Studiegids 2013-2014. De Educatieve Master Universitaire eerstegraads lerarenopleiding. Instituut voor Leraar en School.



Vergelijkbare documenten
Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Biologie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Biologie

Overzicht curriculum VU

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Engels Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

master leraar voortgezet onderwijs

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

LERAREN- OPLEIDINGEN Voorlichtingsbijeenkomst 26 mei 2015

Voorlichtingsavond ILO

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer

LERAREN- OPLEIDINGEN OPEN DAG

Zelfevaluatie. Inleiding:

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen (POWL) Voorlichtingsavond ILO

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs

UNIVERSITY OF INFINITE AMBITIONS. MASTER OF SCIENCE SCIENCE EDUCATION AND COMMUNICATION

Lerarenopleiding Geesteswetenschappen. Masterdag 16 mrt. 2018

September 2013 Pagina 1

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Leerwerktaak Spreken is goud!

HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN

Onderwijs- en Examenregeling GMW. Bijlage 1a

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor

Vragenlijst voor masterstudenten

Leerwerktaak Samenspraak

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Duits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Duits

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Vakdidactiek 2 Didactiek van de hoofdvaardigheden

KPB Observeren en differentiëren

Vrijstellings- en assessmentregelingen m.b.t. elders. verworven competenties (EVC s) Lerarenopleiding Groningen

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

Allereerst willen wij de stagebegeleiders van harte bedanken voor uw inzet om onze studenten te begeleiden tijdens hun stage in de educatieve minor.

Interpersoonlijk competent

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 5. Het Pre-masterprogramma 6. Studeren in deeltijd 8

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

HANDLEIDING HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN LESGEVEN

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Scholingsplan Samen in ontwikkeling

Management & Organisatie

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Inhoud: Opdracht 1 pagina 2 Opdracht 2 pagina 3 Opdracht 3 pagina 4 Opdracht 4 pagina 5 Opdracht 5 pagina 6

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching

Vrijstellings- en assessmentregelingen. elders verworven competenties (EVC s)

Opbouw van de educatieve minor

Program overview. 06-Jan :15. Year 2011/2012. Minors Applied Sciences

STUDIEWIJZER. Opleiding tot leraar in de 2 de graad. Onderwijseenheid ORIËNTATIE OP LESGEVEN

5,5. Betoog door S woorden 10 juli keer beoordeeld. Nederlands

Verantwoording gebruik leerlijnen

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

Leerwerktaak Voor alles is een woord

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Leerwerktaak Samenwerkend lezen

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Lesvoorbereidingsmodel

kempelscan P2-fase Studentversie

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

Protocol ECD. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

DIRECTE INSTRUCTIE. Versie Tentamen. Proeve (RU) Competentie(s)

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren

Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY)

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Begrippen en afkortingenlijst 4 Algemene informatie 5 Het programma 5 Stage 6

Docenten die hun onderwijs meer willen afstemmen op de individuele verschillen tussen leerlingen en hun leeropbrengst willen vergroten.

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Taken Leren en Instructie (L&I) 1 t/m 3

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

natuur en techniek Het domein natuur en techniek is breed en veelomvattend.

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Lesson Study in de Lerarenopleiding RUG

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Inhoudsopgave: Opdracht 1 pagina 2 Opdracht 2 pagina 3 Opdracht 3 pagina 4 Opdracht 4 pagina 5 Opdracht 5 pagina 6

kempelscan K1-fase Eerste semester

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Competentievenster 2015

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Leerwerktaak Hoor je wat ik zeg?!

Leerwerktaak Schatrijk aan woorden

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO examen 5. Het schakelprogramma 6. INHOLLAND met doorstroomminor 8. Studeren in deeltijd 9

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Digitale hulpmiddelen bij het toetsen en beoordelen in de universitaire lerarenopleiding

Good practice Werken met leeruitkomsten in de onderwijspedagogische leerlijn FLOT

Vragenlijst voor minorstudenten

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Transcriptie:

Studiegids 2013-2014 Cohort februari De Educatieve Master Universitaire eerstegraads lerarenopleiding Instituut voor Leraar en School 1

