Inspectierapport Project A590. Tillen in de industrie

Vergelijkbare documenten
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

projectverslag Textiel 2002 A523

LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999

Inspectierapport A624

Meta(al)morfose Inspecties op het gebied van machineveiligheid, geluid en arbobeleid in de metaalindustrie

Machineveiligheid 2004 Inspectieproject in de Voeding- en Genotmiddelen en de Metaalsector op het gebied van machineveiligheid.

PROJECTVERSLAG Inspectieproject fysieke belasting en veiligheid in convenantsectoren van de voedings- en genotmiddelenindustrie A 725

VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ METSELAARS

ARBEIDSINSPECTIE MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Eindverslag project aardolie, chemie, kunststof en rubber (ACKR) 2001 Projectnummer A465

Inspectieverslag project lichamelijke belasting en geluid in de voeding- en genotmiddelensector

Eindverslag inspectieproject OPS 2001 A491

PROJECTNUMMER: A439 EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT BROODBAKKERIJEN

Campagne Tillen in de industrie 2003

VERSLAG INSPECTIEPROJECT TECHNISCHE GROOTHANDEL (A501) ARBEIDSINSPECTIE. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN

Projectverslag. Garagebedrijven Project A660

Eindverslag Opslag Ammoniumnitraat

Projectverslag Metaal 1999-A208 BIK 27 t/m 30, 34 en 352 t/m 355

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004

Projectverslag Leerindustrie

Projectverslag. Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004

DE OPDRACHTGEVER IN HET BOUWPROCES

Inspecties in de Metaalproductenindustrie 2014

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, en.

Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg 2003 A575 Looptijd van: van 1 maart 2003 tot en met 31 augustus 2003

Kinder- en Jeugdarbeid 2006 Vakantiewerk & bijbaantjes. (tussenrapportage)

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker

Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Tillen

VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ STRATENMAKERS

EVALUATIEVERSLAG. LANDELIJK INSPECTIEPROJECT THUISWERK IN DE GRAFISCHE INDUSTRIE TEXTIEL INDUSTRIE METAALPRODUKTEN INDUSTRIE

Transportmiddelen 2013

Voorlichting, onderricht & Toezicht

Vakantiewerk Colofon:

Projectrapportage Kwarts in de bouw 2007

EVALUATIERAPPORTAGE STOFKAMACTIE BOUW

Projectverslag Schoenbedrijven

PROJECT Legionella Binnenvaart 2000 A412

Colofon. Arbeidsinspectie, Den Haag, mei Afdeling Persvoorlichting, Looptijd project januari 2005 januari 2006.

Inspectie naar naleving Arbowet en aandacht arbeidsomstandigheden in de Bijzondere Zorg

7. Tillen en Dragen. Tillen en Dragen. Fysieke belasting. Het arbothemablad Tillen en Dragen is onderdeel van de Arbocatalogus Tuincentra.

In het project zijn verder de volgende inspectiepunten meegenomen: -verdrinkingsgevaar, -instructie, -persoonlijke beschermingsmiddelen en -werkdruk

Arbo-inspecties in actieplanbedrijven Inspectierapportage bij bedrijven met een verhoogd risico op ongevallen

PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT SOCIALE WERKVOORZIENING. 20 november 2006

Werkplekinrichting (aangepast aan Arbowet 1 januari 2007)

Rapportage inspectieproject A634

PROJECTVERSLAG MONITORPROJECT UNIVERSITEITEN A796

PROJECT HORECA-DISCOTHEKEN

Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven Project A860

Geachte., Deze overtredingen worden hieronder nader toegelicht: Psychosociale arbeidsbelasting: Werkdruk:

Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein

Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 van 1 juli 2005 t/m 28 februari 2006 A715

Projectrapportage KASSAWERKPLEKKEN 2003

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en.

Inspectierapport. Autowas- en autopoetsbedrijven

Eindverslag. Project Onderhoudsstops Projectnummer: A448

Projectverslag. Agressie en Geweld Detailhandel 2003

Heeft u een klacht? Meld het bij de Arbeidsinspectie

Arbeidsomstandighedenbeleid

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007

Verslag inspecties Sociale werkvoorziening

Projectverslag A600 Inspectie Kernenergiewet 2003 Radioactieve bronnen in metaalanalyse-apparatuur

Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Hand-armtaken (HARM)

Dit zijn overtredingen van artikel 5 lid 1 (RI&E) en artikel 5 lid 3 (PvA) van de arbeidsomstandighedenwet.

