Woord vooraf 13 Hoofdstuk 1 Wat is economie en hoe denken economen? 15 1 De twee betekenissen van het woord economie 16 2 De kern van het economisch probleem: schaarste verplicht tot kiezen 17 2.1 Schaarste 17 2.2 Economisch handelen is kiezen 18 3 Behoeften 20 3.1 Soorten behoeften 20 3.2 Kenmerken van behoeften 21 4 Economische goederen 22 4.1 Kenmerken 22 4.2 Soorten goederen 23 4.3 De productiefactoren 25 5 Kaders voor de analyse van keuzegedrag 27 5.1 De homo economicus 27 5.1.1 Kiezen volgens een optimalisatieprincipe 27 5.1.2 Marginale kosten en baten 28 5.1.3 Geld en eigenbelang 29 5.1.4 Onzekerheid en risico 30 5.2 Beperkingen van de homo economicus 31 5.2.1 Emoties, instinctieve noden en gevoelstoestanden 31 5.2.2 Projectiebias 31 5.2.3 Gevolgen van deze beperkingen 32 5.2.4 Oplossingen 34 5.3 De speltheorie 35 5.3.1 Omschrijving van een spel 35 5.3.2 Het nashevenwicht 36 5.3.3 Het gevangenendilemma 37 5.4 Economie en identiteit 39 5.4.1 Enkele vaststellingen 39 5.4.2 Identiteit en emoties 40 5.4.3 Identiteit en strategische interactie 41 3
6 Micro- en macro-economie 41 7 Positieve en normatieve economie 42 8 Kernbegrippen, vragen en opgaven 42 Hoofdstuk 2 Economische stelsels 45 1 Zelfvoorziening versus arbeidsverdeling en specialisatie 47 1.1 Zelfvoorziening 47 1.2 Maatschappelijke arbeidsverdeling en specialisatie 47 1.2.1 Betekenis 47 1.2.2 Gevolgen 48 2 De vrijemarkteconomie 51 2.1 Beschrijving 51 2.1.1 Visie 51 2.1.2 Beslissingsniveau 52 2.1.3 Drijfveren en prikkels 53 2.1.4 Coördinatiemechanisme 53 2.2 Welvaartseconomische evaluatie 55 2.2.1 Voordelen 55 2.2.2 Marktfalen 56 3 De centraal geleide of geplande economie 64 3.1 Beschrijving 64 3.1.1 Visie 64 3.1.2 Beslissingsniveau 65 3.1.3 Drijfveren en prikkels 65 3.1.4 Coördinatiemechanisme 66 3.2 Welvaartseconomische evaluatie 67 3.2.1 Voordelen 67 3.2.2 Nadelen 67 3.3 Convergentie en transitie 68 4 De gemengde economie en/of de sociale markteconomie 69 4.1 Visie 69 4.2 Kenmerken 70 5 Kernbegrippen, vragen en opgaven 74 Hoofdstuk 3 Macro-economische relaties en welvaartsindicatoren 77 1 De economische kringloop 78 1.1 Een gesloten economie met alleen gezinnen en ondernemingen 78 4
1.2 Een gesloten economie met ondernemingen, gezinnen en de overheid 81 1.3 Kringloop met gezinnen, ondernemingen, overheid en buitenland 83 2 Macro-economische grootheden 84 2.1 Bruto nationaal product en bruto binnenlands product 85 2.2 Oorsprong en samenstelling van het bruto binnenlands product 88 2.3 De verdeling van het bnp of bni 90 2.4 De globale bestedingen 91 2.5 Belang van het bbp en het bni 93 3 Economische groei, welvaart en welzijn 96 3.1 Omschrijving van de begrippen 96 3.2 Tekortkomingen van de klassieke welvaartsmaatstaven 97 4 Kernbegrippen, vragen en opgaven 100 Hoofdstuk 4 Gezinnen als vragers van goederen 103 1 De theorie van het consumentengedrag 104 1.1 De optimale goederenbundel 104 1.1.1 De grensnuttheorie 104 1.1.2 De moderne theorie van het consumentengedrag 105 1.2. Veranderingen in de optimale goederenbundel 105 2 De vraag naar een bepaald goed 106 2.1 Invloed van de prijs op de gevraagde hoeveelheid 106 