Topsectoren in beeld. Internationale oriëntatie topsectoren. drs. Bram van der Linden drs. Nicolette Tiggeloove drs. Paul van der Zeijden



Vergelijkbare documenten
MKB-index april 2017

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX)

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Bouwers en hun gemeente

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

De stand van Mediation in Nederland

Exportontwikkeling van het industriële MKB

BNA Conjunctuurmeting

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Stemming onder ondernemers in het MKB

Financieringsproblemen in de binnenvaart

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Kengetallen ondernemerschap

Global Entrepreneurship Monitor 2002

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

De oudere starter in Nederland Quick Service

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Zoetermeer, 28 februari 2018

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Export- en Importindex MKB

Samenwerken bij vernieuwing in de topsectoren

Tevredenheidsonderzoek AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven

Benchmark klanten Qredits

Cliëntenaudit Bureau ABC

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek STE Languages

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Topsectoren in beeld Ontwikkeling van de innovativiteit van de topsectoren in najaar 2012-voorjaar 2013

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Tevredenheidsonderzoek Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

M MKB heeft internationale handelsgeest

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Topsectoren in beeld. De innovativiteit van de topsectoren in dr. Y.M. Prince

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland

Vertrouwen in eigen bedrijf keldert Ondernemersvertrouwen door de jaren heen

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002

Tevredenheidsonderzoek BHP Groep Loopbaanadvisering

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching

Tevredenheidsonderzoek Stichting ActiefTalent

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS)

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV

Omvang en prestaties van het MKB in de topsectoren

Tevredenheidsonderzoek. Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Transcriptie:

Topsectoren in beeld Internationale oriëntatie topsectoren drs. Bram van der Linden drs. Nicolette Tiggeloove drs. Paul van der Zeijden Zoetermeer, juli 2013

ISBN : 978-90-371-1074-6 Rapportnummer : A201333 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Panteia BV Panteia BV Bredewater 26 P.o. box 7001 2715 CA Zoetermeer 2701 AA Zoetermeer 079 322 22 00 The Netherlands www.panteia.nl +31 79 322 22 00 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia/EIM. Panteia/EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia/EIM. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia/EIM. Panteia/EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

Inhoudsopgave Samenvatting 7 1 Inleiding 11 2 Internationale activiteiten van de bedrijven 15 2.1 Vormen van internationalisering 15 2.2 Export 18 2.3 Import 24 2.4 Directe buitenlandse investeringen 25 2.5 Samenwerking met een buitenlands bedrijf 30 3 Kansen internationale activiteiten buiten de EU 33 3.1 Kansen voor starters buiten de EU 33 3.2 Uitbreidingskansen buiten de EU 34 4 Belemmeringen internationale activiteiten buiten de EU en behoefte aan overheidsondersteuning 37 Bijlagen I Onderzoeks- en responsverantwoording 45 II Vragenlijst inclusief respons per vraag 47 III Internationale oriëntatie in Europees perspectief 59 5

Samenvatting Topsectoren kenmerken zich onder andere door een sterke internationale oriëntatie en exportpositie. Bedrijven uit de topsectoren genereren veertig procent van de totale uitvoerwaarde van goederen in Nederland. Vooral de groei van de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) en andere opkomende markten biedt kansen voor verdere groei van de internationale activiteiten van de topsectoren. Dit rapport geeft een scherper beeld van de mate waarin bedrijven in de topsectoren deze potentie reeds benutten en waar verbeterkansen liggen. Dit onderzoek op basis van een telefonische enquête onder 938 internationaal actieve MKB-bedrijven 1 in de topsectoren geeft inzicht in: de mate waarin de topsectoren onderling verschillen in hun internationale oriëntatie; de buitenlandse markten waarop de bedrijven uit de verschillende topsectoren zich richten, in het bijzonder het belang van nabije Europese markten versus opkomende markten; kansen m.b.t. internationale activiteiten in de BRIC-landen en andere opkomende markten; knelpunten en de behoeften van bedrijven aan overheidsondersteuning. Profiel internationaal actieve bedrijven Bedrijven in de topsectoren die internationaal actief zijn, doen dat grotendeels via export (94%) 2. In mindere mate maken zij gebruik van import (61%), internationale samenwerking (60%) en directe buitenlandse investeringen (35%). De meeste bedrijven benutten verschillende vormen van internationalisering. 17 procent van alle internationaal actieve bedrijven benut alle vormen van internationalisering tegelijkertijd. In de high tech komt de combinatie van alle vormen het meest voor. Het al dan niet benutten van de vier vormen van internationalisering zegt natuurlijk nog niets over de landen waar de internationale activiteiten plaatsvinden. Het blijkt dat maar liefst 83 procent van de bedrijven in de topsectoren met internationale activiteiten actief is in landen buiten de EU. Daarbij geldt dat een groot deel van de bedrijven zowel actief is in landen binnen de EU als in landen daarbuiten. Export Volgens cijfers van het CBS zijn er bijna 40.000 exporterende bedrijven (MKB en grootbedrijf) in de topsectoren, goed voor ruim een derde van het totale aantal exporteurs in Nederland. Deze topsectorbedrijven genereren bijna 160 miljard euro aan export. Daarmee zijn de topsectoren goed voor 40 procent van de tota- 1 In dit onderzoek worden tot het MKB gerekend bedrijven met tien tot tweehonderdvijftig werkzame personen in dienst. 2 Het hoge percentage export wordt voor een deel verklaard door het karakter van de steekproef. Er is namelijk gebruikgemaakt van de resultaten van de screeningsvraag over export voor de eerste meting in 2012 van het topsectorenpanel van Panteia, zie paragraaf onderzoeksverantwoording, pagina 12. 7

