De Hogeschool van Arnhem Nijmeg (HAN) omvat vier faculteit: Faculteit Gezondheid, Gedrag Maatschappij Faculteit Educatie Faculteit Economie Managemt Faculteit Techniek Handleiding Werkplekler voor deeltijdopleiding Tweedegraads Leraropleiding ILS-HAN 2013-2014 Niets uit deze uitgave mag word vermigvuldigd /of opbaar word gemaakt op ige wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming de auteursrechthebbde. Daarvoor kan m zich richt tot de directeur van de betreffde opleiding van de HAN. 2616 www.han.nl
Handleiding Werkplekler voor deeltijdopleiding Tweedegraads Leraropleiding ILS-HAN 2013-2014
2
4
Inleiding Deze handleiding is bestemd voor alle betrokk bij het werkplekler in de deeltijdbacheloropleiding van de tweedegraads leraropleiding van het Instituut voor Leraar School van de Hogeschool van Arnhem Nijmeg (ILS-HAN) te wet: studt, werkplekbegeleiders (spd s), opleidingsteams in de school (ab-teams) instituutsopleiders van ILS-HAN. ILS-HAN telt elf bacheloropleiding tot tweedegraads doct (Nederlands, Frans, Duits, Engels, geschiedis, aardrijkskunde, economie, natuurkunde, scheikunde, biologie wiskunde). Vanaf cursusjaar 2013-2014 bied zes opleiding (Nederlands, Duits, Engels, Frans, economie wiskunde) naast e voltijdopleiding ook nog e deeltijdopleiding aan. Elke opleiding kt drie fas: e propedeutische fase, e hoofdfase e eindfase. Werkplekler maakt deel uit van elke fase. Gekoz is voor het woord werkplekler omdat dat meer dan het oude woord stage aangeeft dat studt ler tijds hun werk in de praktijk. Het werkplekler vormt e wezlijk onderdeel van de totale leraropleiding; de leraropleiding is immers e beroepsopleiding. In de period waarin het werkplekler uitgevoerd wordt, zijn er opleidingsbijekomst voor studt. Knis verwerv verwerk, oef met vaardighed ler van medestudt zijn daarin drie belangrijke pijlers. Uitgangspunt daarbij zijn steeds: koppel van theorie praktijk; voortbouw op reeds verworv knis; voortbouw op (eerdere) ervaring hierop reflecter, Het werkplekler in de deeltijd opleiding bestaat uit drie del: Werkplekler 1: e oriënterde stage in de eerste fase van de opleiding; Werkplekler 2: e begeleide stage in de tweede fase van de opleiding; Werkplekler 3: e eindstage in de laatste fase van de bacheloropleiding. Deze drie vorm van werkplekler word in deze handleiding afzonderlijk besprok. Deze handleiding bevat alle informatie over het werkplekler van deeltijdstudt van ILS-HAN de uitgangspunt van de opleiding. Met deze handleiding hop we u e helder totaaloverzicht te kunn verstrekk. Belangrijke begripp rond werkplekler in de deze handleiding: Instituutsopleider = instituutsdoct die vanuit het instituut de studt voorbereidt op begeleidt bij het werkplekler. Schoolpracticumdoct (spd) of werkplekbegeleider op ROC s (wpb) = vakdoct die op school het werkplekler begeleidt. Algeme begeleider vanuit het instituut (abi): tweedelijns begeleider op school, verantwoordelijk naar het instituut voor de kwaliteit van begeleiding beoordeling van het werkplekler. Algeme begeleider van de school (abs): tweedelijns begeleider op school, verantwoordelijk naar de school voor de kwaliteit van begeleiding beoordeling van het werkplekler. Abi abs vorm sam het ab-team. Instituutspracticumdoct (ipd) = e instituutsopleider die verantwoordelijk is voor de begeleiding beoordeling binn e stageschool. ILS-HAN wst alle betrokk veel succes bij de uitvoering van het werkplekler. Voor evtuele opmerking suggesties bij deze handleiding houd wij ons aanbevol. NB: De meest actuele gegevs over werkplekler van ILS-HAN vindt u hier: www.bureau-extern.nl > stages > Stages ILS-HAN > etc. Commissie Werkplekler ILS-HAN Juni 2013 5
1. E overzicht van de verschillde vorm van werkplekler Studt zijn tijds hun stage 8 ur per dag actief bezig met hun leerproces door actief te participer in de dagelijkse process van de school. Werkplekler 1 Lgte 16 dag, 2 dagdel per week Periode periode II III (11-11- 13 tot 4-04- 14) óf e baan (minimaal 28 dagdel) Dag() in de week die beschikbaar zijn voor activiteit op schol Hoofddoel Aantal less Groepsgrootte Begeleidingstijd spd Contactmomt In overleg Knismak met het leraarschap; contact met leerling lesgev; Minimaal 10 actieve interactie/onderwijsactiviteit met groep leerling (die sam ingevuld kunn word) Individueel of in tweetall 15 uur Bij samwerkings- opleidingsschol regelt het ab-team dat zelf. Bij stageschol vindt in principe ge lesbezoek plaats van e instituutspracticumdoct; slechts in uitzonderlijke gevall wordt hiervan afgewek. De instituutspracticumdoct is bij het eindbeoordelingsgesprek als examinator aanwezig als de reisafstand tuss het ILS de stageschool niet meer dan anderhalf uur bedraagt. Werkplekler 2 Lgte Periode Hoofddoel Begeleidingstijd spd Contactmomt abi/ipd 16 wek blok: periode I+II (09-09- 13 tot 17-01- 14) OF blok: periode III+IV (10-02- 14 tot 20-06- 14) OF lint: periode I IV (09-09- 13 tot 20-06- 14) Minimaal 48 dag totaal blok: 16 wek à 6 dagdel lint: 32 wek à 3 dagdel baan: 48 dag Lesgev andere docttak 60 uur per duo; begeleiding tevs door het ab-team Bij samwerkings- opleidingsschol regelt het ab-team dat zelf. Bij stageschol wordt bekek of e lesbezoek van de instituutspracticumdoct wselijk is. De instituutspracticumdoct is bij het eindbeoordelingsgesprek als examinator aanwezig als de reisafstand tuss het ILS de stageschool niet meer dan anderhalf uur bedraagt. 6
2. Uitgangspunt bij het opleid 2.1. Compettiegericht opleid Het curriculum van de tweedegraads leraropleiding van ILS-HAN is compettiegericht opgezet. De competties zoals deze ontwikkeld zijn door het Samwerkingsverband Beroepskwaliteit Lerar (SBL) ( zijn opgom in de wet BIO) staan ctraal in alle opleiding van ILS-HAN. De zev competties zijn: - interpersoonlijk compett; - pedagogisch compett; - vakinhoudelijk vakdidactisch compett; - organisatorisch compett; - compett in het samwerk met collega s; - compett in het samwerk met de omgeving; - compett in reflectie ontwikkeling. Op ILS-HAN wordt vanuit verschillde context steeds opnieuw gewerkt aan de ontwikkeling van de competties. Deze context word aangeduid als beroepstak. ILS-HAN kt e vijftal beroepstak: - lesgev train in het vak/leergebied; - begeleid van lerde(n); - ontwerp van leerarrangemt in het vak/leergebied; - bijdrag aan de onderwijsorganisatie; - ontwikkel van vakdeskundigheid. De kern van compettiegericht opleid is dat de studt ervoor zorg draagt dat hij aan het eind van de opleiding zijn competties beheerst. Dit doet hij door zich, met het einddoel voor og, steeds af te vrag: