Daarom. Werken Wij met het rotterdams onderwijs model



Vergelijkbare documenten
IPS EXCELLENTIEPROGRAMMA S STUDIEJAAR Domein Health Instituut Paramedische Studies

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Management & Organisatie

Doorkijkjes W&T in de Pabo

Een flexibele deeltijdopleiding die inspeelt op de actualiteit van het sociaal werk

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Associate degree Deeltijd

Sportleider SeniorenSport (SSS)

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor

Kwaliteit v/d betrokkenheid v/h beroepenveld Rik Burger

Een open gesprek met de cliënt en het netwerk maakt de samenwerking duurzaam

middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs

BACHELOROPLEIDING DEELTIJD

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Post HBO opleiding Management in Zorg en Welzijn

Informatie werkplekleren

Minor Toegepaste Psychologie

De 6 Friesland College-competenties.

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon!

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Theo Koot Ivo de Nooijer Raffi Balder

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Binnen twee jaar als leerkracht voor de klas. Verkorte opleiding Leraar Basisonderwijs (pabo) share your talent. move the world.

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

creating tomorrow Bouwkunde hva techniek

Van Afvinken naar Aanvonken

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

forum beroepsonderwijs. DEC 6 dilemma s pittige discussies constructieve uitkomsten én hilarische momenten 1 oktober

FINANCE & CONTROL - BEDRIJFSECONOMIE

Leerplanschema Minor Psychologie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Excellentieprogramma volledig uit de startblokken

praktijkvakken spel 6 6 beweging 2 2 stem 2 2 muziek 2 2 scenografie 2 2 Theatermaken 6 6

Instituut voor Sociale Opleidingen

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

Media Outlook 2 HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI CDMMOU02-2. Aantal studiepunten:2 Modulebeheerder: Ayman van Bregt. Goedgekeurd door:

De motor van de lerende organisatie

Het gaf mij veel energie om een eigen evenement te organiseren.

Comakerships & praktijkopdrachten Windesheim Flevoland Economie & Management, ICT en Bouwkunde

Comakerships & praktijkopdrachten Windesheim Flevoland Economie & Management, ICT en Bouwkunde

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

voor het middelbaar beroepsonderwijs

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

VAN KORTSLUITING NAAR CONTACT BETA CHALLENGE PROGRAMMA EEN LEERROUTE MAVO-MBO-HBO

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

Opleidingsprogramma DoenDenken

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit?

Het werkveld. Kennis en vaardigheden

Leerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie

voor het hoger beroepsonderwijs

HAALT MEER UIT ONDERWIJS. Uw partner in Brede School activiteiten

VU PRE UNIVERSITY COLLEGE VOOR DE SCHOLIER DIE VERDER KIJKT

hbo-opleiding Engineering - Werktuigbouwkunde

Intercultureel vakmanschap in de stage

Certificering pabo-studenten voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs Door: Bestuur OGO-Academie januari 2016

Management & Organisatie

Management & Organisatie

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

de techniek van cofely

TALENTPUNT. Een Development Program speciaal voor HR professionals

Studerende mantelzorgers hoeven zich niet te verstoppen, ze hebben zo veel kwaliteiten

Persoonlijk Ontwikkelingsplan

Onderwijsassistent. Kenmerken. Werkzaamheden. Na deze opleiding:

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Case Development Centre

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Talententrajecten op maat bij Bedrijfskunde MER

De Gespecialiseerde Professional

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Lunchlezing KCNR VastgoedLAB Groningen V&M 26 mei 2016

Het is belangrijk dat studenten ervaren wat informele zorg inhoudt

Katholieke Pabo Zwolle. Studeren met een functiebeperking

Management in de Zorg (Bachelor: duaal/deeltijd)

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Brug tussen onderwijs en ondernemer. Seminar Onderwijsrelatiemanagers als belangenbehartigers 4 november 2008 Verslag van de workshops

Middelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema)

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

Samenwerking in de praktijk: ICT lab voor studenten ICT-campus als verbinder

MBO HBO. Maritieme techniek. Deeltijdopleidingen voor professionals

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Elektrotechniek. november 2016 Instituut EAS. Instituut voor Engineering & Applied Science (EAS)

WORKSHOP FACTA CONGRES. - donderdag 26 januari Wa ht iet tot ze struikele

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

Post-hbo cursus Jobcoach

q WO q UNIVERSITEIT q HOGESCHOOL INFORMATIEFORMULIER VERDIEPINGSFASE (HBO/WO) Ik heb me in de volgende opleiding verdiept: HBO Naam opleiding: Plaats:

Profielschets. schooldirecteur cbs De Schatkaart

Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk

Ontwikkelen op stage? (Kern)competenties: Cijfer Toelichting

Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk)

Leerarrangement directeur kindcentrum. Leid een kindcentrum met impact!

