Duurzame biomassa. voor betere materialen, energie en brandstoffen

Vergelijkbare documenten
Verslag Biomassadialoog: Workshop 2 14 februari 2008

Klimaatverandering en onze voedselzekerheid

Praktische opdracht ANW Biobased economy keuzekaart

Duurzame biomassa. Een goede stap op weg naar een groene toekomst.

Roadmap naar een duurzame bio-economie in 2030

Strategische visie Biomassa drs. Marten Hamelink Directie Topsectoren & Industriebeleid

Samenvatting. economy.

Les Biomassa LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE. Werkblad. Les Biomassa Werkblad. Over biomassa. Generaties biobrandstoffen

Biomassa: brood of brandstof?

Les Biomassa. Werkblad

Biomassa in het Voorstel voor Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord (VHKA)

Factsheet VKP EU2014 Werkgroep Grondstoffen

Reactie visiedocument: Duurzame bio-economie 2030

Vertaling strategische Visie Biomassa 2030 naar Klimaattafels

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming

Energie uit bintjes en bieten 1981 een doodlopende weg

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Deze notitie heeft als doel een grove schets te geven van de discussies omtrent de productie van biobrandstoffen en het biobrandstoffenbeleid.

Meer biomassa bijstoken?

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

De rol van biomassa in de energietransitie Inleiding Debat 22 nov 2017

Naar een duurzame bio-economie

Kabinetsreactie op het advies Duurzaamheid en Daadkracht van de Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa

Perspectives and Key Arguments in the Food - Fuel Debate BIOFUELS

Biodieselproductie uit palmolie en jatropha in Peru en impact voor duurzaamheid.

Rotie: Cleaning & Services Amsterdam: Tankstorage Amsterdam: Orgaworld: Biodiesel Amsterdam:

Informatiecentrum Papier en Karton. Spil en platform in de informatievoorziening over duurzaamheid van Papier en Karton

Meer met minder. Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel. Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI. 6 juni 2012

Verduurzaming van de veehouderij: urgentie vanuit mondiaal perspectief

Duurzame Industrie. De overgang naar een circulaire en een CO2-vrije industrie

Interactie tussen bio-materialen en bio-energie. Annita Westenbroek 17 december 2013

Green Deal Groencertificaten

Samenvatting. - verlies van biodiversiteit, door ontbossing, vervuiling en monocultures;

Transitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening en de rol van biomassa. Ir. Harry A. Droog

De bodem draagt de bio-economie

Agri Investment Fund. Studienamiddag Bio Economie 9 November Marc Rosiers Nicolas De Lange

SBIR Verduurzamen voedselproductie

Waterstof. Hoe het kleinste element in het periodiek systeem een grote drijvende kracht vormt voor de energie- en chemische industrie transitie

Duurzame Industrie. De overgang van energie-intensief naar energie-efficient

Samen vooruit. in de circulaire economie. CIRCLES inspireert en ondersteunt u met tools en praktische kennis. Re-creating (y)our environment

AquaPath Module 4 DUURZAME LEVENSSTIJLEN EN WATER

WORKSHOP CIRCLE SCAN. Door Wouter-Jan Schouten

Alles van waarde beschermen en behouden

Visie op een duurzame bio-economie in 2030: de hoofdlijnen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DEELSESSIE 3. Duurzame energie: Deelvoorzitter Marga Hoek, Groene Zaak

Beleid voor biomassa. -Lopend beleid -Discussies -Trends

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Alternatieve brandstoffen

Wat zijn duurzame landbouwsystemen, en hoe kunnen we die bereiken?

WERKEN AAN EEN GROENE TOEKOMST

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd?

Fosfaat en bio energie. Anton Haverkort

Nadeel: Of kolencentrales gaan minder bijstoken en worden nog minder duurzaam.

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen

Leerpunten en aandachtspunten bij de ontwikkeling van een ECP Luc Pelkmans, VITO

Duurzaamheid. Openbare wijkraad vergadering 15 nov 2018

Bijeenkomst Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa 21 juni 2013 Amersfoort

GFT-afval is een waardevolle bron voor nieuwe grondstoffen. Maar hoe ziet de toekomst eruit?

Boeren met energie. 11 November 2010

Het KlimaatAkkoord (ieder z n opinie; hier is de mijne)

De beperkingen van biomassa

Stichting Springtij Ophelialaan 69-A 1431 HA, Aalsmeer

Toets_Hfdst10_BronnenVanEnergie

Waarom een duurzame biobased economy? Achtergrondnotitie over duurzame biomassa

Wat is natuurinclusieve landbouw?

