TV DACTYLOGRAFIE/TOEGEPASTE INFORMATICA TV TOEGEPASTE INFORMATICA



Vergelijkbare documenten
Jaarplan Softwarepakketten

TV TOEGEPASTE INFORMATICA

TV DACTYLOGRAFIE/TOEGEPASTE INFORMATICA

TV DACTYLOGRAFIE/TOEGEPASTE INFORMATICA

VAK Informatica. LP NR September 2007 LICAP BRUSSEL D/2007/0279/046 KSO LEERKRACHT Kris Cauberghe

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS MULTIMEDIATECHNIEKEN. Derde graad TSO Eerste en tweede leerjaar

TV TOEGEPASTE INFORMATICA TV DACTYLOGRAFIE/TOEGEPASTE INFORMATICA (aanbeveling complementair gedeelte)

VAK Informatica. LP NR September 2011 VVKSO BRUSSEL D/2011/7841/039 KSO LEERKRACHT Kris Cauberghe

3KA Toegepaste informatica

Vereiste basiscompetenties om rechtstreeks te kunnen instappen in Zakelijke communicatie in een eerste vreemde taal 2

7 Kantoor/Verkoop Toegepaste informatica

Trainingsomschrijving Excel 97 / 2000 / 2003 NL

INHOUDSOPGAVE Ms Access 2007

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

Excel 2010 in 17 stappen

INHOUDSOPGAVE Ms Word 2013

Cursus toegepaste informatica 6 TSO

INHOUDSOPGAVE Ms Word 2010

Inhoudsopgave. Module 2 Documenten standaardiseren

INHOUDSOPGAVE Ms Word 2007

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -

Inhoudsopgave. Inleiding 11

Onze Microsoft gecertificeerde unieke Excel e-learning cursussen zijn incl.:

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

1. OpenOffice.org downloaden en installeren Downloaden en installeren Achtergrondinformatie Tips... 21

IN1. Nr Omschrijving 2,5j 3j 4j 5j 6j 7j 8j 9j 10j 11j

Advies over het algemeen vak Informatica in de tweede en derde graad van het ASO

INHOUDSOPGAVE Ms Access 2010

3. Afbeeldingen en vormen Afbeeldingen invoegen... 78

2.12 Een document opslaan als Oefeningen Achtergrondinformatie Tips... 54

Kalenderaanbod Light-versie 2015

Inhoudsopgave. Deel 1 - Word 15

INHOUD. Ten geleide Excel Basis 15

Vragenlijst Beroepsprofiel ICT-OA

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

Databases gebruiken. Databases gebruiken

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2007 STUDIEGEBIED ICT. Modulaire opleiding Informatica: Programmeren AO IC 002

Inhoudsopgave. Deel 1 Word 2010

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

5HA- Dactylografie / toegepaste informatica

Eindtermen. Opleiding Grensbewaking (OGB)

MS Publisher. Module 0. tccbk MS Publisher, versie 2000 (NL) Nummer: 228 ( ) The Courseware Company

Trainingsomschrijving ACCESS 97 / 2000 / 2003NL

Inventarisatie Microsoft Office

Vereiste basiscompetenties om rechtstreeks te kunnen instappen in Boekhouden voor een boekhoudkundige bediende

Opmerking: Sommige onderwerpen zijn versie-afhankelijk. Programma's onder voorbehoud, afhankelijk van beschikbare tijd.

Inhoudsopgave Visual Steps - Dit is de inhoudsopgave van de Visual Steps-titel Cursusboek MOS Word 2016 en 2013 Basis

Leerlijn basisvaardigheden ICT SCHOLENGEMEENSCHAP KOBRA BRASSCHAAT

Inhoud Vervolgcursus. Word 2010 NL-NL. Inhoudsopgave

LEERLIJN BASISVAARDIGHEDEN ICT

2.12 Een document opslaan als Oefeningen Achtergrondinformatie Tips... 54

INHOUDSTABEL PRESENTATIES OP MAC. geen specifieke voorkennis

Inhoud training Microsoft Word

INHOUD. Ten geleide Inleiding 15

Inhoudsopgave. Voorwoord Introductie Visual Steps Wat heeft u nodig? Uw voorkennis Hoe werkt u met dit boek?...

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Inhoudsopgave. Deel 1 - Word 15

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

INLEIDING... 1 AFSPRAKEN... 2 INHOUDSOPGAVE...

COMPLEMENTAIRE ACTIVITEIT Toegepaste Informatica (1u/week)

module Instruct, Postbus 38, 2410 AA Bodegraven - 1 e druk: november 2008

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 De website bij het boek 8 Introductie Visual Steps 8 Meer over andere Office programma s

Inhoudsopgave. Deel 1 Word 2010

Inhoudsopgave. Deel 1 Word 13

Inhoud Expertcursus. Word 2010 NL-NL

Word 2010 in 15 stappen

EUROPEES COMPUTER RIJBEWIJS (ECDL) - ADVANCED MODULE AM3, TEKSTVERWERKING, GEVORDERD ADVANCED LEVEL NIVEAU

Vak: Toegepaste informatica

Microsoft Excel Trainingsprogramma s

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Leerlijn basisvaardigheden ICT

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 De website bij het boek 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 Uw voorkennis 9 Bonushoofdstukken

INHOUDSOPGAVE: EXCEL 2010 / 2013 ADVANCED

INHOUDSOPGAVE Ms Excel 2007

Registratie ICT-doelen

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Factsheet Office Trainingen

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 Uw voorkennis 9 Hoe werkt u met dit boek?

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen

Opleidingscatalogus: Automatisering

WERKEN MET EXCEL. 1 Vooraleer je met de lessen begint

Inhoud. Mind Express. A Inleiding 19. B Aan de slag met Mind Express Licentie overeenkomst Inleiding Doelgroep...

Registratie ICT-doelen

OneNote 2013 Snelstartgids

WERKOMGEVING... 3 INSTELLINGEN... 3 BASISVAARDIGHEDEN... 3 INVOEREN GEGEVENS... 3 OPMAAK... 3

Microsoft Excel Trainingsprogramma s

Migreren naar Access 2010

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2007 STUDIEGEBIED ICT. Modulaire opleiding Informatica: Toepassingssoftware AO IC 003

MS Office 2010 cursussen

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 Uw voorkennis 9 Hoe werkt u met dit boek?

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud

Atheneum Boom en ICT. Inleiding

INHOUD. Ten geleide Starten met Excel 13

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 Uw voorkennis 9 Hoe werkt u met dit boek?

Netwerken en communicatie binnen en buiten het bedrijf

ADVANCED DATABASES Syllabus versie 2.0

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Excel Van rookie tot wizard. Willem De Meyer Hans Vanlanduyt. Acco Leuven / Den Haag

Transcriptie:

TV DACTYLOGRAFIE/TOEGEPASTE INFORMATICA TV TOEGEPASTE INFORMATICA HANDEL 1ste leerjaar 2 uur/week (TV Dactylografie/Toegepaste informatica) 1ste leerjaar 1 (+1) uur/week () 2de leerjaar 2 uur/week (TV Dactylografie/Toegepaste informatica) 2de leerjaar 1 (+1) uur/week () In voege vanaf 1 september 1998 D/1998/0279/034