Transcriptie:

Daarom Werken Wij met het rotterdams onderwijs model

INHOUD Inleiding - De rode draad 4 1 Rotterdam 5 1.1 De vier Rotterdamse pijlers op een rij 8 1.2 Een Rotterdams assortiment 9 1.3 Een Rotterdamse werkwijze 12 1.4 De Rotterdamse student 13 1.5 De Rotterdamse beroepspraktijk 16 1.6 Het Rotterdams Onderwijs Model 17 2 De start - In de poort 20 3 Een inleiding op de startfase - jaar 1 en 2 22 3.1 Studieloopbaancoaching 23 3.2 De kennisgestuurde leerlijn 26 3.3 De praktijkgestuurde leerlijn 27 3.4 De studentgestuurde leerlijn 30 4 Een inleiding op de eindfase - jaar 3 en 4 31 4.1 Studieloopbaancoaching eindfase 34 4.2 De kennisgestuurde leerlijn 36 4.3 De praktijkgestuurde leerlijn 37 4.4 De studentgestuurde leerlijn 41 5. Het honoursprogramma 45 6. De professionele docent 47

Inleiding - De rode draad Hogeschool Rotterdam heeft een maatschappelijke taak voor de regio: meer studenten succesvol opleiden voor de beroepspraktijk. Dit doen wij sinds het studiejaar 2004-2005 met het Rotterdams Onderwijs Model: het ROM. Dit boekje maakt duidelijk wat de achtergronden van het ROM zijn en hoe toepassen van het ROM leidt tot goed hboonderwijs. De inzet van het ROM is om alle opleidingen van Hogeschool Rotterdam een eenduidige en herkenbare opbouw te geven. Dit biedt de garantie dat de keuze voor Rotterdam en Rotterdams ook herkenbaar in de curricula terug te vinden is. Het ROM is een kader; de rode draad in ons onderwijs. De invulling ervan is niet statisch, maar dynamisch: nieuwe ontwikkelingen in de omgeving vinden steeds hun vertaling in de onderwijsprogramma s. Ook het ROM zelf blijft in ontwikkeling, getuige deze tweede versie van 'Daarom werken wij met het Rotterdams Onderwijs Model'. Dit boekje is bedoeld voor docenten en andere medewerkers. Het verantwoordt het ROM en wil inspireren met sprekende voorbeelden uit onze dagelijkse Hogeschool Rotterdampraktijk. Het geeft houvast en richting bij het creëren van een krachtige leeromgeving die zijn wortels heeft in de stad en omgeving. Jasper Tuytel Voorzitter van het College van Bestuur 4

1 Rotterdam Rotterdams Rotterdam is de bron van inspiratie voor Hogeschool Rotterdam en het ROM. Met dit model profileert Hogeschool Rotterdam zich als dé hogeschool voor de stad en haar omgeving. Rotterdam vond zijn economisch bestaansrecht in de havens. nu verbreedt de stad zijn economische activiteiten en verandert in een kennisstad. Het gemiddeld opleidingsniveau van de Rotterdammer ligt echter onder het nederlands gemiddelde. Om zijn concurrentiepositie te behouden moet Rotterdam dus fors investeren in onderwijs. Hogeschool Rotterdam neemt hiervoor graag een deel van de verantwoordelijkheid op zich. We kunnen de regio van dienst zijn met onze vele bronnen van kennis. Maar de regio levert ook input voor ons onderwijs en vormt zo een bron voor een krachtige leeromgeving. Deze verbondenheid met Rotterdam is door Hogeschool Rotterdam verwoord in vier pijlers die de basis vormen voor het Rotterdams Onderwijs Model. 5

De jongerenbibliotheek In 2012 staat er een jongerenbibliotheek, vóór en door jongeren, aldus Jocé Bloks en Léon Gommans, managers Externe Betrekkingen van respectievelijk Willem de Kooning Academie en CMI. Centrale Bibliotheek Rotterdam wil een jongerenbibliotheek opzetten. Daar ligt een mooie kans voor de studenten van Hogeschool Rotterdam: een project voor en door jongeren. De gesprekken tussen de bibliotheek en de managers Externe Betrekkingen Bloks en Gommans resulteerden direct in een aantal projecten. Parallel aan deze projecten wordt in deze samenwerking gekoerst op het bereiken van gemeenschappelijke strategische doelen en een uitbreiding van de samenwerking tussen de bibliotheek en relevante partijen binnen Hogeschool Rotterdam, zoals de lectoraten en andere instituten. Door de samenwerking bestaat er nu een platform waarbinnen studenten en docenten kunnen werken aan het concept. Ze delen kennis en de bibliotheek en de studenten hebben de mogelijkheid te experimenteren binnen het concept jongerenbibliotheek. Studenten bogen zich in projecten al over de multitouch technologie en deden een onderzoek naar jongerencultuur. De datum 2012 en de inzet vanuit de bibliotheek en Hogeschool Rotterdam maken dat er een programma gerealiseerd wordt dat over een langere tijd wordt gedragen. Jocé Bloks WdKA Léon Gommans CMI