Samen halen we alles eruit

Land in zicht! Advies naar aanleiding van het EU wetsvoorstel indirecte veranderingen in landgebruik (COM 2012, 595)

Energie uit hout. Inzet van lokaal en niet-lokaal hout en borging van duurzaamheid. Your partner in bioenergy

Duurzaamheid van biomassa voor haarden en kachels voor huishoudelijk gebruik.

Nationale Energieverkenning 2014

Green Deal van Essent New Energy met de Rijksoverheid

Spelregels BioRaffinage

Leerlingenhandleiding

klimaatverandering en voedsel

Manifest Bio-based Economy Wij, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld in Nederland, verklaren het volgende:

Boeren hebben. oplossing! een. Meerjarenplan 2020 van ZLTO

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2019

Borging duurzaamheid vaste biomassa in de SDE+ Joyce de Wit RVO.nl

Regionale voedselproductie en duurzaamheid. Jasper Scholten 24 september 2013

1 VERPAKKEN IN EEN CIRCULAIRE Copyright 2017 ECONOMIE KIDV door de VNV en het KIDV

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Waarom doen we het ook alweer?

Een visie op de toekomstige landbouw in Nederland

VOEDSELVISIE VOOR HAARLEM

Nederland importland. Landgebruik en emissies van grondstofstromen

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

Transformatie landbouw en omgevingskwaliteit

FOSSIELE BRANDSTOFFEN

De ontwikkeling van Smart grids. Our common future. Prof.dr.ir. Han Slootweg. 30 september 2016

HOUT, DE LINK TUSSEN BOS EN BOUWEN. Hét keurmerk voor duurzaam bosbeheer

De kansen voor de Circulaire Economie - met oog op recycling - Ton Bastein

Gemeenteraad. Motie. Datum : 30 juni : ChristenUnie, CDA, Gemeentebelangen. : Duurzaamheid in Hoogeveen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Netwerkbijeenkomst VAVI, VIGEF & NEBAFA

Waarom inzicht in de energieketen noodzakelijk is.

Met CLIMAFLEX op basis van NMC Naturefoam samen tegen klimaatverandering

Transcriptie:

Duurzame biomassa voor betere materialen, energie en brandstoffen De Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa (Commissie Corbey) heeft de afgelopen jaren regelmatig adviezen uitgebracht over duurzaamheid van biomassa. De Commissie telt 24 leden afkomstig uit bedrijfsleven, NGO s en wetenschap. In dit document geeft de Commissie Corbey een beknopt over zicht voor alle geïnteres seerde lezers: wat is het nut van de inzet van biomassa als vervanging van fossiele grondstoffen? Welke risico s zijn er en hoe kunnen negatieve gevolgen van de inzet van biomassa worden voorkomen? Wat is de toekomstige rol van biomassa? Eerdere adviezen zijn hierbij het uitgangspunt, zie daarvoor: www.corbey.nl. april 2015

