STAGEBOEK. Financiële beroepen: Financieel administratief medewerker (niveau 3) Assistent Accountant (niveau 4) Bedrijfsadministrateur (niveau 4)



Vergelijkbare documenten
maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

STAGEBOEKJE NEGENDAAGSE SNUFFELSTAGE

STAGEBOEKJE DRIEDAAGSE SNUFFELSTAGE

Werkboek LINTSTAGE NAAM: KLAS:

STAGEBOEKJE VIERDAAGSE SNUFFELSTAGE

STAGEBOEKJE ZEVENDAAGSE SNUFFELSTAGE In de periode van:

STAGEBOEKJE VIJFDAAGSE SNUFFELSTAGE

Waarom stage? Regels stage Interview 1+2 Stage eindverslag 1+2

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de opdrachten tijdens de stage.

STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING..

Wanneer je goed voorbereid bent, zul je merken dat je tijdens het gesprek minder gespannen bent.

Praktijkinstructie Bedrijfsoriëntatie 1 (CAL01.1/CREBO:50240)

BPV Styling Design 3e jaars cohort

2. Hoe moet je dit experimentele stagewerkboek gebruiken?

maandag 11 mei inleveren!

STAGE LOGBOEK 3MAVO Naam: Klas:

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

STAGEBOEKJE 2016 / 2017

MAATSCHAPPELIJKESTAGE

Oriëntatie op het bedrijf

BPV Styling Design 1e jaars

Verslag snuffelstage week St. Aloysiuscollege. 12 t/m 16 oktober Naam: Klas 3:

LINT STAGEBOEK VAN ZORG EN WELZIJN

Stageboek GL

Maatschappelijke Stage Boekje voor leerlingen en organisaties

Stageboek Ilex college

Stageboek Ilex college

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Stagewijzer. Stagiairs

STAGE. Handig om te weten als je gaat stage lopen

BPV Voorbereiding. Leerjaar 1. (Herziene versie voor KD 2012)

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

maatschappij.nl

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG

Naam:. Woonplaats: Telefoon: Naam organisatie: Plaats: . Functie:. Telefoonnummer:...

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

S T A G E W E R K B O E K

LESBRIEF BIJ STAGE LOPEN

INHOUDSOPGAVE... 1 GEGEVENS VAN DE LEERLING... 3 DOEL VAN DE STAGE... 4 INSTRUCTIE... 5 AFSPRAKEN... 6 AANWEZIGHEIDSFORMULIER WEEK 1...

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

STAGEBOEK MaS+ Samenwerking tussen leerlingen van Pleincollege Nuenen en van Novaliscollege Eindhoven. Klas :

Begeleide interne stage

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Stagebedrijf: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Leerroute: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Naam: Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

Naam: Stageplek: Klas:

STAGE. Informatieboekje over stage op de Oost ter Hout School voor Praktijkonderwijs

LINT STAGEBOEK VAN Techniek. Neem dan op een leuke manier afscheid van je stage plaats en bedank je collega s en stagebegeleider (s )

Stageboek Lever dit stageboek uiterlijk dinsdag 9 mei in bij jouw afdeling Met de handtekening van de stagebegeleider!

4 HAVO, 4 VWO EN 5 VWO

Stage map. Keuzevak: Recreatieve Activiteiten Docent: Marc Hollander. Leerjaar: 3

stageboekje STAGE sector economie administratief 3 e klas Handel en Administratie Naam: Klas: (administratief)

WERKEN IN DE ZORG EN WELZIJN

STAGEBOEK CONTACTPERSONEN SCHOOL GEGEVENS LEERLING. Van der Meij College

LOB. Stagewerkboek Loopbaan oriëntatie en-begeleiding(lob) Wie kan mij daarbij helpen? Wat kan ik? Hoe kan ik dat doen? Waar kan ik dat doen?

Stagepaspoort. Voor de leerlingen van de 4e klas van het Trivium College Trivium College locatie Trias

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit

Stagefolder Laurentius Praktijkschool

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Maatschappelijke stage op het Trias 1. Verschil tussen maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage 2. Tips voor ouders 3

STAGE sector economiedetailhandel/bedrijven/instellingen. Stageboekje detailhandel/bedrijven/instellingen 3 E KLAS HA/MC. Sector economie.

Praktijkinstructie Zakelijke communicatie 1 (CAL04.1/CREBO:50239)

STAGE OPDRACHT KLAS 3

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

BPV GIDS ICT Opleidingen

Praktijkwerkboek AKA. Kopieën maken... 8 In deze opdracht maak je kopieën van documenten.

euzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie

Welkom op de werkvloer Kennismaken met je stagebedrijf

WERKEN IN DE ZORG EN WELZIJN

STAGEBOEK BEROEPSGERICHT D&P LEERJAAR 3 SAENREDAM COLLEGE

MAATSCHAPPELIJKE STAGE, WAT IS DAT?

