AV Lichamelijke opvoeding AV Sport (topsport ruitersport) Basisvorming Specifiek gedeelte. tweede en derde graad. eerste en tweede leerjaar

Vergelijkbare documenten
Advies over de Decretale Specifieke Eindtermen Topsport (ASO en TSO)

Lichamelijke opvoeding: leerlijnen leerplandoelen en leerinhouden 1 ste 2 de 3 de graad

DOELENKADERS 1 ste 2 de 3 de graad: leerlijnen (resultaatsverplichting - *inspanningsverplichting)

19/12/2010. Vakconcept LO. Soorten ET/OD. Vakgebonden ET/OD LO. Vakconcept LO. Eindtermen/Ontwikkelingsdoelen. Regiovergaderingen LO

Jaarplan Jaarplan LO 5SV Patteet Gina

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

AV Lichamelijke opvoeding AV Sport (topsport kunstschaatsen)

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1

Het opleidingsschema voor menners. Ad Aarts

SECUNDAIR ONDERWIJS. tweede en derde graad. eerste en tweede leerjaar. Basisvorming en specifiek gedeelte

AV Lichamelijke opvoeding. AV Sport (topsport voetbal)

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Basis van de dressuur

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Lichamelijke opvoeding en de vakoverschrijdende eindtermen (VOET) en ontwikkelingsdoelen (VOOD)

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Niveau s van de sportlessen

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011

AV Lichamelijke opvoeding AV Sport (topsport zeilen)

AV Lichamelijke opvoeding AV Sport (topsport tafeltennis)

SECUNDAIR ONDERWIJS. tweede en derde graad. eerste en tweede leerjaar. Basisvorming en specifiek gedeelte

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Bijlage - Selectiecriteria Golf schooljaar

Plaats Datum. Ruiter Paard

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

AV Lichamelijke opvoeding AV Sport (topsport taekwondo)

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Gemeentelijke Instituut so te Brasschaat

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Niveau s van de sportlessen

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Op weg naar evenwicht.

Jaarcursus Train je paard in balans

AV Lichamelijke opvoeding AV Sport (topsport tafeltennis)

Balans en Springen Thema Januari

Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) A-BREVET

KNSB Verenigingsdag. Papendal, 3 oktober 2015 MJOP

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Gemeentelijke Middenschool te Brasschaat

Gezien het bovenstaande zijn kunstvakken direct of indirect betrokken bij het nastreven van vakoverschrijdende

SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) A-BREVET

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Topsportschool

Opvoedingsproject. Nieuwen Bosch Humaniora Gent

Selectiecriteria Tafeltennis. augustus 2017

SECUNDAIR ONDERWIJS. tweede en derde graad. eerste en tweede leerjaar. Basisvorming + specifiek gedeelte

EINDTERMEN (ET) LICHAMELIJKE OPVOEDING LAGER ONDERWIJS

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

REGLEMENT Dd 7/3/2018

Overzicht trainingsfasen:

Rijtechniek Springen. Fases van de sprong en verlichte zit

Ontwikkelingsdoelen. 1. Motorische competenties. Fundamentele basiscompetenties Lichaams- en bewegingsbeheersing. Lichaams- en bewegingsorganisatie

Vlaamse Taekwondo Bond v.z.w. H. Van Veldekesingel 150/73 B-3500 Hasselt [M] +32 (0) [F] +32 (0)

Bijzonder topsportconvenant

AV Lichamelijke opvoeding AV Sport (topsport tennis)

AV Lichamelijke opvoeding AV Sport (topsport: golf)

ASPRAKEN BIJ HET AFNEMEN VAN KLASSIEKE RUITERBREVET EXAMENS (= slagingscriteria ruiterbrevet A&B) RUITERBREVET A

Vlaamse Taekwondo Bond v.z.w. H. Van Veldekesingel 150/73 B-3500 Hasselt [M] +32 (0) [F] +32 (0)

COMPLEMENTAIR GEDEELTE

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Don Bosco-Instituut ASO/TSO/BSO te Dilbeek

Onderzoekscompetenties. Schooljaar GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan Wetteren

SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) ALGEMEEN

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

HET TOPSPORTCONVENANT

Long Term Player Development. Meer voetbal-atleten opleiden

Opleidingsplan Keepers FC Maasland NO

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

Onderzoek naar het topsportklimaat in Vlaanderen

VISIE, OPLEIDINGSSTRUCTUUR EN SELECTIEPROFIELEN. Visie afdeling wedstrijdzwemmen ZV WESTLAND

Het nieuwe topsportconvenant

Plaats Datum. Ruiter Paard

Vaardigheid en springen februari 2019

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Bewegingsonderwijs en sport (PO - vmbo)

KARATE CODE Voor de karateka jonger dan 12.

GSO 1 e graad TOPSPORT AV LO BV (2/2 lt./w) + AV Sport CG (4/6 lt/w) 1 (1ste jaar: 4 lestijden/week, 2de jaar: 6 lestijden/week)

DOELSTELLINGEN. Competitie K-M1-M2-B1-B2-B3

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN

Eindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Huiswerkbeleid

Individueel voorbereiding schema Ksk Ronse jeugdacademie

Zaterdag 21 maart 2015 Informatiesessie KidsTennis 1

Dominique Filion s prestatiemix

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Trainingsplan Jeugd, seizoen 2015/2016 ZWEM- EN POLOVERENIGING DOOR WATER FIT SLIEDRECHT

Bewegen en sport. Bron: 1. Bewegen en sport

Blessurepreventie. Secundaire preventie heeft betrekking op het tijdig herkennen en behandelen van klachten of banale letsels om erger te voorkomen

GWT: Gemeenschappelijke werktijd

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week

Gezondheidsbeleid: visie van onze school

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!

Functiebeschrijving : Leermeester lichamelijke opvoeding

Profilering derde graad

Herk Sport: Jouw Club voor Passie & Plezier

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

Technisch beleid HVV Tubantia Visie op talent, spelprincipes, coachen en trainen

Transcriptie:

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vakken: AV Lichamelijke opvoeding AV Sport (topsport ruitersport) Basisvorming Specifiek gedeelte 2/2 lt/w 10/10 lt/w Studierichtingen: Studiegebied: Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: Wetenschappen-topsport (ASO 2), Handeltopsport (TSO 2), Topsport (TSO 2), Moderne talen-topsport (ASO 3), Wetenschappentopsport (ASO 3), Wiskunde-topsport (ASO 3), Handel-topsport (TSO 3), Topsport (TSO 3) Sport ASO/TSO tweede en derde graad eerste en tweede leerjaar Leerplannummer: 2007/005 (vervangt 2006/141) Nummer inspectie: 2006 / 95 // 1 / T / BS / 2H / II / / D/ 2006 / 96 // 1 / T / BS / 1 / III / / D/ (vervangt 2006 / 95 // 1 / T / BS / 1 / II / / V/08) Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 1 INHOUD Inhoud...1 Visie...2 Beginsituatie...4 Algemene doelstellingen...5 Leerplandoelstellingen...9 Leerinhouden... 19 Pedagogisch-didactische wenken en timing... 27 Minimale materiële vereisten... 45 Evaluatie... 46 Bibliografie... 48

