VCLB De Wissel - Antwerpen



Vergelijkbare documenten
In dit vlot leesbaar boek vertaalt Kees Vernooy recente bevindingen uit de leeswetenschappen naar de onderwijspraktijk.

OP WEG NAAR EEN EFFECTIEF ALTERNATIEF VOOR KLEUTERSCHOOLVERLENGING. Alle kinderen zijn speciaal, maar sommige kinderen hebben specifieke behoeften.

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14

Elk kind een lezer (1)

Effectief leesonderwijs

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Interventieprogramma ELK KIND EEN GOEDE LEZER. Dr. Kees Vernooy Lector hogeschool Edith Stein Samenwerkingsverband Spijkenisse 16 maart 2011

Protocol leesproblemen en dyslexie

Minor Dyslexie Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4

TAALBELEID DALTONSCHOOL SINT JOZEF LEMMER

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

EEN PRAGMATISCH LEESPROTOCOL. Joop Stoeldraijer Kees Vernooy

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2

Lezen op de Klimop. (uit:elke leerling een competente lezer! Van dr. Kees Vernooy)

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Handboek Lezen: Effectief leesonderwijs in de doorgaande lijn

LEES / EN DYSLEXIEPROTOCOL

Het IGDI model. Het belang van goede instructie. Bij welke leerkrachten leren kinderen het beste? (Good 1989) Instructie en risicoleerlingen

SCHAKELKLASSEN EN EFFECTIEF LEESONDERWIJS

Effectief aanvankelijk leesonderwijs

Leesontwikkeling op de Casimirschool

KRACHTIG LEESONDERWIJS. Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is

Een kind heeft recht op een stevig fundament.

Niet methodegebonden toetsen die gedurende de schoolperiode afgenomen worden op het gebied van taal, lezen en spelling:

Evidence based AANVANKELIJK LEZEN en de rol van de nieuwe methoden voor leren lezen. Motto. Bij leren lezen komt meer kijken dan een methode!

Aanvankelijk technisch lezen. Effectief aanvankelijk lezen in groep 3

Fonemisch Bewustzijn

Dr. Kees Vernooy (CPS)

Passend onderwijs Verdieping Ontwikkelingsperspectief & Technisch lezen

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

toetsen van Veilig Leren lezen en Estafette. groepen 1 2 LOVS Cito Taal voor Goed lees en spellingsonderwijs in de groepen 3 tot en met 8

d e r ee n k a n l e r e n l e z e n

Technisch lezen. Wat is technisch lezen?

Groep 7 en 8. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 8

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters

ZML SO Technisch Lezen

Dyslexie protocol de Werkschuit

betekenis van het woord vastgesteld.

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Leeshuis

LEERLINGEN HELPEN EFFECTIEF ANDERE LEERLINGEN

veilig leren lezen Toelichting Leerkrachtassistent versie 2.0

Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe

Workshop Verbeteren van hun leesonderwijs

Dyslexieprotocol PCB de Schakel

Is leren lezen moeilijk?

Voorbereidend lees- en rekenonderwijs in relatie tot het werken met groepsplannen. IB-netwerkbijeenkomsten januari 2012 Yvonne Leenders

estafette Vloeiend & vlot Snel aan de slag! Achtergrondinformatie

Voorwoord. Letters uitspreken zoals de leerkracht dat doet.

Leerlijn taalontwikkeling groep 1

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Goed Gelezen versie 2

Elk kind een lezer (2)

Protocol leesproblemen en dyslexie

Praktische handreikingen voor het leesonderwijs aan dove en slechthorende leerlingen

Welkom en Agenda. Workshop Fonemisch Bewustzijn. Doelstellingen van vandaag. Fonologie. Doorgaande lijn

HET NEDERLANDSE LEESONDERWIJS NADER BEKEKEN. Dr. Kees Vernooy september 2006 ProBiblio

2014 Protocol dyslexie

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs)

BROCHURE:-LEZEN? JA-GRAAG!-

Minor Dyslexie Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 3

RALFI. Aanpak voor (zeer) zwakke lezers.