le Nederlandse exportwaarde van goederen. De high tech neemt hiervan het grootste deel voor zijn rekening, gevolgd door de chemie en de agri&food. Uit de resultaten van de telefonische enquête blijkt dat bijna de helft van de internationaal actieve MKB-bedrijven in de topsectoren meer dan 50 procent van zijn omzet haalt uit export. De hoogte van het exportaandeel in de omzet houdt ook verband met de bestemming. Naarmate een bedrijf een hoger exportaandeel heeft, zal het vaker exporteren naar landen buiten de EU. Driekwart van de exporteurs in de topsectoren voert zowel uit naar landen binnen als buiten de EU. Het vaakst wordt er geëxporteerd naar de Verenigde Staten. Circa een kwart van de bedrijven exporteert naar de opkomende economieën van China en Rusland. Ook de grootte van een bedrijf heeft invloed op de exportbestemming: naarmate een MKB-bedrijf groter is, exporteert het ook vaker naar landen buiten de EU. Opvallend is dat, ondanks het verschil naar grootteklasse, het grootste deel van de kleinere internationaal actieve bedrijven (met 10 tot 20 werkzame personen) in de topsectoren ook exporteert naar landen buiten de EU. Import Twee derde van de internationaal actieve bedrijven in de topsectoren importeert uit landen buiten de EU. Grotere MKB-bedrijven (met 100 tot 250 werkzame personen) importeren vaker uit landen buiten de EU. China is daarbij het importland bij uitstek. Directe buitenlandse investeringen Van de bedrijven met directe buitenlandse investeringen zijn het vooral bedrijven in de tuinbouw die investeren in verre landen. China en de Verenigde Staten zijn koploper als het gaat om directe buitenlandse investeringen. Bij directe buitenlandse investeringen gaat het vooral om investeringen in productievestigingen en verkoopkantoren. Ruim de helft van de bedrijven heeft daarmee in het betreffende land buiten de EU werkgelegenheid gecreëerd voor minder dan twintig personen. Bedrijven in de agri&food en chemie zorgen in verhouding voor veel werkgelegenheid ter plekke: een kwart tot een derde van de bedrijven in die sectoren heeft meer dan vijftig werkzame personen in zijn vertegenwoordiging of vestiging buiten de EU. Daarnaast geldt dat, hoe groter een bedrijf in Nederland is, hoe meer werkgelegenheid het creëert in landen buiten de EU. Samenwerking met een buitenlands bedrijf Van de internationaal actieve bedrijven in de topsectoren die een samenwerkingspartner hebben in het buitenland, geeft twee derde aan dat die partner is gevestigd in een land buiten de EU. Het vaakst gaat het om samenwerkingspartners in de Verenigde Staten en China. Opvallend genoeg hebben ook de kleine MKB-bedrijven (met tien tot twintig werkzame personen) relatief vaak een partner buiten de EU: in twee derde van de gevallen is deze gevestigd in een ver land. Kansen voor internationale activiteiten buiten de EU Kansen voor bedrijven die nog niet buiten de EU actief zijn 14 procent van de bedrijven die op dit moment nog niet actief zijn in landen buiten de EU, heeft wel plannen om in de komende twee jaar zaken te gaan doen met landen buiten de EU. Bedrijven zien de meeste kansen in de VS en China. 8

Kansen voor bedrijven die al wel buiten de EU actief zijn Van de bedrijven die al wel actief zijn in landen buiten de EU, geeft bijna twee derde aan die activiteiten in de komende twee jaar te willen uitbreiden. De belangrijkste reden om uit te breiden is een (verdere) vergroting van de afzetmarkt. Bedrijven die al actief zijn buiten de EU, zien de grootste groeipotentie in de BRIC-landen: Brazilië, Rusland, India en China. Knelpunten en handelsbelemmeringen Twee derde van de bedrijven die nog niet actief zijn buiten de EU, geeft aan dat ook nooit te hebben overwogen. De belangrijkste reden daarvoor is dat zij de Europese markt groot genoeg vinden, maar ook worden verschillen in de cultuur van zakendoen genoemd. Ruim de helft van de bedrijven, die al actief zijn buiten de EU en overwegen in de komende twee jaar die activiteiten uit te breiden, voorziet geen handelsbelemmeringen. Dat geldt in nog sterkere mate voor bedrijven in de creatieve industrie, water en chemie. De overige 45 procent van de bedrijven, die hun activiteiten buiten de EU willen uitbreiden, constateren wel handelsbelemmeringen. Meer dan een kwart van die bedrijven ondervindt hinder van andere wet- en regelgeving. Een aantal ondernemers noemt daarbij specifiek de procedures rondom vergunningen en visa. Ruim een kwart van de bedrijven noemt overige handelsbelemmeringen, zoals importheffingen. Verder geeft een groot deel van de bedrijven in de tuinbouw aan in landen buiten de EU te maken te hebben met strenge fytosanitaire regelgeving. Behoefte aan overheidsondersteuning Meer dan 70 procent van de internationaal actieve bedrijven in de topsectoren geeft aan behoefte te hebben aan overheidsondersteuning bij internationaal zakendoen. In de energiesector ligt dat aandeel zelfs op meer dan tachtig procent. In verhouding hebben veel bedrijven in de tuinbouw hulp nodig bij het oplossen van handelsbelemmeringen. Internationaal actieve bedrijven in de energiesector hebben vooral behoefte aan financiële ondersteuning en informatie over potentiële buitenlandse zakenpartners. Relatief veel bedrijven in de agri&food willen juist informatie over wet- en regelgeving als het gaat om internationale activiteiten in landen buiten de EU. Grote MKB-bedrijven hebben vooral behoefte aan informatie over potentiële buitenlandse zakenpartners en overheidsondersteuning voor het wegwerken van handelsbelemmeringen. Kleinere bedrijven hebben vooral behoefte aan informatie over wet- en regelgeving en aan financiële ondersteuning door de overheid. De agri&food en tuinbouw zijn minder dan andere topsectoren bekend met de vindplaats van overheidsinformatie met betrekking tot internationaal zakendoen. Kleine bedrijven zijn minder dan grote bedrijven bekend met de vindplaats van dergelijke informatie. 20 procent van de internationaal actieve bedrijven in de topsectoren is bekend met de internationaliseringsagenda s voor de topsectoren. 9

1 Inleiding Topsectoren onderscheiden zich onder andere door een sterke internationale oriëntatie en exportpositie. Dit blijkt uit de relatief hoge uitvoerwaarde van de topsectoren: bedrijven uit deze sectoren genereren 40 procent van de totale uitvoerwaarde van goederen in Nederland. 1 Vooral de groei van de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) en andere opkomende markten biedt kansen voor verdere groei van de internationale activiteiten van de topsectoren. De overheid wil haar internationale activiteiten optimaal inzetten om de topsectoren te helpen om die groei te realiseren. Dit maakt het gewenst om een scherp beeld te krijgen in hoeverre bedrijven in de topsectoren deze potentie al ten volle benutten en waar verbeterkansen liggen. Het doel van dit onderzoek is inzicht te bieden in: de mate waarin de topsectoren onderling verschillen in hun internationale oriëntatie; de buitenlandse markten waarop de bedrijven uit de verschillende topsectoren zich richten; in het bijzonder het belang van nabije Europese markten versus opkomende markten; kansen en knelpunten m.b.t. internationale activiteiten in de BRIC-landen en andere opkomende markten; de behoefte van bedrijven aan overheidsondersteuning. Het onderzoek richt zich niet alleen op exportactiviteiten, maar ook op import, directe buitenlandse investeringen en internationale samenwerking. Afbakening Dit onderzoek richt zich uitsluitend op internationaal actieve bedrijven in het MKB in de topsectoren. Dat betekent dat, wanneer er analyserende of concluderende opmerkingen worden gemaakt over bedrijven, die betrekking hebben op internationaal actieve MKB-bedrijven. Bij het benaderen van bedrijven in de topsectoren voor deelname aan de telefonische enquête is dit als voorwaarde opgenomen. Uitspraken over het aandeel bedrijven in topsectoren zijn in deze rapportage dus afgezet tegen het totaal aan internationaal actieve bedrijven in die topsector en niet tegen alle bedrijven in die topsector. 2 Tot het MKB worden in dit onderzoek gerekend bedrijven met tien tot tweehonderdvijftig werkzame personen in dienst. Hoofdbron van de dataverzameling in dit onderzoek is een telefonische enquête onder internationaal actieve MKB-bedrijven in de topsectoren. De resultaten uit deze telefonische enquête hebben betrekking op internationaal actieve bedrijven met 10 tot 250 werkzame personen. 1 Zie CBS Monitor topsectoren uitkomsten eerste meting, 28 september 2012, blz.11. 2 De populatie die als uitgangspunt dient voor het bepalen van de weegfactoren, is daarom het totale aantal exporteurs van goederen naar topsector (2011). Zie CBS Monitor topsectoren uitkomsten eerste meting, tabel 4. 11