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 2 VISIE 1 Algemene visie van de topsportsector Een integrale en gestructureerde topsportopleiding en begeleiding gaat steeds uit van de leerlijn van de sport waarbij de verschillende ontwikkelingsfasen tot het topsportniveau worden gedefinieerd en vastgelegd. Decretale specifieke eindtermen topsport vertrekken vanuit de sportbeoefening, maar hebben als eindpunt het behalen van prestaties op hoog internationaal niveau. Ze dienen dus enerzijds rekening te houden met de elementen uit het wetenschapsdomein Sport en anderzijds met de integrale topsportopleiding en begeleiding vastgelegd in de leerlijnen. De decretale specifieke eindtermen topsport beogen: - het verwerven van achtergrondinformatie en theoretische inzichten met betrekking tot sport en het eigen presteren in het bijzonder; - het ontwikkelen van polyvalente motorische competenties van een internationaal niveau door middel van intensieve sportbeoefening; - het onderkennen van het belang van sportbeoefening voor zichzelf, in relatie met de anderen en voor de samenleving. De specifieke eindtermen topsport worden gerealiseerd door middel van de gekozen topsport. De toegang tot de pool topsport wordt echter bepaald door een externe selectiecommissie, waarin vertegenwoordigers zetelen van de betrokken sportfederatie, het BLOSO en het BOIC. Topsport in het secundair onderwijs wordt altijd aangeboden in samenhang met de eindtermen lichamelijke opvoeding uit de basisvorming. De specifieke eindtermen topsport en de eindtermen lichamelijke opvoeding vormen dus zowel in de tweede als in de derde graad een geïntegreerd geheel. 2 Sport heeft in onze samenleving een vaste stek gevonden. Topsport vervult een belangrijke maatschappelijke functie in ons dagelijks leven. Haar betekenis laat zich schetsen vanuit drie dimensies: - de individuele ontplooiing van jongeren met een uitzonderlijk sportief talent; - de sociaal-culturele dimensie: topsport zorgt niet alleen voor topamusement. Topsport levert ook een bijzonder sterke bijdrage aan de passieve recreatie en de sociale cohesie en integratie in onze samenleving; - de economische betekenis van topsport voor de samenleving, die zowel in financiële zin als op het gebied van de werkgelegenheid is gegroeid mede dankzij de sterk gestegen publieke belangstelling. De kwaliteit van de sportprestaties is de laatste jaren sterk toegenomen. Dit is zeker het gevolg van het verhogen van zowel de kwantiteit als van de kwaliteit van de training. De moderne sporters trainen niet alleen veel meer, ze trainen ook veel intensiever, ze trainen veel rationeler en dit op een wetenschappelijk verantwoorde manier! Vele Vlaamse sportfederaties sloten al een topsportconvenant af met een Vlaamse topsportschool voor de 2e en de 3e graad. Door de instroom van de aspirant-leerlingen topsport uit te breiden naar de eerste graad en de basisschool kan iedere sportfederatie i.f.v. de noden op het ideale moment starten met de meer professionele begeleiding. Met het aanbieden van topsport willen we talentrijke sportieve jongeren de mogelijkheid bieden om een kwaliteitsvolle sportspecifieke opleiding (tactisch, technisch, conditioneel en mentaal) in relatie tot een gereglementeerde studieloopbaan te volgen met maximale kansen tot slagen.

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 3 Aan vakken van de basisvorming wordt niet geraakt, de toekomst van deze leerlingen mag niet gehypothekeerd worden. Indien deze jongeren uiteindelijk niet voor een topsportcarrière in aanmerking komen, omdat zij de vooropgestelde sportieve einddoelen niet behaalden, blijven wij hen een studiecarrière met toekomst garanderen. Hoofddoel is de leerlingen op deze jeugdige leeftijd degelijk voor te bereiden op de zwaardere fysieke en mentale belastingen welke zij zullen ondervinden in hun specifieke topsportopleiding en om een evenwicht te vinden tussen topsport en studie. 3 Sportspecifieke visie De Vlaamse Liga Paardensport vzw wil talentrijke jongeren optimale kansen bieden om zich te ontwikkelen tot topsporter. Via de topsportschool krijgen deze jongeren een kwaliteitsvolle opleiding in hun olympische discipline van de paardensport (jumping, dressuur of eventing). Er wordt niet alleen aandacht besteed aan het sportieve aspect, ook de studies worden met zorg behandeld. Dit om de toekomst van de topsportleerling in alle mogelijke facetten te garanderen. Zo wordt er binnen het pakket van 12u topsport paardrijden ook 2u Lichamelijke Opvoeding voorzien om de leerlingen de kans te geven later eventueel regentaat of licentiaat LO te studeren. Tevens vormt het aanbod van motorische vaardigheden uit diverse sporten een ondersteuning voor de specifieke paardrij-trainingen. Een keuze uit een brede waaier van algemene gekende en ongekende sporten zorgt voor een blijvende motivering van de leerlingen. We denken hierbij aan bewegingsopvoeding die gericht is op een zinvolle sportbeleving waarbij bewegingsvreugde wordt ervaren en die daarnaast ook aandacht schenkt aan het zich ontplooien op een expressieve manier, het ontwikkelen en onderhouden van een gezonde levensstijl, het leren ontdekken van de waarde van het bewegen en graag bewegen, een preventieve gezondheidsopvoeding, houdingsopvoeding, rugscholing, relaxatie alsook veiligheid voor zichzelf en dat van anderen (zowel personen als paarden), het leren omgaan met de paarden en met andere sporters/ruiters, het ontwikkelen van het zelfconcept en het leggen van sociale contacten, het adequaat handelen in verschillende bewegingscontexten zoals verkeer, recreatie, gezondheid, het verwerven van kennis en inzicht in bewegen Als de leraar erin slaagt de leerstof op een zo aantrekkelijk mogelijke manier aan te bieden dan kunnen cognitieve en socio-affectieve doelstellingen gestimuleerd worden. Men mag van de leerlingen verwachten dat ze streven naar een zekere vorm van welbevinden in de les L.O. en de specifieke trainingen zonder dat evenwel 'het leren' uit het oog wordt verloren. Dat leren ligt in deze onderwijsvormen ook op cognitief- en attitudevlak maar uiteraard in de eerste plaats is het een leren op motorisch en fysiek vlak. Lenigheid, kracht en evenwicht zijn belangrijke componenten om het paard op de beste manier te kunnen berijden. De ruiter berijdt het paard en zorgt dat het paard in optimale toestand is. Dit houdt in dat de ruiter het paard moet trainen op een manier waar het paard nood aan heeft. Dit leerplan wil een leerlijn uitstippelen voor de ruiter 1, maar uiteraard hangt er veel af van de ontwikkeling van de paarden die ter beschikking staan van de ruiter. 1 Onder ruiter of leerling wordt in dit leerplan verstaan zowel een ruiter ( ) als een amazone ( ).

