Uitslagen voorspellen

Vergelijkbare documenten
Correctievoorschrift VWO 2014

Beoordelingsmodel wiskunde A VWO 2014-I

Correctievoorschrift VWO 2014

Examen VWO. wiskunde C (pilot) tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Correctievoorschrift VWO 2014

wiskunde C pilot vwo 2017-I

Kunstrijden op de schaats

wiskunde C pilot vwo 2017-II

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores

wiskunde A havo 2017-II

Eindexamen vwo wiskunde A pilot 2013-I

Eindexamen vwo wiskunde C pilot I

Eindexamen havo wiskunde A II

wiskunde C pilot vwo 2016-I

Eindexamen wiskunde A pilot havo II

Krachtvoer voor melkkoeien

wiskunde A pilot havo 2016-II

Eindexamen wiskunde A pilot havo I

Vraag Antwoord Scores

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2005

Vraag Antwoord Scores. 1 maximumscore 2 De staplengte is 1600 : De staplengte is 0,580 meter, dit is 58 (cm) (of 0,58 meter) 1

Eindexamen havo wiskunde A pilot 2013-I

wiskunde C vwo 2018-II

Eindexamen wiskunde A havo I

wiskunde A pilot vwo 2015-II

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl II

wiskunde C vwo 2018-I

wiskunde A pilot vwo 2017-I

Eindexamen vwo wiskunde C 2013-I

wiskunde A pilot vwo 2016-II

Vraag Antwoord Scores

1 maximumscore 2 afstand = 1 invullen 1 0, , ,55 = 1,2 1

Correctievoorschrift HAVO 2012

Eindexamen vwo wiskunde A pilot I

Correctievoorschrift VWO 2013

Het is een erg korte race. De drie rondjes om het centrale plein in Siena, de Piazza del Campo, worden afgelegd in minder dan anderhalve minuut.

wiskunde A vwo 2016-II

Eindexamen wiskunde A vwo I

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-I

Eindexamen havo wiskunde A 2013-I

Vraag Antwoord Scores

wiskunde A vwo 2017-II

Vraag Antwoord Scores

Correctievoorschrift VWO 2012

wiskunde C vwo 2017-II

Correctievoorschrift HAVO 2012

De afstand in de tekening is 1,4 (cm) 1 De afstand in werkelijkheid is 1, Dit is 35 (km) 1

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2008-I

wiskunde A vwo 2018-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2005-I

wiskunde C pilot vwo 2016-II

Eindexamen havo wiskunde B I

Eindexamen wiskunde B havo I

BEOORDELINGSMODEL VMBO KB 2005-II MUSEUMZAAL. Voorbeeld bij de vragen 1, 2 en 3.

wiskunde B havo 2016-I

Beoordelingsmodel HAVO wiskunde A 2012-I

wiskunde C vwo 2016-I

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1

Eindexamen wiskunde C vwo I

0,55 1,20 1,75 2,20 2,55 2,80 2,95 3 2,95 2,80 2,55 2,20 1,75

wiskunde A pilot havo 2016-I

wiskunde A vwo 2016-I

Eindexamen vwo wiskunde A I

Opmerking Als bij het aflezen uit de figuur een percentage van 76, 78 of 79 is gevonden, dan hiervoor geen punten in mindering brengen.

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen vwo wiskunde C I

Eindexamen vwo wiskunde C pilot II

wiskunde B pilot havo 2015-II

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2005

Examen VWO. wiskunde C. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Wiskunde

Correctievoorschrift VWO 2012

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen wiskunde B havo I

Correctievoorschrift HAVO 2012

Correctievoorschrift HAVO 2012

Correctievoorschrift HAVO 2012

Vraag Antwoord Scores

g Z is standaard-normaal verdeeld en P( X g) P( Z ) σ

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift HAVO 2013

Correctievoorschrift HAVO 2011

wiskunde B havo 2015-I

Correctievoorschrift VWO 2017

Correctievoorschrift HAVO 2012

Correctievoorschrift HAVO 2015

Krachtvoer voor melkkoeien

Correctievoorschrift HAVO 2012

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Wiskunde

Het gewicht van een paard

Correctievoorschrift VWO 2015

Correctievoorschrift HAVO

Vraag Antwoord Scores

Correctievoorschrift VMBO-KB

HAVO wiskunde B 2011-I. Overlevingstijd 7,2. Voor T 20 geldt: ( 15 ) 177 0,0785 0, ( 15 ) 701 0,0785 0, , 2

wiskunde A havo 2017-I

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2006-I

Transcriptie:

Eindexamen vwo wiskunde C pilot 04-I Uitslagen voorspellen maximumscore 3 De afstand tussen Wilders en Thieme is 4 De conclusie: niet meer dan twee maal zo groot maximumscore De afstand tussen bijvoorbeeld Wilders en de werkelijke uitslag is: (9 ) + (30 9) + (5 0) + (3 9) + (5 4) + (0 8) + (8 5) + (0 8) + ( ) + ( ) + ( 0) = 6 3 maximumscore Bij bijvoorbeeld Wilders is het aantal juist voorspelde zetels: + 9 + 0 + 9 + 4 + 8 + 5 + 8 + + = 37 4 maximumscore 4 Als alles goed voorspeld is, dan is de afstand 0 Dus b = 50 Bij elke fout neemt het aantal juist voorspelde zetels met af en neemt de afstand met toe Dus a = 0,5 Bij afstand 0 is het aantal juist voorspelde zetels 50 Dus b = 50 Invullen van de afstand en het aantal juist voorspelde zetels 39 a = 0,5 Invullen van de afstand en het juist aantal voorspelde zetels 39 geeft 39 = a+ b Invullen van bijvoorbeeld de afstand 6 en het juist aantal voorstelde zetels 37 geeft 37 = 6a+ b b = 50 a = 0,5

Eindexamen vwo wiskunde C pilot 04-I Hogeschool voor de Kunsten 5 maximumscore 3 Als de ribben 0 keer zo klein zijn, is de inhoud 0 keer zo klein De verhouding is : 000 6 maximumscore De mogelijke aantallen zijden zijn, en 3. 7 maximumscore 3 Op foto is de bovenkant van de deur nog net zichtbaar achter het hoogste punt van de kubus De positie van de camera is lager dan het hoogste punt van de deur Omdat het kunstwerk zich tussen de camera en de deur bevindt, is het kunstwerk lager dan de deur Een schets van een zijaanzicht met daarin ten minste aangegeven de positie van de camera, de bovenkant van het kunstwerk en de bovenkant van de deur Met behulp van een kijklijn in de schets aangeven dat de hoogte van het kunstwerk lager is dan de hoogte van de deur 8 maximumscore 4 Het tekenen van een verdwijnpunt, bijvoorbeeld met behulp van de stoeptegels en/ een raamkozijn Het tekenen van de horizon Het aangeven van een punt op bijvoorbeeld het midden tussen de twee deuren op de hoogte van de horizon (ongeveer mm vanaf de onderzijde van de deur) De hoogte van de deur op de foto is op dat punt (ongeveer) 37 mm, dus De hoogte van de deur op de foto is op dat punt (ongeveer) 37 mm, dus de hoogte waarop de foto is genomen, is 3 4 (dm) (,4 m) 37 De gemeten horizonhoogte kan, als gevolg van teken- en/ afleesafwijkingen, redelijk variëren. Bij correctie dient hiermee rekening gehouden te worden.

Eindexamen vwo wiskunde C pilot 04-I Versregels 9 maximumscore 3 3 Met drie lettergrepen zijn er = 8 mogelijkheden 4 5 Met vier en vijf lettergrepen zijn er respectievelijk = 6 en = 3 mogelijkheden Dat zijn in totaal 56 mogelijkheden Als het antwoord verkregen is door alle mogelijkheden uit te schrijven, hiervoor geen scorepunten in mindering brengen. 0 maximumscore 4 Het uitschrijven van de 8 mogelijkheden: KLL LKL KKKL LLK KKLK KLKK LKKK KKKKK Voor elke foute vergeten mogelijkheid scorepunt in mindering brengen. maximumscore 4 Het aantal mogelijkheden bij lengte n is gelijk aan de som van het aantal mogelijkheden bij lengte n en lengte n Het berekenen van de waarden, 34, 55 Voor lengte 0 zijn er 89 mogelijkheden Het aantal mogelijkheden kan worden berekend met de formule An = An + An met A = en A = Beschrijven hoe met de GR de waarde van A 0 berekend wordt Het antwoord A 0 = 89, dus er zijn 89 mogelijkheden

Eindexamen vwo wiskunde C pilot 04-I Spiraalvormen maximumscore 4 De quotiënten 7,85 9,00 ; 6,84 7,85 ; 5,96 5, 0 en 6,84 5,96 De uitkomsten zijn (vrijwel) gelijk, dus er is sprake van exponentiële groei De groeifactor is 0,87 ( 0,87) Als met de omgekeerde quotiënten de vaste groeifactor is aangetoond, hiervoor de eerste 3 scorepunten toekennen. 3 maximumscore 6 De groeifactor 8 0,5 De afstanden 7,3; 6,7; 6,; 5,7; 5,; 4,8 en 4,4 (cm) Het tekenen van de punten en de spiraal in de figuur voorbeeld van een tekening en De spiraal mag zowel linksom als rechtsom getekend worden. Als een kandidaat de spiraal niet als vloeiende lijn maar als verzameling lijnstukken tekent, hiervoor scorepunt in mindering brengen. Als een kandidaat een correcte spiraal heeft getekend zonder bijbehorende berekeningen, ten hoogste scorepunten toekennen.