Inhoud Voorwoord 4 Hoofdstuk 1: De structuur van de Educatieve Master 5 Colleges en tentamens 5 De organisatie van de colleges 5 Het programma van de Educatieve Master 6 Clusters 7 Commissies 8 Hoofdstuk 2: De colleges van de Educatieve Master 10 Inschrijven voor de colleges 10 De collegereeks Algemene Didactiek 10 Inleiding 10 Vakbeschrijving Algemene Didactiek 12 De colleges Vakdidactiek 15 Inleiding 15 Biologie 16 Geschiedenis en Staatsinrichting 19 Maatschappijleer en Maatschappijwetenschappen 21 Engels 23 Nederlands 25 De collegereeks Professionele Persoonlijke Ontwikkeling 27 Inleiding 27 Professioneel Persoonlijk Leren 28 Training Persoonlijk Leiderschap 30 Spreektechniek en Presentatie 31 Praktijkonderzoek 33 Verdiepingsthema 35 Hoofdstuk 3: De tentamens van de Educatieve Master 36 Inleiding op de tentamenstructuur 36 Lessenreeks 38 Begeleide stage 39 Zelfevaluatie 1 41 Ontwerp en onderzoek 42 Zelfstandige stage 43 Zelfevaluatie 2 44 Hoofdstuk 4: Organisatie van de stage 45 Inleiding en begrippen 45 De stages in schema 46 Typen scholen 47 Toekennen van stageplaatsen 48 Soorten stageplaatsen 48 Begeleiders en beoordelaars 49 Lesbezoek 50 2

Beoordeling van de stage 51 Vragen, klachten en geschillen 51 Hoofdstuk 5: Studievoortgang 52 De registratie van de studievoortgang 52 De studieadviseur 52 De mentor van de opleiding 52 Stoppen met de opleiding 52 Het aanvragen van een vrijstelling 53 Het aanvragen van een examen 54 Hoofdstuk 6: Algemene voorzieningen voor studenten 55 Het secretariaat 55 De dictatencentrale 55 Het documentatiecentrum 55 De universiteitsbibliotheek 56 Het Universitair Sportcentrum 56 De Refter 56 Index 57 3

Voorwoord Welkom bij het Instituut voor Leraar en School van de Radboud Universiteit. Voor je ligt de nieuwe studiegids van de Educatieve Masteropleidingen. De studiegids beschrijft in eerste instantie het curriculum voor de voltijd opleiding. Andere varianten, zoals de deeltijdvarianten en de tweejarige master waarin een vakmaster op het gebied van de Bètawetenschappen en de Educatieve Master gecombineerd worden, zijn hiervan afgeleid. In veel gevallen betreft het trajecten op basis van het voltijd curriculum, waarover je individuele afspraken hebt gemaakt aan het begin van je opleiding. In alle gevallen zijn de principes en de inhoudelijke gedachten achter het curriculum hetzelfde als die in deze studiegids beschreven staan. In deze gids vind je uitleg over de structuur van het curriculum, het rooster, de inhoud van de collegereeksen en de tentamens, alsmede de belangrijkste praktische zaken waar je tijdens je opleiding mee te maken krijgt. De nadruk ligt hierbij op de samenhang en het overzicht over het geheel. Meer gedetailleerde informatie over onder andere inhouden, beoordelingscriteria of de verantwoording van de inhoud ten opzichte van de competenties van de startbekwame leraar, ontvang je aan het begin van je opleiding. De universitaire lerarenopleiding is een intensieve opleiding, die sterk verschilt van reguliere universitaire masters, al was het alleen maar vanwege de bijzondere combinatie van stage en instituutscolleges. Dat vereist van jou een proactieve houding en organisatietalent; twee belangrijke eigenschappen voor een professionele leraar. Door als universitair opgeleide student te kiezen voor het leraarschap doe je veel mensen een plezier. De maatschappelijke behoefte aan academische leraren is groot, omdat zij bij uitstek in staat zijn om excellente leerlingen te herkennen en te activeren. Dat is ook in het belang van de universiteiten, die sterk afhankelijk zijn van een kwalitatief hoogwaardige instroom. Ook de scholen en vaksecties zijn gebaat bij nieuwe leraren die met enthousiasme in staat zijn om goede praktijken te combineren met innovatieve ontwikkelingen. En natuurlijk hebben de leerlingen profijt van leraren die hen kunnen motiveren en inspireren tot actief leren, en die op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen op hun vakgebied. Maar de belangrijkste persoon die je een plezier doet door voor het leraarsberoep te kiezen ben je zelf. Een aantal jaren geleden heb je vanuit je eigen passie en interesse gekozen voor een bepaald vakgebied. Het leraarsberoep geeft je de gelegenheid om in een heel brede zin met dat vakgebied bezig te blijven en om jouw eigen passie over te dragen op jonge mensen. We wensen je veel succes met de opleiding! drs. P.M. Jagtman & prof. dr. P.A.J.M. Coppen Directie ILS-RU 4