VERSLAG INSPECTIES PROJECT SOCIALE WERKVOORZIENING (A866)

VERSLAG INSPECTIES PROJECT WERKEN MET GEDETINEERDEN (A843)

Risico-inventarisatie & evaluatie

Inspectierapport Visverwerkende industrie en Visgroothandel. Inspectieresultaten op het gebied van arbeidsomstandigheden

Factsheet Scheepsbouw 2013

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gezond & veilig werken in kleinschalige zorgvoorzieningen dát maakt zorg beter

Factsheet Metaalproductenindustrie 2011

Tillen. Tips voor werknemers voor veilig tillen

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Arbeidsinspectie. Projectverslag. Vakantiewerk 2001

Basisinspectiemodule

Arbeidsrisico s in de uitgeverijsector

Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie

Projectverslag. Vakantiewerk 2002

Samenvatting Projectplan CHEMIE 2005 A 710

Discriminatie en ander ongewenst gedrag. Presentatie team Arbeidsdiscriminatie

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsinspectie

Voorwoord: status model RI&E SW

Fysieke belasting: Duwen en trekken

PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT PRAKTIJKLOKALEN METAALTECHNIEK

Rapportage inspectieproject A643 Inspecties naar de (mobiele) toepassing van röntgenstraling in de veterinaire praktijk

ARBOCONVENANT SUIKERVERWERKENDE INDUSTRIE EN SUIKERWERK- EN CHOCOLADEVERWERKENDE INDUSTRIE. inzake RSI, Werkdruk en Vroegtijdige reïntegratie

PROJECTVERSLAG. Inspectieproject Callcenters 2001 / 2002, A502 / A521

Agressie en geweld in de publieke sector

Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten

Garages in beeld. Naleving van de Arbowet in werkplaatsen voor gemotoriseerde vervoersmiddelen

Inspecties in de groothandels metaal en metaalproducten

Inspectierapport Glastuinbouw A545

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsinspectie

Op donderdag 18 september 2014 hebben wij, de heer 10.2.E. Er is tijdens dat bezoek gesproken met de heer 10.2.E

INSPECTIEPROJECT LOONWERKERS 2005

Projectverslag A533 Inspectie Kernenergiewet 2002 Dierenartsen

Inspectierapport Gastouderbureau Limburg "Joekie" (GOB) Nachtegaalstraat BP GELEEN Registratienummer

Colofon: Arbeidsinspectie, Den Haag Projectnummer Status projectrapportage Inspectieonderwerpen AI-bedrijfstakdirectie Landelijk Projectleider

Transcriptie:

Inspectierapport Project A590 Tillen in de industrie Uitvoeringsperiode: april t/m juni 2003 Contactpersoon: Mw. Y.A.J. Montforts Tel. 0475-356603 Den Haag, 23 mei 2004

Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1. Aanleiding en doel van het project... 5 1.1 Strategie... 5 1.2 Doelstellingen van het project... 5 2. Omvang van het project... 6 2.1 Werkterrein/BIK s... 6 2.2 Looptijd en aantallen bezoeken... 7 3. Globale opzet van het project... 8 3.1 Globale opzet... 8 3.2 Inspectiepunten... 8 3.3 Monitor... 9 3.4 Publiciteit rondom het project... 9 4. Inspectie- en monitorresultaten... 11 5. Conclusies... 16 2

Samenvatting De directie Industrie van de Arbeidsinspectie heeft zich tot doel gesteld om de belangrijkste veroorzakers van arbeidsuitval (ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid) aan te pakken. In de maanden april tot en met juni 2003 werd een groot inspectieproject uitgevoerd gericht op fysieke belasting en wel in het bijzonder op het onderwerp tillen. Met het project is beoogd: een extra impuls te geven aan een verbetering van de arbeidsomstandigheden (m.n. fysieke belasting) in de industrie; door de massaliteit van de inspecties, uit te voeren binnen een beperkte tijdsperiode, de aandacht van de branche en hun organisaties van werkgevers en werknemers te vestigen op de problematiek en daarmee initiatieven te ontlokken, het zogenoemde dynamiserende effect; door middel van media-activiteiten het publiek bewust te maken van de risico s van fysieke belasting en de negatieve effecten daarvan op ziekteverzuim en WAOinstroom. In totaal zijn 868 bedrijven bezocht waarvan 187 behorend tot de voedings- en genotmiddelenindustrie, 614 uit de metaal(produkten)industrie en 67 uit andere sectoren. De inspectiebezoeken hebben zich geconcentreerd op bedrijven met tussen de 5 en 100 werknemers die na 1998 niet meer door de Arbeidsinspectie zijn bezocht in het kader van inspectieprojecten. De belangrijkste conclusie van dit inspectieproject is dat tenminste één op de zes bezochte bedrijven onvoldoende maatregelen heeft getroffen om het risicovol tillen op de werkplek te voorkomen of beperken. Bij 146 van de 868 geïnspecteerde bedrijven bleek sprake van fysieke overbelasting. Vooral bedrijven in de voedings- en genotmiddelenindustrie scoorden slecht. In bijna 40% van de bezochte bedrijven in deze sector (70 van de 187) is gehandhaafd op het onderwerp tillen. De bovenstaande conclusies zijn hoofdzakelijk gebaseerd op die situaties waar de inspecteur zag dat er daadwerkelijk getild werd. Dit betekent dat het aantal risicovolle tilsituaties in de praktijk naar verwachting hoger zal liggen. Eén op de vijf ondernemingen blijkt in overtreding te zijn wanneer ook de andere categorieën van overtredingen in de beschouwing worden betrokken (RI&E, machineveiligheid). Bij 185 van de 868 bezochte bedrijven werd namelijk een handhavingstraject gestart. In totaal zijn bij deze 185 bedrijven 306 overtredingen geconstateerd. In een aantal bedrijven is dus méér dan 1 overtreding geconstateerd. De overtredingen hebben geleid tot 204 waarschuwingen, 71 eisen tot wetsnaleving, 22 boeterapporten en 9 stilleggingen. De situaties waarin het werk werd stil gelegd hadden alle betrekking op machineveiligheid. Vervolgacties op dit project zullen bestaan uit: het informeren van werkgevers- en werknemersorganisaties van de geïnspecteerde branches over de projectresultaten. blijven inspecteren op dit onderwerp binnen de bedrijfstak Industrie. In de periode februari tot en met april 2004 wordt de metaalindustrie o.a. op dit onderwerp geïnspecteerd. In oktober 2004 start een omvangrijk project in de voedings- en 3

