Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap departement Leefmilieu en Infrastructuur administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, cel MER Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Richtlijnen milieueffectrapportage Uitbreiding van de kopersmelter Umicore NV Site Hoboken A. Greinerstraat 14 2660 HOBOKEN 12 februari 2005 PRMER-0106-RL
1. Inleiding Umicore NV baat op haar site te Hoboken een metallurgisch non-ferrobedrijf uit. Op deze site worden voornamelijk edele metalen (zilver, goud, platina, palladium, rhodium, ruthenium, iridium), koper, lood, tin, antimoon, bismut en bijzonder metalen (indium, selenium, tellurium) geproduceerd. Het terrein van Umicore is langs de Schelde gelegen en wordt door een openbare weg in twee deelterreinen verdeeld: de benedenfabriek en de bovenfabriek. De vergunning van de benedenfabriek (exclusief de waterzuiveringsinstallatie en de Kopersmelter) werd recent verlengd tot 2014. Hiertoe werd in 2003 een MER opgesteld. Umicore wenst nu de capaciteit van de Kopersmelter te verhogen van een inzet van ca. 200.000 ton grondstoffen per jaar tot een inzet van 360.000 ton per jaar. Op basis van artikel 3, punt 30, d) van het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 maart 1989 houdende organisatie van de milieueffectbeoordeling van bepaalde categorieën van hinderlijke inrichtingen zijn installaties voor de vervaardiging, inclusief smelten, raffinage, trekken en walsen van non-ferrometalen met uitzondering van edele metalen, met een productiecapaciteit van 50.000 ton per jaar of meer m.e.r.-plichtig. De initiatiefnemer is Umicore Nv, site Hoboken, A. Greinerstraat 14 te 2660 Hoboken. Het kennisgevingsdossier is door de Cel Mer van de afdeling Milieu- en Natuurbeleid volledig verklaard op 14 december 2004. De ter inzagelegging liep van 3 januari tot 3 februari 2005 in de stad Antwerpen. Parallel hieraan werden de adviezen bij de administraties en openbare besturen gevraagd. Deze richtlijnen zijn opgesteld door de Cel Mer en hebben betrekking op de inhoudsafbakening van het MER. Ontvangen inspraakreacties en adviezen worden hierin meegenomen. 2. Vorm en presentatie Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de Cel Mer: - recent kaartmateriaal (bij voorkeur minimum A4-formaat) te gebruiken voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding en legende alsook een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst en literatuurlijst in het MER op te nemen. Door de keuze van het kaartmateriaal moeten de omringende activiteiten duidelijk zijn. Het is daarom aangewezen dat de omringende bedrijven met naam (en eventueel bedrijfsactiviteit) vermeld worden; - achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; - duidelijke figuren/productieschema's toe te voegen; - inkleuring van het bedrijfsterrein moet zichtbaar blijven Richtlijnen milieueffectrapportage Umicore NV (Prmer 106) Pagina 2 van 7
3. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming art.4.3.7. 1,1, a en b Het milieueffectrapport dient te worden opgesteld om bij de milieuvergunningsaanvraag en de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning gevoegd te worden. Het betreft een uitbreiding van de kopersmelter: het bouwen van een dubbele absorptie in de zwavelzuureenheid die de SO 2 in de procesgassen van de Kopersmelter omzet naar zwavelzuur, laat toe meer grondstoffen te verwerken. 4. Voorgenomen project en alternatieven art.4.3.7. 1,1,c, d en e De kennisgeving heeft op een voldoende wijze het voorgenomen project beschreven waarvoor een uitbreiding van de milieuvergunning wordt aangevraagd. De projectbeschrijving moet wel verduidelijkt worden aangaande volgende aspecten: Welke voorzorgen worden op het mengplein genomen inzake stofemissies? Welke voorzorgen zijn bij het transport van de opslagplaats naar de productiehallen? Worden er bij laad- en tapopeningen voorzieningen getroffen tegen diffuse emissies? Doelstellings-, lokatie- en uitvoeringsalternatieven zijn niet van toepassing. 5. Juridische en beleidsmatige context art.4.3.7. 1,f De kennisgeving heeft opgave gedaan van het juridisch/ beleidsmatig kader dat voor dit MER van belang is. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de projectrelevantie zich situeert en met name ook aangeven of de voorwaarde onderzoekssturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of de combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de huidige stand van zaken van de randvoorwaarden op te volgen. Er wordt aanbevolen om de matrix iets uitgebreider op te vatten in het rapport. 6. Bestaande toestand en milieueffecten 6.1. Bestaande toestand en ontwikkelingsscenario s art.4.3.7. 