BOOMONDERZOEK SINGELS GRONINGEN

Vergelijkbare documenten
BOOMONDEZOEK ZUIDELIJKE WANDELWEG

Boomonderzoek Amstelstation e.o.

BOOMONDERZOEK JAN GIJZENKADE

BOOMINVENTARISATIE DFS SPORTPARK

INVENTARISATIE PAARDENKASTANJES WARANDE SCHIEDAM 11 JANUARI 2017

DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus AD HARDERWIJK

Opdrachtgever. : Gemeente Breda : Toezichthouder. : J.L. de Jong Deelopdracht / perceel. : Mechelenstraat NTO-formulier nummer : -

BOMEN EFFECT ANALYSE LORENTZLAAN 14 ZEIST ADVISEUR HENK JANSEN I VERSIE Gemeente Zeist

Tilia x europaea Toekomstverwachting

Inventarisatie van de bomen; project: VERHULSTPLEIN

BOMEN EFFECT ANALYSE CHRISTOFFELSTRAAT ALMELO

Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, gemeente Papendrecht

Werkorganisatie HLTsamen Nader onderzoek ca 23 bomen Postbus 149 VOORHOUT Boomonderzoek

Inventarisatie van de bomen Project: Sportlaan 125 DEN HAAG / april 2017

G E M E E N T E IJS S E L S T E I N K A S T E E L L A A N. BOOMTOTAALZORG N a d e r o n d e r z o e k 1 3 A 1 5 1

G e m e e n t e B l o e m e n d a a l

BOOMONDERZOEK LAAN VAN HAAGVLIET te VOORBURG. Bepalen kwaliteit bomen

Inventarisatie van de bomen project: TOUSSAINTKADE

Bomen Effect Analyse bij 7 kastanjes aan het Euterpeplein in Amersfoort

Visuele boomveiligheidscontrole en beheerinventarisatie bomen Beheergebied Hoeksche Waard

Onderzoeksrapportage. Gemeente Leiderdorp. In opdracht van: Onderwerp: Onderzoek bomen Rosarium te Leiderdorp

ONDERZOEK. VTA-inspectie bij 78 stuks diverse bomen aan de Doolhoflaan op landgoed Kernhem te Ede

Nader onderzoek bomen Sint Wilbertsplein in Bakel

Bomen Effect Analyse Maliskampsestraat 84 te Maliskamp. In opdracht van: Familie Van Gerven. 18 november 2013 J.P.M. Hovens.

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer Ingediend op Gefaseerd. Blokkerende onderdelen weglaten

BOOMONDERZOEK NDSM WEST. Inventarisatie en waardebepaling Mt. Lincolnweg en Kraanspoor

BOOMEFFECTANALYSE HOCKEYVELD MUIDERBERG. 2 e veld MHC Muiderberg

Gemeente Amsterdam Ingenieursbureau. Openbare Ruimte

Projectnummer : P09007 Datum : 17 april Auteur : T. van de Wiel Controle : P.M.A. van der Wielen Paraaf :

Bewonersavond Vervangen kastanjebomen Aesculus hippocastanum Baumanii. 23 april 2019

Inpasbaarheidsonderzoek drie bomen buurthuis Boschveld s-hertogenbosch

Notitie kosten en aanpak kastanjebloedingsziekte gemeente Hilversum

G E M E E N T E D E B I L T

Boomeffectanalyse twee witte paardenkastanjes Doezastraat 35 te Leiden

Projectnummer : P16258 Datum : 17 januari Auteur : J.K. de Leeuw Controle : P.M.A. van der Wielen Paraaf :

BOOMONDERZOEK ZES STRATEN TE SOEST

Afb.1. Kaart Lopikersingel met eigen boomnummering. De oranje stippen zijn bomen die door de gemeente gekapt zijn/gaan worden.

Gemeente s-hertogenbosch t.a.v. de heer J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch. Betreft: Beoordeling bomen fietspad Vliertjeshoeven Rosmalen

Gemeente s-hertogenbosch t.a.v. de heer J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch. Betreft: Beoordeling bomen fietspad Vliertjeshoeve Rosmalen

Beoordeling BEA Tauw Maijweg in s-hertogenbosch

Kwaliteitsbepaling en snoeiadvies bomen Botlek 52, Zwolle

BOOMONDERZOEK SCHEEPSBOUWWEG. Inpasbaarheid en verplantbaarheid bomen

Holte in de stamvoet en de stam:

VTA-PLUS SECOND OPINION APELDOORNSEWEG GEMEENTE BRUMMEN. BTL Bomendienst. : Dorien Nooitgedagt : Arnold Meulenbelt

Kwaliteitsbeoordeling. 8 bomen Projectlocatie Markt van Matena, Papendrecht

Rapportage : Bomen effect Analyse bij aanleg Rotonde Paterswolde Projectnummer : Datum : 8 maart 2013

Onderzoeksrapportage. In opdracht van: Econsultancy b.v., Doetinchem. Onderwerp: Boom Effect Analyse Zutphensestraatweg te Ellecom

BOOMONDERZOEK SINGELGRACHTGARAGE. Actualisatie boomgegevens en uitbreiding onderzoeksgebied

Samenvatting Gevolgen essentaksterfte Utrecht in beeld Onderzoek en beheerstrategie

Wisselspoor Utrecht. Pius Floris Boomverzorging Veenendaal. Inventarisatie en VTA. Newtonstraat 19A 3902 HP Veenendaal

BOMEN EFFECT ANALYSE AM. EIK; SCHWEER BEY DER BECKEHOF TE DIEREN

G E M E E N T E L E I D E N

Status: definitief

NOTITIE AANVULLING BEA DE WEGWIJZER

ADVIES BOMEN MOLENSCHOT SOEST

Projectnummer : P08013 Datum : 14 maart Auteur : T. van de Wiel Controle : B. Stoffer Paraaf :

BOOMONDERZOEK SINGELGRACHTGARAGE

Boomtechnisch onderzoek Spijkerkwartier. Parkstraat Prins Hendrikstraat Kastanjelaan

BOOMONDERZOEK IEPEN ATRIUM VERPLANTBAARHEID

Rabobank Utrecht. Boomverzorging Veenendaal. Beoordeling Abelen. Projectnummer: PFBV.17.BP 031

Boomeffectanalyse Paardekastanje,Terrein Manders,Dorpsstraat Stiphout. Helmond, januari 2012

Prohold BV. (Gedeeltelijke) Bomen Effect Analyse Karel Doormanlaan Rijswijk

F. te Riet Liendenhof HB Amsterdam

Onderzoek populieren Chopinlaan te Voorschoten

Beknopt rapport visuele boomcontrole

Uitgevoerde onderzoeken.

O.B.T.A. De Linde v.o.f.

Bomen Effect Analyse Rij zomereiken Het Hopveld Haaren

Bomen Effect Analyse bij een 62-tal bomen aan de Sportlaan te Udenhout.

Boomtechnisch onderzoek De Ruyterkade, Amsterdam

Boomtechnisch onderzoek 21 bomen Witte Kerkje Noordwijkerhout

COLOFON. Visual Tree Assessement (VTA) Golfbaan Het Rijk van Sybrook. Golfbaan Het Rijk van Sybrook. Datum 18 november 2016

RAPPORTAGE BOOMVEILIGHEID

Gemeente Leidschendam-Voorburg T.a.v. dhr. R. Bruin Koningin Wilhelminalaan BM LEIDSCHENDAM

Bomeneffectanalyse. Beukenrij Weegbreestraat Soest

Registratieformulier boomtechnisch onderzoek

Boomtechnische inventarisatie 124 bomen 2e Moordrechtse Tiendeweg (tuin huisnummer 13 en rand bosperceel) Gouda

Daalseweg - Nijmegen

SNOEIEN (LAAN) BOMEN

Onderzoeksrapportage. In opdracht van: Econsultancy bv. Onderwerp: Bomen effect analyse twee bomen Villa Mol te Gilze en Rijen

Bomen Effect Analyse 4 lindes, Thomas van Diessenstraat Woonstichting Leystromen

dendrologic Groenekanseweg AJ Groenekan Tel:

Kwaliteitsbeoordeling

Boomcontrole Louise de Colignylaan 1

OPDRACHT 4 BOOMBEHEER. TERMEN UIT DE THEORIE BOOMVERZORGING Groeiplaatseisen. Bodemvaag. Penetrograaf. Sint-Janslot. Primaire groei secundaire groei

Inventarisatie van de ernst van de bloedingziekte in paardenkastanjebomen in Den Haag