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 4 BEGINSITUATIE Om toegelaten te worden tot de topsportschool moet de leerling een topsportstatuut hebben en dus voldoen aan de beoordelingscriteria voor de toekenning van een topsportstatuut. Deze beoordelingscriteria kunnen door de selectiecommissie herzien worden. Bij de beoordeling wordt gekeken naar de reeds geleverde prestaties van de leerling, naar het toekomstperspectief en naar de capaciteiten van de leerling. De leerlingen die geselecteerd worden voor de topsportschool moeten in België tot de absolute top van hun leeftijdscategorie behoren. Zij moeten sportief in staat zijn om geselecteerd te worden voor het Europees Kampioenschap in hun categorie en moeten de inhoud van dit leerplan volledig kunnen verwerken. Naast de feeling moeten de jongeren, ruiter zijn, in hart en nieren en bereid zijn hun tijd te besteden aan de paardensport. De beoordelingscriteria voor de toekenning van een topsportstatuut kunnen elk jaar aangepast worden. Daarom zijn de specifieke criteria hier niet vermeld, maar deze kunnen altijd geraadpleegd worden op de website www.vlp.be. Er zijn sportoverschrijdende en sportspecifieke criteria. De ruiters worden geselecteerd door de commissie dressuur, eventing of jumping van de VLP 1. Deze selectie wordt definitief goedgekeurd door de selectiecommissie. 1 VLP: Vlaamse Liga voor Paardensport

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 5 ALGEMENE DOELSTELLINGEN 1 Motorische competentie: motoriek, fysiek, perceptie - Het ontwikkelen van de motorische vaardigheden met gebruik van de juiste techniek. - Individueel en in groep bewegingen en acties kunnen uitvoeren met inzicht en vaardigheid. - Het inzetten van motorische vaardigheden en fysieke bekwaamheden om op het gepaste moment te komen tot sportefficiënte bewegingsuitvoeringen in de discipline. - Kennis van en inzicht in de uitgevoerde bewegingen en acties kunnen tonen. - Taakgericht werken en het belang ervan ervaren voor esthetisch-expressieve en/of sportefficiënte beweging in verschillende omstandigheden. - Bij bewegingsuitvoeringen aandacht hebben voor de samenhang van kwalitatieve aspecten. 2 Motorische competentie: leren en sturen - De bewegingsuitvoering kunnen bijsturen en optimaliseren bij zichzelf en anderen en aanpassen aan het paard. - Toelichting kunnen geven m.b.t. trainingsdoelen. - Zelfstandig kunnen oefenen en reflecteren in het belang van de individuele prestatie en de combinatie ruiter-paard. - Vanuit eigen bewegingservaringen en lichaamssignalen de eigen neergezette prestaties herkennen, inschatten en verbeteren. 3 Gezondheid en veiligheid - Inzicht hebben op de invloed van bewegingen op de fysieke, mentale en sociale gezondheid duiden en vergelijken met andere factoren, die de gezondheid beïnvloeden. - Het ontwikkelen van een optimale fitheid gebaseerd op uithouding, lenigheid en snelkracht. - Het kennen en toepassen van de belangrijke principes van veiligheid, blessurepreventie, voeding en lichaamshouding bij de eigen sportbeoefening. - De principes van medisch verantwoordsporten kunnen toepassen. - Evenwicht nastreven tussen de sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid, met een controle hiervan door een correcte interpretatie van meetresultaten.

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 6 4 Zelfconcept en sociaal functioneren - Ervaren dat motivatie, bewegingsvreugde, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij topsportbeoefening, sportbeleving en sportief presteren. - Mentale vaardigheden en routines kunnen gebruiken om progressies te maken in het omgaan met spanning, stress, het behouden van controle... met het oog op een esthetisch-expressieve en/of sportefficiënte beweging. - Samenwerking en teamvorming realiseren. - Sociaal aanvaardbaar gedrag vertonen op vlak van fair play, loyaliteit, regelgeving, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen, opmerkingen en gevoelens. - Ervaren dat topsportbeoefening bijdraagt tot sociale interacties. 5 Samenleving - Zich kunnen informeren over organisaties en netwerken, die het topsportlandschap sturen. - Op een positieve wijze kunnen omgaan met externe factoren, zoals media en toeschouwers, juryleden, stewards, paardeneigenaren, grooms - Zich kunnen informeren over verdere studiemogelijkheden. - Zich kunnen informeren over arbeidswetgeving en verzekeringsproblematiek, eigen aan de topsport. - Kunnen ervaren, via eigen sportbeoefening en sportbeleving, dat topsport verweven is met, en effecten heeft op andere maatschappelijke domeinen. 6 Onderzoekscompetentie - Zich kunnen oriënteren op een onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken. - Ter ondersteuning van de bewegingspraktijk een onderzoeksopdracht over sportthema s kunnen voorbereiden, uitvoeren en evalueren. - De onderzoeksresultaten en conclusies kunnen rapporteren en ze kunnen confronteren met andere standpunten. 7 Vakoverschrijdende doelstellingen - Probleemoplossend kunnen werken, individueel of in groep. - Oorzaken van slagen en mislukken kunnen aangeven en hiermee kunnen omgaan. - De toestand van de paarden kunnen inschatten en hierop gepast reageren. - Het ontwikkelen van een positief zelfbeeld. - Kunnen leiding geven en aanvaarden, verantwoordelijkheid nemen. - Het tonen van luisterbereidheid bij conflicten. - Respect en waardering uitdrukken voor anderen, pestgedrag vermijden. - Ordelijk, systematisch en regelmatig oefenen. - Een goede hygiëne en verzorging nastreven. - De richtlijnen van een gezonde voeding kennen en hanteren. -...

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 7 Wij wensen de leerplangebruiker erop te wijzen dat deze lijst met vakoverschrijdende doelstellingen zeker niet limitatief is en slechts enkele sportgerelateerde voorbeelden bevat uit de verschillende vakoverschrijdende thema s. De uitbreiding van deze lijst is sterk afhankelijk van de aanpak van de individuele leraar alsook van de projecten opgezet door de vakgroep en/of door de school. 8 Doelstellingen topsportopleiding paardrijden 8.1 Combinatie topsport en studie - De talentvolle en beste ruiters van Vlaanderen via een selectiesysteem samenbrengen in een kwaliteitsvolle topsportafdeling van een topsportschool. - De leerlingen een leerpakket aanbieden waarbij studie en topsport harmonieus verdeeld worden met het oog op een latere: uitbouw van een topsportcarrière als professionele ruiter; uitbouw van een kwaliteitsvolle sportieve carrière als amateurruiter op Europees en wereldniveau in combinatie met een professionele (eventueel halftijdse) loopbaancarrière. - De leerlingen in optimale accommodatieomstandigheden brengen om: de paardensport perfect te trainen en uit te oefenen; studies optimaal af te werken. - De leerlingen de mogelijkheid aanbieden om de beschikbare tijd optimaal te gebruiken: via lessentabel tijdens de schooluren; via invulling vrije tijd na de schooluren; via stages (binnen- en buitenland) en deelname aan wedstrijden (nationale en internationale). - De leerlingen informeren over de verdere toekomstmogelijkheden (studies verder zetten op universitair of hoger niet-universitair niveau). - Om te kunnen beantwoorden aan de hierboven vermelde doelstelling, is de vorming van de leerling-topsporter in 2 niveaus verdeeld: 2e graad: gewoontevorming en verwerking van het trainingsvolume en evolutie aan de hand van de beschikbare toppaarden (leren trainen en technische kennis vergaren); 3e graad: vervolmaking van de bewegingen op een hoger niveau (verfijning en automatisering van de diverse technieken en toepassen van het herhalingsprincipe en ervaring opdoen). - Het resultaat van de vorming van een jonge ruiter om het allerhoogste competitieniveau te bereiken is afhankelijk van zijn beschikbare paarden, zijn talent en de mogelijkheid om nieuwe bewegingen correct en vlug toe te passen. - Zonder de nodige trainingsuren met de verschillende paarden zal het vooropgestelde einddoel nooit bereikt worden. Uiteraard wordt de juiste hoeveelheid training bepaald door de noden van de paarden en het aantal verschillende paarden. Er moeten meerdere paarden opgeleid worden zodat er teruggevallen kan worden op meerdere paarden. - De leerlingen trainen onder deskundige begeleiding paardrijden: technisch, mentaal,

