Somatische stoornissen. Leereenheid. Vervolgopleiding tot Geriatrie Verpleegkundige

Vergelijkbare documenten
Inleiding in de Klinische Geriatrie. Leereenheid. Vervolgopleiding tot Geriatrie Verpleegkundige

Samenvatting leerstof Geriatrie opleiding

Klinisch Redeneren. Leereenheid. Verpleegkundige Vervolgopleidingen

Psychische stoornissen. Leereenheid. Vervolgopleiding tot Geriatrie Verpleegkundige

Dilemma s rondom actieve levensbeëindiging bij bejaarden. Paul Beuger, huisarts, Scenarts Jos Verkuyl, geriater

Lijst van redacteuren en auteurs 1. Woord vooraf 5

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Neuro palliatieve zorg. Leereenheid. Vervolgopleiding tot Neuro Verpleegkundige

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

1. Kennismaken kennismakingsspel 3 uur 2 uur 5 uur 2. Wegwijs in de Medische rondleiding ½ uur 1 uur 1½ uur

Klinisch geriatrieverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Inhoudsopgave basiswerk Geriatrie (niveau 4) Voorwoord. Redactionele verantwoording. Over de auteur

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

Scholingsbijeenkomst. Samen sterk in de zorg na een beroerte

De behandelaren van Archipel

Samenvatting voor niet-ingewijden

THEMA 1 Oriëntatie op de verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg

Multimorbiditeit & Klinisch redeneren. Karin Timm Hester Vermeulen

Definitie Onder polyfarmacie wordt in dit document verstaan: het gelijktijdig gebruik van 5 of meer verschillende geneesmiddelen.

VELE HANDEN. In kader van CVA. Chinette Verhagen, Physician Assistant neurologie

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.

Incontinentie bij kwetsbare ouderen. Zorg voor normale toiletgang

Inhoud. 10 Voorwoord 10

Thuis in Behandelen. Behandelcentrum. Vrijthof, Tiel.

Brondocument CGS project Opleiden in de ouderenzorg. Alle aios. Expert in ouderenzorg. Enkeling. Minimale basiskennis over ouderenzorg

Inhoud. Woord vooraf 9. Over de auteurs 11

Neurorevalidatie. Leereenheid. Vervolgopleiding tot Neuro Verpleegkundige

Verzorging & Verpleging

(Systematische) diabeteszorg voor kwetsbare ouderen

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot obstetrische en gynaecologische verpleegkundige

Herkennen van DEPRESSIE bij ouderen

Dementie bij VB, fysieke gevolgen. dementie, fysieke gevolgen. wat gebeurt bij veroudering 1. wat is veroudering

Pijn, pijnbeleving en behandeling bij kwetsbare ouderen. HHM Hegge, internist ouderengeneeskunde, UMCG NVFG Najaarscongres 2016

PROBLEEMINVENTARISATIE, ZORGBEHANDELPLAN EN FRADIE

Palliatieve zorg aan kwetsbare ouderen

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige

Gelet op artikel 8, tweede lid, onderdeel b, en zevende lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

Parkinsonismen Vereniging. Parkinson en Psychose

Informatiebrochure Geriatrisch dagziekenhuis De valkliniek

Pieter s Behandel Praktijk

Op weg naar veilige zorg met de veiligheidsthema s

De ouderdom komt met gebreken. over medische aspecten van het ouder worden

Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

De delirante patiënt van vergeetachtig tot verwardheid

Pieters Behandel Praktijk

Paramedische begeleiding bij Multiple Sclerose. Neurologie

Verslag: Workshop Pijn bij dementie: Je zult maar pijn hebben en het niet kunnen zeggen

Besluitvorming bij ouderen met kanker

MEVROUW DE JONG (72), KLANT SENSIRE WINTERSWIJK

Unit beschrijving: Extra leerresultaten

Cognitieve beperkingen & delier

Patiënteninformatie Lage luchtweginfecties

Paramedische begeleiding bij de ziekte van Parkinson. Neurologie

RSZK KempenVitaal. Regionale Stichting Zorgcentra de Kempen SAMEN ZORGEN WIJ VOOR ZORG

Chronisch Hartfalen. Wat is chronisch hartfalen?

Klinisch redeneren volgens het stappenplan

Oud, geriatrisch en ook nog kanker. Mariska Boer Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige Groene Hart Ziekenhuis Gouda

WAAR GERIATRIE EN PALLIATIEVE ZORG ELKAAR ONTMOETEN

Patiënten Informatie Dossier (PID) Cerebro Vasculair Accident (CVA) Onderdeel STROKE UNIT. CVA Stroke unit

Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION

Urologie Lastmeter Inleiding Hulpverleningsmogelijkheden

Multimorbiditeit bij de oudere patiënt. De grijze golf. Man, 80 jaar. Levensverwachting vanaf geboorte mannen vs vrouwen

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE

Paramedische begeleiding bij de ziekte van Parkinson. Neurologie

Ouderen en verslaving Dick van Etten Verpleegkundig Specialist GGZ Centrum Maliebaan

Parkinson en Psychoses

Op weg naar huis: samen revalideren in de keten. Revalidatie in de acute fase na een CVA in het Elkerliek ziekenhuis

Dienst geriatrie Interne liaison. Informatiebrochure voor de patiënt en de familie

Geschiedenis van de gehandicaptenzorg en voorzieningen. 3.3 Zorgprofielen voor mensen met een beperking

De ziekte van Parkinson. Ria Noordmans Margreeth Kooij

Integrale lichaamsmassage

Diagnose Parkinson, en dan? De brochure is bedoeld voor mensen waarbij de ziekte van Parkinson is vastgesteld.

Medische Publieksacademie

VERDIEPINGSSESSIE PLANETREE IEDEREEN WEET DAT HET NIETS KAN WORDEN ALS JE KOMT, ALLEEN JIJ WEET DIT NIET! JOEP KOCH JESSICA RUISBROEK

Kennis- en behandelcentrum

Geriatrisch assessment: altijd en bij iedereen?