INHOUD INHOUD... 83 INLEIDING... 85 Profilering van de studierichting... 85 De vakken en TV Dactylografie/Toegepaste informatica... 85 Voorstel van tijdschema... 85 Actualisering van het leerplan... 86 Enkele praktische afspraken... 87 1 ALGEMENE DOELSTELLINGEN... 89 2 INFORMATIESYSTEMEN... 90 2.1 Beginsituatie... 90 2.2 Leerplandoelstellingen Leerinhouden... 90 2.2.1 Apparatuur... 90 2.2.2 Systeembeheer... 91 2.3 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen... 92 3 WERKEN MET PAKKETTEN... 94 3.1 Beginsituatie... 94 3.2 Leerplandoelstellingen Leerinhouden... 94 3.2.1 Pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden... 94 3.2.2 Tekstverwerking... 95 3.2.3 Gegevensbeheer... 97 3.2.4 Rekenblad... 99 3.2.5 Communicatie en netwerken... 100 3.3 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen... 101 3.3.1 Pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden... 101 3.3.2 Tekstverwerking... 103 3.3.3 Gegevensbeheer... 103 3.3.4 Rekenblad... 104 3.3.5 Communicatie en netwerken... 104 4 GEÏNTEGREERDE ACTIVITEITEN TAAKGERICHT WERKEN... 105 4.1 Beginsituatie... 105 4.2 Leerplandoelstellingen Leerinhouden... 105 4.3 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen... 105 TV Dactylografie/Toegepaste informatica 83 Handel

5 NIEUWE TENDENSEN EN ONTWIKKELINGEN... 107 5.1 Beginsituatie... 107 5.2 Leerplandoelstellingen Leerinhouden... 107 5.3 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen... 107 6 MAATSCHAPPELIJKE EN ETHISCHE ASPECTEN... 108 6.1 Beginsituatie... 108 6.2 Leerplandoelstellingen Leerinhouden... 108 6.3 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen... 109 7 EVALUATIE... 110 8 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN... 111 8.1 Programmatuur... 111 8.2 Apparatuur... 111 8.3 Actualiseren van apparatuur en programmatuur... 112 9 BIBLIOGRAFIE... 113 TV Dactylografie/Toegepaste informatica 84 Handel

INLEIDING Profilering van de studierichting De leerplannen TV Dactylografie/Toegepaste informatica voor de studierichtingen Boekhouden-informatica TSO, Handel TSO en Secretariaat-talen TSO bouwen voort op de leerplannen AV Informatica en TV Dactylografie/Toegepaste informatica in de tweede graad. Toch is er een duidelijke profilering van het leerplan voor de drie studierichtingen: De klemtoon van het leerplan voor de studierichting Boekhouden-informatica TSO (3e graad) ligt op het analyseren van informatiebehoeften en het zelf ontwikkelen van informaticatoepassingen, gebruikmakend van verschillende softwarecomponenten. De klemtoon van het leerplan voor de studierichting Handel TSO (3e graad) ligt op het inzichtelijk gebruiken van informaticatoepassingen. Deze leerlingen moeten in staat zijn beperkte aanpassingen door te voeren, teneinde de werking te optimaliseren of af te stemmen op het evoluerend gebruik. De klemtoon van het leerplan voor de studierichting Secretariaat-talen TSO (3e graad) ligt op het presenteren van gegevens en het professioneel gebruiken van informaticatoepassingen. De vakken en TV Dactylografie/Toegepaste informatica Gedurende de afgelopen tien jaar zijn de leerplannen en TV Dactylografie/Toegepaste informatica onmiskenbaar naar elkaar toe gegroeid. De convergentie tussen de softwarepakketten voor tekstverwerking, gegevensbeheer en rekenblad enerzijds, en de klemtoon op een taakgerichte in plaats van op een pakketgerichte benadering anderzijds, maken de scheiding tussen de traditionele leerplandoelstellingen en leerinhouden van beide vakken volkomen artificieel. Op dit ogenblik kunnen veel leerplandoelstellingen en leerinhouden niet meer eenduidig onder het ene of het andere vak worden ondergebracht. De versmelting van beide leerplannen tot één enkel, geïntegreerd leerplan TV Dactylografie/Toegepaste informatica lag dan ook voor de hand. In de lessentabellen blijven de vakken (1-1) en TV Dactylografie/Toegepaste informatica (2-2) afzonderlijk ingeschreven. Wat de bekwaamheidsbewijzen betreft, verandert er dus niets. Beide vakken mogen door éénzelfde leraar, maar ook door twee verschillende leraren worden gegeven. Ze dienen echter hetzelfde leerplan te hanteren, en gezamenlijk nauwkeurige afspraken te maken over de verdeling van de leerplandoelstellingen en leerinhouden. In het bijzonder wat pakketoverschrijdende vaardigheden en attitudes, integratie van toepassingen, taakgericht werken,... betreft, dienen inhoud en didactiek perfect gecoördineerd te worden. Voorstel van tijdschema Het leerplan en TV Dactylografie/Toegepaste informatica is een graadleerplan. De leraar bepaalt zelf op welke wijze doelstellingen en inhouden over de beide leerjaren worden verdeeld. De volgorde waarin de leerplandoelstellingen en leerinhouden opgesomd zijn, is geen weergave van de chronologie waarin de leraar deze dient te behandelen. Het geniet zelfs de voorkeur aanverwante onderwerpen uit verschillende hoofdstukken samen te behandelen (bijvoorbeeld met betrekking tot scannen: doelstellingen 2.2.1.4 blz. 90, 3.2.2.20 blz. 97 en 3.2.2.23 blz. 97). Onderstaande tabel suggereert een mogelijke verdeling van de leerplanonderdelen over de vakken (TV TI, minimaal 50 lestijden) en TV Dactylografie/Toegepaste informatica (TV DaTI, 100 lestijden): TV Dactylografie/Toegepaste informatica 85 Handel

Leerplanonderdeel TV TI TV DaTI Informatiesystemen T T Apparatuur T T Systeembeheer T T Werken met pakketten T T Pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en T T leerinhouden ( * ) Tekstverwerking T Gegevensbeheer T Rekenblad T Communicatie en netwerken T T Geïntegreerde activiteiten Taakgericht werken T T Nieuwe tendensen en ontwikkelingen T T Maatschappelijke en ethische aspecten T T Deze tabel is enkel relevant indien beide vakken niet door dezelfde leerkracht gegeven worden. ( * ) De pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden worden verdeeld over alle componenten van het leerplanonderdeel Werken met pakketten (telkens ongeveer 10 % van de beschikbare tijd). Actualisering van het leerplan Het onderhavige leerplan wordt vanaf 1 september 1998 progressief ingevoerd in de 3de graad van de studierichting Handel TSO. Volgens planning zal het in principe op 1 september 2003 worden vervangen door een nieuw, geactualiseerd leerplan. Bij de samenstelling van dit leerplan is erop toegezien dat de gebruikte termen en formuleringen niet te snel verouderen. Toch is het niet te vermijden dat sommige begrippen of leerinhouden door de snelle evolutie van de informatica op een gegeven ogenblik achterhaald zullen zijn. In dat geval kan de leraar zelf deze leerinhouden actualiseren in de geest van de overeenstemmende leerplandoelstellingen. Indien het leerplan bijvoorbeeld voor een bepaalde leerplandoelstelling in de rechterkolom verwijst naar een bepaalde technologie, en deze technologie is ondertussen vervangen door een recentere technologie, dan wordt aanbevolen de leerplandoelstelling op deze nieuwe technologie toe te passen. Een concreet voorbeeld. In doelstelling 2.2.1.6 (blz. 90) wordt gesproken over externe opslagmedia; bij de leerinhouden zijn DVD-schijven, optische schijven,... vermeld. Indien deze opslagmedia verdrongen worden door recentere, moet de leraar de genoemde doelstelling nastreven met de nieuwe opslagmedia, en hoeft hij de oude niet meer te vermelden. Dergelijke aanpassingen zijn eveneens geoorloofd indien de school apparatuur of programmatuur gebruikt die een ander begrippenkader hanteren. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 86 Handel