1,1, g Als referentiesituatie dient het gebied met de omgeving te worden beschreven. Per discipline wordt aangegeven welke de huidige milieuwaarden en milieukwaliteiten zijn. Deze referentiesituatie dient te worden aangevuld met de beslissingen, die worden verwacht te zijn uitgevoerd, vooraleer het voorgenomen project zal aanvangen. De kennisgeving geeft een goede beschrijving per discipline van de wijze waarop de referentiesituatie zal worden beschreven en welke bestaande gegevens daarvoor zullen gebruikt worden. Het MER heeft betrekking op de uitbreiding van de Kopersmelter. Zeer recent, in 2003, werd een MER opgesteld voor de hervergunning van de benedenfabriek (CAH/04/572). In dit MER werden naast de milieueffecten van de activiteiten van Umicore NV in het kalenderjaar 2002 ook de milieueffecten bij de vergunde capaciteit (maximalistische situatie) bepaald en beoordeeld. Richtlijnen milieueffectrapportage Umicore NV (Prmer 106) Pagina 3 van 7
Vanuit dit oogpunt en het feit dat de productieomstandigheden en emissies van de installaties niet of nauwelijks gewijzigd zijn, wordt de maximalistische situatie uit het MER als referentiesituatie weerhouden. Mogelijke effecten van de aanlegfase worden ook beschreven. Bij elke discipline zal bij de beschrijving van de referentiesituatie aandacht besteed worden aan de opvolging en evaluatie van de milderende maatregelen geformuleerd in het MER/CAH/04/572. Relevante ontwikkelingsscenario s dienen te worden uitgewerkt. Richtlijnenboek m.e.r. Deel 2 geeft verdere aanbevelingen met betrekking tot het gebruik van deze begrippen en de invulling ervan. Tijdens het opstellen van het MER dient ook gebruik gemaakt te worden van de disciplinespecifieke delen van het Richtlijnenboek m.e.r. meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (bronnen van) Basisinformatie, (afbakening van het) Studiegebied en (analyse van de) Referentiesituatie. 6.2. Milieueffecten en milderende maatregelen art.4.3.7. 1,2, a, b, c De kennisgeving geeft een goede beschrijving per discipline van de wijze waarop de effecten zullen worden onderzocht en beoordeeld en geeft aan dat in functie van het effectenonderzoek milderende maatregelen zullen worden voorgesteld en uitgewerkt. Belangrijk hierbij is dat in de tekst van het MER voor elke onderzochte effectgroep duidelijk de gebruikte methodologie wordt uiteengezet en dat er wordt gestreefd naar een maximale kwantitatieve beschrijving van het effect. Binnen elke discipline moet het gehanteerde toetsingskader worden aangegeven. Tevens zal aangegeven worden op basis van welke criteria een effect als significant of als niet significant beoordeeld wordt. Dit wordt zo aangegeven voor de disciplines Lucht en Water. Dit zal ook voor de andere disciplines opgemaakt worden. Indien uit de vergelijking van de emissies in het jaar 2004 en de emissies ten gevolge van de maximalistische situatie significante verschillen optreden, zal door de deskundige een nieuwe impactbepaling en -beoordeling uitgevoerd worden. Indien er geen significante verschillen optreden, blijft de impactbepaling - en beoordeling uit het MER van 2003 van toepassing. Bij de discipline Lucht zal uitgebreid gemotiveerd worden waarom het aspect geur in dit rapport niet uitgebreid zal behandeld worden. De richtlijn van het Europees Parlement en de Raad (2004/107/EG) betreffende As, Cd, Hg, Ni en PAK's in de lucht moet opgenomen worden in het toetsingskader (http://europa.eu.int/eur-lex/nl/search/search_lif.html) Voorlopige of definitieve conclusies uit de studie aangaande de beperking van de diffuse emissies (opgelegd als bijzondere voorwaarde bij de hervergunning) zullen meegenomen worden bij het bepalen en beoordelen van de diffuse emissies. Voor de discipline Water zal een duidelijke waterbalans worden opgesteld waaruit een afstemming tussen opgenomen en geloosde debieten blijkt. Bij de discipline 'Bodem' moet wanneer er relevante wijzigingen verwacht worden in de depositie van zware metalen in de wijk Moretusburg een herberekening uitgevoerd worden van de tijdspanne waarna de bodem als gevolg van deze depositie een gehalte aan zware metalen zal vertonen dat overeenkomt met de bodemsaneringsnormen voor woongebied. Richtlijnen milieueffectrapportage Umicore NV (Prmer 106) Pagina 4 van 7
