Competentiegericht leren lezen, schrijven, rekenen en computeren bij het Kenniscentrum Alfabetisering Nederlandstaligen



Vergelijkbare documenten
Campagne Zelf kunnen in Amsterdam

Licht verstandelijk gehandicapten leren zelf hun zaken te regelen

Banketbakkerij Merba, van inpakster naar machinebediener

OPLEIDING DOCENT NT2

Leren lezen, schrijven en budgetteren bij de Voedselbank

evc ervaringscertificaat laat zien wat je waard bent!

Onderwijsassistent (niveau 4 BOL, 3 jaar) Wat zijn mijn taken als onderwijsassistent?

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Plan van aanpak Coaching 1

HOGESCHOOL WINDESHEIM

Taal verbindt mensen Wij verbinden mensen met taal Want Taal doet meer dan schrijven, spreken en lezen Het is de sleutel naar een nieuwe toekomst!

Gebruikersdag Tijd voor Taal / Ins & Outs

van niet-lezer tot nieuwslezer

OPLEIDING DOCENT NT2 IN DE VOLWASSENENEDUCATIE CURSUSJAAR 2017/2018

Voorstel programma educatie

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

tieve En Ect Educa traj

Three Ships Learning Solutions

WELKOM OP HET GROENE LYCEUM!

Talentenexpeditie. Vind de opleiding en het werk passend bij jouw talent.

Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

Thema Informatie vragen bij een instelling

BREDA UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES

Voor informatie en aanmeldingen kan er contact worden opgenomen de Taalhuiscoördinator(en) van het Alfa-college.

TRAININGSCENTRUM. Schakel naar een passend vervolgtraject. Voor jongeren met een licht verstandelijke beperking in de leeftijd van 16 tot 23 jaar

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

Digitale vaardigheden in de les: hoe pak je dat aan?

8 uitgangspunten. Leerbedrijf BAVA => BaVa Leerwerktraject => LWT Leerwerkhuis => LWH De Vip groep => VIP. 1 doelgroepomschrijvingen

Ontwikkelen/schrijiven methodiek Nederlands (geschreven door Jalal Al Baz) Kennis voor een gevulde winkelwagen / 2004/EQC/0021

WEERBAARHEIDSTRAININGEN

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

VIME NT1 De doelgroep NT1

De Verticale Ondernemerskolom Twente: Project 301

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Cursussen voor volwassenen

Examenreglement

Aan de netwerkpartners van het CJG, Betreft Start KIES cursus basisschoolkinderen en ouderbijeenkomsten

Taalles werkt! Een fotoserie in het kader van de Week van de Alfabetisering 2013

Methodiekbeschrijving Januari Laat Zien Wat Je Kunt

Secretaresse niveau 3 en management assistent niveau 4

WELKOM GYMMERS. Voorstellen Nieuwe studenten

Ondernemen is een vak... bij Hogeschool INHOLLAND Den Haag!

ZAKELIJKE COMMUNICATIE. Schriftelijk. Handleiding competentiegerichte assessments. Diddo van Zand

Beeldbegeleiding als opleidingsdidactiek. Vincent Klabbers Hogeschool de Kempel

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

Informatie over de KNDB-opleidingen Damtrainer 2 Damtrainer 3

Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

Mona geeft naailes in buurthuis De Meeuw.

Soms geeft de begeleidende informatie misleidende informatie; doet de applicatie niet wat hij belooft te doen.

Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Computercursus voor laaggeletterden. Klik & Tik en E-TV. Leven Lang Leren pilot, BasisBibliotheek Maasland. Inhoud: Projectplan 2

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

MENSEN MET EEN LICHT VERSTANDELIJKE BEPERKING

SCHOLEN VERGELIJKEN (1)

15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Online taalleren met professionele ondersteuning

inburgering.graafschapcollege.nl

2. WERKWIJZE IN SUPERVISIE

WPO Interactief. Sanne van Hoof 13 juni 2013

KWALITEITSHANDVEST EDUCATIE

Doorloop je eigen Traject!