2 Duurzame biomassa: voor betere materialen, energie en brandstoffen Biomassa biedt volop kansen Biomassa bestaat uit plantaardig en dierlijk (rest)materiaal zoals onder andere hout, suikerriet, mais, koolzaadolie, palmolie en dierlijke vetten. Biomassa wordt al eeuwenlang gebruikt als bouwmateriaal, voor kleding en als energiebron (koken, verwarmen). Reststromen worden hergebruikt op het land waardoor essentiële voedingsstoffen terugkomen in de bodem. Gestimuleerd door de overheid krijgt biomassa een steeds belangrijker rol als vervanger van benzine of diesel en voor de opwekking van hernieuwbare energie (warmte en elektriciteit), naast bijvoorbeeld zonne- en windenergie. Dat vermindert emissies van broeikasgassen en daarmee de menselijke invloed op klimaatverandering. Door de inzet van biomassa zijn we minder afhankelijk van fossiele brandstoffen en grondstoffen als olie en gas. Biomassa is hernieuwbaar, maar het land waarop biomassa groeit is schaars; alleen al om aan de stijgende vraag naar voedsel te voldoen is meer land nodig. Meer efficiëntie is nodig, zowel bij het gebruik van land als bij het gebruik van van biomassa. De toepassing van biomassa zal daarom geleidelijk aan steeds verder moeten verschuiven van brandstoffen en energie naar schone biobased grondstof voor materialen en chemische producten. Bijvoorbeeld de biobased colafles die voor 22,5% uit planten en voor 25% uit gerecycled plastic bestaat. Energie (elektriciteit of warmte) zal dan grotendeels worden opgewekt uit reststromen die niet elders bruikbaar zijn. De biobased economy als onderdeel van een circulaire economie, waarin grondstoffen en producten in een gesloten kringloop blijven, biedt volop kansen voor Nederland met zijn toonaangevende kennisinstellingen, innovatieve landbouw- en chemiesector en logistieke kwaliteiten. Het milieu profiteert omdat minder fossiele grondstoffen nodig zijn en er meer economische waarde en werkgelegenheid gecreëerd wordt. Ook andere sectoren -zoals de voedselsector- profiteren van een meer efficiënte omgang met biomassa en een meer efficiënte landbouw. De rol van bio-energie en biobrandstoffen zal kleiner worden, maar waarschijnlijk niet geheel verdwijnen: in scenario s van IPCC en WNF is bio-energie onmisbaar naast zonne- en windenergie om de doelstellingen voor broeikasgasreductie en hernieuwbare energie te halen en de menselijke invloed op klimaatverandering tegen te gaan. Voor specifieke vormen van transport als zeescheepvaart, vliegverkeer en het zware lange-afstandsvrachtverkeer zijn vooralsnog ook op de langere termijn geen tot weinig alternatieven. De Biobased Economy (BBE) is een economie waarin gewassen en reststromen uit de landbouw en voedingsmiddelenindustrie worden ingezet voor niet-voedseltoepassingen.

3 Gebruik van geoogste biomassa uit bos- en en landbouw wereldwijd (2008) 15% 11% Hout materiaalgebruik 10% 3,3% 2,7% Hout energiegebruik Hernieuwbare grondstof materiaalgebruik Hernieuwbare grondstof energiegebruik Diervoeder Voedsel 58% Totaal biomassa circa 13 miljard ton Bron: Nova Instituut 2011 De risico s beheersen Noodzakelijke randvoorwaarde is dat alle biomassa duurzaam wordt geproduceerd, ongeacht de toepassing. Niet-duurzame productie levert onaanvaardbare risico s op, bijvoorbeeld: ontbossing, aantasting van natuurgebieden, landonteigening, voedselen waterschaarste en uitputting van bodems. Ontbossing veroorzaakt weer veel uitstoot van broeikasgassen en is alleen al daarom contraproductief. De milieu- en sociale risico s zijn voor een groot deel beheersbaar door brede duurzaamheidseisen te hanteren bij de productie van biomassa en deze duurzame biomassa vervolgens efficiënt te benutten met behulp van bio-raffinage en cascadering. Dat houdt in: het produceren van waardevolle componenten uit biomassa en het inzetten er van daar waar de toegevoegde waarde en de broeikasgasreductie het hoogst is. Voedselvoorziening, medicijnen en bio-chemicaliën krijgen daarbij voorrang boven bio-energie en biobrandstoffen. Er is bij efficiënt gebruik in potentie mondiaal ook voldoende duurzame biomassa beschikbaar. Maar die biomassa ligt niet voor het oprapen: er zijn grote (beleids)inspanningen en investeringen nodig om duurzame biomassa beschikbaar te maken. Vruchtbaar land is schaars en heeft een prijs, met land moet efficiënt om worden gegaan, zonder de beschikbaarheid van en toegang tot voedsel te verstoren. Ook bij de voedselproductie kunnen en moeten nog grote efficiëntieverbeteringen worden gehaald. Het is belangrijk om primaire producenten, de boeren en de bosbouwers, daarbij te betrekken. Het moet voor boeren en diervoederproducenten economisch aantrekkelijk worden om te investeren in een duurzame, efficiënte bedrijfsvoering.