De geriatrische patiënt op de SEH. SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie

Zorg om voeding bij dementie Droom en werkelijkheid. Monique Mertens Diëtist Orbis-thuis

De bruikbaarheid van geriatrisch assessments

Woord vooraf 1 2. Redactionele verantwoording 1 3. Redactie 1 7. Auteurs 1 8

Inhoud. 1 Oudere zorgvragers met een psychische stoornis 1

Hoe herken je pijn bij een cliënt? Rhodee van Herk

Opbouw praatje. Wat is dementie? Vormen van dementie Diagnose dementie Behandeling van dementie De verloop van dementie Conclusie

De handreiking samenwerking huisarts en specialist ouderengeneeskunde

Advies- en behandelcentrum. Logopedie. Communiceren op maat

Inhoud. 1 Zorgvragers met aandoeningen aan het bewegingsstelsel 1

Palliatieve zorg en Dementie verbinden. Jet van Esch Specialist ouderengeneeskunde

Screening op cognitieve en gedragsproblemen helpt bij het personaliseren van de ALS zorg. Carin Schröder 30 september ALS congres

Palliatieve Zorg. Marjolein Kolkman en Ingrid Kienstra. Verpleegkundigen Palliatieve Zorg

Nederlandse samenvatting

De heer NAviS (72), klant SeNSire WiNterSWijk

Masterclass DementieNet Vroege signalen dementie. Jan Oudenes 2017

INLEVEREN OP HET SECRETARIAAT VAN DE OPLEIDING

VERMOEIDHEID na een CVA

Mondverzorging bij de oudere patiënt

Van zorgen voor naar zorgen dat

Transcriptie:

Somatische stoornissen Leereenheid Vervolgopleiding tot Geriatrie Verpleegkundige Februari 2015

Leereenheid Somatische stoornissen VUmc Amstel Academie De Boelelaan 1109 1081 HV Amsterdam www.amstelacademie.nl Februari 2015 2

Somatische stoornissen Inhoudsopgave Leereenheid 1 Verantwoording 4 2 Leerdoelen 5 3 Overzicht van de leereenheid in schema 7 4 Uitwerking van de leeractiviteiten 8 3

Leereenheid 1 Verantwoording Dit is de derde leereenheid binnen de Vervolgopleiding tot Geriatrie Verpleegkundige. In leereenheid twee heeft de interactie tussen psychische en somatische klachten op de voorgrond gestaan. In deze leereenheid staan de somatische stoornissen op de voorgrond. Specifiek bij de oudere (geriatrische) patiënt wordt de complexiteit mede bepaald door de interactie van meerdere somatische aandoeningen. Veelal hebben deze aandoeningen een andere presentatie dan standaard in de literatuur beschreven wordt. Zo kan een geriatrische patiënt een hartinfarct doormaken zonder daarbij de bijhorende specifieke pijn klachten aan te geven, echter de patiënt kan wel erg verward zijn. In deze leereenheid verkrijgt u kennis en inzicht in de verschillende lichamelijke aandoeningen, waarbij de docenten aandacht zullen besteden aan de specificiteit van deze klachten, die gelden bij de geriatrische patiënt. Het doel is om uw klinische blik op dit gebied te ontwikkelen en met dit inzicht in de praktijk pro actief te kunnen handelen. Daarnaast is het ontwikkelen van professioneel handelen, communicatie met andere beroepsbeoefenaren, collega s en patiënten en verpleegkundig onderzoek onderdeel van deze leereenheid. Binnen deze leereenheid staan de rollen zorgverlener, regisseur en beroepsbeoefenaar centraal. Er wordt invulling gegeven aan de volgende competenties: technisch handelen; bewaken van vitale en andere fysiologische functies; bewaken van zorgprocessen; coördineren en organiseren van eigen werkzaamheden; begeleiden en voorlichten; werken met geavanceerde en medische apparatuur handelen in acute situaties; assisteren bij medische(be)handelingen; samenwerken in mono- en multidisciplinair verband; professionaliseren van eigen handelen; gebruiken van informatie- en communicatie technologie; meewerken aan kwaliteitsverbetering en deskundigheidsbevordering. 4

2 Leerdoelen Het leerproces in deze leereenheid is erop gericht dat u zelfstandig de verpleegkundige zorg kan verlenen aan en regisseren voor geriatrische patiënten. Hierbij staan de somatische stoornissen op de voorgrond, hoewel er tevens sprake kan zijn van een combinatie van psychische en somatische stoornissen. Bij deze patiënten wordt hoog complexe zorg geboden. Leerdoelen U kan voor een geriatrische patiënt: 1. het klinisch beeld uiteenzetten waarin de volgende aspecten worden betrokken: - mate van ziek zijn; - klachten en symptomen en typerende patronen; - (basis)parameters en typerende patronen; - invloed van de medische voorgeschiedenis op het klinisch beeld; - invloed van voorgeschreven medicatie op het klinisch beeld; - invloed van de leefwijze van de patiënt op het klinisch beeld; - urgentie en de ernst in relatie tot het tijdsbestek waarin het klinisch beeld is ontstaan; - differentiële diagnoses die passen bij dit klinisch beeld; 2. het kernprobleem bij het klinisch beeld/differentiële diagnose beredeneren vanuit: - de lichamelijke situatie van de patiënt; - de psychosociale situatie van de patiënt; - de activiteiten van het dagelijks leven van de patiënt; 3. het benodigd aanvullend onderzoek beredeneren om tot een diagnose te komen vanuit: - noodzaak en vraagstelling onderzoek; - verwachtingen en urgentie uitkomsten onderzoek; 4. de somatische, psychosociale en ADL interventies ordenen en beredeneren vanuit klinische overwegingen en kennis uit wetenschappelijke literatuur; 5. de ontwikkelingen van de ziekte en het zorgproces op de korte en lange termijn beredeneren; 6. een beschouwing geven op: - de patiëntveiligheid; - de kwaliteit van de zorg; - ethische dilemma s; 5