Bomen Effect Analyse Lawickse Hof, te Wageningen

T.a.v. De heer W. te Hofsté Postbus AA Gouda. European Tree Worker Dhr. A. C. van Polen European Tree Technician. Boom Effect Analyse

Visuele boomcontrole terrein jeugdgevangenis te Zutphen

BOOMONDERZOEK NPL - KAVEL. Inclusief waardebepaling bomen

Resultaat weergegeven. Werkwijze. Werkwijze. Kijken. Hulpmiddelen: Geen verhoogd risico ( GVR ) Verhoogd risico ( VR ) Snoeikenmerken Boomveiligheid

Begeleidingssnoei van laanbomen

Veldwerkgegevens Landgoed Heijbroeck Bureau van Nierop

Bomen Effect Analyse Zuidzorg, locatie Rijt 2 Gemeente Valkenswaard

Bomen Effect Rapportage nieuwbouw Homoetstraat Doornenburg

Kwaliteitsbeoordeling Populieren Gemeente Den Haag

Groeiplaatsonderzoek. Vossiusstraat en Van Baerlestraat, Vlaardingen

Bomen Effect Analyse St. Jozefkerk te Kaatsheuvel NieuweVaert Ontwikkeling BV

Bomen Effect Analyse Roskamp / Bloemaartsbeemd Gemeente Gilze en Rijen

BOOMONDERZOEK STRAWINSKYLAAN. Inmeting en inventarisatie bomen

Transcriptie:

BOOMONDERZOEK SINGELS GRONINGEN Bepaling kwaliteit en veiligheid Opdrachtgever: Gemeente Groningen Projectnummer : P11038 Datum : 27 april 2011 Auteur : P.M.A. van der Wielen B.M.J. van der Klugt Controle : B. Stoffer Paraaf : Postbus 36233 1020 ME AMSTERDAM Telefoon: 06-50523935 E-mail: info@groenadviesamsterdam.nl