Maatschappelijke Stages

Inhoudsopgave. Stages. Het zoeken van een stageplaats Stappenplan

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

BPV Begeleidingsmap Groenhorst Almere Cursusjaar

Inleiding maatschappelijke stage

Reflectiegesprekken met kinderen

Leerjaar 5: Stageboek Assistent Schilderen voor leerroute A

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Sectorwerkstuk. Theoretische Leerweg. Klas 4 TL/M

PROFIELWERKSTUK CHARLEMAGNE COLLEGE EIJKHAGEN HANDLEIDING / 4 VMBO-TL NAAM LEERLING:. NAAM BEGELEIDER:... BEOORDELING: VOLDOENDE / GOED

Stageboek Derde jaar BOL Verpleegkunde

STAGECONTRACT MAATSCHAPPELIJKE STAGE Onderstaande leerling van het Pius X-College uit Bladel gaat een Maatschappelijke Stage lopen.

WERKBOEK STAGEWEEK HAEMSTEDE BARGER MAVO DECANAAT H A E M S T E D E - B A R G E R. NL

Werkboek Buitenschoolsleren Het Buurthuis. Wat ga ik doen?

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Beroeps oriënterende stage. Informatieboekje 3 VMBO Naam leerling:. School: Stella Maris College. Stage bedrijf/instelling:.

2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag

Competentiescan Klant exemplaar

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK CHARLEMAGNE COLLEGE EIJKHAGEN / 4 VMBO-TL. Voor leerlingen en begeleiders van het sectorwerkstuk

Needs Assessment. Postcode Woonplaats Telefoonnummer. Huidige opleiding Opleiding(en) daarvoor. Voorkeur begindatum Voorkeur einddatum Stageduur

DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Transcriptie:

STAGEBOEK Financiële beroepen: Financieel administratief medewerker (niveau 3) Assistent Accountant (niveau 4) Bedrijfsadministrateur (niveau 4) Crebo: 93200/ 93211 / 93212 BPV-periode: 2 november 2015 15 april 2016 Cohort 2015-2016 1 e leerjaar Locatie Noord Gare du Nord 13 1022 LD Amsterdam Telefoon: 020-5791385

Inhoudsopgave 1.1 Vooraf... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Taken tijdens de stage... 3 1.4 Begeleiding... 3 1.5 Ziek... 4 1.6 Werken aan stageboek... 4 1.7 Arbeidstijden, verzuim, vakanties en verlof tijdens de stage... 4 1.8 Duur van de stage... 5 1.9 Vergoeding... 5 1.10 Verzekeringen... 5 1.11 Stagedossier... 5 1.12 Leren in stappen... 6 2. NAW gegevens... 7 3. Eerste kennismaking... 8 4. Oriëntatie stagebedrijf... 10 5. Taken, verantwoordelijkheden en beroepshouding... 12 6. Het Arbobeleid in jouw stagebedrijf... 15 7. Initiatief durven nemen... 17 8. Telefoneren... 18 9. Collegialiteit... 20 10. Werken met een geautomatiseerd systeem... 22 11. Het stagedossier opbouwen... 23 12. Beoordelingsformulier... 24 13. Bijlagen... 25 Formulier evaluatiegesprek met praktijkopleider... 25 Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)... 26 Persoonlijk actie plan (PAP)... 27 Reflectie (volgens STARR-methode)... 28 Formulier aanwezigheidsregistratie... 29 Weekverslagen... 30 Docentengegevens... 31 2

1.1 Vooraf In dit stagewerkboek is alle relevante informatie voor de Praktijkvorming (oriënterende stage) opgenomen. Het helpt jou door de stage heen. De vragen en opdrachten zijn ook bedoeld als hulpmiddel voor het opbouwen van jouw stagedossier. Jij beantwoordt de vragen en maakt de opdrachten op jouw stagedagen. Daarna werk jij deze uit op de computer. 1.2 Doelstelling Deze oriënterende stage is bedoeld om jou te laten kennismaken met het bedrijfsleven en om jou voor te bereiden op het beroep dat jij mogelijk in de toekomst wilt uitoefenen. Onder begeleiding voer jij (licht) administratieve taken uit, leer jij in teamverband werken en doe jij ervaring op in het omgaan met klanten/cliënten. Jij werkt aan jouw beroepshouding en beroepsvaardigheden en reflecteert op jouw manier van werken. De stage is onderdeel van de module Burgerschap - economische dimensie. Jij voldoet aan de inspanningsverplichting voor deze module indien jij aan de volgende aspecten hebt deelgenomen en indien jij deze aspecten met voldoende hebt afgesloten: - Oriëntatie en/of onderzoek (kenniselement) - Actie - Reflectie en/of verantwoording Het aspect oriëntatie en/of onderzoek (kenniselement) van deze module wordt op school afgesloten middels een schriftelijke toets. De aspecten actie en reflectie van deze module worden op de stage afgesloten middels stageactiviteiten, stageopdrachten en reflectieverslagen. Het komt erop neer dat jij laat zien dat jij kunt functioneren als werknemer in een arbeidsorganisatie. 1.3 Taken tijdens de stage Administratieve handelingen: Het behandelen en verwerken van post Telefoneren Archiveren (Stam)gegevens invoeren in een geautomatiseerd systeem Opstellen van documenten (bv. brieven e.d.) 1.4 Begeleiding In veel bedrijven is er iemand (meestal een personeelsfunctionaris) die verantwoordelijk is voor de begeleiding van de stage. Het kan ook dat een directe collega de stagebegeleiding zal doen. De persoon die jou op stage begeleidt, wordt ook wel de praktijkopleider genoemd. Jij hebt regelmatig een evaluatiegesprek met jouw praktijkopleider. (ideaal is iedere 2 weken) Samen bespreken jullie hoe jij bezig bent met jouw leerproces. Het evaluatiegesprek heeft de volgende doelen: jouw eigen handelen evalueren de keuzes die je gemaakt hebt toelichten vertellen hoe je in een andere situatie gehandeld zou hebben 3