4 Consequent beleid is essentieel De Commissie Corbey pleit voor een nationaal, Europees en internationaal beleid dat duurzaamheid als voorwaarde stelt, beschikbaarheid van biomassa vergroot en efficiënt gebruik van land en biomassa aanmoedigt. Consequent beleid is essentieel om een opwaartse spiraal te bereiken: meer efficiëntie, betere opbrengsten, meer investeringen in efficiëntie. Dat consequente beleid is er nu nog niet. Belangrijk is dat de overheid duidelijkheid geeft over de lange termijn beleidsambities (duurzaamheidscriteria voor alle biomassa), concrete stappen zet en haar beleid gaandeweg optimaliseert. De beschikbaarheid van duurzame biomassa moet worden vergroot, maar dat kan alleen als er ook voldoende vraag naar is. Daarom is geleidelijke verhoging nodig van het aandeel duurzame biomassa in voedsel, materialen, energie en brandstof om de business case voor duurzame landbouw mogelijk te maken. Door de toenemende vraag naar duurzaam geproduceerde biomassa zal het aanbod en de productie-efficiëntie toenemen. Het is daarbij van belang dat subsidies en andere (beleids)maatregelen de juiste prikkels geven en het hoogwaardig(er) inzetten van biomassa niet belemmeren, maar juist bevorderen. Beleid moet sturen op vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, op efficiënt en duurzaam (land) gebruik en op versterking van goed overheidsbestuur in productielanden. De risico s van biomassaproductie zullen niet van de één op de andere dag verdwenen zijn: de transitie naar een duurzame circulaire economie is een leertraject. Maar door slim beleid gericht op duurzame biomassaproductie en een efficiënte inzet kunnen de positieve effecten elkaar versterken. Bij goed beleid en goed toezicht kunnen de voordelen van de inzet van biomassa de nadelen ruimschoots overtreffen.

5 Toelichting Duurzaamheid is het antwoord Negatieve effecten zijn grotendeels te voorkomen door alle biomassa duurzaam 3 te produceren, ongeacht de toepassing in voedsel, materiaal, energie of brandstof. Daarvoor zijn garanties in de gehele keten nodig dat productie en gebruik van biomassa zo weinig mogelijk negatieve gevolgen veroorzaken voor mens en milieu en dat er een reële reductie van de uitstoot van broeikasgassen wordt bereikt ten opzichte van de fossiele varianten. De beste garantie voor duurzaamheid is dat duurzaamheid de business case versterkt. Het moet voor boeren en gebruikers van biomassa economisch aantrekkelijk worden om te investeren in een duurzame, efficiënte bedrijfsvoering. Niet-duurzame landbouw moet economisch worden ontmoedigd. Er zijn aanvullende criteria nodig die regionaal worden ingevuld en nageleefd In de Europese regelgeving over biobrandstoffen zijn duurzaamheidscriteria opgenomen die directe aantasting van natuurgebieden door de teelt van biomassa voor biobrandstoffen voorkomen. Ze stellen daarnaast dat de uitstoot van broeikasgassen bij biobrandstoffen aanzienlijk minder moet zijn dan bij fossiele brandstoffen. Die criteria gelden ook voor biobrandstoffen die geïmporteerd worden uit derde landen. De teelt van biomassa kan echter ook indirect natuur aantasten en daardoor extra broeikasgasemissies veroorzaken indien de teelt van voedselgewassen wordt verdrongen naar andere gebieden die nu als bos of als natuur worden aangemerkt (ILUC: indirect land use change). Over maatregelen in de EU-regelgeving die ILUC tegengaan wordt in Brussel nog onderhandeld. ILUC kan beperkt of voorkomen worden door in te zetten op een grotere efficiëntie, waardoor minder biomassa en/ of minder land nodig is. Het gaat dan om meer efficiëntie in de land- en bosbouw, minder verspilling in de voedselsector, verbeterde beleidsuitvoering en -toezicht, en een beter gebruik van reststromen, bijvoorbeeld door stengels en bladeren die niet-eetbaar zijn te benutten voor bio-energie of -chemie. ILUC is ook te voorkomen door bepaalde natuurgebieden uit te sluiten voor landbouwtoepassingen. Er zijn inmiddels verschillende methoden ontwikkeld om ILUC tegen te gaan. 3 Volgens het Brundtland rapport ( Report of the World Commission on Environment and Development: Our Common Future, VN, 1987) sluit duurzame ontwikkeling aan op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. Daarbij gaat het niet alleen om milieu en ecologie, maar ook om sociale en economische randvoorwaarden (people, planet and profits). De Europese duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen zijn een goede eerste stap. Maar er zijn aanvullende criteria nodig die Low Indirect Impact Biofuels (LIIB) & ILUC prevention strategies for sustainable biofuels, Utrecht University