Bij de afbakening van de negen topsectoren gaat dit onderzoek uit van de definities van het CBS. 1 Dat houdt in dat de indeling in SBI-codes hier is overgenomen, met betrekking tot de sectoren agri&food, chemie, high tech systemen en materialen, life sciences & health, transport en opslag, water, energie, creatieve industrie en tuinbouw & uitgangsmaterialen, zoals die door het CBS is ontwikkeld. De indeling naar topsectoren is gebaseerd op een sectorale benadering. Dit betekent dat voor de topsector logistiek is uitgegaan van een sectorale benadering transport en opslag waarbij de logistieke activiteiten in de industrie, handel, bouw en andere (top)sectoren niet zijn meegenomen. Voor de topsector tuinbouw & uitgangsmaterialen houdt de sectorale benadering in dat de gegevens betrekking hebben op alle productieprocessen van de branches binnen de topsector tuinbouw & uitgangsmaterialen, inclusief de geproduceerde nevenactiviteiten door de tuinbouw, zoals akkerbouwproductie door tuinbouwbedrijven. Verder is voor de sector agri&food uitgegaan van de smalle definitie. Daarbij gaat het om de primaire productie van levensmiddelen en de verwerking hiervan in de voedingsmiddelenindustrie. Zie voor een nadere toelichting op het onderscheid tussen de sectorale en functionele benadering de CBS Monitor topsectoren. Onderzoeksverantwoording Hoofdbron van de dataverzameling is een telefonische enquête onder internationaal actieve MKB-bedrijven in de topsectoren. Er is een disproportionele gestratificeerde steekproef getrokken waarbij dit onderzoek, als gezegd, aansluit bij de CBS-afbakening van de topsectoren. Er is gebruikgemaakt van de resultaten van de screening voor de eerste meting in 2012 van het topsectorenpanel van Panteia. De vragenlijst voor deze eerste meting bevat namelijk een screeningsvraag over export. Dat betekent tevens dat er een bias is als het gaat om aan welke internationale activiteiten de bedrijven in onze steekproef doen. Per definitie doen alle bedrijven uit het topsectorenpanel door deze screeningsvraag immers aan export. Dat leidt ertoe dat de internationaal actieve bedrijven in onze steekproef vaker aan export doen dan aan import. Verder zijn in dit onderzoek de internationaal actieve bedrijven met een buitenlands eigenaarschap niet meegenomen. Binnen de doelgroep internationaal actieve bedrijven uit het topsectorenpanel zijn vervolgens bedrijven in de juiste grootteklassen gefilterd. Omdat de uiteindelijke respons vanuit geschikte bedrijven van het panel niet toereikend bleek, zijn er extra bedrijven geworven vanuit het adressenbestand van NL EVD Internationaal. 2 De bedrijven die vanuit het EVD-bestand zijn geworven, zorgen voor een bias bij de vraag of bedrijven op de hoogte zijn van overheidsinformatie met betrekking tot internationaal zakendoen. Na de respons in de eerste belronde bleek dat er onvoldoende waarnemingen waren om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de topsectoren life sciences & health, water, energie en creatieve industrie. Om toch betrouwbare uitspraken over deze topsectoren te kunnen doen, is ervoor gekozen extra bedrijven in de vier genoemde topsectoren te benaderen. Hiervoor is gebruikgemaakt van de nieuwe adressen uit de tweede meting van het topsectorenpanel van Panteia en van adressen van Dutch Design Fashion Architecture, het 1 Zie CBS, Monitor Topsectoren. Methodebeschrijving en tabellenset, 28 september 2012. 12

Netherlands Water Partnership en Scheepsbouw Nederland. 1 Uiteindelijk is de totale respons over de twee belrondes uitgekomen op 938 complete interviews. Over acht van de negen topsectoren kunnen betrouwbare uitspraken worden gedaan. 2 Alleen in de topsector life sciences & health waren onvoldoende waarnemingen om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de gehele sector. Deze topsector wordt in de analyses wel als aparte topsector weergegeven, maar resultaten voor deze sector dienen slechts als indicatief te worden opgevat en zijn niet met voldoende betrouwbaarheid te zien als de resultaten voor de volledige populatie internationaal actieve bedrijven in de Nederlandse life sciences & health sector. Voor de overige topsectoren geldt dat wel. De topsectoren zijn gewogen naar de populatie Nederlandse exporteurs 3 in de verschillende topsectoren. Opbouw Dit rapport is verder als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt een profiel geschetst van internationaal actieve MKB-bedrijven in de topsectoren. Eerst wordt een algeheel beeld geschetst en daarna wordt er ingezoomd op de verschillende soorten internationale activiteiten: export, import, directe buitenlandse investeringen en internationale samenwerking. Hoofdstuk 3 gaat in op de kansen om in landen buiten de EU actief te worden of om de internationale activiteiten in die landen verder uit te breiden. In hoofdstuk 4 komen de knelpunten van bedrijven aan bod bij internationale activiteiten in opkomende markten. Lopen MKB-bedrijven in de topsectoren tegen bepaalde (handels) belemmeringen aan bij de keuze om in landen buiten de EU actief te worden? Of ervaren ze belemmeringen wanneer ze die stap eenmaal gezet hebben? In dit hoofdstuk staan we ook stil bij de behoefte van bedrijven aan overheidsondersteuning als het gaat om internationalisering. Bijlage I geeft de onderzoeks- en responsverantwoording. De vragenlijst van de enquête is opgenomen in Bijlage II. Ten slotte geeft Bijlage III de resultaten van enkele extra analyses die zijn uitgevoerd om inzicht te krijgen in de internationale oriëntatie van Nederlandse bedrijven in vergelijking met bedrijven in andere EU-landen. 1 Wij danken NL EVD Internationaal, Dutch Design Fashion Architecture, het Netherlands Water Partnership en Scheepsbouw Nederland hartelijk voor hun bijdrage aan het onderzoek. 2 Bij alle analyses geldt een betrouwbaarheidspercentage van 95%. 3 Gekozen is om te wegen op basis van de populatie exporteurs in de topsectoren en dus niet op basis van de totale populatie bedrijven in de topsectoren. De reden daarvan is dat we in de benadering van bedrijven voor de telefonische enquête alle bedrijven die niet internationaal actief zijn, bij voorbaat hebben uitgesloten. De cijfers over aantallen exporteurs in de topsectoren zijn afkomstig van het CBS, zie Monitor Topsectoren. Methodebeschrijving en tabellenset, 28 september 2012. 13