genotmiddelenindustrie. In beide projecten wordt op tillen in combinatie met duwen en trekken geïnspecteerd. Tevens wordt een meer uitgebreide inspectiemethodiek voor het vaststellen van risicovolle tilsituaties gehanteerd. 4

1. Aanleiding en doel van het project 1.1 Strategie De strategie van de bedrijfstakdirectie Industrie richt zich op de aanpak van de belangrijkste veroorzakers van arbeidsuitval (ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid). Fysieke belasting wordt als één van deze beschouwd. Voor het jaar 2003 was door de bedrijfstakdirectie besloten een bijzondere activiteit op te starten namelijk een groot inspectieproject gericht op fysieke belasting. Om het onderwerp praktisch hanteerbaar te maken is er een keuze gemaakt uit tillen, duwen en trekken, zitten en staan en repeterende handelingen/werkhouding. Vanwege het beschikbare instrumentarium en de mogelijkheden om handmatig tillen in de praktijk op te lossen, is gekozen het inspectieproject te richten op het onderwerp tillen. 1.2 Doelstellingen van het project Met dit omvangrijke inspectieproject is beoogd: een extra impuls te geven aan een verbetering van de arbeidsomstandigheden (m.n. fysieke belasting) in de industrie; door de massaliteit van de inspecties, uit te voeren binnen een beperkte tijdsperiode, de aandacht van de branche en hun organisaties van werkgevers en werknemers te vestigen op de problematiek en daarmee initiatieven te ontlokken, het zogenoemde dynamiserende effect; door middel van media-activiteiten het publiek bewust te maken van de risico s van fysieke belasting en de negatieve effecten daarvan op ziekteverzuim en WAOinstroom. Door op deze manier te werken een behoorlijke kans om als bedrijf geïnspecteerd te worden, publiciteit zoeken, branche-organisaties en arbodiensten actief betrekken - komt één thema hoog op de agenda van bedrijven en branche-organisaties te staan. Ook de niet bezochte bedrijven zullen een spin-off ervaren en dit moet leiden tot een verbetering van de arbeidsomstandigheden in de gehele bedrijfstak. Dit inspectieproject sluit hiermee nauw aan bij de huidige ontwikkeling van daadkracht zonder bureaucratie. 5