Leereenheid 7. een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg aan de patiënt en aan de actuele beroepsontwikkelingen door: - te participeren in (multidisciplinair)overleg; - te reflecteren op eigen functioneren in de individuele zorg en in samenwerkingsverbanden. 6

3 Overzicht van de leereenheid in schema Leeractiviteit werkvorm zelfstudie contact totale uur SBU 2. Farmacotherapie werkcollege 3 uur 2 uur 5 uur 3. Endocrinologie college 2 uur 2 uur 4 uur 4. Respiratoire aandoeningen college 2 uur 2 uur 4 uur 5. Anemie college 2 uur 1 uur 3 uur 6. Zuurstof balans myocard college 2 uur 1 uur 3 uur 7. Cardiovasculaire aandoeningen college 3 uur 3 uur 6 uur 8. Infectieziekten werkcollege 2 uur 2 uur 4 uur 9. Cerebrovasculaire college 3 uur 2 uur 5 uur aandoeningen 10. Parkinson college 2 uur 2 uur 4 uur 11. Communicatieproblemen bij werkcollege 2 uur 2 uur 4 uur ouderen 12. Slikstoornissen werkcollege 2 uur 1 uur 3 uur 13. Pijn en pijnbeleving werkcollege 3 uur 2 uur 5 uur 14. Zorg voor de uitscheiding werkcollege 2 uur 3 uur 5 uur 15. Ouderen en kanker werkcollege 2 uur 2 uur 4 uur 16. Mondhygiëne werkcollege 2 uur 2 uur 4 uur 17. Seksualiteit en intimiteit werkcollege 2 uur 2 uur 4 uur 18. Mobiliteitsstoornissen werkcollege 2 uur 2 uur 4 uur 7

Leereenheid 4 Uitwerking van de leeractiviteiten In dit hoofdstuk wordt uitleg gegeven over de leeractiviteiten welke in hoofdstuk 3 schematisch zijn weergegeven. Bij de leeractiviteiten staat vermeld welke rollen met bijbehorende competenties centraal staan. De leeractiviteiten hebben tot doel u voor te bereiden op het behalen van uw rollen en competenties in de praktijk. De voorbereidende opdrachten zijn een hulpmiddel om voor uzelf te toetsen of u in hoofdlijnen de literatuur heeft begrepen. In de leeractiviteit wordt vermeld welke voorbereidende opdrachten in de les worden behandeld. U wordt door de voorbereiding op de leeractiviteiten, het werken in werkgroepen of het volgen van (werk)colleges in de gelegenheid gesteld kennis en ervaring op te doen welke u in de praktijk toe kunt passen. 8

2. Farmacotherapie Het geneesmiddelgebruik neemt bij het ouder worden duidelijk toe. Chronische ziekten komen vaker voor, en veroudering gaat gepaard met functieverlies van vitale organen als hart, nieren, lever, longen en hersenen. Het functieverlies van bijvoorbeeld nieren en lever kan invloed hebben op de werking van medicatie. Om de kwaliteit van het leven zo lang mogelijk te handhaven op een aanvaardbaar niveau, is farmacotherapeutisch ingrijpen steeds vaker nodig naarmate de mens ouder wordt. Niet alleen neemt het percentage mensen dat chronisch geneesmiddelen gebruikt toe, maar ook het aantal verschillende geneesmiddelen per patiënt (ten gevolge van meerdere gelijktijdig optredende klachten). In de praktijk betekent dit dat de patiënt meerdere geneesmiddelen gebruikt waarbij de kans op interacties en bijwerkingen toeneemt, als er sprake is van vijf of meer geneesmiddelen spreken we van polyfarmacie. Tijdens de les bespreekt de docent met u wat belangrijk is bij voorschrijven, de werking en evalueren van medicatie bij ouderen. U werkt aan de competenties bewaken van vitale functies en andere fysiologische functies, begeleiden en voorlichten in de rol van zorgverlener en regisseur. de overwegingen benoemen die bij het voorschrijven van geneesmiddelen bij ouderen belangrijk zijn; de begrippen farmacokinetiek en farmacodynamiek van elkaar onderscheiden; het belang uitleggen van het begrip klaring of eliminatie van geneesmiddelen specifiek bij ouderen; de gevolgen die het begrip inappropiate medication voortbrengen, beredeneren; schetsen welke gevolgen de interacties van bepaalde dranken, kruiden met medicatie kunnen hebben. Bestudeer uit boek: Ouderengeneeskunde, onder redactie van J.W.M.Muris e.a, > Hoofdstuk 11, Polyfarmacie bij de oudere patiënt; Probleemgeoriënteerd denken in de geriatrie, M.G.M. Olde Rikkert e.a., > Hoofdstuk 22, De patiënt met te veel medicatie. Op blackboard: Tabel met Start en Stop criteria uit NTVG 2012;156:1669-1676. Aanbevolen Ouderenpsychiatrie, R. van der Mast e.a., > Hoofdstuk 17.1, Praktische farmacotherapie; Inleiding in de gerontologie en geriatrie, F. Eulderink e.a., > Hoofdstuk 3.6, Farmacotherapie. 9

Leereenheid sopdracht Deze opdracht wordt in de les nabesproken en u dient de opdracht 1 week van de voren bij de docent per email in te leveren. Het email adres van de docent vindt u bij de mededelingen op blackboard. Kies een patiënt uit de praktijk die voldoet aan het criterium polyfarmacie. Beoordeel het medicatie-overzicht met behulp van de literatuur die als voorbereiding is opgegeven (de patiënt met teveel medicatie). Kijk daarbij ook naar de START-STOP criteria. Formuleer evt. vragen die u hebt over de medicatie. Stuur de opdracht 1 week voor de les naar de docent. 10