2.2 Andere vraagbeïnvloedende factoren 108 2.3 De prijselasticiteit van de vraag 111 2.3.1 Betekenis 111 2.3.2 Beïnvloedende factoren 113 2.3.3 Het praktisch belang van de prijselasticiteit van de vraag 114 2.4 De inkomenselasticiteit van de vraag 115 2.5 De kruiselingse elasticiteit van de vraag 118 3 De beïnvloeding van de consument door anderen en de reclame 119 4 Kernbegrippen, vragen en opgaven 121 Hoofdstuk 5 Ondernemingen als aanbieders van goederen 125 1 Begrippen en wetten m.b.t. het productieproces 127 1.1 De productiefunctie 127 1.2 Productiviteit 128 1.3 De wet van de variabele meeropbrengsten 130 1.4 Variabele schaaleffecten of schaalopbrengsten 132 5
2 De optimale productieomvang 132 2.1 Kosten en kostenverloop 133 2.2 Opbrengsten en opbrengstenverloop 135 2.3 De winstmaximaliserende productieomvang 136 3 De break-evenanalyse 138 4 De optimale bedrijfsdimensie 139 5 Het aanbod van een bepaald goed 141 5.1 Invloed van de prijs op de aangeboden hoeveelheid 141 5.2 Andere aanbodbeïnvloedende factoren 142 5.3 De prijselasticiteit van het aanbod 143 5.3.1 Betekenis 143 5.3.2 Beïnvloedende factoren 145 6 Juridisch-institutioneel kader 145 6.1 Juridisch kader 145 6.1.1 Eenmanszaken en vennootschappen 145 6.1.2 De naamloze vennootschap of nv 147 6.1.3 De vzw en de vennootschap met sociaal oogmerk 149 6.2 Corporate governance 149 7 Verschijningsvormen van ondernemingen 151 7.1 Verschillen naargelang van de doelstelling 151 7.1.1 Winstgedreven privéondernemingen 151 7.1.2 Overheidsondernemingen 154 7.1.3 Coöperatieve ondernemingen 156 7.1.4 Sociale ondernemingen 158 7.2 Verschillen naargelang van de omvang 159 8 Kernbegrippen, vragen en opgaven 161 Hoofdstuk 6 Markten en prijsvorming 165 1 Marktvormen 167 1.1 Het aantal marktpartijen 167 1.2 De markttransparantie 168 1.3 De homogeniteitsgraad van een markt 169 1.4 Toetredingsvoorwaarden tot een markt 170 2 Volkomen concurrentie 171 2.1 Prijsvorming en marktevenwicht 172 2.2 Veranderingen in het marktevenwicht 173 3 Markten met onvolkomen concurrentie 175 3.1 Monopolie 175 6
3.2 Monopolistische concurrentie 177 3.3 Oligopolie 178 4 Het prijsbeleid van de overheid 179 4.1 Rechtstreeks prijsbeleid 179 4.2 Onrechtstreeks prijsbeleid 181 5 Kernbegrippen, vragen en opgaven 181 Hoofdstuk 7 Geld en inflatie 185 1 Het geld 186 1.1 De functies van het geld 186 1.2 De soorten geld 187 1.3 Beknopte geschiedenis van het geld 189 2 De Europese Centrale Bank en het monetair beleid 193 3 Inflatie en deflatie 196 3.1 Definitie 196 3.2 Oorzaken van inflatie 198 3.3 Gevolgen van inflatie 201 4 Bestrijding van inflatie 203 5 Het meten van de inflatie en het indexeringsmechanisme 205 5.1 Het indexcijfer van de consumptieprijzen 205 5.2 De indexering van lonen en sociale uitkeringen 207 6 Kernbegrippen, vragen en opgaven 209 Hoofdstuk 8 Economische groei en ontwikkeling op lange termijn 213 1 Economische groei is een modern verschijnsel 214 2 Verklaringen voor economische groei 216 2.1 Meer arbeid inzetten 217 2.2 Meer kapitaal inzetten 218 2.3 De beschikking over natuurlijke hulpbronnen 220 2.4 Het belang van menselijk kapitaal 221 2.5 Technologische vooruitgang 221 2.6 De rol van instituties en van de overheid 223 3 Een evaluatie van de economische groei 224 4 Kernbegrippen, vragen en opgaven 230 7