wat kan ik al wat moet ik nog ler, m.a.w. door zijn eig leervrag te stell. Elk van de drie fas wordt afgeslot met e integrale toets, waarin de studt aantoont de competties op gewst niveau te beheers. E digitaal portfolio maakt deel uit van deze toets. In het curriculum van de opleiding neemt het ler in de praktijksituatie, het werkplekler, e ctrale plaats in bij de compettieontwikkeling van studt. Het werkplekler, dat plaatsvindt op de schol, komt in iedere fase van de opleiding aan bod wordt aangestuurd vanuit het instituut vanuit de school. Voorafgaand aan het werkplekler stelt de studt e concept-leerwerkplan op onder begeleiding van de instituutsopleider; deze verlet zijn voorlopige goedkeuring. Sam met de begeleiders op de leerwerkplek (schoolpracticumdoct ab-team) afhankelijk van de mogelijkhed die de school biedt, concretiseert de studt zijn leerwerkplan maakt er in nauwe samspraak met zijn spd e definitieve versie van. De spd het ab-team zi sam met de studt toe op de uitvoering van het leerwerkplan. Daartoe schrijft de studt t behoeve van zijn begeleiders regelmatig e reflectieverslag. De begeleiding zal erop gericht zijn de studt te ondersteun bij zijn ontwikkeling. Het leerwerkplan is e belangrijk middel bij de begeleiding e groeidocumt ; indi de studt zich anders dan verwacht ontwikkelt is het goed mogelijk dat het leerwerkplan tusstijds wordt aangepast. Het instituut streeft er naar de studt tijds de opleiding te lat rouler over verschillde schol zodat zij in aanraking kom met verschillde schooltyp e diversiteit aan onderwijsconcept. 8
2.2. Het begeleidingssysteem Op opleidings- samwerkingsschol is e begeleidingsteam (ab-team) aanwezig. De begeleider vanuit de school (abs) de begeleider vanuit het instituut (abi) vorm sam het opleidingsteam op de school. Dit team is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de begeleiding beoordeling van alle studt van ILS-HAN, ILS-RU ArtEZ. Het verzorgt met name de tweedelijns begeleiding van de HAN- studt, terwijl de schoolpracticumdoct met name de eerstelijns begeleiding verzorgt. In incidtele gevall, als het functioner van e studt als twijfelachtig wordt ervar, kan door het ab-team eerstelijns ondersteuning gebod word. Het ab-team onderhoudt contact met de studt, de schoolpracticumdoct de instituutsopleider van het instituut ( is verantwoordelijk voor de begeleiding beoordeling van de studt op de school). In de tweede plaats draagt het ab-team zorg voor de professionalisering van de schoolpracticumdoct. Het adviseert deelname aan cursuss begeleidingsvaardighed. Op school kunn bijekomst met schoolpracticumdoct belegd word. T slotte levert het ab-team e bijdrage aan de ontwikkeling van het opleidingsbeleid op de school aan de opzet van e opleidingsprogramma op school. Op opleidingsschol kan de abi ook lid van het ontwikkelteam van de opleidingsschool zijn. Op stageschol wordt de studt op school begeleid door de spd op het instituut door de ipd (instituutspracticumdoct). 2.3. Leerwerktak leertak E leerwerktaak is e authtieke, hele unieke taak, die de individuele studt tijds het werkplekler besluit uit te voer, om binn de vastgestelde beroepstak de vereiste competties te ontwikkel te verwerv. De inhoud van de leerwerktaak staat niet vast. Alle activiteit die e studt op de werkplek uitvoert, word beschouwd als leerwerktak, met uitzondering van het uitvoeringsdeel van de leertak (opdracht vanuit het instituut). Toelichting: Authtiek: Het is e authtieke taak omdat e goede leerwerktaak afgeleid is van e reguliere taak in het beroep. Heel: Het is e hele taak omdat de integrale aard van de taak behoud is, zodat studt ler de verschillde samstellde bekwaamhed (knis, vaardigheid, attitude, overtuiging) voor de taakuitvoering in samhang in te zett. Individueel: Het is e individuele taak omdat deze is toegesned op de individuele leerbehoeft leerdoel van de studt. Uniek: Het is e unieke taak omdat het e taak is die zich afspeelt op het snijvlak van ler én werk, waarbij het ler van de studt ctraal staat binn de unieke leeromgeving van de specifieke stageschool van de studt. Leerwerktak zijn ge extra tak, maar hulpmiddel om de stageactiviteit gestructureerd vorm te gev. Leerwerktak word door de studt opgom in het leerwerkplan. Naast leerwerktak kn we leertak. E leertaak is e opdracht die e studt tijds het werkplekler uitvoert t behoeve van e door het instituut aangebod onderwijseheid (OWE). Alle het uitvoeringsdeel van e leertaak wordt tijds de stage gedaan; de voorbereiding verwerking van de leertaak behor bij de studielast van de OWE. De studielast voor studt voor zowel leerwerktak als leertak moet pass binn de totale studielast van e bepaald type werkplekler. 9
2.4. Registratie stagiairs Stagiairs van ILS-HAN word door Bureau Extern geplaatst geregistreerd. De nam van stagiairs word met relevante gegevs (adres, mailadres, nam van begeleiders met mailadres etc.) op de website van Bureau Extern vermeld. (Zie: www.bureau-extern.nl > mijn stages > overzicht stages) Wanneer e studt niet geregistreerd is, betekt dat, dat hij formeel ge stage loopt bijv. dat hij niet vanuit de HAN verzekerd is. (Zie: www.bureau-extern.nl > stages > stages algeme > stagecontract). Elke geregistreerde stagiair valt onder het zgn. mantelstagecontract, waarin recht, plicht verzekering geregeld zijn. Omdat deeltijdstudt in e aantal gevall zélf stageplaats regel, word alle betrokk uitgodigd toe te zi of de studt zich bij Bureau Extern heeft geregistreerd. Studt die als lio word aangesteld, vall niet onder het mantelstagecontract (eindstagiairs met of zonder vergoeding wel); voor h wordt e leerarbeidsoverekomst getekd. Om informatie over studt stageplaats te kunn inzi, is e inlogaccount vereist. Betrokk kunn e account aanvrag bij Bureau Extern. E inlogaccount biedt tevs de mogelijkheid gegevs via e mutatieformulier de gegevs op de site aan te vull of aan te pass. (Zie: www.bureau-extern.nl > mijn stages > mutatieformulier) 10