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen INHOUDSOPGAVE : 1 INLEIDING... 3 2 ONDERZOEKSRESULTATEN... 4 2.1 Praediniussingel... 4 2.2 Emmaplein... 5 2.3 Ubbo Emmiussingel... 6 2.4 Hereplein... 7 2.5 Heresingel... 7 2.6 Radesingel... 8 3 BODEM en BEWORTELING... 9 3.1 De bodem... 9 3.2 De indringingsweerstand van de bodem... 9 3.3 Het bodemzuurstofgehalte... 10 3.4 De beworteling... 11 4 CONCLUSIES... 12 4.1 Conditie... 12 4.2 Toekomstverwachting... 13 4.3 Kastanjebloedingsziekte... 13 5 RESULTATEN TREKPROEF... 16 5.1 Algemene beschrijving trekproef... 16 5.2 Beoordeling meetresultaten... 16 5.3 Samenvatting meetresultaten... 17 5.4 Gewenste beheermaatregelen... 18 5.5 Analyse... 19 6 ADVIEZEN... 20 BIJLAGEN: 1 Overzichtstekening 2 Inventarisatielijst 3 Metingen indringingsweerstand 4 Overzichtstekening met daarop de bomen waaraan getrokken is 5 Meetresultaten trekproef Dit product van Groenadvies Amsterdam BV mag alleen geheel of gedeeltelijk worden vermenigvuldigd, openbaar gemaakt of ter beschikking van derden worden gesteld, na toestemming van Groenadvies Amsterdam BV en met bronvermelding. 27 april 2011 Pagina 2 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen 1 INLEIDING Op meerdere van de singels in de stad Groningen neemt de conditie van de bomen af. Het betreft de volgende locaties: Praediniussingel, Ubbo Emmiussingel, Heresingel, Radesingel en de twee tussenliggende pleinen (Emmaplein en Hereplein). De gemeente wil weten wat de oorzaak van de afname van de conditie is en wat de toekomstverwachting van deze bomen is. Tevens moet worden aangegeven of de bomen nog veilig kunnen worden gehandhaafd. Indien uit de trekproef of de bovengrondse opname blijkt dat (delen van) het bomenbestand niet veilig is, moet worden aangegeven welke maatregelen noodzakelijk zijn om de veiligheid te kunnen garanderen. Bovengrondse beoordeling Om de in de vorige alinea beschreven vragen te beantwoorden, zijn zowel de bomen als hun groeiplaats onderzocht. Het veldwerk startte met de bovengrondse beoordeling van de 405 op kaart aangegeven bomen. Deze beoordeling is op 24 en 28 maart 2011 uitgevoerd volgens de VTA+ methodiek. Het verschil met de reguliere, alleen visuele methode is dat hierbij ook eenvoudig handgereedschap zoals prikpen en klophamer worden ingezet om verborgen holten en rottingen op te sporen. Bij de bovengrondse keuring zijn gegevens over de soort (Nederlandse en wetenschappelijke naam), stamomvang, kroondiameter, takvrije hoogte, groei- en vitaliteitskenmerken, kwaliteit van stam en takken, aanwezigheid van ziekten en plagen en de van belang zijnde omgevingsfactoren verzameld. Aan de hand van deze informatie zijn de conditie en toekomstverwachting bepaald. De gegevens van de individuele bomen zijn vermeld in een inventarisatielijst. Hierbij is de nummering van de gemeente aangehouden. Bodemonderzoek Het volgende onderdeel van het veldwerk was het bodem- en bewortelingsonderzoek. Bij 16 bomen, verspreid over de trajecten, zijn op 24 maart 2011 profielkuilen gegraven. Op deze wijze wordt inzicht verkregen in de bodemopbouw, het grondwaterregime en de verspreiding en kwaliteit van de beworteling. Deze informatie is aangevuld door middel van gerichte grondboringen op locaties waar de situatie leek af te wijken. Daarnaast is op 15 plaatsen, meestal in raaien, de indringingsweerstand van de bodem gemeten. Pleksgewijs is ook het bodemzuurstofgehalte gemeten. Stabiliteitsonderzoek door middel van de Omegam-Boomtrekproef Verspreid over de diverse singels zijn 46 bomen getest op hun standvastheid (verankering in de bodem) door middel van de trekproef. Deze trekproef is conform de methode van Wessoly en Erb. Leeswijzer In de twee volgende hoofdstukken worden de onderzoeksresultaten uitgewerkt. In hoofdstuk 2 wordt de bovengrondse opname uitgewerkt terwijl in hoofdstuk 3 de bodem en beworteling worden beschreven. Het vierde hoofdstuk bevat een beschrijving van de kwaliteit van de bomen. Hierbij wordt ingegaan op de conditie en toekomstverwachting van de bomen onder de huidige omstandigheden. In het daarop volgende hoofdstuk wordt de stabiliteit van de bomen beschreven. Hierin worden de resultaten van de trekproef samengevat. Tevens wordt aangegeven of er maatregelen zoals snoei noodzakelijk zijn én wat daarvan de gevolgen zijn voor de bomen en hun levensverwachting. De uitwerking van de meetresultaten per boom zijn als bijlage opgenomen. In het zesde en tevens laatste hoofdstuk wordt geadviseerd welke mogelijkheden er zijn om een veilig en vitaal bomenbestand te realiseren. Daarbij wordt ingegaan op de mogelijkheden om groeiplaatsverbetering uit te voeren bij bestaande en eventuele nieuwe bomen. Indien uit de resultaten van het veldwerk en de trekproef blijkt dat de toekomstverwachting van (delen van) bestanden beperkt zijn, wordt beschreven hoe de vervanging van die bestanden uitgevoerd zou kunnen worden. 27 april 2011 Pagina 3 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen 2 ONDERZOEKSRESULTATEN De locatie van de onderzochte bomen is samen met de boomnummering weergegeven op bijlage 1, de overzichtstekening. De resultaten van de bovengrondse opname zijn per individuele boom weergegeven in bijlage 2, de inventarisatielijst. 2.1 Praediniussingel Op deze singel staan 58 bomen. Het betreft 50 paardenkastanjes en acht linden (Tilia x europaea). De kastanjes zijn verdeeld over drie soorten en cultivars: Witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum); 24 stuks Witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum Baumannii ); 23 stuks Rode paardenkastanje (Aesculus carnea); 3 stuks De steriele, breed uitgroeiende cultivar Baumannii is de oorspronkelijke boomsoort op dit traject. Bij uitval van bomen is later met zowel deze als andere soorten kastanjes ingeboet. Er staan nu 16 volgroeide, 33 halfwas en één jonge boom. Er ontbreekt één boom, nummer 14639040. De kastanjes staan in de middenberm, tussen twee rijbanen. De groeiplaats bestaat uit open grond met gazon en bolgewassen. De helft van de kastanjes vertoont een goede groei (26 stuks), voor 15 bomen is de groei als redelijk en bij negen als matig beoordeeld. De matig groeiende bomen zijn volgroeide Baumannii. Foto 1; overzicht Praediniussingel Van de 50 kastanjes zijn er 26 aangetast door de kastanjebloedingsziekte. Het gaat om 7 lichte, 17 matige en 2 zware aantastingen. In de inventarisatielijst zijn bij meerdere van deze bomen aanvullende opmerkingen gemaakt over waarnemingen die een relatie kunnen hebben met de veiligheid van de aangetaste bomen. Hier wordt in een afzonderlijk hoofdstuk nader op ingegaan. 27 april 2011 Pagina 4 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen Bij enkele bomen zijn in de stamvoet of de kroon ernstige rottingen of scheuren waargenomen. Boom 14639046 zakt geleidelijk scheef; de boom is dus niet voldoende standvast. We adviseren de bomen 14639007 en 14639046 te verwijderen. Foto 2: de linden overgroeien de straatband en drukken deze ook weg. De acht linden staan in het voetpad tussen de rijbaan en de Zuiderhaven. Het zijn volgroeide bomen met een matige tot slechte groei. Bij meerdere bomen komt in de kroon (licht) dood hout voor en er treedt ook lichte scheutsterfte op. De bomen staan dicht naast de rijbaan en drukken de straatband weg en overgroeien deze ook op enkele locaties. De bomen 14639062 en 14639054 hangen met hun stam boven de rijbaan. Bij het parkeren worden de stammen dan ook regelmatig beschadigd. Daarnaast wordt bij meerdere van deze linden ook de stamvoet regelmatig aangereden. De laatste linde (stond niet op kaart en heeft dus geen nummer) heeft een zeer zware beschadiging van 5 meter hoog, tot 30 cm breed die circa 30 cm is ingerot. We adviseren deze boom te verwijderen. 2.2 Emmaplein Op en rond het plein staan 54 bomen. In het voetpad rond het plein staan 19 linden. Op het plein, in de open grond, staan 35 bomen verdeeld over 15 soorten. De details staan in bijlage 2. Bij enkele bomen zijn noemenswaardige gebreken gevonden: Boom 11447042, een witte paardenkastanje, is zwaar gesnoeid waarna veel waterlot tot ontwikkeling is gekomen. Uit één van de snoeiwonden hangen resten van een vruchtlichaam van waarschijnlijk zadelzwam (Polyporus squamosus). Rond de eik met nummer 11447052 zijn grondscheuren zichtbaar. Deze kunnen wijzen op het bewegen van de boom in de grond. Het was nu echter niet mogelijk om krimpscheuren vanwege de droogte uit te sluiten. Een inspectie na een periode met wind is aanbevelenswaardig. 27 april 2011 Pagina 5 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen Veel van de bomen hebben oppervlakkige beworteling die op of net boven het maaiveld ligt. Deze wordt tijdens het maaien van de gazons regelmatig beschadigd. Vijf van de zeven paardenkastanjes op het plein zijn aangetast door de kastanjebloedingsziekte. Het gaat om één lichte, drie matige en één zware aantasting. Foto 3: overzicht Emmaplein 2.3 Ubbo Emmiussingel In de middenberm van deze singel staan in twee rijen 104 paardenkastanjes. Het betreft 74 Aesculus hippocastanum, 17 A. h. Baumannii en 13 A. carnea. Gezien de leeftijd en het formaat van de bomen lijkt het erop dat hier oorspronkelijk met rode paardenkastanje is begonnen. Al vrij snel daarna is ook met de twee andere soorten ingeboet. Er staan nu 32 volgroeide, 68 halfwas en vier jonge bomen. Deze vertonen een overwegend redelijke tot goede groei. Bij 19 bomen is de groei als matig en bij 4 bomen als slecht beoordeeld. Deze minder goed groeiende bomen staan met name in de noordelijke van de twee rijen en het betreft zowel halfwas als volgroeide bomen. Van de 104 kastanjes zijn er 58 aangetast door de kastanjebloedingsziekte. Het gaat om 11 lichte, 36 matige en 11 zware aantastingen. Bij meerdere van de kastanjes zijn torsiescheuren in zware takken waargenomen. Ook blijken er regelmatig dergelijke takken uit te breken. We adviseren deze takken uit te snoeien. Veel bomen vertonen beschadigingen aan de stam en stamvoet. Deels als gevolg van maaischade, deels door aanrijdingen. Dergelijke beschadigingen hebben op meerdere locaties tot diep ingerotte holten geleidt. Er zijn echter nauwelijks parasitaire schimmels aangetroffen. Alleen in boom 15747132 is platte tonderzwam (Ganoderma lipsiense) aanwezig. Hier is inmiddels een holte van 40x40 cm ontstaan die 40 cm diep is. Deze schimmel tast meestal ook de beworteling aan. We adviseren deze boom te kappen. Bij meerdere van de bomen zijn zware takken uitgebroken. De takstompen kunnen vanaf de grond niet beoordeeld worden maar het vermoeden bestaat dat deze inrotten. 27 april 2011 Pagina 6 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen Foto 4: overzicht Ubbo Emmiussingel Aan de zuidzijde van de rijbaan staan 14 volgroeide linden in het voetpad. Ze vertonen een matige tot redelijke groei. In de kroon van enkele exemplaren komt dood hout voor. De linden staan dicht naast de rijbaan. Het gevolg is dat veel van de bomen meermaals zijn aangereden. In de stamvoet maar ook hoger op de stam zijn daardoor beschadigingen aanwezig die soms diep zijn ingerot. 