16. Statistische analyse Meldpunt



Vergelijkbare documenten
Mevrouw [naam] geboren op [geboortedatum] wonende te [plaats] hierna te noemen: aanvraagster

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

14. Samenvatting commissiegesprekken

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland

De Wet meldcode Hoe zit het?

Meldpunt Commissie Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Meld. seksueel misbruik. aan de commissie-samson

5. Moet je een melding bij de commissie Samson hebben gedaan om voor een compensatieregeling in aanmerking te komen? Dat is niet noodzakelijk.

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009)

Burgerpeiling Discriminatie

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Meldcode protocol huiselijk geweld en kindermishandeling

Dierenmishandeling in gezinnen

Februari Kübra Ozisik. Frans Oldersma.

Vragenlijst naar Belastende Gebeurtenissen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Verantwoording Meldpunt

Seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk Nederland

Registratie Advies- en Steunpunt Huiselijk geweld/ versie

Marja Cozijn MSc o.l.v. Dr. Peter van den Bergh Universiteit Leiden In opdracht van Pleegzorg Advies Nederland

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Hoofdstuk 15. Gemeentelijke website

Les 3. Misbruik L O V E D

A d v i e z e n e n M e l d i n g e n o v e r K i n d e r m i s h a n d e l i n g i n

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg

Cijfers huiselijk geweld en kindermishandeling

Melding bij Veilig Thuis Twente (Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling)

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan

Slachtofferhulp Nederland en het rapport van de commissie-samson. 1. Algemeen

VBE (VRAGENLIJST BELASTENDE ERVARINGEN)

Het Trauma voorbij! Helen van seksueel kindermisbruik

[naam] [geboortedatum] [woonplaats] hierna te noemen: aanvraagster

Protocol Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

De kracht van de leerkracht

De verpleegkundige als melder van bijwerkingen?

Meldcode huiselijk geweld en (kinder-)mishandeling Groenhorst. Aantal bijlagen: 2 Vastgesteld:

nr. 470 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 8 maart 2017 aan JO VANDEURZEN Meldpunt Oproepen 2016

Voorstel voor procedure van behandeling van klachten en meldingen over geweld tegen minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet

Werkt de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld?

Meldcode huiselijk geweld & kindermishandeling Kindcheck

Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland. Jaarcijfers 2017

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Onderzoeksrapport. Hou vol! Geen alcohol. Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders.

Tekst: Judice Ledeboer

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003

Pleeggrootouders maken het verschil

1 Triage aan de voordeur op basis van de binnengekomen melding

NPM-2017 NATIONALE PREVALENTIESTUDIE MISHANDELING VAN KINDEREN EN JEUGDIGEN. Samenvatting

Het werk van de vertrouwensinspecteur (VI)

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

Rapportage cliëntervaringsonderzoek CQI Kraamzorg. Kraamzorg JoNa BV

Seksueel grensoverschrijdend gedrag door hulpverleners

Resultaten onderzoek sexting bij residentiële behandel- en opvangvoorzieningen van Fier: Prevalentie en gevolgen

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Themaconferentie kwetsbare ouderen Richtlijn ouderenmishandeling

Als opvoeden een probleem is

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SNRC

Seksueel geweld en seksuele grensoverschrijding

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder)


NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

Zorgcentrum na seksueel geweld. Pilootproject

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Definitie 5/10/2015. Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel. VK Brussel

Inleiding. De makers van dit boekje : Marc de Kleijn, Dennis Kramer, Darius Kuiper, Iris Brinkhuis, Keanu Lawalata, Aron Hofman.