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Het beantwoorden van de vragen uit de checklist helpt je om twee manieren namelijk:

Voortgezet Onderwijs. Maatwerk bij certificaat leraar dalton VO incompany trainingen schoolbrede daltonontwikkeling dalton kort Nunspeet tweedaagse

Wil je de leerdoelen concreter formuleren

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Gedifferentieerde leertrajecten

Informatiegids Onderwijs Met Gebaren

Vormgeving van SLB in de praktijk

BKO-vragenlijst Individueel traject

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

secretaresse! niveau 3 en! management assistent niveau 4!

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

projectplan professionaliseringstraject Technisch College Velsen Samenwerkingsverband VO Zuid-Kennemerland

Oranje stappers maak je zo

basiseducatie Wie kan terecht in een centrum voor basiseducatie? Wat kan je er leren?

IN OPDRACHT VAN GEMEENTES VERZORGT HET ROC KOP VAN NOORDHOLLAND OPLEIDINGEN VOOR VOLWASSENEN OM PARTICIPATIE IN DE

Reken uit en Leg uit Twee vaardigheden hand in hand

Ontwikkelplan trainee 1

Hoogopgeleide allochtone vrouwen coachen laaggeletterde allochtone vrouwen

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART.

Werkvormen. Individueel

Cursus. Netwerk versterken

Reflectiegesprekken met kinderen

TOELICHTING KLOKKIJKEN

Dé toets bestaat niet

Alles over. Naut. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

DELFTSE METHODE. 30 jaar Delftse methode: praktijkgericht, onconventioneel en natuurlijk.

A. Persoonlijke gegevens

Informatie- en opdrachtenboekje Voor vierdejaars VMBO- en HAVO-leerlingen. Waarom zou jij mee willen doen aan Kiezen op Maat?

atworkshops Live online & interactief Experts in live, online & interactief leren en samenwerken

Ga direct naar een thema:

Veel gestelde vragen

Cursussen voor volwassenen

stimuleert ondernemerschap BRochure albert

Opleiding Interne Coach/Trainer IVB. De motor in een lerende organisatie

COMPUTERCURSUSSEN PRE

Transcriptie:

Competentiegericht leren lezen, schrijven, rekenen en computeren bij het Kenniscentrum Alfabetisering Nederlandstaligen 1. Karakteristieken Het Kenniscentrum Alfabetisering Nederlandstaligen (KAN) van het ROC van Amsterdam geeft competentiegericht lees-, schrijf-, reken- en computeronderwijs aan Nederlandssprekenden. Maatwerk is in dat onderwijs de leidraad: men gaat sterk uit van de leervraag en behoeften van de individuele deelnemer. 2. Wie geven het onderwijs? Zes docenten NT1 van het Kenniscentrum Alfabetisering Nederlandstaligen van het ROC van Amsterdam (3 fulltime, 3 parttime). 3. Wie volgen het onderwijs? Nederlands sprekenden en Surinaams Nederlands sprekenden. Van de cursisten is ongeveer een derde autochtoon, is een derde afkomstig uit Suriname, en bestaat het laatste derde uit allochtonen die correct Nederlands spreken. Erg precieze cijfers over het aantal NT1-cursisten worden door het ROC overigens niet bijgehouden, aangezien het ROC de gemeente alleen cijfers hoeft te verschaffen over het totaal aantal cursisten NT1 plus NT1½. Dit totaal aantal omvat tevens specifieke groepen, zoals thuis- en daklozen, medewerkers van de sociale werkvoorziening, en de licht verstandelijk gehandicapten. 4. Wie zijn er nog meer bij betrokken? Bij de vormgeving van het competentiegerichte onderwijsmodel werd het Kenniscentrum Alfabetisering Nederlandstaligen in 2004 onderwijskundig ondersteund door CINOP. Het Kenniscentrum werkt bovendien, in het kader van diverse activiteiten, samen met allerhande organisaties, zoals CINOP, Stichting Lezen & Schrijven, ETV, Hogeschool van Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, uitgeverij Eenvoudig Communiceren en verschillende andere instellingen en bedrijven, zoals het CWI, Rabobank en NS. 5. Wat zijn de leerdoelen? De lleerdoelen zijn afhankelijk van de individuele cursist (zie methodiekbeschrijving), bijvoorbeeld leren lezen van post, werk zoeken, beter functioneren op het werk of voorbereiden op een beroepsopleiding. 6. Methodiekbeschrijving Het competentiegerichte onderwijsmodel dat in 2004 werd ontwikkeld, was gebaseerd op zes uitgangspunten:

1. Maatwerk en flexibiliteit (qua inhoud, manier van leren, frequentie van lessen, instroommoment en doelgroep). 2. Competentiegericht leren en opleiden: De deelnemer stelt vast welke situaties voor hem het belangrijkst zijn. Het leerdoel is de competenties te verwerven die hij voor die situaties nodig heeft. 3. Je leert door te doen. Deelnemers wordt gestimuleerd te reflecteren op hun eigen leerproces. 4. Samenwerkend leren, zodat deelnemers elkaar stimuleren en van elkaar leren. 5. Adaptieve didactiek: De beste methode is de methode die het best past bij de deelnemer. De deelnemer wordt geholpen om zelf die methode te bepalen. 6. Krachtige leeromgeving: een uitdagende maar veilige leeromgeving met velerlei werkvormen en veel competentiegerichte opdrachten die goed aansluiten bij de belangrijkste, buitenschoolse leeromgeving: de dagelijkse praktijk van de deelnemer. In de praktijk bleek dit model slechts gedeeltelijk realiseerbaar. Dit kwam doordat een aantal (o.a. organisatorische, financiële en roostertechnische) randvoorwaarden ontbraken. Anno 2007 ziet de praktijk van het onderwijs er dus anders uit dan het drie jaar eerder geschetste ideale plaatje, dat men graag had willen - en in principe nog steeds wil - realiseren. De huidige onderwijspraktijk, geboren uit de confrontatie van het ideaal met de werkelijkheid, ziet er ongeveer als volgt uit. Nadat cursisten zijn aangemeld, bijvoorbeeld via de landelijke bellijn, worden ze heel snel geplaatst, vaak al binnen een week. Zij doorlopen dan een oriëntatiefase, die, afhankelijk van het individu, twee tot vier bijeenkomsten omvat, en indien nodig meer. Tijdens die bijeenkomsten vullen zij een portfolio, waarin de volgende vragen en punten aan bod komen: - Wat wil ik? (Wat is het doel van de cursist?); - het niveau van de cursist (om dit te bepalen gebruikt het ROC eigen materiaal, maar geen instaptoetsen, want die zijn verouderd en blijken weinig geschikt om het niveau te bepalen); - reflectie over leren; - de persoonlijke geschiedenis van de cursist, zoals zijn ervaringen met het onderwijs en met arbeid, met daarop aansluitend de vraag: Wat heb ik voor mijn werk nodig? Hebben zij de oriëntatiefase doorlopen, dan komen de cursisten in een basisgroep. In deze groep wordt maatwerk geboden: de aan te leren vaardigheden zijn afhankelijk van de behoeften van de cursist. Die behoefte kan zijn dat hij een formulier moet kunnen invullen, een eenvoudige brief wil kunnen schrijven, moet kunnen rapporteren of simpelweg moet kunnen lezen. Een basisgroep telt gemiddeld vijftien cursisten. Het leveren van maatwerk aan zoveel cursisten vergt veel voorbereiding. Daarnaast moeten deelnemers zelfstandig kunnen werken. Zij zoeken, voorzover mogelijk, zelf hun eigen materiaal uit het hangmappensysteem in het OpenLeerCentrum. Elke cursist heeft een plan dat richting geeft aan wat hij moet doen. In dit plan staan bijvoorbeeld praktijkopdrachten, memo s en spellingsoefeningen. De