Jij krijgt de gelegenheid om tijdens het evaluatiegesprek jouw ervaringen met jouw praktijkopleider te bespreken. Het gesprek gaat jouw leervragen die er op dat moment zijn. Jij reflecteert op jouw leerdoelen en jouw behaalde resultaten in het stagebedrijf. Verder bespreken jullie mogelijke knelpunten die jouw functioneren als werknemer kunnen belemmeren. Gedurende de stage word jij ook begeleid door een toegewezen praktijkdocent (jouw loopbaanbegeleider) van school. Hij/zij komt minstens 1 keer op stagebezoek. Aan het einde van de stage zal deze docent samen met jou en de praktijkopleider van het bedrijf het eindgesprek voeren. Tijdens het eindgesprek word jij beoordeeld op jouw functioneren als werknemer. 1.5 Ziek Wanneer jij ziek bent of er is een andere reden dat jij niet naar jouw stage kunt gaan, bel jij vóór 9 uur op naar jouw stagebedrijf en naar school. Ziektedagen moet jij inhalen. 1.6 Werken aan stageboek Jij maakt de stageopdrachten in jouw stagebedrijf. Jij kunt jouw praktijkopleider vragen om te helpen. In de lessen op school wordt besproken hoe jij de opdrachten moet doen. Ook worden de opdrachten die jij hebt gedaan besproken. In Trajectplanner staat jouw stageboek digitaal, dus ook op jouw stage kun jij inloggen en jouw stageboek bijwerken. 1.7 Arbeidstijden, verzuim, vakanties en verlof tijdens de stage In principe houd jij je aan de werktijden zoals die in jouw stagebedrijf gelden. Binnen deze tijd krijg jij van het bedrijf de mogelijkheid om aan jouw stageopdrachten te werken. Het is voor de school noodzakelijk zicht te houden op jouw aanwezigheid bij het bedrijf tijdens de stageperiode. Dit in verband met het verplichte aantal uren dat de WEB (= Wet Educatie Beroepsonderwijs) omtrent de stage voorschrijft. Vul daarom elke stagedag het bijgevoegde formulier aanwezigheidsregistratie nauwkeurig in en laat deze wekelijks door jouw praktijkopleider aftekenen. Neem dit formulier de eerstvolgende week mee naar school en laat jouw praktijkdocent het aftekenen. Jij hebt recht op de reguliere schoolvakanties. Geef deze tijdig door aan het bedrijf. Het kan zijn dat het bedrijf verplichte snipperdagen kent. In dat geval behoor jij je ook aan deze verplichting te houden. In overige gevallen regel jij jouw vakantie in overleg met het bedrijf. Leg de afspraken omtrent de vakanties schriftelijk vast en zorg ervoor dat de school via jouw praktijkdocent op de hoogte is van deze afspraken. Indien jij tijdens de stage buiten de vakanties om verlof wilt opnemen, kan dit alleen indien hier een dringende reden voor is (ziekte, arts of ziekenhuisbezoek enz.). Bespreek dit tijdig met jouw praktijkopleider en vermeld het verlof op het formulier aanwezigheidsregistratie. 4

1.8 Duur van de stage De stage start op 2 november en eindigt op 15 april 2016. Binnen deze periode loop je 2 dagen per week stage van 8 uur per dag gedurende 16 weken. Het totaal aantal uren dat jij stage moet lopen komt overeen met 320 klokuren. 1.9 Vergoeding Hoewel veel bedrijven vaak een kleine vergoeding aan stagiaires geven zijn stagebedrijven hiertoe niet verplicht! Jij kunt een stagebedrijf dus niet weigeren als jij geen vergoeding krijgt. 1.10 Verzekeringen Het ROCvA heeft voor iedere stagiair(e) een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten tijdens werkdagen die binnen het schooljaar vallen voor de duur van de gehele stageperiode. 1.11 Stagedossier Van deze stage leg jij ook een stagedossier aan. Dit dossier wordt ook een stageportfolio genoemd. In dit dossier bewaar jij al jouw stagedocumenten. Het dossier is voor jou en jouw begeleider een handig middel om jouw ontwikkeling in beeld te brengen. Hoe jij jouw stagedossier moet opbouwen kun je zien op pagina 23. Maak van jouw stagedossier drie kopieën: één voor jouw stagebedrijf, één voor de school (praktijkdocent) en één voor jezelf. Dit stagedossier lever jij in op het eindgesprek van jouw stage. 5