2. Omvang van het project 2.1 Bezochte bedrijven Handmatig tillen komt in alle bedrijfstakken binnen de industrie in meer of mindere mate voor. Op basis van de volgende criteria zijn de bedrijfstakken voor dit inspectieproject geselecteerd: fysieke belasting en dan meer specifiek handmatig tillen - is een knelpunt in de bedrijfstak. Overigens hoeft dit niet het belangrijkste knelpunt in de bedrijfstak te zijn. In de voedings- en genotmiddelenindustrie is bijvoorbeeld RSI veel nadrukkelijker in beeld. Dit knelpunt wordt op een andere wijze zoals via convenanten of specifieke inspectieprojecten opgepakt. Tilmomenten zijn definieerbaar en verbeteringen op het gebied van tillen zijn praktisch en economisch haalbaar in de bedrijfstak. Het onderwerp tillen heeft nog relatief weinig aandacht gehad in de inspectieprojecten in de bedrijfstak. Er zijn geen convenantsafspraken t.a.v. het onderwerp tillen met de bedrijfstak. Dit heeft geresulteerd in een steekproef met de volgende bedrijfstakken (uitgangspunt is de Bedrijfstakindeling Kamers van Koophandel BIK): BIK 15 vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken (excl. BIK 151 slachterijen en vleesverwerking en 155 vervaardiging van zuivelproducten ) BIK 30 vervaardiging van kantoormachines en computers BIK 31 vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden BIK 32 vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatie-apparaten en benodigdheden BIK 33 vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen e.d., precisie- en optische instrumenten en uurwerken Op basis van signalen uit de inspectiepraktijk zijn gedurende de looptijd van het project bedrijven uit de metaalindustrie aan de selectie toegevoegd. Het ging hierbij om bedrijven behorend tot BIK 28 vervaardiging van producten van metaal (geen machines en transportmiddelen) en 29 vervaardiging van machines en apparaten. Voor al deze sectoren blijkt uit verschillende bronnen, zoals de Arbobalans, de TNO-branche profielen en de sector-analyse WAO 1999 van Bureau AS/tri, dat het percentage werknemers dat regelmatig kracht gebruikt relatief hoog ligt. Die sectoren kennen ook een hoger dan gemiddelde kans op WAO-instroom in verband met ziekten van het bewegingsapparaat. Het project heeft zich gericht op bedrijven - met een werknemersaantal tussen de 5 en 100. Hiervoor is gekozen om meer gerichte conclusies te kunnen trekken dan wanneer alle grootteklassen in de steekproef vertegenwoordigd zouden zijn. Daarnaast is de ervaring dat bedrijven met meer dan 100 werknemers de arbeidsomstandigheden vaak beter geregeld hebben. In bedrijven met minder dan 5 werknemers zijn meer specifieke oplossingen noodzakelijk. Deze lenen zich minder voor een groot project als deze. - die na 1998 niet meer bezocht zijn door de Arbeidsinspectie in het kader van inspectieprojecten Arbo. 6

2.2 Looptijd en aantallen bezoeken Het project is gestart op 1 april 2003. Eind juni zijn de laatste inspectiebezoeken gebracht. In totaal zijn 868 bedrijven bezocht waarvan 614 in de metaal(produkten)industrie en 187 in de voedings- en genotmiddelenindustrie. Er zijn 67 bedrijven bezocht waarbij gedurende de inspectie bleek dat zij tot een andere sector behoorden dan op basis van de BIK-code die bekend was bij de Arbeidsinspectie. Tabel 1 geeft een overzicht van het aantal bezochte bedrijven per sector. Tabel 1 Aantal bezochte bedrijven per sector Sector Aantal bedrijven binnen de sector (5-100 werknemers) Aantal bezochte bedrijven % van totaal aantal bezochte bedrijven Voedings- en genotmiddelen 3.956 187 21 industrie (BIK 15) Metaal (BIK 28 en 29) 6.803 286 33 Metaalprodukten (BIK 30-33) 1.933 328 38 Overig - 67 8 Totaal 12.692 868 100 7

3. Globale opzet van het project 3.1 Globale opzet Aankondiging Aan alle bedrijven in de voedings- en genotmiddelenindustrie (BIK15) en de metaalproduktenindustrie (BIK 30 t/m 33) die voldeden aan de selectiecriteria is een aankondigingsbrief verzonden met een brochure die speciaal voor dit project is gemaakt. Gezien het korte tijdsbestek bleek het niet mogelijk deze brochure ook aan de bedrijven in de metaalindustrie (BIK 28 en 29) te sturen die tijdens het project als doelgroep is toegevoegd. Elke inspecteur had daarom voor deze bedrijven extra exemplaren van de brochure mee bij het 1 e inspectiebezoek. Inspectie Na het introductiegesprek waarin de inspecteur een toelichting heeft gegeven op het project, zijn de werkplekken geselecteerd waar mogelijk sprake was van tillen. De inspecteur heeft op deze werkplekken de tilwerkplek beoordeeld aan hand van elementen uit de NIOSHmethode 1. Met deze methode kan worden bepaald in hoeverre het regelmatig tillen van lasten een gezondheidsrisico betekent. Deze methode houdt niet alleen rekening met het gewicht van de te tillen last, maar ook met de houding die aangenomen wordt bij het verrichten van tilwerkzaamheden, de frequentie waarmee getild wordt en het gemak waarmee een voorwerp kan worden vastgepakt. Wanneer bleek dat tillen een probleem was op de onderzochte werkplek(ken), volgde nader onderzoek. Indien tillen geen probleem bleek te zijn op de werkplek(ken), werd de inspectie door de inspecteur afgerond en werd deze conclusie schriftelijk bevestigd. Naast de inspectie op het hoofdonderwerp van dit project heeft de inspecteur handhavend opgetreden wanneer bij rondgang door het bedrijf ernstige overtredingen (ernstig beboetbare feiten) zijn geconstateerd. 3.2 Inspectiepunten In dit project stond één onderwerp centraal: tillen. Alle inspectiepunten waren gerelateerd aan dit onderwerp. Voor de aanpak van problemen op het terrein van fysieke belasting als gevolg van tillen zijn o.a. de volgende artikelen van belang: Arbeidsomstandighedenwet 1998 Artikel 3, lid 1 sub a, b en c Artikel 5 Arbeidsomstandighedenbesluit Artikel 1.1, lid 4, a Artikel 5.1 Artikel 5.2 Artikel 5.3, lid 1 en 2 Artikel 5.5 Arbobeleid voeren (verplicht beleid fysieke belasting) Risico-inventarisatie en evaluatie Definitie fysieke belasting Richtlijn nr. 90/269/EEG Raad v/d Europese Gemeenschappen, van 29 mei 1990 Voorkomen gevaren bij fysieke belasting Beperken gevaren bij fysieke belasting en inventarisatie en evaluatie Voorlichting en onderricht 1 De NIOSH-methode is ontwikkeld door het National Institute for Occupational Safety and Health in de Verenigde Staten 8