2.4 Hereplein Rond dit plein staan 28 linden in het voetpad. De halfwas en volgroeide exemplaren vertonen een overwegend matige tot slechte groei. Bij enkele bomen treedt scheut- en taksterfte op. Boom 12279048 is daarom inmiddels getopt. Op het plein zelf staan 25 bomen verdeeld over twaalf boomsoorten. Bij deze bomen zijn diverse gebreken en aantastingen gevonden. De details per boom staan in bijlage 2, de inventarisatielijst. Enkele opvallende bomen zijn: Boom 12279008, een volgroeide linde, heeft in een smalle baan, een onderbroken en meters lange beschadiging over de stam. Deze is 10 cm breed en rot op het maaiveld ruim 25 cm in. Van de zeven kastanjes hebben er zes de bloedingsziekte. Eén ervan, nummer 12279006 heeft ook een torsiescheur in een tak. Een van de beeldbepalende bomen op het plein is de tamme kastanje, nummer 12279021. Deze heeft een kleine holte in de stam. Op 5 meter hoogte zit een tweede holte met daarin de restanten van een zadelzwam. Nader onderzoek naar de omvang van de rotting is gewenst. 2.5 Heresingel Aan de zuidzijde van de Heresingel staan elf linden in het voetpad. Boom 12291065 ontbreekt. Het zijn drie jonge, vijf halfwas en drie volgroeide bomen. De jonge bomen (cultivar Pallida ) vertonen een goede groei. De halfwas en volgroeide bomen vertonen een matige tot slechte groei. De oudere bomen zijn gekandelaard geweest. Aanvankelijk is daarna een goede hergroei opgetreden maar bij meerdere bomen is deze nu sterk afgenomen. Bij deze bomen komt nu scheut- en taksterfte voor. 27 april 2011 Pagina 7 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen De rest van het bestand bestaat uit een dubbele rij met 55 paardenkastanjes in de middenberm. Het zijn drie rode, 14 witte en 38 steriele paardenkastanjes. Van de 55 bomen zijn er 34 van een halfwas formaat en de resterende 21 zijn volgroeid. Bij enkele van de oudere bomen is de knopzetting zeer matig en komt soms ook scheutsterfte voor. Bij boom 12291062 zit een scheur in de stam. Omdat de breukvastheid niet meer te garanderen is, adviseren we deze boom te verwijderen. Foto 5: overzicht Heresingel Bij boom 12291061 zit een grote beschadiging in de stam van 3 meter hoog, 60 cm breed en ruim 50 cm diep. De achterwand van de holte klinkt ook hol. Op 36 van de 55 kastanjes zijn de verschijnselen van de bloedingsziekte aangetroffen. Het gaat om 13 lichte, 21 matige en twee zware aantastingen. 2.6 Radesingel Op deze singel staan 51 paardenkastanjes. De eerste 41 staan in de middenberm tussen de rijbanen en tien staan er in het voetpad aan het oostelijke eind van de straat. De bomen zijn verdeeld over de gebruikelijke drie soorten/cultivars: drie rode, 13 witte en 35 steriele paardenkastanjes. Het gaat om drie jonge, 27 halfwas en 21 volgroeide kastanjes. De groei van de jonge bomen is als goed beoordeeld. Bij de halfwas bomen is de groei overwegend redelijk tot goed en bij de volgroeide bomen matig tot slecht. Bij enkele van de oudere bomen is de knopzetting als matig beoordeeld. Bij enkele bomen lopen banen met ontbrekende of stervende bast over de onderste 2 tot 3 meter van de stam. Het betreft de bomen 14756009 en 016. De eerste van deze bomen heeft ook een zware tak met torsiescheuren en ook een scheur in de stam vanaf 4 meter hoogte. Boom 14756013 heeft op 4,5 meter hoogte een grote, diep inrottende holte. Op dezelfde hoogte zit nog een tweede, kleinere beschadiging. We adviseren de bomen 14756009 en 14756013 te verwijderen. Van de 51 paardenkastanjes zijn er 33 aangetast door de kastanjebloedingsziekte. Het betreft 9 lichte en 24 matige aantastingen. 27 april 2011 Pagina 8 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen 3 BODEM en BEWORTELING 3.1 De bodem De profielkuilen zijn verspreid over de diverse trajecten gegraven. Over het algemeen is in de middenberm tussen de bomen in gegraven en in enkele gevallen ook achter de bomen in het midden van de berm. De zo verzamelde informatie is aangevuld met grondboringen. De bodemopbouw is vrij uniform over het gehele traject. De toplaag bestaat uit fijn tot zeer fijn, humusrijk zand. Deze toplaag is 30 tot maximaal 80 cm dik. Deze laag gaat over in een dik pakket zavelig zand en dieper lichte klei. Het zand is licht humeus tot humusarm. Hierin komen vanaf 110 cm minus maaiveld gleyverschijnselen voor. Deze roestvlekken wijzen erop dat in natte perioden het grondwater dus tot deze hoogte stijgt. Bij enkele boringen werd tot 210 cm diepte nog geen grondwater aangetroffen. Foto 6: Bodemopbouw en beworteling op het Hereplein Op de Radesingel werd op één locatie een afwijkend profiel vastgesteld; vanaf 30 cm minus maaiveld werden daar argexkorrels aangetroffen met daaronder een pakket klei. Bij boringen elders op dit traject werd het algemene beeld aangetroffen. Op enkele locaties zijn hoog in het profiel laagjes met veel puin aangetroffen. Tevens bleken enkele profielen sterk vergraven. Mogelijk bij het inboeten van bomen of mogelijk bij graafwerkzaamheden voor, bijvoorbeeld, kabels of leidingen. 3.2 De indringingsweerstand van de bodem Op 15 plaatsen zijn met een penetrograaf twee tot vijf metingen verricht. In eerste instantie één bij elke profielkuil of boringen en daarnaast zijn in elk traject en plein raaien gemaakt, waarbij over de hele breedte van de middenberm, om de paar meter, een meting is gemaakt; meestal vijf per raai. 27 april 2011 Pagina 9 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen De penetrograaf die daarbij gebruikt is, heeft een bereik tot 80 cm diep en meet tot maximaal 5 MegaPascal (verder: MPa). Zodra deze waarde wordt bereikt, stopt de meting om schade aan de apparatuur te voorkomen. 3.2.1 Radesingel Vier van de vijf metingen in de raai komen sterk overeen. De verdichting loopt daar binnen 10 à 15 cm op tot 3 MPa en piekt daarna binnen de 40 cm op 4,5 tot 5 MPa. Bij de vijfde meting komt de bodemverdichting tot 63 cm minus maaiveld niet boven de 2 MPa. Daarna piekt deze op 5 MPa. Dit kan echter ook een wortel of steen zijn. 3.2.2 Heresingel Op dit traject zijn twee raaien met elk vijf metingen gemaakt. Ter hoogte van huisnummer 6 liggen de metingen grotendeels tussen de 3 en 3,5 MPa. Twee metingen piekten op 4,2 en 5 MPa. Ter hoogte van huisnummer 16 is de bodem tot 25 cm diep 4,2 tot 4,7 MPa verdicht. Daarna neemt de verdichting licht af tot 4 MPa. 3.2.3 Hereplein Hier is alleen bij de profielkuilen gemeten. Beide metingen beginnen laag maar schieten dan op 33 en 38 cm minus maaiveld naar de 5 MPa. 3.2.4 Ubbo Emmiussingel Bij de linden in het voetpad is op drie locaties gemeten. De bodem bleek daar overal zwaar verdicht; nergens kon dieper dan 30 cm worden gemeten. Vanwege de lengte van dit traject zijn hier in vier raaien metingen verricht. De afzonderlijke metingen binnen de raaien vertonen veel variatie. Over het algemeen geldt dat de verdichting in de toplaag (tot 30 cm) maximaal 3 MPa bedraagt. Elf van de 20 metingen blijven ook dieper op of onder dat niveau; de andere negen lopen op tot 4, soms 5 MPa. 3.2.5 Emmaplein Op de oostelijke zijde van het plein bereiken op één na, alle metingen binnen de 35 cm de 5 MPa. De afwijkende meting blijft onder de 2,5 MPa. Op de andere zijde van het plein blijven drie van de vijf metingen onder de 3 MPa (minus enkele kleine pieken). De twee andere metingen schieten binnen de 20 cm op 4 en 5 MPa. 3.2.6 Praediniussingel Er is één raai gemaakt en tevens zijn op twee locaties, voor de huisnummers 43 en 39, aanvullende metingen gemaakt. In de raai zitten alle metingen boven de 3,5 MPa en drie van de vijf zelfs op 5 MPa. De metingen voor huisnummer 39 bereiken binnen de 25 cm de maximale waarde van 5 MPa. Tegenover huisnummer 43 schommelen de meetwaarden tussen de 2,5 en 4 MPa. 3.3 Het bodemzuurstofgehalte Het bleek onmogelijk om op de gewenste locaties metingen van het bodemzuurstof te verrichten. De bodem bleek zodanig vochtig en elastisch dat de opening in de meetpen telkens volliep. Op de locaties waar wel metingen mogelijk bleken, dit zijn er echter onvoldoende om algemeen geldende uitspraken te doen, bleek het zuurstofgehalte maximaal 15% te zijn. Dit is aan de lage kant. Voor een optimale wortelontwikkeling dient deze tussen de 19 en 21% te liggen. 27 april 2011 Pagina 10 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen Foto 7: bodemopbouw Ubbo Emmiussingel 3.4 De beworteling De bewortelingsopbouw volgt het te verwachten beeld op een dergelijk verdichte locatie. Direct aan en onder het oppervlak bevindt zich een intensieve, grove tot zware beworteling. Daaronder, tot gemiddeld 80 cm minus maaiveld, is de beworteling intensief met zowel fijne als zwaardere wortels. Tussen 80 en 120 cm minus maaiveld is de beworteling matig intensief tot extensief met voornamelijk fijne worteltjes. Deze bewortelingsopbouw strekt zich uit tot op 3 à 4 meter uit de bomen. Verder uit de bomen nemen zowel de intensiteit als de diameter van de beworteling geleidelijk af. Vanaf 6 meter uit de boom is deze nog slechts extensief. De aangetroffen beworteling is van goede kwaliteit. 27 april 2011 Pagina 11 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen 4 CONCLUSIES Bij het bepalen van de conditie en toekomstverwachting is geen rekening gehouden met de resultaten van de trekproef. Deze waren tijdens de bovengrondse opname ook nog niet bekend. Er is dus uitsluitend naar de bomen, hun eventuele gebreken en de kwaliteit van hun groeiplaats gekeken. Er is bij de licht en matig aangetaste bomen ook weinig rekening gehouden met de aanwezigheid van de kastanjebloedingsziekte. Hier wordt in paragraaf 4.3 verder op ingegaan. 4.1 Conditie Bij het bepalen van de kwaliteit van bomen wordt gekeken naar de actuele conditie en toekomstverwachting van de bomen. De conditie wordt bepaald aan de hand van de groei, de aan- dan wel afwezigheid van scheut- en taksterfte, de mate van overgroeiing van snoei- en andere wonden en de blad- of knopzetting. Onder de huidige omstandigheden: - verkeren 118 bomen in een goede conditie - verkeren 213 bomen in een redelijke conditie - verkeren 57 bomen in een matige conditie - verkeren 12 bomen in een slechte conditie De resterende vijf bomen zijn niet in het veld aangetroffen. Foto 8: bij de noot links op de voorgrond zitten, vanwege een matige aanhechting, meerdere stormankers in de kroon. Bij de kastanje rechts van het midden zijn dode toppen uitgesnoeid en takken ingekort. 