Hoofdstuk 9 Fluctuaties in de economische groei 233 1 De lange golven 234 2 De seizoenbeweging 236 3 Conjunctuurbewegingen 237 3.1 Conjunctuurindicatoren 239 3.2 Verklaringen voor de conjunctuurbewegingen 240 3.2.1 Exogene en endogene verklaringen 240 3.2.2 Het belang van veranderingen in de globale vraag 241 3.3 Conjunctuurbeleid 242 3.4 De recessie van 2009 (en van 2011) 245 4 Kernbegrippen, vragen en opgaven 250 Hoofdstuk 10 De milieuproblematiek 251 1 Bewustwording 252 2 Functies en waarden van het natuurlijke leefmilieu 256 3 Verklaringen voor milieuproblemen 257 4 De aanpak van milieuproblemen 259 4.1 Het ontwikkelen van een aanvaardbaar en haalbaar milieubeleid 259 4.2 Wegen en instrumenten 261 4.2.1 Sensibilisering en ondersteuning 261 4.2.2 Gebods- en verbodsbepalingen en normen 263 4.2.3 Milieuheffingen 264 4.3 De keuze van het geschikte instrument 266 4.4 Het belang van internationale samenwerking 267 5 Kernbegrippen, vragen en opgaven 270 Hoofdstuk 11 Werkgelegenheid en werkloosheid 275 1 Soorten werkloosheid 276 2 Omvang en samenstelling van de werkloosheid 278 2.1 Omvang van de werkloosheid 278 2.2 Samenstelling van de werkloosheid 279 3 Verklaringen voor werkloosheid 281 3.1 De arbeidsmarkt 281 3.2 Kwantitatieve onevenwichten 282 3.2.1 De omvang van het aanbod van arbeid 282 3.2.2 De omvang van de vraag naar arbeid 285 8
3.3 Kwalitatieve onevenwichten 289 3.3.1 Kenmerken van de vraag naar arbeid 289 3.3.2 Kenmerken van het aanbod van arbeid 289 4 Gevolgen van de werkloosheid 290 4.1 Individuele gevolgen 290 4.2 Maatschappelijke gevolgen 291 5 Bestrijding van de werkloosheid 292 5.1 Bestrijding van de conjuncturele werkloosheid 292 5.2 Bestrijding van structurele werkloosheid 292 5.2.1 Bevorderen van de werkgelegenheid 293 5.2.2 Herverdelen van de bestaande werkgelegenheid 296 5.2.3 Vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen 297 6 Kernbegrippen, vragen en opgaven 299 Hoofdstuk 12 Inkomensvorming en inkomensverdeling 301 1 De functionele inkomensvorming 302 1.1 Het loon 303 1.1.1 Omschrijving 303 1.1.2 Determinanten van het algemene loonpeil en van de loonevolutie 305 1.1.3 De loonstructuur 310 1.2 Interest en winst 313 1.2.1 Omschrijving 313 1.2.2 De financiële markt 314 1.2.3 Determinanten van het algemene interestpeil en de interestevolutie 318 1.2.4 De structuur van de interestvoeten 319 1.3 Huur 319 2 De personele inkomensverdeling 320 2.1 De primaire inkomensverdeling 320 2.2 De secundaire inkomensverdeling 321 2.2.1 Omschrijving 321 2.2.2 Meten van de secundaire inkomensverdeling 321 3 Instrumenten van inkomensherverdeling 326 3.1 De progressieve inkomstenbelasting 327 3.1.1 Situering 327 3.1.2 Basisprincipes 328 3.1.3 Werking van het belastingsysteem 328 3.1.4 Het herverdelende effect van de inkomstenbelasting 330 3.2 De sociale zekerheid 331 3.2.1 Omschrijving 331 3.2.2 Principes van de sociale zekerheid 332 3.2.3 Het herverdelende effect van de sociale zekerheid 334 9