Enkele praktische afspraken De minimale leerplandoelstellingen en leerinhouden zijn in romein weergegeven. De uitbreidingsdoelstellingen en -leerinhouden zijn cursief afgedrukt en zijn telkens op het einde van het hoofdstuk samengebracht. Volgens de pedagogische aanbevelingen van het VVKSO kan de school het vak TV Toegepaste informatica uitbreiden van 1 naar 2 wekelijkse lestijden. In dat geval kan men ook de cursief weergegeven leerplandoelstellingen en leerinhouden realiseren. Indien bij de leerinhouden (rechterkolom) een begrippenlijst voorafgegaan wordt door de omschrijving 'Onder meer', dan betekent dit dat de leraar minimaal alle genoemde begrippen behandelt. Wordt de begrippenlijst voorafgegaan door de omschrijving 'Bijvoorbeeld', dan betekent dit dat hij één of meer van de genoemde begrippen of andere, analoge begrippen behandelt. Bij de leerplandoelstellingen (linkerkolom) verwijst de omschrijving 'spontaan' naar een attitude. Bijvoorbeeld de leerplandoelstelling 'Vlot en efficiënt gebruikmaken van de helpfunctie' verwijst naar een vaardigheid, de leerplandoelstelling 'Spontaan, vlot en efficiënt gebruikmaken van de helpfunctie' verwijst zowel naar een vaardigheid als naar een attitude. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 87 Handel

TV Dactylografie/Toegepaste informatica 88 Handel

1 ALGEMENE DOELSTELLINGEN De leerlingen 1.1 werken vlot en efficiënt met klavier en muis, en realiseren een voldoende snelheid bij het blind typen met tien vingers; 1.2 verwerven een elementair inzicht in de functies van apparatuur en programmatuur die voor de gebruiker relevant zijn, zodat ze zich een oordeel kunnen vormen over de mate waarin ze deze nodig hebben en/of ze deze moeten aanpassen voor hun toepassing; 1.3 werken vlot, efficiënt, inzichtelijk en taakgericht met computerapparatuur en de belangrijkste programmatuur voor kantoortoepassingen; 1.4 communiceren vlot en efficiënt via netwerken binnen en buiten de eigen werkomgeving; 1.5 integreren kennis, vaardigheden en attitudes over verschillende softwarepakketten of -componenten heen; 1.6 ontwikkelen belangstelling voor nieuwe ontwikkelingen binnen het vakgebied; 1.7 ontwikkelen attitudes zoals doorzettingsvermogen, zelfredzaamheid, zin voor efficiëntie en kwaliteitszorg, aandacht voor eenvormigheid, orde en normering, kritische instelling, metacognitieve reflectie, open ingesteldheid ten opzichte van veranderingen in de werkomgeving,...; 1.8 brengen aandacht op voor de maatschappelijk-ethische implicaties van computertoepassingen en oordelen genuanceerd over de mogelijkheden en de beperkingen van de informatica. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 89 Handel

2 INFORMATIESYSTEMEN 2.1 Beginsituatie De leerlingen hebben in de 2de graad Handel TSO en Handel-talen TSO kennisgemaakt met de computerconfiguratie: gegevens, gegevensverwerking en informatie; het computersysteem; werking van de systeemeenheid; opslag van gegevens; invoer en uitvoer van gegevens; evolutie van computerapparatuur. Ze hebben zeer elementaire noties verworven van de functie en de kenmerken van communicatie-apparatuur. Ze kennen tevens de voordelen van het koppelen van pc's in lokale, regionale en internationale netwerken. Op deze voorkennis moet uitdrukkelijk worden voortgebouwd. 2.2 Leerplandoelstellingen Leerinhouden 2.2.1 Apparatuur Basiscomponenten 2.2.1.1 Verscheidene vaste schijfmedia, al dan niet op onderscheiden bronnen in het netwerk, op transparante wijze gebruiken voor toegang tot en opslag van gegevens en programma's. 2.2.1.2 De belangrijkste karakteristieken van het beeldscherm omschrijven. 2.2.1.3 De functie, de werking en de belangrijkste kenmerken van enkele randapparaten omschrijven. 2.2.1.4 De functie van een scanner, van OCR en van een computerfax toelichten. 2.2.1.5 Eenvoudige foutboodschappen van vaak voorkomende fouten interpreteren en gepaste acties ondernemen om de foutsituatie op te lossen. 2.2.1.6 Enkele types externe opslagmedia opnoemen en onderling vergelijken qua capaciteit, performantie en dergelijke. 2.2.1.7 Enkele typische kwantitatieve kenmerken van bepaalde randapparaten opsommen en in verband brengen met kostprijs en performantie van het systeem. Onder meer resolutie, aantal kleuren. Bijvoorbeeld beeldscherm, muis, toetsenbord, printer, modem, scanner, netwerkkaart, cd-romeenheid, ISDN-kaart,... Scanner. OCR (Optical Character Recognition). Computerfax. Bijvoorbeeld slechte verbinding van een randapparaat, vervangen van een defecte muis,... Bijvoorbeeld DVD-schijven, herschrijfbare optische schijven, magneto-optische schijven, tapestreamer,... Communicatie en netwerken 2.2.1.8 De noodzaak en het belang van computernetwerken toelichten. 2.2.1.9 Het schema van het computernetwerk op school toelichten en de belangrijkste componenten aanwijzen. Computer in netwerk versus standalone-pc. Intranet. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 90 Handel

2.2.1.10 Het verschil tussen een analoge en een digitale verbinding omschrijven vanuit het standpunt van de gebruiker. 2.2.1.11 De structuur van een wereldwijd netwerk beschrijven. De functie van dienstverleners op dit netwerk omschrijven. 2.2.1.12 Enkele factoren opnoemen en toelichten die bijdragen tot de beveiliging van een bedrijfsintern netwerk tegen extern misbruik. 2.2.1.13 De functie en het belang van een protocol voor een goede communicatie toelichten. Analoge communicatie versus digitale communicatie (ISDN). Bijvoorbeeld het Internet. Provider. Bijvoorbeeld firewall. Protocol. Omgaan met computerapparatuur 2.2.1.14 Zorgzaam omgaan met een computer, randapparatuur en gegevensdragers. 2.2.1.15 Alert zijn voor de milieu-effecten van computergebruik en spontaan voorzorgsmaatregelen nemen. 2.2.1.16 Enkele elementaire regels kennen en toepassen betreffende het ergonomisch correct gebruik van het computersysteem. Bijvoorbeeld papier- en inkt- of tonerverbruik inperken, voorlopige versies op het scherm beoordelen in plaats van op papier afdrukken, energiebesparende functies van apparaten (bijvoorbeeld beeldscherm en printer) inschakelen,... Bijvoorbeeld zithouding, afstand tot het scherm, plaats van het klavier, positie van de handen,... 2.2.2 Systeembeheer In dit leerplanonderdeel moeten tevens de pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden (blz. 94) worden nagestreefd. Systeemprogrammatuur 2.2.2.1 Inzicht verwerven in de instellingen van de pcconfiguratie en deze instellingen hanteren voor optimaal gebruik. 2.2.2.2 Het nut van snelkoppelingen inzien. Snelkoppelingen creëren, aanpassen en verwijderen. 2.2.2.3 De logische organisatie van een harde schijf beheren. 2.2.2.4 Orde, systematiek en transparantie nastreven binnen de organisatiestructuur van een externe gegevensdrager. 2.2.2.5 Kleine aanpassingen aanbrengen in de configuratie van enkele geïnstalleerde randapparaten. 2.2.2.6 De functie van stuurprogramma's en hun relatie met hardwarecomponenten omschrijven. 2.2.2.7 De functie van een afdrukwachtrij toelichten. Een afdrukwachtrij manipuleren. Onder meer beeldscherm, beveiliging, modem, muis, netwerk, printer, systeem. Snelkoppeling. Mappen en bestanden creëren, kopieren, verplaatsen, verwijderen. Bijvoorbeeld beeldscherm, muis, printer,... Afdrukwachtrij. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 91 Handel