Overig Interne instructie TILLEN d.d. januari 2003 AI-blad 29 Fysieke belasting bij het werk De inspecteur heeft gericht gezocht naar werkplekken waar getild werd. Door te observeren of navraag te doen is de frequentie van het tillen bepaald. Op basis van de NIOSH-methode kan vervolgens een verband worden bepaald tussen het aantal keren dat een voorwerp wordt getild en het gewicht dat dit voorwerp mag hebben om geen gezondheidsproblemen op te leveren. Dit wordt het maximaal aanvaardbare tilgewicht genoemd. Bij de bepaling hiervan is de inspecteur er van uitgegaan dat er verder volgens het boekje getild wordt: het voorwerp is binnen handbereik, boven kniehoogte, onder borsthoogte en ligt recht voor de persoon. Vervolgens is het feitelijke gewicht van de te tillen last vastgesteld. Misstand Er is sprake van een misstand wanneer feitelijk meer dan twee keer het maximaal aanvaardbare tilgewicht bij de van toepassing zijnde frequentie wordt getild. In dat geval is er een grote kans op blijvende gezondheidsschade. De inspecteur heeft, indien er sprake was van een misstand, een eis opgesteld. Dit betekent dat de aangetroffen situatie binnen een bepaalde termijn (meestal zes maanden) moet worden opgeheven. Knelpunt Indien er minder dan twee keer, maar meer dan het maximaal aanvaardbare tilgewicht getild werd, was er sprake van een knelpunt. Na het constateren van het knelpunt heeft de inspecteur beoordeeld of dit (voldoende) is opgenomen in de risico-inventarisatie en -evaluatie en zo ja, of deze risico s vertaald zijn in een plan van aanpak en of daarin termijnen zijn gesteld. Indien een door een gecertificeerde arbodienst getoetste risico-inventarisatie en evaluatie ontbrak, is een boete gegeven. Indien de risico-inventarisatie en evaluatie onvolledig bleek, volgde een waarschuwing. Dit betekent dat het bedrijf de problemen moet inventariseren en een plan van aanpak (met termijnen) moet opstellen om de problemen op te lossen. De inspectie werd beëindigd wanneer de last minder zwaar was dan het maximaal aanvaardbaar tilgewicht. Deze bedrijven bleven binnen de wettelijke eisen. 3.3 Monitor Om inzicht te krijgen in de werkplekken en werkzaamheden die zijn onderzocht en of daar sprake was van een risico op schadelijke tilsituaties, is door de inspecteur een korte vragenlijst bij elke inspectie ingevuld. 3.4 Promotie van het project Gezien de aard en de doelstellingen van het project zijn diverse activiteiten opgestart om het belang van het project en het onderwerp tillen onder de aandacht te brengen. Op 11 maart 2003 is er een informatiebijeenkomst voor arbodiensten georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst zijn zij geïnformeerd over de werkwijze van de Arbeidsinspectie bij de handhaving van het onderwerp tillen en de eisen die worden gesteld aan de beoordeling van het onderwerp in de risico-inventarisatie en -evaluatie. Van de in totaal 95 deelnemers aan deze bijeenkomst, waren er 65 afkomstig van 40 arbodiensten uit het gehele land. De werkgevers- en werknemersorganisaties hebben in maart 2003 een brief ontvangen waarin zij geïnformeerd zijn over dit project. 9