A de Rotterdamse omgeving de Rotterdamse mentaliteit B C de Rotterdamse bevolking de Rotterdamse beroepspraktijk D 7

1.1 De vier Rotterdamse pijlers op een rij De regionale benadering leidt tot een aantal onderwijskundige overwegingen, die de basis leggen voor het onderwijs op de hogeschool: A B C D De Rotterdamse omgeving vraagt om een assortiment van opleidingen dat is toegesneden op de behoeften van de omgeving. De Rotterdamse mentaliteit komt terug in een Rotterdamse werkwijze op de hogeschool. Onze studenten verwerven competenties die ze niet alleen in de regio, maar overal ter wereld goed kunnen gebruiken. De Rotterdamse bevolking is erg divers, dat geldt ook voor de studentenpopulatie. Daarom sluit het onderwijs aan bij de individuele behoeften van de student. De Rotterdamse beroepspraktijk gebruikt onze kennis, maar wij halen de beroepspraktijk ook de hogeschool binnen. Op de volgende pagina s lichten we deze uitgangspunten nader toe. 8

1.2 Een Rotterdams assortiment Zes maatschappelijke thema s tussen het onderwijs, onderzoek en de contractactiviteiten op de hogeschool en de maatschappelijke en economische kenmerken van de regio bestaat een inhoudelijke relatie. Hogeschool Rotterdam kent instituten waarin het onderwijs vorm krijgt. De instituten hebben als taak hun assortiment van opleidingen en studieroutes goed te blijven afstemmen op de maatschappelijke behoefte in de omgeving. Dat kan leiden tot het aanbieden van nieuwe opleidingen of de herprofilering van bestaande opleidingen rond de volgende actuele speerpunten: Integrale gebiedsontwikkeling talentontwikkeling Creative Industry Zorginnovatie Duurzaamheid business Development Deze speerpunten zijn op hun beurt verbonden aan kenniscentra, waarin onderzoeksactiviteiten zijn gebundeld. De thema s sluiten aan bij regionale en landelijke beleidsplannen. De hogeschool werkt bij het bepalen van haar speerpunten nauw samen met de gemeente en Rotterdamse bedrijven en instellingen. Deze samenwerking resulteert onder andere in convenanten en gezamenlijke projecten in de regio. 9

creative FactorY magazine De Creative Factory (CF) is de creatieve broedplaats van Rotterdam. In de graansilo aan de Maas op Zuid ligt het lanceerplatform voor creatieve startende bedrijven. Naast coaching van starters verbindt de Creative Factory bedrijven uit media, mode, muziek, ontwerp en zakelijke dienstverlening. Hogeschool Rotterdam is partner van de Creative Factory. Studenten maken er kennis met de creatieve werkpraktijk en ondersteunen bedrijven bij hun bedrijfsvoering en activiteiten. In 2009 werkten 22 studenten van de leerbedrijven Marketing Today, Comm2work en studenten VisCom aan het vooronderzoek en de conceptontwikkeling van het nieuwe magazine van de Creative Factory. Dit magazine kwam in mei 2008 voor het eerst uit en het bedrijf NEST ontwerp kreeg in 2009 de vraag opnieuw een magazine te ontwikkelen in eigen beheer. Charlotte R.M. van der Heiden, creatief directeur van NEST, hoopt een blad neer te zetten dat rendabel zal zijn. Van der Heiden over het werken met studenten: Neem studenten serieus in hun kunnen en ambities, want dat straalt weer terug op de resultaten die je samen boekt. Zij zijn tenslotte net zo goed starters. charlotte r.m. van Der heiden nest OntWERP

Het drijvend paviljoen In mei lag er een ontwerp en in november werd er al gebouwd. Het project Het drijvend paviljoen is niet alleen uniek vanwege de bijzondere innovatieve en flexibele bouw op het water, maar ook vanwege de enorme snelheid waarmee er wordt gewerkt. Het is voor studenten een prachtige kans om betrokken te zijn bij het hele bouwproces, van schets tot de inrichting van de omgeving. Dat gebeurt vrijwel nooit. vertelt Pieter Figdor van Public Domain architecten. Bij de bouw van het paviljoen, dat in mei 2010 officieel werd geopend, zijn naast studenten van de hogeschool, ook studenten van TU Delft en het Albeda College betrokken. Op RDM Campus doen studenten bij het architectenbureau en andere betrokken bedrijven innovatieve kennis op over deze manier van bouwen. Ook dragen ze bij aan de ontwikkeling met creatieve plannen voor bijvoorbeeld de inrichting van de omgeving van het paviljoen. Die plannen voeren wij vervolgens weer uit, aldus Figdor. De komende vijf jaar fungeert het paviljoen dat wordt versleept naar de Rijnhaven - als informatiecentrum over duurzame ontwikkelingen in de stad. Pieter Figdor Public Domain Architecten