2.2.2.8 Foutsituaties en bijbehorende foutboodschappen interpreteren en gepaste acties ondernemen om de problemen op te lossen. 2.2.2.9 Een harde schijf beheren en onderhouden. Reservekopie maken en terugzetten. Defragmenteren. 2.2.2.10 Inzicht hebben in het installeren, updaten en desinstalleren van een softwarepakket. Communicatie en netwerken 2.2.2.11 Werken in een netwerk. In- en uitloggen in een netwerk. Het eigen wachtwoord wijzigen. Een boodschap versturen naar een netwerkgebruiker of een gebruikersgroep. 2.2.2.12 De betekenis van gebruikersnamen, gebruikersgroepen, Gebruikersnaam, gebruikersgroep, wachtwoorden en toegangsrech- wachtwoord, toegangsrecht. ten toelichten. 2.2.2.13 Alert zijn voor misbruik en permanent zorg dragen voor de beveiliging van het netwerk tegen misbruik door derden. 2.2.2.14 Gebruikmaken van gedeelde geheugenmedia en randapparatuur. 2.2.2.15 Het begrip vergrendeling en de betekenis ervan voor de gebruiker toelichten, en gepast reageren op boodschappen die betrekking hebben op de toegang tot vergrendelde bestanden. 2.2.2.16 De organisatie van programma's en gegevens in een cliënt/servernetwerk toelichten. Onder meer verantwoorde keuze van het wachtwoord. Onder meer gedeelde schijfruimte, gedeelde cd-rom en gedeelde printers. Bestandsvergrendeling. Cliënt/servernetwerk. 2.3 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen 2.3.1 Het heeft geen enkele zin encyclopedische kennis van termen en begrippen na te streven. Elke term en elk begrip wordt uitsluitend in een functionele context gehanteerd en toegelicht. Bij de uitleg van termen en begrippen legt de leraar de klemtoon op de wijze waarop deze van belang zijn voor het correct en optimaal functioneren van de toepassing waarmee de leerling werkt. De leerling moet deze termen en begrippen kunnen aanwenden om nieuwe informatie te begrijpen en om over een bepaald probleem een oordeel uit te spreken. 2.3.2 Het is zeer sterk aanbevolen de lessen over informatiesystemen te spreiden over beide leerjaren. Indien men deze materie als één groot blok behandelt, loopt men het risico dat de lessen te theoretisch zijn en dus demotiverend werken. Men kan daarom beter de hardwarematige en de softwarematige benadering van eenzelfde apparaat combineren, zodat de leerlingen niet alleen de theoretische aspecten vernemen, maar tegelijkertijd ook in de praktijk met het apparaat werken. 2.3.3 De websites van belangrijke hardwareconstructeurs en -leveranciers leveren een schat aan informatie over computerapparatuur. Interessante oefeningen bestaan er bijvoorbeeld in leerlingen op het Internet te laten opzoeken welke de specificaties zijn van actuele pcaanbiedingen, de componenten van de eigen pc's op te zoeken, na te gaan of er nieuwe TV Dactylografie/Toegepaste informatica 92 Handel

stuurprogramma's beschikbaar zijn voor de apparatuur in de computerklas,... 2.3.4 Het is waardevol indien de leraar beschikt over een verzameling (eventueel defecte) pccomponenten (kaarten, schijfeenheden,...) als didactisch materiaal. 2.3.5 Bij het wijzigen van de systeeminstellingen van de pc moet men met de nodige omzichtigheid te werk gaan. Veiligheidshalve neemt men vooraf een back-up van de belangrijkste systeembestanden. Bovendien besteedt men vooral aandacht aan wijzigingen die vanuit functioneel standpunt zinvol zijn. Het heeft weinig zin om alle systeeminstellingen systematisch te overlopen. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 93 Handel

3 WERKEN MET PAKKETTEN 3.1 Beginsituatie De leerlingen hebben in de 2de graad TSO Handel en TSO Handel-talen reeds gewerkt met de belangrijkste kantoortoepassingen (tekstverwerking, rekenblad, gegevensbeheer) en kunnen deze reeds vlot en efficiënt hanteren om eenvoudige problemen op te lossen. Ze zijn vertrouwd met een grafisch besturingssysteem, beschikken over de basisvaardigheid in het tienvingerblind typen en maken vlot gebruik van de muis. In de derde graad wordt op deze voorkennis voortgebouwd. Leerlingen die uit andere studierichtingen instromen en niet over deze voorkennis beschikken, dienen via zelfstudie of speciale lessen deze voorkennis zo snel mogelijk op te bouwen. Ook indien relatief veel leerlingen instromen uit andere studierichtingen, is het niet aanvaardbaar dat in de 3de graad een belangrijk deel van de lessen besteed wordt aan het verwerven van de voorkennis van de 2de graad. In het leerplan van de 2de graad wordt sterk de klemtoon gelegd op het verwerven van pakketoverschrijdende vaardigheden en attitudes die niet tijds- of pakketgebonden zijn, maar die wel overdraagbaar zijn naar andere systemen en contexten. Omwille van het grote belang van deze vaardigheden en attitudes, dient in de derde graad opnieuw de klemtoon te liggen op het verwerven ervan. Ze worden opgesomd in het hoofdstuk Pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden. 3.2 Leerplandoelstellingen Leerinhouden 3.2.1 Pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden Pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden moeten bij het werken met elke softwarecomponent worden nagestreefd. Basisattitudes 3.2.1.1 Spontaan, vlot en efficiënt gebruikmaken van beschikbare documentatiebronnen bij de realisatie van een oplossing. 3.2.1.2 Bij het realiseren van een oplossing efficiëntie nastreven. 3.2.1.3 Bij het realiseren van een oplossing waar nodig consistentie en eenvormigheid nastreven en normen respecteren. 3.2.1.4 Aandacht besteden aan een esthetisch verantwoorde en doeltreffende vormgeving. 3.2.1.5 Zelfredzaamheid en zelfreflectie (metacognitie) ontwikkelen teneinde zelfstandig oplossingen te realiseren. 3.2.1.6 Doorzettingsvermogen ontwikkelen bij het zoeken naar en realiseren van een oplossing. 3.2.1.7 Alert zijn voor verlies en beschadiging van gegevens en spontaan voorzorgsmaatregelen nemen. Onder meer (naar gelang van de situatie) on-linehelp, softwarehandleiding, leerboek, BIN-brochure, eigen notities. Onder meer BIN-norm NBN Z01-002, huisstijl, briefschikking. In het bijzonder wat (combinaties van) kleuren betreft. Helpfunctie. Documentatiebronnen. Bijvoorbeeld virusprotectie, back-up,... TV Dactylografie/Toegepaste informatica 94 Handel