1.12 Leren in stappen Stap 1: POP/PAP Jij start de stage met het maken van een POP (Persoonlijk ontwikkelingsplan), met bijbehorende PAP s (Persoonlijk actieplan) voor een periode van 6 weken. Jij betrekt hierin de leerdoelen waaraan jij gaat werken. Jouw POP overleg jij met jouw praktijkopleider, die samen met jou de bijbehorende taken/opdrachten bepaalt. Stap 2: Weekverslagen Elke week schrijf jij op wat jij die week gedaan hebt. Dit is jouw weekverslag. Dit verslag laat jij zien aan de praktijkdocent of praktijkopleider. Bewaar alle verslagen en stop ze in jouw portfolio. Het weekverslag kun jij gebruiken als hulpmiddel voor het schrijven van jouw reflectieverslagen. Stap 3: Reflectieverslag Schrijf na 6 weken een reflectieverslag naar aanleiding van de leerdoelen die jij geformuleerd hebt in jouw POP/PAP s. Gebruik hiervoor de weekverslagen en het voorbeeldformulier reflectieverslag (STARR-methode). Stap 4: Evaluatiegesprek In dit gesprek wordt jouw reflectieverslag besproken. Ook komt jouw functioneren ter sprake en worden jouw POP en PAP bijgesteld. Tevens vult jouw praktijkopleider het formulier evaluatiegesprek met praktijkopleider in Het nieuwe POP met bijbehorende PAP s gelden dan voor een periode van 10 weken. Jij doorloopt opnieuw de stappen 1 tot en met 4. Gedurende jouw stage stel jij 2 keer een POP met bijbehorende PAP s op en doorloop jij 2 keer de stappen 1 tot en met 4 Stap 5: Afspraak met stagedocent en praktijkopleider Jouw praktijkdocent neemt contact op en neemt met jou en jouw praktijkopleider de belangrijkste punten door van jouw stage. Stap 6: Eindbeoordeling Aan het eind van jouw stage word jij beoordeeld door jouw praktijkopleider. Maak van de eindbeoordeling een samenvattend verslag. 6

2. NAW gegevens Persoonlijke gegevens deelnemer Naam Adres Postcode Woonplaats Telefoonnummers E-mailadres Geboortedatum Deelnemer nummer ROC Gegevens stagebedrijf en stageperiode Naam stagebedrijf Postadres Bezoekersbedrijf Telefoonnummer Naam en functie praktijkopeleider Telefoonnummers E-mailadres Gegevens praktijkdocent van school Naam stagebedrijf Adres (schoollocatie) Telefoonnummer E-mailadres 7

3. Eerste kennismaking Weeknummer: Jouw eerste werkdag De eerste week, de eerste dag. Het kan zijn dat jij op de eerste stagedag later begint dan op de andere stagedagen. Jouw praktijkopleider moet misschien tijd vrijmaken om jou wegwijs te maken. Spreek duidelijk af hoe laat jij de eerste dag begint en bij wie jij je moet melden. Vul in: Op mijn eerste stagedag begin ik om uur. Ik moet me melden bij. Kennismaken Op deze eerste stagedag word jij aan verschillende mensen voorgesteld. Met wie heb jij kennisgemaakt? Chef Collega s Anderen Namen Probeer de namen van de mensen die op jouw stageplek werken te onthouden. De naam van mijn stagebegeleider is: Andere namen zijn: Naam: Naam Functie 8

Afspraken en regels Wat zijn jouw werktijden begintijd: uur eindtijd: uur Hoe laat zijn de pauzes ochtendpauze van : uur tot uur lunchpauze van : uur tot uur middagpauze van : uur tot uur Mag jij roken op het werk Ja, waar? Nee, waarom niet? Mag jij zelf koffie/thee/water pakken? Mag jij dit op jouw werkplek opdrinken? Waar mag jij eten? Welke telefoonnummers moet jij bellen wanneer jij ziek of afwezig bent? School: Stageplaats: Voor hoe laat moet jij afbellen? Voor uur Heb jij een geheimhoudingsplicht? Waarom? 9

4. Oriëntatie stagebedrijf Beroepscontext: Jij draait al enige tijd mee in een arbeidsorganisatie. Binnen een organisatie werken mensen samen, die bepaalde doelstellingen nastreven. Door middel van deze opdracht breng jij jouw eigen werkplek in kaart. Doel van de opdrachten: - Jij laat zien dat je de organisatie waar je voor werkt kent Verzamel informatie over het bedrijf om deze vragen te beantwoorden. Denk aan folders en internet. Jij kunt ook vragen stellen aan collega s Vul in: Doel van het bedrijf: Afdelingen: Zoek uit wat voor producten of dienst(en) elke afdeling van het bedrijf levert Zet de informatie in het onderstaande schema. Links zet jij de afdelingen en rechts welke producten/diensten deze afdeling verzorgt. Afdeling Product/dienst 1. Postkamer Post ontvangen en verzenden 2. 3. 4. 5. 6. Geef antwoord op de volgende vragen Is jouw stagebedrijf een profit of een non-profit organisatie? (Motiveer jouw antwoord) Wie zijn de klanten/ cliënten van deze organisatie? 10