1.3 Een Rotterdamse werkwijze Denken en Doen! Hogeschool Rotterdam kiest voor een Rotterdamse aanpak: Denken en Doen. Het onderwijs onderscheidt zich door een aantal kenmerken: resultaatgericht en pragmatisch Het onderwijs richt zich op het bereiken van beroepscompetenties; concrete vraagstukken uit de beroepspraktijk staan centraal. Studenten leren praktijkproblemen resultaatgericht en pragmatisch aan te pakken. Het onderwijs richt zich op het ontwikkelen van nieuwe producten, werkwijzen en kennis. Ook de lectoraten profileren zich hiermee. innovatief en dynamisch In studiegroepen werken studenten samen aan praktijkvraagstukken. net als in de beroepspraktijk speelt samenwerken een grote rol in multidisciplinaire minoren, maar ook bij het kennisen praktijkgestuurde onderwijs. gericht op samenwerking nuchter, direct, no nonsense Dit geldt voor de werkcultuur én voor de benadering van het onderwijs: werken met een pragmatische mix van werkvormen en nooit dogmatisch kiezen voor één onderwijskundig concept. sociaal, oog voor de maatschappelijke context Hogeschool Rotterdam streeft ernaar een bijdrage te leveren aan maatschappelijke en economische vraagstukken in de omgeving van de hogeschool. Dit maatschappelijk bewustzijn geeft Hogeschool Rotterdam ook aan studenten mee voor hun latere beroepsuitoefening. 12

1.4 De Rotterdamse student Studiesucces voor iedereen! Hogeschool Rotterdam wil dat de studentenpopulatie een afspiegeling is van de bevolking in de regio Rotterdam. Ook acht ze het van groot belang meer hbo ers op te leiden. De gemiddelde scholingsgraad is laag in Rotterdam en omgeving. Het is van groot belang potentiële studenten al vroeg in hun leven bewust te maken van hun kansen in het hoger onderwijs. Dit doet Hogeschool Rotterdam met outreach-activiteiten, waarbij studenten als rolmodel optreden. Iedere student heeft een unieke beginsituatie en ontwikkelt een eigen idee over wat hij in en met zijn studie wil bereiken. Met startgesprekken, studieloopbaancoaching en peercoaching worden studenten zich bewust van hun capaciteiten, kansen en uitdagingen. Hogeschool Rotterdam nodigt studenten uit zichzelf te overtreffen. Ze biedt attractief onderwijs en begeleidt studenten daar intensief bij. Studenten die in de eerste studiejaren opvallen door hun ambitie, inzet en talent kunnen in jaar 3 en 4 deelnemen aan een honourstraject. Met dit excellentieprogramma krijgen de meest ambitieuze en talentvolle studenten de kans zich te ontwikkelen tot excellente professionals. Tegelijkertijd ontwikkelen zij voor de Rotterdamse beroepspraktijk relevante en innovatieve producten. Voor een aantal groepen studenten zijn er aparte studieroutes, zoals maatwerktrajecten op basis van EVC (Erkenning van Verworven Competenties) en deeltijdopleidingen voor studenten die al relevante werkervaring hebben opgedaan. Voor mbostudenten bestaan er doorstroomroutes. 13

loopbaantraject voor havisten Soms is een hbo-opleiding niet de eerste keuze van jongeren, terwijl zij hier wel de talenten voor hebben, vertelt Marja Bakker, coördinator van Student aan Zet. Het is belangrijk dat potentiële doorzetters al vroeg in hun leven gestimuleerd worden zich optimaal te ontplooien en de stap naar het hoger onderwijs te maken. De hogeschool zet rolmodellen in om hierbij te helpen: de outreach peercoaches. Met het City College, het Cosmicus College en het Calvijn College -locatie Vreewijk-, is een aantal jaar geleden een begeleidingstraject voor havisten opgezet. Doelstelling van de begeleiding is het uitvalpercentage van eerste generatie studenten* te verminderen. Daarnaast is het doel meer allochtone studenten in het hbo te krijgen. Op de scholen worden outreach peercoaches ingezet om leerlingen te ondersteunen bij studiekeuze, studievaardigheden, planning, motivatie en huiswerk. Student aan Zet levert de studenten/ peercoaches, verzorgt de training peercoaching en ondersteunt de studenten bij hun werk. marja bakker C&Eb *) Eerste generatie studenten zijn in hun families de eersten die studeren in het hoger onderwijs. Zij hebben in hun directe omgeving weinig voorgangers of zitten niet in netwerken die hen kunnen helpen bij hun studie.