Met de branche begeleidingscommissie Koek en Snoep is gedurende het project overleg gevoerd. Bedrijven in BIK 1582 Banketfabrieken en vervaardiging van beschuit en biscuit, BIK 1584 Verwerking van cacaobonen en vervaardiging van chocolade en suikerwerk en 1585 Vervaardiging van deegwaren maakten deel uit van de steekproef toen bleek dat tillen een onderwerp was dat onder de werkingssfeer van het convenant was gebracht. De inspecteurs zijn hierover geïnformeerd. De branche is alsnog ingelicht over het project via een nieuwsbrief van de Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ). Op 23 april 2003 is een persbericht verschenen. Dit heeft geresulteerd in een artikel in drie landelijke dagbladen en tenminste één regionaal dagblad. Daarnaast zijn er twee radiointerviews gegeven. Een nieuwsbrief was voor geïnteresseerden (via e-mail) beschikbaar. Tijdens het project zijn drie nieuwsbrieven verschenen. In een vierde nieuwsbrief zullen de projectresultaten gepresenteerd worden. De nieuwsbrief is verspreid onder circa 75 externe relaties. Op de internetsite van de Arbeidsinspectie (www.arbeidsinspectie.nl) is een speciale projectpagina gemaakt. Deze gaf informatie over: - het project zelf; inhoudelijk, voortgang, nieuwsbrieven en persbericht - het onderwerp tillen - de NIOSH-methode - wetgeving - bedrijven met tilhulpmiddelen - ander interessante sites m.b.t. informatie over tillen. Ten slotte was de projectorganisatie rechtstreeks per e-mail te bereiken via campagneprojecttillen@minszw.nl. 10

4. Inspectie- en monitorresultaten Op 1 april 2003 zijn de inspecties gestart. Alle inspecteurs behorend tot de bedrijfstakdirectie Industrie hebben deelgenomen aan het project. In totaal zijn 868 bedrijven bezocht waarvan 21% in de voedings- en genotmiddelenindustrie, 71% in de metaal(produkten)industrie en 8% in andere sectoren. Na afloop van de inspectie kon naar 683 bedrijven een brief verzonden worden waarin de inspectie werd afgerond. In deze bedrijven bleek niet risicovol getild te worden of was tillen, indien dit een knelpunt bleek te zijn, voldoende beoordeeld in de risico-inventarisatie en -evaluatie en stonden maatregelen op stapel. Ook werden in deze ondernemingen geen overtredingen op andere terreinen geconstateerd. In 185 bedrijven is een handhavingstraject gestart. Dit is 21% van de in totaal 868 bezochte bedrijven. Met name in de voedings- en genotmiddelenindustrie zijn in relatief veel bedrijven overtredingen geconstateerd, namelijk in 81 (43%) van de 187 bezochte bedrijven. In de metaal(produkten)industrie lag dit aantal relatief lager (14%). In 87 van de 614 bezochte bedrijven zijn één of meer overtredingen geconstateerd. In figuur 1 zijn de inspectieresultaten samengevat. In totaal zijn 306 overtredingen geconstateerd bij 185 bedrijven. Dit betekent dat in een aantal bedrijven meer dan één overtreding is vastgesteld. Gemiddeld komt dit neer op 1,7 overtredingen per bedrijf. In totaal betreft het 204 waarschuwingen, 71 overtredingen verwerkt in eisen, 22 boeterapporten en 9 stilleggingen. De stilleggingen hadden allen betrekking op onveilige machines. In figuur 2 is de inzet van handhavingsinstrumenten uitgesplitst naar sector samengevat. Geïnspecteerde werklocaties De inspectiebezoeken hebben zich met name geconcentreerd op de productieafdeling al dan niet in combinatie met het magazijn. Het ging dan vooral om werkzaamheden als het aanvoeren en hanteren van onderdelen, het verplaatsen van gereed product en het inpakken en palletiseren van goederen. 11

Figuur 1 Resultaat inspectiebezoeken: totaal en per sector TOTAAL (868 bedrijven) 185; 21% Niet in orde In orde 683; 79% Voeding en genot (187 bedrijven) Metaal (286 bedrijven) 44; 15% 81; 43% 106; 57% 242; 85% Metaalprodukten (328 bedrijven) Overig (67 bedrijven) 43; 13% 17; 25% 51; 75% 284; 87% 12

Figuur 2 Inzet handhavingsinstrumenten per sector 100 80 60 40 20 0 55 83 66 39 16 10 5 2 5 8 2 4 3 4 4 0 eis waarschuwing boete stillegging Voeding Metaal Metaalprodukten Overig In dit project hebben de inspectie-activiteiten zich geconcentreerd op risicovolle tilsituaties. Dit wordt bevestigd in het overzicht van meest voorkomende overtredingen die zijn geconstateerd (zie figuur 3). Van de 306 overtredingen hadden er 184 betrekking op fysieke overbelasting als gevolg van tillen van lasten. Dit is 60% van alle overtredingen die in dit project aanleiding hebben gegeven tot handhavingsacties. Figuur 3 Verdeling geconstateerde overtredingen 47 75 rest (m.n. veiligheid) RI&E fysieke belasting 184 0 50 100 150 200 Resultaten per inspectieonderwerp. Tillen In één op de zes bezochte bedrijven (146) werden één of meerdere overtredingen met betrekking tot tillen geconstateerd. In 39 van deze bedrijven was er sprake van een misstand. De inspecteur heeft hier een eis gesteld. Een eis kan betrekking hebben op meerdere overtredingen. De aangetroffen situatie dient binnen een bepaalde termijn (meestal drie maanden) opgeheven te zijn. 13