Hoofdstuk 1: De structuur van de Educatieve Master Colleges en tentamens De Educatieve Master is een zogeheten competentiegerichte opleiding. Deze bekwaamheidseisen voor het beroep van leraar zijn wettelijk vastgesteld. De leraar is: 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega's 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in het samenwerken met zichzelf (in reflectie en ontwikkeling) Meer over de uitwerking van deze competenties vind je in de bijlage bij de Onderwijs- en Examenregeling op www.ru.nl/ils. Op deze plaats is het van belang om te weten dat de ontwikkeling van deze competenties de structuur van de Educatieve Master bepaalt, en wel in de volgende opzichten: Je vakinhoudelijke competentie is gegarandeerd door de toelatingsvoorwaarden tot de Educatieve Master. Je wordt alleen tot deze master toegelaten als je een vakinhoudelijke competentie hebt die gelijk staat met die van een afgestudeerde universitaire master in een schoolvakverwante discipline. Er komt in de Educatieve Master zelf geen vakinhoud meer aan de orde. Je wordt in de Educatieve Master niet zozeer beoordeeld op de kennis die je opdoet in het onderwijs, maar op de ontwikkeling van je competenties. De tentamens van de opleiding zijn geen kennistoetsen die gekoppeld zijn aan collegereeksen, maar geïntegreerde opdrachten die je in de loop van het jaar moet afleggen. Zowel je stage(s) als de colleges op het instituut helpen je om deze tentamenopdrachten goed uit te voeren. De Educatieve Master lijkt dus wat dat betreft niet op de universitaire studie die je gewend bent. Zowel de colleges als de stage staan in functie van je ontwikkeling in de richting van het leraarschap. De tentamens en de opdrachten in de colleges geven je wel een houvast bij deze ontwikkeling, maar ze zijn zo opgezet dat je je eigen leerproces in belangrijke mate kunt sturen. De organisatie van de colleges De colleges van de Educatieve Masteropleiding worden centraal georganiseerd. Je volgt hoorcolleges en werkcolleges in verschillende groepen. De hoorcolleges worden gevolgd door alle studenten van alle Educatieve Masters tegelijk. Bij de werkcolleges zit je in groepen van 15 tot 30 studenten bij elkaar. 5

Het programma van de Educatieve Master De Educatieve Master bestaat uit een stagegedeelte en een instituutsgedeelte. De studielast voor beide gedeelten bedraagt 30 studiepunten. Je besteedt dus theoretisch evenveel tijd aan je stage als aan het instituutsonderwijs. In de praktijk voer je in je stage echter ook instituutsopdrachten uit, zodat voor je gevoel het accent waarschijnlijk meer op de stageactiviteiten zal komen te liggen. Met de stagescholen zijn afspraken gemaakt over de dagen waarop je in de gelegenheid wordt gesteld om op het instituut colleges te volgen (de instituutsdagen). De master start met een intensieve startweek waarin je vier dagen op het instituut bent en één dag gaat kennismaken op je stageschool. Aan het begin van het tweede semester is er weer een intensieve week met colleges. De rest van het jaar is er alleen instituutsonderwijs op maandag. De overige dagen van de week zijn beschikbaar voor stageactiviteiten. Die zullen geen vier dagen in beslag nemen, maar die tijd heb je nodig voor het verrichten van de activiteiten die bij stage en colleges horen. Hoe het rooster er voor je stage eruit ziet bepaal in je samenspraak met je stageschool en schoolpracticumdocent. Hoewel er in de planning van de collegedagen wel rekening is gehouden met schoolvakanties betekent een collegevrije week niet automatisch dat je ook geen stageverplichtingen hebt. Dat ligt helemaal aan het rooster dat de school hanteert. Dit moet je zelf in de gaten houden. Op de instituutsdagen krijg je colleges in drie lijnen, uitgedrukt in het volgende schema: Het algemene perspectief: Algemene didactiek Colleges rond de thema's: Docent Leerling Leren en instructie Interactie en klassenmanagement Het persoonlijke perspectief: Professionele Persoonlijke Ontwikkeling Colleges en training rond de thema's: Training Persoonlijk Leiderschap Professioneel Persoonlijk Leren Praktijkonderzoek Spreektechniek en presentatie Verdiepingsthema Het vakspecifieke perspectief: Vakdidactiek Colleges rond de thema's die afhankelijk zijn van jouw specifieke vakgebied 6