Op welke afdeling ben jij werkzaam? Met welke andere afdelingen heeft jouw afdeling regelmatig contact? En waarom? Is er wel eens een werkoverleg/ vergadering op jouw afdeling? (Beschrijf hoe een dergelijk overleg verloopt) Wie werken er op de afdeling? Wat voor werk wordt er gedaan? Zet in de tabel welke medewerkers er op jouw afdeling werken en wat voor werkzaamheden zij doen. Naam van de medewerker 1. 2. 3. 4. 5. 6. Werkzaamheden. 11

5. Taken, verantwoordelijkheden en beroepshouding Beroepscontext: Jij voert zelfstandig opdrachten uit en jij hebt ook al jouw eigen plekje. De juiste beroepshouding is uiterst belangrijk binnen het bedrijfsleven en jij moet je altijd professioneel opstellen. Verder is het erg belangrijk dat jij weet wat jouw taken en verantwoordelijkheden zijn tijdens het uitvoeren van werk. Bij deze opdracht gaat het erom, dat jij in kaart brengt, hoe jij op een professionele manier omgaat met jouw taken en verantwoordelijkheden. Doel van de opdrachten: - Jij laat zien dat jij jouw eigen taken en verantwoordelijkheden kent en dat jij hiermee professioneel omgaat Geef antwoord op de volgende vragen Is er een regeling voor stagiaires in deze organisatie? Zo ja, vertel in een paar regels wat die regeling inhoudt. Is jouw taakomschrijving duidelijk? (Motiveer jouw antwoord) Welke werkzaamheden verricht jij op jouw afdeling? Wie controleert jouw werkzaamheden? Worden deze werkzaamheden ook gepland? Zo ja, door wie? Krijg je de gelegenheid om fouten te corrigeren? (Geef een voorbeeld) 12

Wat zijn jouw taken en welke verantwoordelijkheden behoren bij deze taken? Vul in onderstaand schema jouw taken en de bijbehorende verantwoordelijkheden in. Je kunt jouw praktijkopleider of een collega om hulp vragen Taken Verantwoordelijk voor: 1 2 3 4 Plan jouw werkzaamheden Kies in overleg met jouw praktijkopleider een week uit. Zet de werkzaamheden die jij in die week gaat verrichten op een rij. Geef per werkzaamheid aan, wanneer deze klaar moet zijn. Week:. Werkzaamheden Van tot.. Planning 13

Uiterlijke verzorging Elk bedrijf is anders en daarom moet jij je aanpassen aan de cultuur. Bij veel bedrijven dragen mannen een pak en veel vrouwen een rok of jurk. Jij moet dus aandacht besteden aan jouw uiterlijke verzorging en jij moet proberen om je aan te kleden bij de stijl die bij het team ( de cultuur) past. Het is wel belangrijk dat jij je prettig voelt in de kleding die jij draagt. Kies een week uit en bedenk een aantal aspecten op het gebied van uiterlijke verzorging. Noteer in de eerste kolom de aspecten waar jij aandacht aan gaat besteden. In de tweede kolom noteer je per aspect de activiteiten die jij in die week gaat uitvoeren. Na een week geef je aan hoe jij hebt voldaan aan die aspecten. Je bespreekt dit met jouw praktijkopleider en vraagt hem om jouw feedback te geven op dit gebied. Leg de feedback van jouw praktijkopleider vast. Aspecten Uiterlijke verzorging - - - Evaluatie opleider Week: Welke activiteiten ga je uitvoeren? Datum: tot. Hoe heb je aan die aspecten voldaan? Zich aan afspraken houden Kies een week uit waarin jij afspraken maakt met jouw praktijkopleider of jouw team. Noteer deze afspraken in de eerste kolom. In de tweede kolom noteer je de activiteiten die jij in die week gaat uitvoeren, om je aan deze afspraken te houden. Na een week, ga je na in hoeverre jij je aan die afspraken hebt gehouden. Je bespreekt dit met jouw praktijkopleider en vraagt hem om jouw feedback te geven op dit gebied. Leg de feedback van jouw praktijkopleider vast. Aspecten Aan afspraken houden - - - Evaluatie opleider Week: Welke activiteiten ga je uitvoeren? Datum: tot. Hoe heb je aan die aspecten voldaan? 14

6. Het Arbobeleid in jouw stagebedrijf Beroepscontext: Uitgaande van jouw werksituatie, heb jij te maken met veiligheid, gezondheid en welzijn in de organisatie. Bij deze opdracht ga jij onderzoeken hoe het gesteld is met het Arbobeleid binnen jouw stagebedrijf Doel van de opdrachten: - Jij laat zien dat jij het Arbobeleid binnen jouw stagebedrijf kent Een veilige werksituatie Onderzoek hoe jij jouw eigen werksituatie zo veilig mogelijk kunt maken. Vraag jouw praktijkopleider of een collega die kennis heeft over het Arbobeleid, om jou hiermee te helpen. Noteer welke maatregelen jouw stagebedrijf neemt om onderstaande problemen te bestrijden of te beperken. Probleem Oplossing Rugklachten Vermoeide ogen i.v.m. beeldschermwerk Temperatuurschommelingen Roken tijdens het werk Stressgevoeligheid Eentonigheid van werk 15