Pressure Cooker Excellente studenten willen geen studiepunten, maar inspiratie, uitdaging, een netwerk en de kans om heel hard te werken aan interessante vraagstukken, vertelt Carolien van den Akker, organisator van Pressure Cooker. En die uitdaging kregen de dertig studenten tijdens de eerste editie van Pressure Cooker in 2009. Gedurende een week verbleven studenten met docenten en creatieve professionals uit het bedrijfsleven dag en nacht op RDM Campus om zich te buigen over innovatieve vraagstukken uit de zorg. Zes multidisciplinaire teams, die samenwerkten op basis van gelijkwaardigheid, bogen zich over thema s als leefstijl, financiering van de zorg en werken in de zorg. Tijdens ontbijtsessies kregen de teams inspiratie van gastsprekers. Met een speeddate bijeenkomst maakten ze kennis met zorgverleners én zorgvragers. Tijdens een eindmanifestatie presenteerden de teams hun bevindingen aan de buitenwereld. Voor alle deelnemers een week vol nieuwe inzichten en ervaringen, aldus Van den Akker. Vooral de kans om zonder afleiding, voor honderd procent met het thema bezig te zijn, bleek een succesfactor. Carolien van den Akker Organisatie Pressure Cooker

1.5 De Rotterdamse beroepspraktijk Outside In, Inside Out (OIIO) Hogeschool Rotterdam haalt de Rotterdamse beroepspraktijk letterlijk naar binnen en geeft daarvoor ook iets terug. Er is een directe en wederzijdse relatie tussen de opleidingen en de beroepspraktijk in de regio. Outside In De student leert echt in de praktijk. Dit gebeurt in projectopdrachten van regionale bedrijven en instellingen, stages, duale leer-/werktrajecten en door het uitvoeren van afstudeeropdrachten. Ook geven beroepenveldcommissies advies over de invulling van de opleidingsprogramma s. Gastdocenten uit de beroepspraktijk verzorgen onderwijs met het doel de kwaliteit van ons opleidingsprogramma actueel te houden en te vernieuwen. Inside Out De opleidingen dragen rechtstreeks bij aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk in de regio. Studenten werken in projecten en stages aan concrete en soms innovatieve beroepsproducten en dragen zo bij aan het oplossen van vraagstukken waar bedrijven en instellingen mee zitten. Ook de lectoraten hebben een belangrijke brugfunctie tussen de hogeschool en de beroepspraktijk. Ze voeren praktijkonderzoek uit en spelen een belangrijke rol bij het formuleren en overdragen van nieuwe inzichten aan het beroepenveld. 16

1.6 Het Rotterdams Onderwijs Model Met competentiegericht onderwijs leert een student adequaat handelen in concrete beroepssituaties. Kennis en vaardigheden zijn geen doelen op zich: het gebruik ervan in concrete beroepssituaties staat centraal. Bij Hogeschool Rotterdam krijgt competentiegericht onderwijs een Rotterdamse, resultaatgerichte invulling. Kennis-, praktijk- en studentgestuurde leerlijnen Op pagina 18 is het curriculummodel afgebeeld, waarin zichtbaar is dat het opleidingscurriculum bestaat uit de volgende drie leerlijnen: Kennisgestuurde leerlijn waarin de student kennis, concepten, methodieken en vaardigheden leert; Praktijkgestuurde leerlijn waarin de praktijk zélf de leermeester is voor de aanpak van problemen; Studentgestuurde leerlijn waarin de student een samenhangend studiepakket opstelt waarmee hij een eigen kleur geeft aan de studie. De leerlijnen in samenhang Elke leerlijn is in het hele curriculum aanwezig en er is samenhang tussen de verschillende leerlijnen. Concepten en vaardigheden uit de kennisgestuurde lijn ondersteunen het aanpakken van praktijkproblemen in het onderwijs van de praktijkgestuurde lijn. Naarmate de studie vordert, veranderen de verhoudingen waarin de leerlijnen voorkomen. De samenhang tussen de leerlijnen waarborgt dat de beoogde beroepscompetenties worden bereikt. Studieloopbaancoaching (SLC) Om het studiesucces te vergroten heeft iedere student een studieloopbaancoach. De SLC-coach bespreekt met de student de studievoortgang, adviseert bij studieproblemen en studiekeuzes en stimuleert de student zichzelf te overtreffen. De student leert bij SLC zijn individuele competentieontwikkeling te sturen richting de vereiste beroeps- en opleidingscompetenties. SLC is niet vrijblijvend. Er worden bindende afspraken vastgelegd en een student ontvangt studiepunten. 17

