Gelet op de aanvraag van de cvba Vlaams Woningfonds, ontvangen op 16/02/2015;



Vergelijkbare documenten
van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

1/7. persoonlijke. du Crédit 22/07/2015; Gelet op de. van Société. aanvraag

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: "het Comité"); Gelet op de aanvraag van Saris Aanhangers BV ontvangen op 22/03/2017;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen cvba ontvangen op 27/06/2011;

Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Financiën (hierna de FOD Finanaciën) ontvangen op 17/11/2008;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

persoonlijke g, als volgt:

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de gemeente Evere (hierna de aanvrager), ontvangen op 02/02/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16/03/2015

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen ontvangen op 12/04/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 13/08/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Directeur-generaal van de POD Maatschappelijke Integratie ontvangen op 05/12/2012;

Gelet op de aanvraag van de FOD Financiën, ontvangen op 17/12/2015;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: het "Comité");

Gelet op de aanvraag van de Voorzitter van de CFI, ontvangen op 07/02/2018; Gelet op de bijkomende inlichtingen ontvangen op 09/03/2018;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de gemeente Vorst (hierna de aanvrager) ontvangen op 05/12/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ontvangen op 28/07/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van Dhr. Vander Auwera ontvangen op 23/02/2012;

Gelet op de aanvraag van Dhr. Bernard Buyse, Voorzitter Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders ontvangen op 15/04/2010;

Gelet op de aanvraag van het Département du Logement de la Direction des Aides aux Particuliers van de DGO4, ontvangen op 7 februari 2018;

december 2007 tot uitbreiding van het machtigingsbesluit van 22 mei 2001;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

Gelet op de aanvraag van de gemeente Sint-Agatha-Berchem ontvangen op 20/05/2014;

Gelet op de aanvraag van de POD Maatschappelijke Integratie ontvangen op 10/02/2010;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de KFBN (hierna de aanvrager) ontvangen op 13/01/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 4, 9 en 12/02/2015;

(SPW Département du logement Direction des Aides aux Particuliers (Waalse Overheidsdienst

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

Gelet op de aanvraag van de stad Herstal (hierna de aanvrager), ontvangen op 16/03/2015;

Betreft: Advies inzake het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat-huurders

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Toezichtcommissie (ten behoeve van Vlabel) ontvangen op 21/01/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

(SPW Département du logement Direction des Etudes et de la Qualité du Logement (Waalse

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: het "Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 27/09/2013;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Voorzitter van de contvangen op 29/09/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 29, 30/10, 13 en 16/11/2015;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap Kind en Gezin ontvangen op 16 mei 2017;

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Gelet op de aanvraag van de Orde van Vlaamse Balies, ontvangen op 31/07/2015;

1/9. opdrachten die ) persoonlijke. Gelet op de 30/04/2015;

Gelet op de aanvraag van Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG), ontvangen op 18 januari 2016;

Gelet op de aanvraag van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging ontvangen op 19/10/2010;

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 12/09/2014;

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 18 mei, 5 en 9 juni 2015;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2007 van 12 september 2007

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 8 september 2015 en 15 oktober 2015;

Gelet op de bijkomende inlichtingen ontvangen op 22/08/2016;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 02/09/2014;

Sectoraal comité van het Rijksregister

BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2007 van 12 september 2007

Gelet op de aanvraag van de sociale huisvestingsmaatschappij - regio Bergen Toit et Moi ontvangen op 17/07/2011;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna het Comité );

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 18/08/2017;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: "het Comité");

Gelet op de aanvraag van Eandis System Operator cvba, ontvangen op 04/05/2016;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité"); Gelet op de aanvraag van van de FOD Financiën, ontvangen op 23 maart 2017;

Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 22/03 en 12/05/2016;

Transcriptie:

1/12 Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 10/2015 van 23 april 2015 Betreft: aanvraag van de cvba Vlaams Woningfonds om toegang te krijgen tot een aantal gegevens van de FOD Financiën (TAXI-AS) met het oog op het verstrekken van sociale leningen (AF-MA-2015-021) Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van de cvba Vlaams Woningfonds, ontvangen op 16/02/2015; Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 23/02/2015; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 09/03/2015; Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 23 april 2015, na beraadslaging, als volgt:.