Het systematisch volgen van leerlingen

Leerjaar 1 en 2 vmbo-b/k. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2

Groep 4. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4

Handleiding. Vroegtijdige signalering en adequate aanpak op het gebied van lezen/spellen en dyslexie.

maken de kinderen een waterorgel en laten elke lettergreep uit een lied horen op dit orgel. Groep 1 Groep 2 samengestelde woorden in

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

In samenhang. EFFECTIEF LEESONDERWIJS NADER BEKEKEN Technisch Lezen, Woordenschat en Leesstrategieën PAPER

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Estafette

lezen als de basis van leren

Leesproblemen en dyslexie

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak ie/ei-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Kijkletter ei

Samen naar woorden zoeken

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1)

Succesvol beginnend lezen

Informatieavond schooljaar Cluster 1/2

Marzano (2003) Scholen maken het verschil

Protocol leesproblemen en dyslexie, groep 1 en 2

TOS en Dyslexie. De grenzen van mijn taal....zijn de grenzen van mijn wereld

In samenhang. EFFECTIEF LEESONDERWIJS NADER BEKEKEN Technisch Lezen, Woordenschat en Leesstrategieën PAPER

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Handreiking Groepsplan voorbereidend lezen:

Informatieavond schooljaar Cluster 1/2

Flitsend Spellen en Lezen 1

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Lekker Lezen

OUDERAVOND KRITISCH EN BEGRIJPEND LUISTEREN. Rianne Broeke 28 april 2015

Quickscan taal- en leesonderwijs

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

Algemene informatie groep 1-2. Ontwikkeling van kleuters:

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider

Flitsend Spellen en Lezen 1

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs

VLIR- Seminar 28 mei 2013

Transcriptie:

VCLB De Wissel - Antwerpen Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding LEERLIJN LEZEN Of Hoe kunnen we voorkomen dat veel kinderen leesmoeilijkheden krijgen? Elke leerkracht, ouder en kind weet dat lezen de meest belangrijke vaardigheid in de basisschool is. De ontwikkeling van een goede leesvaardigheid vormt de basis van een goede schoolloopbaan van een leerling. Goed leesonderwijs is in belangrijke mate een zaak van een effectieve leesinstructie. Kwalitatief goede instructie in de kleutergroepen en in het 1 leerjaar is het beste wapen tegen leesuitval. De voorschoolse periode Reeds voor de kinderen starten in de kleuterschool wordt de basis gelegd voor succesvol leren lezen. Via de ouders en opvoeders leren kinderen een goede mondelinge taalvaardigheid en leren ze taal begrijpen. Ze doen geletterde ervaringen op. Ze leren begrijpend luisteren. Hulpmiddelen : - kinderen laten kennismaken met prentenboeken en voorleesboeken - kinderen voorlezen vanaf zeer jonge leeftijd. Dit bevordert de woordenschatontwikkeling, de interesse in de klanken van onze taal, in rijmen, in woord- en taalspelletjes, het begrijpend luisteren. De kleuterperiode In de kleuterschool wordt de woordenschat ruim uitgebreid en is er veel aandacht voor mondelinge taalvaardigheid. Kleuters maken kennis met prentenboeken en voorleesboeken. Er is sprake van ontluikende geletterdheid. Er moet er veel aandacht gaan naar fonologische vaardigheden, naar het ontwikkelen van het fonemisch bewustzijn. We spreken van fonemisch bewustzijn wanneer kinderen door hebben dat woorden uit klanken bestaan (vb via rijmen) los van de betekenis van het woord. Het kind gaat zijn aandacht niet alleen richten op de betekenis van een woord ( vb bus daar kan je mee rijden), maar ook op de klankvorm van dit woord (bus rijmt op mus, bus is b-u-s). Wanneer kinderen fonemen als de kleinste klankeenheid in woorden kunnen onderscheiden (p-e-n) dan beschikken ze over fonemisch bewustzijn. Wanneer dit fonemisch bewustzijn doelbewust wordt gestimuleerd kan bij een aantal kinderen voorkomen worden dat zij problemen krijgen met leren lezen. Aandacht leren hebben voor de klanken van een woord is belangrijk voor het leren lezen omdat ons schrift in principe een klankschrift is. Voor een klank staat een teken, een letter. Het fonemisch bewustzijn komt vaak niet spontaan tot stand maar kan doelbewust ontwikkeld worden. Mogelijke oefeningen met een stimulerend effect naar latere lees- en spellingsvaardigheden : - rijmen (versjes, liedjes, rijmwoordjes zoeken) 1

