Informele investeerders en business angels in Nederland. Kijk op kansen



Vergelijkbare documenten
Stemming onder ondernemers in het MKB

Financieringsproblemen in de binnenvaart

MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven

ISBN :

MKB-index april 2017

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus

Vertrouwen in eigen bedrijf keldert Ondernemersvertrouwen door de jaren heen

Een innovatieve blik op de toekomst. Verwachtingen van het innovatieve mkb

BNA Conjunctuurmeting

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Benchmark klanten Qredits

De Watersector Exportindex (WEX)

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Kengetallen ondernemerschap

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

De Watersector Exportindex (WEX)

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Cliëntenaudit Bureau ABC

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Wat drijft MKB-ondernemers?

Zoetermeer, 28 februari 2018

De stand van Mediation in Nederland

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Global Entrepreneurship Monitor 2002

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Bouwers en hun gemeente

Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren

Financiering bij familiebedrijven

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Innovatie in het MKB Ontwikkelingen in de periode

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek AM Werk Reïntegratie BV

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

De oudere starter in Nederland Quick Service

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

MKB en ontslagrecht. Verwachtingen over effecten van aanstaande wijzigingen

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Omvang en prestaties van het MKB in de topsectoren

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Financieringsmonitor MKB Starters

Tevredenheidsonderzoek STE Languages

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2014 en 2015

Tevredenheidsonderzoek Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Cliëntenaudit Stichting SEIN

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Tevredenheidsonderzoek Stichting ActiefTalent

Tevredenheidsonderzoek

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Buitenlandse investeringen door het MKB

Exportontwikkeling van het industriële MKB

Werkloosheid in de Europese Unie

Transcriptie:

Informele investeerders en business angels in Nederland Kijk op kansen

ISBN : 978-90-371-1132-3 Rapportnummer : A201426 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) Panteia BV Panteia BV Bredewater 26 P.o. box 7001 2715 CA Zoetermeer 2701 AA Zoetermeer 079 322 22 00 The Netherlands www.panteia.nl +31 79 322 22 00 Ro Braaksma Tommy Span Lia Smit Zoetermeer, november 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Informele investeerders in de bevolking 7 2.1 Informele investeerders in Nederland 8 2.2 Informele investeerders in een internationale context 10 2.3 Het klimaat voor informele investeerders 13 3 Vraag naar informals en business angels 15 3.1 De enquête 15 3.2 Bekendheid met en gebruik van business angels 15 3.3 Rol van business angels 16 3.4 Waardering ondernemers en toekomstig gebruik van angels 17 3.5 Geen beroep op business angels: motieven en effect 18 3.6 Informatie over business angels 19 4 Samenvatting en conclusies 21 Bijlage 1 Onderzoeksverantwoording 23 3

1 Inleiding Business Angels en Bedrijven: data zijn spaarzaam Het Ministerie van Economische Zaken is al een aantal jaren actief met het verzamelen van data over de inzet en effecten van Business Angels (BA) in Nederland. Op dit moment is er een aantal metingen gedaan door Tornado Insider, voorafgegaan door een meting door Bureau Bartels. Het gaat daarbij om gegevens van de aanbodkant, vanuit het perspectief van de business angels. Deze metingen hebben te maken met een lastig veld: de business angelmarkt is diffuus en business angels hebben belang erbij dit zo te houden. Als immers bekend wordt wie een business angel is, kan deze worden bedolven onder financieringsaanvragen. Maar ook bedrijven die gebruik maken van business angels brengen dat om uiteenlopende redenen ook liever niet naar buiten. Een uitzondering zijn technostarters: hier is een business angel die het bedrijf financiële en andere steun biedt eerder regel dan uitzondering, en dus meer geaccepteerd: het wordt zelfs gezien als bewijs dat de start-up potentie heeft. Onderzoek met gebruik van bedrijvenpanels en GEM Verzamelen van gegevens aan de aanbodkant is niet makkelijk, en ook aan de vraagkant is moeilijk te achterhalen welke bedrijven gebruik hebben gemaakt van business angels: er zijn nauwelijks antwoorden op vragen zoals in welke fase men hier een beroep op doet, om welke bedragen het gaat en om welke financieringsvorm, en wat de effecten op langere termijn zijn voor de bedrijven. Om meer inzicht te krijgen in aanbod en vraag op de markt van business angels heeft het ministerie van Economische Zaken Panteia onderzoek laten doen. Voor dat onderzoek is gebruik gemaakt van twee bedrijvenpanels, namelijk het MKB-beleidspanel en het topsectorenpanel van het Programmaonderzoek MKB. Met behulp van deze gegevens wordt de vraag naar dit type financiering in beeld gebracht. Gegevens over het aanbod door informele investeerders komen uit de Global Entrepreneurship Monitor (GEM), het grootste onderzoek naar ondernemerschap onder de bevolking wereldwijd. De verbijzondering naar pure business angels, die investeren in de bedrijven van onbekenden, kan daarmee niet gemaakt worden. Deze analyses vinden daarom plaats op het bredere niveau van de informele investeerder. De onderzoekvragen Doel van het onderzoek naar de aanbod en vraagkant van de business angel markt is: Inzicht te verschaffen in het gebruik van financiering met behulp van business angels in Nederland door MKB-bedrijven en bedrijven in de topsectoren; Inzicht verschaffen in de bedragen, financieringsvormen en bedrijfsfasen waarin business angels worden ingezet en het door de business angel geleverde ondersteuningspakket; Inzicht verschaffen in de door gebruikers ervaren effecten en hun tevredenheid met de rol die business angels spelen voor hun bedrijf; Een beeld schetsen van het aanbod door informele investeerders in internationaal perspectief (EU 28 en OESO). 5