Geef antwoord op de volgende vragen Wie is verantwoordelijk voor de bedrijfsveiligheid in jouw stagebedrijf? Welke knelpunten ben jij tegengekomen op jouw afdeling met betrekking tot de arbeidsomstandigheden? Welke verbeteradviezen zou jij kunnen geven? 16

7. Initiatief durven nemen Beroepscontext: In een werksituatie krijg jij altijd te maken met opdrachten. Sommige opdrachten zijn zeer concreet en duidelijk dat jij het alleen maar hoeft uit te voeren. Andere opdrachten kunnen vaag zijn en moeilijk uit te voeren. Jij kunt dan als werknemer het initiatief nemen om naar uitleg te vragen. Ook kun jij zelf op zoek gaan naar extra informatie om de opdracht uit te voeren. In deze opdracht laat jij zien dat jij als werknemer initiatief kunt nemen. Doel van de opdrachten: - Jij leert initiatieven nemen Voer de volgende opdracht uit. Jij gaat een week lang beoordelen in welke situaties jij initiatieven neemt en in welke situaties jij initiatieven had kunnen nemen (en die hebt nagelaten). Beschrijf 4 situaties. In 2 van deze situaties laat je zien dat jij initiatieven hebt genomen en jij licht toe waarom jij dit gedaan hebt. In de andere 2 situaties beschrijf jij waarom jij initiatieven had kunnen nemen en dit niet hebt gedaan. Deze 4 situaties beschrijf je als volgt: 1. Jij beschrijft eerst de situaties 2. Jij geeft aan of jij initiatieven hebt genomen 3. Jij vertelt waarom jij die wel of niet hebt genomen. 4. Ten slotte bespreek jij de situaties met jouw praktijkopleider. 5. Schrijf een verslag. (Wat heb jij geleerd van bovenstaande situaties? Als zulke situaties zich in de toekomst weer voordoen: Zou jij het op dezelfde manier doen? Zou jij het anders doen? En waarom?) 17

8. Telefoneren Beroepscontext: In elk bedrijf is extern contact heel belangrijk. Elke medewerker moet een goed gesprek kunnen voeren met klanten of andere externe partijen. In deze opdracht ga je onderzoeken waar jij op moet letten bij het voeren van een telefonisch gesprek. Doel van de opdrachten: - Jij laat zien dat jij een telefonisch gesprek kunt voeren Beantwoord de volgende vragen: Een telefoon is een middel om te communiceren. Er is: de gewone telefoon, de mobiele telefoon, de telefoon met centrale en de telefoon met antwoordapparaat. Welke van deze telefoons worden er bij jouw stagebedrijf gebruikt? Heeft jouw stagebedrijf speciale formulieren voor telefoonnotities? Zo ja, welke informatie kun jij daarop invullen? (voeg eventueel een voorbeeld bij in jouw stagedossier) Wanneer stuur jij iets per fax? Wanneer stuur jij iets per post? Hoe wordt de telefoon aangenomen? Wat wordt er gezegd bij het aannemen van de telefoons? Hoe worden telefoontjes doorverbonden? Hoe worden berichten doorgegeven aan collega s? En welke gegevens dienen opgevraagd en genoteerd te worden? 18

Luister mee als een collega de telefoon aanneemt Wordt de beller bij zijn achternaam aangesproken. Waarom wel of waarom niet? Welke vragen stelt jouw collega? Maakt jouw collega aantekeningen? Wanneer doet hij dat? Wordt het gesprek kort samengevat nadat de klant klaar is met spreken? Waarom wel of waarom niet? Wat wordt er tegen de klant gezegd als het gesprek is afgelopen? Oefen een keer met de telefoon aannemen. Neem de telefoon aan. Zorg ervoor dat jij langzaam en duidelijk praat. Vraag de beller eventueel naam en gegevens te herhalen als jij die niet goed hebt verstaan. Noteer deze gegevens. Luister goed wat de beller wil, zodat jij hem/ haar van de juiste informatie kunt voorzien of met de juiste persoon kunt doorverbinden. Vraag anders aan de beller of hij/ zij kan aangeven waar de vraag over gaat, zodat jij hem/ haar van de juiste informatie kunt voorzien of hem/ haar met de juiste persoon kunt doorverbinden. Hoe vond jij het telefoongesprek gaan? Goed/niet goed, want Wat kun jij de volgende keer beter of anders doen? 19

9. Collegialiteit Beroepscontext: In elke organisatie werken mensen samen om een doel te bereiken. Samenwerken betekent dat jij soms anderen moet helpen. Maar wanneer bied jij nu hulp aan iemand? In deze opdracht laat jij zien dat jij kunt inschatten wanneer een collega hulp nodig heeft en wanneer niet. Doel van de opdrachten: - Jij leert inschatten wanneer jij moet bijspringen en wanneer dit niet nodig is Beantwoord de volgende vragen: Welke activiteiten heb jij ondernomen met jouw collega s? Denk aan vergaderingen, taken verdelen en uitvoeren, collega s helpen bij werkdruk etc. Wat kun jij doen om effectief samen te werken? Wat vind jij belangrijk bij het samenwerken? Denk jij dat jij bevriend moet zijn met een collega om goed te kunnen samenwerken? Zo ja, waarom? / Zo nee, waarom niet? 20