Beraadslaging FO 10 /2015-2/12 I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG 1. Het Vlaams Woningfonds cvba 1, hierna de aanvrager, is erkend als sociale woonorganisatie 2 en heeft volgende opdrachten 3 : de woonvoorwaarden van woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden verbeteren door aangepaste woningen beschikbaar te stellen en door woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden te helpen een eigen woning te verwerven of in goede staat te behouden; mee te werken aan de strijd tegen verkrotting en leegstand; bij te dragen tot de aanpassing van woningen; bij te dragen tot de uitvoering van de specifieke maatregelen inzake het stedelijk beleid van de Vlaamse regering. 2. Concreet betekent dit dat de aanvrager onder meer sociale leningen verstrekt en sociale woningen verhuurt. Of men al dan niet in aanmerking komt om van deze sociale voordelen te genieten, hangt o.a. af van het inkomen waarover de betrokkenen beschikken. Het is met het oog op de toepassing van deze reglementair vastgestelde modaliteiten dat de aanvrager TAXI-AS, een databank van de FOD Financiën die openbare instellingen en gelijkgestelde instellingen toelaat gegevens te raadplegen van het aanslagbiljet van natuurlijke personen, wenst te raadplegen. Deze raadpleging zal geschieden door middel van een webservice via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ). II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. ONTVANKELIJKHEID 3. Krachtens artikel 36bis WVP, "vereist elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door een federale overheidsdienst of door een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert een principiële machtiging (van het bevoegd sectoraal comité)". 4. Het is de taak van dit Comité om na te gaan of deze mededeling enerzijds nodig is voor de implementatie van de opdrachten die toevertrouwd worden door of krachtens de wet aan de 1 Het Vlaams Woningfonds werd door het Comité bij beraadslaging FO nr. 10/2011 van 9 juni 2011 reeds gemachtigd om toegang te krijgen tot een aantal persoonsgegevens in het bezit van de FOD Financiën. 2 Artikel 50, 1, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode (hierna Vlaamse Wooncode). 3 Artikel 50, 2, van de Vlaamse Wooncode.

Beraadslaging FO 10 /2015-3/12 vragende federale overheid en anderzijds of deze mededeling in zijn diverse aspecten compatibel is met al de geldige normen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wat de verwerking van de persoonsgegevens betreft. (Kamer, Doc 50, 2001-2002, nr. 1940/004). 5. In voorliggend geval wordt een elektronische toegang gevraagd tot persoonsgegevens die zich in gegevensbanken bij de FOD Financiën bevinden. Het Comité is derhalve bevoegd. 6. In de machtigingsaanvraag wordt ook melding gemaakt van de verwerking van nietbelastbare vervangingsinkomsten en van leefloon. Louter volledigheidshalve vestigt het Comité er de aandacht op dat de machtiging van deze gegevensstroom niet onder diens bevoegdheid valt, maar onder de bevoegdheid van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid. In onderhavige beraadslaging wordt hier dan ook niet dieper op ingegaan. B. TEN GRONDE 1. FINALITEITEN 7. Artikel 4, 1, 2, WVP laat de verwerking van persoonsgegevens slechts toe voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden en de gegevens mogen bovendien niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden. 8. De aanvrager heeft meerdere doeleinden voor ogen die als volgt kunnen samengevat worden: a) sociale leningen verstrekken. Om in aanmerking te komen voor een sociale lening is een minimum en een maximum inkomensgrens vastgelegd. De op dergelijke lening verschuldigde rentevoet wordt berekend op basis van het inkomen en wordt periodiek herzien in functie van dit inkomen; b) sociale woningen verhuren. Om hiervoor in aanmerking te komen mag het inkomen van de betrokkene een bepaalde drempel niet overschrijden. Bovendien wordt de huurprijs berekend en periodiek herzien in functie van het inkomen; c) verkopen van sociale huurwoningen 4. 9. Het Comité is van oordeel dat dit welbepaalde en uitdrukkelijk omschreven doeleinden betreft en het brengt in herinnering dat de gevraagde gegevens enkel met het oog op deze doeleinden mogen worden verwerkt. 4 Het betreft woningen die sociaal worden verhuurd en waarvan de huurder na verloop van tijd de aanvrager polst of hij zijn huurwoning niet kan kopen.