3. Endocrinologie De meest voorkomende endocrinologische aandoeningen bij ouderen zijn diabetes mellitus, hypo- en hyperthyreoïdie. Bij ouderen wordt er regelmatig een verkeerde diagnose gesteld omdat hulpverleners niet altijd onderliggend somatische probleem onderkennen bij ouderen. Zo kan bij iemand die depressief lijkt, een hypothyreoïdie de oorzaak zijn van de symptomen. Het bepalen van de TSH waarde is dan ook een essentieel onderdeel in het bloed onderzoek bij ouderen. Diabetes Mellitus type II komt veel voor bij ouderen. Voor DM II geldt dat lang niet altijd de diagnose bekend is. Soms hebben mensen al lang diabetes, maar weten dit dan niet. De zorg voor deze patiëntencategorie omvat meer dan alleen het goed instellen op medicatie. In deze les worden met behulp van korte casuïstiek de ziektebeelden, behandeling en complicaties besproken. U werkt aan de competenties bewaken van vitale en andere fysiologische functies, begeleiden en voorlichten, samenwerken in mono- en multidisciplinair verband. In de rollen van zorgverlener en regisseur. de typerende patronen van de endocrinologische aandoeningen beredeneren met behulp van de klinische aandachtspunten (centrale regulatie, lagere endocriene organen en doelorganen); benoemen welke organen hormonen produceren en hoe het hormoon invloed heeft op het doelorgaan; benoemen wat de behandelmethoden zijn t.a.v. DM, hypo- en hyperthyreoïdie. Bestudeer uit boek: Verpleegkundige zorgverlening aan ouderen, T. van der Kruk e.a., > Hoofdstuk 11.5, Endocriene aandoeningen; diabetes mellitus. Op blackboard: Inleiding in de gerontologie en geriatrie, F.Eulderink e.a., > Paragraaf 9.7.2, Diabetes Mellitus; > Paragraaf 9.7.3, Schildklier. 11

Leereenheid 4. Respiratoire aandoeningen De ziekte COPD komt vooral veel voor bij ouderen (17% van de mensen boven de 80 jaar heeft COPD). Het aantal mensen met COPD in Nederland neemt toe, net zoals in de rest van de wereld. COPD behoort samen met astma tot de obstructieve longziekten. Tegenwoordig benadrukt men, op grond van nieuwere inzichten, de pathofysiologie van de luchtwegobstructie tijdens uitademing, waardoor COPD en astma als aparte ziekten worden beschouwd. COPD-patiënten hebben naast klachten van benauwdheid ook vaak bijkomende complicaties, die het ziektebeeld kunnen verergeren. Veel voorkomende complicaties zijn bacteriële en/of virale luchtweginfecties en bijwerkingen van medicijnen. Zeker bij kwetsbare ouderen heeft dit veel impact op het algemeen functioneren en de kwaliteit van leven. De behandeling van luchtweginfecties kan bestaan uit: antibiotica, hydratie, zuurstof, mucolytica en fysiotherapie. Van deze ziektebeelden worden de klinische verschijnselen, diagnostiek en behandeling waar mogelijk aan de hand van casuïstiek besproken. Er is ruimte om vragen over de literatuur of uit de praktijk voor te leggen aan de docent. Er wordt van u verwacht dat u de stappen van het klinisch redeneren beheerst met betrekking tot het respiratoire systeem. Zo nodig bestudeert u deze stof nogmaals. De competenties bewaken van vitale en ander fysiologische functies, bewaken van zorgprocessen, begeleiden en voorlichten. In de rollen van zorgverlener en regisseur komen aan de orde in deze les. de (afwijkende) parametrie bij een pneumone en COPD beredeneren; voor de ziektebeelden pneumonie en COPD de behandelvormen uitleggen en de zorgaspecten benoemen. Bestudeer uit boek: Ouderengeneeskunde, onder redactie van J.W.M.Muris e.a, > Hoofdstuk 26, Chronisch obstructief longlijden en comorbiditeit; Verpleegkundige zorgverlening aan ouderen, T. van der Kruk e.a., > Hoofdstuk 11.2, Hart en longaandoeningen: chronisch obstructief longlijden en astma. Aanbevolen www.cbo.nl richtlijn COPD 12

5. Anemie Bij de ouderen is een laag HB een veel voorkomend probleem. Er moet altijd gezocht worden naar een oorzaak hiervan. Tijdens de les zullen de morfologische en kinetische indeling van een anemie worden uitgelegd. Binnen de les zal aandacht zijn voor specifiek diagnostiek en de diverse vormen van hemoglobinopathieën, erythrocytenmembraan en rode bloedcel enzymafwijkingen aan de hand van casuïstiek. de klinische verschijnselen van anemie bij de kwetsbare oudere beredeneren; oorzakelijke factoren benoemen waardoor anemie kan optreden en hierbij voorbeelden geven; op basis van anamnese en uitslagen van laboratoriumonderzoek op een systematische wijze een gedetailleerd beeld vormen van de urgentie en vorm van anemie. Deze lesactiviteit biedt u ondersteuning in de rol van zorgverlener en regisseur bij het bewaken van vitale en andere fysiologische functies en het bewaken van zorgprocessen Bestudeer uit boek: Probleem georiënteerd denken in de geriatrie, M.G.M. Olde Rikkert e.a., > Hoofdstuk 8, De patiënt met anemie. 13