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling

Methodologische verantwoording empirisch onderzoek

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc

Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Slachtofferschap van huiselijk geweld: Prevalentieonderzoek naar de omvang, aard, relaties en gevolgen van slachtoffer- en plegerschap

Protocol Incidentenregistratie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG in en om de school. Oka Storms Ben Serkei

[aanvrager] [geboortedatum] [woonplaats] bijgestaan door [naam] hierna te noemen: aanvrager

Protocol Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Statuut afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding seksueel misbruik

Veilig Thuis. 1Gelderland Noord & Midden

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2013

Rapport. Enquête dure geneesmiddelen patiëntenpanel Meldpunt Medicijnen

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

Inzet van strafrecht bij kindermishandeling: (on)mogelijk? Van Montfoort René van Vianen

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Transcriptie:

16. Statistische analyse Meldpunt

Statistische analyse Meldpunt Inleiding In de periode 19 juli 2010 tot en met 16 maart 2012 ontving de commissie zevenhonderdeenenveertig meldingen van seksueel misbruik. Een analyse van deze meldingen kan onder meer inzicht geven in de ernst van het bij de commissie gemelde seksueel misbruik. Op basis van deze meldingen is het niet mogelijk om algemene uitspraken te doen over de aard en omvang van seksueel misbruik van kinderen die in Nederland onder verantwoordelijkheid van de overheid uit huis zijn geplaatst. Immers niet alle slachtoffers zullen gebeld hebben, bijvoorbeeld omdat ze niet meer met het seksueel misbruik geconfronteerd willen worden, het verwerkt hebben of inmiddels overleden zijn. De groep melders is dus niet als representatief te zien voor alle slachtoffers van seksueel misbruik in de residentiële jeugdzorg en de pleegzorg. Methode van analyseren Aan de hand van de vragenlijst (zie Bijlage 8, deel 2) werd door medewerkers van het Meldpunt informatie ingewonnen die relevant was voor het onderzoek van de commissie. Deze data werden vervolgens systematisch in excel ingevoerd. Aan de hand van een codesheet werd hierna alle informatie gecodeerd, waarna het analyseren van de informatie mogelijk was. Hierbij is gebruik gemaakt van het statistisch analyseprogramma SPSS. Zo kon bijvoorbeeld de samenhang tussen verschillende variabelen (antwoorden op verschillende vragen) berekend worden. Meldingen binnen en buiten het onderzoeksbereik Bij de analyse van de meldingen zijn de meldingen die buiten het onderzoeksbereik van de commissie vallen, apart geanalyseerd. Van de zevenhonderdeenenveertig meldingen die de commissie ontving, vielen tweehonderddrieënzestig meldingen buiten het onderzoeksbereik. Het betrof hier bijvoorbeeld meldingen die uitsluitend betrekking hadden op fysieke mishandelingen, meldingen waarbij kinderen vrijwillig (niet onder verantwoordelijkheid van de overheid) uit huis waren geplaatst, meldingen over seksueel kindermisbruik van voor 1945 of het betrof misbruik buiten de residentiële jeugdzorg of pleegzorg. Meerdere gevallen van seksueel misbruik per melding In sommige gevallen was er bij een melding sprake van meerdere gevallen van seksueel misbruik. Een voorbeeld hiervan is een moeder die melding deed van het misbruik van haar twee kinderen in een en hetzelfde pleeggezin. Daardoor ligt het aantal gevallen van seksueel misbruik dat werd gemeld hoger dan het totale aantal van zevenhonderdeenenveertig meldingen. Er bleek dat in eenentwintig gevallen van seksueel misbruik, die binnen het onderzoeksbereik vielen, twee of meerdere slachtoffers expliciet werden genoemd. In totaal werden vierhonderdachtennegentig gevallen van seksueel misbruik die voldeden aan de criteria van de onderzoeksopdracht van de commissie geanalyseerd. Misbruik op meerdere locaties Naast de verschillende gevallen van seksueel misbruik per melding kwam het ook voor dat één slachtoffer op meer dan één locatie werd misbruikt. Hierbij ging het bijvoorbeeld om een kind dat in drie verschillende instellingen was misbruikt. Bij dertig meldingen is het kind op meer dan één locatie misbruikt. Aangezien de informatieve waarde van de melding afnam en een deel van de locaties soms ook buiten het onderzoeksbereik lag, is er voor gekozen om maximaal twee locaties 1