3. Samwerking met het werkveld In iedere bacheloropleiding van ILS-HAN is het werkplekler e kritische succesfactor in het opleidingstraject van e studt. Dit is de red waarom ILS-HAN het werkplekler kwalitatief goed wil inricht borg. Om het werkplekler verantwoord uit te voer is e goede relatie met schol esstieel. ILS-HAN streeft naar e verdere intsivering van de samwerking met schol. 3.1. Schooltyp ILS-HAN werkt met drie typ schol: de (academische) opleidingsschool, de samwerkingsschool de stageschool. Hierna word deze drie typ toegelicht. Opleidingsschool ILS-HAN heeft met 5 schol(groep) e partnerschap opleidingsschool geslot. Het begrip opleidingsschool is door de staatssecretaris gedefinieerd als: het partnerschap tuss één of meer schol voor po, vo /of bve één of meer hogeschol /of universiteit die met één of meer van hun leraropleiding in gezamlijkheid toekomstige lerar voor e groot gedeelte van hun tijd op de werkplek opleid. E opleidingsschool is NVAO-geaccrediteerd krijgt e financiële vergoeding van het ministerie. De opleidingsschol waarin ILS-HAN participeert, word ingericht op basis van het partnermodel. Dit betekt dat de vo-partnerschool mede de verantwoordelijkheid op zich neemt voor e deel van het curriculum; dus niet alle voor de stagecompont. De vo-partnerschool verzorgt één of meer opleidingsonderdel, neemt de supervisie op zich van de professionele ontwikkeling van de aanstaande leraar leidt coaches begeleiders op voor dit werk. ILS-HAN werkt in de opleidingsschol onder het motto Sam-Opleid intsief sam met de partners. Binn elke opleidingsschool is e ab-team aanwezig bestaande uit e algeme begeleider uit het instituut (abi) e algeme begeleider uit de school (abs). Alle opleidingsschol zijn academische opleidingsschol. Dat betekt dat deze schol het opleid van lerar verbind met praktijkgericht onderzoek met het bevorder van schoolontwikkeling innovatie. Samwerkingsschool E samwerkingsschool is e school waarmee het ILS e intsieve samwerking heeft voor het opleid van lerar. De samwerkingsschool heeft e Keurmerk ILS Samwerkingsschol of streeft ernaar dit te behal. De kwaliteit van de activiteit wordt met dit keurmerk geborgd. Evals op de opleidingsschol is op samwerkingsschol e ab-team werkzaam. Stageschool E stageschool is e school waarop incidteel stagiairs word geplaatst. Er is ge structurele samwerking met ILS-HAN. Het werkplekler wordt begeleid door e spd e ipd. Zie verder www.bureau-extern.nl > schol voor e overzicht van alle opleidings- samwerkingsschol met nadere informatie. 3.2. Communicatie over het werkplekler Om het werkplekler optimaal te lat verlop, is e goede communicatie tuss alle betrokk gewst. Het moet voor iedere duidelijk zijn hoe de taakverdeling is wat van elke betrokke verwacht wordt binn de aangegev tijdsbestekk. In de communicatie over het werkplekler spel zowel de instituutsopleider als de spd het abteam van de school of de ipd e cruciale rol. 11
Voorbereiding werkplekler De instituutsopleider bereidt iedere studt voor op het werkplekler. De studt ontwikkelt vóór de start van het werkplekler in overleg met de instituutsopleider e concept-leerwerkplan. Pas wanneer e concept-leerwerkplan door de instituutsopleider is goedgekeurd kan de studt in gesprek tred met de school. Het ab-team op school heeft de bevoegdheid studt zonder e goedgekeurd concept-leerwerkplan terug te stur naar de instituutsopleider. De studt stelt zo nodig de spd het ab-team op de hoogte van persoonlijke omstandighed die van belang zijn om hem zo goed mogelijk te kunn begeleid. Start werkplekler Zo snel mogelijk na de plaatsing neemt e studt contact op met de school, in eerste instantie met de stagecontactpersoon (dat is vaak de abs) daarna met de spd. In nauwe samwerking met de spd past de studt zijn concept-leerwerkplan aan verwerkt het tot e definitieve versie. In de regel verzorgt het ab-team, veelal sam met de spd s, e startbijekomst voor stagiairs op school. Tijds het werkplekler Het ab-team monitort alle stages op school; daartoe heeft het periodiek contact met elke spd tijds de periode van werkplekler. Indi de stage niet verloopt zoals mag word verondersteld, voer de spd veelal (e lid van) het ab-team met de studt e beoordelingsgesprek waarin (nieuwe) afsprak word gemaakt. Indi daarna toch ge voortgang wordt geboekt door de studt, kunn de spd het ab-team besluit de stage af te brek. De abi houdt de instituutsopleider op de hoogte; bij e voortijdige beëindiging van de stage meldt de abi dit aan Bureau Extern (dit kan via het eerdergoemde mutatieformulier op de website). Elke vorm van werkplekler kt e tusstijds evaluatiemomt e eindevaluatie. Dat betekt dat er bij elke stage e tussbeoordelingsgesprek e eindbeoordelingsgesprek met de studt wordt gevoerd dat er beoordelingsrapportages word geschrev. Zie de vastgestelde beoordelingsprocedures zoals die in deze handleiding zijn beschrev. Stageschol Op stageschol is ge ab-team aanwezig. Er is e spd op de school vanuit het instituut is er e instituutsopleider e ipd die sam afsprak mak over begeleiding beoordeling van de studt. 12
4. Werkplekler 1 4.1. De voorbereiding 4.1.1. Toelating tot werkplekler 1 Toelaatbaar tot werkplekler 1 is iedere studt in de propedeutische fase die te kn heeft gegev zich definitief te will oriënter op het onderwijs die de verplichte voorbereiding heeft getroff. Werkplekler 1 heeft als kern: Oriëntatie op het beroep van doct in alle facett. De vraag die de studt aan het eind moet kunn beantwoord is: Wil kan ik in mijn vak doct word? 4.1.2. De stageplaatstoedeling Stageplaats word door Bureau Extern geworv bij schol voor vo mbo per vak of leergebied. Studt word bij voorkeur op e opleidings- of samwerkingsschool geplaatst. E reistijd van 1,5 uur (kele reis vanaf het dichtstbijzijnde station) behoort tot de mogelijkhed. De stageplaatstoedeling verloopt als volgt: Bureau Extern werft stageplaats. De studt ontvangt e stageaanvraagformulier waarop hij de voorkeursregio vermeldt. Bureau Extern deelt, zoveel mogelijk reking houdd met de voorkeur van de studt, de beschikbare plaats toe. Deze toedeling wordt mede beïnvloed door afsprak die gemaakt zijn met de schol in de regio. De stagecontactpersoon van e opleiding kan in overleg met Bureau Extern wijziging aanbrg in de plaatsing. Daarna is de indeling definitief word de schol, de studt de stagecontactperson door Bureau Extern op de hoogte gesteld van de indeling. E week later nem studt contact op met de school. E deeltijdstudt kan ook zelf e stageplaats zoek of inbrg; hij geeft dit aan op het stageaanvraagformulier. 