6 regionaal worden ingevuld en nageleefd zoals biodiversiteitsbeheer, behoud en herstel van bodemkwaliteit, terugvoer van nutriënten naar het land, sociale criteria en criteria rond het gebruik van water. De duurzaamheidscriteria zouden moeten gelden voor álle biomassa ongeacht de toepassing in voedsel, veevoeder, materialen, chemicaliën, energie of brandstof. Duurzaam en efficiënt landgebruik vergroot het aanbod van biomassa en verlaagt de kosten Een breed duurzaamheidsbeleid biedt perspectief en geeft ondernemers (investerings)zekerheid en flexibiliteit. Het is immers lastig als bijvoorbeeld mais of koolzaad voor toepassing in brandstof aan andere criteria moet voldoen dan wanneer dezelfde mais of koolzaad naar de voedselsector gaat. Dat beleid wordt bij voorkeur door meerdere landen gevoerd: op Europees niveau of breder. Duurzaamheid is een relatief en dynamisch begrip, het is een leertraject met dilemma s. Gaandeweg kwamen nieuwe vraagstukken op rondom water, bodem of de indirecte effecten (ILUC). Dat zal in de toekomst ook gebeuren. Beleid en het duurzaamheids kader moeten gericht zijn op voortdurende verbetering, met als doel de positieve kansen die er zijn bij de productie en verwerking van duurzame biomassa te benutten. Er zijn door goed beleid positieve effecten te bereiken. Wanneer duurzaamheidseisen bijdragen tot een efficiëntere land- en bosbouw, minder verspilling (ook in de voedselsector!) en betere benutting van reststromen dan is het indirecte effect positief en blijft er meer land over voor natuur. Het gaat om een goede planning van landgebruik: misschien is het beter om in de toekomst te spreken van intelligent land use change. Duurzame biomassa is positief voor sociale en economische ontwikkeling Duurzame biomassa kan, onder de juiste randvoorwaarden, positief bijdragen aan het milieu en kansen bieden voor sociale vooruitgang, werkgelegenheid en economische groei. Bijvoor beeld door ontwikkeling van lokale energie bronnen. Of door gecombineerde biomassa systemen voor voedsel, materialen en/of energie gebaseerd op slimme combinaties van gewassen en rotaties in de teelt. Deze systemen ( ecologische intensivering of multifunctionele landbouw) hebben een hogere opbrengst zonder dat hiervoor meer kunstmest of pesticiden nodig zijn. Een inspirerend voorbeeld van het verbeteren en duurzaam inzetten van marginale grond is Commonland. De biomassamarkten voor materialen, energie en brandstoffen kunnen wanneer er een continue beleid is - bijdragen aan een meer voorspelbare prijsvorming. Nu dalen bij overproductie van voedsel de prijzen voor boeren. Wanneer overproductie op meerdere manieren ingezet kan worden in andere toepassingen zijn stabielere prijzen en inkomens mogelijk. En wanneer primaire producenten (boeren en bosbouwers) een beter inkomen hebben maakt dat investeringen mogelijk. www.commonland.com