per melding te analyseren. Zo konden in totaal vijfhonderdachtenvijftig voorvallen worden geanalyseerd, in plaats van de hiervoor genoemde vierhonderdachtennegentig gevallen. Belangrijkste resultaten en conclusies Nadat de meldingsformulieren waren gecodeerd en geanalyseerd, kreeg de commissie een eerste beeld van de aard van het gemelde misbruik. Het seksueel misbruik was, zoals hierboven vermeld, over het algemeen zeer ernstig. Tussentijds bracht de commissie op 22 juni 2011 naar buiten dat het beeld naar aanleiding van de eerste vijfhonderd ontvangen meldingen schokkend was. Halverwege maart 2012 had de commissie in totaal zevenhonderdeenenveertig meldingen ontvangen. De meldingen die buiten het onderzoeksbereik van de commissie vallen zijn niet meegenomen in de analyse. Analyse van de door de commissie ontvangen meldingen van seksueel misbruik van kinderen die vanaf 1945 onder verantwoordelijkheid van de overheid uit huis werden geplaatst, laat het volgende beeld zien. Duur van het gemelde misbruik Het bij de commissie gemelde seksueel misbruik hield lang aan. In 21% van de gevallen betrof het misbruik dat 3-12 maanden aanhield, in 29% van de gevallen hield het misbruik 1-3 jaar aan en in 36% van de gevallen gaven melders aan dat het misbruik (veel) langer dan 3 jaar duurde (zie tabel 1). 1. Duur van het seksueel misbruik N=361 eenmalig 29 8,0 < 1 week 1 0,3 1 week - 1 maand 7 1,9 1-3 maanden 14 3,9 3-12 maanden 77 21,3 1-3 jaar 104 28,8 3-10 jaar 114 31,6 > 10 jaar 15 4,2 Totaal 361 100,0 Frequentie van het gemelde misbruik De frequentie van het misbruik dat bij de commissie werd gemeld was hoog (zie tabel 2). In 14% van de gevallen ging het om seksueel misbruik dat dagelijks plaatsvond. In 38% van de gevallen vond het misbruik wekelijks, dan wel twee of meerdere keren per week plaats. In de tabel is de antwoordcategorie regelmatig opgenomen als slachtoffers zich niet meer exact wisten te herinneren hoe vaak zij seksueel werden misbruikt, of als melders zodanig emotioneel werden toen hun de vraag werd gesteld hoe vaak het misbruik plaats vond, dat geen eenduidig antwoord meer gegeven kon worden. Van deze gevallen is dus alleen geregistreerd dat het misbruik regelmatig plaats heeft gevonden. 2

2. Frequentie van het misbruik N=325 dagelijks 46 14,2 2 of meer keren per week 69 21,2 wekelijks 55 16,9 maandelijks 12 3,7 < / ca.10x in totaal 30 9,2 eenmalig 30 9,2 regelmatig 64 19,7 overig 19 5,8 Totaal 325 100,0 Leeftijd van het slachtoffer ten tijde van het misbruik In tabel 3 is een uitsplitsing gegeven naar de leeftijd van de slachtoffers ten tijde van het seksueel misbruik. Ruim de helft van de kinderen was jonger dan 12 jaar. 3. Leeftijdscategorie slachtoffers t.t.v. het misbruik N=347 t/m 5 jaar 50 14,4 6 t/m 11 jaar 142 40,9 12 t/m 17 jaar 149 42,9 18 t/m 21 jaar 6 1,7 Totaal 347 100,0 Aard van het gemelde misbruik De aard van het bij de commissie gemelde seksueel misbruik was bijzonder ernstig (zie tabel 4). In bijna de helft van de gevallen was sprake van penetratie. Penetratie met penis maakte 39% uit van de vormen van seksueel misbruik die de commissie heeft onderscheiden. In 33% van de gevallen ging het om ander genitaal contact en in 19% van de gevallen was er sprake van betasting. 4. Aard van het misbruik N=397 penetreren met penis 156 39,3 andere vormen van genitale 31 7,8 penetratie (vingers, tong, andere voorwerpen etc.) ander genitaal contact 129 32,5 betasten 75 18,9 anders 6 1,5 (bijvoorbeeld tongzoenen) Totaal 397 100,0 3