2 Internationale activiteiten van de bedrijven In dit hoofdstuk schetsen we de internationale activiteiten van de bedrijven in de topsectoren. Eerst geven we in paragraaf 2.1 een beeld van de verschillende soorten internationale activiteiten op basis van resultaten van de telefonische enquête. Vervolgens zoomen we in op de verschillende vormen van internationalisering: export, import, directe buitenlandse investeringen en internationale samenwerking (paragraaf 2.2 en verder). 2.1 Vormen van internationalisering Internationalisering van bedrijven manifesteert zich niet alleen in export maar ook in import, directe buitenlandse investeringen en internationale samenwerking. Figuur 1 geeft een overzicht van de mate waarin bedrijven in de verschillende topsectoren gebruikmaken van deze vormen van internationalisering. Figuur 1 Vormen van internationalisering per topsector (in % van totaal aantal internationaal actieve MKB-bedrijven) Agri&food Chemie Creatieve industrie Energie High tech Life Sciences Transport en opslag Tuinbouw Water Totaal topsectoren 94% 69% 32% 49% 97% 81% 37% 53% 87% 37% 21% 63% 84% 51% 33% 69% 99% 74% 41% 59% 86% 72% 28% 72% 86% 38% 42% 68% 96% 75% 37% 58% 98% 61% 36% 68% 94% 61% 35% 60% Export van producten of diensten Eigen import Buitenlandse investeringen Samenwerking met een buitenlands bedrijf Bron: Panteia/EIM, 2013. Resultaat voor life sciences & health is slechts indicatief. Duidelijk is dat internationaal actieve bedrijven voornamelijk via export actief zijn op buitenlandse markten. Dit wordt voor een deel verklaard door het karakter van de steekproef. 1 Van andere vormen van internationale activiteiten 1 Er is gebruikgemaakt van de resultaten van de screeningsvraag over export voor de eerste meting in 2012 van het topsectorenpanel van Panteia, zie paragraaf onderzoeksverantwoording op pagina 12. 15

wordt (veel) minder gebruikgemaakt. Ruim een derde van alle internationaal actieve bedrijven in de topsectoren heeft directe buitenlandse investeringen gedaan. Import en internationale samenwerking komen voor bij circa 60 procent van de bedrijven. Opvallend is dat in de sectoren transport en opslag (42%) en high tech (41%) het aandeel bedrijven met buitenlandse investeringen hoger ligt dan in de andere topsectoren. De topsectoren life sciences & health (72%) en in mindere mate energie (69%) kennen in verhouding veel internationaal actieve bedrijven met een internationale samenwerkingspartner. In de chemie bevinden zich relatief veel internationaal actieve bedrijven die importeren (81%). 17% benut alle vormen van internationalisering Figuur 2 geeft een overzicht van de combinaties van de verschillende vormen van internationale activiteiten van de bedrijven. Daaruit blijkt dat 17 procent van alle internationaal actieve bedrijven te maken heeft met alle vier de vormen van internationalisering. Het belang van export blijkt ook hier: in alle combinaties van internationalisering komt export voor. De meest voorkomende combinatie van vormen van internationalisering is die bestaande uit export, import en internationale samenwerking. Ongeveer een op de vijf internationaal actieve bedrijven geeft aan te maken te hebben met deze combinatie van vormen. Figuur 2 Combinaties van vormen van internationalisering (in % van totaal aantal internationaal actieve MKB-bedrijven) 11% 13% alleen export export en import 17% 14% export, import en buitenlandse investeringen export en internationale samenwerking export, import en internationale samenwerking 5% 7% export, buitenlandse investeringen en internationale samenwerking alle vormen van internationalisering 19% 14% overige combinaties internationaliseringsvormen Bron: Panteia/EIM, 2013. Vooral high tech en water benutten alle vormen tegelijkertijd Van de bedrijven die internationaal actief zijn via alle vier de vormen van internationalisering, komen relatief veel bedrijven uit de topsectoren high tech en water (zie Figuur 3). In die topsectoren heeft bijna een kwart van de internationaal actieve bedrijven te maken met alle vormen van internationalisering. Ook de topsectoren agri&food en tuinbouw kennen relatief veel bedrijven die betrokken zijn bij alle vormen van internationalisering. Vooral internationaal actieve bedrijven in de creatieve industrie zijn zelden actief via alle vormen van internationalisering. 16

Figuur 3 Aandeel bedrijven met alle vormen van internationalisering per topsector (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven) Agri&food 21% Chemie 19% Creatieve industrie 6% Energie 11% High tech 24% Life Sciences 16% Transport en opslag 14% Tuinbouw 21% Water 23% Totaal topsectoren 17% Bron: Panteia/EIM, 2013. Resultaat voor life sciences & health is slechts indicatief. 83% actief in landen buiten de EU Internationalisering is onder te verdelen naar activiteiten in landen binnen de EU en buiten de EU. 83 procent van de internationaal actieve MKB-bedrijven in de topsectoren is actief in landen buiten de EU (Figuur 4). Vooral in de sectoren tuinbouw en high tech zijn relatief veel bedrijven actief in verre landen. In de energie en creatieve industrie is er juist een minder dan gemiddeld aandeel bedrijven actief buiten de EU. Figuur 4 Aandeel bedrijven actief buiten de EU per topsector (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven) Agri&food 82% 18% Chemie 85% 15% Creatieve industrie 72% 28% Energie 69% 31% High tech 89% 11% Life Sciences 84% 16% Transport en opslag 79% 21% Tuinbouw 91% 9% Water 87% 13% Totaal topsectoren 83% 17% Bedrijven buiten EU actief Bedrijven niet buiten EU actief Bron: Panteia/EIM, 2013. Resultaat voor life sciences & health is slechts indicatief. 17