Leeswijzer Hoofdstuk 2 van deze rapportage geeft een beeld van informele investeerders in Nederland op basis van internationaal onderzoek, namelijk de Global Entrepreneurship Monitor. De markt van informele investeerders in Nederland wordt vergeleken met die in vergelijkbare economieën binnen de Europese Unie (EU-28) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO/OECD). In hoofdstuk 3 worden de resultaten gepresenteerd van de enquête aan de vraagkant, bij de twee bedrijvenpanels. In hoofdstuk 4 worden conclusies getrokken uit de beide voorgaande hoofdstukken. 6

2 Informele investeerders in de bevolking Informele investeerders zijn personen die een deel van hun kapitaal inzetten om te investeren in starters of al bestaande bedrijven, waarvan zij zelf niet de eigenaar zijn. Een informele investeerder telt pas als een business angel als het bedrijf waarin geïnvesteerd wordt van een onbekende is: bedrijven van vrienden, familie of collega s vallen in deze definitie af. Met data uit de Global Entrepreneurship Monitor is het niet mogelijk om diepergaande analyses op de groep zuivere business angels uit te voeren. Dit hoofdstuk informeert daarom over de bredere groep informele investeerders. Het behandelt hun aandeel in de Nederlandse beroepsbevolking van 18 tot en met 64 jaar, het gemiddeld door hen geïnvesteerde bedrag, hun relatie met de personen achter de bedrijven waarin zij hebben geïnvesteerd, en een beoordeling van het klimaat in Nederland voor informele investeerders. Zoveel mogelijk worden de gegevens met betrekking tot informele investeerders voor de gehele periode van 2001 tot en met 2013 in beeld gebracht. Enkele aspecten zijn pas meer recent in metingen opgenomen. De desbetreffende gegevens zijn daardoor niet voor de gehele periode beschikbaar. Internationale vergelijking De prestaties van Nederland op deze terreinen worden waar mogelijk vergeleken met die van vergelijkbare relevante economieën van landen uit de Europese Unie (EU-28) 1 en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De gepresenteerde cijfers voor al deze groepen zijn ongewogen gemiddelden. Financiële systemen binnen de EU: een driedeling Er wordt binnen de EU onderscheid gemaakt naar kenmerken van de financiële systemen in de lidstaten, op basis van de indeling die wordt gehanteerd in een studie van het Centraal Planbureau 2. Daarin worden drie systemen onderscheiden: bankgebaseerd, markt-gebaseerd en Oost-Europees 3. In een bank-gebaseerd financieel systeem geldt de bank als het primaire kanaal om geld bij bedrijven te krijgen. In een markt-gebaseerd systeem lopen deze middelen via de financiële markten van investeerders naar bedrijven. Nederland is binnen deze indeling een markt-gebaseerde economie. De Oost-Europese EU-lidstaten hebben gemeen dat hun financiële systemen veelal kleiner zijn. 1 2 3 Sinds de toetreding van Kroatië op 1 juli 2013 telt de Europese Unie 28 lidstaten. Andere recente uitbreidingen vonden plaats in 2004 en in 2007. Wanneer EU-cijfers over de periode 2001-2013 gepresenteerd worden, is dit altijd voor alle 28 huidige lidstaten. Deelname aan de GEM is ook wisselend in de analyseperiode en niet alle 28 lidstaten deden mee aan alle metingen in de periode sinds 2001, zo heeft Bulgarije in geen enkel jaar meegedaan. De gepresenteerde cijfers hebben betrekking op die landen van de huidige lidstaten die in dat jaar deelnamen aan de GEM. Zie Bijlsma, Michiel J. & Gijsbert T.J. Zwart (2013), the Changing Landscape of Financial Markets in Europe, the United States and Japan, CPB Discussion Paper 238, Centraal Planbureau: Den Haag. De groep landen met markt-gebaseerde financiële systemen bestaat uit België, Frankrijk, Finland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. De groep landen met bank-gebaseerde financiële systemen bestaat uit Denemarken, Duitsland, Griekenland, Italië, Oostenrijk, Portugal en Spanje. De groep Oost- Europese landen in de EU bestaat uit Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië en Tsjechië. Een vierde groep landen blijft buiten beschouwing, omdat hun banksystemen disproportioneel groot zijn. Deze groep bestaat uit Cyprus, Ierland, Luxemburg en Malta. 7