Verschillen tussen jonge (0-12 jaar) en oudere slachtoffers (12-18/21 jaar) Omdat in de overige onderzoeken van de commissie naar aard en omvang vooral jongeren vanaf 12 jaar belicht worden, is binnen de meldingen die bij de commissie binnenkwamen nog een nadere analyse gedaan. Bezien is of de aard, duur en gevolgen van het misbruik verschilde voor slachtoffers onder en boven de 12 jaar. In tabel 5 is te zien dat bij kinderen onder de 12 jaar vooral meer betasting en andere vormen van genitale penetratie voorkwamen dan bij oudere kinderen, en relatief minder penetratie met de penis. Dit verband, tussen aard van het misbruik en leeftijd van het kind, is significant (Chi-kwadraat = 9.336, df=3, p=.025). 5. Leeftijd slachtoffer bij aanvang misbruik * Aard van het misbruik N= 292 Aard van het misbruik Totaal penetreren andere ander betasten met penis vormen van genitaal genitale contact penetratie Leeftijd slachtoffer bij aanvang misbruik t/m 11 jaar 12 t/m 17 jaar absoluut 51 18 67 26 162 absoluut 61 9 37 23 130 Totaal absoluut 112 27 104 49 292 Er werden geen verschillen gevonden in het gebruik van fysiek geweld. Het misbruik hield langer aan bij slachtoffers onder de 12 jaar dan bij slachtoffers boven de 12 jaar (Mann-Witney toets, z- =-5.844, p<.000), en was eveneens frequenter (Mann-Witney toets, z-=-3.089, p<.002). Er waren geen verschillen in de mate waarin slachtoffers nog behoefte hadden aan hulp, of al hulp hadden gehad. Fysiek geweld In 35% van de gevallen werd er bij seksueel misbruik ook lichamelijk geweld gebruikt en in 33% van de gevallen werd er met geweld gedreigd of werd er geestelijk geweld gebruikt (zie tabel 6). 6. Fysiek geweld ja/nee? N=350 ja 121 34,6 nee 117 33,4 bedreiging/geestelijk 112 32,0 geweld Totaal 350 100,0 4

Man vrouw verhouding slachtoffers in combinatie met tijdvakken Tabel 7 geeft de sekse van de slachtoffers per tijdvak weer. Waren jongens aanvankelijk als slachtoffer in de meerderheid, in de latere jaren lijkt dat beeld te kantelen. Wel moet hierbij worden opgemerkt dat de commissie relatief weinig meldingen over de laatste jaren ontving. Het is de vraag waardoor deze verschuiving optreedt. Het kan zijn dat jongens vroeger vaker slachtoffer werden, het kan ook zijn dat met het klimmen der jaren mannen meer de behoefte hadden om zich bij de commissie te melden. De gekozen tijdvakken sluiten aan bij de tijdvakken die zijn gebruikt bij de verschillende wetenschappelijke deelonderzoeken van de commissie. Waar sprake is van man en vrouw betreft het een situatie waarin zowel een jongen als een meisje slachtoffer is. 7. Periode van het misbruik en sekse van het slachtoffer N=380 1945 t/m 1964 1965 t/m 1979 beginjaar misbruik 1980 t/m 1995 1996 t/m 2007 2008 t/m 2011 Totaal man 85 59 20 24 4 192 Slachtoffers 59,4% 56,7% 32,3% 53,3% 15,4% 50,5% vrouw 57 44 39 18 22 180 39,9% 42,3% 62,9% 40,0% 84,6% 47,4% man en vrouw 1 1 3 3 0 8 0,7% 1,0% 4,8% 6,7% 0,0% 2,1% Totaal 143 104 62 45 26 380 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% Hulp De impact van het seksueel misbruik is groot geweest. Meer dan de helft van de melders geeft aan behoefte te hebben aan hulp of hulp te hebben gehad. Anderzijds geeft 38% aan geen behoefte aan hulp te hebben (zie tabel 8). 8. Heeft u behoefte aan hulp? N=342 Absoluut Procentueel ja 68 19,9 nee 130 38,0 misschien/weet niet 15 4,4 melder geeft aan dat hij/zij al hulp heeft gehad 129 37,7 Totaal 342 100,0 Sekse plegers 5