Beraadslaging FO 10 /2015-4/12 10. Aangaande de vereiste van verenigbaarheid met het oorspronkelijk doeleinde, wijst het Comité erop dat de geplande verwerkingen, met name de doorgifte van bepaalde gegevens door de FOD Financiën aan de aanvrager, bestaan uit latere verwerkingen van gegevens die oorspronkelijk voor andere doeleinden werden verwerkt. Deze latere verwerkingen zijn slechts rechtmatig indien zij niet onverenigbaar zijn met de finaliteit van de initiële verwerking. Dit onderzoek naar de verenigbaarheid wordt gedaan in functie van de redelijke verwachtingen van de betrokkene en van de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen. 11. Voor wat betreft het doeleinde verstrekken van sociale leningen, berekening van de rentevoet en de periodieke herziening van deze laatste, stelt het Comité voor het vertrekpunt van de beoogde gegevensstroom - de FOD Financiën - vast dat artikel 328 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen bepaalt dat "de bestuursdiensten van de Staat, ( ), alsmede de vennootschappen, verenigingen, instellingen of inrichtingen naar publiek recht, slechts kredieten, leningen, premies, toelagen of alle andere voordelen mogen toekennen welke rechtstreeks of onrechtstreeks gegrond zijn op het bedrag van de inkomsten of op elementen die in aanmerking komen voor de vaststelling van die inkomsten, dan na kennis genomen te hebben van de recente fiscale toestand van de aanvrager". 12. Voor wat de bestemmeling van de gegevensstroom betreft, de aanvrager dus, moet rekening worden gehouden met artikel 16 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 5 dat de aanvrager verplicht beroep te doen op de informatie die elektronisch beschikbaar is bij de bevoegde overheden zoals de FOD Financiën. Daarnaast definieert artikel 1, eerste lid, 3, het begrip inkomen 6 en stellen de artikelen 5 en 7, laatste lid, de inkomensgrenzen vast: Het inkomen 7 mag op de referentiedatum bij het aangaan van de lening niet meer bedragen dan: 1) 35.123 euro voor een alleenstaande persoon zonder personen ten laste; 5 Besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan. 6 Inkomen: de som van de volgende inkomsten van de referentiepersoon en van zijn gezinsleden: a) de op referentiedatum op basis van het laatst beschikbare aanslagbiljet bekende som van de aan de personenbelasting onderworpen inkomsten en niet-belastbare vervangingsinkomsten, alsook het genoten leefloon in dat jaar; b) het inkomen dat op basis van supranationale belastingakkoorden niet aan de Belgische personenbelasting onderworpen is; c) de inkomsten die door de minister beschouwd worden als inkomsten die in aanmerking kunnen worden genomen als inkomen. 7 Voor leningen die betrekking hebben op woningen of kavels gelegen in de Vlaamse Rand rond Brussel gelden andere grenzen.