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 8 medisch (paarden en ruiter). 8.2 Persoonlijkheidsontwikkeling De verwachtingen zijn hoog binnen de topsportschool, zowel op sportief als op studievlak. De studie is heel belangrijk om als leerling-topsporter te kunnen slagen. De combinatie studie en topsport vergt enorm veel inzet, doorzettingsvermogen en motivatie. De voorbereiding op een carrière van topsporter vergt echter nog meer van de leerling. Hij/zij fungeert als voorbeeldfunctie, ambassadeur en staat steeds in het middelpunt van de belangstelling zowel in het dagelijks gebeuren als op sportief gebied. De school en haar lerarenteam trachten een begeleidende en opvoedende taak tot een goed einde te brengen bij de uitbouw van: zijn/haar persoonlijkheid; zijn/haar zelfstandigheid; zijn/haar zelfdiscipline; zijn/haar maturiteit. 8.3 Het respecteren van de polyvalentie en de aandacht voor de eindtermen - De invulling van de eindtermen gebeurt op een uitgebreide en adequate wijze. Op die manier durven we zeggen dat de opleiding Topsport Paardrijden beantwoordt aan een polyvalente opleiding. - Het aspect fysieke conditie komt aan bod voor paard en ruiter en dekt ladingen als uithouding, weerstand, kracht, snelheid, lenigheid 8.4 Niveaus in plaats van leerjaren In dit leerplan wordt gepraat over de 2e en 3e graad zoals gebruikelijk is bij de algemene leerplannen LO Het nodige niveau van de ruiter en combinatie ruiter-paard hangt af van de categorie ponyruiter (tot 16 jaar), juniorruiter (met een paard tot 18 jaar), youngrider (met een paard van 18 jaar tem 21 jaar). Het verschil tussen de 2e en de 3e graad voor een juniorruiter bestaat hierin dat in de 2e graad de basis gelegd wordt op juniorniveau terwijl in de 3e graad gewerkt wordt op basis van herhalingen met als resultaat een verfijning en automatisering van de bewegingen en het vergroten van kennis en wedstrijdervaring. Een leerling die in de 2e graad zou moeten overzitten, kan toch overgaan naar de 3e graad wat de sporttrainingen betreft. De trainingen voor de 2e en 3e graad worden gezamenlijk georganiseerd. Via een gedifferentieerde aanpak kan elke leerling en combinatie ruiter-paard op zijn/haar niveau de vooropgestelde trainingsdoelen bereiken. 8.5 Vakoverschrijdende doelstellingen - Internationalisering Wedstrijden Naast de deelname aan de nationale wedstrijden wordt op regelmatige basis deelgenomen aan internationale wedstrijden met als doel de leerling-topsporter enerzijds ervaring te laten opdoen in dergelijke wedstrijden en anderzijds om internationale prestaties neer te zetten en aldus de ruiters optimaal voor te bereiden op een professionele carrière. Daarnaast leveren deze momenten meer dan gewone culturele- en taalervaringen op. Stages Tijdens het jaar worden meerdere stages georganiseerd.

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 9 LEERPLANDOELSTELLINGEN ET LO 1 Tweede graad DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: A. Motorische competentie: motoriek, fysiek, perceptie 6-7 1 kunnen conditioneel een wedstrijd op behoorlijk hoog niveau uitvoeren. Ze: - leren en begrijpen de nodige technieken; - leren de gepaste bewegingen uitvoeren ; - leren mentaal aan om met goede en slechte prestaties om te gaan; - leren hun paard van begin tot einde correct verzorgen. 7-8 2 leren op basis van inzicht tactische oplossingen brengen die adequaat zijn aan de probleemstelling. 6-8-17 3 leren op elk moment onder druk een goede keuze maken, rekening houdend met de omstandigheden van het moment, het gevraagde niveau, de toestand van de bodem, de prestaties van de andere deelnemers, inschatting van de te nemen risico s. Dit alles zal meer tot ontwikkeling komen door ervaring op te doen. 1-3 leren om geleerde bewegingsvaardigheden te transfereren en toe te passen in andere bewegingsactiviteiten. 10 3 hangen, steunen, klimmen, zwaaien en draaien in verschillende situaties. 11 3 aangepaste vormen van springen, werpen en lopen in verschillende situaties beheerst uitvoeren. 13 3 veilig vallen en landen in verschillende situaties. 14 3 scoren, aanvallen en verdedigen binnen minstens een doelspel. 15 3 scoren, aanvallen en verdedigen binnen minstens een terugslagspel. 16 3 ritmische bewegingsvormen uitvoeren gekoppeld een houdings-, ruimte- en tijdsbesef.

ET LO ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 10 DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: 9 4 leren inzicht te krijgen in de sporttak paardrijden door: - zelf grenzen te trekken en zichzelf en hun paarden te sturen in eender welke wedstrijdsituatie - kennis van de nodige bewegingen en via de aangeleerde routines de juiste handelingen uit te voeren - het toepassen van de meest aangewezen en correcte techniek of tactiek in training- en wedstrijdsituaties - een juiste interpretatie te geven van een correcte lichaamshouding, opwarming en cooling-down, stabilisatie 8-10-11-12 5 leveren op een efficiënte manier prestaties zodat het eindresultaat dat van de andere deelnemers overstijgt. 11-12-16 6 beschikken over juryprotocols waardoor ze hun bewegingsopdrachten kunnen analyseren, waarbij de stijl van ruiter en paarden gequoteerd worden. Na de bespreking met de trainers moeten ze de oorzaken van foutieve bewegingen leren onderkennen. In de derde graad kunnen leraren tijdens de didactische oefeningen aantonen waarom bepaalde bewegingsopdrachten, die ze als doelstelling in hun les opnamen, niet of volledig bereikt werden. B. Motorische competentie: leren en sturen 4-5-6-11 7 leren goede en slecht uitgevoerde bewegingen te onderscheiden, de uitgevoerde bewegingen corrigeren en dit zowel bij zichzelf als bij de anderen door: - de techniek van een uitgevoerde beweging te kunnen beschrijven en analyseren; - het begrijpen van de gedragingen van het paard in bepaalde situaties; - aangepaste oefenvormen te zoeken en in te oefenen. leren alle aangeleerde technische en tactische vaardigheden automatisch toepassen in het geheel van een proef. 8 leren toelichting te geven bij de gekozen techniek of tactiek. leren tijdens plat werk alle dressuurmatige oefeningen samen uitvoeren en zo leren ze voldoende ruimte te gebruiken om efficiënt te werken zonder de andere te storen. 1-3-4 9 leren op hun niveau zelfstandig oefenen. Zij worden in staat geacht om hun kunnen productief te maken in functie van de groep en/of het belang van de individuele prestatie. streven naar een perfecte zit dmv coördinatie, vormspanning en evenwicht. De ruiter mag tijdens alle bewegingen van het paard (galopperen, wenden, springen en landen) nooit zijn balans verliezen om het paard niet te storen in zijn beweging. Tijdens de gymnastiek zal de doelstelling vormspanning en evenwicht geaccentueerd worden.