- verschillen tussen klanken horen (dit is auditieve discriminatie) vb Klinkt maan zoals maar? Boot-poot? - Met klanken of klankgroepen woorden maken (dit is auditieve synthese) vb ik zoek een dier, ik zeg m-u-s welk dier is het? Ik zoek een naam, ik zeg he-le-na, wiens naam heb ik gezegd? - Gesproken woorden in klanken of klankgroepen verdelen (dit is auditieve analyse) vb zeg je naam in stukjes : Ben-ja-min. Zoek de stukjes van bal : b-a-l. - Het isoleren van klanken in woorden vb in welk woordje hoor je oo? In bal, room of koe? Welke klank is gelijk in zuur en zoo? - Het tellen van fonemen of klankgroepen : hoeveel stukjes zitten in telefoon: te-le-foon, in boek : b-oe-k.. Eerst worden opgedeeld in klankgroepen, later in losse klanken. Eerst met behulp van klappen, later zonder. - Klanken in woorden onderscheiden vb wat is de middelste klank in boom? Sommige van deze oefeningen zijn moeilijker en zullen pas lukken bij de overstap naar de lagere school. Het fonemisch bewustzijn komt nog gemakkelijker tot ontwikkeling als het kind gelijktijdig vertrouwd wordt gemaakt met letters, het schriftbeeld (ook grafemen genoemd). Ook in de kleuterschool kunnen kinderen reeds kennismaken met letters, vb de letters van hun naam, of met een woordbeeld van veel voorkomende woorden, vb kast wordt op de kast geplakt. Ook kan de basis voor begrijpend lezen al zeer vroeg gelegd worden. Vlot begrijpend lezen is in hoofdzaak afhankelijk van vlot technisch lezen en van begrijpend luisteren. Het technisch lezen moet uiteindelijk zo n niveau hebben dat het even gemakkelijk is om de inhoud van een zelfgelezen tekst te begrijpen als wanneer die tekst zou worden voorgelezen. De meeste kinderen bereiken dat niveau pas in het derde of vierde leerjaar. Dit betekent ook dat het tot dat moment wenselijk is systematisch aandacht te besteden aan begrijpend luisteren, vooral door middel van interactief voorlezen. De woordenschat en de achtergrondkennis van kinderen worden vergroot. Er bestaan programma s die de taalontwikkeling van peuters en kleuters stimuleren. Kinderen die de kleuterschool verlaten beschikken over volgende vaardigheden : - luistervaardigheid, vertellen en navertellen - basiskennis fonemisch bewustzijn - eerste kennismaking met letters 2