Het overgrote deel van de genoemde plegers van het seksueel misbruik was man (86%) en in 7% van de gevallen was de pleger een vrouw (zie tabel 9). De categorie man en vrouw slaat op gevallen waarbij er zowel een man als vrouw als pleger van het seksueel misbruik werden genoemd, bijvoorbeeld zowel de pleegvader als pleegmoeder. 9. Pleger man/vrouw N=465 man 398 85,6 vrouw 34 7,3 man en vrouw 33 7,1 Totaal 465 100,0 Leeftijden plegers In onderstaande tabel zijn de plegers ingedeeld naar leeftijd. Hierbij wordt duidelijk dat er niet alleen sprake was van bijvoorbeeld groepsleiders en pleegouders die een kind seksueel hebben misbruikt, maar dat er ook sprake was van seksueel misbruik door leeftijdgenoten. Deze uitsplitsing laat zien dat bij de commissie vooral (ongeveer 80%) misbruik door volwassenen is gemeld. 10. Leeftijd plegers N=298 Absoluut Procentueel 0 t/m 11 10 3,4 12 t/m 17 50 16,8 18 t/m 24 28 9,4 25 t/m 34 48 16,1 35 t/m 44 99 33,2 45 t/m 54 41 13,8 55 t/m 64 14 4,7 65+ 8 2,7 Totaal 298 100,0 Misbruik in instelling, pleeggezin of in beiden De meeste meldingen die de commissie ontving, hadden betrekking op misbruik in één of meerdere instellingen (65%). In 30% van de gevallen vond het misbruik plaats in één of meerdere pleeggezinnen. Sommige kinderen werden bijvoorbeeld eerst in een instelling misbruikt, waarna zij werden overgeplaatst en vervolgens ook misbruikt werden in een pleeggezin. Hiervan was in 5% van de gevallen sprake van (zie tabel 11). 11. Instelling of Pleeggezin? N=472 Absoluut Procentueel Instelling(en) 307 65,0 Pleeggezin(nen) 142 30,1 6

Zowel in instelling als 23 4,9 pleeggezin Totaal 472 100,0 Conclusie Hoewel het in absolute zin om een beperkt aantal ontvangen meldingen gaat, laten de bovengenoemde cijfers zien dat er sprake is van zeer ernstige vormen van misbruik, zowel qua aard als frequentie en duur. Hierbij dient wel te worden bedacht, dat het waarschijnlijk is dat juist de meer ernstige gevallen gemeld zijn, gezien de impact die het misbruik op de verdere levens van de slachtoffers heeft gehad. De meldingen geven waarschijnlijk geen representatief beeld van seksueel misbruik in de residentiële jeugdzorg en pleegzorg. Over verschillen tussen heden en verleden zijn op basis van deze gegevens geen uitspraken te doen. In ruim een derde van de gevallen ging het om jonge kinderen. Relatief veel melders rapporteerden over seksueel misbruik in instellingen door voornamelijk volwassen mannelijke plegers. Dit in tegenstelling tot de overige onderzoeken waar het merendeel van de plegers leeftijdgenoten betrof. Het seksueel misbruik ging vaak gepaard met geweld en/of bedreiging. Veel slachtoffers hadden behoefte aan hulp of hebben aangegeven al hulp te hebben gehad. Zie voor meer informatie deel 2. 7