2.1 Informele investeerders in Nederland Aandeel informele investeerders onder Nederlandse bevolking fors gegroeid In 2013 was 3,5% van de Nederlandse bevolking actief als informele investeerder door een deel van het private vermogen te investeren in startende bedrijven waarvan zij zelf niet de eigenaar waren. Het aandeel informele investeerders in de bevolking is substantieel gegroeid sinds 2001: toen was dit nog slechts 1,3% van de bevolking. Deze groei is echter niet gelijkmatig geweest: er zijn pieken en dalen. De sterkste groei heeft zich voorgedaan in 2010 en sindsdien heeft het aandeel zich gestabiliseerd op een niveau iets boven de 3,5%. Figuur 1 laat deze ontwikkeling zien, evenals het gemiddeld geïnvesteerde bedrag vanaf 2009. figuur 1 ontwikkeling van het aandeel informele investeerders in de bevolking met de leeftijd tussen 18 tot en met 64 jaar, voor de periode 2001-2013, en de ontwikkeling van gemiddelde aan startende bedrijven verstrekte bedragen in Amerikaanse dollars, voor de periode 2009-2013 4,0% $100.000 3,0% $75.000 2,0% $50.000 1,0% $25.000 0,0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 gemiddelde bedrag in $ % informele investeerders in bevolking 18-64 $0 Bron: Panteia o.b.v. Global Entrepreneurship Monitor, 2014 Door de crisis m eer informele investeerders? Er lijkt een verband te bestaan tussen de groei van het aandeel informele investeerders die vooral vanaf 2008 inzet en de financiële crisis die zich in dat jaar manifesteerde. Het rendement van sparen nam daarna af 4, en investeren als informele investeerder werd daardoor aantrekkelijker, omdat er een beter rendement mee viel te behalen. Tegelijkertijd zorgde het teruglopende aanbod van bancair krediet voor bedrijven voor een toenemende vraag naar alternatieve vormen van financiering, met informele investeerders als een aantrekkelijke optie 5. 4 5 De rente op deposito s met een vaste looptijd kenden een hoogtepunt in 2009 en daalden vervolgens fors. Dit geldt zowel voor nieuwe contracten als voor uitstaande bedragen. Zie voor cijfers de statistieken van De Nederlandsche Bank op http://www.dnb.nl, tabel 5.2.7 rentes/leningen/deposito s. De groei in de kredietverlening aan niet-financiële bedrijven in Nederland zette vanaf half 2008 een forse daling in die zich in 2010 stabiliseerde. Dit loopt in de pas met de stabilisatie van de groei in het aandeel business angels in de bevolking. Dit geldt zowel voor nieuwe contracten als voor uitstaande bedragen. Zie voor cijfers de statistieken van De Nederlandsche Bank op http://www.dnb.nl, tabel Kredietverlening door Nederlandse MFI's aan niet-financiële bedrijven in Nederland, gecorrigeerd voor securitisaties en breuken. 8

Gemiddeld geïnvesteerde bedrag is juist afgenomen In 2013 investeerden Nederlandse informele investeerders gemiddeld $39.500 ( 31.250) 6. Dit is een terugval van meer dan 40% ten opzichte van het hoogste punt, in 2010. De terugval is verreweg het grootst in 2011; daarna handhaaft het gemiddeld geïnvesteerde bedrag zich ongeveer op hetzelfde peil. In 2010 neemt zowel het aantal informele investeerders als het geïnvesteerde bedrag toe: Nederlandse informele investeerders investeerden dat jaar gemiddeld $68.800 ( 54.440). Daarna stabiliseert het aantal informals maar daalt het gemiddelde bedrag van hun investering. Slechts 8% van informele investeerder is een échte business angel Verreweg het grootste deel van de Nederlandse informele investeerders investeert in bedrijven die worden gestart door een familielid: zulke bedrijven waren in 2013 de doelgroep van 60% van de informele investeerders. Dit blijkt uit de gegevens die gepresenteerd worden in figuur 2. De tweede categorie waarin zij investeren zijn bedrijven gestart door vrienden of buren: 26%. Pas daarna komen bedrijven van onbekenden met een goed idee: 8%. Dit betekent dat slechts een beperkte groep van de Nederlandse informele investeerders als échte business angel beschouwd mag worden: 8% in 2013, of 0,3% van de gehele bevolking. Een business angel investeert immers uitsluitend in de bedrijven van onbekenden. Zie figuur 2. figuur 2 uitsplitsing van het type relatie waar de informele investeerder geld aan heeft verstrekt, voor het jaar 2013, en de ontwikkeling van deze verdeling, voor de periode 2001-2013 2013 100% 8% 4% 2% 75% 50% 26% 60% 25% 0% Bron: Panteia o.b.v. Global Entrepreneurship Monitor, 2014 Business angels: tussen seed capital en participatiemaatschappij Dit past in het beeld van business angels die een tussenpositie innemen tussen enerzijds seed capital of opstartfinanciering door familie en vrienden, en anderzijds financiering door formele investeerders zoals participatiemaatschappijen. Nederlandse informele investeerders investeren hun vermogen dus het liefst in de bedrijven van mensen uit hun (sociale) omgeving, die zij kennen en waar zij makkelijk binnen kunnen lopen. Dit is niet zo verrassend, aangezien zij hun eigen kapitaal steken in een relatief risicovolle investering. 6 De waarden zijn hier genoteerd in US dollars vanwege de herkomst van de data: de Global Entrepreneurship Monitor van 60 landen. De koers US dollar / Euro is die van 13 oktober 2014. 9