ET LO ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 11 DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: 5 10 gaan bij zichzelf na of er al dan niet vorderingen zijn gemaakt (zich naar waarde inschatten en verbeteren). Door het luisteren naar de lichaamssignalen zal in functie hiervan gehandeld worden. C. Gezondheid en veiligheid 18 11 begrijpen dat sportprestaties niet alleen het resultaat zijn van training alleen, maar ook in verhouding staan met het mentale evenwicht en sociale gezondheid en de gezondheid van het paard. 22*-23* 12 begrijpen dat rust en relaxatie even belangrijk zijn als trainen. Zij beseffen eveneens dat stabilisatie, herstellend trainen, stretching, opwarming en cooling-down en het werken aan de specifieke conditie van ruiter en paard(en) onontbeerlijk zijn om topprestaties te leveren. 1-2-13-20 13 leren de gevaren en risico s van bewegingssituaties inschatten en herkennen onveilige situaties. Zij kunnen door afspraken en regels na te leven verantwoordelijkheden opnemen in situaties omtrent de veiligheid van zichzelf, het eigen paard en de andere ruiters en hun paarden. Zij besteden in alle rijsituaties steeds aandacht aan hun veiligheid en die van anderen. De ruiters: - dragen steeds een gesloten helm; - gebruiken veilig springmateriaal en letten op een correcte opstelling; - herkennen in beperkte ruimtes met meerdere maarden de onveilige paarden; - onderhouden het harnachement van hun paarden; - gebruiken veilig transportmateriaal en verkeersveilige transportmiddelen; - zijn voorzichtig bij het laden en lossen van de paarden. 19-23* 14 leren op een aangepaste manier met het eigen lichaam en het paard omgaan om kwetsuren te voorkomen. Leren belastende houdingen en bewegingen voor ruiter en paard te vermijden door kennis van het lichaam en er optimaal aandacht aan te besteden. De ruiters zullen tijdens de LO sessies gewezen worden op de hygiënische toepassingen van de sporter. Tijdens de theoretische lessen hippologie zal voldoende aandacht geschonken worden aan het toepassen van de hygiënische regels bij de verzorging van de paarden. De trainers zullen eisen dat de paarden op training en wedstrijd steeds optimaal getoiletteerd zijn. (De Hunter Seat Equitataion proeven quoteren de verzorging van de paarden). 15 leren te onderscheiden wat gezonde sportvoeding voor de paarden en een gezonde voeding voor de ruiter is en wat het belang hiervan is. 18-21*-22* 16 leren de principes van medisch verantwoord sporten toepassen. 23* 17 weten dat doping of andere ongeoorloofde genotsmiddelen verboden zijn en een gevaar betekenen voor de gezondheid van het eigen lichaam en deze van de paarden.

ET LO ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 12 DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: 23*-28* 18 leren door zich voldoende te concentreren op hun paarden en regelmatig hun prestaties te evalueren, aanvoelen of hun paarden voldoende fit zijn. Vormen van verzet, onnauwkeurig werk, afwijkingen in eetgewoontes moeten tijdig ontdekt worden en er moet gezocht worden naar de oorzaken. D. Zelfconcept en het sociaal functioneren 26* 19 weten dat motivatie, bewegingsvreugde en positief zelfbeeld belangrijke aspecten zijn om topsportprestaties te leveren. 7-9 20 leren door mentale vaardigheden en routines gedurende de ganse wedstrijd waarbij stress continu aanwezig is, toch optimaal functioneren. Zij kunnen de mentale druk waaronder moet gespeeld worden goed in de hand houden. 8-25-29* 21 leren samen te werken (ruiter-paard en met anderen) tijdens de training of wedstrijd. Staan open voor teambuilding en zien de noodzaak en het nut van het team in. Voor paardrijden is dit vnl. tijdens de internationale landenwedstrijden, zoals bijv. het Europees Kampioenschap. 27* 22 leren slechte prestaties aanvaarden. Zij hebben respect voor hun concurrenten, coach, trainer, chef d équipe en federatie. 24 23 ondervinden dat topsportbeoefening bijdraagt tot sociale contacten. E. Samenleving 24 leren zich te informeren over nationale en internationale paardensportorganisaties en netwerken via o.a. internet. 30* 25 leren op een sociaal aanvaardbare wijze verschillende rollen vervullen in welbepaalde bewegingssituaties. Zij kunnen naargelang het competitieniveau van het wedstrijdpaard aangepast deelnemen aan wedstrijden. Zij kunnen in teamverband deelnemen en de richtlijnen aanvaarden die de trainer oplegt. Regelmatig zal gevraagd worden om met een paard een correcte dressuurproef te lopen zonder rekening te houden met de resultaten waardoor de combinatie de kans krijgt wedstrijdervaring op te doen. Zij kunnen op een respectvolle manier omgaan met hun omgeving en materiaal. De ruiters worden voortdurend geconfronteerd met stijlvolle accommodaties, kostbaar materiaal en waardevolle paarden. Van bij het begin moet gewaakt worden dat zij respect ontwikkelen voor deze situatie. De omgeving mag bij mindere prestaties niet als uitvlucht worden aangegeven. Zij leren waardering opbrengen voor elkaars mogelijkheden en houden rekening met individuele verschillen. Door het feit dat de ruiters van de topsportschool voortdurend samen trainen, kennen ze elkaars mogelijkheden en deze van de paarden. Door de individuele verschillen onderling leren ze beseffen welke inspanningen de andere moet leveren om zijn niveau te bereiken. Van zodra zij elkaar positief ondersteunen in de competitie, hebben we deze doelstelling bereikt.

ET LO ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 13 DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: 26 informeren zich over verdere studiemogelijkheden (universitair - niet universitair niveau). Zij overleggen, maken afspraken, werken of spelen samen in groepsverband. In de paardensport zijn er verschillende betrokken partijen: fokker, eigenaar, trainer, ouders,. Het is daarom noodzakelijk dat de ruiters met betrekking tot een topsportcarrière, vroeg leren duidelijke afspraken te maken met de diverse personen. De vele verplaatsingen naar binnenlandse en buitenlandse wedstrijden vragen een goede organisatie en correcte afspraken met de trainers en de school. 27 leren zich te informeren over de arbeidswetgeving en verzekeringsproblematiek eigen aan de topsport en paardensport. 28 leren via de eigen sportbeoefening en sportbeleving ervaren dat topsport verweven is met en effecten heeft op andere maatschappelijke domeinen. Leren bewegingsvreugde ervaren in verschillende bewegingssituaties en aanvaarden hun eigen mogelijkheden. De ruiters moeten een correct zelfbeeld opbouwen waardoor ze weten welk niveau ze kunnen behalen in een bepaalde bewegingssituatie. De maandelijkse evaluatie van de ruiters door de trainers speelt hier een positieve rol in dit vormingsproces. F. Onderzoekscompetentie 25 29 leren gericht informatie zoeken en in staat zijn om op een geordende manier een oplossing te vinden voor een probleem. 30 ter ondersteuning van de bewegingspraktijk een beperkte onderzoeksopdracht voorbereiden. 31 de bekomen informatie verwerken en rapporteren t.o.v. anderen.