Curriculummodel 90% 50 % gestructureerd aanbod rond concepten en vaardigheden 15 % 80% 70% 60% 50% 40% 35 % Projecten stage/werk afstuderen 50 % 30% 20% 10% 10 % bijspijkeren keuzeonderwijs minor 30 % 5 % studieloopbaancoaching 5 % 1e jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar Alle beschreven curriculumonderdelen komen terug in dit schema. Het geeft een aanduiding van de ontwikkeling van de verschillende lijnen in de loop van de studie. 18

ANITA PAUWELS IFM DAVID GOEKOOP com Anneloes harreveld RBS Verkoop de Alexiahaven! Onder de deelnemende studenten is echt een band ontstaan, aldus Anneloes Harreveld. Harreveld (RBS) en collega s Goekoop (COM) en Pauwels (IFM) organiseerden in augustus 2009 een summerschool voor nieuwe studenten aan de Kralingse Zoom. Met Havenbedrijf Rotterdam en projectorganisatie FutureLand ontwikkelden ze een casus rond Maasvlakte 2. De casus moest drie aspecten van de studies omvatten: internationaal van karakter, met commerciële en financiële vaardigheden. De studenten kregen de opdracht de Alexiahaven te verkopen. Zij kregen vragen als: Hoe zet je een haven in de markt?, Hoe vind je geïnteresseerde bedrijven? en Hoe breng je mensen in aanraking met een haven?. Het project omvatte ondermeer een excursie en flankerend onderwijs in bedrijfseconomie, marketing en communicatievaardigheden. Naast de eigen docenten waren er lessen van gastdocenten uit de praktijk. Aan het einde van de week presenteerden de studenten hun bevindingen aan een professionele jury. "Het was een heftige, volle week, maar het heeft echt iets toegevoegd", aldus Harreveld.

2 De start - In de poort Startgesprek en Summerschool In het eerste jaar wisselt gemiddeld twintig procent van de studenten van opleiding. Ook stopt een fors aantal met de studie. De uitval vindt vooral in de eerste studiemaanden van het eerste jaar plaats. Dit zijn aanleidingen om extra aandacht te besteden aan de startfase. Het gaat er daarbij om elke student zo snel mogelijk op de juiste plek te krijgen, zodat geen talent verloren gaat. Het gesprek vindt plaats na het maken van de startmeter, een digitaal instrument om deze indicatoren vast te stellen. In het startgesprek bespreken de aankomende student en de docent of eventueel extra ondersteuning nodig is om succesvol te starten met een opleiding. Van het gesprek gaat een notitie naar de studieloopbaancoach van de student. Startgesprek Iedere nieuwe student is van harte welkom bij Hogeschool Rotterdam. Dat is de boodschap van het startgesprek dat iedere aankomende student voert voordat hij met de opleiding begint. Het gesprek is bedoeld om de binding met de opleiding te vergroten. Daarnaast biedt het gesprek de mogelijkheid de kennis van taal en rekenen, competenties, motivatie en thuissituatie in te schatten. Summerschool Tijdens een summerschool maken studenten voorafgaand aan de start van de studie kennis met de hogeschool. Ieder instituut richt een programma in voor een week. In de week is aandacht voor het opfrissen van kennis, het aanleren van studievaardigheden en kennismaken met medestudenten en docenten. Het doel is meer studenten gemotiveerd en beter toegerust aan de start te krijgen en de binding met de opleiding te vergroten. 20

Startfase 1e jaar 2e jaar kennisgestuurd kennisgestuurd Praktijkgestuurd Praktijkgestuurd studentgestuurd studentgestuurd studieloopbaancoaching studieloopbaancoaching Kennisgestuurd 27-33 EC Praktijkgestuurd 18-24 EC Studentgestuurd 6 EC Studieloopbaancoaching 3 EC Contacttijd: minimaal 580 klokuren per jaar 21

