.1 Personeelsbeleid: 1.5.2 arbobeleid Pagina 1 van 7 Veiligheid, gezondheid, welzijn (ARBO) Nummer: 4.1.1.5.2 Doel van de procedure: Beheerder v.d. procedure: Werkwijze: vastleggen van het arbobeleid, zodat er inzicht kan zijn in de visie van de organisatie hierover en de medewerkers op de hoogte zijn van de mogelijkheden. Algemeen directeur Zie onderstaande tekst Arbobeleid Intentieverklaring Als organisatie spreken wij de intentie uit op een verantwoorde wijze met onze medewerkers om te gaan door een goed arbobeleid te voeren. Ons algemeen doel is nauw overleg met medewerkers en inspraak hierover, beschikbaar stellen van de nodige hulpmaterialen en tijd zodat de medewerkers onder optimale werkomstandigheden kunnen functioneren. Wij letten hierbij op de volgende onderdelen: goede hulpmiddelen goede arbeidsomstandigheden goede begeleiding goede scholing Goede hulpmiddelen Het is in ons aller belang dat medewerkers op een goede manier en met de juiste hulpmiddelen kunnen werken. De hulpmiddelen die wij inzetten zijn getoetst aan de ergonomische richtlijnen. Doelstellingen De organisatie heeft als doel de hulpmiddelen die worden aangeschaft te toetsen aan de ergonomische richtlijnen. De organisatie heeft als doel om hulpmiddelen die hier nog niet aan voldoen op korte termijn te vervangen. De organisatie heeft als doel opmerkingen en bevindingen van medewerkers zo snel mogelijk om te zetten in hulpmiddelen en/of aanpassingen zodat problemen snel opgelost kunnen worden. Ergonomische aanpassingen: zie fysiek beleid Goede arbeidsomstandigheden Naast de hulpmiddelen is het ook van belang dat werknemers op een goede manier kunnen werken en niet overbelast raken. Door middel van goed overleg met de pedagogisch medewersters (over de groepsgrootte, opvang van extra kinderen, inzetten van extra personeel, beheersing extra taken, vrij maken van tijd voor extra taken) trachten wij hier een goede middenweg in te vinden.
.1 Personeelsbeleid: 1.5.2 arbobeleid Pagina 2 van 7 De organisatie heeft als doelstelling de arbeidsomstandigheden voor de medewerkers zo optimaal mogelijk te maken. De organisatie heeft als doel opmerkingen en bevindingen van medewerkers zo snel mogelijk om te zetten in besluiten zodat problemen snel opgelost kunnen worden. De organisatie heeft als doelstelling onder het landelijk ziekteverzuim te blijven. Goede begeleiding Tijdens de functioneringsgesprekken kunnen de werknemers door middel van gespreksonderwerpen aangeven wat zij vinden van het werk, de werkomstandigheden en het gevoerde personeelsbeleid. De uitkomsten leiden indien nodig tot verbeteracties. Ook in het door de organisatie gevoerde ziekte- en verzuimbeleid wordt duidelijk dat door middel van goed overleg met de werknemers knelpunten kunnen worden opgespoord en worden opgelost. De organisatie heeft als doelstelling door goede evaluatiemiddelen op de hoogte te blijven van de bevindingen van de medewerkers. De organisatie heeft als doelstelling te investeren in de medewerkers door tijd en aandacht ter beschikking stellen, ook als het om privéaangelegenheden gaat. Melding (bijna)ongelukken (Bijna)ongelukken worden gemeld bij de leidinggevende door middel van het hiervoor bestemde formulier. Op deze