Kwetsbaarheid Sociaal - Emotioneel versus Cognitief Ingrid ten Westeneind, GZ-psycholoog i.tenwesteneind@dimence.nl Ellen Pinkert, senior psychiatrisch verpleegkundige e.pinkert@dimence.nl Dimence Specialistisch Centrum ontwikkelingsstoornissen Zelfmanagement bij autisme, 29 september 2017
Emotionele Competentie en Autisme Mensen met ASS ervaren problemen in de sociale interactie Hierin spelen emoties een grote rol; door het uiten van emoties geven we onze interne toestand aan, wat reacties uitlokt in onze sociale omgeving en vice versa Emotionele competentie: de mate van veerkracht en doeltreffendheid tijdens emotie opwekkende sociale situaties
Emotionele Competentie en Autisme Niet alleen vaardigheden maar ook inzicht spelen hierbij een rol Mensen met ASS laten vooral een onvermogen zien in het gebruiken van hun emoties in het dagelijks sociale leven Discrepantie tussen theoretische inzichten (cognitief) en dagelijks functioneren in een complexe, dynamisch en snel wisselend omgeving (sociaal-emotioneel) Vertaalslag van kennis naar handelen wordt moeilijk gemaakt Verschil tussen kunnen en aankunnen; overvraging Leidt tot externaliserende en internaliserende problemen
Emotionele Competentie en Autisme In kaart brengen van het emotionele niveau van functioneren Gedrag wat zichtbaar is in het dagelijks leven biedt aanknopingspunten voor bejegening en behandeling
Diagnostiek Gebruik maken van observaties en gedragsvragenlijsten die gebaseerd zijn op de stadia van emotionele ontwikkeling ESSEON-R Schaal voor het sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau SEO-R² Schaal emotionele ontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking-revised² SEO-R kleurenprofiel
Fasen emotionele ontwikkeling
Fasen emotionele ontwikkeling 1: (0-6 maanden) Eerste Adaptiefase (Homeostase) Psychofysiologische homeostase 2: (6-18 maanden) Eerste Socialisatiefase (Hechtingsfase) 3 : (18-36 maanden) Eerste Individuatiefase (Peuterfase) Zelf-ander differentiatie 4: (3-7 jaar) Eerste Identificatiefase (Kleuterfase) Ego-structurering (morele ontwikkeling) 5: (7-12 jaar) Realiteitsbewustwording (Schoolkindfase) Ego-differentiatie (moreel ego, religieus ego).. 6: (12-17 jaar) Tweede socialisatiefase Kritisch ego, ideaal ego 7: (17-25 jaar) Tweede individuatiefase Principieel ego, politiek ego
1: Eerste Adaptiefase (Homeostase) (0-6 maanden) Zichzelf staande houden in een overvloed van prikkels Fysieke gewenning, fysiologische regulatie (honger, dorst, temperatuurregulatie etc.) Sensorische regulatie (omgaan met prikkels) Behouden van innerlijk evenwicht (arousal regulatie) Lust - onlust Geen contact met leeftijdgenoten Hulpvraagtype: Homeostase Disregulatie
2: Eerste Socialisatiefase (Hechtingsfase) (6-18 maanden) Hechting staat centraal Hechtingsproces staat centraal, behoefte aan nabijheid Opbouwen van emotionele veiligheid is cruciaal Egocentrisch denken en voelen Beginnende interesse in leeftijdgenoten (toename sociale gerichtheid) Hulpvraagtype: Vertrouwen Wantrouwen
3 : Eerste Individuatiefase (18-36 maanden) Afzetten van IK tegen over anderen Vormen van eigen identiteit, beginnend IK Zelf doen en zelf ontdekken staat centraal (wil het zelf doen, nee fase) Wil invloed op de omgeving uitoefenen. Beperking van eigen wil leidt tot frustratie/driftbuien Egocentrisch denken; Nog geen geweten of schuldgevoel Nabijheid van andere kinderen/geen samenspel Hulpvraagtype: Autonomie Afhankelijkheid