In totaal zijn 184 overtredingen vastgesteld voor dit onderwerp. In totaal zijn 71 overtredingen in de genoemde 39 eisen verwerkt. Bij de overige overtredingen met betrekking tot tillen (113) was er sprake van een knelpunt. Bedrijven hebben hiervoor een waarschuwing op de risico-inventarisatie en evaluatie gekregen. Dit betekent dat het bedrijf de problemen moet inventariseren en een plan van aanpak moet opstellen om de problemen op te lossen. Tabel 2 geeft een overzicht van het aantal overtredingen met betrekking tot tillen per sector. Tabel 2 Geconstateerde overtredingen m.b.t. tillen Aantal overtredingen waarvan misstand waarvan knelpunt Aantal bedrijven Voeding en genot (BIK 15) 103 55 48 70 Metaal (BIK 28 en 29) 34 10 24 33 Metaalproduktenindustrie (BIK 30-33) 31 2 29 30 Overig 16 4 12 13 Totaal 184 71 113 146 Risico-inventarisatie en -evaluatie In 60 bedrijven waar tillen een risico bleek te zijn, is gehandhaafd op de risico-inventarisatie en evaluatie (zie tabel 3). Dit heeft geleid tot 64 overtredingen. Het betrof hier met name het niet hebben van een complete risico-inventarisatie en evaluatie, inclusief een plan van aanpak. Eenderde van deze bedrijven bleek niet over een getoetste risico- inventarisatie en evaluatie te beschikken. Deze 20 bedrijven is een boete aangezegd. Tabel 3 Geconstateerde overtredingen m.b.t. de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) in bedrijven met risicovolle tilsituaties waarvan geen RI&E Aantal overtredingen Voeding en genot (BIK 15) 27 5 26 Metaal (BIK 28 en 29) 15 5 15 Metaalproduktenindustrie (BIK 30-33) 17 6 14 Overig 5 4 5 Totaal 64 20 60 Aantal bedrijven In elf bedrijven waar geen sprake was van een schadelijke tilsituatie bleek er na rondgang door het bedrijf vanwege andersoortige overtredingen aanleiding te zijn om naar de risicoinventarisatie en -evaluatie te vragen. Dit heeft geleid tot evenzoveel extra overtredingen op dit onderwerp (zie tabel 4). In twee bedrijven is een boete aangezegd vanwege het ontbreken van een getoetste risico-inventarisatie en -evaluatie. 14

Tabel 4 Geconstateerde overtredingen m.b.t. de risico-inventarisatie en evaluatie in bedrijven zonder risicovolle tilsituaties waarvan geen RI&E Aantal overtredingen Voeding en genot (BIK 15) 0 0 0 Metaal (BIK 28 en 29) 3 0 3 Metaalproduktenindustrie (BIK 30-33) 6 2 6 Overig 2 0 2 Totaal 11 2 11 Aantal bedrijven Overige overtredingen Tijdens de rondgang door het bedrijf was er in 29 bedrijven aanleiding voor de inspecteur om een waarschuwing te geven op andere zaken dan tillen. Dit heeft geleid tot 38 waarschuwingen. Deze hadden vooral betrekking op machineveiligheid en een veilige inrichting van de arbeidsplaats. In acht bedrijven trof de inspecteur werksituaties aan die dusdanig risicovol waren dat de werkzaamheden zijn stilgelegd. Het ging in totaal om negen overtredingen die betrekking hadden op onveilige machines en valgevaar. Totaaloverzicht Resumerend is in onderstaande tabel het verband tussen de geïnspecteerde onderwerpen en de ingezette handhavingsinstrumenten in beeld gebracht. Tabel 5 Ingezette handhavingsinstrumenten per inspectiepunt instrumenten inspectiepunten waarschuwin eis stilleggin boeterapp Totaal g g ort Fysieke belasting 113 71 184 RI&E 53 22 75 Overig (m.n. machineveiligheid en 38 9 47 veilige inrichting van de arbeidsplaats) Totaal 204 71 9 22 306 In tabel 6 is het aantal stilleggingen naar sector uitgesplitst. Tabel 6 Aantal stilleggingen per sector Aantal overtredingen Aantal bedrijven Voeding en genot (BIK 15) 2 2 Metaal (BIK 28 en 29) 4 4 Metaalproduktenindustrie (BIK 30-33) 3 2 Overig 0 0 Totaal 9 8 15