4.1.3 Het leerwerkplan In de periode die voorafgaat aan het werkplekler volgt de studt op het instituut e voorbereidingstraject, bedoeld om e succesvol stagetraject te kunn doorlop. Het eindproduct van het voorbereidingstraject is e concept-leerwerkplan dat door de instituutsopleider is goedgekeurd. Vanaf e van de eerste overlegsituaties met de schoolpracticumdoct zal de conceptversie van het leerwerkplan besprok word. De schoolpracticumdoct bespreekt met de studt de mogelijke leeractiviteit de doel die daarbij hor. Op basis van die gesprekk over leeractiviteit de bijbehorde leerdoel stelt de studt de definitieve versie van het leerwerkplan op. Het gewijzigde leerwerkplan wordt vervolgs ter goedkeuring aan de schoolpracticumdoct voorgelegd; zodra deze het leerwerkplan heeft goedgekeurd levert de studt het in bij de instituutsopleider. Het leerwerkplan van de studt vormt de basis bij de begeleiding tijds het werkplekler. Het bevat e beschrijving van de concrete doel van de studt alle leeractiviteit waarmee hij deze doel wil bereik. Zonder e goedgekeurd concept-leerwerkplan kan e studt niet met het werkplekler start. Het leerwerkplan is ge statisch documt maar e groeidocumt; afhankelijk van de ontwikkeling kunn wijziging wselijk zijn. Het eerste deel van het leerwerkplan (paragraaf 1 t/m 4) wordt opgesteld tijds de voorbereiding van de stage op het instituut. Het tweede deel van het leerwerkplan (paragraaf 5 t/m 8) wordt opgesteld sam met de spd bij de start van de stage. Uiterlijk na vier wek wordt het definitieve leerwerkplan, inclusief e schriftelijke goedkeuring door de spd, ingeleverd. Het ab-team ziet op deze procedure toe. Op de volgde pagina is e format voor het leerwerkplan te vind. 13
Format leerwerkplan voor het werkplekler: 1. Voorkant 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding 3.1. Opbouw bedoeling van het leerwerkplan 3.2. Oriëntatie op je stageschool. Geef e korte schets van de school. Daarvoor maak je in ieder geval gebruik van informatie op internet (bijv. http://www.bureau-extern.nl > schol > schoolprofiel de site van de school). 3.3. E verslag van het knismakingsgesprek. 4. Wie b ik, waar sta ik nu waar wil ik naar toe? Hoe zie ik mezelf als aankomd doct? - Inleiding; wie b ik? - E sterkte-zwakte-analyse. - De resultat, actieplann beoordeling van vorige stages (bij wpl2 volgde). - Wat wil ik nou eiglijk ler? / waarin wil ik me het meest ontwikkel?/ op welke vrag wil ik antwoord krijg? De onderdel 5 6 word sam met de spd opgesteld: 5. W elke leeractiviteit ga ik uitvoer wat zijn daarin mijn leerdoel? Spreek met de spd activiteit af ín die activiteit formuleer je je leerdoel. Betrek hierbij ook de leertak van het instituut. 6. Afsprak met de school je begeleider(s) 7. E lijst met nam, (email)adress telefoonnummers van alle betrokk. 8. Fiattering leerwerkplan Handteking van de schoolpracticumdoct de instituutsopleider. 4.2. De uitvoering van werkplekler 1 4.2.1. De begeleiding in opleidings- samwerkingsschol De begeleiding op de school wordt verzorgd door e schoolpracticumdoct, op samwerkings- opleidingsschol aangevuld met activiteit van het ab-team. E schoolpracticumdoct heeft 15 ur voor werkplekler 1 om e duo studt te begeleid. Het is belangrijk dat spd studt goede afsprak mak over de begeleidingstijdstipp de wijze van begeleid. Uitgangspunt is dat er één uur per week besteed wordt aan begeleidingsgesprekk. Op samwerkings- opleidingsschol is de abi de vertegwoordiger van het ILS. 4.2.2. De beoordeling in opleidings- samwerkingsschol Halverwege aan het eind van wpl1 voer spd studt e (tuss-)evaluatiegesprek waarin de volgde vrag ctraal staan o Is het onderwijs wel iets voor mij? o B ik wel iets voor het onderwijs? Indi gewst verlet het ab-team ondersteuning bij de evaluatie. De evaluatiegesprekk verlop als volgt: Halverwege aan het einde van de stage beoordeelt de schoolpracticumdoct, in samspraak met het ab-team, de onderwijsbekwaamheid van de studt. We gaan ervan uit dat alle betrokk onderstaande procedure zorgvuldig uitvoer. Voorbereiding studt: De studt is medeverantwoordelijk voor het tijdig mak van e afspraak voor het beoordelingsgesprek. 14
Ter voorbereiding schrijft de studt e zelfevaluatie. Hij gebruikt daarbij het format met de aanwijzing in bijlage 1a. Hij bezorgt deze zelfevaluatie e week van te vor bij zijn spd zodat deze in de gelegheid is om het vóór het evaluatiegesprek te lez. Als de studt zijn zelfevaluatie niet op tijd inlevert kan het beoordelingsgesprek niet doorgaan. Voorbereiding spd: De schoolpracticumdoct stelt e beoordelingsrapportage op. Hiervoor maakt de spd gebruik van het format met de aanwijzing in bijlage 1a: Beoordelingsformulier/zelfevaluatieformulier (voor wpl 1, 2 3). De spd bezorgt dit verslag bij de studt zodat hij dit vóór het gesprek kan lez. Tussbeoordelingsgesprek Het beoordelingsgesprek wordt uitgevoerd door de spd met de studt. E lid van het ab-team kan, indi gewst, aanschuiv bij het gesprek. De spd mogelijk de abi/abs voer met de studt het beoordelingsgesprek op basis van de zelfevaluatie van de studt de beoordelingsrapportage van de spd. Bij e tussbeoordelingsgesprek komt alles aan de orde wat voor e goed verloop van de stage van belang is, maar in ieder geval de in het leerwerkplan goemde leerdoel voornems in het licht van de te verwerv competties. Aan het eind van het gesprek geeft de beoordelaar in het woordrapport van de tussevaluatie e beeld van het functioner van de studt op weg naar de vereiste compettieverwerving door de kwalificatie onvoldode, twijfel of goed te gev. Naar aanleiding van het beoordelingsgesprek kan de beoordelingsrapportage nog word bijgesteld. Tot slot tek spd studt de tussbeoordelingsrapportage. Als begeleiders op afstand wordt van de abs de abi ook e handteking gevraagd. De studt ontvangt e exemplaar van de beoordelingsrapportage het ab-team stuurt de getekde tussbeoordelingsrapportage naar de instituutsbegeleider. Na afloop schrijft de studt e verslag van het tussbeoordelingsgesprek neemt dat sam met de ondertekde beoordelingsrapportage de zelfevaluatie op in zijn dossier. In individuele gevall (bijvoorbeeld e gecomprimeerde stage) kan in overleg met de instituutsopleider word afgewek van bovstaande werkwijze. Bij het eindbeoordelingsgesprek zijn aanwezig de studt, de spd e lid van het ab-team. De spd evt. de abi of abs voer met de studt het eindbeoordelingsgesprek op basis van de zelfevaluatie van de studt de beoordelingsrapportage van de spd. Bij e eindbeoordelingsgesprek komt de compettieverwerving van de studt aan de orde daarnaast alles wat voor e goed verloop van de volgde stage van belang is. Aan het eind van het gesprek wordt e oordeel uitgesprok e (heel) cijfer toegekd. Naar aanleiding van het beoordelingsgesprek kan de beoordelingsrapportage nog word bijgesteld. Tot slot tek spd studt de tussbeoordelingsrapportage. Als begeleiders op afstand wordt van de abs de abi ook e handteking gevraagd. De studt ontvangt daarvan e exemplaar het abteam stuurt de getekde eindbeoordelingsrapportage naar de instituutsbegeleider. Na afloop schrijft de studt e eindverslag naar aanleiding van het eindbeoordelingsgesprek. Dit eindverslag bestaat uit twee onderdel: 1. E korte terugblik op het eindbeoordelingsgesprek van het werkplekler. De terugblik bestaat uit e samvatting van het eindbeoordelingsgesprek uit e korte reflectie op het eindbeoordelingsgesprek waarin in ieder geval (nieuwe) leerdoel word geformuleerd. 