manier kan worden gekeken of en waar er risico s zijn in het bedrijf en kunnen zaken worden aangepast om dit in de toekomst te voorkomen. Functioneringsgesprekken/verzuimgesprekken Door middel van functioneringsgesprekken en verzuimgesprekken blijven leiding en medewerkers in gesprek over het functioneren en arbeidsomstandigheden. Risico-inventarisatie De afzonderlijke vestigingen hebben een risico-inventarisatie ondergaan. De uitkomsten leiden indien nodig tot verbeteracties wat tot uiting komt in een plan van aanpak. Arbodienst Elke organisatie krijgt te maken met ziekte van medewerkers. Daarom zijn wij aangesloten bij een arbodienst. De medewerkers krijgen informatie over deze arbodienst. Een arbodienst kan op verschillende gebieden behulpzaam zijn. Natuurlijk bij ziekte, maar ook bij zaken als werkomstandigheden en veiligheid kunnen zij advies geven. Door de wet zijn een aantal handelingen omtrent het ziektebeleid verplicht gesteld, zodat er optimale inspanningen door werknemer en werkgever worden verricht om zo spoedig mogelijk het werk te hervatten. Op het moment dat werknemers zonder afmelding niet verschijnen op de afspraken met de arbodienst, wordt dit bij de werknemer in rekening gebracht. Arbeidsomstandighedenspreekuur (AOS) Daarnaast is er een open spreekuur voor de medewerkers, dat preventief kan werken bij ziektemeldingen. Het kan hier zaken betreffen die met het werk te maken hebben, maar ook privézaken kunnen veroorzaken dat medewerkers niet goed meer kunnen functioneren. Aan het einde van elk kalenderjaar ontvangt de organisatie een registratie van het ziekteverzuim over het afgelopen jaar.
.1 Personeelsbeleid: 1.5.2 arbobeleid Pagina 3 van 7 Vertrouwenspersoon De Drie Ballonnen heeft een bedrijfsarts. Deze bedrijfsarts is tevens ook de vertrouwenspersoon waar personeel zich kan melden, bij problemen op het werk of problemen die het werk beïnvloeden. Probeer eerst je problemen met je leidinggevende te bespreken. Als dit moeilijk ligt, kun je ook de directie benaderen. Ongewenst gedrag Agressie, geweld, pesterijen en seksuele intimidatie zijn zaken die wij binnen onze organisatie proberen te voorkomen. Mocht dit toch voorkomen, dan kunnen er stappen worden ondernomen volgens protocol. Door werkinstructies wordt er aangegeven wat het gewenste gedrag is naar andere personen binnen de organisatie. Ook de beroepscode geeft hier een duidelijk beeld van. Leidinggevenden nemen signalen serieus en gaan ermee aan het werk. Onder ongewenst gedrag wordt ook verstaan, werken onder invloed van alcohol, drugs en medicijnen. Goede scholing Medewerkers krijgen regelmatig scholing in de vorm van een tilcursus. Scholing over hoe het beste met het lichaam om te gaan in werkomstandigheden achten wij van groot belang. Op deze manier werken we preventief. Ook worden mensen regelmatig door de leidinggevende of door elkaar aangesproken op verkeerde houdingen. In de werkinstructies van het personeel zijn adviezen rondom het fysieke beleid opgenomen. De organisatie heeft als doel regelmatig scholing te geven omtrent het fysieke beleid. De organisatie heeft als doelstelling het fysieke beleid onder de aandacht van de werknemers te brengen en controle houden op de uitvoering hiervan.