Voer de volgende opdracht uit. Jij gaat een week lang beoordelen in welke situaties jij een collega had kunnen helpen en in welke situaties jij het niet nodig vond. Beschrijf 4 situaties. In 2 situaties laat jij zien dat jij een collega behulpzaam bent geweest en op welke manier jij dit gedaan hebt. Beschrijf ook waarom jij hebt besloten om deze collega te helpen. In de andere 2 situaties beschrijf jij waarom jij het niet nodig vond om bij te springen. Deze 4 situaties beschrijf je als volgt: 1. Jij beschrijft eerst de situaties 2. Jij geeft aan of jij een collega wel geholpen hebt of niet In het geval dat jij een collega help, moet jij ook vertellen op welke manier jij dit gedaan hebt 3. Jij vertelt waarom jij wel of niet hebt geholpen. 4. Ten slotte bespreek jij de situaties met jouw praktijkopleider. 5. Schrijf een verslag. (Wat heb jij geleerd van bovenstaande situaties? Als zulke situaties zich in de toekomst weer voordoen: Zou je het op dezelfde manier doen?/ Zou jij het anders doen? En waarom?) 21

10. Werken met een geautomatiseerd systeem Beroepscontext: Veel bedrijven maken gebruik van geautomatiseerde systemen om gegevens in te voeren en te bewaren. Het verwerken van de juiste gegevens is van groot belang. Indien de verkeerde gegevens ingevoerd worden, kan dit negatieve gevolgen hebben voor het bedrijf. Doel van de opdrachten: - Jij laat zien dat jij met een geautomatiseerd systeem kunt omgaan op jouw stagebedrijf Beantwoord de volgende vragen: Van welke geautomatiseerd systeem maakt jouw afdelingen gebruik om (administratieve) gegevens in te voeren? Wat moet jij kunnen of weten om (administratieve) gegevens in te voeren in het geautomatiseerd systeem. Waar moet jij op letten als jij (administratieve) gegevens in het geautomatiseerd systeem invoert? Oefen een keer met het invoeren van (administratieve) gegevens in een geautomatiseerd systeem Laat een collega of jouw praktijkopleider jou uitleggen hoe het geautomatiseerd systeem werkt. Oefen met het systeem (zo mogelijk in een testomgeving) voordat jij gegevens zelf gaat invoeren. Zorg voor een juiste verwerking van de gegevens. Trek in geval van knelpunten tijdig aan de bel en overleg met jouw collega of praktijkopleider. Hoe vond jij het invoeren van gegevens gaan? Goed/niet goed, want Wat kun jij de volgende keer beter of anders doen? 22

11. Het stagedossier opbouwen De stageopdrachten Zorg er voor dat alle stageopdrachten uit jouw stageboek digitaal zijn gemaakt zodat jij ze toe kunt voegen aan jouw dossier De POP s/ PAP s en reflecties Voeg jouw 2 POP en bijbehorende PAP s en reflectieverslagen toe aan jouw dossier Feedback van jouw praktijkopleider Voeg de door jouw praktijkopleider ingevulde formulieren, voorzien van feedback toe aan jouw dossier Een korte evaluatie Blik terug op jouw stageperiode en schrijf een kort evaluatieverslag. Verwerk hierin de volgende vragen en opmerkingen: Heeft deze stage aan jouw verwachtingen voldaan? Wat vond jij het leukste om te leren/doen? Wat vond jij niet zo leuk? Hoe vond jij de begeleiding op jouw stage? Bedank in deze evaluatie jouw stagebegeleider. Voeg deze evaluatie toe aan jouw verslag. De weekverslagen Voeg alle weekverslagen toe aan jouw dossier. Als jij veel hetzelfde hebt gedaan, dan hoef jij dat niet steeds opnieuw op te schrijven. Maar zodra jij een nieuwe taak krijgt schrijf jij dat weer op. Bewijsstukken Voeg gemaakte memo s, brieven, telefoonnotities, ingevulde formulieren etc. toe aan jouw dossier. Voordat jij dat doet overleg jij altijd eerst met jouw praktijkopleider of jij dit mag doen. Jij hebt te maken met bedrijfsgegevens en die zijn vertrouwelijk. Soms mag jij gevoelige informatie weglakken of afdekken, zoals adressen, namen, rekeningnummers, bedragen etc. Het beoordelingsformulier Dit formulier wordt ingevuld tijdens het eindgesprek met jou, jouw praktijkopleider en jouw praktijkdocent. Het formulier wordt na invulling alle drie partijen ondertekend Dit formulier kopieer jij en voeg jij toe aan jouw stageverslag 23