Beraadslaging FO 10 /2015-5/12 2) 38.630 euro voor een alleenstaande persoon met een handicap als vermeld in artikel 1, eerste lid, 12, c), die geen andere personen ten laste heeft; 3) 52.679 euro, verhoogd met 3.507 euro per persoon ten laste voor anderen. Het inkomen van de ontlener mag op de referentiedatum bij het aangaan van de lening niet lager zijn dan 10.000 euro ( ). 13. De berekening van de rentevoet van de sociale lening en de periodieke herziening ervan gebeurt o.a. op basis van het inkomen zoals voorzien door artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013. 14. Rekening houdend met de hierboven geschetste regelgevende bepalingen, is het Comité van oordeel dat de door de aanvrager en de FOD Financiën beoogde gegevensuitwisselingen in het kader van het in randnummer 11 vermelde doeleinde, niet onverenigbaar zijn in de zin van artikel 4, 1, 2, WVP. 15. Voor wat betreft het doeleinde sociale woningen verhuren, de berekening van de huurprijs en de periodieke herziening van deze laatste kan voor het vertrekpunt van de beoogde gegevensstroom - de FOD Financiën - weerom naar artikel 328 Wetboek van Inkomstenbelastingen worden verwezen. 16. Voor wat de bestemmeling van de gegevensstroom betreft, de aanvrager dus, moet rekening worden gehouden met het bepaalde in artikelen 1, eerste lid, 15 en 25, 3, 8, 14 en 29 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 8. Ze definiëren het begrip inkomen 9, stellen de referentieperiode en inkomensgrenzen vast evenals maatregelen die rekening houden met de evolutie van het inkomen ten overstaan van dat referentiejaar: 8 Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode. 9 Inkomen : de som van de aan de personenbelasting onderworpen inkomsten en van de niet-belastbare vervangingsinkomsten van de referentiepersoon, met uitsluiting van de ongehuwde kinderen die vanaf hun meerderjarigheid zonder onderbreking deel uitmaken van het gezin en die minder dan 25 jaar oud zijn op het ogenblik van de referentiedatum. Het inkomen van inwonende ascendenten van al naargelang het geval, de persoon die zich bij de inschrijving opgeeft of heeft opgegeven als toekomstige referentiehuurder of de referentiehuurder, of van zijn wettelijke of feitelijke partner wordt slechts voor de helft aangerekend. Het wordt niet aangerekend voor de familieleden van de eerste en de tweede graad van al naargelang het geval, de persoon die zich bij de inschrijving opgeeft of heeft opgegeven als toekomstige referentiehuurder of de referentiehuurder, of van zijn wettelijke of feitelijke partner die erkend zijn als ernstig gehandicapt of die ten minste 65 jaar oud zijn. Ongeacht de periode waarop het inkomen betrekking heeft, wordt dat inkomen steeds geïndexeerd volgens de gezondheidsindex van de maand juni van het jaar dat aan de toepassing ervan voorafgaat en met als basis de maand juni van het jaar waarop het inkomen betrekking heeft. In afwijking daarvan wordt het inkomen niet geïndexeerd als het betrekking heeft op een periode na de maand juni van het jaar dat aan de toepassing ervan voorafgaat. Als het inkomen, in voorkomend geval na indexatie, kleiner is dan het leefloon, rekening houdend met de gezinssamenstelling van de referentiepersoon, zoals het van toepassing is in de maand juni van het jaar dat aan de vaststelling van het inkomen voorafgaat, wordt het inkomen gelijkgesteld met dat leefloon.

Beraadslaging FO 10 /2015-6/12 Referentiejaar: het derde jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de inschrijving, de actualisering van het inschrijvingsregister, de toewijzing of de huurprijsaanpassing plaatsvindt. De grenzen zijn vastgesteld op: 1 20.244 euro voor een alleenstaande zonder personen ten laste; 2 21.940 euro voor een alleenstaande persoon met een handicap als vermeld in artikel 1, eerste lid, 22, c), en die geen andere personen ten laste heeft; 3 30.365 euro, verhoogd met 1.697 euro per persoon ten laste voor anderen. Als de persoon die zich kandidaat wil stellen, samen met zijn gezinsleden tijdens het referentiejaar geen inkomen had, neemt de verhuurder het inkomen in aanmerking van het eerstvolgende jaar waarin wel een inkomen genoten werd. Als het inkomen van het referentiejaar de grens, vermeld in 2, overschrijdt, maar in het jaar van de aanvraag daaronder gedaald is, kan de persoon worden ingeschreven. 17. De berekening van de huurprijs en de periodieke herziening ervan gebeurt overeenkomstig artikel 78 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 o.a. op basis van het inkomen en de gezinslast. 18. Rekening houdend met de hierboven geschetste regelgevende bepalingen, is het Comité van oordeel dat de door de aanvrager en de FOD Financiën beoogde gegevensuitwisselingen in het kader van het in randnummer 15 vermelde doeleinde, niet onverenigbaar zijn in de zin van artikel 4, 1, 2, WVP. 19. Voor wat betreft het doeleinde verkopen van sociale huurwoningen wordt voor wat de FOD Financiën betreft verwezen naar het vermelde in de randnummers 11 en 15. 20. Voor wat de bestemmeling van de gegevensstroom betreft, de aanvrager dus, moet rekening worden gehouden met het bepaalde in artikelen 1, 4 en 6, en 16 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005 10. Ze definiëren de begrippen referentiedatum en inkomen en leggen de inkomensgrens vast: 4 referentiedatum: a) bij een koop of een huur: de datum waarop het VWF de woning toewijst; 10 Besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode

Beraadslaging FO 10 /2015-7/12 6 inkomen: de som, van het op basis van het laatst gekende aanslagbiljet aan de personenbelasting onderworpen netto-inkomen en het niet aan de Belgische personenbelasting onderworpen inkomen op basis van supra-nationale belastingsakkoorden, alsook de door de minister, op voorstel van het VWF, nader toe te wijzen inkomsten van de aanvrager en van alle andere personen die met hem dezelfde woning zullen betrekken, met uitsluiting van de kinderen die zonder onderbreking deel hebben uitgemaakt van het gezin en minder dan 25 jaar oud zijn op de referentiedatum; In afwijking van het vorige lid, wordt het inkomen van inwonende ascendenten van de aanvragers slechts voor de helft aangerekend. Het wordt niet aangerekend voor de familieleden van de eerste en de tweede graad die erkend zijn als ernstig gehandicapt of die ten minste 65 jaar oud zijn; Voor een koop mag het inkomen op de referentiedatum, respectievelijk vermeld in artikel 1, eerste lid, 4, a), niet meer bedragen dan 37.190 euro, te verhogen met 2.480 euro per persoon ten laste. ( ). Als de aanvrager geen of een niet belastbaar inkomen als vermeld in artikel 1, eerste lid, 6, heeft, wordt het geacht 7.000 euro te bedragen voor de toepassing van dit lid. 21. Rekening houdend met de hierboven geschetste regelgevende bepalingen, is het Comité van oordeel dat de door de aanvrager en de FOD Financiën beoogde gegevensuitwisselingen in het kader van het in randnummer 19 vermelde doeleinde, niet onverenigbaar zijn in de zin van artikel 4, 1, 2, WVP. 2. PROPORTIONALITEIT 2.1. Aard van de gegevens 22. Artikel 4, 1, 3, WVP stelt dat persoonsgegevens toereikend, ter zake dienend en niet overmatig dienen te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt. 23. Aan de FOD Financiën wordt het globaal belastbaar en afzonderlijk totaal belastbaar inkomen gevraagd van de volgende personen: voor een sociale lening: van de referentiepersoon en van zijn gezinsleden;

Beraadslaging FO 10 /2015-8/12 voor de huur van een sociale huurwoning: van de referentiepersoon, ongehuwde kinderen ouder van 25 jaar, inwonende ascendenten ; voor de aankoop van een sociale woning of kavel: van de kanidaat-koper en van alle andere personen die met hem dezelfde woning zullen betrekken; 24. Het Comité merkt op dat voor de verschillende types van onderhavige sociale voordelen, andere definities gelden van het concept inkomen. De verschillen situeren zich bijvoorbeeld op het vlak van het al dan niet in rekening brengen van het inkomen van bepaalde gezinsleden van de betrokken burger. Er gelden soms ook andere referentiejaren. 25. Het Comité benadrukt dat de opgevraagde inkomensgegevens steeds beperkt dienen te blijven tot wat noodzakelijk is om de vigerende regels toe te passen. Indien deze voorwaarden worden gerespecteerd, concludeert het Comité dat de gegevens die door de aanvrager bij de FOD Financiën zullen worden opgevraagd, conform zijn aan artikel 4, 1, 3, WVP. 2.2. Bewaartermijn van de gegevens 26. Aangaande de bewaringstermijn van de gegevens herinnert het Comité er aan dat de gegevens niet langer mogen worden bewaard dan nodig voor het realiseren van het doeleinde waarvoor ze werden ingezameld (artikel 4, 1, 5, WVP). 27. Uit de bijkomende informatie die op 23/02/2015 werd verstrekt, blijkt dat de dossiers i.v.m.: sociale leningen actief blijven zolang de lening niet is afbetaald zodat de aanvrager kan opvolgen of de afbetalingen stipt geschieden en hij tevens het nodige kan doen met het oog op de periodieke herziening van de rentevoet; sociale verhuringen het dossier actief blijft vanaf de inschrijving als kandidaat-huurder en ingeval van toewijzing van een woning zolang het huurcontract loopt zodat de aanvrager kan opvolgen of de huur stipt wordt betaald en hij tevens het nodige kan doen met het oog op de periodieke herziening van de huurprijs. 28. Na de afbetaling van de lening/stopzetting van het huurcontract worden de afgesloten dossiers nog 5 jaar bewaard. 29. Het Comité stelt vast dat de bewaartermijn eigenlijk niet precies kan worden vastgesteld. Het is evenwel van oordeel dat in de praktijk een onderscheid kan gemaakt worden tussen verschillende bewaringswijzen. De behandeling van een hangend dossier vereist een vorm van bewaring waardoor de gegevens op normale wijze beschikbaar en toegankelijk zijn voor de