In de discipline 'Geluid' zal onderzocht worden of er tonale componenten voorkomen. Vermits volgens de initiatiefnemer geen geluidsbronnen bijkomen, moet onderzocht worden of de toename in frequentie van de werking van de bestaande geluidsbronnen een significant effect heeft op het huidige specifieke geluid. Het toekomstige specifieke geluid van de site Hoboken zal getoetst worden aan de toepasselijke geluidsvoorwaarden. Bij de discipline Fauna en Flora zal er nagegaan worden of er recent nieuwe gegevens beschikbaar geworden zijn aangaan de inrichting van het natuurgebied Kruibeke-Bazel- Rupelmonde evenals over de impact van zware metalen op fauna en flora. In de discipline 'Mens' zal de risicopopulatie gedetailleerd uitgewerkt worden. De effecten moeten zo veel mogelijk gekwantificeerd worden waarbij bijzondere aandacht geschonken wordt aan de kinderen. Bij de effectbespreking zal er een onderscheid gemaakt worden tussen carcinogene en nietcarcinogene effecten. Eventuele communicatie-inspanningen moeten opgelijst en besproken worden. Cumulatieve effecten dienen te worden onderzocht met name zal dienen te worden nagegaan in welke mate omliggende activiteiten gelijkaardige milieueffecten genereren. Tijdens het opstellen van het MER dient gebruik gemaakt te worden van de disciplinespecifieke delen van het Richtlijnenboek m.e.r. meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (karakterisering van de) Effectgroepen, Effectuitdrukking en Beoordelingscriteria, en (analyse van de) Geplande situatie. 6.3. Vergelijking van de alternatieven art.4.3.7. 1,2, e Er zijn geen reële alternatieven die in het MER zullen onderzocht worden. De gebruikte productieprocessen zullen wel afgewogen worden tov de BBT voorgesteld in BREF-documenten en Vlaamse BBT-studies. De dubbel contact eenheid zal getoetst worden aan het BBTprincipe. In functie van de resultaten van het effectenonderzoek kunnen bijkomende alternatieven geformuleerd worden, eventueel onder de vorm van milderende maatregelen. 7. Leemten in de kennis art.4.3.7. 1,4 Het MER dient opgave te doen van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze leemten kunnen opgedeeld worden naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid dient gemaakt tussen leemten m.b.t. project, m.b.t. inventaris en aangaande methode en inzicht. Het MER zal eveneens aangeven hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. 8. Monitoring en evaluatie art.4.3.7. 1,2, d Richtlijnen milieueffectrapportage Umicore NV (Prmer 106) Pagina 5 van 7
In het MER zal per discipline aangegeven worden of er eventueel opvolgingsmaatregelen voor te stellen zijn, bijvoorbeeld vanuit de milieuvergunningsreglementering. 9. Integratie en eindsynthese art.4.3.7. 1,2, e In een afzonderlijk deel zal het rapport een disciplineoverschrijdende, leesbare samenvatting geven over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. 10. Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen art.4.3.7. 1,3 In dit hoofdstuk geeft het rapport aan welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit. Indien dit nog niet bij de projectbeschrijving het geval is geweest, zal in dit hoofdstuk aangegeven worden welke materialen voor dit project zullen worden gebruikt. De aspecten van ketenbeheer kunnen hierin verder aan bod komen met opgave van de aanvoerlijnen en van de afzetmogelijkheden. 11. Niet-technische samenvatting art.4.3.7. 1,5 De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat zij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Figuren, kaarten of tekeningen dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. Tenslotte wordt aanbevolen tijdens het opstellen van het rapport contact te houden met de Cel Mer en met de overige instanties, in het bijzonder in functie van de verwerking in het MER van hun adviezen. 12 februari 2005, ir. M. CHERRETTE Afdelingshoofd Richtlijnen milieueffectrapportage Umicore NV (Prmer 106) Pagina 6 van 7
Bijlagen Bijlage 1: Bekendmaking en ter inzagelegging stad Antwerpen Bijlage 2: Lijst van inspraakreacties geen Bijlage 3: Lijst van reacties administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen Bijlage 3: De volgende instanties hebben schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen bezorgd: AMINAL, Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, Sectie Lucht AMINAL, Afdeling Natuur Antwerpen en Oost-Vlaanderen AMINAL, Afdeling Milieuvergunningen VMM, sectie lucht Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg Stad Antwerpen, Milieudienst CLW De volgende instanties hebben laten weten dat ze geen schriftelijke opmerkingen hebben op het kennisgevingsdossier: OVAM De Gouverneur van de Provincie Antwerpen Van de volgende instanties hebben we geen reactie ontvangen: AMINAL, Afdeling Land AMINAL, Afdeling Water Antwerpen AMINAL, Afdeling Bos en Groen AMINAL, Afdeling Algemeen Milieu - en Natuurbeleid, Cel VR Afdeling Natuurlijke rijkdommen en Energie VMM, Buitendienst Mechelen AROHM, Afdeling ROHM Antwerpen, Cel Monumenten en Landschappen AROHM, Afdeling ROHM Antwerpen, Cel Ruimtelijke Ordening VMM, Buitendienst Mechelen Richtlijnen milieueffectrapportage Umicore NV (Prmer 106) Pagina 7 van 7