4 De tertiaire inkomensverdeling 335 5 Armoede in België 337 6 De prijs en de grenzen van de herverdeling 341 7 Kernbegrippen, vragen en opgaven 343 Hoofdstuk 13 Overheidsfinanciën en overheidsschuld 345 1 Overheid en overheidsbegroting 346 2 De ontvangsten van de overheid 347 3 De overheidsuitgaven en hun bestemming 350 4 Het begrotingssaldo van de overheid en de overheidsschuld 352 4.1 Omschrijving en feiten 352 4.2 Gevolgen van schuldfinanciering en een grote openbare schuld 353 4.3 Het Stabiliteitspact van de Europese Unie 356 4.4 De schuldencrisis 357 5 Kernbegrippen, vragen en opgaven 365 Hoofdstuk 14 Internationale handel 367 1 Het belang van internationale handel 368 2 Verklaringen voor internationale handel 370 2.1 De theorie van de comparatieve voordelen 371 2.2 Verklaringen voor comparatieve voordelen 374 3 Voordelen en nadelen van vrijhandel 377 3.1 De voordelen van deelname aan internationale handel 377 3.2 De kosten: de noodzaak tot voortdurende aanpassing 378 4 Protectionisme 380 4.1 Instrumenten van protectionisme 380 4.2 Argumenten pro en contra 383 5 Internationale samenwerking op handelsgebied 385 5.1 Van GATT tot WTO 385 5.1.1 De algemene overeenkomst over tarieven en handel GATT 385 5.1.2 De Wereldhandelsorganisatie WTO 386 5.2 Andere internationale organisaties 391 5.3 Een voorbeeld van regionale integratie: de Europese Unie 392 6 Kernbegrippen, vragen en opgaven 394 10
Hoofdstuk 15 Internationale factorbewegingen 397 1 Directe buitenlandse investeringen 398 1.1 Betekenis en belang 398 1.2 Verklaringen voor het ontstaan en de expansie van mno s 400 1.3 Voor- en nadelen van multinationale ondernemingen 401 2 Internationale migraties 402 2.1 Betekenis en belang 402 2.2 Economische verklaringen voor internationale migraties 403 2.3 Economische gevolgen van internationale migraties 404 3 Kernbegrippen, vragen en opgaven 407 Hoofdstuk 16 Betalingsbalans en wisselkoers 409 1 De betalingsbalans 410 1.1 Begripsomschrijving 410 1.2 Onevenwichten op de betalingsbalans 411 2 Wisselmarkt en wisselkoers 413 2.1 Betekenis 413 2.2 Oorzaken van veranderingen in de wisselkoers 415 2.3 Gevolgen van wisselkoersveranderingen 420 2.4 Beknopte schets van de evolutie van het internationaal monetair stelsel sinds 1945 421 3 Het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank 423 4 Kernbegrippen, vragen en opgaven 426 Hoofdstuk 17 De ontwikkelingslanden 429 1 Wat zijn ontwikkelingslanden? 430 1.1 Monetaire ontwikkelingsindicatoren 431 1.2 Niet-monetaire indicatoren 433 1.3 De index voor menselijke ontwikkeling 433 1.4 Is er vooruitgang of gaat het van kwaad naar erger? 434 2 Verklaringen voor verschillen in ontwikkeling 436 3 De schuldenlast 441 3.1 Enkele kenmerken van de buitenlandse schuld 442 3.2 Het ontstaan van de schuldenlast 442 3.3 Oplossingen voor de schuldenlast 443 11
4 Ontwikkelingsbeleid en ontwikkelingshulp 444 4.1 Wat is een goed ontwikkelingsbeleid? 444 4.2 Waarom geven landen ontwikkelingshulp? 447 4.3 Hoeveel ontwikkelingshulp geven landen? 448 4.4 Helpt hulp? 451 4.5 De Belgische ontwikkelingshulp 453 5 Kernbegrippen, vragen en opgaven 456 Bibliografie 457 12