Leereenheid 6. Zuurstof balans myocard Als verpleegkundige moet u vitale en andere fysiologische functies bewaken en is het van belang dat u de parameters van de zuurstofbalans kunt interpreteren. De docent zal hier aandacht aan besteden door de zuurstoftoevoer naar het hart uit te leggen en de zuurstofbehoefte van het hart toe te lichten en zal dit vertalen naar situaties waarin de klinische aandachtspunten en parameters verstoord raken bij de oudere patiënt. Deze les wordt gecombineerd met de les over cardiovasculaire aandoeningen om beter te begrijpen welke klachten en verschijnselen de oudere patiënt kan hebben. de klinische aandachtpunten van de zuurstofbalans benoemen; oorzakelijke factoren benoemen waardoor de balans verstoord kan raken; behandelingsopties noemen om de zuurstofbalans weer in evenwicht te brengen zoals infusietherapie, medicatie. Bestudeer uit boek: Proactive Nursing / Klinische aandachtspunten, > Systeemkaart 3, Zuurstofbalans myocard; Klinisch Redeneren, reader deel I: Orgaansystemen, > Hoofdstuk 3, Zuurstofbalans myocard. 14

7. Cardiovasculaire aandoeningen Hart en vaatziekten zijn de belangrijkste oorzaak voor sterfte. Hartfalen is een veel voorkomende aandoening bij geriatrische patiënten. Nederlands onderzoek toont aan dat van de 85 plussers 1 op de 4 patiënten hartfalen heeft. Oudere patiënten met hartfalen hebben, naast de cardiovasculaire co-morbiditeit, een scala aan mogelijke andere aandoeningen: Cognitieve stoornissen, depressie, COPD, anemie, nierfunctiestoornissen komen veel voor en zijn van belang voor de diagnostiek en behandeling van het hartfalen. Van hartfalen en syncope (collaps) worden de klinische verschijnselen, diagnostiek en behandeling besproken. Er is ruimte om vragen over de literatuur of uit de praktijk voor te leggen aan de docent. De competenties bewaken van vitale en andere fysiologische functies, bewaken van zorgprocessen, begeleiden en voorlichten staan centraal in deze les in de rol van zorgverlener en regisseur. de belangrijkste aspecten van de multidisciplinaire richtlijn hartfalen 2012 benoemen; de redenen benoemen waarom hartfalen een geriatrische reus wordt genoemd; de definitie van hartfalen, symptomen, onderzoeksbevindingen en objectief bewijs hiervoor, benoemen; de 3 types hartfalen van elkaar onderscheiden op hun oorzaken: acuut-, tijdelijk- en chronische hartfalen; de verpleegkundige observatie punten en diagnostiek benoemen; de algemene behandeling van hartfalen benoemen; leefregels benoemen bij de behandeling en de complicerende factoren voor de patiënt en zijn mantelzorger; de relatie tussen cognitieve stoornissen en hartfalen benoemen; de definitie van syncope onderscheiden t.o.v. wegrakingen en epilepsie belangrijke oorzaken van syncope benoemen bij de geriatrische patiënt/zorgvrager; de verpleegkundige interventies bij de diagnostiek van wegrakingen toepassen; de aandachtspunten benoemen bij het meten van de bloeddruk bij het onderzoek naar orthostatische hypotensie; de behandeling benoemen bij orthostatische hypotensie; de onderzoeks- en behandelingsinterventies benoemen bij postprandale hypotensie. Bestudeer uit boek; Ouderengeneeskunde, onder redactie van J.W.M.Muris e.a, > Hoofdstuk 8, Duizeligheid, wegrakingen en syncope; > Hoofdstuk 25a, Hartfalen en andere cardiologische aandoeningen; Verpleegkundige zorgverlening aan ouderen, T. van der Kruk e.a., > Hoofdstuk 11.2, Hart en longaandoeningen: chronisch hartfalen. 15

Leereenheid Aanbevolen Het geriatrie formularium, P.A.F. Jansen e.a., > deel 3, Ziekten bij ouderen. www.cbo.nl richtlijn hartfalen 16

8. Infectieziekten Infecties komen bij ouderen meer voor dan bij andere volwassenen. Veel ouderen hebben last van urineweginfecties, luchtweginfecties, huid- en darminfecties. Uit ieder van deze infecties kan sepsis ontstaan. Er is onderzoek gedaan naar de immunologische afweer bij veroudering. Op enkele uitzonderingen na blijkt het moeilijk hiermee de toegenomen vatbaarheid voor infecties te verklaren. De verklaring moet in de eerste plaats worden gezocht in co-morbiditeit die de afweer beïnvloedt. Daarnaast is het vooral de veroudering van de barrière van huid en slijmvliezen die tot infecties leidt. In deze les worden de klinische verschijnselen, diagnostiek en behandeling waar mogelijk aan de hand van casuïstiek besproken. Er is ruimte om vragen over de literatuur of uit de praktijk voor te leggen aan de docent. de symptomen en risico s benoemen van een luchtweg en urineweginfectie; kunt u beredeneren wanneer een sepsis kan optreden en benoemen wat de symptomen zijn; het belang van het begrip golden hour bij sepsis beredeneren; De behandeling met behulp van V( ventilatie). I ( infusie). P( perfusie) benoemen. Bestudeer op blackboard: Inleiding gerontologie en geriatrie, F. Eulderink e.a., > Hoofdstuk 9.9, Infecties bij ouderen. Verzamel ter voorbereiding op het werken in werkgroepen informatie over dit specifieke onderwerp. Aanbevolen www.nationaalkompas.nl (voor informatie over de verschillende infectieziektes). 17

Leereenheid 9. Cerebrovasculaire aandoeningen De beroerte ofwel het cerebrovasculair accident (CVA) is een veel voorkomende aandoening, vooral bij ouderen. De oorzaak van een CVA kan een afsluiting van een bloedvat zijn. Wanneer dit van tijdelijke aard is noemt men dit een transiënte ischemische attack (TIA). Het kan echter ook een bloeding in de hersenen betreffen. Inmiddels zijn er enkele behandelingsconcepten ontwikkeld waaronder trombolyse. De niet medicamenteuze behandeling van een CVA richt zich op revalidatie, waaronder fysiotherapie, logopedie en ergotherapie. In deze les komen de ziektebeelden, symptomen en behandelingen aan de orde. U werkt aan de competenties bewaken van vitale en andere fysiologische functies, bewaken van zorgprocessen, begeleiden en voorlichten in de rol van zorgverlener en regisseur. de verschillende parameters (risico factoren, verschijnselen) onderzoeksmethoden en behandelingen bij (on)bloedige hersenaandoeningen onderscheiden; de complicerende factoren van de behandeling herkennen; uitleggen wat trombolyse inhoud en het belang van de monitoring tijdens deze behandeling. Bestudeer uit boek: Verpleegkundige zorgverlening aan ouderen, T. van der Kruk e.a., > Hoofdstuk 11.3, Neurologische aandoeningen: beroerte en Parkinson. Op Internet: www.cbo.nl richtlijn beroerte https://www.hersenstichting.nl/alles-overhersenen/hersenaandoeningen/beroerte.html 18