Bij Algemene Didactiek krijg je te maken met hoorcolleges die in principe instituutsbreed worden gegeven, omdat de thema's voor alle vakgebieden relevant zijn, maar ook met werkcolleges in kleinere groepen als het onderwijs dat wenselijk maakt. Ook dan zit je over het algemeen in vakoverstijgende groepen, dat wil zeggen samen met studenten uit een ander schoolvak. Tijdens de Vakdidactische colleges zit je in de regel alleen met de medestudenten uit je eigen schoolvak. Soms worden er vakdidactische colleges gecombineerd, als de groepen erg klein zijn en de schoolvakken voldoende op elkaar lijken. De colleges in de lijn Professionele Persoonlijke Ontwikkeling hebben een flexibele inhoud die aansluit op je persoonlijke ontwikkeling. Meestal worden deze colleges in kleinere groepen van ongeveer 15 studenten gegeven. Op de helft van het eerste semester krijg je een studieadvies. Hierover kun je meer lezen in de tentamenhandleiding, die je voor het begin van de studie ontvangt. Clusters Een deel van de opleiding wordt vakspecifiek ingevuld, en een ander deel is algemeen, instituutsbreed. Voor een derde deel is er sprake van een clustering van verwante opleidingen in grotere eenheden. Deze eenheden lopen voor een groot deel (maar niet helemaal) parallel met de facultaire achtergrond van de schoolvakverwante disciplines. Er zijn drie clusters: 1. Het cluster Bèta: hierin zitten de disciplines uit de faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. Voor het februaricohort is dit alleen het schoolvak Biologie. 2. Het cluster MCM (Mens, Cultuur en Maatschappij): voor het februaricohort zijn dit de schoolvakken Geschiedenis en Staatsinrichting en Maatschappijleer en maatschappijwetenschappen. 3. Het cluster Talen: voor het februaricohort zijn dit de schoolvakken Engels en Nederlands. Deze clusterindeling is voor een belangrijk deel gemotiveerd vanuit de inhoudelijke samenhang tussen deze schoolvakken, met name op het gebied van de vakdidactiek. 7

Commissies Examencommissie Een centrale commissie in de organisatie van de opleiding is de Toelatings- en examencommissie (kortweg examencommissie). De examencommissie is belast met het toezicht op de toepassing van de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Zij heeft daartoe o.a. de volgende taken: Wel of niet toelaten van studenten tot de opleiding op basis van de criteria die zijn vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling (zie website www.ru.nl/ils). Verlenen van vrijstelling aan het begin van of tijdens de opleiding. Zie voor de procedure voor het aanvragen van vrijstellingen hoofdstuk 5. Bewaken van de kwaliteit en de uitvoering van de beoordelingen. Meer precies stelt de examencommissie de beoordelingsinstrumenten vast, zij wijst de examinatoren voor de tentamens aan, en ziet toe op een goede transparante uitvoering van de beoordelingen. Beoordelen van de examenaanvragen en ondertekenen van de verleende diploma's. Zie voor de procedure voor het aanvragen van het examen hoofdstuk 5. Aanvragen voor de examencommissie kunnen verstuurd worden naar: examencommissie@ils.ru.nl Vermeld in je bericht aan de examencommissie je naam, studentnummer en de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. Een verzoek dien je altijd zelf in. Eventueel na advies van of in overleg met de studieadviseur of een docent. De examencommissie streeft ernaar alle verzoeken binnen 20 werkdagen na de verzending van de ontvangstbevestiging af te handelen, maar kan niet uitsluiten dat dit in sommige gevallen toch langer duurt. De volgende personen hebben zitting in de examencommissie: prof. dr. E. (Erik) Barendsen (voorzitter), drs. K.J.J. (Karin) Derksen, drs. H.G.F. (Harry) Havekes, drs. H.A.T. (Hermine) de Knijff, en mevr. E.W. (Lily) van Wersch (secretaris). 8

Opleidingscommissie Een tweede centrale commissie in de organisatie van de opleiding is de Opleidingscommissie. Deze commissie, waarin een brede studentvertegenwoordiging zitting heeft, gaat over de volgende zaken: De opleidingscommissie bewaakt de kwaliteit van het onderwijs, en met name de uitvoering ervan; De opleidingscommissie bespreekt de resultaten van de halfjaarlijkse studentevaluaties, waarin het curriculum en de docenten worden beoordeeld; De opleidingscommissie wordt ook in een vroeg stadium op de hoogte gebracht over ontwikkelingen in het curriculum, en praat daarover mee. Uiteindelijk wordt bij alle grote veranderingen de opleidingscommissie om advies gevraagd. Daarnaast kan de commissie over allerlei zaken ook ongevraagd advies uitbrengen. De opleidingscommissie is voor jou als student een belangrijke commissie omdat ze in de organisatie een spreekbuis vormt voor de studenten. Daarom is het van belang dat je weet wie er vanuit jouw vakgebied, jaargroep of cluster als studentvertegenwoordiger in de opleidingscommissie zit. Bij hem of haar kun je dan terecht als je relevante opmerkingen hebt over de kwaliteit van het onderwijs. In de opleidingscommissie hebben op dit moment zitting de medewerkers drs. L.A. (Louise) Taylor (voorzitter), drs. A.J. (Arnoud) Aardema, drs. I. (Ingeborg) van Neut, drs. E.E.G. (Edith) Verbeet (secretaris). Er zijn zes studentleden, om een goede vertegenwoordiging van de verschillende categorieën studenten mogelijk te maken (verschillende clusters, deeltijd/voltijd, met baan/zonder baan). Onderdeelcommissie Naast de examencommissie en de opleidingscommissie kent het instituut ook nog een Onderdeelcommissie, waar een vertegenwoordiging van de medewerkers zitting heeft. De onderdeelcommissie gaat niet zozeer over de opleiding, maar over de organisatie van het instituut in relatie tot de arbeidsomstandigheden van de medewerkers. Als student zul je weinig met de onderdeelcommissie in aanraking komen. 9