praktijkopdrachten sluiten zeer nauw aan bij het dagelijks leven van de cursist. Men denke aan papieren van de bank, het stadsdeel, de verzekering of de uitkeringsinstantie. Als cursisten zelf materiaal aandragen, bijvoorbeeld materiaal van hun werk, wordt dit direct benut. Zo leert een cursist die chef is in een groentegroothandel, lezen met behulp van namen van groente- en fruitsoorten. Een andere cursiste, die in de catering werkt, is in de weer met het leren lezen van bestellijsten. Weer een andere cursist, die werkzaam is in een hangar op Schiphol waar kapotte vliegtuigen worden gerepareerd, leert het materiaal voor de motoren te bestellen. Een vierde cursist leest de materialen van de cursus zeefdrukken waaraan hij later wil gaan deelnemen. Een vijfde cursist ontwerpt zijn eigen rapportageformulier. En een zesde, die zijn eigen timmerbedrijf heeft, leert de woorden van zijn bedrijf. Met deze cursisten is overigens afgesproken, dat ze al het schriftelijk materiaal dat ze op hun werk tegenkomen, mee naar school brengen. Hoewel er meestal individueel wordt gewerkt, zijn er ook plenaire sessies. In deze sessies worden bijvoorbeeld grammaticale en spellingskwesties besproken, leesteksten behandeld, of de indeling van een zakelijke brief. Ook praat men regelmatig over hoe het is om als laaggeletterde door het leven te gaan. Er wordt gestimuleerd dat cursisten elkaar helpen. Daardoor is een gevorderde cursist de anderen computerles gaan geven: hij helpt ze met Word, e-mail en internet. Andere uitgangspunten van de praktijk van het onderwijs zijn: - zelfstandigheid (cursisten moeten zelf het probleem leren op te lossen); - realisme (de cursist die dit jaar wilde gaan zeefdrukken, gaat dat pas volgend jaar doen, omdat hij daar nu nog niet de benodigde leesvaardigheid voor heeft); - klantgerichtheid; - tempodifferentiatie (men werkt niet met een boek). In plaats van een boek gebruikt men veel eigen materiaal of materiaal dat men uit bestaande boeken en NT2-methoden heeft geplukt. Naar de smaak van de docenten voldoet het materiaal nog niet, maar door tijdgebrek zijn zij er tot dusver niet aan toe gekomen het aan te passen. Graag zouden ze zien dat ROC s onderling meer materiaal zouden uitwisselen. Internet zou daarvoor volgens hen een goed medium kunnen wezen, mits het wordt gecoördineerd door een paar vaste medewerkers en mits elke NT1-afdeling van een ROC een vast contactpersoon zou hebben. Eén van de uitgangspunten van het oorspronkelijke, in 2004 opgestelde onderwijsmodel was onderwijs in parallelle groepen. Onderwijs in parallelle groepen wil zeggen dat de deelnemers van de verschillende groepen door elkaar worden gegooid, en in kleine ensembles aan de gang gaan met een bepaald onderwerp. Om dit te stimuleren staat er in de lesruimte een themakast: een vitrinekast waarin deelnemers een bepaald thema aan de orde kunnen stellen. Om diverse redenen, die verband houden met het lokaal, het rooster, de groepsgrootte en het feit dat sommige docenten ook aan NT1½ en aan contractarbeid doen, blijkt het vooralsnog echter lastig om parallelle groepen te vormen.