Werken met een softwarepakket 3.2.1.8 Zich op vlotte en efficiënte wijze bedienen van de meest courante interactiemogelijkheden bij het gebruik van een softwarepakket. 3.2.1.9 De elementen van de werkomgeving in functie van de eigen wensen en noden kiezen en aanpassen. 3.2.1.10 Spontaan, vlot en efficiënt gebruikmaken van de on-linehelp. 3.2.1.11 Spontaan, vlot en efficiënt gebruikmaken van de begeleiding die het softwarepakket biedt voor het uitvoeren van deeltaken. 3.2.1.12 Vlot en efficiënt navigeren binnen de organisatiestructuur van een gegevensdrager. 3.2.1.13 Zich in bekende en minder bekende situaties binnen het softwarepakket oriënteren aan de hand van schermaanduidingen. De actieve entiteiten herkennen en vaststellen welke acties ondernomen kunnen worden. 3.2.1.14 Bekende en minder bekende mogelijkheden van het softwarepakket gericht exploreren om een oplossing te realiseren. Werkbalken, menu's, sneltoetsen. Bijvoorbeeld wizards, coaches. Statusbalk. Meldingen. Foutmeldingen. Probleemoplossend werken 3.2.1.15 De gepaste component van een pakket gebruiken voor het efficiënt realiseren van de oplossing van een gegeven probleem. 3.2.1.16 Vooraleer tot het gebruik van een softwarepakket over te gaan, minimaal voor zichzelf het principe van een oplossing formuleren. 3.2.1.17 Een kritische instelling ontwikkelen t.a.v. de resultaten van bepaalde bewerkingen, deze controleren en zo nodig corrigeren. Bijvoorbeeld een tekstverwerker voor een brief, een rekenblad voor het jaaroverzicht van de verkoopsresultaten, een pakket voor gegevensbeheer voor een klantenbestand. Onder meer spellingcontrole, grammaticale controle, tekstfragmenten zoeken en vervangen, formules testen aan de hand van goedgekozen testgegevens. 3.2.2 Tekstverwerking In dit leerplanonderdeel moeten tevens de pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden (blz. 94) worden nagestreefd. 3.2.2.1 De basismogelijkheden om tekst snel en correct in te voeren, efficiënt gebruiken. 3.2.2.2 De in het pakket aanwezige functies voor het efficiënt aanbrengen en wijzigen van allerlei opmaak in functie van een beoogd resultaat met inzicht gebruiken. Autocorrectie. Tekstfragmenten als bouwstenen. Grammaticale controle. Gebruik van synoniemenlijst. Opmaak kopiëren. Automatische opmaak. Opmaakprofielen of -stijlen gebruiken, maken, wijzigen. Hiërarchie van opmaakprofielen. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 95 Handel

3.2.2.3 Tekstdelen op efficiënte wijze samen nemen om er een gemeenschappelijke lay-out op toe te passen. 3.2.2.4 Een verantwoorde indeling in bladzijden realiseren, daarbij gebruikmakend van de mogelijkheden die het pakket biedt. 3.2.2.5 Tekstalinea's en kopjes van omranding en/of arcering voorzien. 3.2.2.6 Kopjes en overzichten vlot en efficiënt automatisch nummeren. 3.2.2.7 De inhoudelijke structuur van een document bekijken en efficiënt aanpassen. 3.2.2.8 De inhoudsopgave en een trefwoordenlijst op accurate wijze met de gepaste vormgeving aanmaken, en de vormgeving of de inhoud zo nodig op efficiënte wijze aanpassen. 3.2.2.9 Tekstdelen selecteren en rangschikken. 3.2.2.10 Voetnoten en eindnoten op deskundige wijze in een document invoegen en bewerken. 3.2.2.11 Het nut van sjablonen of modellen verwoorden. Sjablonen of modellen op gepaste wijze gebruiken, ontwerpen, wijzigen. 3.2.2.12 Documenten en formulieren gebruiken en ontwerpen. 3.2.2.13 Een (deel van een) tekst vlot en met een verantwoorde lay-out in kolommen indelen. 3.2.2.14 Een verantwoorde keuze maken tussen een tekstverwerker en een rekenblad als instrument om een tabel in te voeren en te bewerken. 3.2.2.15 Vlot en efficiënt gebruikmaken van tabelfuncties om een tabel in te typen, te wijzigen en op te maken. 3.2.2.16 Rijen, kolommen en cellen in een tabel verplaatsen en kopiëren. 3.2.2.17 Cellen in een tabel verenigen en splitsen. 3.2.2.18 Tabellen of grafische componenten statisch of dynamisch in een document opnemen en enkele kenmerken aanpassen (grootte, positie,...). 3.2.2.19 Begrijpen waarvoor (veld)codes gebruikt worden en enkele eenvoudige (veld)codes gebruiken. 3.2.2.20 Een tekst met een eenvoudige structuur, die in klasverband ingescand is, bewerken en vormgeven tot een correcte tekst. Bijvoorbeeld indelen in secties, open of gesloten stijlen toepassen,... Samenhouden van tekstdelen, onder meer vermijden van: weduwen, zwevende regels, kopjes onderaan de pagina, ongewenste pagina-overgangen,... Aanbrengen, aanpassen en verwijderen van omranding en/of arcering. Lay-out van automatische nummering. Automatisch nummeren van kopjes, lijsten en overzichten. Bijvoorbeeld via overzichtsweergave, indelingsfunctie. Inhoudsopgave. Trefwoordenlijst. Voetnoten. Lay-out van een voetnoot. Eindnoot. Lay-out van een eindnoot. Sjablonen of modellen. Bijvoorbeeld brieven, memo's, verslagen, contracten, bestelbonnen, facturen, enquêteformulieren, faxen,... Tekstkolommen definiëren, invoeren, wijzigen. Tabellen maken en wijzigen (inhoud en lay-out). Tekst omzetten in tabel. Bijschrift bij tabellen. Bijvoorbeeld figuren, grafieken, illustraties, organigrammen,... die worden ingescand, van het scherm gecapteerd, of ingelezen van de harde schijf, een cdrom, het Internet,... (Veld)codes. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 96 Handel

3.2.2.21 Gegevens uit een (extern) gegevensbestand in een bepaalde volgorde en/of volgens een bepaalde selectie met standaardtekst samenvoegen. 3.2.2.22 Een tekst documenteren met het oog op de onderhoudbaarheid en het hergebruik van de tekst (eventueel door derden). 3.2.2.23 Teksten die beschikbaar zijn in een vormgeving, bestandsformaat, normering en dergelijke die afwijken van de eigen huisstijl, importeren en conformeren aan de voorschriften. 3.2.2.24 Bestaande macro's uitvoeren. Macro's. 3.2.2.25 Een document rechtstreeks vanuit de pc faxen. 3.2.2.26 Taalkundige hulpmiddelen efficiënt hanteren bij het invoeren en verbeteren van teksten. Onder meer gepersonaliseerde briefwisseling, etiketten, briefomslagen,... Bijvoorbeeld aantekeningen, commentaar of samenvattingsinformatie toevoegen. Bijvoorbeeld ingescande teksten, teksten in ASCII-formaat of opgemaakt met een andere tekstverwerker, teksten geimporteerd van het Internet,... Bijvoorbeeld spellingcontrole (Frans, Engels, Duits), elektronische referentiewerken (grammatica's, woordenboeken, thesaurussen, encyclopedieën,...). 3.2.3 Gegevensbeheer In dit leerplanonderdeel moeten tevens de pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden (blz. 94) worden nagestreefd. Relationele database 3.2.3.1 Relaties tussen tabellen omschrijven en het belang ervan uitleggen. Enkele soorten relaties opnoemen en omschrijven. Relaties. 1:1-relatie, 1:n-relatie. 3.2.3.2 Een omgeving met objecten omschrijven. Omgeving met objecten. 3.2.3.3 Het begrip primaire sleutel verklaren. Het belang van een primaire sleutel bij het leggen van relaties tussen tabellen omschrijven. Primaire sleutel. 3.2.3.4 Een aantal veldeigenschappen wijzigen. Bijvoorbeeld veldlengte, standaardwaarde, invoervoorwaarde, tekst bij voorwaarde, invoermasker,... 3.2.3.5 Gegevens invoeren en gepast reageren als de gegevens niet overeenstemmen met de voorwaarden van de invoerbeveiliging. 3.2.3.6 Het verschil omschrijven tussen statische en dynamische overdracht van een tabel. De voor- en nadelen van beide methodes verwoorden en tegen elkaar afwegen. 3.2.3.7 Een tabel exporteren. Omschrijven in welke gevallen export zinvol is. Tabel koppelen. Tabel importeren. Bijvoorbeeld export naar rekenbladformaat. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 97 Handel