Hoofdstuk 2: de colleges van de Educatieve Master Inschrijven voor de colleges Als student volg je in principe alle colleges van de lijnen Algemene Didactiek en Professionele Persoonlijke Ontwikkeling. Binnen de lijn Vakdidactiek schrijf je je in voor het vak van jouw keuze. Het is de bedoeling dat je je voor alle cursussen inschrijft via OSIRIS (http://sis.ru.nl/student). Dit kan vanaf 15 januari 2013. Gebruik daarvoor de cursuscodes (bijv. ILS-12345) die bij de vakbeschrijvingen in deze studiegids te vinden zijn. Voor een aantal cursussen is het de bedoeling dat je een groepsvoorkeur opgeeft. Kies in dat geval de groep overeenkomstig met je vak (bijv. maatschappijleer). Door je in te schrijven voor een cursus word je (met ingang van de volgende dag) aangemeld (enrolled) voor de bijbehorende Blackboard-cursus. Inschrijving voor de tentamens volgt later. Hierover ontvang je t.z.t. bericht. Als je instructie nodig hebt m.b.t. de werking van OSIRIS raadpleeg dan www.ru.nl/osiris. LET OP: Studenten die voor het eerst aan de RU starten kunnen pas inschrijven op het onderwijs na bericht van Studielink dat de inschrijving definitief is. 10

De collegereeks Algemene Didactiek Inleiding Als docent word je voortdurend uitgedaagd om jezelf te blijven bekwamen in je vakgebied en in je beroep. Dat is in hoge mate een cyclisch proces. Binnen een les, een lesdag en zelfs een leerjaar wordt elke keer van je gevraagd om het leren in gang te zetten, voort te zetten en uiteindelijk te zorgen voor een synthese, een afronding die aanknopingspunt is voor weer een nieuwe cyclus. Je kerntaken daarin zijn het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van onderwijsactiviteiten, het opbouwen, onderhouden en afbouwen van leerrelaties, en het samenwerken in en buiten de schoolorganisatie. Deze taken verricht je jaar in jaar uit in een samenleving die evenals het schoolvak en de leerling sterk aan veranderingen onderhevig is. Dat cyclische karakter herken je als docent ook op het niveau van je dagelijkse onderwijspraktijk. Het onderwijsproces bestaat voortdurend uit intensieve wisselwerkingen die zich afspelen in de driehoek van de vak- of leerinhoud, de leerling en de docent. Doordat je steeds schakelt tussen deze drie ontstaat idealiter een spiraalsgewijze en veilige ontwikkeling van de competentie en autonomie van een opgroeiend mens: je leerling. In de collegereeks Algemene Didactiek aan het ILS-RU krijg je samen met je medestudenten van andere schoolvakken een gezamenlijke basis aangeboden. Deze kennisbasis vormt een gedeeld en gemeenschappelijk referentiekader dat je in staat stelt om je ervaringen met onderwijssituaties en -processen te interpreteren en daar geleidelijk een eigen visie op te ontwikkelen. Op hun beurt helpen die interpretaties en visies je weer om die situaties en processen op een verantwoorde manier te beïnvloeden, er met collega s over te communiceren en samen te werken. Binnen die gezamenlijke basis brengt ILS-RU ook eigen accenten aan, die te maken hebben met onze visie op de docent. Wij zien de docent en daarmee ook de leraar in opleiding als een reflectieve professional en een ontwerpende en onderzoekende docent. Deze nadruk op onderwijsontwerp, onderzoek naar en reflectie op je eigen praktijk en vind je terug in onze thematische keuzes en indeling van het programma algemene didactiek. Je vindt ze ook terug als je gaat kijken naar de opbouw en invulling van onze tentamenonderdelen. 11