10. Parkinson Symptomen als trillen en traagheid van bewegen worden door hulpverleners vaak beschouwd als onderdeel van het normale verouderingsproces. Mede daardoor wordt de diagnose ziekte van Parkinson soms pas laat gesteld. De ziekte van Parkinson is een progressieve aandoening, Naarmate Parkinsonpatiënten ouder worden, stijgt de kans op het krijgen van dementie. Parkinsonpatiënten zijn ook vatbaar voor het krijgen van een depressie. De docent bespreekt aan de hand van korte casuïstiek en beeldmateriaal de bestudeerde literatuur en stuurvragen t.a.v. het ziektebeeld, de verschijnselen en de behandeling. Hierbij komen de principes en cues van bijvoorbeeld on-off syndroom aan de orde. Competenties bewaken van vitale en andere fysiologische functies en bewaken van zorgprocessen, in de rol van zorgverlener en regisseur staan op de voorgrond. de verschijnselen, de oorzaken en behandeling die bij de ziekte van Parkinson horen onderscheiden; de symptomen herkennen die passen bij de Lewy Body dementie en depressie bij de ziekte van Parkinson en beredeneren op welke manier deze complicerende factoren kunnen ontstaan. Bestudeer uit boek: Verpleegkundige zorgverlening aan ouderen, T. van der Kruk e.a., > Hoofdstuk 11.3, Neurologische aandoeningen: beroerte en Parkinson. Op internet: https://www.hersenstichting.nl/alles-overhersenen/hersenaandoeningen/parkinson.html Bij deze les gaan we ervan uit dat u op de hoogte bent van de bestudeerde literatuur en de lesinhoud van de lessen Parkinson en CVA uit het 2 e lesblok. Aanbevolen www.parkinson.nl 19

Leereenheid 11. Communicatieproblemen bij ouderen Een logopedist bespreekt met u de verschillende spraak- en taalstoornissen die voor kunnen komen bij de geriatrische patiënt. U werkt aan de competenties bewaken van vitale en andere fysiologische functies, begeleiden en voorlichten, samenwerken in mono en multidisciplinair verband in de rol van zorgverlener en regisseur. verschillende spraak- en taalstoornissen van elkaar onderscheiden: - afasie; - dysartrie; - communicatiestoornissen bij rechter hemisfeer dysfunctie; - cognitieve stoornissen; - stemstoornissen; - gehoorverlies. Bestudeer op blackboard: Inleiding gerontologie en geriatrie, F. Eulderink e.a, > Hoofdstuk 7.6. Taal en spraakproblemen; Observatie spraak- en taalstoornissen, S.P. Hutten. Aanbevolen www.afasie.nl www.medicinfo.nl (via deze site kunt u het document afasie spraakvoorbeelden opzoeken). Mensen met verschillende typen afasie is gevraagd dezelfde reclamefoto te beschrijven. U hoort mensen met een amnestische afasie, een Broca afasie, een globale afasie en een Wernicke afasie. 20

12. Slikstoornissen Een logopedist bespreekt met u de relatie tussen verschillende neurologische aandoeningen en slikproblematiek. Het signaleren en screenen van slikstoornissen, varianten in voedingsmiddelen, mondhygiëne en technieken om slikken te ondersteunen worden besproken. U werkt aan de competenties bewaken van vitale en andere fysiologische functies, begeleiden en voorlichten, samenwerken in mono en multidisciplinair verband in de rol van zorgverlener en regisseur. benoemen op welke wijze een normale slikactie tot stand komt; benoemen welke verschijnselen en symptomen u kunt waarnemen bij dysfagie; benoemen wat uw rol als verpleegkundige is bij slikstoornissen en op welke wijze u deze kunt beoordelen en de in de behandeling kunt toepassen. Bestudeer op blackboard: Slikstoornissen in de neurologie: een veelvoorkomend probleem, B. Dubois, uit: Tijdschrift voor Geneeskunde, nr. 6 2005; Dysfagie, T.J. Galvan, vertaling A. van de Wiel, uit: Themanummer Verpleegkundig Perspectief, 2003; Logopedische behandelingsmogelijkheden voor slikstoornissen bij volwassenen, A. Goeleven, uit: Tijdschrift voor Geneeskunde, nr. 6 2005; Slikscreening voor CVA-patiënten, S.P. Hutten en H.E. Los Sam Sioe. Op internet: http://www.logopedie.nl/site/eet_en_drinkproblemen_bij_dementie 21