Een ander aspect van het oorspronkelijke onderwijsmodel dat wat minder aandacht heeft gekregen dan aanvankelijk werd beoogd, is het leren leren: het materiaal en de expertise hiervoor en de ervaring hiermee ontbreken grotendeels nog. Ook hebben de docenten op dit punt nooit feedback of een evaluatie gehad. Hun ambitie is eigenlijk om de cursisten per twee weken een half dagdeel te laten besteden aan de vraag: Leer je nog wat je wil leren? Voor cursisten, constateren de docenten, is dat echter veel gevraagd, zeker in een groep van vijftien. De cursisten willen liever gewoon aan het werk. Daarom, concluderen de docenten, is het misschien beter om met hen te praten over hun persoonlijke geschiedenis en over de (vaak psychologische) barrières die zij daarin hebben ondervonden. Dat laatste gebeurt overigens wel, maar dan vaak individueel. Bij gebrek aan tijd, en omdat de vaste vergadermiddag is weggeroosterd, houden de drie leden van het kernteam weinig overleg. Evaluatie e.d. schiet er daardoor bij in. Toetsing van deelnemers geschiedt met de KSE-toetsen. Omdat de gemeente vier keer per jaar een toets wil, is er bovendien een eigen toetsmap met halfjaarlijkse toetsen gemaakt, die ook de tussenstapjes tussen de verschillende KSE-niveaus meten. De docenten zouden overigens graag op een andere manier toetsen dan thans gebruikelijk: hun voorkeur gaat ernaar uit om te toetsen of deelnemers hun individuele leerdoelen hebben behaald, en de toetsresultaten te koppelen aan hun portfolio. Aangezien het van de persoon in kwestie afhangt hoe snel deze zijn individuele doelen haalt, impliceert de door de docenten geprefereerde manier van toetsen dat er niet op vaste momenten wordt getoetst, maar op tijdstippen die afhangen van het leertempo van het lerend individu. Thans (december 2006) hebben de docenten met het oog op de toekomst de volgende ambities: - (nog) meer maatwerk en (nog) meer gerichtheid op het individu; - heel veel nieuwe materialen ontwikkelen, in samenwerking met andere ROC s; - kleinere groepen; - meer tijd voor onderling overleg tussen de docenten; - een landelijke opleiding voor docenten NT1; - een (nog) duidelijke(r) herkenbaarheid van het NT1-onderwijs, zodat de drempel lager wordt en leren nog meer als leuk wordt ervaren; - de cursisten korte extra cursussen, bijvoorbeeld cursussen e-mailen, internetten, beroepsoriëntatie, solliciteren, kunnen aanbieden; - met geïnteresseerde cursisten in een aantal bijeenkomsten een boek lezen en bespreken. 7. Dwarsverbanden met andere problematieken of doelstellingen In het maatwerk zitten, afhankelijk van het individu, aspecten van o.a. budgettering, hulpverlening, sollicitatietraining, opvoedingsondersteuning verweven. 8. Frequentie van de lessen en duur van het traject

De oriëntatiefase duurt 2 tot 6 weken, uitgaande van 3 uur per week. Het precieze aantal lessen is afhankelijk van de tijd die de individuele deelnemer nodig heeft om zijn leerdoelen duidelijk te krijgen. Hoe lang de basisgroep duurt, hangt af van wat de individuele deelnemer al kan en van wat hij nog wil leren. De cursussen worden zowel s ochtends, s middags als s avonds gegeven. 9. Leeromgeving Gedurende één jaar zat het Kenniscentrum Alfabetisering Nederlandstaligen in een apart gebouw, waarin alleen NT1 werd gegeven. Omdat de rest van het gebouw leeg stond, krijgen NT-anderhalvers en NT2-ers er thans ook les, maar niet in dezelfde groepen als de NT1-ers. De NT1-groepen hebben echter nog steeds drie vaste lokalen in het gebouw, dat bovendien een OpenLeerCentrum herbergt. De lokalen en de kantine zijn gezellig, het gebouw overzichtelijk en niet te groot. 10. Financieringsbronnen Gemeente Amsterdam. 11. Resultaten De resultaten van het onderwijs blijken uit de succesverhalen, die speciaal zijn gebundeld in een boekje. Het belangrijkste resultaat is misschien wel dat de cursisten vertrouwen in zichzelf hebben gekregen, en voortaan trots zijn op zichzelf. Andere belangrijke resultaten zijn dat cursisten beter functioneren op hun werk en in het dagelijks leven, doorstromen naar een beroepsopleiding, en/of werk vinden. 12. Contactpersonen Ida Boersma (onderwijsinhoudelijk deskundige) Marijn de Vlaming (onderwijsinhoudelijk deskundige) Hank Gronheid (verantwoordelijk voor de werving) ROC van Amsterdam 1 e Helmersstraat 271 Amsterdam 020-6120676 (w) / 020-579 75 90 (p) jm.gronheid@rocva.nl Bronnen: Formulier voor nominatie Nationale alfabetiseringsprijzen 2005. ROC van Amsterdam, Taalportfolio voor Nederlandssprekenden.