2.2 Export Voordat we inzoomen op de exportactiviteiten van MKB-bedrijven in de topsectoren, geven we eerst een algemeen beeld van de aantallen exporterende bedrijven in de topsectoren en hun exportwaarde. Bijna 40.000 exporteurs in de topsectoren Volgens cijfers van het CBS zijn er bijna 40.000 exporterende bedrijven (MKB en grootbedrijf) in de topsectoren, goed voor ruim een derde van het totale aantal exporteurs in Nederland. 1 Wat betreft aantallen exporteurs zijn er grote verschillen tussen de topsectoren, zie Tabel 1. Tabel 1 Exporteurs in de topsectoren 2011 (totaal aantal goederenexporteurs in MKB en grootbedrijf; in % van het totale aantal exporteurs in Nederland; en in % van het totale aantal bedrijven in de sector) Topsector Aantal exporteurs in % van totaal aantal exporteurs in Nederland in % van totaal aantal bedrijven in de sector Chemie 1.380 1,2% 65% Tuinbouw 4.980 4,4% 26% Life sciences & health 500 0,4% 22% Water 620 0,5% 21% High tech 13.570 12,0% 20% Transport en opslag 4.870 4,3% 20% Energie* 160 0,1% 11% Creatieve industrie 9.030 8,0% 8% Agri&food 4.380 3,9% 8% Totaal topsectoren** 38.300 34% 14% Totaal Nederland 113.390 100% 10% * De gegevens van het CBS voor energie zijn exclusief de subsector duurzame energie. ** Exclusief de subsectoren groot- en detailhandel en overig van de agri&food-keten en de subsector duurzame energie. Het totale aantal exporteurs in alle topsectoren is gecorrigeerd voor dubbeltellingen. Bron: Panteia/EIM, op basis van CBS Monitor topsectoren uitkomsten eerste meting, 2012. Vooral in de topsectoren high tech en creatieve industrie zijn er veel exporterende bedrijven, goed voor respectievelijk 12 procent en 8 procent van het totale aantal exporteurs in Nederland. Van alle bedrijven in de topsectoren exporteert circa 14 procent, tegenover minder dan 10 procent gemiddeld in Nederland. 2 Grote verschillen zijn er als we kijken naar het aandeel exporte- 1 De gegevens voor het aantal exporteurs in de topsectoren zijn afkomstig van het CBS. De gegevens betreffen het aantal Nederlandse bedrijven met buitenlandse handel in goederen. Het CBS heeft de bedrijven verkregen door de BTW-nummers van de handelaren te koppelen met gegevens van de bedrijfspopulatie uit het Algemeen Bedrijven Register (ABR). In een toelichting op de gegevens geeft het CBS aan dat het aantal berekende exporteurs in de topsectoren waarschijnlijk een onderschatting vormt van de werkelijkheid, zie CBS, Monitor Topsectoren. Methodebeschrijving en tabellenset, 28 september 2012. 2 Zie voor nadere gegevens over de ontwikkelingen van het aantal Nederlandse exporteurs de rapportage Exportindex MKB: ontwikkelingen 2008-2011, Panteia/EIM, Zoetermeer april 2013. 18

rende bedrijven per topsector. Dat hangt samen met de sectorspecifieke kenmerken. In de grootschalige en kapitaalintensieve chemie exporteert maar liefst 65 procent van de bedrijven, tegenover 8 procent in de creatieve industrie en in de agri&food. Ook binnen een topsector kan er sprake zijn van grote variëteit in de mate van exportgerichtheid. Bijvoorbeeld binnen de sector agri&food exporteert een kwart van de bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie, terwijl slechts 3 procent van de bedrijven in de primaire productie zijn producten direct afzet op de buitenlandse markt. Veel agribedrijven exporteren zelf hun producten niet rechtstreeks naar het buitenland, maar doen dat wel indirect via de groothandel of de veiling. 1 Export topsectoren bedraagt bijna 160 miljard euro Volgens cijfers van het CBS genereren de topsectoren MKB en grootbedrijf bijna 160 miljard euro 2 aan export. Daarmee zijn de topsectoren goed voor 40 procent van de totale Nederlandse exportwaarde van goederen. De high tech neemt hiervan het grootste deel voor zijn rekening, gevolgd door de chemie en de agri&food. De creatieve industrie heeft het kleinste aandeel in de totale exportwaarde (zie Figuur 5). Het is belangrijk om op te merken dat de exportcijfers van het CBS voor de topsectoren alleen de goederenuitvoer betreffen. De uitvoer van diensten is buiten beschouwing gelaten, terwijl voor de creatieve industrie vooral de dienstenuitvoer van belang is. Figuur 5 Exportwaarde van goederen naar topsector 2011 4% 3% 0,4% 9% 28% 9% 11% High tech Chemie Agri & food Transport en opslag Energie* Tuinbouw Life sciences & health Water Creatieve industrie 19% 17% * De gegevens van het CBS voor energie zijn exclusief de subsector duurzame energie. Bron: Panteia/EIM, op basis van CBS Monitor topsectoren uitkomsten eerste meting, 2012. 1 Zie Ro Braaksma en Nicolette Tiggeloove (2009), Indirecte export en de rol van de groothandel, EIM, Zoetermeer. 2 Het CBS-cijfer voor de uitvoerwaarde van goederen voor het totaal van de topsectoren in 2011 is exclusief de subsectoren groot- en detailhandel en overig van de agri&food-keten en de subsector duurzame energie. De uitvoerwaarde van de topsectoren betreft alleen de uitvoer van bedrijven met een Nederlandse vestiging (inclusief wederuitvoer). 19

Groot aandeel omzet uit export, vooral in tuinbouw Uit de resultaten van de telefonische enquête blijkt dat bijna de helft van de internationaal actieve bedrijven in de topsectoren meer dan 50 procent van zijn omzet haalt uit export. Opvallende uitschieter is de topsector tuinbouw: in die sector haalt maar liefst 71 procent van alle internationaal actieve bedrijven meer dan de helft van de omzet uit export. In de creatieve industrie haalt minder dan een kwart van de internationaal actieve bedrijven meer dan de helft van de omzet uit export. Figuur 6 Aandeel omzet uit export per topsector (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met export) Agri&food 53% 42% 5% Chemie 39% 56% 5% Creatieve industrie 67% 23% 10% Energie 46% 44% 10% High tech 42% 53% 4% Life Sciences 49% 45% 5% Transport en opslag 50% 43% 8% Tuinbouw 23% 71% 6% Water 53% 43% 4% Totaal topsectoren 47% 46% 6% minder dan 50% meer dan 50% weet niet/w.n.z. Bron: Panteia/EIM, 2013. Resultaat voor life sciences & health is slechts indicatief. Driekwart exporteert zowel binnen als buiten de EU Het grootste deel van de internationaal actieve bedrijven exporteert zowel naar landen binnen de EU als naar landen buiten de EU (Figuur 7). Gemeten over alle topsectoren, geldt dit voor driekwart van de bedrijven. In verhouding zijn er veel bedrijven in de chemie en de high tech die exporteren naar zowel landen binnen de EU als buiten de EU. Het aandeel bedrijven dat alleen naar landen buiten de EU exporteert, is met 4 procent beperkt. Een uitzondering daarop is de sector transport en opslag waar 9 procent van alle internationaal actieve bedrijven louter exporteert naar landen buiten de EU. Internationaal actieve bedrijven in de energie en in iets mindere mate in de creatieve industrie exporteren in verhouding met andere topsectoren juist veel naar landen binnen de EU. 20