.1 Personeelsbeleid: 1.5.2 arbobeleid Pagina 4 van 7 Bijlage: Beleid Fysieke belasting In dit vak is de fysiek belasting een zaak die niet onderschat moet worden. Er zijn een aantal situaties waar risico s aan verbonden zijn als er een verkeerde fysieke belasting is. Gebruik goed de hulpmiddelen en denk aan de instructies. Zwangere en 55+ De noodzaak voor tillen, bukken, hurken en knielen dient zoveel mogelijk beperkt te worden. In de wet- en regelgeving zijn bepalingen opgenomen t.a.v. de maximale tilfrequentie, het maximale tilgewicht en maximale buk-, hurk- en knielfrequentie. Gedurende de zwangerschap en de eerste drie maanden na de bevalling geldt voor incidentele activiteiten dat vrouwen niet verplicht kunnen worden meer dan 10 kg te tillen en te dragen. Na 20 weken zwangerschap mogen vrouwen niet verplicht worden meer dan eenmaal per uur meer dan 5 kg te tillen met een maximale frequentie van 10 keer per dag. Na 30 weken zwangerschap mogen vrouwen niet verplicht worden meer dan éénmaal per uur meer dan 5 kg te tillen met een maximale frequentie van 5 keer per dag. Als het werken niet meer lukt zoals het zou moeten overleg dan met je leidinggevende. We kunnen het werk aanpassen zodat het weer wel lukt of andere taken binnen de organisatie zoeken. In de praktijk kunnen we aanpassing doen als bijvoorbeeld ruilen van groep, laten brengen van baby s, maar wel de fles kunnen geven. Overleg met je leidinggevende wat het best aansluit bij jouw situatie. Denk goed aan je lijf (en aan je kind). Let ook goed op kinderziekten binnen het dagverblijf bijvoorbeeld rode hond. Als je wat ouder bent (55+) geef dan goed bij functioneringsgesprekken aan of de fysieke belasting nog wel lukt of dat er aanpassingen nodig zijn om het werk beter voor je te laten verlopen. Ergonomische hulpmiddelen Onze lokalen en inventaris zijn op veel gebieden al aangepast aan de ergonomie. Meubilair: kinderen zitten op volwassenen hoogte. De tafels staan op wielen en kunnen makkelijk worden weggereden bij het schoonmaken. De kinderen kunnen zelf in de banken lopen. Voor de kleinere kinderen zijn er inzetstoeltjes waardoor zij steviger zitten. Stoelen: de leidsters hebben in hoogte verstelbare stoelen, zodat zij overal goed bij kunnen en op volwassen hoogte kunnen zitten. Aankleedtafels: bij de grotere kinderen zijn deze voorzien van trappen, waardoor de kinderen zelf naar boven kunnen lopen en de rug van de medewerkers bespaard blijft. Verhoogde boxen: op deze manier worden de ruggen van de medewerker bespaard Stapelbedjes: grotere kinderen kunnen zelf in en uit de onderste bedjes klimmen en de bovenste bedjes besparen de rug van de leidsters. Wasmachine en droger: staan op een verhoging, zodat de rug bespaard blijft. Stoffer en blik hebben een verlenging, zodat er niet diep gebukt hoeft te worden. Bij de inrichting van de magazijnen staan zware zaken beneden. Voor het vervoer van zware zaken is er een kar die ingezet kan worden. Op het kantoor wordt gewerkt met voetbankjes, polsondersteuners, bladophouders Speciale stoelen voor laag bij de grond werk: slaapzaal, voeden baby s in wippers.
.1 Personeelsbeleid: 1.5.2 arbobeleid Pagina 5 van 7 Adviezen om minder rugbelastend te werken Een gezonde rug heeft van opzij gezien een S-vormige stand en wordt gesteund door sterke buik en rugspieren. De rug bestaat uit 24 afzonderlijke borststukken, de wervels. Tussen de wervels ligt een vervormbare tussenwervelschijf. De wervels met de tussenwervelschijven zorgen samen met omliggende spieren en ligamenten voor de bewegingen van de rug. De meeste rugpijn ontstaat onder in de rug. De wervels en tussenwervelschijven zijn in dit gebied het grootst maar worden hier ook het zwaarst belast. De tussenwervelschijf werkt als een soort schokbreker. Bij bewegingen van de rug komt er druk op de tussenwervelschijf. Door de druk vervormt deze en de tussenwervelschijf wordt dunner en zet uit naar de zijkanten. Je zou de tussenwervelschijf kunnen vergelijken met een spons. Een dikke nieuwe spons met veel water is flexibeler als een oude droge spons. En bij druk op