27 april 2011 Pagina 12 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen 4.2 Toekomstverwachting De toekomstverwachting wordt bepaald aan de hand van de conditie in samenhang met de aangetroffen gebreken en de lokale groeiplaatsomstandigheden. Uitgangspunt daarbij is dat de groeiplaatsomstandigheden niet wijzigen. Onder de huidige omstandigheden is de toekomstverwachting; Voor 334 bomen méér dan tien jaar. Voor 45 bomen vijf à tien jaar. Voor 18 bomen één à vijf jaar. Voor drie bomen < 1 jaar De kwaliteit van het bestand is over het algemeen dus vrij goed. De bomen met een geringere conditie en/of toekomstverwachting zijn voornamelijk volgroeide bomen. Deze bomen naderen het eind van hun omloopperiode en takelen geleidelijk af. Dit is zichtbaar in de afnemende groei, knopzetting en overgroeiing van snoei- en andere wonden. Een tweede bron van problemen zijn de vele stamvoetbeschadigingen. Deze zijn afkomstig van aanrijdingen en het onzorgvuldig maaien rond de bomen. Bij de oudere bomen overgroeien deze schades niet of nauwelijks waardoor ze een invalspoort voor parasitaire schimmels en insecten vormen. De gunstige beoordeling van het bestand is vooral mogelijk door de goede eigenschappen van de grond in de singels. Deze bevat voldoende organische stof en kleiige bestanddelen om een goede voedselvoorziening mogelijk te maken. Tevens is de drooglegging bijzonder gunstig. De bomen kunnen tot ruim 1,5 meter diep wortelen. Er zijn echter wel enkele problemen met de groeiplaats. De belangrijkste zijn de hoge tot zeer hoge verdichting van grote delen van het onderzoeksgebied en het lage zuurstofpercentage in de bodem. Voor een goede ontwikkeling van beworteling mag de bodem niet zwaarder dan 3 MPa verdicht zijn. Bij hogere waarden neemt de lengtegroei van de beworteling af; er ontstaat geen nieuwe beworteling meer. Bij waarden vanaf 4 MPa stopt ook de diktegroei van bestaande beworteling en bij een nog verdere toename van de verdichting kan zelfs sterfte van beworteling op gaan treden. De bomen hebben hier op gereageerd door oppervlakkig (minder zwaar verdicht) veel zware beworteling te vormen. Een tweede probleem van de te hoge verdichting is dat de afvoer van regenwater, zeker in kleiige bodems zoals hier, sterk wordt vertraagd. Dit kan tot gevolg hebben dat het water de zuurstof uit de grond verdrukt. Als dit lang duurt of vaker optreedt, leidt dit tot sterfte van beworteling. De resultaten van de zuurstofmetingen in de bodem (hoewel niet representatief voor het gehele gebied) zijn niet gunstig. 4.3 Kastanjebloedingsziekte Op de nu onderzochte locaties zijn in totaal 274 paardenkastanjes aanwezig. Deze zijn zo goed mogelijk op soort dan wel cultivar gebracht. Bij jonge of zwaar gesnoeide bomen was soms enige twijfel over de determinatie; er kunnen dus enkele kastanjes verkeerd op naam gebracht zijn. De beoordeling van de kastanjes is uitgevoerd volgens de methode die door de werkgroep Aesculaap is voorgeschreven. Daarbij vertonen bomen met een lichte aantasting op slechts één locatie de voor de bloedingsziekte kenmerkende rode of zwarte vlekken. Dit kan ook een aaneengesloten cluster van vlekken zijn. Bij matig aangetaste bomen komen vlekken of clusters met vlekken op meerdere locaties voor. Bij zware aantastingen zijn grote aaneengesloten delen van de stam aangetast door de ziekte. Van de 274 paardenkastanjes zijn er 158 (58%) aangetast door de kastanjebloedingsziekte. Uitgesplitst naar de categorieën ontstaat de volgende verdeling: 27 april 2011 Pagina 13 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen Aantastingsgraad Huidig onderzoek Landelijk 2006 Licht 40 stuks (25%) 55% Matig 103 stuks (65%) 26% zwaar 15 stuks (10%) 19% Vergeleken met de cijfers uit 2006 (verzameld over geheel Nederland) is anno 2011 op de Singels een heel ander beeld aangetroffen. Er zijn nu veel minder lichte aantastingen en veel meer matige. Ook is het aantal zware aantastingen gedaald. Dit laatste landelijke percentage is echter wat vertekend; uit na dat landelijke onderzoek uitgevoerde steekproeven bleek dat er toentertijd veel matig aangetaste bomen als zwaar aangetast zijn doorgegeven. Foto 9: bij meerdere bomen zitten bloedingsverschijnselen op de onderste takkrans. Op termijn kan dit de aanhechtingen sterk breukgevoelig maken. De verschuiving van lichte naar matige aantastingen is ook elders in het land zichtbaar. De stormachtige uitbreiding uit de periode 2002-2005 is nu nagenoeg tot stilstand gekomen. Er komen nog steeds nieuwe aantastingen bij maar dit verloopt nu veel trager. De ontwikkeling van de ziekte in de al aangetaste bomen vertoont een zeer wisselend beeld. In een steekproef van 1100 bomen die jaarlijks door ons wordt gevolgd, zien we een duidelijke verschuiving van licht naar matig aangetaste bomen. Het percentage zwaar aangetaste bomen blijft echter laag. Deels omdat de uitbreiding van matig naar zwaar over het algemeen langzaam verloopt en deels omdat de zwaarst aangetaste bomen vaak uit veiligheidsoverwegingen worden verwijderd. Een tweede verschijnsel dat uit die steekproef naar voren komt, is het ogenschijnlijk herstellen van kastanjes. Het komt regelmatig voor dat bomen met lichte of matige aantastingen in het volgende jaar geen of minder ziekteverschijnselen vertonen. Dit wordt soms geïnterpreteerd als genezing. Als de schors van dergelijke bomen wordt aangesneden, blijkt het bastweefsel echter nog volop aangetast. Of het voor de boom mogelijk is, de ziekte uiteindelijk in te kapselen is nog niet bekend. Omdat ook niet duidelijk is of en hoe snel aangetaste kastanjes gaan aftakelen, is het niet mogelijk om een onderbouwde schatting van de toekomstverwachting van dergelijke bomen te maken. Kastanjes met lichte en matige aantastingen zonder andere, uit de bloedingsziekte voortkomende gebreken, zijn daarom beoordeeld alsof ze niet zijn aangetast. We adviseren daarbij om alle door de bloedingsziekte aangetaste kastanjes in de hoogste zorgplichtcategorie te plaatsen en ze jaarlijks te keuren. Verder uitgewerkt naar soort/cultivar ontstaat het volgende beeld: Soort A. carnea A. hippocastanum A. h. Baumannii Aantal 23 132 119 Niet aangetast 12 (52%) 55 (42%) 43 (36%) Licht aangetast 4 (17%) 18 (14%) 19 (16) Matig aangetast 6 (26%) 46 (35%) 55 (46) Zwaar aangetast 1 (4%) 13 (10%) 2 (2%) 27 april 2011 Pagina 14 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen Er zijn op deze locatie aanzienlijke verschillen tussen de diverse soorten. Dit gaat op voor zowel het percentage aangetaste bomen per cultivar als de verdeling over de matig en zwaar aangetaste bomen. Dit beeld komt grotendeels overeen met het landelijke beeld. Foto 10; de kenmerkende bloedingsvlekken Foto 11: na verloop van tijd ontstaan bastscheuren Enkele op de singels aangetroffen verschijnselen wijken sterk af van het algemene beeld van de ziekte zoals dit uit de landelijke enquêtes voor Aesculaap en onze ervaringen in Noord- Holland bestaat. Het percentage aangetaste bomen ligt op de singels met 58% vrij hoog. Opmerkelijker is dat het een nog vrij nieuwe aantasting lijkt te betreffen. Er komt slechts weinig baststerfte voor en de bastscheuren zijn, vergeleken met elders, nog beperkt van omvang. Vandaar het vermoeden dat de ziekte hier nog maar kort aanwezig is. Des te opmerkelijk is dat er relatief veel zwaar aangetaste bomen (16 stuks, 9,5% van de aangetaste bomen) zijn aangetroffen. Elders ligt dit percentage meestal lager. Een tweede afwijkend punt is dat er relatief veel bomen zijn waarbij de aantasting zich tot hoog in de kroon heeft uitgebreid of, in meerdere gevallen, tot dat gebied beperkt is. Bij minimaal 33 van de 158 zieke bomen zit de aantasting op de eerste takkrans of hoger. Dit heeft nogal wat consequenties voor de zorgplicht. Inmiddels is namelijk gebleken dat achter de bekende rode en zwarte vlekken een proces gaande is dat de houtkwaliteit geleidelijk laat afnemen. Het hout wordt bros waardoor de aangetaste delen van de stam of takken breukgevoelig kunnen worden. Dit proces is van buiten niet altijd vast te stellen. Pas in verder gevorderde stadia met bastscheuren valt op hoe groot het oppervlak is dat is aangetast. Bij matige en zware aantastingen kunnen de stam of takken breukgevaarlijk worden. Dit proces kan verder worden versneld door secundaire aantastingen door parasitaire schimmels. Het meest voorkomend op door bloedingsziekte aangetaste kastanjes zijn honingzwam, fluweelpootje en oesterzwam. De ervaring leert dat kastanjes met zowel bloedingsziekte als één of meer van deze schimmels snel zeer breukgevoelig worden. We adviseren dan ook om zorgplichtcontroles of in het najaar of in de vroege winter uit te voeren wanneer de vruchtlichamen van deze schimmels aanwezig zijn. Aantastingen hoog in de kroon zijn gevaarlijk omdat ze moeilijk te ontdekken en te controleren zijn. Aantastingen kunnen daardoor jaren oud zijn, voor ze herkend worden. Het risico op breuk van delen van de kroon is daardoor groter dan het risico op breuk van de stam. Dit verdient bij de zorgplichtkeuringen extra aandacht. Voor zover nu vanaf de grond te beoordelen was, lijken er nu nog geen bomen zodanig slecht dat er breukrisico is in de kroon. Gezien het onvoorspelbare karakter van de bloedingsziekte kan dit echter in enkele jaren wijzigen! 27 april 2011 Pagina 15 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen 5 RESULTATEN TREKPROEF Op 23 en 24 maart 2011 is een aantal bomen getest met behulp van de OMEGAMboomtrekproef. Deze trekproef is gebaseerd op de methode zoals deze door Wessoly en Erb is ontwikkeld. De meetresultaten per boom zijn uitgewerkt in een grafiek; deze zijn in bijlage 5 opgenomen. Er is getrokken aan 46 van de in totaal 405 bomen. Bij het selecteren van de te trekken bomen is een mix gekozen van zowel halfwas als volgroeide bomen. Tevens zijn de onderzochte bomen van diverse soorten en cultivars en zowel door kastanjebloedingsziekte aangetaste als niet aangetaste bomen. De bomen waaraan is getrokken zijn op bijlage 4 aangegeven. 