Bestemming van investeringen door informele investeerders fluctueert Door de jaren heen fluctueert het relatieve belang van de verschillende doelgroepen. Figuur 2 (rechts) laat bijvoorbeeld zien dat in 2001 een minderheid van de Nederlandse informele investeerders geld stak in start-ups van familie. Maar in de hele periode tot 2013 is dat vaker de helft. 2.2 Informele investeerders in een internationale context Aandeel informele investeerders in Nederland beneden het EU -gemiddelde In paragraaf 0 bleek dat 3,5% van de Nederlandse bevolking een deel van zijn of haar private vermogen in een startend bedrijf investeert. Internationale vergelijking maakt duidelijk dat het Nederlandse aandeel achterblijft bij het gemiddelde van de Europese Unie en bij dat van de OESO. De gemiddelde aandelen informele investeerders in de bevolking zijn hier respectievelijk 4,3% en 4,8% in 2013: zie figuur 3. Deze figuur laat naast een internationale vergelijking ook de ontwikkeling zien van het aandeel informele investeerders door de jaren heen. figuur 3 gedetailleerde uitsplitsing van het aandeel informele investee rders in de bevolking met de leeftijd tussen de 18 tot en met 64 jaar, voor het jaar 2013, en de ontwikkeling van dit aandeel, voor de periode 2001-2013, voor Nederland, de EU en de OESO 0,0% 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 6,0% oost EU 5,8% OESO 4,8% EU-28 4,3% Nederland 3,5% markt-gebaseerd EU 3,4% bank-gebaseerd EU 2,7% 5% 4% 3% 2% 1% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Nederland EU-28 OESO Bron: Panteia o.b.v. Global Entrepreneurship Monitor, 2014 10

maar Oost-Europa brengt het EU -gemiddelde omhoog Bijlsma & Zwart (2013, CPB) maken binnen de EU onderscheid tussen West- en Oost- Europese lidstaten. De West-Europese lidstaten worden verder onderscheiden naar de mate waarin het financiële systeem van een land bank- dan wel markt-gebaseerd is. Deze uitsplitsing maakt duidelijk dat het aanzienlijk hogere aandeel van informele investeerders in de Oost-Europese EU-lidstaten de verklaring is voor het feit dat hun aandeel in de bevolking van de gehele EU-28 hoger is dan in Nederland: in 2013 was 5,8% van de bevolking in die landen actief als informele investeerder. Nederland iets bóven het West -Europese gemiddelde Wordt Nederland binnen de EU alleen vergeleken met andere West-Europese lidstaten dan ligt het aandeel informele investeerders nog net iets hoger dan elders in West- Europa. Het aandeel informele investeerders is vergelijkbaar met dat in andere markt - gebaseerde EU-lidstaten. Binnen deze groep landen is Zweden een opvallende uitschieter, met een aandeel van 5,9% in 2013. Meer informele investeerders in markt-gebaseerde economieën In Nederland zijn, net als de andere West-Europese EU-lidstaten met een marktgebaseerd financieel systeem, meer informele investeerders dan in landen met een bank-gebaseerd systeem. Dit past binnen het beeld dat in de empirische literatuur wordt geschetst (Schröder, 2009 en Black & Gilson, 1998 7 ). Bijlsma & Zwart (2013) beschrijven de rol van informele investeerders als een mix van een bank- en een markt-gebaseerd systeem. Een bank-gebaseerd systeem wordt gekenmerkt door het belang van relatiebeheer, een markt-gebaseerd systeem door goed werkende financiële markten. Informele investeerders zijn een bron van financiering waarbij relatiebeheer ook belangrijk is: vertrouwen tussen beide partijen is noodzakelijk en de rol als mentor of coach van de investeerder vergt ook een goede band. Echter, liquide markten zijn essentieel, zodat informele investeerders zich uiteindelijk uit het bedrijf terug kunnen trekken via een beursgang of overname. Het risico voor informele investeerders en durfkapitalisten is kleiner in een markt-gebaseerd systeem (Rajan & Zingales, 1998 8 ). Informals belangrijker in landen met kleinere financiële systemen Het risico voor informele investeerders is dus groter in landen waarvan het financiële systeem minder ver ontwikkeld is. Toch blijkt uit figuur 3 dat het aandeel informele investeerders in de Oost-Europese EU-lidstaten het hoogst is: 5,8% van de bevolking. Het belang van informele investeerders in deze economieën met zich nog ontwikkelende financiële systemen is zo mogelijk nog groter dan in landen met verder ontwikkelde financiële systemen. Wanneer startende ondernemers geen financiering kunnen aantrekken via de traditionele kanalen zijn informele investeerders een logisch en waardevol alternatief. Behalve financiering brengen zij vaak ook kennis en ervaring in als extra toegevoegde waarde. 7 8 Schröder, Christian (2009), Financial Systems and Innovations: Determinants of Early Stage Venture Capital in Europe, Schumpeter Discussion Papers 2009-004. Black, Bernard S. & Ronald J. Gilson (1998), Venture Capital and the Structure of Capital markets: Banks versus Stock Markets, Journal of Financial Economics, 47, 243-277. Rajan, Raghuram G. & Luigi Zingales (1998), Which Capitalism? Lessons from the East Asian Crisis, Journal of Applied Corporate Finance, 11, (3). 11