een spons veranderd deze ook van vorm. Bij bewegingen naar voren waarbij de onderrug gebogen wordt, vervormt de tussenwervelschijf zich naar achteren. Dit gebeurt alleen al door het gewicht van het bovenlichaam. Til je in deze houding iets op, dan vergroot je de druk en wordt de rug meer belast. Maak je bij deze houding ook nog een draaiing in de onderrug, dan kun je je voorstellen dat de druk in de tussenwervelschijf verder toeneemt en de belasting voor je rug erg groot is. Deze voorovergebogen houding is slecht voor de tussenwervelschijf, maar ook zeer belastend voor de spieren en ligamenten in de rug. Bij het strekken van de rug krijgt de tussenwervelschijf weer zijn oude vorm terug. Maar heeft hiervoor wel een herstelmoment nodig. Bij veel voorkomende voorovergebogen houdingen gedurende een lange tijd, kan dit mechanisme van herstel in samenwerking met spieren en ligamenten van de rug beschadigd raken en rugpijn veroorzaken. Hieronder volgen enkele tips om je rug zo min mogelijk te belasten. Til de last binnen je steunvlak Het steunvlak bestaat uit de ruimte tussen de voeten en eventueel een steunhand Til met je (boven)benen, hou je rug recht Buig door je knieën. Til symmetrisch Hou de last recht voor je lichaam en dicht tegen je aan. Voorkom draaiingen in je rug Je neus en je tenen moeten dezelfde kant opwijzen, dit kan door je voeten te verplaatsen. Bedenk of het tillen noodzakelijk is In sommige gevallen kan je bv. speelgoed ook schuiven of bv. vragen of het kind er zelf heen kan komen. Til rustig en neem er de tijd voor Als je rustig tilt kan je van te voren bedenken of je op een rugonbelaste wijze wilt gaan tillen. Zorg voor ruimte bij het tillen en het neerzetten Kijk van tevoren waar je de last neer wilt zetten. Is de weg vrij en is er voldoende plaats om de last rugonbelast neer te zetten?
.1 Personeelsbeleid: 1.5.2 arbobeleid Pagina 6 van 7 Protocol Agressie, geweld, pesterijen en seksuele intimidatie Mocht één van de medewerkers het gevoel hebben dat één van de bovenstaande termen van toepassing is op het gevoel dat men krijgt bij contact met collega s, leidinggevende, klanten, kinderen dan raden wij aan de volgende stappen te ondernemen. Betreffende een collega Vraag een gesprek aan met de leidinggevende en bespreek het gevoel. Probeer concrete voorbeelden te geven. De leidinggevende zal discreet een intern onderzoek starten en in overleg een gesprek regelen met de betrokkenen. Mocht dit gesprek niet tot een oplossing komen, dan wordt er gekeken of er aanleiding is om de werksituatie aan te passen of in het ergste geval over te gaan tot schorsing van mensen. Betreffende een ouder Vraag bij je collega s na of ze willen opletten en of ze hetzelfde zien wat jij ziet. Ga daarna naar de leidinggevende. De leidinggevende zal discreet een intern onderzoek starten en in overleg een gesprek regelen met de betrokkenen. Mocht dit gesprek niet tot een oplossing komen, dan wordt er gekeken of er aanleiding is om de werksituatie aan te passen of in het ergste geval over te gaan tot schorsing van het kind. Betreffende een leidinggevende Vraag bij je collega s na of ze willen opletten en of ze hetzelfde zien wat jij ziet. Ga daarna naar de algemeen directeur. Zij zal discreet een intern onderzoek starten en in overleg een gesprek regelen met de betrokkenen. Mocht dit gesprek niet tot een oplossing komen, dan wordt er gekeken of er aanleiding is om de werksituatie aan te passen of in het ergste geval over te gaan tot schorsing van mensen. Mocht dit geen oplossing zijn, dan is er ook de mogelijkheid om de vertrouwenspersoon van de arbodienst in te schakelen of een gesprek met de directie aan te vragen. Betreffende de algemeen directeur Ga daarna naar je leidinggevende. Zij zal discreet een intern onderzoek starten en in overleg een gesprek regelen met de betrokkenen. Mocht dit gesprek niet tot een oplossing komen, dan wordt er gekeken of er aanleiding is om de werksituatie aan te passen. Mocht dit geen oplossing zijn, dan is er ook de mogelijkheid om de vertrouwenspersoon van de arbo dienst in te schakelen.