Leereenheid 13. Pijn en pijnbeleving Kwetsbare ouderen hebben vaak aandoeningen die met pijn gepaard gaan. Ze kunnen door fysieke of mentale beperkingen niet altijd duidelijk maken hoeveel pijn ze hebben en lijden daardoor onnodig. Het ongemak en de hinder afleiden van onrustig gedrag of gezichtsuitdrukking is lastig en gebeurt soms niet adequaat. Hoe herken en interpreteer je signalen? Wat betekent het voor de behandeling? Hoe kom je tot structurele aandacht voor pijnbestrijding bij kwetsbare ouderen? Daarnaast wordt de medicamenteuze behandeling van pijn bij de geriatrische patiënt bemoeilijkt door veranderingen in de farmacokinetiek bij ouderen, door comorbiditeit en door co-medicatie. De docent gaat in op de pijn beoordeling en het stellen van de interventies, waaronder de medicamenteuze interventie. U werkt aan de competenties bewaken van vitale en andere fysiologische functies, begeleiden en voorlichten, samenwerken in mono en multidisciplinair verband in de rol van zorgverlener en regisseur. de pijn beoordelingsschalen benoemen en kunt u beredeneren welke u kunt toepassen in specifieke situaties bijvoorbeeld bij dementie; interventies benoemen bij het behandelen van pijn, waaronder de medicamenteuze interventie, rekening houdend met specifieke kwetsbaarheid van ouderen. Bestudeer uit boek Probleem georiënteerd denken in de geriatrie, M.G.M. Olde Rikkert e.a., > Hoofdstuk 24, De patiënt met chronische pijn. Op internet: Lees de handleiding voor verpleegkundigen: > http://www.nursing.nl/verpleegkunde/richtlijnen-enprotocollen/article/7408/pijn-bij-kwetsbare-ouderen Aanbevolen Richtlijn pijn bij kwetsbare ouderen van Verenso deel 1, 2, 3 > http://www.nursing.nl/verpleegkunde/richtlijnen-enprotocollen/article/7408/pijn-bij-kwetsbare-ouderen 22

14. Zorg voor de uitscheiding Incontinentie is een veel voorkomend probleem bij ouderen. De oorzaken en de vormen van urine incontinentie kunnen van verschillende aard zijn. Obstipatie is eveneens een veelvoorkomend probleem. Er kunnen verschillende oorzaken zijn. De docent zal aan de hand van casuïstiek uitleg geven op welke wijze incontinentieproblemen op een gestructureerde manier in kaart worden gebracht en welke interventies mogelijk zijn. De voor- en de nadelen van het gebruik van katheters zal uitgebreid besproken worden. U werkt aan de competenties bewaken van vitale en andere fysiologische functies, begeleiden en voorlichten, samenwerken in mono en multidisciplinair verband in de rol van zorgverlener en regisseur. de samenhang benoemen van een aantal geriatrische problemen met incontinentie die betrekking hebben op leeftijdsgebonden lichamelijke verandering, en de gevolgen voor mobiliteit, cognitie, morbiditeit, medicatie, stoornissen blaas, darm, zenuwstelsel; benoemen op welke wijze de problemen rondom incontinentie op een gestructureerde manier in kaart kunnen worden gebracht; de indicatie voor wel/niet katheteriseren benoemen. Bestudeer uit boek: Verpleegkundige zorgverlening aan ouderen, T. van der Kruk e.a., > Hoofdstuk 12.2, 12.3; Probleem georiënteerd denken in de geriatrie, M.G.M. Olde Rikkert e.a., > Hoofdstuk 9, De patiënt met plasproblemen. 23

Leereenheid 15. Ouderen en kanker De grootste groep oncologiepatiënten zijn oudere patiënten. Het aantal oudere mensen met kanker zal de komende jaren nog fors stijgen. De behandeling is vaak gecompliceerd door co-morbiditeit en minder goede lichamelijke en geestelijke conditie. De zorg voor ouderen vereist van alle professionals in alle fasen van ziekte of behandeling specifieke kennis, houding en vaardigheden. In deze les zult u met de docent en uw medestudenten een start maken met redeneren waarin de zorg voor oudere kankerpatiënten zich onderscheid. U zult inzicht verwerven in hoe processen in zorgverlening bij oudere kankerpatiënten momenteel vaak op afdelingen verloopt en nadenken hoe u deze processen kunt beïnvloeden. Meerdere verpleegsituaties worden met elkaar besproken. U werkt aan de competenties bewaken van vitale en andere fysiologische functies, begeleiden en voorlichten, gebruiken van informatie- en communicatie technologie en samenwerken in mono en multidisciplinair verband in de rol van zorgverlener en regisseur. uitleggen wat de functie is van een geriatrisch assessment bij een geriatrische zorgvrager met de diagnose kanker; beredeneren welke 3 algemene aspecten, bij oudere geriatrische patiënt moeten worden afgewogen en anders zijn dan bij jongere patiënten t.a.v. de behandeling bij kanker. Op internet: http://www.leermenu.nl/, ouderen en kanker. Ga in uw instelling na of er op de afdeling oncologie of de poli rekening gehouden wordt met de ouderen patiënt. Neem eventueel gevonden informatie mee naar de les. 24

16. Mondhygiëne De aandacht voor de mondgezondheid bij ouderen is belangrijk omdat zij niet altijd in staat zijn hun mond zelf te verzorgen. Het veelvuldige gebruik van medicijnen maakt extra controle van de mondgezondheid noodzakelijk, omdat sommige medicijnen orale bijwerkingen hebben. Een slechte mondgezondheid kan problemen met eten en drinken veroorzaken: infecties, pijn en een slechte adem. Het kan de kwaliteit van leven verminderen. In een Nederlands onderzoek gaf 19% van de ouderen aan het eten van bepaalde voedingsmiddelen onplezierig te vinden, 18% vermeed daarom bepaalde voeding. In de laatste decennia is de mondzorg in Nederland sterk verbeterd, dat betekent, dat het aantal dentate ouderen (ouderen met eigen tanden en kiezen) toeneemt. Paradoxaal genoeg betekent dit, dat de kans op een slechte mondhygiëne bij ouderen hierdoor juist toeneemt. Het verzorgen van een volledige gebitsprothese vergt immers minder kennis en vaardigheden van (mantel)zorgers dan verzorging van een dentate mond. De docent zal met u aan de hand van de bestudeerde literatuur, de geformuleerde vragen en casuïstiek bespreken over wat van belang is bij mondhygiëne bij ouderen. De competenties bewaken van zorgprocessen, samenwerken in mono- en multidisciplinair verbanden technisch handelen in de rol van zorgverlener en regisseur komen aan de orde. de meest voorkomende oorzaken van infecties in de mondholte benoemen en de symptomen herkennen; preventieve maatregelen benoemen om infecties in de mondholte te verminderen; de medicatie herkennen die monddroogte bevorderd; de relationele aspecten van mond(on)gezondheid en algehele (on)gezondheid benoemen waaronder Endocarditis, Cardiovasculaire aandoeningen, Aspiratiepneumonie; het mondzorgplan verwoorden voor zorgafhankelijke ouderen bij dentate en edentate patiënten; het belang van palliatieve mondzorg benoemen en aandachtspunten hierbij onderscheiden. 25