5. Conclusies In deze rapportage zijn de resultaten gepresenteerd van het inspectieproject tillen in de industrie. De conclusies zijn niet zondermeer van toepassing op de gehele branche. De inspectiebezoeken hebben zich namelijk geconcentreerd op bedrijven met een bedrijfsgrootte tussen 5 en 100 werknemers die na 1998 niet meer door de Arbeidsinspectie zijn bezocht. Dit betekent dat bedrijven waar in de afgelopen 5 jaar klachten en ongevallen hebben plaatsgevonden of die deel uit hebben gemaakt van een ander inspectieproject, op een uitzondering na, niet in de steekproef zijn opgenomen. De belangrijkste conclusies zijn: Tenminste één op de zes bezochte bedrijven heeft onvoldoende maatregelen getroffen om het risicovol tillen op de werkplek te voorkomen of beperken. In 39 bedrijven was sprake van een misstand. De tilsituatie was zó ernstig dat door middel van het stellen van een eis concrete maatregelen zijn afgedwongen om de tilsituatie te verbeteren. In de overige 107 bedrijven waar op het onderwerp tillen is gehandhaafd, waren de geconstateerde overtredingen van minder ernstige aard (knelpunt) en zijn één of meerdere waarschuwingen gegeven. Deze bedrijven moeten de tilproblematiek inventariseren en een plan van aanpak opstellen. Met name in de voedings- en genotmiddelenindustrie bleken risicovolle tilsituaties aanleiding tot handhaving. In deze sector bleek bijna 40% van de bezochte bedrijven onvoldoende maatregelen te hebben getroffen om tillen op de werkplek te voorkomen of beperken. De bovenstaande conclusies zijn met name gebaseerd op die situaties waar de inspecteur zag dat er daadwerkelijk getild werd. Dit betekent dat het aantal risicovolle tilsituaties in de praktijk hoger zal liggen dan als nu vastgesteld in dit project. De verwachting is dat door in de toekomstige projecten breder te kijken (observatie van werkplekken en meer navraag doen) handhaving op dit onderwerp hoger zal uitvallen. Vervolgacties Deze rapportage zal als basis dienen voor vervolgacties richting de geïnspecteerde branches om een verdere verbetering van de arbeidsomstandigheden te bereiken. Het rapport zal verspreid worden naar de werkgevers- en wernemersorganisaties van de geïnspecteerde (deel)sectoren. De resultaten geven aanleiding om in 2004 het onderwerp tillen opnieuw belangrijk onderdeel te laten zijn van een groot inspectieproject in de voedings- en genotmiddelenindustrie. Naast tillen, zal op de onderwerpen duwen en trekken en geluid geïnspecteerd worden. De branche-organisaties zullen nader geïnformeerd worden over de start van dit project. Ook in de metaalindustrie wordt wederom op tillen, nu in combinatie met duwen en trekken, geïnspecteerd. De inspectiebezoeken vinden plaats in de periode februari tot en met april 2004. De branche-organisaties zijn over de start van dit project geïnformeerd. In beide projecten wordt een meer uitgebreide inspectiemethodiek voor het vaststellen van risicovolle tilsituaties gehanteerd. 16

Ten aanzien van de doelstellingen van het project kan het volgende worden geconcludeerd: Het aantal zaken met handhaving is relatief laag. Dit is veroorzaakt doordat alleen op het onderwerp tillen werd geïnspecteerd en alleen naar de risico-inventarisatie & evaluatie is gevraagd wanneer er risicovolle tilsituaties werden gesignaleerd. Waar op tillen is gehandhaafd, was er ook daadwerkelijk een probleem. De doelstelling om een extra impuls te geven aan het voorkómen van fysieke overbelasting is niettemin maar gedeeltelijk gerealiseerd. Daarvoor is het aantal geconstateerde overtredingen, zeker in de metaalindustrie, te gering. De doelgroep bestond uit de voedings- en genotmiddelenindustrie, de metaalindustrie en de metaalproductenindustrie. Dit betekende een zeer gevarieerde steekproef. Voor het onderhouden van contacten met de branche en het inzichtelijk maken van de resultaten voor specifieke deelsectoren werkt dit remmend. Dit heeft realisatie van de tweede doelstelling, het genereren van een dynamiserend effect, in belangrijke mate geblokkeerd. Er zijn diverse activiteiten opgestart om het belang van het project en het onderwerp tillen onder de aandacht te brengen, zoals de projectpagina op de website van de Arbeidsinspectie, de nieuwsbrief en de voorlichtingsbijeenkomst voor de arbodiensten. Ook de landelijke publiciteit in de voorbereidingsfase is goed uit de verf gekomen. In hoeverre en in welke mate dit een positief effect heeft gehad op de derde doelstelling (bewustwording bij het brede publiek van de risico s van fysieke overbelasting) is zonder nader onderzoek echter niet vast te stellen. 17