5.1 Algemene beschrijving trekproef Bij de trekproef wordt de standvastheid van een boom gemeten, met andere woorden, de mate van verankering van de boom in de grond. Hiervoor worden de te onderzoeken bomen op een gestandaardiseerde manier getest. Er wordt met behulp van een lier aan een boom getrokken tot een vooraf vastgestelde maximale trekkracht wordt bereikt of tot de boom tot maximaal 0,25 graad uit het lood komt. Tijdens het trekken aan de boom wordt continue gemeten welke trekkracht wordt uitgeoefend en hoe ver de boom meegeeft, de hellingshoek. Beide gegevens worden in een computer vastgelegd. Uit het verband tussen deze twee gegevens wordt het moment berekend van de kracht die de boom maximaal kan verdragen vóórdat hij bezwijkt (het bezwijkmoment). Met behulp van een digitale foto wordt het kroonoppervlak van de boom berekend en aan de hand daarvan de belasting die de wind maximaal kan uitoefenen op de boom (het windbelastingsmoment). Uit de vergelijking van het bezwijkmoment en het windbelastingsmoment volgt of de betreffende boom voldoende standvast is. 5.2 Beoordeling meetresultaten Een (zware) storm is in Nederland niet ongebruikelijk. Er wordt van uitgegaan dat een boom minimaal een windkracht van 12 Beaufort (32,7 m/s) moet kunnen weerstaan. Dit bezwijkmoment is op 100% gesteld. Om windstoten te kunnen weerstaan, wordt in de methode een overcapaciteit aangehouden van 40%. Bomen met een bezwijkmoment van 140% of meer zijn dus veilig. Bij bomen met een bezwijkmoment tussen de 75% en 140% is de veiligheid niet te garanderen. Om de standvastheid van een boom te vergroten, dient dan het kroonoppervlak verkleind te worden. Met hoeveel is afhankelijk van het bezwijkmoment. Bij 80% is vanzelfsprekend meer snoei nodig dan bij een boom met een bezwijkmoment van 120%. Bij een bezwijkmoment van minder dan 75% is, uit veiligheidsoverwegingen, kap de meest voor de hand liggende maatregel. Het is dan soms nog mogelijk een dergelijke boom zo sterk te snoeien dat de windlast op het restant van de kroon voldoende afneemt, bijvoorbeeld door de boom te kandelaberen. Maar dit is uit esthetisch en beheertechnisch oogpunt gezien weinig aantrekkelijk. Indien naar aanleiding van de meetresultaten snoei wordt geadviseerd, moet de kroon daarna blijvend klein worden gehouden tenzij een nieuwe trekproef later uitwijst dat de standvastheid voldoende is toegenomen. Dit kan het geval zijn bij toegenomen ontwikkeling van het wortelstelsel. De OMEGAM-Boomtrekproef is een momentopname. De conclusies en adviezen zijn gebaseerd op het moment van opname. 27 april 2011 Pagina 16 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen 5.3 Samenvatting meetresultaten In de ondertaande tabellen zijn per object (singel of plein) de resultaten weergegeven van de trekproeven. In bijlage 3 staan de uitwerkingen per boom. In de tabellen staat naast het kiepmoment, de windkracht. Uit het onderzoek is gebleken dat, uitgaande van een bezwijkmoment van 140%, acht van de onderzochte bomen voldoende standvast zijn en 38 bomen onvoldoende standvast. In onderstaande tabellen zijn kleuren gebruikt voor de diverse klassen: Groen = kiepmoment >140% veilig Licht blauw = kiepmoment 100 140% veilig na lichte snoei Oranje = kiepmoment 75 100% veilig na zware snoei Rood = kiepmoment <75% kap Praediniussingel Boomnummer Straat Kiepmoment Windkracht 014639005 Praediniussingel 116% 12+ Bft 014639014 Praediniussingel 121% 12+ Bft 014639025 Praediniussingel 75% 9 Bft 014639035 Praediniussingel 107% 12+ Bft 014639037 Praediniussingel 72% 9 Bft 014639038 Praediniussingel 109% 12+ Bft 014639045 Praediniussingel 104% 12+ Bft 014639048 Praediniussingel 141% 12+ Bft Emmaplein Boomnummer Straat Kiepmoment Windkracht 011447011 Emmaplein 106% 12+ Bft 011447041 Emmaplein 117% 12+ Bft 011447047 Emmaplein 97% 11 Bft Ubbo Emmiussingel Boomnummer Straat Kiepmoment Windkracht 015747010 Ubbo Emmiussingel 82% 10 Bft 015747015 Ubbo Emmiussingel 78% 10 Bft 015747019 Ubbo Emmiussingel 84% 10 Bft 015747024 Ubbo Emmiussingel 156% 12+ Bft 015747026 Ubbo Emmiussingel 139% 12+ Bft 015747036 Ubbo Emmiussingel 131% 12+ Bft 015747043 Ubbo Emmiussingel 122% 12+ Bft 015747063 Ubbo Emmiussingel 169% 12+ Bft 015747094 Ubbo Emmiussingel 71% 9 Bft 015747101 Ubbo Emmiussingel 143% 12+ Bft 015747110 Ubbo Emmiussingel 139% 12+ Bft 015747121 Ubbo Emmiussingel 97% 11 Bft 015747122 Ubbo Emmiussingel 121% 12+ Bft 015747126 Ubbo Emmiussingel 81% 10 Bft 015747131 Ubbo Emmiussingel 154% 12+ Bft 015747132 Ubbo Emmiussingel 99% 11 Bft 27 april 2011 Pagina 17 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen Hereplein Boomnummer Straat Kiepmoment Windkracht 012279017 Hereplein 96% 11 Bft 012279018 Hereplein 83% 10 Bft 012279019 Hereplein 133% 12+ Bft Heresingel Boomnummer Straat Kiepmoment Windkracht 012291022 Heresingel 86% 10 Bft 012291025 Heresingel 110% 12+ Bft 012291033 Heresingel 81% 10 Bft 012291036 Heresingel 80% 10 Bft 012291039 Heresingel 71% 9 Bft 012291048 Heresingel 91% 11 Bft 012291053 Heresingel 116% 12+ Bft 012291059 Heresingel 77% 10 Bft Radesingel Boomnummer Straat Kiepmoment Windkracht 014756002 Radesingel 147 % 12+ Bft 014756010 Radesingel 105% 12+ Bft 014756016 Radesingel 158% 12+ Bft 014756026 Radesingel 155% 12+ Bft 014756030 Radesingel 113% 12+ Bft 014756034 Radesingel 110% 12+ Bft 014756038 Radesingel 114% 12+ Bft 014756039 Radesingel 80% 10 Bft 5.4 Gewenste beheermaatregelen De bomen met een kiepmoment van boven de 140% zijn veilig, bij deze bomen hoeft met betrekking tot de veiligheid niets te gebeuren. Normaliter adviseren we bomen met een kiepmoment tussen de 75% en 140% te snoeien. Hoe lager het kiepmoment uitvalt des te meer er gesnoeid moet worden. Bij de bomen tussen de 75% en 100% moet de kroon zwaar gesnoeid moeten worden waarbij zowel de top als de (gestel)takken ver ingekort dienen te worden. Dit zal de kroonvorm van met name de oudere kastanjes sterk aantasten. Daarnaast beperkt een degelijk zware snoei van deze oude bomen ook de toekomstverwachting van de bomen. Bij de snoei verdwijnen juist de jonge twijgen met het blad; het motortje van de boom. Het gevolg is dat de kroonomvang en de omvang van de beworteling niet meer met elkaar in verhouding zijn. Het gevolg is dat er beworteling gaat afsterven. Omdat het herstellingsvermogen van de hier aanwezige boomsoort matig is, blijft herstel van de kroon en beworteling daarna vrijwel altijd uit. In de praktijk takelen ze snel verder af en moeten ze na enkele jaren uit veiligheidsoverwegingen alsnog worden verwijderd. Daarom adviseren we om op deze locatie alle bomen met een kiepmoment van onder de 100% te verwijderen. Hierbij gaat het om de volgende 18 exemplaren. 27 april 2011 Pagina 18 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen Straat Boomnummer Straat Boomnummer Praediniussingel 014639025 Hereplein 012279017 Praediniussingel 014639037 Hereplein 012279018 Emmaplein 011447047 Heresingel 012291022 Ubbo Emmiussingel 015747010 Heresingel 012291033 Ubbo Emmiussingel 015747015 Heresingel 012291036 Ubbo Emmiussingel 015747019 Heresingel 012291039 Ubbo Emmiussingel 015747094 Heresingel 012291048 Ubbo Emmiussingel 015747121 Heresingel 012291059 Ubbo Emmiussingel 015747126 Radesingel 014756039 Ubbo Emmiussingel 015747132 De bomen met een kiepmoment tussen de 100% en 140% kunnen veilig worden gesteld door de top met 0,5 tot 1,00 meter in te korten en waar mogelijk de periferie met 0,5 meter rondom te verkleinen. Met de snoeiwerkzaamheden moet de kroonvorm behouden blijven, daarom is het noodzakelijk om het snoeiwerk door gekwalificeerde boomverzorgers uit te laten voeren. 5.5 Analyse De uitslag van de trekproef is bijzonder verrassend. Er staat hier een grotendeels vitaal, goed groeiend bestand op een ogenschijnlijk goede groeiplaats. Deze is weliswaar te zwaar verdicht maar lijkt voldoende voedingsstoffen bevatten. Ook lijkt de bewortelingsopbouw redelijk normaal. Wel is deze sterk oppervlakkig geconcentreerd vanwege de te hoge verdichting. De gebruikelijke redenen voor instabiliteit zoals schade aan de beworteling door werkzaamheden, wortelsterfte door wateroverlast of slecht geënte bomen lijken hier niet van toepassing. Toch moet het probleem in de beworteling zitten. Er is consequent van de bomen richting de overzijde van de middenberm getrokken (bevestigingspunt in de bomenrij aan de andere zijde). Mogelijk zijn in het verleden de rijbanen verbreed waarbij veel beworteling is afgezet of beschadigd? In het volgende hoofdstuk gaan we hier verder op in. Foto 12: de stam van deze boom is op meerdere locaties diep ingerot. Op deze hoogte kan zelfs dwars door de stam worden geprikt. Vanwege de geringe breukvastheid van de stam adviseren we om deze boom te verwijderen. 27 april 2011 Pagina 19 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen 6 ADVIEZEN Van de 405 bomen ontbreken er nu vijf. Daarnaast is voor 84 bomen aangegeven dat ze uit veiligheidsoverwegingen binnen 10 jaar verwijderd moeten worden. De oorzaken daarvan zijn voornamelijk de diverse aangetroffen gebreken en ziekten. Van de 46 bomen waaraan is getrokken, geven we voor 19 bomen het advies om ze te verwijderen. Zoals in het vorige hoofdstuk is aangegeven, een sterk verrassende uitslag. Omdat de oorzaak van de gebrekkige stabiliteit van deze bomen niet bekend is, adviseren we om hier vervolgonderzoek uit te voeren. Als het namelijk een locatiegebonden oorzaak heeft, kan dit verreikende gevolgen hebben voor de rest van het bestand. We stellen voor om bij enkele van de afgekeurde bomen de kluit op te rooien en schoon te spoelen om de bewortelingsopbouw en kwaliteit goed te kunnen beoordelen. Daarbij kan dan ook de opbouw van het plantgat beoordeeld worden. Hoe nu verder? We hebben alle bomen met een toekomstverwachting van minder dan 10 jaar en de bij de trekproef afgekeurde bomen op een rijtje gezet. Daarbij ontstaat per object het volgende beeld: Preadiniussingel: Emmaplein: Ubbo Emmiussingel: Hereplein: Heresingel: Radesingel: 9 bomen 4 bomen 43 bomen 6 bomen 11 bomen 6 bomen Op de meeste trajecten dienen binnen tien jaar enkele bomen verwijderd te worden. Deels zijn het wat verhoogde aantallen en valt ook op dat het relatief vaak om halfwas bomen gaat. Deze zijn of zwaar aangetast door de bloedingsziekte of zijn instabiel gebleken. Deze bomen komen verspreid voor over de objecten. Bijzonder opvallend is dan de extreem hoge te verwachten uitval van de Ubbo Emmiussingel. Van de 104 bomen verwachten we dat er binnen tien jaar minimaal 43 zijn verdwenen. Dat betreft, onder andere, de volledige lindenrij aan de zuidzijde. De overige bomen komen verspreid over het gehele traject voor met zowel in de noordelijke als zuidelijke rij clusters met vier tot zes matige bomen. Er ontstaan de komende 10 jaar dus grote gaten in beide rijen. Vanuit de gemeente dient nu dus nagedacht te worden of men dit beeld acceptabel vindt en op welke wijze men verder wil. Daarbij dienen de volgende vragen beantwoord te worden: - Accepteren we het beeld met veel variatie in grootte van de bomen of gaan we (delen van) rijen in één keer vervangen? - Komen er in de middenberm weer kastanjes? - Komen deze, of een andere boomsoort, weer in hetzelfde plantverband? - Hoe wordt de groeiplaats ingericht? - Komen er in de toekomst weer bomen in het voetpad tussen de rijbaan en de singels? De eerste twee vragen hangen sterk met elkaar samen. Als wordt besloten om op deze locatie met kastanjes door te gaan, ligt het meer voor de hand om elke paar jaar wat bomen in te boeten. Het beeld is ook nu al vrij gevarieerd met zowel grote als kleine, brede en smaller groeiende en wit en rood bloeiende bomen. Als men besluit om met een andere boomsoort verder te gaan, ligt het meer voor de hand om het gehele bestand in één keer te vervangen. Dit geeft de beste mogelijkheden om de groeiplaats geschikt te maken en daarna een uniform, goed groeiend bestand op te bouwen. 27 april 2011 Pagina 20 van 21