Vakbeschrijving Algemene Didactiek Cursuscode: ILS-ADID-00 0ec drs. S.J.C.E. van Boven drs. K.J.J. Derksen drs. R.J. Gerritsen ir. G.V.M. van Ginkel drs. N.H.H. Kienstra dr. H.W. Oolbekkink- Marchand drs. A. Schoonhoven drs. J.W.F. Willen drs. L. de Jager Beschrijving Je maakt kennis met didactische theorieën en inzichten die de individuele schoolvakken overstijgen. Het programma is opgebouwd vanuit een viertal thema's: 1. De leerling 2. De docent 3. Leren en instructie 4. Interactie en klassenmanagement Leerdoelen Je maakt kennis en gaat werken met de belangrijkste algemeen-didactische theorieën. Je bent in staat om deze toe te passen op de praktijk in het voortgezet onderwijs en op je eigen lesgeven en om daarbij kritisch op de theorieën te reflecteren. Je kunt je weg vinden in de algemeen-didactische literatuur, en deze gebruiken bij het ontwerpen, onderzoeken en evalueren van je eigen onderwijs. Werkvormen Elk thema wordt behandeld in instituutsbrede hoorcolleges en werkcolleges die in werkgroepen tot dertig studenten worden uitgevoerd. In de tweede helft van de opleiding is er in een aantal bijeenkomsten meer gelegenheid om gezamenlijk te werken aan onderwerpen die aansluiten op specifieke (praktijk)vragen van studenten uit de groep. 12

Onderwerpen De vier eerder genoemde thema's worden uitgewerkt in de volgende onderwerpen: De leerling: - Kenmerken van leerlingen in diverse stadia van ontwikkeling - De beginsituatie - Motivatie - Opvoeding: vormen en stijlen De docent: - De functies van het onderwijs - De pedagogische opdracht - Reflectie en professionalisering - De docent als professional in de organisatie Leren en instructie: - Didactisch Analysemodel (DA-model), lesdoelen, lesformulier, lesvoorbereiding - Reguleren en sturen van leerprocessen - Toetsen en beoordelen van leerlingen - Model Directe Instructie (DI-model) effectief leren - Activerend en samenwerkend leren - Zelfstandig leren: ontwerpen en evalueren - Evalueren van onderwijs - Omgaan met verschillen: differentiatie Interactie en klassenmanagement: - De basishouding in de klas: de docent als gastheer/-vrouw - Preventie, interventie en stopgedrag - Communicatie in de klas - De klas als groep - Klassenmanagement - Straffen en belonen - Leerklimaat en leefklimaat 13

Literatuur Verplichte literatuur: Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren, basisboek. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. (2 e druk) ISBN 9789001307523 Kohnstamm, R. (2009). Kleine ontwikkelingspsychologie III. De puberjaren. Houten: Bohn Staffleu Van Lochum. (3 e druk) ISBN 9789031361625 Bij dit boek hoort ook een website: http://www.kleineontwikkelingspsychologie.nl/ Geerts, W.M. & Kralingen van, R. (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. (1e druk) ISBN: 9789046902509 Dringend aangeraden literatuur: Verloop, N. & Lowyck, J. (2003). Onderwijskunde. Een kennisbasis voor professionals. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. (1e druk) ISBN 9789001545338 Rogers, B. (2011). Classroom behaviour: a practical guide to effective teaching, behaviour management and colleague support. London: Sage Publications. (3e editie) ISBN 9780857021670 14

De collegereeks Vakdidactiek Inleiding De collegereeks Vakdidactiek gaat in op de vakspecifieke onderdelen van je opleiding. Hoewel de vakdidactische onderdelen van de verschillende opleidingen voor een belangrijk deel parallel lopen, zijn er ook verschillen die te maken hebben met de aard van het vak. In dit hoofdstuk vind je de vakbeschrijvingen voor alle vakdidactische collegereeksen van de Educatieve Master. 15