12. Beoordelingsformulier Naam student:... Praktijkopleider:... Datum:... Praktijkdocent:... Beoordelingsaspecten Onvoldoende Matig Voldoende Goed Uitstekend Aanpassen aan de bedrijfscultuur Samenwerken met collega s (Klant) vriendelijkheid Betrokkenheid Accepteren van leiding Flexibiliteit Inzicht in het werk en standaard procedures Nauwkeurigheid Werktempo Zelfstandigheid Tonen van initiatief Omgaan met feedback Eigen verantwoordelijkheid Opmerkingen: Handtekening praktijkopleider:.. Handtekening Deelnemer:... Handtekening praktijkdocent:... 24

13. Bijlagen Formulier evaluatiegesprek met praktijkopleider Maak steeds een kopie van dit exemplaar wanneer jij een evaluatiegesprek hebt met jouw praktijkopleider. Laat jouw praktijkopleider dit formulier invullen en ondertekenen. Voeg het ingevulde formulier toe aan jouw stagedossier. Bespreek met jouw begeleider de leerdoelen uit jouw POP. Luister goed naar wat hij heeft te zeggen heeft over jouw functioneren. Wat vond hij goed en wat kun jij verbeteren? Stel vragen als jij iets niet begrijpt. Op deze manier weet jij beter waar je een volgende keer op moet letten. Vraag ook, of hij zijn evaluatie over jouw stage tot nu toe hieronder wil invullen. Opmerking van de stagebegeleider (Voeg het ingevulde formulier toe aan jouw stagedossier) Datum: Handtekening praktijkopleider: 25

Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Naam:. periode:. tot Wat kan ik al? (wat beheers ik al) Wat wil jij deze periode leren (leerdoelen ) Leerdoel 1. Leerdoel 2. Leerdoel 3. SWOT- analyse in relatie tot leerdoelen Mijn sterke punten Mijn zwakke punten kansen die ik zie ter verbetering risico s die ik zie als belemmering (Hoe ga je werken aan deze leerdoelen? Neem dit per leerdoel op in het PAP) 26

Persoonlijk actie plan (PAP) Naam:. periode:. tot 1. Leerdoel concrete beschrijving 2. Gewenst resultaat 3. Activiteiten Wat ga je doen om het leerdoel te behalen? 4. Tijdsplanning Binnen welke tijd wil je het leerdoel behalen? 5. Prestatie indicator Hoe meet je of het doel behaald is? 6. Randvoorwaarden Wat heb je nodig om het doel te bereiken? 27

Reflectie (volgens STARR-methode) Situatie: Wat was de situatie? Aan welke activiteiten heb jij gewerkt? Wat gebeurde er? Wie waren erbij betrokken? Waar/Wanneer speelde de situatie zich af? Taak: Wat was jouw taak? Wat wilde jij bereiken? Welke rol had jij hierin? Wat werd er van jou verwacht? Wat verwachtte jij van jezelf in deze situatie? Actie Wat heb jij concreet gedaan? Welke acties heb jij ondernomen? Hoe heb jij het aangepakt? Hoe reageerden anderen op jouw aanpak? Resultaat Wat heb jij bereikt? Wat was het resultaat van jouw eigen handelen? Reflectie Hoe vond jij dat jij het deed? (was jij tevreden met het resultaat?) Wat ging goed? Wat ging minder goed? Zou jij dingen volgende de keer anders doen? Wat zou jij anders doen? En hoe? 28

Formulier aanwezigheidsregistratie Maak steeds een kopie van dit exemplaar. Laat jouw praktijkopleider dit formulier wekelijks aftekenen. Neem dit formulier de eerstvolgende week mee naar school en laat jouw praktijkdocent het aftekenen. Naam: Stageperiode: 2 november 2015 15 april 2016 Gegevens aan- en afwezigheid tijdens stageperiode Vul de datum in de eerste kolom Registreer jouw aanwezigheid in de tweede kolom Noteer in de derde kolom de reden van afwezigheid De stage duurt minimaal 20 weken, 2 dagen per week à 8 uur Week.. Datum Uren aanwezig Reden afwezigheid Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Datum: Handtekening praktijkopleider: Datum: Handtekening praktijkdocent: Datum: Handtekening student: 29

Weekverslagen Maak steeds een kopie van dit exemplaar. Schrijf wekelijks op welke werkzaamheden jij op jouw stagedagen hebt verricht. Beschrijf ook wat goed ging en waar jij tegenaan liep. Bewaar jouw weekverslagen in jouw stagedossier. Deze helpen jou om jouw reflectieverslagen te schrijven. Naam: Periode: van t/m maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 30

Docentengegevens Naam praktijkdocent Dhr. D. Spee Dhr. L. Febis Mevr. L. Baghdadi Mevr. L. Baez Mercado Dhr. R. Loep Mevr. F. Negenman Dhr G. Wallé Mevr. M. Sardjoemissier Mevr. U. Sno Dhr. J. Snip E-mailadres d.spee@rocva.nl febisl@rocva.nl BaghdadiL@rocva.nl lj.baezmercado@rocva.nl loepr@talnet.nl negenmanf@talnet.nl g.walle@rocva.nl sardjoemissierm@talnet.nl snou@rocva.nl snipj@talnet.nl Je kunt de docenten ook bereiken op onderstaand algemeen telefoonnummer: 020-5791385 31