NORMSTELLING IONISERENDE STRALING UIT BOUWMATERIALEN BEZIEN VANUIT DE PRAKTIJK synthese tussen milieu, bouwen en wonen Betonvereniging c l u Ir Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving CROW Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek
m Postbus 411 2800 AK Gouda Betonvereniging Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving Postbus 420 2800 AK Gouda Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Wateren Wegenbouw en de Verkeerstechniek Postbus 37 6710 BA Ede 91-12 NORMSTELLING IONISERENDE STRALING UIT BOUWMATERIALEN BEZIEN VANUIT DE PRAKTIJK Synthese tussen milieu, bouwen en wonen
INHOUD VOORWOORD iii 1. INLEIDING 1 2. BELEID 2 2.1. Stralingsbeleid 2 2.2. Nationaal Milieubeleidsplan/afvalstoffenbeleid 5 2.3. Europees vrij-handelsverkeer 6 2.4. Bouwstoffenvoorziening/ontgrondingen 6 2.5. Andere beleidslijnen 7 3. EFFECTEN VAN NORMSTELLING STRALING VANUIT BOUWMATERIALEN OP REALISATIE ANDERE BELEIDSDOELSTELLINGEN. 8 3.1. Effecten op realisatie Nationaal Milieubeleidsplan/afvalstoffenbeleid 8 3.2. Europees vrij-handelsverkeer 10 3.3. Bouwstoffenvoorziening/ontgrondingen 11 4. REDENEN TOT AANPASSING UITWERKING STRALINGSBELEID MET BETREKKING TOT BOUWMATERIALEN 13 4.1. Lineaire dosis-effectrelatie 13 4.2. Bijdrage wonen 14 4.3. Nieuwe gegevens 15 4.4. Onnauwkeurigheid meting 15 4.5. Meetmethoden 15 5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 17 Bijlage 1. Begrippenlijst 20 Bijlage 2. Antwoord Commissie van Europese Gemeenschap 24
VOORWOORD In het milieubeleid wordt meer en meer aandacht besteed aan de gevolgen van ons handelen op het ons omringende milieu. Het rapport "Zorgen voor Morgen" van het RIVM heeft de discussie daartoe nadrukkelijk losgemaakt. Het onlangs verschenen rapport ("Zorgen voor Morgen II") geeft aan dat er nog steeds sprake is van een dringende noodzaak de problemen aan te pakken, leder uitstel betekent dat er ernstige schade aan het milieu wordt toegebracht. Ook de bouwnijverheid is van mening dat er veel aandacht moet worden besteed aan een duurzame ontwikkeling van ons milieu. De bouw is ervan overtuigd dat ook zij daar een bijdrage aan moet leveren. De bouw vindt ook dat er oplossingen moeten worden gevonden die in de praktijk uitvoerbaar zijn. N Vandaar dat de Betonvereniging, de Stichting CUR en de Stichting CROW medio 1990 zich hebben ingezet voor het opstellen van een alternatief van het toenmalige Concept Voorontwerp Bouwstoffenbesluit. Dit alternatief was er met name op gericht, een in de praktijk hanteerbare regelgeving te helpen tot stand te brengen. In het begin van dit jaar werden beleidsvoornemens geformuleerd inzake toelaatbare straling uit bouwmaterialen. De bouw is van mening dat de voorgestelde regelgeving onbeheersbaar en bovendien ver boven grenswaarden ligt die kunnen worden afgeleid uit het principe van stand-still. Daarom heeft de bouw andermaal zich ingezet voor de formulering van meer realistische uitgangspunten. Het is echter gebleken dat er nog zeer veel lacunes zijn in de beschikbare kennis om tot een concreet eenduidig voorstel voor een gefundeerd oordeel over acceptatie van grenswaarden te komen. Ons voorstel is uitgewerkt op basis van de huidige beschikbare kennis, waarbij maximaal gebruik is gemaakt van de beschikbare schaarse expertise. Daarbij zijn naast het milieuhygiënische aspect ook de sociaal-economische gevolgen in beschouwing genomen. In deze notitie wordt verder ingegaan op een aantal ernstige problemen die door het door de overheid voorgestelde beleid zullen ontstaan.
Aan het totstandkomen van deze notitie, en het verklarend rapport "Enige aspecten met betrekking tot de stralingsbelasting door bouwmaterialen" waarin de achtergronden zijn toegelicht, hebben een groot aantal personen op persoonlijke titel hun medewerking verleend. De resultaten van de bevindingen werden voorgelegd aan een werkgroep. Die werkgroep bestond uit de volgende personen: Ir. G.B. Meijer, voorzitter Ir. D. Stoelhorst, secretaris Ir. F. Stibbe Dr.ir. H.B. Kal Dr. W. van Loo Prof.dr. R. Braams Prof. Ir. P. Mostert Ing. H.W. Hoeksema Drs. J.G. Ackers Dr.ir. Ch.F. Hendriks Ir. J. Stuip Prof.dr. J.M.J.M. Bijen Ir. E. Beuving De Betonvereniging, de Stichting CUR en de Stichting CROW is aan diegenen die hebben meegewerkt aan de totstandkoming var- deze rapportage veel dank verschuldigd. Gouda, november 1991 Namens Bestuur Betonvereniging Ir. H.J.C. Oud, voorzitter Namens Bestuur Stichting CUR Ir. J.J.M. Veraart, voorzitter Namens Bestuur Stichting CROW Ir. J.C. Slagter, voorzitter
1. INLEIDING Naar aanleiding van de in maart 1990 verschenen nota "Omgaan met risico's van straling" (1990) is een commissie van het Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving (CUR), de Stichting Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW) en de Betonvereniging samengesteld. Deze commissie heeft de nota, alsmede het door een ambtelijke projectgroep van het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer opgestelde advies over het toelaatbare stralingsniveau in woningen en daarmee vergelijkbare gebouwen ten gevolge van het voorkomen van natuurlijke radioactiviteit in de toegepaste materialen "Straling vanuit bouwmaterialen - normen voor beton" (1989) bestudeerd. Tevens heeft de commissie daarbij het rapport "Normstelling ioniserende straling voor bouwprodukten" in ogenschouw genomen, opgesteld in het kader van het RENA programma, waarin een normstelling voor andere materialen dan voor beton wordt gepresenteerd. Vervolgens heeft de commissie de consequenties van de voorgestelde normstelling geëvalueerd voor respectievelijk de realisatie van nationale milieubeleidsplannen, het beleid van de Europese Gemeenschap met betrekking tot het vrij-handelsverkeer en het Nederlandse beleid aangaande de grondstoffenvoorziening en ontgrondingen. Deze evaluatie was aanleiding om wijzigingen voor te stellen in de door ambtelijke projectgroep uitgewerkte normgeving voor bouwmaterialen. Een lijst van verklaringen van de in dit rapport gebruikte begrippen is toegevoegd als bijlage 1.