3 Een inleiding op de startfase - jaar 1 en 2 In ieder opleidingscurriculum komen studieloopbaancoaching (SLC) en de drie leerlijnen terug. Met een SLC-coach bespreekt de student zijn studievoortgang en bespreekt hij keuzes betreffende zijn studie. Kennisgestuurd onderwijs vormt een belangrijke basis voor de praktijkgestuurde lijn. In de studentgestuurde lijn kan de student ondersteunend onderwijs en hogeschoolbrede keuzevakken volgen of aan organisatorische activiteiten deelnemen. OIIO In de startfase van de studie oriënteert de student zich op de praktijk van het gekozen beroep. De nadruk ligt in deze fase op outside in : de praktijk komt de school binnen door middel van bijvoorbeeld projecten. In het tweede studiejaar treedt er een verschuiving op van praktijk de school binnenhalen naar de school naar de praktijk brengen. Er komen meer externe projecten met opdrachtgevers die ook participeren in de beoordeling van de bereikte resultaten. De studenten leren samen te werken doordat projecten dat noodzakelijk maken en de opgaven steeds complexer worden. Aansturing op samenwerking vindt plaats vanuit de opgave én vanuit de begeleider. Mate van sturing De begeleiding is in de propedeuse redelijk intensief: afspraken over studieactiviteiten en de voortgang zijn kort-cyclisch en de opleiding besteedt expliciet aandacht aan vaardigheden. Studenten krijgen gestructureerde opdrachten die altijd gerelateerd zijn aan het beroep, maar geen versimpelde vraagstukken. Wel zijn in deze fase de eisen aan de uitwerking beperkt. In de loop van het tweede studiejaar zijn er hogere eisen aan de uitwerkingen. De student krijgt dan een langcyclischer begeleiding, waardoor hij zelfstandig zijn studieactiviteiten leert plannen. In dit boekje richten we ons niet specifiek op de duale en deeltijdopleidingen, hoewel ze wel steeds zijdelings aan bod komen. De uitgangspunten van het ROM zijn hetzelfde voor deze opleidingen, maar de vertaling naar de onderwijspraktijk verschilt. 22

3.1 Studieloopbaancoaching Studieloopbaancoaching (SLC) is het leerproces waarin de student met begeleiding van een studieloopbaancoach zijn individuele competentieontwikkeling leert sturen richting de vereiste beroeps- en opleidingscompetenties. SLC begint met het startgesprek dat iedere student voor aanvang van de studie krijgt aangeboden. Vinger aan de pols In het eerste kwartaal, uiterlijk in week zes van de studie, heeft iedere student een gesprek met een SLC-coach. In dit gesprek worden de capaciteiten van de student besproken. De student stelt in samenspraak met zijn coach vast of en waarin hij ondersteuning nodig heeft. Samen stellen ze, indien nodig, een bijspijkerplan op. Vervolgens werkt de student met bijvoorbeeld een crashcourse, een zelfstudieprogramma of met hulp van een peercoach - aan het ontwikkelen van de benodigde competenties en vaardigheden. De coach houdt de vinger aan de pols en controleert of de student de afspraken nakomt. Minimaal 3 gesprekken per jaar Per jaar voert een student, afhankelijk van de behoefte en noodzaak, drie tot tien keer een uitgebreid individueel gesprek met zijn coach. De student bespreekt dan zijn studieresultaten. De coach pakt bij haperingen in de studievoortgang de signalen op, organiseert ondersteuning of neemt studiebelemmeringen weg. Reflectie In een (digitaal) portfolio doet de student verslag van zijn planning en leerdoelen, gemaakte keuzen, ondernomen activiteiten, evaluaties en studieresultaten. De student krijgt zicht op zijn eigen sterke en zwakke kanten door schriftelijke en mondelinge reflectie en ontdekt hoe hij zich als professional wil onderscheiden. 23

lale Met mentoraten en steunpunten verhoogt Hogeschool Rotterdam het thuisgevoel van studenten. Thuisgevoel en binding zijn voorwaardelijk voor studiesucces. De mentoraten en steunpunten hebben alle een studentenstaf die activiteiten en peercoaching organiseert. Student aan Zet is de thuisbasis. Er zijn mentoraten voor Antilliaanse en Arubaanse studenten, Surinaamse, Marokkaanse en Turkse studenten. Daarnaast is er het Powerplatform voor studenten met een functiebeperking en het Steunpunt Studerende Moeders. Naar verwachting worden in de nabije toekomst een mentoraat voor Chinese studenten en Support 21+ opgericht. Als je als eerstejaars student hier komt studeren, kan het lastig voor je zijn je plek binnen Hogeschool Rotterdam te vinden, zegt student Halil Karaaslan. Door al die verschillende gebouwen, afdelingen, klaslokalen en al die mensen kun je je al snel verloren voelen. Halil is initiator van Lale, een mentoraat voor Turkse studenten. Met dit mentoraat wil hij de uitval van Turkse studenten verminderen en de participatie binnen de hogeschool bevorderen. Lale biedt studenten begeleiding door een peercoach, organiseert workshops en bevordert ook ouderparticipatie. Halil gelooft dat een positieve sfeer bijdraagt aan goede studieresultaten. halil karaaslan IVl