Query's 3.2.3.8 Gegevens in een tabel zoeken op basis van bepaalde voorwaarden. Onder meer gegevens die tussen twee grenswaarden liggen, waarvoor nog geen waarde gekend is, die met een bepaald patroon overeenstemmen, die in een lijst voorkomen,... En, of, niet. Specifieke operatoren. Expressies. 3.2.3.9 Voorwaarden met operatoren of een combinatie daarvan formuleren. 3.2.3.10 Berekeningen maken op bestaande tabelgegevens. 3.2.3.11 Samenvattende gegevens van een groep gegevens Onder meer aantal, som, gemiddelde, berekenen. minimum, maximum,... 3.2.3.12 Gegevens groeperen volgens bepaalde voorwaarden. Bijvoorbeeld volgens een bepaalde veldwaarde groeperen, alle unieke veld- waarden opsommen, samenvattende resultaten per deelgroep weergeven,... 3.2.3.13 Gegevens opvragen met een variabele voorwaardede. Parameters gebruiken in een voorwaar- 3.2.3.14 Kruistabellen berekenen uit tabelgegevens. Kruistabellen opstellen. 3.2.3.15 Records wissen volgens bepaalde voorwaarden. Records wissen. 3.2.3.16 De veldwaarden van een groep gegevens vervangen Veldinhouden automatisch wijzigen. door de waarde van een expressie. 3.2.3.17 Geselecteerde gegevens in een nieuwe tabel Archiefbestand maken en aanvullen. wegschrijven of aan een bestaande tabel toevoegen. Formulieren en rapporten 3.2.3.18 Het onderscheid tussen formulieren en rapporten Formulier. Rapport. verwoorden. 3.2.3.19 Objecten gebruiken in een formulier of in een rapport en de eigenschappen van deze objecten Bijvoorbeeld tekstvak, label,... Eigenschappen van objecten. wijzigen. 3.2.3.20 Het belang van keuzelijsten en combinatiekeuzelijsten Keuzelijsten en combinatiekeuzelijsten. bij de invoer van gegevens omschrij- ven. Keuzelijsten en combinatiekeuzelijsten ontwerpen en gebruiken. 3.2.3.21 De invoer van logische gegevens via grafische Keuzerondje, aankruisvak. objecten op het scherm realiseren. 3.2.3.22 Grafische objecten in een formulier of een rapport Bijvoorbeeld foto, logo. opnemen. 3.2.3.23 Het nut van sjablonen/modellen omschrijven. Standaardformulier, standaardrapport. 3.2.3.24 Een standaardformulier of standaardrapport aanmaken en gebruiken. 3.2.3.25 Courante opdrachtknoppen aan een formulier toevoegen. Bijvoorbeeld volgend blad, vorig blad, volgende record, vorige record,... 3.2.3.26 Gerelateerde gegevens in een formulier of een Subformulieren en subrapporten. rapport voorstellen. 3.2.3.27 Een formulier of een rapport met meerdere delen ontwerpen. Kop- en voetzone, meerdere pagina's. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 98 Handel

3.2.3.28 Een bladsprong plaatsen in een formulier of een rapport. 3.2.3.29 Het nut van het gebruik van gegroepeerde gegevens inzien en toepassen. 3.2.3.30 Weten wanneer het gebruik van groepen noodzakelijk is. Bladsprong. Gegroepeerde gegevens. 3.2.4 Rekenblad In dit leerplanonderdeel moeten tevens de pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden (blz. 94) worden nagestreefd. Bewerkingen in een werkblad 3.2.4.1 De verschillende soorten gegevens in een rekenblad onderscheiden. 3.2.4.2 Bij berekeningen met tussenresultaten de verschillende niveaus herkennen. 3.2.4.3 Een samenvattend werkblad realiseren (zonder brongegevens). 3.2.4.4 Het nut van het gebruik van gegevensreeksen bij de invoer van vaste gegevens inzien en toepassen. Brongegevens versus resultaatgegevens. Referentiegegevens (titels en dergelijke). Overzicht maken. Bijvoorbeeld reeksen van gehele getallen, weekdagen, datums, maanden, kwartalen,... 3.2.4.5 Ingebouwde functies opzoeken en gebruiken. Formules opstellen. 3.2.4.6 Het nut van cel- en bereiknamen omschrijven Cel- en bereiknamen. en dergelijke namen gebruiken. 3.2.4.7 Cellen en werkbladen beveiligen. 3.2.4.8 Een bestaand werkblad op efficiënte wijze actualiseren. 3.2.4.9 Omschrijven in welke gevallen het nuttig is eigen invoerreeksen te creëren, dergelijke reeksen definiëren en gebruiken. 3.2.4.10 Nieuwe functies met behulp van de begeleiding correct invoeren. 3.2.4.11 De belangrijkste gevorderde functies in een expressie gebruiken. Grafieken Zelfgedefinieerde invoerreeksen. Bijvoorbeeld functies opbouwen met een wizard of coach. Bijvoorbeeld functies uit de financiële algebra, zoekfuncties,... Bijvoorbeeld combinatie-, 3D-, radar- en ringgrafieken. Onder meer schaalverdeling, titels, legende,... 3.2.4.12 Verschillende soorten grafieken gebruiken en omschrijven voor welke toepassingen ze geschikt zijn. 3.2.4.13 De verschillende componenten van een grafiek oordeelkundig opmaken. 3.2.4.14 Bestaande grafieken wijzigen. Bijvoorbeeld gegevensreeksen toevoegen en verwijderen, grafiektype, lay-out of legende wijzigen. 3.2.4.15 Commentaar op de grafiek aanbrengen, opmaken en wijzigen. Onder meer tekstvakken, pijlen,... TV Dactylografie/Toegepaste informatica 99 Handel

Werkbladen 3.2.4.16 Op basis van de brongegevens berekeningen maken in andere werkbladen. 3.2.4.17 Efficiënt werken met omvangrijke werkbladen en werkmappen. 3.2.4.18 Werkbladen groeperen om gemeenschappelijke bewerkingen uit te voeren. Werkbladen met dezelfde opbouw als groep bewerken. 3.2.4.19 Het nut van het werken met sjablonen en standaardwerkbladen inzien en toepassen. 3.2.4.20 Van meerdere werkbladen met dezelfde opbouw samenvattende informatie berekenen. Werkbladen koppelen. Onder meer in- en uitzoomen, titels blokkeren, vensters splitsen, filters of rangschikking toepassen. Werkblad afdrukken. Rij- en kolomtitels. Doorlopende paginanummering. Sjablonen en standaardwerkbladen. 3.2.5 Communicatie en netwerken In dit leerplanonderdeel moeten tevens de pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden (blz. 94) worden nagestreefd. Elektronisch publiceren 3.2.5.1 Een gegeven document omzetten in een goed gestructureerde elektronische publicatie. 3.2.5.2 Nieuwe pagina's maken. Bestaande pagina's aanpassen. 3.2.5.3 De tekst van een elektronische publicatie invoeren, opmaken en aanpassen. 3.2.5.4 Op een sobere en functionele wijze gebruikmaken van verfraaiingsmogelijkheden die het pakket biedt. 3.2.5.5 Gegevens uit een ander pakket inlassen in de publicatie. 3.2.5.6 Verwijzingen tussen pagina's in een elektronische publicatie creëren, aanpassen en verwijderen. 3.2.5.7 Een elektronische publicatie effectief beschikbaar stellen voor een ruimer publiek door de bestanden op een geschikte server te installeren. Bijvoorbeeld webpagina's op het Internet of een intranet in HTML-opmaak. Bijvoorbeeld een tekstfragment, een grafiek, een lijst gegevens, een gescand beeld, een foto,... Bijvoorbeeld links tussen webpagina's. Bijvoorbeeld op het Internet of een intranet. Elektronische post 3.2.5.8 Inzien dat elektronische post een vorm van asynchrone communicatie is en de gevolgen hiervan voor de gebruiker omschrijven. Elektronische post. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 100 Handel