4: Eerste Identificatiefase (3-7 jaar) Bewust worden dat je onderdeel bent van een groep anderen het ontdekken van wij Vanaf 4 jaar ontwikkeling intern geweten Initiatief nemen maar ook bang zijn Emoties vanuit egocentrisch standpunt (inleven pas vanaf 6 jaar ) Weet wel wat sociaal gewenst is maar kan emoties nog niet altijd beheersen Impulsief (geen consequenties overzien) Realiteit en fantasie lopen door elkaar Beginnend samenspel, ontstaan van vrienden Hulpvraagtype: Initiatief Geremdheid
5: Realiteitsbewustwording (7-12 jaar) Ontdekken dat je zelf zaken kan gaan bepalen, realiseren Vaardigheden worden vergroot Meer zelfvertrouwen, eigenwaarde, frustratietolerantie Maar ook bang om te falen, onzekerheid en sociale angst Interesse en belangstelling voor omgeving Geïnternaliseerd geweten Oorzaak-gevolg denken Kan vriendschappen sluiten /samenwerken Hulpvraagtype: Zelfvertrouwen Minderwaardigheid
Casus Max Jongen 24 jaar met ASS en bovengemiddeld IQ (VIQ: 127, PIQ: 100) Vanaf 12 e jaar diverse malen opgenomen Behandelingen gericht op ontwikkeling van vaardigheden, eigen verantwoordelijkheid, zelfstandigheid Forse agressie doorbraken en risico op maatschappelijke teloorgang, verkeerde circuit, psychotische decompensatie Diverse keren geplaatst met gedwongen kader, intensieve begeleiding, hoge mate van structuur en restrictie (sedatie en separatie) Hulpvraag Max: Ik wil zelfstandig wonen in Amsterdam, een vriendin en een betaalde baan in de ICT.
Casus Max Max laat een stoere joviale houding zien en is volgens ouders volop aan het puberen. Hij heeft vaak conflicten met zijn ouders en begeleiders, is niet voor rede vatbaar. Hij wil zijn eigen gang kunnen gaan en houdt zich niet aan de afspraken. Hij heeft een grote mond maar komt ook onzeker over en laat faalangst zien als hij iets moet doen wat hij moeilijk vindt. Max is snel gefrustreerd als iets hem niet lukt/ niet gaat zoals hij wil en uit dit met verbale en/ of fysieke agressie. Max zoekt contact met zijn leeftijdgenoten. Hij wil er graag bij horen, imiteert het gedrag van andere pubers in zijn manier van kleden, zijn stoere houding, taalgebruik. In de interactie met anderen slaat hij echter vaak de plank mis en komt hierbij geregeld in de problemen. Max is op zoek naar spanning en sensatie en dit in combinatie met zijn naïviteit maakt dat hij vaak in aanraking komt met jongens in het drugscircuit. Max geeft hen desgevraagd geld of steelt dit. Max is twee keer betrokken geweest bij een incident waar hij seksueel grensoverschrijdend gedrag liet zien. Hierbij is niet altijd duidelijk in hoeverre verhalen die Max vertelt ook waar zijn. Max weet dat dit niet mag; hij handelt impulsief, heeft beperkt zicht op zijn eigen aandeel en legt de schuld buiten zichzelf. Op de afdeling zien we dat Max er van geniet samen fysieke activiteiten te ondernemen. Hij zoekt hierbij voortdurend begeleiding op, hangt vaak letterlijk aan hen en kan moeilijk alleen zijn. Ook vindt hij het heerlijk te schommelen of in een warm bad te liggen.
Vragen Welke fasen van emotionele ontwikkeling herken je? Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Welke fase lijkt het meest dominant aanwezig?