2. E onderbouwd antwoord op de vraag Kan wil ik doct word?. Met e onderbouwd antwoord op de vraag wordt bedoeld dat duidelijk moet zijn hoe de studt tot zijn antwoord is gekom wat bepald is geweest voor zijn antwoord. Hij geeft dan bijvoorbeeld aan met welke professionals hij heeft gesprok over zijn prestaties motivatie met betrekking tot het leraarsberoep. En hij formuleert zijn conclusies naar aanleiding van de gesprekk. Dit eindverslag neemt de studt t behoeve van de Integrale Toetsing propedeutische fase op in zijn digitaal portfolio (zie Handleiding Integrale Toetsing ILS-HAN 2013-2014). Het ab-team ziet erop toe, c.q. is er verantwoordelijk voor dat: a. de procedure van de beoordeling correct wordt gevolgd; b. de kwaliteit van de beoordeling in orde is; c. de beoordelingsrapportages door alle betrokk word ondertekd word gecommuniceerd met de instituutsbegeleider. 15
4.2.3. De begeleiding beoordeling in stageschol Als e studt stage loopt op e stageschool is de instituutspracticumdoct de verbindde schakel tuss de opleiding de begeleider van de studt op de werkplek. Eerste contact In de eerste week dat e studt stage loopt neemt de ipd telefonisch contact op met de begeleider. Het is e eerste knismaking. In dit gesprek is er aandacht voor de volgde onderwerp: verloop eerste contact tuss de begeleider de studt? is de Handleiding Werkplekler ontvang? zijn er vrag over de Handleiding Werkplekler? is het beoordelingskader bekek is dat helder? evt. aanvullde informatie uitwissel afsprak mak over het vervolg van het traject del van telefoonnummers evt. e-mailadress Tussevaluatie De studt levert minimaal e week voor de tussevaluatie e zelfevaluatie in bij de spd de ipd. De ipd neemt e week voor de tussevaluatie contact op met de begeleider van e studt op de werkplek. In dit gesprek kan de voortgang van de studt besprok word. Wanneer e begeleider op de werkplek twijfels heeft kan e video-opname van e (deel van e) les gemaakt word. De begeleider op de werkplek in overleg met de studt, zorgt voor e video-opname van e les of e deel van de les. Als de instituutspracticumdoct de video heeft gezi kan e vervolggesprek (evt. e skype-gesprek) plaatsvind tuss de ipd, de begeleider op de werkplek evt. de studt. In uitzonderlijke gevall vindt e stagebezoek plaats. De begeleider op de werkplek voert het tussbeoordelingsgesprek met de studt. De studt, de spd de ipd plaats e handteking op het beoordelingsformulier. Na afloop schrijft de studt e verslag van het tussbeoordelingsgesprek neemt dat sam met de ondertekde beoordelingsrapportage de zelfevaluatie op in zijn dossier. Eindevaluatie De studt levert minimaal e week voor de eindevaluatie e zelfevaluatie in bij de spd de ipd. De ipd neemt ruim voor de eindevaluatie, contact op met de begeleider op de werkplek om e afspraak te mak voor de eindevaluatie. De ipd is aanwezig bij het eindgesprek als examinator. Waar nodig wordt e lesbezoek gekoppeld aan het gesprek van de eindevaluatie. Alle betrokk (studt, spd, ipd) plaats e handteking op het beoordelingsformulier. Na afloop schrijft de studt e verslag van het eindgesprek neemt dat sam met de ondertekde beoordelingsrapportage de zelfevaluatie op in zijn dossier. Begeleiding beoordeling van e studt op e stageschool op meer dan 1,5 uur reistijd van het ILS. Studt die de stage uitvoer op meer dan 1,5 uur reistijd van het ILS (kele reis) word in principe niet door de instituutspracticumdoct bezocht. De procedure van de eindevaluatie wijkt in dit geval af van de hierbov beschrev procedure. Eindevaluatie De studt zorgt ruim voor de eindevaluatie dat e les wordt opgom. Deze (digitale) les wordt overhandigd aan de ipd de begeleider op de werkplek. Tevs draagt e studt er zorg voordat de ipd de begeleider op de werkplek e zelfevaluatie krijg. De ipd neemt contact op met de begeleider op de werkplek om e afspraak te mak over de afronding; dit gesprek kan telefonisch plaatsvind of via skype. De beoordeling van de studt wordt besprok. De begeleider op de werkplek voert het eindgesprek met de studt. De studt is aanwezig bij het telefoongesprek dat de ipd voert met de begeleider op de werkplek: de studt is op het ILS bij de ipd of op de stageschool bij de begeleider op de werkplek. Alle betrokk (studt, spd, ipd) plaats e handteking op het beoordelingsformulier. De studt maakt e verslag van het gesprek neemt dat sam met de ondertekde beoordelingsrapportage de zelfevaluatie op in zijn dossier. 16
5. Werkplekler 2 5.1. De voorbereiding van werkplekler 2 5.1.1. Toelating tot werkplekler 2 E studt is toelaatbaar tot werkplekler 2 indi hij wpl1 voldode heeft afgerond de voorbereiding op wpl2 als voldode is beoordeeld. 5.1.2. De stageplaatstoedeling Stageplaats word door Bureau Extern geworv bij schol voor vo mbo per vak of leergebied. Studt gaan niet zelf op zoek naar e stageplaats. Studt word bij voorkeur op e opleidingsof samwerkingsschool geplaatst. E reistijd van 1,5 uur kele reis, gerekd vanaf het dichtstbijzijnde station, behoort tot de mogelijkhed. De stageplaatstoedeling verloopt als volgt: Bureau Extern werft stageplaats zdt e overzicht van beschikbare plaats naar de instituutsopleiders. De studt ontvangt e stageaanvraagformulier e overzicht van beschikbare stageplaats. De studt oriënteert zich via de schoolprofiel op www.bureau-extern > schol > schoolprofiel via de schoolwebsites op de opleidingsschol die e stageplaats aanbied. De studt geeft op het aanvraagformulier zijn voorkeur voor e stageplaats aan motiveert deze. Bureau Extern deelt, zoveel mogelijk reking houdd met de voorkeur van de studt, de beschikbare plaats toe. Deze toedeling wordt mede beïnvloed door afsprak die gemaakt zijn met de schol in de regio. De stagecontactpersoon van e opleiding kan in overleg met Bureau Extern wijziging aanbrg in de plaatsing. Daarna is de indeling definitief word de schol, de studt de instituutsopleiders door Bureau Extern op de hoogte gesteld van de indeling. E week later nem studt contact op met de school. E deeltijdstudt kan ook zelf e stageplaats zoek of inbrg; hij geeft dit aan op het stageaanvraagformulier. 5.1.3. Het leerwerkplan In de periode die voorafgaat aan het werkplekler volgt de studt op het instituut e voorbereidingstraject met als doel werkplekler 2 succesvol te doorlop. Het eindproduct van het voorbereidingstraject is e concept-leerwerkplan dat door de instituutsopleider is goedgekeurd. Vanaf e van de eerste overlegsituaties met de schoolpracticumdoct zal de conceptversie van het leerwerkplan besprok word. De schoolpracticumdoct bespreekt met de studt de mogelijke leeractiviteit de doel die daarbij hor. Op basis van die gesprekk over leeractiviteit de bijbehorde leerdoel stelt de studt de definitieve versie van het leerwerkplan op. Het gewijzigde leerwerkplan wordt vervolgs ter goedkeuring aan de schoolpracticumdoct voorgelegd; zodra deze het leerwerkplan heeft goedgekeurd levert de studt het in bij de instituutsopleider. Het leerwerkplan van de studt vormt de basis bij de begeleiding tijds het werkplekler. Het bevat e beschrijving van de concrete doel van de studt alle leeractiviteit waarmee hij deze doel wil bereik. De doel van de studt zijn gebaseerd op de vereiste compettieontwikkeling compettieverwerving op niveau 2. 17
