maken. Vertrouwen Dat de Scheper investeert in reeds bestaande contacten, noemt Knijnenburg essentieel. De relatie met zittende klanten is belangrijker dan ooit. Ja, klanten. Scholen opereren immers in een markt. Uiteindelijk ben 16

liteit in de buurt. Toch zet Movare in op een soort marketing. Kraak: We proberen ons zo maximaal mogelijk te profileren op zorg en onderwijs. Uiteindelijk wordt een school afgerekend op de kwaliteit, en voor die kwaliteit maken we structureel geld vrij. Geld voor professionalisering en goede gebouwen met mooie voorzieningen. Het centrale bureau houdt zich onder meer bezig met de merknaam Movare en het bijscholen. Het is vervolgens aan de scholen zelf om het onderste uit de kan te halen. De school moet zich profileren en proberen de beste te zijn. De een heeft bijvoorbeeld een continurooster, de ander veel maatschappelijke voorzieningen in het gebouw. De vorderingen worden uiteraard gevolgd. Als school A groeit ten koste van school B, kijken we wat er aan de hand is en waarom ouders opeens voor A kiezen. Mogelijk functioneert het team bij B niet, ik noem maar iets, en dan grijpen we in. Uiteindelijk moeten al onze scholen aan de maat zijn. je bent met een soort ruil b e z i g, w a a r b i j v e r t r o u w e n h e t sleutelbegrip is ale! je met een soort ruil bezig, waarbij vertrouwen het sleutelbegrip is. De school biedt onderwijs en zorg, de ouders vertrouwen de school hun kind toe. Voor dat kind willen ze een veilige, goede omgeving en dat vergt vertrouwen. Vijf directeuren in vier jaar tijd die allemaal met een burn-out thuis komen te zitten bijvoorbeeld, geeft weinig vertrouwen. Met goede oudercontacten valt veel winst valt te behalen. Onderzoek waar ouders behoefte aan hebben, investeer in transparante communicatie en goed contact, adviseert Knijnenburg. Dat zal zich terugbetalen in mooie mondtot-mondreclame en tevreden klanten, maar, misschien nog belangrijker, in beter onderwijs. De wisselwerking en reflectie met je klanten laten ook zien waar behoefte aan is en wat verbeterd kan worden. Relatiebeheer Bij onderwijsstichting Movare wordt ook stevig ingezet op relatiebeheer. Movare herbergt zestig basisscholen in de heuvels van Zuid-Limburg. Collegevoorzitter Arie Kraak legt uit dat veel scholen in een krimpgebied liggen, vaak zonder concurrerende scholen Knijnenburg merkt dat steeds meer schoolleiders, ondanks de dagelijkse beslommeringen, bezig zijn met het onderwerp. Een trend? Ja, absoluut. In het voortgezet onderwijs sinds tien jaar. En in het primair onderwijs sinds vijf jaar. Daarvoor waren er natuurlijk al voorlopers met een sterke focus op de buitenwereld. Het past volgens haar bij een professionele bedrijfsvoering. Je imago is bijvoorbeeld ook belangrijk voor je personeelswerving. Een duidelijk profiel zorgt voor trotse medewerkers die bij de sfeer en visie van de school passen en daardoor extra gedreven zullen zijn. Ingewikkeld is het soms wel. Niet elke schoolleider heeft immers het vak marketing onder de knie. En dat vak begint met het kennen van je product. Wat zijn de kwaliteiten van de school en het onderwijs? Knijnenburg: Het aloude idee Be good and tell it blijkt lastig. Ik merk in de praktijk dat veel scholen niet weten dat ze goed zijn of waarin. Terwijl ik vaak gelijk een unique sellingpoint zie, zien zij niet dat ze iets unieks hebben, bijvoorbeeld een sportieve school of veel aandacht voor kunst. Daarbij is er veel bescheidenheid. Mensen willen zichzelf niet op de borst kloppen. Kracht Uiteraard kun je, indien van toepassing, schermen met mooie Cito-scores of een hoge plaats in de Trouwranking. De ervaring leert echter dat ouders vooral kijken naar sfeer, bereikbaarheid en veiligheid. > kader primair november 2010 17

advertentie advertentie 18