Internationaal vergelijkbare ontwikkeling aandeel informele investeerders Het aandeel informele investeerders in de Nederlandse bevolking heeft zich ontwikkeld van 1,3% naar 3,5% in een periode van ruim tien jaar. Hoewel het aandeel in de landen van de EU-28 en de OESO hoger ligt, hebben ook die groepen landen een vergelijkbare groei doorgemaakt. Het aandeel informele investeerders in de bevolking groeide in de EU-28 van 2,7% naar 4,3% en in de OESO van 3,3% naar 4,8%. Ook voor die landen geldt dat er forse groei is geweest in 2010, en dat het aandeel daarna stabiliseerde op het nieuwe, hogere niveau. Nederlandse informele investeerders investeren gemiddeld het meest Hoewel de Nederlandse informele investeerders markt op basis van het voorgaande niet sterker is ontwikkeld dan in andere ontwikkelde economieën, blijkt uit figuur 4 dat het gemiddelde bedrag dat Nederlandse informele investeerders in een startend bedrijf steken juist groter is dan elders: in 2013 werd gemiddeld $39.500 geïnvesteerd, 33% boven het gemiddelde van de OESO en 45% boven dat van de EU- 28. Zie figuur 4. figuur 4 gedetailleerde uitsplitsing van het gemiddelde aan startende bedrijven verstrekte bedrag in Amerikaanse dollars, voor het jaar 2013, en de ontwikkeling van dit gemiddelde bedrag, voor de periode 2009-2013, voor Nederland, de EU en de OESO 0 25.000 50.000 Nederland $39.462 markt-gebaseerd EU $33.818 OESO $29.764 bank-gebaseerd EU $28.321 EU-28 $27.204 oost EU $20.890 $100.000 $75.000 $50.000 $25.000 $0 2009 2010 2011 2012 2013 Nederland EU-28 OESO Bron: Panteia o.b.v. Global Entrepreneurship Monitor, 2014 12

Koopkrachtverschillen verklaren het verschil voor een deel Ten dele is dit een welvaartskwestie: de genoemde bedragen zijn in een gezamenlijke valuta uitgedrukt, maar de koopkracht van een dollar in Nederland is minder dan die van een dollar in OESO-land Chili of Oost-Europese EU-lidstaten. De gemiddelde bedragen houden geen rekening met deze verschillen in koopkracht. Dat informele investeerders in de Oost-Europese landen gemiddeld het laagste bedrag investeren, is in dat opzicht dan ook niet verwonderlijk. Verschil in geïnvesteerde bedragen de laatste jaren afge nomen Het verschil in gemiddeld geïnvesteerde bedragen tussen Nederland en de OESO en de EU-28 is in het verleden veel groter geweest. In 2009 en 2010 was er een substantieel verschil, maar dit is sindsdien fors minder geworden. De eerder in dit hoofdstuk gesignaleerde combinatie in Nederland van meer informele investeerders maar lagere bedragen is de verklaring: er zijn nu meer informele investeerders die kleinere bedragen investeren actief. 2.3 Het klimaat voor informele investeerders Nederland heeft een voor West-Europese begrippen relatief goed ontwikkeld aanbod aan informele investeerders. Het aandeel is met 3,5% van de bevolking dat als zodanig actief is (iets) hoger dan in omringende EU-lidstaten, en het gemiddeld geïnvesteerde bedrag is nog steeds hoger dan in vergelijkbare economieën. Aanbod door informals in Nederland het best... maar nog steeds matig Een onderdeel van de GEM is een vragenronde onder nationale experts op het gebied van ondernemerschap. Eén van de gebieden waarop de experts hun mening geven is bedrijfsfinanciering. Het (ongewogen) gemiddelde cijfer dat nationale experts in Nederland, de EU-28 en de OESO gaven met betrekking tot het informele investeerders klimaat wordt gepresenteerd in figuur 5. Op een schaal van 1 tot 5 wordt uitgedrukt in welke mate er voldoende financiering via private individuen beschikbaar is voor startende en groeiende bedrijven. figuur 5 het gemiddelde rapportcijfer voor het informele investeerders klimaat in een land, gegeven door nationale experts, voor het jaar 2013, voor Nederland, de EU en de OESO, waarbij een cijfer onder de drie staat voor een negatief klimaat en een cijfer boven de drie voor een gunstig klimaat 1 2 3 4 5 Nederland 3,03 markt-gebaseerd EU 2,65 oost EU 2,63 EU-28 2,59 OESO 2,56 bank-gebaseerd EU 2,43 Bron: Panteia o.b.v. Global Entrepreneurship Monitor, 2014 13