Beraadslaging FO 10 /2015-9/12 ambtenaren die belast zijn met het beheer van het dossier. Zodra een dossier kan worden gearchiveerd, moet gekozen worden voor een bewaringswijze waardoor de gegevens slechts beperkt beschikbaar en toegankelijk zijn. Een dergelijke bewaringswijze moet toelaten om een antwoord te bieden op andere mogelijke doeleinden van deze bewaring, zoals de naleving van de wettelijke voorschriften inzake verjaring of de uitvoering van een administratieve controle. Eens de bewaring niet langer nuttig is, dienen de gegevens niet langer te worden bewaard. 30. Het Comité brengt in deze context in herinnering dat onderhavige gegevens met het oog op verschillende doeleinden (sociale lening/koop sociale huurwoning/sociale huur) kunnen verwerkt worden (zie luik 1). De concrete uitwerking van de in de vorige alinea uiteengezette algemene richtsnoeren inzake de bewaartermijnen, kan dan ook in deze gevallen verschillend zijn. 2.3 Frequentie van de toegang en duur van de machtiging 31. Er wordt om een permanente toegang tot de gevraagde gegevens verzocht. Aangezien de burger ten allen tijde een aanvraag voor een van de sociale voordelen, vermeld in het luik doeleinden, kan indienen, is het Comité van oordeel dat een permanente toegang aangewezen is en dus in overeenstemming is met artikel 4, 1, 3, WVP. Het onderstreept evenwel dat via deze permanente toegang enkel concrete gegevens kunnen worden opgevraagd wanneer dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de met de verwerking vooropgestelde doeleinden. 32. De toegang wordt ook voor onbepaalde duur gevraagd. De Vlaamse Wooncode en haar uitvoeringsbesluiten zijn niet in de tijd beperkt. Het Comité stelt dus vast dat de machtigingsaanvraag voor onbepaalde duur gepast is met het oog op de realisatie van de opgegeven doeleinden (artikel 4, 1, 3 WVP). 2.4. Bestemmelingen en/of derden waaraan de gegevens worden meegedeeld 33. Volgens de informatie verstrekt in de aanvraag, worden de gegevens enkel intern gebruikt door de personeelsleden van de aanvrager die instaan voor de behandeling en het beheer van de dossiers die met het oog op de realisatie van de in luik 1 vermelde doeleinden worden aangelegd. 34. Het Comité ziet hier in het licht van artikel 4, 1, 3 WVP geen bezwaren tegen. Het verzoekt wel om de nodige maatregelen te nemen opdat enkel de behoorlijk gemachtigde personeelsleden toegang zouden krijgen tot deze gegevens.

Beraadslaging FO 10 /2015-10/12 3. TRANSPARANTIE (artikelen 4, 1, 1, en 9 tot 15bis WVP) 35. Het Comité herinnert eraan dat een eerlijke verwerking van gegevens een verwerking is die gebeurt op een transparante wijze. Eén van de hoekstenen van een transparante verwerking, betreft de informatieplicht in de zin van artikel 9, 2, WVP. 36. De geplande gegevensverwerkingen zullen verricht worden met het oog op de toepassing van bepalingen voorgeschreven door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie. Op grond van artikel 9, 2, 2de lid, b), WVP, is in een dergelijke situatie een vrijstelling van de informatieplicht van kracht. Deze vrijstelling neemt echter niet weg dat het Comité er zich kan van vergewissen of er passende waarborgen bestaan voor de bescherming van de fundamentele rechten van de betrokkenen. 37. In het kader van de verwezenlijking van de doeleinden betekent dit dat de burger die een sociale lening, sociale koop of sociale huur aanvraagt, zeer precies dient te weten welke gegevens determinerend zijn voor het verkrijgen van dit voordeel en het behoud ervan, en op welke manier deze informatie zal gecontroleerd worden. 38. Ter zake stelt het Comité vast dat: a. in het aanvraagformulier voor sociale leningen volgende passage is opgenomen: De ondergetekenden machtigen hierbij uitdrukkelijk en onherroepelijk de Federale overheidsdienst Financiën om rechtstreeks aan het Vlaams Woningfonds alle nodige inlichtingen te verstrekken aangaande hun patrimoniale en fiscale toestand met het oog op het bekomen en behouden van een sociale lening. De ondergetekenden geven aan het Vlaams Woningfonds toelating om alle gegevens, die zij nodig acht voor een solvabiliteitsonderzoek (waaronder de identiteitsgegevens van hun respectievelijke werkgevers), op te vragen bij de bevoegde instanties. Zij bevestigen dat zij er in kennis van werden gesteld dat zij overeenkomstig de wet van 8 december 1992 recht hebben op toegang tot en correctie van alle informatie die het Vlaams Woningfonds verzamelt en verwerkt met het oog op het onderzoek en het beheer van hun leningsaanvraag;. b. de aanvraag voor de aankoop van een sociale huurwoningen momenteel gebeurt op basis van het aanvraagformulier sociale huur (zie hierna onder punt c);