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 14 ET LO 2 Derde graad 6-7-8-9-11-12 DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: A. Motorische competentie: motoriek, fysiek, perceptie 1 kunnen conditioneel een wedstrijd op behoorlijk hoog niveau uitvoeren. De leerlingen: - begrijpen de nodige technieken; - kunnen de gepaste bewegingen uitvoeren; - kunnen het mentaal aan om met goede en slechte prestaties om te gaan; - kunnen hun paard van begin tot einde correct verzorgen. 3-7-8 2 kunnen op basis van inzicht tactische oplossingen aanbrengen die nodig zijn om een probleem op te lossen. 3-4-5 3 kunnen op elk moment, rekening houdend met de omstandigheden van het moment, het gevraagde niveau, de toestand van de bodem, de prestaties van de andere deelnemers, inschatting van de te nemen risico s, een goede keuze maken. Dit alles zal tot ontwikkeling komen door meer ervaring op te doen. 9-13 1-3 kunnen geleerde bewegingsvaardigheden transfereren en toepassen in andere bewegingsactiviteiten. 9-10-11-12 4 hebben inzicht in de sporttak paardrijden door: - zelf grenzen te trekken en zichzelf en hun paarden te sturen in eender welke wedstrijdsituatie; - kennis van de nodige bewegingen en via de aangeleerde routines de juiste handelingen uit te voeren; - het toepassen van de meest aangewezen en correcte techniek of tactiek in training- en wedstrijdsituaties; - een juiste interpretatie te geven van een correcte lichaamshouding, opwarming en cooling-down en stabilisatie. 8-10-12 5 leveren op een efficiënte manier prestaties zodat het eindresultaat dat van de andere deelnemers overstijgt. 4-6-7-8 6 beschikken over juryprotocols waardoor ze hun bewegingsopdrachten kunnen analyseren, waarbij de stijl van ruiter en paarden gequoteerd worden. Na de bespreking met de trainers moeten ze de oorzaken van foutieve bewegingen leren onderkennen. In de derde graad kunnen tijdens de didactische oefeningen aantonen waarom bepaalde bewegingsopdrachten, die ze als doelstelling in hun les opnamen, niet of volledig bereikt werden. B. Motorische competentie: leren en sturen

ET LO ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 15 3-4-5-6-7-10-11-12 1-2-3-4-5-6- 7-8 1-2-4-5 9-10-11-12 19 DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: 7 kunnen goede en slecht uitgevoerde bewegingen onderscheiden, de uitgevoerde bewegingen corrigeren en dit zowel bij zichzelf als bij de anderen door: - de techniek van een uitgevoerde beweging te kunnen beschrijven en analyseren; - het begrijpen van de gedragingen van het paard in bepaalde situaties; - aangepaste oefenvormen te zoeken en in te oefenen; Zij kunnen alle aangeleerde technische en tactische vaardigheden automatisch toepassen in het geheel van een proef. 8 kunnen toelichting geven bij de gekozen techniek of tactiek. Zij kunnen tijdens plat werk alle dressuurmatige oefeningen samen uitvoeren en zo leren ze voldoende ruimte te gebruiken om efficiënt te werken zonder de andere te storen. 9 kunnen op hun niveau zelfstandig oefenen. Zij worden in staat geacht om hun kunnen productief te maken in functie van de groep en/of het belang van de individuele prestatie. Zij komen tot een perfecte zit dmv coördinatie, vormspanning en evenwicht. De ruiter mag tijdens alle bewegingen van het paard (galopperen, wenden, springen en landen) nooit zijn balans verliezen om het paard niet te storen in zijn beweging. Tijdens de gymnastiek zal de doelstelling vormspanning en evenwicht geaccentueerd worden. 6-16 10 kunnen bij zichzelf nagaan of er al dan niet vorderingen zijn gemaakt (zich naar waarde inschatten en verbeteren). Door het leren luisteren naar de lichaamssignalen zal in functie hiervan gehandeld worden. C. Gezondheid en veiligheid 16-22* 11 begrijpen dat sportprestaties niet alleen het resultaat zijn van training alleen, maar ook in verhouding staan met het mentale evenwicht en sociale gezondheid en de gezondheid van het paard. 14*-20-21*- 22* 12 begrijpen dat rust en relaxatie even belangrijk zijn als trainen. Zij beseffen eveneens dat stabilisatie, herstellend trainen, stretching, opwarming en cooling-down en het werken aan de specifieke conditie van ruiter en paard(en) onontbeerlijk zijn om topprestaties te leveren.

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 16 ET LO 1-2 DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: 13 kunnen de gevaren en risico s van bewegingssituaties inschatten en herkennen onveilige situaties. Zij kunnen door afspraken en regels na te leven verantwoordelijkheden opnemen in situaties omtrent de veiligheid van zichzelf, het eigen paard en de andere ruiters en paarden. Zij hebben in alle rijsituaties steeds aandacht aan hun veiligheid en die van anderen. De ruiters: - dragen steeds een gesloten helm; - gebruiken veilig springmateriaal en letten op een correcte opstelling; - herkennen in beperkte ruimtes met meerdere maarden de onveilige paarden; 17-18 - onderhouden het harnachement van hun paarden; - gebruiken veilig transportmateriaal en verkeersveilige transportmiddelen; - zijn voorzichtig bij het laden en lossen van de paarden. Bij een sportongeval kunnen zij gepast reageren en eerste hulp bieden. 19 14 kunnen op een aangepaste manier met het eigen lichaam en het paard omgaan om kwetsuren te voorkomen. Zij vermijden belastende houdingen en bewegingen voor ruiter en paard door kennis van het lichaam en besteden er optimaal aandacht aan. De ruiters zullen tijdens de LO sessies gewezen worden op de hygiënische toepassingen van de sporter. Tijdens de theoretische lessen hippologie zal voldoende aandacht geschonken worden aan het toepassen van de hygiënische regels bij de verzorging van de paarden. De trainers zullen eisen dat de paarden op training en wedstrijd steeds optimaal getoiletteerd zijn. (De Hunter Seat Equitataion proeven kwoteren de toilettage van de paarden). 16-20 15 onderscheiden wat gezonde sportvoeding voor de paarden en een gezonde voeding voor de ruiter is en wat het belang hiervan is. 17 16 kunnen de principes van medisch verantwoord sporten toepassen. 17 weten dat doping of andere ongeoorloofde genotsmiddelen verboden zijn en een gevaar betekenen voor de gezondheid van het eigen lichaam en deze van de paarden. 19-21*-22* 18 kunnen door zich voldoende te concentreren op hun paarden en regelmatig hun prestaties te evalueren, aanvoelen of hun paarden voldoende fit zijn. Vormen van verzet, onnauwkeurig werk, afwijkingen in eetgewoontes moeten tijdig ontdekt worden en er moet gezocht worden naar de oorzaken. D. Zelfconcept en het sociaal functioneren 15*-25 19 weten dat motivatie, bewegingsvreugde en positief zelfbeeld belangrijke aspecten zijn om topsportprestaties te leveren.