De meningen van nationale experts uit de verschillende landengroepen ontlopen elkaar nauwelijks met een bereik tussen de 2,4 en 3,0. Het klimaat voor informele investeerders wordt in Nederland weliswaar beter beoordeeld dan gemiddeld, maar toch niet als meer dan neutraal. Elders is men doorgaans (wat) negatiever over de beschikbaarheid van financiering via private kanalen, maar ook nergens héél negatief. 14

3 Vraag naar informals en business angels 3.1 De enquête In september-oktober 2014 zijn twee panels van Panteia benaderd met vragen over hun contacten met en hun houding tegenover business angels: het MKB Beleidspanel, (1.854 bedrijven tot 250 werkzame personen) en het Topsectorenpanel (1.546 bedrijven in de negen topsectoren incl. 250-plus). Dat heeft een forse respons opgeleverd van 484 bij het MKB Beleidspanel (26%), en van 289 in het topsectorenpanel (19%). Dit hoofdstuk behandelt de uitkomsten van het onderzoek bij beide panels, waarbij die met elkaar worden vergeleken. Via herweging van de data naar sector en bedrijfsgrootte is er voor gezorgd dat de gepresenteerde cijfers de verhouding weergeven zoals die is in de totale populatie van bedrijven in Nederland. 3.2 Bekendheid met en gebruik van business angels Kwart MKB bekend met mogelijkheid van financiering via business angels Een minderheid is bekend met financieringsmogelijkheden die informal investors of business angels hebben te bieden. In het MKB-panel beantwoordt een kwart deze vraag bevestigend, in het topsectorenpanel is het maar één op de zeven: zie figuur 6. figuur 6 bekend met financieringsmogelijkheden via informal investors of business angels MKB topsectoren ja; 24% ja; 14% nee; 76% nee; 86% Bron: Panteia, 2014 Topsectorbedrijven proberen het vaker, maar slagen even vaak Betrekkelijk weinig bedrijven hebben geprobeerd daadwerkelijk financiering te krijgen van informal investors of business angels. Wèl gebeurt dat in de topsectoren meer dan elders in het MKB. Het percentage dat er in slaagt langs deze weg financiering aan te trekken is weer gelijk voor beide panels: 2% van alle bedrijven. Van de bedrijven die het hebben geprobeerd zijn er derhalve in de topsectoren minder geslaagd om financiering te krijgen van business angels. Zie tabel 1. 15