Eindexamen vwo wiskunde C pilot 04-I 4 maximumscore 3 Een uitleg als: lijn daalt sneller, dus bij spiraal wordt de afstand tot het middelpunt sneller klein dan bij spiraal Daarom zal de groeifactor bij de formule van lijn kleiner zijn dan 0,87 Dus situatie I is juist Als een kandidaat situatie I als juist aangeeft, maar geen uitleg hierover geeft, hiervoor geen scorepunten toekennen. Keramiek 5 maximumscore 4 Het aantal mogelijkheden voor de achterste rij moet vermenigvuldigd worden met het aantal mogelijkheden voor de voorste en de middelste rij Voor de achterste rij zijn er 4! mogelijkheden Voor de voorste en middelste rij zijn er inclusief het reservehuisje 09876543 ( 0!) mogelijkheden In totaal zijn er 4!09876543 ( 4! 0! ) = 87 09 00 mogelijkheden 6 maximumscore 4 In fase is de temperatuur 580 C gestegen in 9 uur 3 Dat komt overeen met een stijging van 60 C per uur In fase stijgt de temperatuur met 00 C per uur Dus de gemiddelde temperatuurstijging in fase is niet meer dan twee keer zo groot Als een kandidaat de gemiddelde temperatuurstijging voor een ander tijdsinterval heeft berekend, hiervoor geen scorepunten in mindering brengen.

Eindexamen vwo wiskunde C pilot 04-I 7 maximumscore 6 Een berekening als: De groeifactor per 8 uur is 70 630 8 70 De groeifactor per uur is 0,76 ( nauwkeuriger) 630 V = 630 0,76 t (met t in uren vanaf het uitzetten van de oven) Invullen van V = 0 geeft 0 = 630 0,76 Beschrijven hoe deze vergelijking opgelost kan worden Het antwoord: 906 (minuten) ( nauwkeuriger) (na het uitzetten is de oven afgekoeld tot 30 ºC) en Als de groeifactor berekend is met andere waarden uit de tabel, hiervoor geen scorepunten in mindering brengen. Als een berekening heeft plaatsgevonden op basis van een groeifactor per minuut en er daardoor (als gevolg van andere afronding) een ander antwoord gevonden wordt, hiervoor geen scorepunten in mindering brengen. Als een berekening heeft plaatsgevonden met een exponentiële groeiformule voor de oventemperatuur in plaats van voor de verschiltemperatuur, maximaal 3 scorepunten toekennen. 8 maximumscore 3 Een schets van de grafiek van T De grafiek van T is afnemend dalend Dus het huisje koelt steeds minder snel af t

Eindexamen vwo wiskunde C pilot 04-I Hoogopgeleid? 9 maximumscore Een redenering als: De situatie van de oude man is niet in tegenspraak met de bewering H O, want de bewering H O zegt niets over niet-hoogopgeleiden. 0 maximumscore Een redenering als: De man is niet hoogopgeleid en toch oud geworden en lang gezond gebleven Volgens de bewering H O geldt dat niet-hoogopgeleiden niet oud worden en lang gezond blijven, dus er is sprake van een tegenspraak maximumscore Een redenering als: O H is in overeenstemming met H O, want als geldt dat niet-hoogopgeleiden niet oud worden en lang gezond blijven, dan moet iemand die wel oud wordt en lang gezond blijft dus tot de hoogopgeleiden behoren. maximumscore 4 Conclusie A volgt niet uit het onderzoek, want niet alle hoogopgeleiden worden oud en blijven lang gezond Conclusie B volgt wel uit het onderzoek, want van de niet-hoogopgeleiden wordt slechts 50% oud en blijft lang gezond en bij hoogopgeleiden is dat 70% Conclusie C volgt niet uit het onderzoek, want je weet de verhouding hoogopgeleiden versus niet-hoogopgeleiden niet (en je weet dus niet 70% van de hoogopgeleiden meer is dan 50% van de niet-hoogopgeleiden) Conclusie D volgt wel uit het onderzoek, want 50% van de niet-hoogopgeleiden wordt wel oud en blijft lang gezond Bronvermeldingen fig. en (p. 4/5) bron: Peter de Wit, Sigmund, www.sigmund.nl