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 17 ET LO DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: 20 kunnen door mentale vaardigheden en routines gedurende de ganse wedstrijd waarbij stress continu aanwezig is, toch optimaal functioneren. Zij kunnen mentale druk goed in de hand houden. 2-8-23-24 21 kunnen samenwerken (ruiter-paard en met anderen) tijdens de training of wedstrijd. Staan open voor teambuilding en zien de noodzaak en het nut van het team in. Voor paardrijden is dit vnl. tijdens de internationale landenwedstrijden, zoals bijv. het Europees Kampioenscha. 25 22 kunnen slechte prestaties aanvaarden. Zij hebben respect voor hun concurrenten, coach, trainer, chef d équipe en federatie. 14*-25 23 ondervinden dat topsportbeoefening bijdraagt tot sociale contacten. E. Samenleving 24 kunnen zich te informeren over nationale en internationale paardensportorganisaties en netwerken via o.a. internet. 25 kunnen op een sociaal aanvaardbare wijze verschillende rollen vervullen in welbepaalde bewegingssituaties. Zij kunnen naargelang het competitieniveau van het wedstrijdpaard aangepast deelnemen aan wedstrijden. Zij kunnen in teamverband deelnemen en de richtlijnen aanvaarden die de trainer oplegt. Regelmatig zal gevraagd worden om met een paard een correcte dressuurproef te lopen zonder rekening te houden met de resultaten waardoor de combinatie de kans krijgt wedstrijdervaring op te doen. respect hebben voor en kunnen aangepast omgaan met hun omgeving en materiaal. De ruiters worden voortdurend geconfronteerd met stijlvolle accommodaties, kostbaar materiaal en waardevolle paarden. Van bij het begin moet gewaakt worden dat zij respect ontwikkelen voor deze situatie. De omgeving mag bij mindere prestaties niet als uitvlucht worden aangewezen. Zij hebben waardering voor elkaars mogelijkheden en houden rekening met individuele verschillen. Door het feit dat de ruiters van de topsportschool voortdurend samen trainen, kennen ze elkaars mogelijkheden en deze van de paarden. Door de individuele verschillen onderling beseffen zij welke inspanningen de andere moet leveren om zijn niveau te bereiken. Van zodra zij elkaar positief ondersteunen in de competitie, hebben we deze doelstelling bereikt. 26 informeren zich over verdere studiemogelijkheden (universitair - niet universitair niveau). Zij overleggen, maken afspraken, werken of spelen samen in groepsverband. In de paardensport zijn er verschillende betrokken partijen: fokker, eigenaar, trainer, ouders. Het is daarom noodzakelijk dat de ruiters met betrekking tot een topsportcarrière, vroeg leren duidelijke afspraken te maken met de diverse personen. De vele verplaatsingen naar binnenlandse en buitenlandse wedstrijden vragen een goede organisatie en correcte afspraken met de trainers en de school. 27 kunnen zich informeren over de arbeidswetgeving en verzekeringsproblematiek eigen aan de topsport en paardensport. 15*-16-25 28 kunnen via de eigen sportbeoefening en sportbeleving ervaren dat topsport verweven is met en effecten heeft op andere maatschappelijke domeinen. Zij ervaren bewegingsvreugde in verschillende bewegingssituaties en kunnen hun eigen mogelijkheden aanvaarden. De ruiters kunnen een correct zelfbeeld opbouwen waardoor ze weten welk niveau ze kunnen behalen in een bepaalde bewegingssituatie. De maandelijkse evaluatie van de ruiters door de trainers speelt hier een positieve rol in dit vormingsproces.

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 18 ET LO DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: F. Onderzoekscompetentie 24 29 zich kunnen oriënteren op een onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken. 30 ter ondersteuning van de bewegingspraktijk een onderzoeksopdracht over sportthema s kunnen voorbereiden, uitvoeren en evalueren. 31 de onderzoeksresultaten en conclusies kunnen rapporteren en ze kunnen confronteren met andere standpunten.

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 19 LEERINHOUDEN Tweede Graad: de leerlingen kennen de vermelde leerinhouden. Derde Graad: de leerlingen perfectioneren de vermelde leerinhouden. LEERINHOUDEN Theorie hippologie - elementen over verzorging, voeding en EHBO van paarden, in samenwerking met de dierenarts; - didactische principes, samenstellen van lesdoelen en uitwerken in praktijk; - afspraken inzake veiligheidsmaatregelen in acht nemen bij de verzorging, trainen, africhten,transport van de paarden; - bespreking van de criteria van het stijlrijden. De ruiters zullen tijdens de LO sessies gewezen worden op de hygiënische toepassingen van de sporter. Tijdens de theoretische lessen Hippologie zal voldoende aandacht geschonken worden aan het toepassen van de hygiënische regels bij de verzorging van de paarden. De trainers zullen eisen dat de paarden op training en wedstrijd steeds optimaal getoiletteerd zijn Algemeen uithoudingsvermogen Het langdurig verrichten van arbeid zonder onderbreking (hardlopen of zwemmen). Deze aërobe trainingen moeten regelmatig uitgevoerd worden om het cardiorespiratorisch systeem te verbeteren Duurloop: Juniors en Young Riders: 3km (voor de meisjes aan 6 per km) 6km (voor de jongens aan 5 per km) Seniors 5km (voor de meisjes aan 6 per km) 9km (voor de jongens aan 5 per km) Frequentie: 2x per maand in de periode voor Kerstmis, afgewisseld met zwemmen: naast de ontspannende factor die het zwemmen meegeeft, vragen we een minimum kennis van twee zwemstijlen naar keuze. De tweede graad (Juniors, Young Riders) moet als eindterm een afstand van 1000 meter kunnen zwemmen. De derde graad (Seniors) moet als eindterm een afstand van 2000 meter kunnen zwemmen. Beweging is een fundamenteel gegeven voor het fit houden van paarden. De competitiepaarden staan uiteraard veel op stal of ondergaan langdurig reizen op de vrachtwagen. De ruiters moeten zicht bewust zijn dat deze dieren voldoende beweging verkrijgen naast trainingen of wedstrijden.