Groenadvies Amsterdam bv Boomonderzoek Singels te Groningen Vanwege het algemeen voorkomen van de bloedingsziekte en de onzekere toekomst van de aangetaste bomen, ligt het niet voor de hand om hier met kastanjes verder te gaan. Ons advies is dan ook om voor een andere soort te kiezen en de gehele Ubbo Emmiussingel te vervangen. Vanwege het beeld op de aangrenzende singels, heeft het de voorkeur om het huidige plantverband te handhaven. Dit sluit goed aan op de overige singels. Tevens is er op deze wijze voldoende doorwortelbare ruimte beschikbaar voor de nieuwe bomen. Op basis van onze visuele beoordeling lijkt de nu aanwezige grond geschikt voor de bomen. We adviseren echter om voorafgaand aan een definitief besluit over de groeiplaatsinrichting, de informatie uit het vervolgonderzoek (het oprooien van de kluiten en verdere beoordeling van de plantgaten) af te wachten en een aantal grondmonsters van zowel de toplaag (0-40 cm) als de onderlaag (40-80 cm) te laten analyseren. In het geval dat de nu aanwezige grond geschikt blijkt, kan worden volstaan met het tot 80 cm minus maaiveld doormengen van de gehele middenberm. Op deze wijze wordt de te hoge bodemverdichting opgeheven. Indien uit de bodemanalyses blijkt dat er extra organische stof of meststoffen toegediend moeten worden, kan dit na het mengen door de nieuwe toplaag worden gemengd. Foto 13: dit voor deze singels zo kenmerkende beeld zou op één van de singels (tijdelijk) kunnen verdwijnen De laatste vraag gaat over de linden in het voetpad. De toekomstverwachting van deze bomen is zodanig gering dat we verwachten dat ze binnen 10 jaar alle verwijderd zijn. We adviseren om op deze locatie geen bomen van hetzelfde formaat terug te planten. Vanwege de aanwezigheid van allerhande nutsvoorzieningen achter en ook tussen de bomen, is er niet voldoende ruimte beschikbaar om de benodigde doorwortelbare ruimte (20 à 25 m 3 per boom) te creëren. Wordt er toch gekozen voor een boom van het grootste formaat dan zijn op korte termijn problemen met kwijnende bomen en overlast door wortelopdruk te verwachten. In het geval dat men hier toch met bomen terug wil komen, adviseren we te kiezen voor een boom van het kleinste formaat of vormbomen zoals leilinden. Hiervoor is circa 5 m 3 doorwortelbare ruimte noodzakelijk. Op deze locatie zou dan in een strook van 1 meter breed tot 80 cm diep bomenzand ingevuld kunnen worden. Rekening houdend met straatzand en verharding is dan per boom 8,5 strekkende meter nodig om die 5 m 3 te halen. 27 april 2011 Pagina 21 van 21