Zonder e goedgekeurd concept-leerwerkplan kan e studt niet met het werkplekler start. Het leerwerkplan is ge statisch documt maar e groeidocumt; afhankelijk van de ontwikkeling kunn wijziging wselijk zijn. Het eerste deel van het Leerwerkplan (paragraaf 1 t/m 4) wordt opgesteld tijds de voorbereiding van de stage op het instituut. Het tweede deel van het Leerwerkplan (paragraaf 5 t/m 8) wordt opgesteld sam met de spd bij de start van de stage. Uiterlijk na vier wek wordt het definitieve leerwerkplan, inclusief e schriftelijke goedkeuring door de spd, ingeleverd. Het ab-team ziet op deze procedure toe. Zie voor e format leerwerkplan paragraaf 4.1.3. 18
5.2. De uitvoering van werkplekler 2 5.2.1. De begeleiding in opleidings- samwerkingsschol De begeleiding op de school wordt verzorgd door e schoolpracticumdoct, op samwerkings- opleidingsschol aangevuld met activiteit van het begeleidingsteam (ab-team). E schoolpracticumdoct heeft 60 ur voor werkplekler 2 om e duo studt te begeleid. Het is belangrijk dat de schoolpracticumdoct de studt goede afsprak mak over de begeleiding. Afspraak is dat er in elk geval wekelijks, liefst tweemaal per week, tijd voor begeleidingsgesprekk wordt ingepland. Op samwerkings- opleidingsschol is de abi de vertegwoordiger van het ILS. In situaties waarin sprake is van twijfel over het functioner van e studt kan e lid van het ab-team e lesbezoek aflegg. 5.2.2. De beoordeling in opleidings- samwerkingsschol Halverwege het werkplekler aan het einde van het werkplekler vindt e beoordelingsgesprek plaats. Beide gesprekk, de tussbeoordeling de eindbeoordeling, gaan als volgt in zijn werk: Halverwege aan het einde van de stage beoordeelt de schoolpracticumdoct, in samspraak met het ab-team, de onderwijsbekwaamheid van de studt. Omdat er aan de beoordeling van het praktijkler door de inspectie hoge eis gesteld word, is het verzoek aan betrokk onderstaande procedure zorgvuldig te volg. Voorbereiding studt: De studt is medeverantwoordelijk voor het tijdig mak van e afspraak voor het beoordelingsgesprek. Ter voorbereiding schrijft de studt e zelfevaluatie. Hij gebruikt daarbij het format met de aanwijzing in bijlage 1a: Beoordelingsformulier/zelfevaluatieformulier (voor wpl 1, 2 3). Hij bezorgt deze zelfevaluatie e week van te vor bij zijn spd opdat deze het verslag vóór het evaluatiegesprek kan lez. Als de studt zijn zelfevaluatie niet op tijd inlevert, kan het beoordelingsgesprek niet doorgaan. Voorbereiding spd: De schoolpracticumdoct stelt e beoordelingsrapportage op. Hiervoor maakt de spd gebruik van het format met de aanwijzing in bijlage 1a. De spd bezorgt dit verslag bij de studt zodat hij dit vóór het gesprek kan lez. Tussbeoordelingsgesprek Het beoordelingsgesprek wordt uitgevoerd door de spd met de studt. E lid van het ab-team kan, indi gewst, aanschuiv bij het gesprek. De spd mogelijk de abi of abs, voer met de studt het beoordelingsgesprek op basis van de zelfevaluatie van de studt de beoordelingsrapportage van de spd. Bij e tussbeoordelingsgesprek komt alles aan de orde wat voor e goed verloop van de stage van belang is, maar in ieder geval de in het leerwerkplan goemde leerdoel voornems in het licht van de te verwerv competties. Aan het eind van het gesprek geeft de beoordelaar in het woordrapport van de tussevaluatie e beeld van het functioner van de studt op weg naar de vereiste compettieverwerving door de kwalificatie onvoldode, twijfel of goed te gev. Naar aanleiding van het beoordelingsgesprek kan de beoordelingsrapportage nog word bijgesteld. Tot slot tek spd studt de tussbeoordelingsrapportage. Als begeleiders op afstand wordt van de abs de abi ook e handteking gevraagd. De studt ontvangt e exemplaar van de beoordelingsrapportage het ab-team stuurt de getekde tussbeoordelingsrapportage naar de instituutsbegeleider. Na afloop schrijft de studt e verslag van het tussbeoordelingsgesprek neemt dat sam met de ondertekde beoordelingsrapportage de zelfevaluatie op in zijn dossier. Eindbeoordelingsgesprek Bij het eindbeoordelingsgesprek zijn aanwezig de studt, de spd e lid van het ab-team. De spd evt. de abi of abs voer met de studt het eindbeoordelingsgesprek op basis van de zelfevaluatie van de studt de beoordelingsrapportage van de spd. 19
Bij e eindbeoordelingsgesprek komt de compettieverwerving van de studt aan de orde daarnaast alles wat voor e goed verloop van de volgde stage van belang is. Aan het eind van het gesprek wordt e oordeel uitgesprok e (heel) cijfer toegekd. Naar aanleiding van het beoordelingsgesprek kan de beoordelingsrapportage nog word bijgesteld. Tot slot tek spd studt de tussbeoordelingsrapportage. Als begeleiders op afstand wordt van de abs én de abi ook e handteking gevraagd. De studt ontvangt daarvan e exemplaar het abteam stuurt de getekde eindbeoordelingsrapportage naar de instituutsbegeleider. Bij wpl2a schrijft de studt na afloop e verslag van het eindbeoordelingsgesprek neemt dat sam met de ondertekde beoordelingsrapportage de zelfevaluatie op in zijn dossier. Bij wpl2b schrijft de studt na afloop e eindverslag naar aanleiding van het eindbeoordelingsgesprek. Dit eindverslag bestaat uit twee onderdel: 1. E korte terugblik op het eindbeoordelingsgesprek van het werkplekler. De terugblik bestaat uit e samvatting van het eindbeoordelingsgesprek uit e korte reflectie op het eindbeoordelingsgesprek waarin de studt in ieder geval zijn (nieuwe) leerdoel formuleert. 