De lagere school Onderzoek wijst uit dat bij zwakke lezers de fonologische route minder goed ontwikkeld wordt. Dit betekent dat zij in vergelijking met vlotte lezers meer moeilijkheden hebben om bij het zien van letters, woorddelen en woorden de corresponderende klanken, klankgroepen en woordgroepen op te roepen. Bij de vlotte lezer gaat dit proces zo snel dat het kind zich daar niet van bewust is. Bij de zwakke lezer vergt dit zoveel inspanning, tijd en aandacht dat het kind meer gebruik gaat maken van de context en de zin of het woord radend gaat invullen. Wat kan je doen om de fonologische route zo effectief mogelijk te laten functioneren? Expliciete directe instructie is noodzakelijk. Voordoen, hardop denken, demonstreren, begeleiding bij het toepassen van het geleerde. 1. De voorfase van de leesontwikkeling: kleuters die ontdekt hebben dat gesproken woorden uit afzonderlijke klanken bestaan lopen bij het leren lezen minder kans problemen te krijgen (zie supra). Kleuters met een ontwikkeld fonologisch bewustzijn verkeren bij het leren lezen in een betere uitgangspositie. 2. De verbinding tussen de afzonderlijke letterklanken (foneem) en de corresponderende letters (grafemen) moet correct, snel en zonder inspanning verlopen. De koppeling tussen grafemen en fonemen moet in hoge mate geautomatiseerd zijn. Dit betekent : vlot gekend, zonder er nog bij te moeten nadenken. Het is beter dat het aantal letters dat geleerd wordt niet te snel toeneemt. Nieuwe letters worden pas aangeleerd wanneer de herkenning van eerder aangeleerde letters voldoende is geautomatiseerd. Inoefenen kan met de letterdoos, een letterlijn of met lezen van woorden die zijn samengesteld uit de geleerde letters (vb via een klikklak boekje). 3. De verbinding van de afzonderlijke fonemen (klanken) tot woorden is een nieuwe moeilijkheid. Sommige kinderen hebben met deze auditieve synthese problemen. Er kan gewerkt worden met wisselrijtjes (alleen de laatste of eerste letter wisselt (vb maan-maak, vis-mis-wis), en met rijen waarbij binnen een zelfde rijtje de positie van de wisselende letter varieert (vb maan-maar-vaar-voor). Oefeningen met woordrijen mogen niet lang duren. Ze moeten wel vaak terugkomen in een aantrekkelijke speelse vorm. 4. In het eerste leerjaar moet er voldoende aandacht gaan naar automatisering anders is de kans groot dat de overgang naar het voortgezet lezen stagneert. Vlot lezen van complexe woorden veronderstelt dat leerlingen in die woorden spontaan deelstructuren herkennen. Voorbeelden van deelstructuren zijn clusters van medeklinkers (st-, br-, str-, -lk,-rst), spellingspatronen (ooi,oei, ieuw, uw, nk), lettergrepen, voor- en achtervoegsels (ge-, -lijk, ver-). Zwakke lezers hebben daar moeilijkheden mee. Zwakke lezers in het tweede en derde leerjaar hebben hiertoe gerichte instructie en training nodig. 3

Duidelijke doelen vooropstellen. Het is gewenst, dat alle kinderen op het einde van het 1 leerjaar minstens teksten van het niveau AVI-2 kunnen lezen. Een dergelijk leesniveau is niet alleen van groot belang voor het zelfvertrouwen, zelfbeeld en leesmotivatie van kinderen, maar ook voor het verder verloop van de schoolloopbaan van kinderen. Er moet niet vergeten worden dat de meeste onderwijsmethoden vanaf het begin van het 2 leerjaar om een leesniveau AVI 2/3 vrage n. Vanaf het begin van het 2 leerjaar vindt er ook een duidelijke verschuiving plaats van leren lezen naar lezen om te leren. Op het einde van het 2 leerjaar streven we naar AV I-5, eind 3 naar AVI 8/9. De uiteindelijke doelstelling van lezen is begrijpend lezen. Vlot technisch lezen is een voorwaarde om goed begrijpend te kunnen lezen. Vroegtijdig signaleren van risicokinderen en het volgen van de leesontwikkeling. Signaleringsmomenten Risicofactoren Begin 2 kleuterklas Spraak/taalontwikkeling, woordenschat Begin 3 kleuterklas Fonemisch bewustzijn Midden 3 kleuterklas Kennis van namen, van klanken van letters Start 1 leerjaar Welke kinderen moeten extra aandacht krijgen tijdens het leren lezen? Herfst 1 leerjaar Beheersen de kinderen de behandelde letters en woorden? Krokus 1 leerjaar Maart Alle letters goed gekend? Leest het kind AVI 1? Voldoende automatisering, versnelling? Eind 1 leerjaar Minimaal AVI 2 Start 2 leerjaar Herfst 2 leerjaar Midden 2 leerjaar Maart Eind 2 leerjaar Welke kinderen hebben extra aandacht nodig bij voortgezet lezen? Hoe verloopt de voortgezette leesontwikkeling van de zwakke lezers? Zullen de zwakke lezers eind schooljaar AVI 5 behalen? Nu AVI 4 of minder Welke leerlingen hebben extra ondersteuning nodig om eind 3 AVI 8/9 te halen? Hulp Voorlezen, interactief lezen Extra leesinstructie, plus één uur per week Intensieve instructie grafemenfonemen, computer, letterdoos, klikklakboekje Intensieve instructie, gericht oefenen ; flitsen, computer Intensieve instructie voor zwakke lezers. Grijp vroegtijdig in bij kinderen waar het leren lezen minder goed lijkt te gaan, o.a. door deze kinderen extra leesinstructie, aanvullend op de groepsinstructie, te geven, minimaal één uur per week. Dit kan in subgroepjes, aan een instructietafel 4