tabel 1 financiering gevraagd en gekregen via business angels en informal investors Financiering MKB topsectoren Financiering gevraagd bij business angel of informal investor 3% 5% Recent gevraagd (2012 of later) 1% 4% Financiering gekregen van business angel of informal investor 2% 2% Bron: Panteia, 2014 3.3 Rol van business angels Kleine aantallen, dus indicaties in plaats van harde conclusies Van alle bedrijven heeft 2% financiering gekregen van een informal investor of business angel. Dat impliceert gegeven de respons op de enquête: minder dan tien bedrijven binnen elk van de twee panels die vragen hebben beantwoord over hun financiering door informal investors of business angels. Voor verschillen tussen topsector- en MKB-panel die hierna worden gesignaleerd geldt dus dat het vooral om indicaties gaat en niet om harde (statistisch significante) uitkomsten. Topsectoren: een grotere rol van match tussen bedrijf en business angel De afgewezen aanvragers hebben aangegeven waarom zij (volgens hen) geen financiering hebben gekregen van business angels of informal investors. De antwoorden op deze vraag zijn te vinden in de tekstbox. Hoewel gebaseerd op slechts weinig observaties lijkt het accent in de topsectoren vaker te liggen op onvoldoende inhoudelijke match tussen bedrijf en beoogde investeerder, en bij het MKB-panel vaker op gebrek aan overeenstemming over de (financiële) voorwaarden. Ook lopen de onderhandelingen nog in enkele gevallen. Topsectoren Ze eisten 85% van de aandelen plus de aanstelling van een stroman die de overige 15% dan fifty-fifty met mij als ondernemer zou verdelen. Ook waren hun voorwaarden in strijd met ons business model, en bleek de stroman niet het commerciële gedeelte voor het bedrijf te kunnen realiseren Onze business was een andere dan waar de Business Angel zich op richtte We hebben nog geen daadwerkelijke toezegging ontvangen, vermoedelijk omdat investeerders nog terughoudend zijn met investeren in onze sector. Zij hebben hun kapitaal in een andere sector verdiend De balans ziet er goed uit waardoor de bank ook wil financieren. Maar wij willen onze risico s spreiden Onze aanvraag was informatief, met het doel advies te krijgen voor een echte aanvraag MKB Ik ben zelf gestopt met de aanvraag, en naar de bank gestapt De investeerder vond het rendement onvoldoende Vanwege de slechte tijd: het was niet haalbaar omdat particuliere beleggers met vastgoed ook minder ruimte hadden Pitchen in september 2008, toen de AEX met 12% omlaag kachelde was niet het beste moment. Zij zouden het geld verdienen, en ik niet: nog erger dan een bank We hebben een aanbod gekregen, maar moeten nog beslissen De aanvraag loopt nog Er is gekozen voor financiering door een bank of investeringsmaatschappij Wij hebben niemand kunnen vinden die geschikt of bereid was in ons bedrijf te investeren 16

Topsectoren zoeken (iets) grotere bedragen Waar de topsectorbedrijven op één na financiering hebben gekregen voor een bedrag tussen 50.000 en 100.000 is dit voor het merendeel van het MKB-panel minder dan 50.000. Topsectorenbedrijven lijken dus voor wat grotere bedragen financiering te ontvangen. Financiering van meer dan 250.000 is bij geen van beide groepen aangetroffen. Business angel bij topsectoren meer investeerder, bij MKB meer crediteur De aard van de investering door business angel of informal investor is bij het MKBpanel meestal een lening, bij topsectorbedrijven meestal een andere vorm van ondersteuning dan lening of aandelen. Bij slechts twee bedrijven die met een business angel of informal investor in zee zijn gegaan specificeert men nader wat die andere vorm precies is: gebruik van goederen, en in natura (in ruil voor een belang in het bedrijf). Dit suggereert een relatie tussen bedrijf en investeerder die wat verder gaat dan die van debiteur en crediteur, zoals bij het MKB-panel. Topsectorbedrijven vaak pré -start, MKB-panel vaak doorstart Van de topsectorbedrijven met een business angel of informal investor is er slechts één een al bestaand bedrijf, de overige zijn in de pré-startfase, met een plan of product aan de ontwikkeling waarvan nog gewerkt wordt. Van de bedrijven uit het MKB-panel maakt de helft een doorstart, de rest is jong en groeiend, of al bestaand. Veel bredere ondersteuning bij topsectorbedrijven Topsectorenbedrijven krijgen een veel bredere ondersteuning van hun business angel dan het MKB-panel: daar noemt men uitsluitend financiële ondersteuning, of (ook) introductie bij potentiële klanten, waar topsectorenbedrijven daarnaast assistentie noemen bij het maken van een businessplan of de ontwikkeling van een strategie, leveren van contacten, introductie bij (andere) investeerders, en deelnemen aan onderhandelingen. De grotere rol van business angels / informal investors bij topsectorbedrijven hangt samen met de aard van de relatie tussen beide: die van (betrokken) investeerder bij bedrijven in de pré-startfase, versus die van uitsluitend kredietverstrekker bij bedrijven van het MKB-panel. 3.4 Waardering ondernemers en toekomstig gebruik van angels Rapportcijfer 8 á 9 Begunstigden hebben de ondersteuning door hun business angel / informal investor gewaardeerd met een rapportcijfer op een schaal van 1 tot 10. Gemiddeld geven zij ruim een 8,5. Bij topsectorbedrijven is dat nog iets meer: 8,8. Derhalve: goed tot zeer goed. Dankzij business angel méér kansen kunnen benutten Een ruime meerderheid van de bedrijven met een business angel heeft naar eigen zeggen kansen kunnen benutten door de ontvangen financiële ondersteuning, waaronder alle topsectorbedrijven. Die kansen waren, in die volgorde, groeikansen, investeringen kunnen doen en andere kansen. Zowel topsector- als andere MKBbedrijven noemen groeikansen. Topsectorbedrijven noemen investeringen en andere kansen vaker. Die andere kansen zijn onder meer introductie bij een voor de productmarktcombinatie van het bedrijf belangrijk partner-netwerk, en mogelijk maken van een grote R&D-inspanning. 17