Biologie Cursuscode: ILS-VDIDBI-00 0ec drs. A. Schoonhoven drs. I. van der Neut Werkvormen In de werkcolleges Didactiek van de biologie worden afwisselende werkvormen gebruikt: hoorcolleges; (individuele opdrachten gevolgd door)groepswerk; onderwijsleergesprek; bespreken van thuis bestudeerde wetenschappelijke teksten; Modelleren van werkvormen en daarbij trainen van onderwijsgedrag; Leerdoelen Voor vakdidactiek geldt dat de student na afloop: Kennis kan aanbieden in relevante contexten. Verwondering kan opwekken bij de leerlingen voor de levende natuur. Ondersteuning kan bieden aan leerlingen bij hun morele vorming en het leren bewuste keuzes te maken. Kan aansluiten bij de (seksuele) ontwikkeling in de pubertijd van leerlingen. Leerlingen kan ondersteunen bij het ontdekken van intuïtieve kennis en daarbij kan aansluiten. Leerlingen kan ondersteunen bij het leggen van verbanden tussen biologische begrippen. De Jojo-strategie kent en kan toepassen. Leerlingen kan ondersteunen bij het leren gebruiken van biologische begrippen in verschillende contexten. Leerlingen kan ondersteunen bij de ontwikkeling van biologisch denken. Leerlingen kan ondersteunen bij het ontwikkelen van een onderzoekende houding. Leerlingen kan doen inzien dat kennis ontstaat door (voortdurend) wetenschappelijk onderzoek. Een overzicht heeft van de biologische kernconcepten en hun samenhang. De opbouw van het de examenprogramma s voor havo en vwo kent (de systeemmatrix). De inhoud van het biologiecurriculum voor havo en vwo overziet (kerndoelen onderbouw en eindtermen). Leerstof voor biologie kan selecteren en structureren. ICT-toepassingen, werkvormen, modellen, demonstraties en andere materialen kan verzamelen en inzetten. Meerdere bronnen en methodes kan gebruiken. Verschillende wijzen van practica (onderzoeks-, illustratieve en vaardigheidspractica) passend kan inzetten. 16

Kan aansluiten bij het specifieke schoolprogramma wat betreft CE en SE en PTA. Bij (controversiële) onderwerpen rekening kan houden met de achtergrond (in levensovertuiging) van de leerlingen. Beschrijving Biologie speelt dagelijks een rol in het leven van de leerling. Belangrijke maatschappelijke vraagstukken gaan over voeding, voedselzekerheid, gezondheid, duurzaamheid, energie etc. We willen voeding voor miljarden mensen. We willen kwaliteit van leven. We willen opgroeien in volwaardige ecosystemen. Nieuwe therapieën, duurzame landbouw etc. vinden hun weg in de maatschappij en vormen een uitdaging voor de toekomst. Biologische kennis ontwikkelt en verandert snel. Een leerling moet in deze complexe wereld (kiezend) zijn weg vinden en heeft daarvoor relevante biologische kennis nodig. Als biologiedocent heb je de belangrijke taak om kinderen biologisch toe te rusten om goed te kunnen leven in deze maatschappij. Biologische kennis moet gedidactiseerd worden. Behalve aandacht voor de leerlingen als opgroeiende mensen houdt dat ook een focus in op hoe leerlingen biologische kennis en vaardigheden construeren. Met het oog daarop wordt instructie gegeven, de leerstof moet worden geselecteerd en gestructureerd en activiteiten moeten worden vormgegeven. Hier is een scala aan gereedschappen beschikbaar, die je de student kan verwerven. Onderwerpen In de (werk)colleges komen onder andere de volgende onderwerpen aan bod: Beeldvorming en begripsvorming ten aanzien van biologische verschijnselen. Vakbeleving en vakbeelden van leerlingen. Preconcepten bij leerlingen, studenten en in schoolboeken. Schoolvakinhoudsanalyse en Content Representation. Concept-contextbenadering. Doelen van biologieonderwijs, examenprogramma's en examenopgaven. Samenhang bevorderen in het biologisch denken van leerlingen. Het onderwijsleergesprek. Practica en veldwerk.. Wat is een goede uitleg bij biologie? Samenstelling van een toets, nakijken en cijferen. Analyse van proefwerken. Organisatieniveau s: jojo-strategie. (Dramatische) werkvormen. Controverses bij evolutie, genetica en voedsel(productie). Seksuele vorming. Onderzoekende houding. Vragen stellen. 17