in de klas, door hoekenwerk of een tijdelijke klassenverkleining. In dergelijke kleine groepjes kan intensieve instructie op maat aan risicolezers gegeven worden waardoor hun leesontwikkeling verbeterd en versneld kan worden. Meer intensieve instructie door reteaching of herhaling : veel kinderen pikken niet in één keer de inhoud van de les op. Ze hebben nood aan meer instructietijd, vb één uur extra per week, dagelijks in kleine groepjes of individueel. De materialen van de methode worden gebruikt om te komen tot consistente ondersteuning. Zo voorkomen we cognitieve verwarring en dubbel leren. Geef onmiddellijke feedback op het lezen. Zo kan het leren van bepaalde zaken snel veranderen. Veel scholen zien nog steeds het niveaulezen als het middel om het technisch lezen te verbeteren. Onderzoek laat zien dat niveaulezen geen positieve effecten voor de leesontwikkeling heeft. Aandacht aan voortgezet lezen. Veel leerkrachten in het 2 en 3 leerjaar denken d at het technisch lezen zich na het 1 leerjaar verder vanzelf ontwikkelt. Onderzo ek laat zien, dat dit alleen voor de heel goede lezers het geval is. Het voortgezet lezen heeft in het 2 en 3 leerjaar vooral tot doel op systematisch wijze aandacht te besteden aan : het leren lezen van meerlettergrepige woorden, het verhogen van de leessnelheid (automatisering van het technisch lezen). Dit is nodig om tot goed begrijpend lezen te komen. Onderzoek toont aan dat hulp voor kinderen met een slechte leesvaardigheid na hun 9 jaar weinig effectief is. Men moet daarom tijdig voldoende tijd besteden aan het voortgezet technisch lezen : Leerjaar Technisch lezen in de klas Extra tijd voor zwakke lezers 2 leerjaar 5 x 30 minuten 2 x 30 minuten 3 leerjaar 3 x 30 minuten 2 x 30 minuten 4 leerjaar 2 x 30 minuten 2 x 30 minuten Methodieken : laten herlezen van een zelfde tekst (niet op de zelfde dag) om beter tot vlot en versneld lezen te komen. Inzetten van computerprogramma s om de leestijd van de zwakke lezers uit te breiden. Tot slot. Onderzoek vanaf 1995 laat zien dat 95% van de potentieel zwakke lezers gemiddelde lezers kunnen worden als goede, effectieve leerkrachten op expliciete wijze aandacht besteden aan zaken als vroegtijdig signaleren, fonemisch bewustzijn, systematische aandacht voor letter-klankkoppeling en auditieve synthese, vlot technisch lezen, leesstrategieën en woordenschat. Bij de resterende 5 % van de kinderen kunnen we van dyslexie spreken. Voor de aanpak van deze kinderen verwijzen we naar onze tekst over handelingsplan dyslexie. Werkgroep lager onderwijs VCLB 2 Antwerpen, September 2003 Deze tekst is gebaseerd op inzichten van Dr Kees Vernooy (CPS) Dr C. Mommers 5