Figuur 7 Export naar bestemming per topsector (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met export) Agri&food 4% 72% 25% Chemie 1% 82% 17% Creatieve industrie 3% 67% 30% Energie 2% 63% 36% High tech 3% 82% 15% Life Sciences 2% 80% 18% Transport en opslag 9% 72% 19% Tuinbouw 2% 74% 24% Water 6% 74% 19% Totaal topsectoren 4% 75% 21% buiten de EU zowel binnen als buiten de EU binnen de EU Bron: Panteia/EIM, 2013. Resultaat voor life sciences & health is slechts indicatief. Groter omzetaandeel export betekent ook vaker export buiten de EU Uit Figuur 8 blijkt dat bedrijven die meer dan de helft van hun omzet halen uit export, ook veel vaker exporteren naar landen binnen en buiten de EU. Bedrijven die minder dan de helft van hun omzet genereren via export, voeren in verhouding vooral uit naar landen binnen de EU. Figuur 8 Verband omzet uit export en exportbestemming (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met export) meer dan 50% van omzet uit export 3% 90% 7% export naar landen buiten de EU export naar landen zowel binnen als buiten de EU export naar landen binnen de EU 50% of minder van omzet uit export 4% 61% 35% Bron: Panteia/EIM, 2013. Grotere bedrijven exporteren vaker buiten de EU Uit Figuur 9 valt af te leiden dat naarmate een internationaal actief MKB-bedrijf groter is, het ook vaker exporteert naar landen buiten de EU. Bijna negen van de tien bedrijven met honderd tot tweehonderdvijftig werkzame personen exporteren zowel naar landen binnen als buiten de EU. In het geval van bedrijven met tien tot twintig werkzame personen geldt dat voor twee derde deel. Opvallend is dat, ondanks het verschil naar grootteklasse, het grootste deel van de kleinere internationaal actieve bedrijven (met 10 tot 20 werkzame personen) in de topsectoren ook exporteert naar landen buiten de EU. 21

Figuur 9 Exportbestemming naar grootteklasse (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met export) 10 t/m 19 4% 62% 34% 20 t/m 49 5% 72% 24% 50 t/m 99 84% 16% 100 t/m 249 3% 83% 14% buiten de EU zowel binnen als buiten de EU binnen de EU Bron: Panteia/EIM, 2013. Verenigde Staten exportkoploper Van de bedrijven die exporteren naar landen buiten de EU, is nagegaan naar welke landen veel wordt geëxporteerd (Figuur 10). Het meest vindt export plaats naar de Verenigde Staten: ongeveer vier van de tien bedrijven die actief zijn buiten de EU, voeren uit naar dat land. Circa een kwart van de bedrijven heeft inmiddels de weg gevonden naar de opkomende economieën van China en Rusland. Japan en Australië completeren de top vijf van exportpartners buiten de EU. De overige BRIC-landen, India en Brazilië, bevinden zich op respectievelijk de zevende en de negende plaats: beide landen worden door circa 8 procent van de exporterende bedrijven genoemd als exportland. Figuur 10 Top vijf van landen buiten de EU voor export (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met export naar landen buiten de EU) Verenigde Staten 39% China 26% Rusland 23% Japan 12% Australië 9% Bron: Panteia/EIM, 2013. Er zijn ook enkele andere opvallende exportlanden voor specifieke topsectoren. Zo exporteert een op de vijf bedrijven in de agri&food naar Canada en voert circa 20% van de bedrijven in de tuinbouw goederen uit naar Noorwegen en Oekraïne. Zowel in de high tech als in de sector transport en opslag exporteert meer dan 10% van de bedrijven naar de opkomende economie van Brazilië. 15% van de internationaal actieve bedrijven in de chemie exporteert naar Turkije. Bijna een kwart van de internationaal opererende bedrijven in de watersector exporteert naar Singapore. 22

Internationale oriëntatie Nederlandse bedrijven ten opzichte van bedrijven in de EU Om enig zicht te krijgen op de internationale oriëntatie van Nederlandse bedrijven in vergelijking met bedrijven in de EU, zijn extra analyses uitgevoerd op de resultaten van een grootschalig onderzoek dat EIM in 2009 voor de Europese Commissie heeft uitgevoerd naar de oriëntatie van het internationaal actieve Europese MKB in het algemeen en die op de BRIC-landen in het bijzonder. Bijlage III presenteert de resultaten van deze extra analyses. Hieruit blijkt dat Nederlandse bedrijven in de topsectoren veel minder exporteren naar grensgebieden 1 (62%) dan bedrijven in de niet-topsectoren (83%). Rusland, China, het Midden-Oosten, Noord-Afrika, overig Afrika, Japan en Noord- Amerika zijn even vaak of vaker een bestemmingsregio voor Nederlandse exporteurs in de topsectoren dan voor exporterende bedrijven binnen de topsectoren in de EU. Vergeleken met andere Europese bedrijven zijn Nederlandse exporteurs in de topsectoren minder gericht op India, overig Azië, Brazilië en overig Zuid- en Midden-Amerika (zie tabel 2). Andersom zijn Nederlandse bedrijven in de niet-topsectoren, vergeleken met andere Europese bedrijven, juist vaker gericht op India, overig Azië, Brazilië en overig Zuid- en Midden- Amerika (zie verder Bijlage III). Tabel 2 Internationale oriëntatie van Nederlandse exporterende bedrijven in vergelijking met bedrijven in de EU: aantal MKB-bedrijven in de topsectoren dat naar bepaalde regio s exporteert (in % van de bedrijven die exporteren) Regio Nederland EU Rusland 22% 18% China 16% 16% India 10% 15% Brazilië 1% 13% Midden-Oosten 24% 17% Noord-Afrika 22% 21% Overig Afrika 18% 14% Japan 21% 12% Overig Azië 9% 13% Noord-Amerika 29% 28% Overig Zuid- en Midden-Amerika 6% 16% Australië en Nieuw-Zeeland 10% 16% Bron: Panteia/EIM, op basis van Survey 2009, Internationalisation of European SMEs, EIM/GDCC. 1 Gebieden in een andere EU- of EFTA-lidstaat binnen een afstand van 50 tot 100 km van de landsgrens met het land waarin het bedrijf is gevestigd. 23