3.2.5.9 Berichten via elektronische post verzenden. Onder meer een bericht met een aangehecht bestand versturen via elektronische post, zowel binnen het bedrijf als via een wereldwijd netwerk. 3.2.5.10 Berichten via elektronische post ontvangen en verwerken. 3.2.5.11 Het nut van compressie en zelfextractie voor het verzenden van grote bestanden inzien. Bestanden comprimeren, decomprimeren en zelfextraherend maken. Informatie zoeken en raadplegen Onder meer berichten opvragen en het aangehecht bestand verwerken; antwoorden op een binnengekomen bericht; een binnengekomen bericht doorsturen naar een andere bestemmeling (forwarding). Comprimeren, decomprimeren, zelfextractie. 3.2.5.12 De functie en het gebruik van een pakket voor het raadplegen van gegevens op een wereldwijd netwerk toelichten. 3.2.5.13 Efficiënt doelgericht zoeken op een wereldwijd netwerk. 3.2.5.14 De hiërarchische adresstructuur op een wereldwijd netwerk toelichten, interpreteren en hanteren. 3.2.5.15 Bestanden halen van of sturen naar een externe server via een wereldwijd netwerk. 3.2.5.16 Het nut van het uitwisselen van gegevens via nieuwsgroepen inzien. Bijvoorbeeld een webbrowser. Bijvoorbeeld met behulp van een zoekrobot. Bijvoorbeeld een URL. Bijvoorbeeld een ftp-server. Nieuwsgroepen. Andere toepassingen 3.2.5.17 Enkele professionele mogelijkheden van een wereldwijd netwerk voor overheid en bedrijfswereld toelichten. 3.2.5.18 Enkele specifieke communicatietoepassingen (al dan niet via een wereldwijd netwerk) toelichten en toepassen. Bijvoorbeeld elektronisch bankieren, computerfaxen, irc,... 3.3 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen 3.3.1 Pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden 3.3.1.1 Het is noodzakelijk tussen leraren van verschillende vakken afspraken te maken wat lay-out en huisstijl betreft, om te vermijden dat leerlingen geconfronteerd worden met uiteenlopende richtlijnen. De leraar TV Dactylografie/Toegepaste informatica kan hier een voortrekkersrol spelen. 3.3.1.2 Onder pakketoverschrijdende leerplandoelstellingen en leerinhouden worden in deze context de doelstellingen en de inhouden verstaan die betrekking hebben op het werken met pakketten, maar die niet aan één bepaalde softwarecomponent gebonden zijn. Deze TV Dactylografie/Toegepaste informatica 101 Handel

doelstellingen en inhouden moeten dus worden nagestreefd in elke les over programmatuur, ongeacht het pakket waarmee wordt gewerkt. 3.3.1.3 De transfer van de aangeleerde vaardigheden van de ene softwarecomponent naar de andere en van het ene softwarepakket naar het andere moet expliciet worden nagestreefd. 3.3.1.4 De nadruk moet liggen op het taakgericht werken en op het leren oplossen van problemen met behulp van een softwarepakket, eerder dan op de kennismaking met of het aanleren van een bepaald softwarepakket. Daartoe wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van administratieve en bedrijfsgerichte toepassingen. De leerlingen moeten in staat zijn eenvoudige bedrijfseconomische problemen op te lossen en vast te stellen welke softwarecomponenten en welke objecten nodig zijn om het probleem op te lossen. Een pakketgerichte benadering, waarbij de leerlingen leren werken met alle mogelijke snufjes van een softwarepakket, moet vermeden worden, omdat dergelijke vaardigheden te snel verouderen. 3.3.1.5 Bij het realiseren van een oplossing gaat de leraar zo systematisch mogelijk te werk. Zo nodig splitst hij een gegeven probleem op in deelproblemen, kiest voor elk deelprobleem de meest geschikte toepassingsprogrammatuur, en integreert de deeloplossingen tot een werkzaam geheel. Hij streeft defensieve oplossingswijzen na en anticipeert op toekomstige evoluties in de probleemstelling. Hij vestigt de aandacht op de onderhoudbaarheid van de oplossing, op de herbruikbaarheid van deeloplossingen en op overwegingen van transparantie, performantie, gebruiksgemak en kostprijs. 3.3.1.6 Het probleemoplossend werken met toepassingsprogrammatuur wordt niet bevorderd door leerlingen kant en klare oplossingen te laten invoeren. 3.3.1.7 Ook indien de toepassingspakketten door verschillende leraren onderwezen worden, moet de verwerving van pakketoverschrijdende vaardigheden en attitudes binnen de verschillende pakketten synchroon en convergent verlopen, en een naadloze integratie tussen de verschillende toepassingen tot stand komen. Het is dus zeer belangrijk dat de nodige afspraken worden gemaakt en dat alle betrokken leraren voldoende op de hoogte zijn van elk leerplanonderdeel, ook de leerplanonderdelen die ze zelf niet geven. Het lerarenteam ziet gezamenlijk toe op de horizontale en verticale coördinatie. 3.3.1.8 De leerlingen moeten spontaan aandacht opbrengen voor een verzorgde, smaakvolle en aantrekkelijke presentatie. Daarbij moeten ze steeds aandacht hebben voor het eindproduct: welke is de doelgroep? Is het eindproduct bedoeld voor afdruk op papier of voor een presentatie? Kunnen kleuren gebruikt worden? 3.3.1.9 Indien naast een Engelse term een correcte, gangbare Nederlandse term bestaat, dient men daaraan de voorkeur te geven. Sommige Engelse termen hebben hun vaste plaats in het Nederlands verworven. Het kan nuttig zijn van een aantal Nederlandse termen de Engelse vertaling te kennen. Het VVKSO heeft een Spellinggids Informatica samengesteld die hierbij behulpzaam kan zijn (zie hoofdstuk 9, Bibliografie, blz. 113). 3.3.2 Tekstverwerking 3.3.2.1 De vlotte beheersing van het toetsenbord (tienvingerblind) blijft een belangrijk element in het gebruik van om het even welk softwarepakket. De nodige aandacht wordt besteed aan het verder ondersteunen en opdrijven van de klaviervaardigheid. Steeds wordt de correcte vingerzetting nagestreefd. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 102 Handel

3.3.2.2 Blijkt bij een opdracht dat bepaalde aspecten van het tekstverwerkingsgebeuren minder goed worden beheerst, dan moeten die aspecten in de volgende opdracht(en) opnieuw uitdrukkelijk aan bod komen. Van de leraar wordt de nodige flexibiliteit verwacht om een volgende opdracht in die zin aan te passen. 3.3.2.3 Bij de integratie tussen verschillende softwarecomponenten vormt de tekstverwerker zeer vaak de draaischijf waarbinnen de verschillende deeloplossingen geïntegreerd worden. Deze integratie moet uitdrukkelijk worden nagestreefd. Indien tekstverwerking enerzijds, en andere softwarecomponenten (rekenblad, gegevensbeheer,...) anderzijds, gegeven worden door verschillende leraren, dan dient de leraar die tekstverwerking geeft, zich voldoende vertrouwd te maken met deze andere softwarecomponenten. 3.3.2.4 Indien het tekstmateriaal betrekking heeft op de eigen sector, kan het bijdragen tot de communicatieve vaardigheid van de leerlingen. 3.3.2.5 Het is aan te bevelen dat de leerlingen minstens één tekst in het Engels, het Frans en desgevallend het Duits invoeren en aan de spellingcontrole onderwerpen. Dergelijke oefeningen verlopen steeds in samenwerking met de leraren van de betrokken taalvakken. 3.3.2.6 De leerlingen moeten voldoende oog hebben voor het repetitief karakter van sommige taken, en dergelijke taken spontaan automatiseren onder de vorm van macro's, sjablonen, profielen en dergelijke. 3.3.3 Gegevensbeheer 3.3.3.1 De leraar moet erop toezien dat de leerlingen voldoende methodisch te werk gaan, bijvoorbeeld dat ze de tabellen nauwkeurig op punt stellen vooraleer ze formulieren, rapporten en query's ontwikkelen, dat ze aandacht opbrengen voor de referentiële integriteit, enzovoort. 3.3.3.2 Het is aanbevolen de leerlingen een referentiekader met de verschillende stappen van de analyse aan te bieden en hen te leren dit referentiekader systematisch te hanteren als oplossingsmodel. 3.3.3.3 Indien men voorbeeldbestanden gebruikt met de persoonsgegevens van geïdentificeerde of identificeerbare personen, is de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens van toepassing ('privacywet'). Het is wettelijk niet toegelaten te werken met de bestanden van de leerlingen of de leraren van de school. In dat geval kan men de gegevens vooraf onherkenbaar maken, bijvoorbeeld door alle velden die identificeerbare gegevens bevatten, in een willekeurige volgorde tot nieuwe records te hergroeperen, zodat de familienaam van persoon A gekoppeld wordt aan de voornaam van persoon B, de straat van persoon C, het telefoonnummer van persoon D,... 3.3.4 Rekenblad 3.3.4.1 Veel oefeningen en de bedrijfsgerichte problemen kunnen worden ontleend aan andere vakken, bijvoorbeeld financiële algebra, boekhouden, handelsrekenen,... TV Dactylografie/Toegepaste informatica 103 Handel