kennismaken met het vak "Wat kunnen wij als leerkracht doen om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren?" Die vraag staat centraal in het vak Onderwijskunde voor het oudere kind. Eerstejaars studenten op de Pabo volgen dit oriënterende basisvak in het eerste semester van hun studie. Tegelijkertijd vergelijken zij de opgedane kennis met hun praktijkervaringen in groep vijf en zes van de basisschool, waar ze een dag per week rondkijken. Het is niet zo dat studenten bij dit vak alleen maar luisteren tijdens colleges over onderwijskunde, vertelt Simone Costongs, docente aan de Pabo, integendeel. Eigenlijk proberen ze alle theorie gelijk in de praktijk uit. Dat is wat studenten ook erg waarderen. Ze kunnen gelijk aan de slag met de opgedane kennis. Zo ontwerpen studenten bijvoorbeeld een Superles waarbij ze met elkaar bespreken wat ze willen overbrengen en op welke manier. Ook analyseren ze met behulp van de theorie allerlei video s waarop leerkrachten te zien zijn. Het is voor de voltijdstudenten een actieve kennismaking met het vak. simone costongs PAbO

3.2 De kennisgestuurde leerlijn Kennisgestuurd onderwijs vormt een belangrijke basis van de beroepsopleiding. Het geeft kaders en handvatten die nodig zijn om praktijksituaties goed te kunnen aanpakken. Centraal staat de Body of Knowledge and Skills (BOKS) van het beroep: theorieën, methodieken, werkmodellen en vaardigheden die relevant zijn voor de beroepspraktijk waarin de student zich in de (nabije) toekomst zal bewegen. Studenten leren redeneren als professionals. Verschillende werkvormen Een vakdocent geeft inzicht in de actuele theoretische achtergronden en methodieken van het beroep en de daarvoor relevante vaardigheden. Hij speelt in op de individuele ontwikkeling van de student door verschillende werkvormen in te zetten als (werk)colleges, practica, trainingen, probleemgestuurd onderwijs, zelfstudieopdrachten, cases, simulaties, games en skillslabs. Mate van sturing Het onderwijs in de kennisgestuurde lijn ondersteunt de projecten en het werk in de praktijk. Het biedt structuur in het begin van de studie. Door een belangrijk deel in de vorm van cursussen en trainingen aan te bieden, waarbij gewerkt wordt met opdrachten en cases, leert de student wat er van hem verwacht wordt. Deze gestructureerde werkvormen zijn een eerste stap in het proces van geleid via begeleid naar zelfstandig leren. Toetsing en beoordeling Afhankelijk van de leerdoelen worden toetsvormen vastgesteld. Het gaat bij de beoordeling om het vaststellen in welke mate de studenten zich de betreffende concepten, methodieken en vaardigheden hebben eigen gemaakt. Ook wordt getoetst of ze deze kennis in verband kunnen brengen met de beroepspraktijk. Zij maken daarvoor een vertaalslag naar nieuwe situaties. Ook brengen zij kennis uit verschillende bronnen en gebieden met elkaar in verband bij het aanpakken van een concreet vraagstuk.

3.3 De praktijkgestuurde leerlijn In praktijkgestuurd onderwijs is de praktijk zélf het uitgangspunt voor het leerproces. Studenten maken kennis met de beroepspraktijk en leren reële beroepsvraagstukken aan te pakken, waar mogelijk voor een opdrachtgever die uit de buitenschoolse beroepspraktijk afkomstig is. Verschillende werkvormen Het praktijkvraagstuk is het vertrekpunt voor het leren. De student oriënteert zich op het probleem, onderzoekt het en draagt een oplossing aan. Zo leert hij professionele beslissingen te nemen en te verantwoorden. Door veel integrale opdrachten te programmeren wordt de beroepssituatie zoveel mogelijk benaderd. De vraagstukken zijn open en complex. Studenten kunnen verschillende strategieën hanteren om tot een goed resultaat te komen. De student voert veel opdrachten uit in de vorm van projecten. Binnen de praktijkgestuurde leerlijn passen ook simulaties en snuffelstages. In de duale opleidingen is er natuurlijk de werk-component. Mate van sturing In de eerste studiefase is het projectwerk gestructureerd en kent het een relatief intensieve begeleiding. Afspraken over de projectvoortgang zijn kort-cyclisch en er is expliciet aandacht voor projectvaardigheden. In de loop van het tweede studiejaar zijn de eisen aan de te leveren oplossing hoger en is de begeleiding minder direct en lang-cyclischer. Studenten werken ook samen met studenten van andere opleidingen, zodat ze over de grenzen van hun eigen beroep heen kijken. Toetsing en beoordeling De kwaliteit van het beroepsproduct is erg belangrijk. Voor de beoordeling ervan bestaan vooraf vastgestelde criteria en maatstaven. Daarnaast wordt het werkproces van de groep én van de individuele student getoetst. Productpresentaties, procesverslagen, self- en peerassessment spelen een rol in de beoordeling.