2.3 Import Twee derde importeert uit landen buiten de EU Twee derde deel van de internationaal actieve bedrijven in de topsectoren importeert uit landen buiten de EU, zo blijkt uit de resultaten van de telefonische enquête (zie Figuur 11). Van bedrijven in de tuinbouw importeren er zelfs vijf van de zes uit landen buiten de EU. Figuur 11 Herkomst van import per topsector (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met import) Agri&food 60% 39% 1% Chemie 65% 35% Creatieve industrie 59% 41% Energie 50% 47% 3% High tech 66% 32% 2% Life Sciences 72% 28% Transport en opslag 67% 33% Tuinbouw 83% 17% Water 72% 28% Totaal topsectoren 67% 32% 1% Import uit landen buiten de EU Geen import uit landen buiten de EU weet niet/w.n.z. Bron: Panteia/EIM, 2013. Resultaat voor life sciences & health is slechts indicatief. Grotere bedrijven importeren vaker uit landen buiten de EU Voor import uit landen buiten de EU geldt dat naarmate een bedrijf groter is, het ook meer importeert uit dergelijke landen. Zo importeert driekwart van de bedrijven met honderd tot tweehonderdvijftig werkzame personen uit landen buiten de EU, terwijl dat aandeel voor bedrijven met tien tot twintig werkzame personen op ongeveer de helft ligt. China importland bij uitstek De helft van de bedrijven geeft daarbij aan te importeren uit China (Figuur 12). De top vijf van landen buiten de EU als het gaat om import, wordt gecompleteerd door achtereenvolgens Verenigde Staten, India, Taiwan en Japan. De opkomende economieën van Brazilië (5% van de bedrijven noemt Brazilië als importpartner) en Rusland (slechts 1% van de bedrijven noemt Rusland als importpartner) staan respectievelijk op een 6e en 31ste plaats. Figuur 12 Top vijf van landen buiten de EU voor import (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met import uit landen buiten de EU) China 50% Verenigde Staten 27% India 12% Taiwan 6% Japan 5% Bron: Panteia/EIM, 2013. 24

2.4 Directe buitenlandse investeringen Vooral tuinbouw investeert in verre landen Een derde deel van de topsectorbedrijven met investeringen in het buitenland doet die investeringen in landen buiten de EU (Figuur 13). Nog eens bijna een derde heeft zowel investeringen gedaan in landen binnen als buiten de EU. Vooral in de tuinbouw zitten in verhouding veel bedrijven die investeringen hebben in landen buiten de EU: driekwart van de bedrijven met directe buitenlandse investeringen heeft die louter gedaan in landen buiten de EU of zowel in landen binnen als buiten de EU. Hetzelfde lijkt te gelden voor de sector life sciences & health, hoewel het resultaat voor deze sector onvoldoende betrouwbaar is vanwege een te lage respons. Daarnaast zijn er relatief veel bedrijven in de creatieve industrie die louter investeringen hebben in landen buiten de EU. In de sectoren agri&food en transport & opslag is het aandeel investeringen in landen buiten de EU in verhouding laag: daar heeft ongeveer de helft van de investerende bedrijven geld gestoken in landen buiten de EU of zowel in landen binnen als buiten de EU. Figuur 13 Buitenlandse investeringen naar bestemming (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met buitenlandse investeringen) Agri&food 21% 31% 49% Chemie 16% 50% 34% Creatieve industrie 48% 19% 33% Energie 17% 43% 39% High tech 31% 31% 38% Life Sciences 44% 33% 22% Transport en opslag 14% 34% 52% Tuinbouw 50% 26% 24% Water 36% 33% 31% Totaal topsectoren 32% 30% 38% buiten de EU zowel binnen als buiten de EU binnen de EU Bron: Panteia/EIM, 2013. Resultaat voor life sciences & health is slechts indicatief. China koploper in directe buitenlandse investeringen, VS tweede Als het gaat om investeringen in landen buiten de EU, is China koploper, op korte afstand gevolg door de Verenigde Staten (Figuur 14): ongeveer drie op de tien bedrijven die investeren buiten de EU, noemen China, terwijl een kwart de VS noemt als investeringsbestemming. Naast China komen ook de andere BRIC-landen voor in de top vijf als het gaat om buitenlandse investeringen: Rusland, India en Brazilië. 25

Figuur 14 Top vijf van landen buiten de EU voor buitenlandse investeringen (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met investeringen buiten de EU) China 31% Verenigde Staten 25% Rusland 11% India 7% Brazilië 6% Bron: Panteia/EIM, 2013. Er zijn ook enkele andere opvallende landen voor specifieke topsectoren als het gaat om buitenlandse investeringen. Zo investeert een op de zeven bedrijven in de tuinbouw in Kenia en een op de tien in Ethiopië. In de agri&food valt op dat 15 procent van de bedrijven investeringen heeft in Canada en 10 procent in de Verenigde Arabische Emiraten. 14 procent van de internationaal actieve bedrijven in de creatieve industrie noemt Ghana als investeringsbestemming. Een op de negen high tech bedrijven heeft investeringen in Maleisië. Een op de zeven bedrijven in de life sciences & health noemt Ethiopië als land waarin is geïnvesteerd en eenzelfde aandeel bedrijven noemt de Verenigde Arabische Emiraten. Een op de vijf bedrijven die internationaal actief is in de watersector, noemt Singapore als investeringsbestemming. 14 procent van de internationaal actieve bedrijven in de energie noemt Nigeria als investeringsbestemming. Kleine MKB-bedrijven investeren vaker zowel binnen als buiten de EU Bij vergelijking van de verschillende grootteklassen binnen het MKB valt op dat in verhouding veel bedrijven met tien tot twintig werkzame personen investeringen hebben in landen buiten de EU en in landen zowel binnen als buiten de EU: bijna negen van de tien bedrijven in deze grootteklasse geven dat aan (Figuur 15). Het verschil met de andere grootteklassen zit vooral in de investeringen in landen zowel binnen als buiten de EU. Meer dan de helft van de bedrijven tot twintig werkzame personen heeft investeringen in landen binnen en buiten de EU, tegenover beduidend minder dan de helft in alle andere MKBgrootteklassen. 26

Figuur 15 Bestemming buitenlandse investeringen naar grootteklasse (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met buitenlandse investeringen) 10 t/m 19 33% 52% 15% 20 t/m 49 49% 17% 34% 50 t/m 99 32% 26% 42% 100 t/m 249 21% 40% 39% buiten de EU zowel binnen als buiten de EU binnen de EU Bron: Panteia/EIM, 2013. Investeringen vooral via productievestigingen en verkoopkantoren Een buitenlandse investering kan op verschillende manieren gestalte krijgen (Figuur 16). Bijna de helft van de bedrijven die hebben geïnvesteerd in landen buiten de EU, heeft dat gedaan door de oprichting van een productievestiging of een verkoopkantoor. Vooral investeringen in productievestigingen zijn populair: meer dan de helft van de investerende bedrijven in de chemie, high tech, agri&food en tuinbouw heeft een productievestiging buiten de EU. In de chemie is dat zelfs twee derde van de bedrijven. Ruim een kwart van de bedrijven heeft geïnvesteerd in een plaatselijke vertegenwoordiging. Slechts 7 procent heeft een investering gedaan in R&D. Opvallend is dat geen enkel bedrijf in de agri&food, life sciences en water een investering in R&D heeft gedaan buiten de EU. Daarentegen investeert in de tuinbouw een op de vijf bedrijven in R&D in landen buiten de EU. 27