7 Dat zet een positieve spiraal in werking. Door duidelijke en brede duurzaamheidstandaarden te stellen en door stabielere prijsvorming in de agrarische sector kan de investeringskracht van de bio-economie ook bijdragen aan een verbetering van de voedselproductie en diervoeders. Duurzaam en efficiënt landgebruik vergroot het aanbod van biomassa en verlaagt de kosten. De sleutel hiertoe is een hogere landbouw- en ketenefficiëntie: investeren in het duurzaam vergroten van de opbrengst per hectare. ILUC kan hiermee worden voorkomen, echter onder de voorwaarde dat ook daadwerkelijk grenzen aan de uitbreiding van het landbouwareaal worden gesteld. Want lucratiever landgebruik kan ook tot expansie leiden. Gebruik biomassa efficiënt Duurzaamheid houdt vanzelfsprekend in dat biomassa zo efficiënt en hoogwaardig mogelijk wordt ingezet en op termijn enkel nog als brandstof daar waar geen alternatief is voor de inzet van vloeibare en gasvormige brandstoffen. Bijvoorbeeld een deel van het langeafstandstransport: vrachtverkeer en zeescheep- en luchtvaart. Ook in de chemische sector bestaan voor het produceren van materialen geen groene alternatieven voor biomassa (naast recycling en hergebruik). Cascadering en bio-raffinage kunnen biomassagebruik efficiënter maken: meer broeikasgasreductie, beter behoud van nutriënten, meer toegevoegde waarde. Cascadering betekent dat de biomassa zo lang mogelijk wordt benut (circulaire economie) en dat de waardevolle componenten van de biomassa ook zo hoogwaardig mogelijk worden ingezet voor complexe processen, zoals het maken van medicijnen of betere chemicaliën. Onderdelen van biomassa die niet (meer) te gebruiken zijn voor voeding, veevoeder, materialen of chemie kunnen uiteindelijk worden gebruikt voor het opwekken van energie (warmte en elektriciteit). Hierbij is bioraffinage een nuttige techniek. Bij bio-raffinage wordt biomassa, net als bij de verwerking van ruwe aardolie in olieraffinaderijen, geraffineerd tot waardevolle producten. Voedselvoorziening, medicijnen en bio-chemicaliën krijgen daarbij voorrang boven bio-energie en biobrandstoffen. Het milieu profiteert omdat minder fossiele grondstoffen nodig zijn, bovendien kan meer economische waarde in de keten worden gecreëerd: producten leveren immers meer waarde op dan verbranding. Cascadering en bio-raffinage zijn positief voor de economie en werkgelegenheid. Voedselvoorziening, medicijnen en bio-chemicaliën krijgen voorrang boven bio-energie en biobrandstoffen De inzet van biomassa voor elektriciteitsproductie kan voor de kortere termijn een efficiënte toepassing zijn voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Dit mag de ontwikkeling van efficiëntere toepassingen van biomassa voor de langere termijn echter niet in de weg staan.

8 Food and Fuel: Met de toenemende vraag naar biomassa lijkt concurrentie om schaarse biomassa tussen voedsel, veevoer, energie en materialen een nieuw thema, maar van oudsher produceren landen bosbouw zowel voor voedsel, materialen én energie. Wel is de schaalgrootte veranderd: de vraag naar bio-energie is veel groter geworden. Het is daarom belangrijk om geen maatregelen te nemen die beschikbaarheid van en toegang tot voedsel verstoren. in productielanden. Er is in veel delen van de wereld nog aanzienlijke verhoging van opbrengsten van land mogelijk (in Oost-Europa en delen van Afrika bijvoorbeeld). Ook onbenutte gronden, bijvoorbeeld rondom snelwegen en industrieterreinen, kunnen worden ingezet. Ecologische intensivering en multifunctionele landbouw kunnen eveneens bijdragen aan betere opbrengsten. Het gebruik van vaste biomassa in de energiesector (houtpellets) zorgt voor het ontstaan van nieuwe internationale handelsstromen waarvoor duurzaam heidseisen gelden. De duurzaamheids criteria voor vaste biomassa (bijvoorbeeld houtpellets voor bijstook in kolencentrales) zijn een nieuwe stap in de goede richting om de mondiale toepassing van duurzaam bosbeheer te stimuleren. Dit kan een voorbeeld zijn voor de toepassing van duurzaamheidscriteria op biomassa voor andere doeleinden. Om positieve effecten te realiseren moet voldoende duurzame biomassa beschikbaar zijn Meer duurzame biomassa produceren Om de positieve effecten te realiseren moet er wel voldoende duurzame biomassa beschikbaar zijn. Optimistische scenario-berekeningen gaan uit van voldoende beschikbaarheid voor voedsel, veevoeder, materialen en energie, maar dan moeten alle marginale gronden overal worden benut en moet de productie overal optimaal zijn. Omdat verschillende studies aantonen dat extra aanplant zal leiden tot grotere druk op land in ontwikkelingslanden is het daarom beter te werken met voorzichtige scenario s. De realiteit leert daarom te werken met voorzichtige scenario s en beleid te ontwikkelen dat inzet op vergroting van de beschikbaarheid van duurzame biomassa door efficiënter gebruik van land gecombineerd met planning van landgebruik Ontwikkeling van landbouwtechnologie en praktijk is eveneens noodzakelijk: betere gewassen en betere gewaskeuze aangepast aan de natuurlijke omstandigheden zoals bodem en klimaat. Daarnaast ook betere en zuinigere irrigatie, vermindering van gebruik van schadelijk gewasbeschermingsmiddelen, vermindering van kunstmestgebruik en beter (her)gebruik van meststoffen door kleinschalige bio-raffinage, veehouderij en akkerbouw waar mogelijk te combineren.