BIJLAGE 1 Overzichtstekening met genummerde bomen

LEGENDA: EXTRA IN HET VELD AANGETROFFEN BOMEN

BIJLAGE 2 Inventarisatielijst

Gemeente: Groningen datum: 24 en 28 maart 2011 keuringsmethode: VTA+ keuring uitgevoerd door: P. van der Wielen INVENTARISATIELIJST locatie nummer groningen stam omtrek in cm kroondiameter gras goed heestervak goed redelijk bosvak niet redelijk <1 jaar jong matig voetpad licht matig 1-5 jaar halfwas slecht parkeerstrookmatig slecht 5-10 jaar volgroeid stagnerend halfverhardin zwaar dood >10 jaar takvrije hoogte leeftijd groei boomsoort NL boomsoort L groeiplaats aantasting door kastanjebloedingsziekte bijzonderheden conditie toekomst verwachting beheeradvies Praediniussingel 14639043 148 10 5 halfwas goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond matig diverse lichte stambeschadigingen; licht dood hout. goed >10 jaar Praediniussingel 14639023 99 9 5 halfwas goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum open grond niet goed >10 jaar Praediniussingel 14639026 98 8 4 halfwas redelijk witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum open grond niet dubbele top. redelijk >10 jaar Praediniussingel 14639034 113 8 5 halfwas goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum open grond licht lichte stamvoetbeschadiging. goed >10 jaar Praediniussingel 14639040 ontbreekt Praediniussingel 14639045 91 8 5 halfwas goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum open grond matig baststerfte in kroon door kbz. redelijk >10 jaar kroon verkleinen Praediniussingel 14639025 109 8 5 halfwas goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum open grond niet dubbele top. goed >10 jaar kap Praediniussingel 14639030 110 8 5 halfwas goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum open grond licht kbz op takkrans. goed >10 jaar Praediniussingel 14639020 99 8 5 halfwas redelijk witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum open grond niet stamvoet- en twee flinke stambeschadigingen met een goede overgroeiing. redelijk >10 jaar Praediniussingel 14639031 93 7 4 halfwas redelijk witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum open grond niet goed >10 jaar Praediniussingel 14639017 246 16 4 volgroeid redelijk witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond matig diverse aanrijschades op tak boven rijbaan; licht dood hout; kbz ook op takken met baststerfte. redelijk >10 jaar Praediniussingel 14639013 237 16 6 volgroeid matig witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond niet licht scheve stand; licht dood hout; lichte stambeschadiging. redelijk >10 jaar Praediniussingel 14639010 218 17 6 volgroeid matig witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond niet redelijk >10 jaar Praediniussingel 14639014 221 17 5 volgroeid matig witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond niet flinke, inrottende beschadiging op een gesteltak; licht dood hout. redelijk >10 jaar kroon verkleinen Praediniussingel 14639036 143 10 5 halfwas goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond matig stambeschadiging; wurgwortel; baststerfte door kbz; schuurtakken; licht dood hout. redelijk >10 jaar snoei Praediniussingel 14639019 109 9 4 halfwas redelijk witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum open grond niet goed >10 jaar Praediniussingel 14639005 191 13 5 volgroeid goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond niet licht dood hout. goed >10 jaar kroon verkleinen Praediniussingel 14639022 105 9 5 halfwas redelijk witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond matig goed >10 jaar Praediniussingel 14639006 250 17 5 volgroeid matig witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond licht lichte stambeschadiging; licht scheve stand; dood hout. matig >10 jaar Praediniussingel 14639033 120 8 5 halfwas goed rode paardenkastanje Aesculus carnea open grond matig kbz tot hoog in de kroon; bastkankers. goed >10 jaar Praediniussingel 14639004 30 2 2 jong goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum open grond licht goed >10 jaar Praediniussingel 14639007 216 19 5 volgroeid matig witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond niet rotting in stamvoet aan rijbaanzijde; licht dood hout; licht scheve stand. redelijk 1-5 jaar kap Praediniussingel 14639009 234 19 5 volgroeid matig witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond matig kbz op basis gesteltak en op andere takken. redelijk >10 jaar Praediniussingel 14639002 119 9 4 halfwas redelijk witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum open grond matig bastscheuren door kbz; licht dood hout. matig 5-10 jaar Praediniussingel 14639003 135 10 4 halfwas goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond niet goed >10 jaar Praediniussingel 14639001 125 8 4 halfwas goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond matig sterk eenzijdige kroon; zware zuiger; kbz op basis gesteltakken en op andere takken; stambeschadiging met bacterieslijm; bastscheuren. matig 5-10 jaar Praediniussingel 14639060 246 15 5 volgroeid matig witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond niet licht scheve stand; bastkankers; takschade. redelijk >10 jaar Praediniussingel 14639015 235 12 5 volgroeid redelijk witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond matig scheve stand; licht dood hout; inrottende snoeiwond op 5 meter hoogte. redelijk >10 jaar Praediniussingel 14639012 234 14 4 volgroeid redelijk witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond matig aanrijschade boven rijbaan; kbz op takkrans; inrottende snoeiwond; licht dood hout. redelijk >10 jaar Praediniussingel 14639008 186 11 4 volgroeid redelijk rode paardenkastanje Aesculus carnea open grond niet krom; stambeschadiging; inrottende stamscheur; bastkanker met rotting van 10 cm diep; takbreuk; aanrijschade stam. matig 5-10 jaar snoei Praediniussingel 14639018 89 9 4 halfwas goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond niet goed >10 jaar Praediniussingel 14639039 139 10 5 halfwas goed witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond matig kbz op stamvoet en gesteltak. goed >10 jaar Praediniussingel 14639016 245 12 5 volgroeid matig witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum 'Baumannii' open grond matig flinke stamvoetbeschadiging van 80x20 cm die 25 cm diep is; kbz in kroon met bastscheuren op gesteltakken. redelijk 1-5 jaar P11038 1