3.3.5 Communicatie en netwerken 3.3.5.1 Het opstellen van een elektronische publicatie geschiedt bij voorkeur vakoverschrijdend. 3.3.5.2 Het is waardevol de voorkennis van de leerlingen betreffende het Internet en het gebruik ervan thuis, in de bibliotheek en dergelijke te betrekken bij de les. 3.3.5.3 Het Internet vormt een uitstekend instrument voor de integratie van de informatica met de andere vakken. De opdrachten zouden dan best vanuit de andere vakken worden aangereikt. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 104 Handel

4 GEÏNTEGREERDE ACTIVITEITEN TAAKGERICHT WERKEN 4.1 Beginsituatie De geïntegreerde activiteiten hebben tot doel de leerlingen de gelegenheid te bieden hun kennis, vaardigheden en attitudes met betrekking tot het gebruik van apparatuur en programmatuur te integreren tot één functioneel geheel. 4.2 Leerplandoelstellingen Leerinhouden 4.2.1 Op vlotte en efficiënte wijze omgaan met apparatuur en de belangrijkste programmatuur teneinde eenvoudige maar realistische taken accuraat en binnen een vooropgestelde tijdslimiet af te werken. 4.2.2 Bij het realiseren van oplossingen spontaan aandacht opbrengen voor een aangepaste en verzorgde vormgeving, en voor conformiteit met normen en met huisstijl. 4.2.3 Bewust en oplossingsgericht omgaan met externe factoren zoals tijdsdruk, storingen in apparatuur en programmatuur, opgelegde aanpassingen in vorm of inhoud, wijzigingen tijdens de laatste minuten,... 4.2.4 In groep werken aan de realisatie van oplossingen. Deeloplossingen gerealiseerd door verschillende leden van de groep integreren tot een werkzaam geheel. 4.3 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen 4.3.1 Bij het taakgericht werken in een context die reële bedrijfsomgevingen zoveel mogelijk benadert, worden de verworven kennis, vaardigheden en attitudes op vanzelfsprekende wijze geïntegreerd. De leerlingen hebben echter weinig ervaring in het zelfstandig, taakgericht werken aan een opdracht van een zekere omvang. De leraar zal hen derhalve voldoende moeten bijstaan, bijvoorbeeld door de opdracht op te splitsen in deeltaken en hierbij een timing af te spreken. 4.3.2 Vooraleer tot de uitwerking van een synthese-opdracht over te gaan, wordt de opdracht besproken en legt de leraar het accent op enkele belangrijke functies die in de opdracht aan bod komen. Eventueel kunnen vooraf één of meer korte vooroefeningen worden gemaakt. Waar nodig kan de leraar, klassikaal of individueel, enkele hints geven om de uitwerking vlot te laten verlopen. De inbreng van de leraar moet echter geleidelijk aan verminderen om te resulteren in zo volledig mogelijk zelfstandig werk van de leerlingen. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 105 Handel

4.3.3 De realisatie van de geïntegreerde proef veronderstelt op de eerste plaats een hechte samenwerking tussen de verschillende vakdisciplines en een ernstig overleg en samenwerking tussen de verschillende vakleraren voor de invulling van het concept. Tevens biedt een realiteitsnabije geïntegreerde proef de mogelijkheid om de inbreng van het bedrijfsleven te integreren in de schoolopleiding. De vakken en TV Dactylografie/Toegepaste informatica kunnen hier een waardevolle bijdrage bieden. In geen geval echter kan het vak TV Dactylografie/Toegepaste informatica worden gereduceerd tot een pure typeactiviteit die tot doel heeft een eindwerk of een werk van de geïntegreerde proef in te tikken. 4.3.4 De zin voor groepswerk wordt bevorderd indien de leerlingen hun deeloplossingen onderling uitwisselen en vervolgens voortwerken op de deeloplossingen van hun medeleerlingen. 4.3.5 Bij het taakgericht werken kan men tijdwinst realiseren door leerlingen te laten voortwerken op beschikbare gegevenssets voor tekstverwerking, rekenblad, gegevensbeheer en dergelijke, teneinde het tijdrovende typewerk te reduceren en de klemtoon te leggen op de integratie tussen de softwarecomponenten. Bovendien kan dit bijdragen tot de samenwerking en de teamgeest. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 106 Handel

5 NIEUWE TENDENSEN EN ONTWIKKELINGEN 5.1 Beginsituatie De ontwikkelingen in de informaticawereld gaan enorm snel. Wat de leerlingen in de 2e graad als nieuwe ontwikkelingen geleerd hebben, is wellicht na enkele jaren verouderd. 5.2 Leerplandoelstellingen Leerinhouden 5.2.1 Aandacht opbrengen voor de hedendaagse evolutie van computerapparatuur en -programmatuur en deze situeren binnen het eigen referentiekader. 5.2.2 Alert zijn voor nieuwe tendensen en ontwikkelingen en hun impact voor het persoonlijk werk en voor professionele contexten correct inschatten. 5.2.3 Nieuwe en recente ontwikkelingen inzake communicatie en netwerken omschrijven en toelichten. Bijvoorbeeld webfoon, video- en audiotoepassingen, radio-, tv- en filmdistributie, tele- of videoconferentie,... 5.3 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen 5.3.1 Ten gevolge van de snelle evolutie binnen de informatica zal er geen gebrek zijn aan nieuwe tendensen en ontwikkelingen in computerapparatuur en -programmatuur en in de wijze waarop deze de bedrijfscontexten wijzigen. De leraar dient daarom voldoende aandacht te hebben voor de actualiteit, onder meer via vakliteratuur en populaire wetenschappelijke tv-programma's. 5.3.2 De leraar verweeft deze leerplandoelstellingen bij voorkeur met de overige leerplandoelstellingen. 5.3.3 Doelgerichte bedrijfsbezoeken zijn een zeer waardevolle werkvorm om nieuwe tendensen en ontwikkelingen te bestuderen. Deze werkvorm vereist echter een degelijke voorbereiding, waarbij met het bedrijf nauwkeurige en specifieke afspraken worden gemaakt over datgene waarmee men wil kennismaken. Onvoorbereide bedrijfsbezoeken zijn vrijblijvend en hebben weinig waarde. Het is eveneens noodzakelijk een grondige nabespreking te houden. 5.3.4 Het werken met advertenties, folders en artikels uit kranten en tijdschriften kan nuttig zijn. Het louter uitknippen en verzamelen van deze documenten heeft echter weinig waarde; de documenten dienen effectief besproken en geïnterpreteerd te worden. TV Dactylografie/Toegepaste informatica 107 Handel