Max laat een stoere joviale houding zien en is volgens ouders volop aan het puberen. Hij heeft vaak conflicten met zijn ouders en begeleiders, is niet voor rede vatbaar. Hij wil zijn eigen gang kunnen gaan, houdt zich niet aan de afspraken. Hij heeft een grote mond, maar komt ook onzeker over en laat faalangst zien als hij iets moet doen wat hij moeilijk vindt. Max is snel gefrustreerd als iets hem niet lukt/ niet gaat zoals hij wil en uit dit met verbale en/ of fysieke agressie. Max zoekt contact met zijn leeftijdgenoten. Hij wil er graag bij horen, imiteert het gedrag van andere pubers in zijn manier van kleden, zijn stoere houding, taalgebruik. In de interactie met anderen slaat hij echter vaak de plank mis en komt hierbij geregeld in de problemen. Max is op zoek naar spanning en sensatie en dit in combinatie met zijn naïviteit maakt dat hij vaak in aanraking komt met jongens in het drugscircuit. Max geeft hen desgevraagd geld of steelt dit. Max is twee keer betrokken geweest bij een incident waar hij seksueel grensoverschrijdend gedrag liet zien. Hierbij is niet altijd duidelijk in hoeverre verhalen die Max vertelt ook waar zijn. Max weet dat dit niet mag; hij handelt impulsief, heeft beperkt zicht op zijn eigen aandeel en legt de schuld buiten zichzelf. Op de afdeling zien we dat Max er van geniet samen fysieke activiteiten te ondernemen. Hij zoekt hierbij voortdurend begeleiding op, hangt vaak letterlijk aan hen en kan moeilijk alleen zijn. Ook vindt hij het heerlijk te schommelen of in een warm bad te liggen.
Bejegening Centraal staat de behoefte aan autonomie zelf willen bepalen (fase 3) Lijkt pubergedrag maar komt voort uit een beperkte emotionele ontwikkeling Puber: loslaten, verantwoordelijkheid geven, vertrouwen discussies aangaan Peuterpuberteit: duidelijke benadering, onderhandelen binnen gestelde grenzen en beschermen tegen risicovolle situaties Behandeling dus niet richten op uitbreiden van verantwoordelijkheid maar aansluiten bij emotionele ontwikkelingsleeftijd Bij stress: terugval fase 2 en 1
Bejegening Nabijheid, sturing en duidelijkheid zijn nodig in een soort van vanzelfsprekendheid dat hij het nauwelijks merkt Vertrouwen is van belang, er (onvoorwaardelijk) zijn voor hem: Max moet weten dat hij op je terug kan vallen Bieden van Ongevraagde Positieve Aandacht (OPA) Doe activiteiten samen met de nadruk op de relatie en niet de prestatie Biedt fysieke activiteiten aan bij spanning en onrust samen doen en niet praten over (inzicht) Creëer een omgeving waar Max nauwelijks kan falen en geef hem complimenten Maak Max belangrijk door hem jou mee te laten helpen bij klusjes Stimuleer de zelfstandigheid van Max en let er op niet te veel gaan zorgen voor en overnemen van maar betrek Max door hem uit te nodigen, vragen te stellen, te ondersteunen
Bejegening Neem de leiding maar wel met tact. Te veel betuttelen werkt averechts anderzijds heeft hij bescherming nodig voor verkeerde invloeden Biedt een veilig kader waarbinnen bij ruimte krijgt voor eigen keuzes en op stap kan gaan Wees duidelijk in wat wel of niet kan/mag. Geef niet te veel uitleg, ga niet preken en voorkom dat je in de strijd komt Gebruik ruimte om te onderhandelen en ga niet steeds de confrontatie aan; het is balanceren tussen duidelijkheid bieden en flexibel zijn. De kunst is het zo te verpakken dat Max hij wel het gevoel heeft dat hij zelf ruimte heeft om mee te kunnen beslissen/invloed uit te kunnen oefenen Reageer nuchter op conflicten. Het heeft geen zin Max te confronteren met zijn gedrag. Hij is nog niet in staat zelf oplossingen/alternatieven te zoeken. Help hem problemen oplossen, biedt een alternatief of leidt Max af Verwacht van Max geen empathie maar stel duidelijke grenzen en geef aan wat je van hem verwacht Voorkom zoveel mogelijk dat Max in de problemen raakt Til niet te zwaar aan verzonnen verhalen