Figuur 16 Vorm van buitenlandse investeringen per topsector (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met investeringen buiten de EU) Agri&food 8% 42% 58% Chemie Creatieve industrie Energie High tech Life Sciences Transport en opslag Tuinbouw Water 27% 50% 64% 5% 50% 38% 13% 13% 50% 42% 8% 19% 44% 58% 6% 33% 33% 33% 53% 47% 6% 6% 24% 47% 53% 18% 56% 39% 33% een plaatselijke vertegenwoordiging een verkoopkantoor een productievestiging R&D Totaal topsectoren 7% 27% 44% 47% Bron: Panteia/EIM, 2013. Resultaat voor life sciences & health is slechts indicatief. Topsectorbedrijven met buitenlandse investeringen creëren beperkte werkgelegenheid buiten de EU Bij ruim de helft van de topsectorbedrijven met investeringen in landen buiten de EU hebben die investeringen geresulteerd in werkgelegenheid voor minder dan twintig personen (Figuur 17). Bij slechts 6 procent van de bedrijven met investeringen buiten de EU gaat het om een buitenlandse vertegenwoordiging of vestiging met meer dan 100 werkzame personen. In de agri&food en chemie zorgen bedrijven met buitenlandse investeringen in verhouding voor meer werkgelegenheid ter plekke: een kwart tot een derde van de bedrijven in die sectoren heeft meer dan vijftig werkzame personen in zijn vertegenwoordiging of vestiging buiten de EU. Daarnaast heeft in de chemie bijna een vijfde van de bedrijven met buitenlandse investeringen een vertegenwoordiging of vestiging met meer dan 100 werkzame personen buiten de EU. 28

Figuur 17 Aantal werkzame personen buiten de EU naar topsector (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met investeringen buiten de EU) Agri&food 33% 25% 17% 8% 17% Chemie 36% 18% 14% 18% 14% Creatieve industrie 88% 13% Energie 75% 17% 8% High tech 44% 22% 8% 8% 17% 1 t/m 19 wp buiten EU 20 t/m 49 wp buiten EU Life Sciences Logistiek 67% 71% 6% 33% 12% 12% 50 t/m 99 wp buiten EU 100 of meer wp buiten EU weet niet/w.n.z. Tuinbouw 53% 12% 12% 24% Water 72% 17% 6% 6% Totaal topsectoren 53% 17% 9% 6% 16% Bron: Panteia, 2013. Resultaat voor life sciences & health is slechts indicatief. Grote MKB-bedrijven zorgen vooral voor werkgelegenheid buiten de EU Interessant is het ook om te kijken naar de relatie tussen het aantal werknemers van een bedrijf in Nederland en het aantal werkzame personen bij een buitenlandse vertegenwoordiging of vestiging (Figuur 18). Het blijkt dat bedrijven, naarmate ze een groter aantal werknemers in Nederland hebben, ook meer werkzame personen hebben in landen buiten de EU. Zo hebben bedrijven met ten hoogste negentien werkzame personen in Nederland slechts zelden twintig of meer werknemers in hun vestiging buiten de EU. Tegelijkertijd heeft een kwart van de bedrijven, die meer dan 100 werknemers heeft in Nederland, vijftig of meer werkzame personen in het buitenland. Figuur 18 Aantal werkzame personen buiten EU naar aantal werkzame personen in Nederland (in % van het totale aantal internationaal actieve MKB-bedrijven met investeringen buiten de EU) 10 t/m 19 wp in NL 80% 1% 19% 20 t/m 49 wp in NL 70% 17% 1% 3% 10% 1 t/m 19 wp buiten EU 50 t/m 99 wp in NL 51% 18% 9% 6% 15% 20 t/m 49 wp buiten EU 50 t/m 99 wp buiten EU 100 of meer wp buiten EU weet niet/w.n.z. 100 of meer wp in NL 41% 17% 20% 5% 17% Totaal topsectoren 53% 17% 9% 6% 16% Bron: Panteia, 2013. 29

2.5 Samenwerking met een buitenlands bedrijf Een op de vijf bedrijven met technologische innovatie heeft een buitenlandse partner Het CBS publiceert behalve cijfers over het aantal exporteurs in de topsectoren, ook cijfers over buitenlandse samenwerking in de topsectoren bij technologische innovatie. Ongeveer een op de vijf topsectorbedrijven (MKB en grootbedrijf) met technologische innovatie heeft een buitenlandse partner, tegenover 14 procent gemiddeld in Nederland. Bedrijven met technologische innovatie in de topsectoren chemie en life sciences & health hebben het vaakst een buitenlandse partner, zie Tabel 3. 1 Tabel 3 Buitenlandse partners bij bedrijven met technologische innovatie naar topsector in 2010 (in % van totale Nederlandse bedrijvensector met technologische innovatie en minimaal 10 werkzame personen per bedrijf) Topsector in % Chemie 44% Life sciences & health* 43% Agri&food 23% Water 22% Energie 20% High tech 20% Transport en opslag 12% Tuinbouw 11% Creatieve industrie** 8% Totaal topsectoren*** 19% Totaal Nederland 14% * De gegevens van het CBS voor life sciences & health zijn exclusief de subsector onderzoek en ontwikkeling. ** De gegevens van het CBS voor creatieve industrie zijn exclusief de subsectoren kunst en cultureel erfgoed. *** Exclusief de subsectoren groot- en detailhandel en overig van de agri&food-keten. Bron: Panteia/EIM, op basis van CBS Monitor topsectoren uitkomsten eerste meting, 2012. Twee derde van samenwerkingspartners gevestigd buiten de EU Bijna twee derde van de topsectorbedrijven die aangeven samen te werken met een buitenlands bedrijf, is een samenwerking aangegaan met een bedrijf in een land buiten de EU, zo blijkt uit de resultaten van de telefonische enquête (zie Figuur 19). Dit algemene beeld verschilt niet veel tussen de verschillende topsectoren. Alleen bedrijven in de energie blijven daarbij iets achter: bijna de helft van de internationaal actieve bedrijven in die topsector heeft een samenwerkingspartner buiten de EU. 1 Zie voor nadere informatie over Internationale R&D-samenwerking in de topsectoren de brochure Bedrijvenbeleid in Cijfers 2012 van Agentschap NL. 30