Ook in de toekomst in zee met business angels / informal investors Op één na alle bedrijven met een business angel / informal investor overwegen ook in de toekomst een beroep te doen op dergelijke ondersteuning. Zowel bedrijven uit het topsector- als uit het MKB-panel noemen toegevoegde waarde door netwerkcontacten als motief. Maar voor het MKB-panel staat de bijdrage aan het rond krijgen van de bedrijfsfinanciering op de eerste plaats, een motief dat topsectorbedrijven nauwelijks noemen. Die noemen daarentegen ondersteuning bij strategische vraagstukken, wat bij bedrijven uit het MKB-panel helemaal niet genoemd wordt, en daarnaast andere motieven, zoals managementondersteuning. Dit komt overeen met de eerder genoemde bredere ondersteuning van topsectorbedrijven, die deze bedrijven kennelijk ook wensen en waarderen. Termijn en bedrag In verreweg de meeste gevallen is de termijn waarop men opnieuw een beroep denkt te doen op business angel of informal investor: in de komende drie jaar. Het bedrag dat men op het oog heeft ligt bij de topsectorbedrijven tussen de 100.000 en 250.000. Bij het MKB-panel is het meestal beneden de 100.000, maar ook in enkele gevallen tussen de 250.000 en 500.000. 3.5 Geen beroep op business angels: motieven en effect Geen beroep op business angels: meestal wegens niet nodig Reden om voor financiering géén beroep te doen op business angels of informal investors is in de meeste gevallen dat men dit niet nodig acht. Topsectorbedrijven noemen wat vaker andere redenen, bij het MKB-panel is dit wat vaker dat zij niet (goed) bekend zijn met business angels of informal investors: zie figuur 7. figuur 7 reden waarom men géén financieringsaanvraag heeft gedaan bij een business angel of informal investor 100% 80% 60% 81% 77% 40% 20% 0% 7% 12% 1% 16% 6% MKB topsectoren andere reden ervaringen met financiers niet (goed) mee bekend niet nodig Bron: Panteia, 2014 18

De andere redenen zijn: Topsectoren Nog geen tijd voor gehad, om dit verder uit te zoeken... Totaal onafhankelijk blijven is het motto bij ons. We stellen onze eisen desnoods naar beneden bij. De aversie tegen banken is hier groot: de hulp die wij af en toe wensten van de banken werd werkelijk weggehoond. Dus niets tegen andere manieren van investeren: alles beter dan de banken. We zullen het echter niet snel doen Wij willen toch onze eigen koers blijven varen. Iemand die investeert doet dat niet voor niets! MKB Ik ben nog steeds in goede harmonie met mijn bank. Als ik extra financiering nodig heb en de bank geeft die niet, dan zou een formal investor of business angel wel in overweging genomen worden... We vrezen voor onze onafhankelijkheid en zelfstandigheid, willen geen schulden maken Ik ben ZZP er en dat is voor de bank te klein om financiering in overweging te nemen, mocht het nodig zijn Heel recent is het idee gekomen op die manier geld te genereren voor een bepaald project: ziet er veelbelovend uit Ze willen alleen high-tech en goedlopende bedrijven financieren Ze willen teveel mee-ondernemen Geen gebruik van business angels leidt niet tot missen van kansen Bij slechts weinig bedrijven zegt men kansen te hebben gemist door géén gebruik te maken van een business angel of informal investor, namelijk 1%. Niet geslaagd, dan vaak alsnog naar bank of participatiemaatschappij Zij die wél hebben geprobeerd financiering aan te trekken via een business angel of informal investor maar daar niet in zijn geslaagd hebben merendeels (namelijk in twee derde van de gevallen) geprobeerd uit andere bron alsnog aan financiering te komen. Die andere bron is een bank, of een investerings- dan wel participatiemaatschappij. Deze beide alternatieven worden even vaak genoemd, soms met kanttekeningen zoals.maar de bank deed wél erg moeilijk. Minstens één op de drie slaagt alsnog Zij die hebben geprobeerd via een andere bron financiering te krijgen zijn verdeeld over drie gelijke groepen: niet geslaagd, wél geslaagd en onbekend. Kortom, minstens één op de drie is alsnog geslaagd. 3.6 Informatie over business angels Interesse voor meer informatie over financiering door business angels Eén op de acht bedrijven van het MKB-panel, en één op de zes in het topsector-panel heeft belangstelling voor méér informatie over financiering door business angels of informal investors. Dat is bij topsectorbedrijven meer dan er hebben aangegeven met deze mogelijkheid bekend te zijn (zie de eerste alinea van dit hoofdstuk), en bij het (overig MKB nog altijd de helft. Verreweg de meesten zouden informatie willen ontvangen van de Vereniging van Business Angels. De geuite belangstelling voor meer informatie houdt ongetwijfeld verband met de sinds de kredietcrisis opgetreden problemen bij de kredietverlening voor met name relatief kleinere bedragen. 19

figuur 8 wil meer informatie over business angels of informal investors 50% 25% 12% 17% 0% mkb topsectoren Bron: Panteia, 2014 20