2. E onderbouwd antwoord op de vraag Hoe wil ik mijn leraarschap invull? Met e onderbouwd antwoord op de vraag wordt bedoeld dat duidelijk moet zijn hoe de studt tot zijn antwoord is gekom wat bepald is geweest voor zijn antwoord. De studt geeft dan bijvoorbeeld aan met welke professionals hij heeft gesprok over zijn prestaties motivatie met betrekking tot het leraarsberoep. En hij formuleert zijn conclusies naar aanleiding van de gesprekk. Dit eindverslag neemt de studt t behoeve van de Integrale Toetsing hoofdfase op in zijn digitaal portfolio (zie Handleiding Integrale Toetsing ILS-HAN 2013-2014). Het ab-team ziet erop toe, c.q. is er verantwoordelijk voor dat: a. de procedure van de beoordeling correct wordt gevolgd; b. de kwaliteit van de beoordeling in orde is; c. de beoordelingsrapportages door alle betrokk word ondertekd word gecommuniceerd met de instituutsbegeleider 5.2.3. De begeleiding beoordeling in stageschol Als e studt stage loopt op e stageschool is de instituutspracticumdoct de verbindde schakel tuss de opleiding de begeleider van de studt op de werkplek. Eerste contact In de eerste week dat e studt stage loopt neemt de ipd telefonisch contact op met de begeleider. Het is e eerste knismaking. In dit gesprek aandacht voor: - verloop eerste contact tuss de begeleider de studt? - is de Handleiding Werkplekler ontvang? - zijn er vrag over de Handleiding Werkplekler? - is het beoordelingskader bekek is dat helder? - evt. aanvullde informatie uitwissel - afsprak mak over het vervolg van het traject - del van telefoonnummers evt. e-mailadress Tussevaluatie De studt levert minimaal e week voor de tussevaluatie e zelfevaluatie in bij de spd de ipd. De ipd neemt e week voor de tussevaluatie contact op met de begeleider van e studt op de werkplek. In dit gesprek kan de voortgang van de studt besprok word. Wanneer e begeleider op de werkplek twijfels heeft, kan e video-opname van e (deel van e) les gemaakt word. De begeleider op de werkplek in overleg met de studt, zorgt voor e video-opname van e les of e deel van de les. Als de instituutspracticumdoct de video heeft gezi kan e vervolggesprek (evt. e skype-gesprek) plaatsvind tuss de ipd, de begeleider op de werkplek evt. de studt. In uitzonderlijke gevall vindt e stagebezoek plaats. De begeleider op de werkplek voert het tussbeoordelingsgesprek met de studt. De studt, de spd de ipd plaats e handteking op het beoordelingsformulier. Na afloop schrijft de studt e verslag van het tussbeoordelingsgesprek neemt dat sam met de ondertekde beoordelingsrapportage de zelfevaluatie op in zijn dossier. 20
Eindevaluatie De studt levert minimaal e week voor de eindevaluatie e zelfevaluatie in bij de spd de ipd. De ipd neemt ruim voor de eindevaluatie, contact op met de begeleider op de werkplek om e afspraak te mak voor de eindevaluatie. De ipd is aanwezig bij het eindgesprek als examinator. Waar nodig wordt e lesbezoek gekoppeld aan het gesprek van de eindevaluatie. Alle betrokk, (studt, spd ipd) plaats e handteking op het beoordelingsformulier. Na afloop schrijft de studt e verslag van het eindgesprek neemt dat sam met de ondertekde beoordelingsrapportage de zelfevaluatie op in zijn dossier. Begeleiding beoordeling van e studt op e stageschool op meer dan 1,5 uur reistijd van het ILS. Studt die de stage uitvoer op meer dan 1,5 uur reistijd van het ILS (kele reis) word in principe niet door de instituutspracticumdoct bezocht. De procedure van de eindevaluatie wijkt in dit geval af van de hierbov beschrev procedure. Eindevaluatie De studt zorgt ruim voor de eindevaluatie dat e les wordt opgom. Deze (digitale) les wordt overhandigd aan de ipd de begeleider op de werkplek. Tevs draagt e studt er zorg voordat de ipd de begeleider op de werkplek e zelfevaluatie krijg. De ipd neemt contact op met de begeleider op de werkplek om e afspraak te mak over de afronding; dit gesprek kan telefonisch plaatsvind of via skype. De beoordeling van de studt wordt besprok. De begeleider op de werkplek voert het eindgesprek met de studt. De studt is aanwezig bij het telefoongesprek dat de ipd voert met de begeleider op de werkplek: de studt is op het ILS bij de ipd of op de stageschool bij de begeleider op de werkplek. Alle betrokk (studt, spd, ipd) plaats e handteking op het beoordelingsformulier. De studt maakt e verslag van het gesprek neemt dat sam met de ondertekde beoordelingsrapportage de zelfevaluatie op in zijn dossier. 21
22
6. Werkplekler 3 6.1. Inleiding werkplekler 3 Werkplekler 3 (wpl3) wordt ook wel de zelfstandige eindstage goemd, die, zoals de naam al zegt, de laatste praktijkoefing vormt vóór de studt als bevoegd doct op e school begint. In wpl3 functioneert de studt als beginnd doct: hij geeft zelfstandig les heeft dezelfde tak bevoegdhed als e nieuwe doct, met dat verschil dat er nog veel begeleiding is, op school op het instituut. De studt wordt voor wpl3 indi mogelijk voor wpl3 als leraar in opleiding (lio) aangesteld (conform de lio-cao) anders als zelfstandig eindstagiair, zo mogelijk met vergoeding. Uitgangspunt van de zelfstandige eindstage is dat de leerling de studt die dus ook aangeduid zal word als (beginnd) doct niet zi als stagiair, maar als doct. De eindstagiair krijgt tak die elke beginnd doct op school krijgt. De eindstagiair wordt in alle opzicht behandeld als e beginnd doct, met di verstande dat hij natuurlijk nog niet de capaciteit van e volleerd doct heeft. E studt die de eindstage succesvol heeft afgerond, heeft e start- doorgroeibekwaamheid als tweedegraadsdoct. 6.2. De voorbereiding van werkplekler 3 6.2.1. Toelating tot werkplekler 3 E studt is toelaatbaar tot wpl3 als hij wpl2 heeft afgerond. Er zijn 2 startmomt in het studiejaar voor Werkplekler 3. 6.2.2. De stageplaatstoedeling boeming Stageplaats word door Bureau Extern geworv bij schol voor vo mbo per vak of leergebied. Studt gaan niet zelf op zoek naar e stageplaats. Zo mogelijk wordt elke studt op e samwerkings- of opleidingsschool geplaatst. E reistijd van 1,5 uur kele reis, gerekd vanaf het dichtstbijzijnde station, behoort tot de mogelijkhed. De stageplaatstoedeling verloopt als volgt: Bureau Extern werft stageplaats zdt e overzicht van beschikbare plaats naar de instituutsopleiders. De studt krijgt via zijn instituutsopleider e stageaanvraagformulier met e overzicht van de beschikbare stageplaats. De studt oriënteert zich via de schoolprofiel op www.bureau-extern > schol > schoolprofiel via de schoolwebsites op de opleidingsschol die e stageplaats aanbied. De studt geeft via het stageaanvraagformulier zijn voorkeur voor e stageplaats op motiveert deze. Bureau Extern deelt, zoveel mogelijk reking houdd met de motivatie van de studt, de beschikbare plaats toe. Deze toedeling wordt mede beïnvloed door de afsprak die gemaakt zijn met de schol in de regio. De stagecontactpersoon van e opleiding kan in overleg met Bureau Extern wijziging aanbrg in de plaatsing. Daarna is de indeling definitief word de schol, de studt de instituutsopleiders door Bureau Extern op de hoogte gesteld van de indeling. E week later nem studt contact op met de school. E deeltijdstudt kan ook zelf e stageplaats zoek of e baan inbrg; hij geeft dit aan op het stageaanvraagformulier. Afsprak met de schol De eindstage kt twee variant: lintstage van augustus tot de zomervakantie, aanstelling 0,5 fte (waarvan 0,25 voor werk 0,25 voor studie); blokstage van augustus tot 1 februari, of van 1 februari tot de zomervakantie, aanstelling 1,0 fte (waarvoor 0,50 voor werk 0,50 voor studie). E eindstagiair wordt op school zo mogelijk aangesteld volgs de lio-cao. De meeste zelfstandige 23