Literatuur In de opleiding komt onderstaande literatuur aan de orde. In de tentamens laten studenten zien dat ze de literatuur beheersen. Daarnaast is er een grotere lijst van facultatieve literatuur over de didactiek van specifieke subdisciplines, bijvoorbeeld de didactiek van ecologie. Hieruit moeten de studenten de literatuur beheersen die vanwege het onderwerp van hun lessen relevant is. Boersma, K.T., Kamp, M.J.A., Oever, L. van den, Schalk, H.H. (2010) Naar actueel, relevant en samenhangend biologieonderwijs. Utrecht, CVBO. Boersma, K. T., van Graft, M., Harteveld, A., de Hullu, E., de Knecht-van Eekelen, A., Mazereeuw, M., et al. (2007). Leerlijn biologie van 4 tot 18 jaar. Uitwerking van de concept-contextbenadering tot doelstellingen voor het biologieonderwijs. Utrecht: NIBI. Boersma, K.T. Didactiek van systeemdenken in de biologie. Symposium Biologische Raad: Amsterdam (2004, September 30). Zie www.ecent.nl Domis-Hoos, Marijke, Mieke Kapteijn en Dirk Jan Boerwinkel (2012) Genetica in beweging. Utrecht: NVON. Zie ook www.nvon.nl/genetica. Janssen, F. (2006). BiOLOgen. Denkgereedschap voor het biologieonderwijs. Ongepubliceerde versie, onder embargo te gebruiken in ulo's (In Blackboard). Kamp, M. (2004). Leuker kunnen we het wél maken - het succes van Concept Cartoons. Niche 35, 3, 30-33. Kamp, M. J. A. (2001). "Waar, relevant en leerbaar. Drie lessen uit de geschiedenis van het biologie-onderwijs." Niche, bulletin voor het onderwijs in de biologie 32(1): 10-14. Kamp, M. J. A. (2002). "Biologisch denken bestaat wel." Niche, bulletin voor het onderwijs in de biologie 33: 15-18. Knippels, Marie-Christine P.J., Arend Jan Waarlo and Kerst Th Boersma (2005) Design criteria for learning and teaching genetics, Journal of Biological Education 39(3), 108-112. Lawson, Anton E., Souheir Alkhoury, Russell Benford, Brian R. Clark, Kathleen A. Falconer (2000) What Kinds of Scientific Concepts Exist? Concept Construction and Intellectual Development in College Biology. Journal of Research in Science Teaching 37 (9),. 996-1018 Vakgroep Onderwijskunde Nijmegen (1991), Belevingslijst voor Biologie. van Alderwegen-de Vries, A. P., Kapteijn, J. M., & Thijssen, G. (1988). Practicum biologie. Groningen: Wolters-Noordhoff. (twee hoofdstukken). Westra, R., Boersma, K., Waarlo, A.J. and Savelsbergh, E. (2007). Learning and teaching about ecosystems: systems thinking and modelling in an authentic practice. In R. Pintó and D. Couso (Eds.), Contributions from Science Education Research (pp.361-374). Dordrecht: Springer. 18

Geschiedenis en Staatsinrichting Cursuscode: ILS-VDIDGS-00 0ec drs. A.J. Aardema drs. H.G.F. Havekes Werkvormen De colleges bieden een mix van theorie en praktijk. Concrete werkvormen die historisch denken stimuleren worden hands on uitgevoerd, maar ook in een conceptueel en didactisch kader geplaatst. Leerdoelen Je kunt leerlingen stimuleren om historische kennis en vaardigheden eigen te maken, die nodig zijn voor het halen van de eindtermen havo/vwo. Je hebt kennis van epistemologische opvattingen van leerlingen over geschiedenis en je kunt die kennis inzetten in je lessen. Je kunt de lesmethode kritisch benaderen en daar eigen accenten en inzichten aan toevoegen. Je kunt vakspecifiek denken bij leerlingen stimuleren. Je hebt kennis van diverse activerende didactieken die het historisch denken stimuleren en je kunt die kennis actief inzetten in de lessen. Je kunt de kenmerken van Actief Historisch Denken herkennen en toepassen in de les. Je kunt werkvormen construeren op basis van de design principles van Actief Historisch Denken. Je kunt een praktijkonderzoek uitvoeren dat gericht is op het stimuleren van historisch denken. Beschrijving In de colleges vakdidactiek worden relaties gelegd tussen het schoolvak geschiedenis en de wetenschappelijke discipline geschiedenis. Hoe kun je leerlingen van/over/door geschiedenis laten leren, waarin kennis van het verleden een zinvolle betekenis krijgt voor de leerlingen, zonder te vervallen in opsommingen van jaartallen en personen, borden vol aantekeningen en een enkel spannend verhaal? Hierbij speelt de zin van het schoolvak een belangrijke rol. Voortdurend aandachtspunt is daarbij hoe leerlingen geschiedenis leren. Activerende didactiek, waarin historische kennis en historische vaardigheden hand in hand gaan, speelt daarin een centrale rol. Onder de term Actief Historisch Denken zijn werkvormen ontwikkeld die knowing history en doing history laten samenkomen in motiverende leeractiviteiten. Het werken met en construeren van Actief Historisch Denken opdrachten is een belangrijke uitdaging voor de kandidaten. 19

Onderwerpen Stimuleren van historisch denken/redeneren bij leerlingen, relatie tussen schoolvak en wetenschappelijke discipline, didactiek van historische vaardigheden en kennis. Literatuur Wilschut, D. van Straaten, M. van Riessen, Geschiedenisdidactiek. Handboek voor de vakdocent (uitgeverij Coutinho, Bussum 2004). Drie, J. van & C. van Boxtel (2008). Historical Reasoning: Towards a Framework for Analyzing Students Reasoning about the Past. In: Educational Psychological Review, 20(2), 87-110. Havekes, H., A. Aardema en J. de Vries (2010). Active Historical Thinking in: Teaching History 139, 52-59. 20