Emotionele behoeften en aandachtspunten bejegening Eerste Adaptiefase (0-6 maanden) Regulatie fysiologische behoeften, integratie van sensorische prikkels, structuur van plaats, tijd persoon en activiteit, constantheid in de omgeving en stimulatie hechtingsgedrag Totaal afhankelijk van de omgeving Prikkelregulering Evenwicht in- en ontspanning Eenvoudige structuur van ruimte, tijd, personen en activiteiten Vast ritme/rituelen Nabijheid, individuele benadering Weinig verantwoordelijkheid of confrontatie (lage EE) Niet straffen/belonen
Emotionele behoeften en aandachtspunten bejegening Eerste Socialisatiefase (6-18mnd) Lichamelijk contact, hechtingspersoon, hechting, sociale stimulatie, veiligheid, omgaan met materiaal Balans afstand en nabijheid Te betrouwenrelatie (ben jij betrouwbaar?); rots in de branding zijn Samen doen, ontdekken (beginnende exploratie) Voorspelbaarheid: structuur en veiligheid Begrenzing en actief ingrijpen Hulp bieden, verantwoordelijkheid op je nemen
Emotionele behoeften en aandachtspunten bejegening Eerste individuatiefase (18-36 mnd) Afstand in contact, bevestiging graad van autonomie, beloning van sociaal gedrag Houvast biedende benadering/vertrouwensrelatie Duidelijke ik- boodschappen Gedoseerde verantwoordelijkheid Ruimte voor lukken en mislukken Evenwicht zelfbepaling grenzen Kunst is om eigen wil in banen te leiden (afleiden) Valkuil machtsstrijd Intern geweten is nog maar beperkt ontwikkeld Client is nog niet in staat zelf alternatieven/oplossingen te zoeken (samen doen). Dus ook niet teveel confronteren met gedrag
Emotionele behoeften en aandachtspunten bejegening Eerste Identificatiefase (3-7 jaar) Identificatiefiguur, sociale acceptatie, sociale competentie Individuele benadering tijdens stress momenten Aanwezigheid en begeleiding (correcties) blijven nodig Stimuleren tot zelf doen, uitbreiden van Stimuleren eigen verantwoordelijkheid
Emotionele behoeften en aandachtspunten bejegening Realiteitsbewustwording (7 12 jaar) Erkenning eigen prestaties, volwaardigheid, productiviteit en creativiteit in het omgaan met de materiele wereld en vaste regels in sociaal gedrag Beschikbaar zijn op momenten dat het anders gaat dan normaal/ vangnet zijn bij stress! Stimuleren en verantwoordelijkheid geven Voorwaardenscheppend en op afstand, hulp bij keuzes Opdoen positieve leerervaringen
Literatuur Boerhave, M., & Koster, M. (2008). Sociaal-emotionele ontwikkeling: Omschrijving fasen en bijbehorende begeleidingsstijl. Amsterdam: Cordaan/Amsta. Bruijn, J. de, Vonk, J., Broek, A. van den & Twint, B. (red.) (2017). Handboek emotionele ontwikkeling & verstandelijke beperking. Amsterdam: Boom. Vonk, J., & Hosmar, A. (2009). Emotionele ontwikkeling bij mensen met een beperking. Een denk- en handelingskader voor de praktijk. Leuven: Acco. Vonk, J., & Hosmar, A. (2009). Emotionele ontwikkeling bij mensen met een beperking. Een denk- en handelingskader voor de praktijk. Leuven: Acco. Vughts- de Groot, B. (2009). Werken met ontwikkelingsleeftijden. Afstemmen op mensen met een verstandelijke beperking. Baarn: Nelissen. Zaal, S., Boerhave, M., & Koster, M. (2008). Sociaal-emotionele ontwikkeling: Omschrijving fasen en bijbehorende begeleidingsstijl. Amsterdam: Cordaan/Amsta.
Diagnostiek Groot, R. de (2011). SEO-R kleurenprofiel Revised. Handleiding. Doetinchem: Graviant. Hoekman, J., Miedema, A.L., Otten, B.R., & Gielen, J.J.M. (2007). Experimentele schaal voor de onderkenning van het sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau (ESSEON). Handleiding en verantwoording. Leiden: PITS. Morisse, F., & Došen, A. (red.) (2016). SEO-R². Schaal voor Emotionele Ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking Revised². Antwerpen/Apeldoorn: Garant.