Leereenheid Bestudeer uit boek: Probleem georiënteerd denken in de geriatrie, M. Olde Rikkert e.a., > Hoofdstuk10, De tandeloze patiënt. Op internet: Zoek op internet naar vormen van mondhygiëne bij ouderen; Lees de richtlijn mondzorg voor zorg afhankelijk cliënten in verpleeghuizen, http://nvva.artsennet.nl/ Formuleer voor uzelf vragen die u vanuit de praktijk tegen komt. U kunt deze vragen voorleggen aan de deskundige. 26

17. Seksualiteit en intimiteit Er verandert veel met het ouder worden: het lichaam, de emoties en daaruit voortvloeiend ook het seksuele leven. En dan zijn er nog de lichamelijke aandoeningen die frequenter voorkomen bij het ouder worden. Ook die kunnen een invloed hebben op het seksleven. Voor veel senioren zijn seksualiteit en intimiteit belangrijke elementen in hun leven en belangrijke ijkpunten voor hun kwaliteit van leven. Het klimmen der jaren gaat gepaard met een toename van ziekten en beperkingen die de seksuele functie aantasten, maar ook met een afname van de flexibiliteit en daarmee van de seksuele en intieme speelruimte. De docent zal ingaan op vragen naar aanleiding van de literatuur. Speciale aandacht zal uitgaan naar de omgang/begeleiding van de patiënt met seksueel ontremd gedrag. De interventies, die u als verpleegkundige kan plegen in het bespreken van seksualiteit en intimiteit komen aan de orde. In de les wordt besproken hoe dit vorm te geven. U werkt aan de competenties bewaken van vitale en andere fysiologische functies, begeleiden en voorlichten, samenwerken in mono en multidisciplinair verband in de rol van zorgverlener en regisseur. het bio-psycho-sociaal model bij seksualiteit uitleggen en van daaruit beredeneren op welke wijze seksuele problemen kunnen ontstaan bij het ouder worden en specifiek voor de patiënt met dementie; inzien wat het belang is om als hulpverlener seksualiteit bespreekbaar te maken en kunt u de aangeboden handvatten hiervoor toepassen. Bestudeer uit boek: Verpleegkundig zorgverlening aan ouderen, T.van der Kruk e.a., > Hoofdstuk16, Seksualiteit en intimiteit bij oude mensen; Ouderenpsychiatrie, R. van der Mast e.a., > Hoofdstuk 27, Seksuele dysfuncties. Aanbevolen Van Blackboard: Seksuele hulpverlening met gespreksmodel FIAT, A. Boone, uit: Oncologica, nummer 1, 2009; Praten over seksualiteit, J.L. Bender, uit: Seksualiteit bij ziekte en lichamelijke beperking. Beantwoord voor uzelf de volgende vragen. Maakt u het onderwerp seksualiteit bespreekbaar, zo ja wanneer en hoe, zo nee, waarom niet? Hoe zijn uw ervaringen met het bespreken van onderwerpen gericht op seksualiteit? Wat vindt u lastig te bespreken? 27

Leereenheid 18. Mobiliteitsstoornissen Aandoeningen van het bewegingsapparaat leiden vaak tot mobiliteitsstoornissen. Deze kunnen valincidenten veroorzaken. Vallen is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Een derde van de thuiswonende ouderen en de helft van de verpleeghuisbewoners valt minstens 1 keer per jaar. In ziekenhuizen wordt valincidentie als onderdeel van kwaliteitsindicatoren gehanteerd. Binnen het VMS kwetsbare oudere wordt katz-adl 6 gebruikt als screeningsinstrument. Daarnaast functioneren er multidisciplinaire valpoli s als onderdeel van de geriatrie-poli. In deze les wordt aandacht besteed aan de rol die u als verpleegkundige hebt bij het in kaart brengen van mobiliteitsproblemen en het bevorderen van bewegen. De competenties voorlichten en begeleiden, bewaken van vitale en andere fysiologische functies en bewaken van zorgprocessen staan centraal in de rol van beroepsbeoefenaarzorgverlener en regisseur. inventariseren en signaleren wat de risico s zijn die een val bevorderen; benoemen wat de observatie en diagnose instrumenten zijn om een valrisico screening uit te voeren; uitleggen op welke wijze er op een valpoli gewerkt wordt; beredeneren welke adviezen gegeven kunnen worden aan patiënt en familie of welke interventies uitgevoerd moeten worden om het vallen tot een minimum te beperken. Bestudeer uit boek: Verpleegkundige zorgverlening aan ouderen, T. van der Kruk ea., > Hoofdstuk 12.1, Vallen; Probleem georiënteerd denken in de geriatrie, M. Olde Rikkert e.a., > Hoofdstuk 3, De gevallen patiënt. Opdracht Ga na d.m.v. literatuur onderzoek, gesprekken met paramedici in uw eigen instelling en of directe collega s op welke manier de analyse plaatsvindt rondom mobiliteitsproblemen en wat voor interventies geboden (kunnen)worden. Tijdens de les wisselt u deze informatie uit met uw medestudenten en probeert u alternatieven te bedenken die u aan elkaar kunt adviseren, maar probeert u ook nieuwe initiatieven te bedenken. 28