eindstages zijn onbetaald; soms wordt e vergoeding verstrekt. E lio heeft in zijn aanstellingsperiode tijd voor ler tijd voor werk. Hieromtrt is het volgde met de schol bepaald: De stageschool roostert de eindstagiair in voor 5-6½ (lintstage) of 10-13 (blokstage) lesur (à 50 minut) per week. Anders gezegd: de studt wordt conform het taakbelastingssysteem van de school ingezet voor e kwart jaartaak (415 klokur) voor e lintstage; bij e blokstage geldt e halve jaartaak (830 klokur).op schol met e andere lesduur wordt dit aantal aangepast. De eindstagiair is 4 dag (blokstage) of 4 dagdel (op maximaal 3 dag) (lintstage) beschikbaar voor de stageschool; er is één instituutsdag, op vrijdag. De roostering van de eindstagiair is zodanig dat hij twee of meer eig klass krijgt. Alle dán heeft hij namelijk gelegheid e (werk)relatie met zijn leerling op te bouw. Het aantal ur kan per school verschill. Dit heeft te mak met de lgte van e lesuur met de wijze waarop de school omgaat met de taakbelasting van doct. De schoolpracticumdoct heeft minsts 3 (blokstage) of 2 (lintstage) uur per week beschikbaar voor begeleiding De begeleiding kan plaatsvind door e of meer schoolbegeleiders; in dat geval spreekt de studt af wie de hoofdverantwoordelijkheid voor de begeleiding op de stageschool draagt. Formeel is e eindstagiair voor het werkgedeelte verantwoording verschuldigd aan de school. Aanstelling/boeming Betaalde lio: De studt wordt op school aangesteld. Hiervoor zijn drie documt van belang: a. de studt ontvangt van de school e akte van boeming/aanstelling; b. de studt zorgt voor e goedgekeurd Leerwerkplan lio-stage; c. er wordt e leerarbeidsoverekomst (lao) getekd door de school, de studt zelf de ipd (zowel de school als de studt ontvang van Bureau Extern e (lege) leerarbeidsoverekomst). d. De studt wordt aangesteld voor ti maand (lintstage) of voor vijf maand (blokstage) 24
De studt houdt er reking mee dat voor zijn boeming/aanstelling aan de school allerlei formaliteit nodig zijn. Er kan gevraagd word naar de volgde documt: e kopie van het paspoort (in verband met de idtificatieplicht) e verklaring omtrt gedrag; (bij de gemete waar de studt woont, kan hij deze aanvrag; zie ook de website van Bureau Extern) e belastingverklaring De studt is er verantwoordelijk voor dat de leerarbeidsoverekomst door de school, zijn instituutsopleider hemzelf zijn getekd levert e kopie in bij Bureau Extern. Alle formaliteit di vóór de start van de lio-stage te zijn afgerond. Zelfstandige eindstage: E eindstagiair die niet als lio is aangesteld, is voor de wet gewoon stagiair. Voor deze studt geld recht, plicht verzekering van het mantelstagecontract dat de studt heeft getekd. Sommige schol sluit ook e eig contract met e zelfstandig eindstagiair. 6.2.3. Het leerwerkplan In de periode die voorafgaat aan de start van de eindstage wordt de studt voorbereid op werkplekler 3 door zijn instituutsopleider(s). In deze voorbereiding staat de ontwikkeling van het concept-leerwerkplan ctraal. In het Leerwerkplan Startbekwaam geeft de studt e onderbouwing van de wijze waarop hij tijds de eindstage zijn competties verder wil ontwikkel. Daarnaast word de doel, de plann de activiteit concreet weergegev. Door middel van het Leerwerkplan Startbekwaam geeft de studt antwoord op de volgde vrag: Wat moet ik, wat kan ik, wat wil ik, waarom wil ik dat hoe wil ik dat gaan do? Hij toont daarmee aan dat hij op het niveau van e lio tijds de eindstage in staat is om als beginnd leraar zelfstandig zelfverantwoordelijk te functioner. Naast het schrijv van e Leerwerkplan Startbekwaam wordt er van de studt verwacht dat hij beschikt over de juiste beroepshouding om succesvol de eindstage te kunn doorlop. Voor het concept-leerwerkplan met de schoolpracticumdoct wordt besprok, is het door de instituutsopleider goedgekeurd. In overleg in samspraak met de spd zal het word aangepast aan de mogelijkhed in de school. De studt neemt in zijn leerwerkplan op welke tak hij op school gaat uitvoer: less, onderwijsactiviteit andere schooltak (alle geformuleerd als leerwerktak). Het gewijzigde leerwerkplan wordt vervolgs ter goedkeuring aan de schoolpracticumdoct voorgelegd. Uiterlijk na vier wek wordt het definitieve leerwerkplan, inclusief e schriftelijke goedkeuring door de spd, ingeleverd bij de instituutsbegeleider. Het ab-team ziet op deze procedure toe. Het leerwerkplan vormt de basis bij het begeleid van het werkplekler. De doel zijn gebaseerd op de vereiste compettieontwikkeling compettieverwerving op niveau 3. 6.3. De uitvoering van de eindstage 6.3.1. De studt als werknemer E studt in de eindfase kan als eindstagiair of als lio zijn eindstage uitvoer. E studt die als lio gaat functioner krijgt e lio-contract aangebod. E lio is meer dan e stagiair: hij is werknemer in de school. Dat heeft diverse consequties voor zijn functioner op school. Voor de zelfstandig eindstagiair geld dezelfde uitgangspunt. De directie is de baas Binn de tijd die de lio aan school werkt is de directie de baas van de lio. Deze zal hem zo nu dan tak opdracht gev, zoals dat ook bij gewone doct gebeurt. De lio is aan de directie van de school verantwoording verschuldigd. De lio dit er ook reking mee te houd dat de school hem (overigs pas na overleg met de opleiding) kan ontslaan. Gedrag E doct heeft e voorbeeldfunctie. E lio zal zich op school, zeker in het bijzijn van leerling, fatsolijk moet gedrag kled hij zal zorgvuldig taalgebruik moet hanter zorgvuldig moet omgaan met de social media. De lio is op tijd op school steekt de hand uit de mouw, ook als dat niet expliciet gevraagd wordt. Hij houdt zich aan afsprak over rok, rommel in school, sectieafsprak etc. 25