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 20 LEERINHOUDEN Lokaal weerstandsvermogen - Als doel stellen we het verstrekken van bepaalde spiergroepen die moeten instaan voor het bestendigen van houdingen en bewegingen inherent aan het paardrijden. - Het langdurig galopperen in verlichte zit en half-verlichte zit, stelt hoge eisen aan het lokaal uithoudingsvermogen van quadriceps en rugspieren. - De buikspieren en bilspieren moeten verstevigd worden om een evenwichtig krachtenkoppel te ontwikkelen dat kan instaan om de grote belasting van de bekkengordel en lendenstreek op te vangen. - Via intervaltraining in een aangepast fitnessprogramma, met snelle uitvoering en hoge belasting, trachten we deze doelstelling te bereiken. - Tijdens gymnastieksessies werken we met toestellen om de ontwikkeling van het evenwicht te stimuleren. Klim- hang- en springoefeningen bevorderen attitudes van durf en zelfvertrouwen. - Ruitersport in het algemeen en de specifieke verlichte zit bij het springen is belastend voor de wervelkolom. Een evenwichtige spierontwikkeling van de bekkengordel zorgt voor een correcte lendenlordose. In de lessen gymnastiek en krachttraining zal gewerkt worden op een evenwichtige ontwikkeling van de krachtenkoppels die inwerken op de positie van lendenwervels en bekken. Bij de verzorging van de paarden letten de ruiters vooral op juiste uitgangsposities. Stretching Het paardrijden vraagt eerder een statische spieractiviteit die snel kan leiden tot verlies van bewegingsamplitudes in de gewrichten. Deze verkorting in de spieren kan slechts vermeden worden door een degelijk stretchingprogramma dat werkt op volgende spiergroepen: Ritmiek - extensoren en flexoren van het enkelgewricht; - lange rugspieren en dorsale dijspieren; - schouderfixerende spieren. Naast de ritmieklessen binnen het leerplan LO, worden ritmische oefeningen toegepast in de dressuurtraining en eventuele springtraining.

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 21 LEERINHOUDEN Psycho-motoriek - Omvat relaxatie en ontspanningstechnieken uit de autogene training. Reactiesnelheid en concentratie worden getraind via verschillende skills genomen uit testbatterijen voor fysieke paraatheid van piloten, militairen en autorenners. - Natuurgebonden sporten die opgenomen zijn in het jaarprogramma, werken attitudes van moed, zelfvertrouwen en durf in de hand. Dressuurwerk Losrijden /Opwarmen - Stap: in de hand stappen van het paard; aanvaarden van de hand van de ruiter; aanvaarden van de druk op het bit; ontspannen van de hals-en rugspieren; losmaken van alle gewrichten; - Kenmerken van de stap: De stap moet rustig, ruim en regelmatig zijn; De regelmaat dient behouden te worden; Het verzamelen in deze gang levert gevaar op voor de juiste beenzetting; Het paard maakt in stap veel bewegingen met hoofd en hals en de ruiter zal deze, voor het behoud van een correcte stap, goed moeten volgen; Belangrijk is dat het paard zich lang maakt in de bovenlijn; Het is de gang bij uitstek om het paard te corrigeren, met name wanneer de gehoorzaamheid dient te worden bevorderd.

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 22 LEERINHOUDEN Losrijden /Opwarmen - Draf Vooruit draven en tempowisselingen Inbuigen en lateraal loswerken van het paard Opwarmen van alle spieren Verder ontspannen van de hals- en rugspieren Voltes rijden In lijn stellen van het paard om zo de rug in te werken - Kenmerken van de draf De draf moet ruim, actief in balans en min of meer verheven zijn, naar de africhtingsgraad van het paard Door het voorkomen van het zweefmoment, gooit het paard soms hoog op. Dit is vaak moeilijk uit te zitten voor de ruiter Bij hoog in het bloed staande paarden is de draf vaak slecht ontwikkeld. In deze gang moet het tempo veelal uitgebalanceerd worden. Deze paarden hebben bovendien veel temperament, hetgeen meestal gepaard gaat met veel looplust, waardoor de balans in deze gang nog meer verstoord wordt Het is de gang bij uitstek om het paard te gymnastiseren

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 23 LEERINHOUDEN Losrijden /Opwarmen - Galop Voorwaarts werk Verlicht rijden ter ontspanning van de rugspieren Verder in lijn stellen van het paard Voorbereiding tot verzameld werk Schakelen en tempowisselingen - Kenmerken van de galop: Losrijden /Opwarmen de galop dient ruim, licht en duidelijk springend te zijn, verend en in cadans; bij een galop, die slecht in verband is, is er meestal sprake van scheef gaan en te weinig impuls. Als de ruiter met de hand het verband in het paard probeert te herstellen, ontstaat een vier-slag-galop. Het voorbeen, dat normaal gelijk met het diagonale achterbeen aan de grond hoort te komen, wordt nu vroeger op de grond gezet; in deze gang hebben zowel ruiter als paard de neiging zich stijf te houden, vooral in de rug; de ruiter neigt in de galop tot het verplaatsen van de zit naar buiten. de werkzaamheid van de ruiter beperkt zich meestal tot het meegaan in de beweging; het is de gang bij uitstek om het paard impulsen te geven. - Overgangen Het paard gehoorzaam maken aan de hulpen Het activeert het paard en het bevordert de impuls Het is het middel tot verzameling De overgang naar het halt houden, enkele malen herhaald, is een goede voorbereiding tot het achterwaarts gaan Het algemeen soepel maken van het paard Het heeft vooral een effect op paarden met stijve spronggewrichten

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 24 LEERINHOUDEN Losrijden /Opwarmen - Tempowisselingen Het activeren van het paard en het over de schouder rijden Het verhogen van de opmerkzaamheid van ruiter en paard Het verhogen van het evenwicht, zodat het paard gemakkelijker terugkomt op de zit en tevens de oprichting gestimuleerd wordt Het vergroten van de gymnastisering van het paard door een voortdurende gewichtsverplaatsing, dit in tegenstelling tot een eenmalig uitstrekken, waarbij het paard wel het gewicht naar voren maar niet naar achteren brengt Losrijden /Opwarmen - Oefeningen losrijden Slangenlijn op de lange zijde Kuitwijken op de lange zijde Aangalopperen vanuit draf Overgangen draf en galop Wending om de voorhand Van hand veranderen Vierhoek verkleinen en vergroten Cirkel verkleinen en vergroten en daarbij kuitwijken Door de cirkel van hand veranderen Kleine en grote acht op de korte zijde Vooraleer naar het verzameld werk over te gaan, dient takt, ontspanning, aanleunen, impuls en recht richten van het paard in acht te worden genomen

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 25 LEERINHOUDEN Verzameld werk De verzameling ontstaat uit de doorlaatbaarheid van het paard en uit het feit dat het paard met de achterbenen meer ondertreedt waardoor deze meer gewicht gaan dragen. Het paard wordt daardoor meer opgericht. De voorhand wordt hierdoor ontlast en relatief groter. De bewegingsafloop wordt verhevener en meer uitdrukkingsvol; alles gaat vloeiender. Cool down - Verzamelde oefeningen Aangalopperen vanuit stap Kleine volte in draf Overgang draf naar halt houden Achteruit richten Wending op de achterhand Overgang galop naar stap Eenvoudige galopwissel Contragalop Kleine volte in galop Het afvoeren van de melkzuren in de spieren Hartslag op normaal ritme brengen Terug ontspannen van het paard Uitblazen van de ruiter

ASO/TSO 2e en 3e graad Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport 26 LEERINHOUDEN Analyse met trainer Dmv de notities de gereden proef volledig overlopen Vaststellen van de gemaakte fouten Oplossingen ter correctie Bespreking van de stijl en de techniek van de ruiter Bespreking van de stijl en de techniek van het paard Correcties ivm stijl en techniek van ruiter en paard Balans