Beraadslaging FO 10 /2015-11/12 c. in het aanvraagformulier met het oog op de huur van sociale woningen volgende passage is opgenomen: Ondergetekenden namen er eveneens kennis van dat: zij door hun inschrijving toestemming geven aan het Vlaams Woningfonds om bij de bevoegde overheden en instellingen en bij de lokale besturen de noodzakelijke verklaringen, attesten of gegevens betreffende de voorwaarden en verplichtingen inzake de inschrijving voor en de verhuring van een sociale huurwoning te verkrijgen ( ) ; 39. Gelet op deze vermeldingen in voornoemde formulieren, is het Comité van oordeel dat de door de aanvrager geplande gegevensverwerkingen conform het transparantiebeginsel verlopen. Tot slot verduidelijkt het Comité nog dat het voldoen aan de informatieplicht niet verhindert dat wanneer de aanvrager beslist om sociale voordelen te beëindigen, hij de burger die bij hem een aanvraag indiende moet inlichten over de oorsprong van de gegevens die gebruikt werden alsook over de logica die aangewend werd voor het nemen van de beslissing. 4. Informatiebeveiliging 40. De aanvrager behoort tot het netwerk van de Sociale Zekerheid 11 en is bijgevolg onderworpen aan het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. Dit betekent dat hij beschikt over een consulent inzake informatiebeveiliging waarvan de aanduiding werd voorgelegd aan het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid en over een informatiebeveiligingsplan met vermelding van alle voor de uitvoering ervan noodzakelijke middelen. De door de aanvrager genomen veiligheidsmaatregelen kunnen als passend worden bestempeld. Het Comité onderstreept niettemin dat het onder meer de taak van de consulent inzake informatiebeveiliging is om er op toe te zien dat: enkel de gerechtigde personen toegang hebben tot onderhavige gegevens; de toegangsgerechtigde personen deze toegang enkel gebruiken met het oog op de verwezenlijking van de in luik 1 vermelde doeleinden. 41. Wat de FOD Financiën betreft heeft het Comité reeds in vroegere beraadslagingen het veiligheidsbeleid en de aanduiding van de consulent inzake informatiebeveiliging geëvalueerd. 11 Zie ook koninklijk besluit van 4 maart 2005 tot uitbreiding van het netwerk van de sociale zekerheid tot de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor wat betreft hun opdrachten inzake het recht op maatschappelijke dienstverlening, met toepassing van artikel 18 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.

Beraadslaging FO 10 /2015-12/12 OM DEZE REDENEN, het Comité 1 verklaart zich onbevoegd voor het gedeelte van de aanvraag dat betrekking heeft op de om de mededeling van persoonsgegevens inzake niet-belastbare vervangingsinkomsten en leefloon (zie randnummer 6); 2 machtigt het Vlaams Woningfonds cvba en de FOD Financiën om de gegevensverwerkingen beschreven in deze beraadslaging, uit te voeren, voor zover en voor zolang de voorwaarden als beschreven in deze beraadslaging worden nageleefd (zie randnummers 9, 25, 29-31, 34 en 39). 3 beslist het Comité dat het zich het recht voorbehoudt om, in voorkomend geval en op geregelde tijdstippen, de effectieve en duurzame toepassing te controleren van technische en organisatorische maatregelen die conform de stand van de techniek zijn en van aard om de risico s adequaat te dekken. In dit verband gebiedt het Comité de partijen/de aanvrager iedere relevante wijziging in de beveiliging van de gemachtigde verwerkingen aan het Comité mee te delen. Voor de Wnd. Administrateur, afw. De Voorzitter, (get.) An Machtens Wnd. Afdelingshoofd ORM (get.) Stefan Verschuere